No- 17759.
LESDSCH DAGBLAD Zaterdag 19 Januari
Derde Blad Anno 1918.
Beschikbaarstelling van levens
middelen.
BUITENLAND,
Bij de Tweede Kamer is thans ingekomen
de uitvoerige Memorie van Antwoord van
den minister van Landbouw, Nijverheid en
Handel, nopens het voorstel tot verhooging
zgner begrootingen voor 1017 en 1918 be
treffende de beschikbaarstelling van levens
middelen.
Alvorens over te gaan tot de beantwoor
ding der gemaakte opmerkingen, deelt de
minister mede, dat z\jn antwoord is vertraagd
tengevolge van een onderhoud met de Com
missie Min Rapporteurs, dat eerst den 17en
December kon plaals hebben.
koorts verklaart de minister in antwoord
op een opmerking van den heer Marchant
in de Kamervergadering van 12 December,
•lat hü bereid is aan oen commissie uit de
Kamer alles voor te leggen, omdat in hei
arisisbeheer niets valt te verbergen. Blijkt
de Kamer de voorkeur te geven vn eeu par
lementaire enquête-commiss.-.*, *-v.h zonder
dat door haar instelling van eeng wantrou
wen in het gevoerde Lol*/, n blijken,
dan heeft de minister oor curtege.-i geen
bezwaar, en zal samenwerking met deze com
missie hem hoogst aangenaam zgn.
Opgaven omtrent de voorraden.
Na uiteengezet te hebben door welke oor
zaken de wetsontwerpen niet eerder konden
worden ingediend, gaat de minister over
tot een in het Voorloopig Verslag gevraag
de opgave der voorraden van die voedings
middelen, welke de regeering door vorde
ring onder directe betrouwbare controle
heeft, zoodat voor deze gegevens verantwoor
delijkheid kan worden aanvaard, te weten,
graan, rjjst, peulvruchten, veevoeder en aard
appelen.
Graan en rgst.
Wat de granen betreft, voor menