Pak ma mme. No. 177Ö2. LEIDSCH DAGBLAD Woensdag 23 Januari Tweede Blad Anno 1913. PERSOVERZICHT. TWEEDE KAMEi FEUILLETON Een man's werk. Wï DE ÖS/SSTBEKEN Hot eerstvolgend nummer bevat o.a. als Voorplaat: Du'tsche krijgsgevangenen in óns land. Ver dei Uit Indië. Een spek-Chinees in gesprek meUeen Moor. Het inënten van IrJandscho vrouwen door een Inland- echen arts. Panorama van de bruinkool- ontginningen to Heerlerheide. Hevige brand t© Sloterclijk, bij Amsterdam en Rot terdam. Demonstraties vóór het stadhuis te Amsterdam. Hevige sneeuwval te Am sterdam, met 2 foto's. Algemcene verga dering van verlofsoffieieren te Amsterdam. Z. D. H. de Bisschop van Breda plechtig geconsacreerd'. Onder de Oorlogsfoto's trekken do aan dacht Draadversperringen in 't Italiaan echo Hooggebergte. De oorlogstoestand in het Italiaanseho Hooggebergte. De Franschen in Italië, met 3 foto's. Een pagina Cnrrieaturen door Ton van Tast. Voor de o n d e rwijzer s der bij- zondere scholen. Th. M. K.(eteiaar) schrijft in „DE VRIJZINNIG DEMOCRAAT'' van hot wetsontwerp-De Sa- vornin Lohinan in zake de gelijkstel ling van de salarissen bij het bijzonder Onderwijs met die brj het openbaar onder wijs,. ,,'dat het absoluut in strijd is met do beraads'agingen in de bevrMigrngscommis- sie, indien thans eenzijdig een gedeelte van 'de gelijkstelling zou worden, uitgevoerd.** Éénzijdig; immers, wel wordt aan het bij zonder onderwijs aanzienlijk meer geld ge geven, doch los van alles, wat men nu een maal gewoon is, do waarborgen voor goed onderwijs te noemen. Zou het commissielid dr. Nolens, die niet het wetsontwerp mede indiende, dit ook zoo inzien? De Lager-Onderwijswet moet thans in haar geheel herzien worden, niet opnieuw rartieele wijzigingen, die de geheele herzie ning slechts zullen tegenhouden. Onder het opschrift „Do naïven" vvjjdt de Haagsche correspondent van het „HANDELSBLAD" een artikel aan het voor stel van de heeren Lohmau, Van Veen, Van der Voort, van Zijp, Van d e Molen en Van Wijnbergen, om al vast maar van Rijks wege de jaarwedden der onderwijzers bjj het bgzonder onderwas geüjk to stellen met die van het openbaar. Do vijf heeren motiveeren de grondge dachte van hun voorstel door te zeggen, dat het „in hooge mate onbillijk zou zijn", de bijzondere onderwqzers „nog langer finan cieel achter te laten staan bij de openbare". Want nu de nieuwe Grondwet is afge kondigd, slaat vast, dat de openbare ea bijzondere scholen, deze laatste voor zoover zij thans uit de Rijkskas worden gesubsi dieerd. voortaan uit de openbare kas gelijken financieelen steun mo.t.n ontvangen'. Men lette nauwkeurig op deze laatste phrase. Wie zich do behandeling van art. 192 herinnert, weet. dat er hier aan een juiste voorst ding van zaken iet' ontbreekt. Och, een kleinigheid. maar: de gelijkwaardig heid van het bijzonder en het openbaar onderwijs, welke, dank zij de op,.-osltie onder de vrijzinnigen, in datzelfde ar?. 192 als conditio sine qua non is gestald voor de finaucieele gelijkstelling van die twee takken van onderwijs. Maar daarover hebben de vijf heeren, natuurlijk in hun onschuld, brengelezon. Zj lichten als het waro uit art. 192 de zevende zinsnede en willen die al vast in werking brengen, zonder de twee onmrd lijk vooraf gaande alinea's. Wait in die twee alinea's wordt uitdrukkelijk vastgelegd, dit de e schen van deugdelijkheid gelijkwaardigheid van de beide onderwijstakken moeten waarborgen, „en dat ze bjj de wet worden geregeld." Dit laatste nu is nog in het geheel niet geschied. Tcch willen zjj maar vast d? salarlsver- Kooging invoeren op kosten van do schatkist. Wel zeker, waarom niet? Waarom znu men hierna de rest van het accoord niet ook bjj stukjes en bietjes, eenzijdig, gaan invoeren. totdat art. 192 ten gunste van rechts geheel is uitgevoerd. Eu dan kan men eens gaan praten over de uitwerking van het aequivalent, de gelijkwaardigheid. En het ver zekeren van het bestaan der openbare school. Maar dat is dan natuurlijk van latere zorg. „DE STANDAARD" zegt in een asterisk: „Dan toch iets sekuurder": Er is door de heeren De Savorniu Lobman c.s. dan toch een wets-voorstel ingediend orn de positie van de Bijzondere School in de gemeenten iets beter te maken. "Voorgesteld wordt, om het accres in het traktement der onderwijzers niet aan pure willekeur over te laten, maar tc bepalen, dat, krijgt de openbare onderwijzer er meer bij, zorg te dragen, dat het traktement van de bijzondere onderwijzers van R&gcerings- wege gelijke verhooging onderga. We behoeven niet te zeggen, hoe we dit toejuichen. Niet natuurlijk alsof hierin de de wonde, die het oorspronkelijk voorstel s'oeg, geheeld ware. Dit van verre niet. De geachte voor stellers stellen toch uitdrukkelijk voor, dat hetgeen ze bedoelen geen terugwerkende kracht zal hebben. Van vereffening der bestaande ongelijk heid is alzoo geen sprake. Die blrjIt niet 1 alleen, maar kan zclfs. ec-r het voors-el wet wordt, nog aanmerkelijk vergroot worden. Het kwaad, waartegen we stonden, bljjft. Men is er niet toe overgegaan, om de gemeenten de taak aan het Rijk te doen overdragen, en zelfs doet liet teliu stcd'enl aan, onder de voorstellers Staatslieden te vinden, van wie men beter had mogen hopen. Ook al ging dit voorstel door, toch blijft* de ongerechtigheid stand houden, en zelfs j mag men beducht zjjn, of dit voorstel er in dezo Kamer door komt. Doch hierover later. Voorshands is het ons genoeg, er onze vreugde over uit te kunnen spreken, dat thans zelfs de heer Lohman erkent, dat het oorspronkelijke voorstel klinkklaar onrecht aandeed aan de Bijzondere School, op 't punt van gelijkstelling. Nederlands uitverkoop. Nu van verschillende zijden een ballotje wordt -uitgeworpen voor een verkoop van onze West-Indische koloniën aan de Yer- eenigde Staten, zet mr. dr. C. F. Sehoch, directeur der Surinaamsche Bank, te Am sterdam, in ,,ONS LAND" uiteen, wat die koloniën belichamen, speciaal voor het moederland. In do eerste plaats Curai^io, het eenig vaste punt tusschen Nederland en Ned.- Indlë, (hit, indien het van een behoorlijke j draadlooze telegrafie was voorzien, ons vrij had gemaakt van de Briteche willekeur ten aanzien van onze telegrafische gemeen schap. Dan denko men aan Curasao's prachtige havengeen tweede haven zoo mooi in dat deel van West-Incbc voor de vaart via het Panama-kanaal. In de derde plaats wordt. Curasao het centrale distri butiepunt van alle petroleum en haar nevenproducten, afkomstig uit West-Indië en omliggende land cn. De „Bataafsehe" heeft niet voor niets de Cara^aosche Petro- leum-Mantschappij opgericht. In de vierde plaats verge*© men niet,© dat men op Curasao weer begonnen is niet die phoeplmat-exploitatie, die door den wil van den Engelechraan Goddon twintig jaar heeft stil gelegen. En ten slotte wijst de schrijver op de groofce -uitbreiding der hoeden nijverheid in de laatste jaren. En lioo staat het- met Suriname? Voor dat land zijn de mogelijkheden onbeperkt, de koloniale welvaartlijn is stijgende, de cijfers der Kamer van Koophandel en van Arbeid te Paramaribo bevestigen dit, en dat land zal men willen van de hand doen? Maar wat brengt. cH© kolonie dan toch wol voort? zal een Nederlander misschien vreven. De~elfc\e prod-ucten, welk© ook uit Ned.-Indië komenSuiker, cacao, koffie, j rijst, goud, balata, hout, mais, rum, rubber, j Maar Suriname koet ons toch ieder jaar zooveel aan subridSe? zal diezelfde Neder- lander wagen. Dat is ten deele waar. De j Surinaamsche begrooting van uitgaven wordt uitermate zwaar gedrukt door de j kosten van geleend geld, dat Nederland had moeter afschrijven als verlies, omdat het een Nederlandscho speculatie in. Suri- naamschen land- en spoorbouw betrof. En liet werkelijke tekort in de kolom a le huis houding is een gevolg van groot© cultuur ziekten, wa n van de kolonie thans aan het genezen is. Zou de mogelijke kapitaalontvangst voor éénmaal, clie men misschien bij verkoop zou kunnen verkrijgen, opwegen tegen de te verwachten jaarlijkscho prevennen, welke op hun tijd zeker komen zullen? Do verstandige Nederlander, die niet meer doet aan gevoelsargumenten, maar koopwaar wil zien voor zijn geld en geld voor wat hij tot koopwaar wil maken, be denke zich goed vóór het tót woorden en daden komt. Berouw kornt altijd achteraan. Zitting van gisteren. BINNENLANDSCHE ZAKEN. De heer SCHAPER bespreekt ook de werkzaamheden der Ned. Centrnle Yer- ecniging. Volgens hom stelt men in ons land do belangen van het veo hooger clan voor de menschen. De centrale verconiging is bezig zichzelf te hervormen en de rede van den heer jRnodenburg ware beter ach terwege gebleven. Spr. laakt do houding van sommige medici, die uit vrees om ver lies van patiënten den arbe»:d der N. C. V. tegenwerken. De heer OTTO Dat moest u bewijzen. Do heer SCHAPER zegt niet all© dokters over één kam te willen scheren, maar er zijn er, zoo als hij ze schetste. De stijging van cle tuberculose-sterfte gedurende den oorlog is het. gevolg van den oorlog, daar de sociale toestanden sinds 1914 aanzienlijk zijn verslechterd'. Van liet instellen cenor Staatscommissie verwachtte hij niets dan alleen oponthoud. De heer JANNINK sluit zich gaarne aan bij den lieer Schaper, terwijl hij met ge noegen heeft vernomen, dat de Minister eerst het rapport der Ned. Centraio Ver coniging wil afwachten. De MINISTER VAN BINNENLAND SCHE ZAKEN, de heer COP.T VAN DER LINDEN, wijst er op, dat cis huidige, sterftecijfers geen aanwijzing geven voor den arbeid der tuberculosebestrijding. De ongunstige omstandigheden, welko de alge- meene sterftecijfers beïnvloeden, kunnen zich ook bij de tube rcuïosesterftc cloen gel den. De prophylanie-bestrijding moet ook een grooten, gunstgen invloed hebben op do ldndcrstcrfto en do Mnistcr is het dan ook meer eens met de heeren Schaper en Jan- nink don rnet den heer Roodenburg. Boven dien, de Centraio Vereeniging is zich vol komen bewust, dat niet alles normaal is en in de cocnmissio van onderzoek heeft zij dan ook aan do critici een plaats gegeven. Do Minister zal intussehen ernstig over wegen of het werkelijk noodzakelijk is een Staatscommissie in. te stellen. Na repliek wordt de pccA goedgekeurd. Bij art. 72 bis spreekt de heer DE VIS SER over de subsidie aan do Vereeniglng maatschappelijk werk bij zenuwlijders en krankzinnigheid, vragend waarom een in richting, die zich op maatschappelijk ge- bie^ beweegt, geen subsidie kriinri Dc MINISTER zegt- overweging toe. De post wordt goecfgekoard. Bij art. 92 bis betoogt de heer BEUMER dat men betrekkelijk weinig weet over de besteding der. gelden voor vluchtelingen en vreemdelingen. Snr. wijst op do geld ver spilling voor het vluchtoord te Gouda, waaromtrent men nog niet alles weet. Ook do kosten van het vluchtoord te Nunspeet zijn abnormaal hoog het meest wensche- lijke zou zijn, dat Gouda geheel werd op gegeven en ondergebracht, t-e Nunspeet. Verder bespreekt hij de kwestie der woonwagen-bewoners to B c r gen-op -Zoom en vraagt of al deze paarden deel en moe ten van ons beetje veevoeder? Ten slotte bespreekt hij do kosten van verpleging van Russische en Poolschc vluchtelingen, welke reeds meer dan 1 mil- lioen bedragen, en zou gaavno zien, dafc de regeering z:ch daaromtrent met de Russi sche regeoring iu verbind* g stelde. De heer RUIS 0% BEERENBROUCK betreurt het, dat de toestand in Gouda nog steeds bestaat, en zou gaarne zien, dat do Regeering in deze. de meest krasse maat regelen nam en steunt het betoog van den Uoman tok SILVS K. HOCKING. 53) Adela scheen nog mooier dan ooit to zijn. geworden, Jiaar wangen waren gevulder, haar oogeu helderder, haar gelaatskleur was frisse her. „Bij den hemel, Adola," riep hij einde lijk uit,, ,,wat zi© j© er goed uit!" „Ik ben ook heel goe:l," antwoordde zij en wachtte. „Ik moest komen en je zien," ging hij voort. „Ik kon er niets aan d'oen kon ik ctat, nu? Wat?" Tocnr zij hierop geen antwoord gaf, scheen hij een weinig verlegen. Haastig „voegde hij er bij „Je verwachtte mij zeker?" „Neen, sir Jasper, d'at deed ik niet," zei zij bedaard „Niet? Wol, dat verbaast mo. In aan merking nemend clat- ik in aanmerking nemend', wat wij voor elkaar zijn geweest in aanmerking nemend hoe na we tot elkaar stonden, in aanmerking nemend „Wij willen, als 't- je blieft niet over liet verleden spreken," zei zij met kalme waar digheid. „O, maar dat moeten we," protesteerde hij. „Ik ben daarvoor opzettelijk gekomen. Ik beschouw, wat je bij ons laatste onder houd hebt gezegd, niet als afdoende „Dat spijt mo," viel zij hem in do rede. „Ik bedoelde het als absoluut, afdoende." „O, mogelijk heb jij dat gedaan, maar «ooals je weet, er zijn bij ieder© overeen komst twee partijen. Bovendien heb j© toe vallig niet alle troefkaarten in handen en hoowcl ik wel in veel wil toegeven, kan men een vrouw toch niet toestaan, dat zij in alles haar am krijgt. Wat?" ,Ik vrees, cïat ik je niet geheel kan vol gen," antwoordde zij met verhoogd© kleur. „Maai- dat doet er ook niet toe. Ik „Dat doet er wel toe," viel hij haar in de rate. „Je moet kooren wat ik je heb te zeggen ,-,M o fc hooren," voer zij uit met vlam mend© oogen, „u heeft zeker vergoten waar u is „Wcc3 nu niet hard, Adela," zei hij op vrionttelijkor toon. „Jij en ik moeten elkaar begrijpen en hoe eer wij daarmee beginnen hoe beter." „Ik weiger vorcler over de zaak te spre ken", antwoordde zij, terwijl zij zich in haar volle lengt© oprichtte en er boosheid uit haar stem klonk, „Ik heb u bij 0113 laatsto onderhoud mijn antwoord gegeven en dab was afdoend. Begrijp ééns voor al tijd, dat niets ter wereld mij zal bewegen het to herroepen." „,0, maar „Ik zal mijn zuster zeggen, dat u cr is", wierp zij hem toe en ging meteen cfe kamer uit. Hij vloog haar achterna, maar het was te laat. Ds deur viel met een smak tusschen hen dicht. Met open mond en glinsterende tanden stond hij eenigo oogonblikkcn besluiteloos. Daarop trok hij do deur open en keek de leego hall rond. Toen Jane vijf minuten later het sa^on binnentrad, vond zij dat leeg. Sir Jasper keerde ziedend van kwaad heid naar de stad terug, en zijn woede was des te feGviger, wijl hij zich zoo hulpeloos j heer Rutgers, om eens een onderzoek in te I stellen naar cl© besteding der gelden voor I de luchtelingen gevoteerd. Do MINISTER gcc-it toe, dat de toestand I met de Russen en Polen ongewcnschfc is; I men moet echter voor ckzo menschen evtn- goed zorgen als voor de Belgen. Een com missie, welko een onderzoek zal instellen I naar het besteden van do voor de vlucht- oorden gevoteerde gelden acht hij niet noodzakelijk, hij is echter voornemens een de kundig© to benoemen, dio liet beheer j der vluchtoorden zal nagaan, zoodat een algemeen overzicht zal worden verkregen. Uitvoerig bespreekt de Minister het vluchtoord te Gouda. Toen in 191-1 die dui zenden over de grens kwamen, was er ëen algemeen© verwarring om die menschen onder te brengen. Het aanbod te Gouda is toen dankbaar aanvaard hij geeft toe, dat :t gcol, contract niet zonder fouten is, maar niemand had kunnen voorzien, dat do oorlog 1 jaren zou duren.-Overbrenging naar Nunspeet zou moeilijk gaan, daar dit kamp geheel vol is en 't contract to Gouda daardoor toch niet. ontbonden kan worden. Tc Vc-ghcl bestaat geen kamp en wat de woonwagenbewoners betreft te Bcrgen-op- Zonm. deze menschen kan men, in verband met hun gehalte, niet in Nunspeet onder brengen. D© heer SCHAPER bespreekt nog eens het berucht© kamp t© Gouda. Do heer IJssel de Schepper, die het contract voor de Regecring heeft gesloten, blijkt achter af, commissaris, zelfs president-commissaris to zijn van de Snijgroen-Maatschappij. Het gaat toch niet aan d'at-, de Regeeringscom- missaris, die voor de Regeering optreedt, een conyact sluit met een vennootschap, waarvan hij zelf aandeelhouder is Zoo iets ia eenvoudig schandelijk. Dé heer BEUMER repliceert cn wijst er op, dat wanneer juist is wat ctc heer Scha per zegt, dit contract eenvoudig een ver lakkerij is geweest-, waarvan de Regeering de chip o is geworden en zou gaarne officieel vernemen, of het medegedeelde werkelijk waar was. De heer RUIS DE BEERENBROUCK zou gaarne zien, dat de door den Minister te benoemen deskundig© een onderzoek in stelt naar de toestanden van het vlucht- karnp te Gouda. De MINISTER zegt, dat het Zuiden, het welk gratis gebouwen afstond, gunstig afstak bij het Noorden, waar zooals in Gouda schandelijk misbruik is gemaakt van do noodtoestanden, welke in 1914 ontston den, en hij ook eehter alles zal doen om zooveel mogelijk licht in cfez© z2ak te ver schaffen. De heer SCHAPER vraagt of de heer IJssel de Schepper niet zooveel fatsoen, heeft, dat hij niet langer zal doen als Shy- lock. Laat hij de Regeering los maken van het contract en een eerlijk en fatsoenlijk man worden. Do heer DE SAVORNIN LOHMAN meent ook, dat. de Regeering ©Ikon maat- rogel moet nemen orn van dit schandelijk contract verlost te worden. De MINISTER wil gaarne alle maat regelen- nemen, maar vreest of het hein gelukken zal van dit contract af te komen. Het artikel wordt hierna z.h.s. aangeno men. Bij do IVdo af deeling (Hooger eri Mid delbaar Onderwijs) bespreekt de heer DE SAVORNTN LOHMAN een speciaal onder wijs- departement, hetwelk hij niet noodïg acht. Hij zou do voorkeur geven aan een Onderwijsraad, waarin allo poli tieke partijen vertegenwoordigd moeten, zijn. De heer VAN HAMEL wenscht een docto raat. voor de studie in de Fransehe, Duitscho en Engelsche talen het zou een aanmaning zijn voor diegenen, die niet alleen opper- vlakkig, maar ook de literatuur van het land grondig wiRen bestudeeren. De heer RINK bepleit een hoogerc bezol diging voor de hoogleeraren. De heer VAN V.'TINBERGEN bespreekt de reorganisatie* der gymnasia en wenscht, dat de daarvoor noodige maatregelen spoe dig worden genomen. Natuur- en scheikunde moeten worden uitgebreid. Deze reorgani- sat:e zal eclitcr aanzienlijke bedragen kosten_ De heer VAN LEEUWEN" wil een afzon derlijk dopartement van onderwijs en ook reorganisatie der gymnasia. Verder bep'eit hij aansluiting van het vakonderwijs bij het- Lager Onderwijs, terwijl ook het herhaling3* onderwijs verbeterd moet worden. De sp.reker breekt hierna zijn rede af Hierna gaat de Kamer over tot In t trekker* der afdeelingen. waarna dc vergadering wordt verdaagd tot Woensdag halfeen BURGERLIJKE STAND. ALK KMA DE B/c< vallen: M J. Dokkcr qcb. .Sfii>il.->Rk, (I. P. at.n Doorort tfeb. Krutreis <1. Aan Asselt gcb. Van XieuwXoojK r A. Janj-rri eeb. Haeomau. z. J. Koek «eb. Loor. z. C. K. Hootcenbcom geb. Van der i'e<T 7. J. Jf. Iïod;- Avijk gcb. rioogcbocm d. Stra.-ithof jreb. Ko- blenzAvrij d. J. dc Graaf ce'u. Donker, d Overleden: Johanna a. Ut cl;. van O. v. Kliek 73 j. II van Wicringen avciI. J. 'Ie Wit 49 j. - J. G. a'.«n dc-r Meer z. m. Maria C. Termeolen. 3 m.~ Ondertrouwd: J. Plasmeijcr jui 22 J. en A. v. d. Wereld, jd. 2fi j. A. J v. d. Zwct jni. 26 J. ca G. Huiffsloot jd. 25 j. G Koek jm ?5 J. cn Tb a'. d. Zwel jd 22 j. J. IV. Jansen jni. 11 J. en IC Deters Jd. 27 j. J. F. Pouav Jin 2"> J cn J. EIsl- u'cest Jd. 23 J. Tir. L. van drr Hoom jm. 25 j. cn 1'. J. Aan der Meer ld. 22. j. Tli. van Kliuk jm. ?3 J. on P. v. Gerven jd. 27 j. A. 1'ouw jm. 28 J. en ■T. C. van Zeijl jd. 21 j. If. van dc-r Voet. \vcd. v. M. den Hollander 33 J. en W. van der Voort jd. 31J. II ILL KG OM. Ondcrlrauwil- P. D. van Mourik cn C. M Schollen N. P Weijers on M. C. Prins. G e 1 r o u av d: J. M. Janssen en II. M. Pors. C. M. I-'aasse en M. Vermeer. B r a 1 1 c n: G- Q. Lcbn :n j»nb. Mc-Ijboom. d. M. I". de Groot gtb. Oud. d. M. A. Verbeek geb. Van Kuiten. 2 7. O o r 1 e d e n: L. Warmer larv-l mr.rl. at. A. van Mannen. 59 J. cchtg. Aar. .t. Mus. KATWIJK. Geboren: Jan Hugo z. van J. v. d. Perk en A, de Wit. Anna. d. van J Ba ril ber gen en a. a. d Perk. Vrir. 7. van FT. O verduin en L. van der Ecde. Jnmbn. d. van J. Hork en G. van der Pent. Coroelis van 7. Ouwe-hand on A. van Rijn —.Cornelia, d. van J Sij> en F. Kuijl. Correiis. 7.. van J. Meijvogel en A. Aan Leeuwen. Teunisjc. d. van M. de Jong en .T. Kuijt. Teunis, z. van W. van Duijn ea J. den Ueijer. O a-o ried en: H. Messcmaker. 5 m. d. van J. en K. van Dijk. A. van der Perk, 22 j. cclilg. van J. Boalbcrgcn. Ondertrouwd: J. Keur'jm er. A. Guyl id. C. v. d. Plas Jm. cn A. v. d. Plas Jd. SASSENIIEIM. Geboren: Maria Johanna, d. v. O. Vcrdegaal en C. v. d. l'lngl. Johanna Maria, d. van L v d. Voort en F. Heemskerk. Johanna, d. A'an A. v. d. Burg cn H. P. Brama. Agatha Pc tronëlla, d. van Th. C. 'Hortvcld cn H. W. Coe- nen. Ondertrouwd: V. J. Rulgrok 25 J. etl F.. A'. d. Ploeg 26 J. Qvcrlcdon: Johannes, z v.ui Joh. Molenaar cn G. TI. Welling. G. v. d. Ifcide-Snijders 44 J. A. Stapborst-v. Schip 59 J. VOORSCHOTEL Overleden: Pleuntje SpIJ kcr. wed. J. Verhoog, 66 J. WARMOND. Ondertrouwd: J. Plasmeyer 22 J. en A. van der Wereld TtJ J. Geboren: Johannes Thcodorus 7. van W. van Winson en J. v. d. Konland. Adri.mus Hnber- tus, z. van A. Verhaar en A. C. v. d. Hoi-st. AdrianUs Jacobus, z. van J. v. Tongeren en A. Sehakenbos. Overleden: Arnoldus Sikklng, 63 J. gch. met M. van SehooteD. Mevr. B., te Leiden. Y'oor het prepa reeren van fazantenvlerken en -koppen be gint men met- (lc huidzijde zorgvuldig van vleesch en bloeddeeltjes te ontdoen. Daarna legt men er een dikke laag poeder op, be staande uit twee loodsalmoniak, een lood ge brande aluin, een lood tabakasch en. een drachme aloë, te zamen vermengd en fijnge wreven. Na een dag verwijderen. Hierna de veeren opstrijken met eerzuchten borstel. Huismoeder. Het vleesch is tegen woordig te duur en te kostbaar om er niet zeer voorzichtig mee om te gaan. Het ver dient daarom aanbeveling om voor het in zouten een deskundig man in den arm to nemen. Eenige weken kunt u het vleesch wei in rauvren toestand bewaren door het in een steenen pot te lergen, overdekt, met doek, welken men met een dikke laag bedekt Daarover heen legt men nog een papier, waarover een laasrje houtskoolpoeder. Moet het vleesch langer mee, dan gaat men het pekelen. Voor het inzouten ge- bruike men iets meer dan dfe dubbele hoe veelheid als bij versch gebruik genomen wordt. Dit aldus gepekelde vleesch wordt in kleine vaatjes gelegd. Na vulling wordt licfc vaatje gesloten en. dichtgesmeerd (met pek bijv.) Men zet het daarna onderstboven in den kelder of op een andere koele plaats. Men neemt voor in?outon bij voorkeur vleesch van jonge koeien, daar door deze be werking het vleesch altijd minder mal ch wordt. Vleesch ven ondc kr-ïen wordt dan allicht taai. N. N., te Leiderdorp, Een definitieve datum is nog niet bekendvermoedelijk komt het tweede gedeelte vesting-artillerie eerst in October onclei» do wapenen. voelde. Hij had gotrachfc zijn laatste schot af to vuren cn dat was hom mislukt. Hij besefte, niet voor de eerste maal dat Adcla even wcerspannïg kon zijn als haar vader. Heb was beat mogelijk, dat Bardell haar alles had verteld, in welk geval zijn spel uit was, voor zoover het Adela betrof. Hij zou haar kunnen straffen door haar vader te sfraffea. Ja} clat zon hij kunnen doen. Die laatste voldoening bleef hem over. Alleen Jasper was in den grond een lafaard. Hij wenscht e Bardell t© treffen en terzelfder tijd zou liij gaarne Adela getroffen hebben maar het denkbeeld lokte hem niet aan op zijn beurt getroffen, te worden. Hij had do wet op de-n laster er op na gekeken had verschillende informatie® om trent cle working daarvan ingewonnen en Bardell's kans was glad verkeken. Maar als hij het geval voor een gerechtehof bracht, zouden vele zaken aan hot licht komen, die hij liever geheim wilde houden. Zijn eigen loven was niet zoo vlekkeloos, dat hij het kon wagen de risico te loopen, dat een. aantal ihurk&ehtig© advocaten daarin roerden. Iemand, die zijn buurman van verkeerclo handelingen beschuldigt, moot ~7elf auivcr zijn. Bardell wachtte, weck na weck op het vallen van den slag en was benieuwd wat Jaspers hand tegenhield1. Dat hij door een gevoel van medelijden of barmhartigheid werd weerhouden, geloofde hij geen oogen- blik. Waarom sloeg hij dus niet too? Toen er verschokten weken waren ver streken, begon hij de waarheid t-e bevroe den. Hij trachtte zichzelf in Jasper's plaats to stellen trachtte de zaait uit Jasper's oocnunfc te beschouwen Hij rees op een avond uit zijn stoel op en legde zijn pijp neer. Een droeve glim lach zweefde om zijn mondhoeken en een rhepo zucht ontsnapt© aan zijn lippen. Barmhartigheid hield Jaspers hand niet tegenmaar vrees. Hij kon wel blaffen, maar was bang to© te bijten. Aldus maakt het geweten ons allen tot 'aards. Daarop ging hij wekenlang in een zeer reine gemoedsstemming naar en van zijn kantoor. Hij was niet langer bang voor Jasper, maar hij kon toch niet geheel aan het verleden ontkomen. Hij kon berouw hebben hij had dan ook oprecht en nede rig berouw gehad, maar berouw kon geen knoop losmaken, of een woord, dat hij had neergeschreven, uitwisschen. Het heden behoorde hem echter toe en dat moest hij zoo goed mogelijk besteden. Hij had, ofschoon laat, zijn les in zijn loven, geleerd en had een zware boet© be taald hoe zwaar, dat wist niemand dan hij zelf cn God, maar hij zou tot het oind van zijn leven met dat betalen doorgaan. Maar dat kwam er niet op aan. Een beter© dag brak aan. De toekomst was vol beloften. Hij zag uitgestrekte velden, waarop hij zich nuttig zou kunnen maken. Hij kon zijn mede menschen van dienst we zen. Zijn stille avonden boden gelegenheid tot lange gesprekken met Adela. Zij voel de, dat zij hem nu pas begon t© begrijpen. Zij was vroeger een beetje bang voor hem geweesthij had 7.00 hardvochtig geschenen en onsympathiek. Zij was er niet zoker van. of zij veranderd was dan wel hij. Misschien waven zij heiden veranderd. Hoe het zii. de wereld scheen helderder. Uit het verdriet-, het lijden en de verwarring de? laatst© paar jaren was een duidelijker begrip van leven ©n plicht ontstaan. Zij had een groot verlies geleden en het. besef van clat verlies nam eer mettertijd toe dan dat het verminderde, maar zij had zich voorgenomen haar blijmoedig leven daardoor niet t© laten verduisteren. Al was het beste haar ontzegd, zoo was er toch nog wei zooveel, overgebleven, dat het on dankbaar zou wezen, aLs zij het niet vol erkentelijkheid aannam. Zij had haar minnaar verloren, maar zij had haar vader gevonden, cn wat nog op merkelijker was, haar vader had zichzelf govoRcten. Deze waarheid drong zich steeds meer aan haar .op naar gelang de weken voorbijgingen. En op het eind van het jaar wist niet alléén zij, maar ieder ander, met wicn Bardell in aanraking kwam, dat hij veranderd was. Saunders zijn boekhouder, was wellicht do eerste, die het opmerkte. Bardell was er veel meer op gesteld, dat, zijn handelingen eerlijk waren dan dat zijn winst groot was. Lat-cr bemerkten de buren de verande ring op. Zijn predikant merkte die op. Het bestuur van het plaatselijk ziekenhuis on dervond het, verschillende maatschappe lijke cn philanthropische ondernemingen ondervonden het. Zijn dienstpersoneel ondervond het-. Jan© was do laatste, d':o het opmerkte, en toen zij niet langer haar oogen voor het feit kon sluiten, trok zij minachtend haar neus op en verklaarde Adela, dat hun vader op zijn ouden dag zachtmoedig werd. OVordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1918 | | pagina 5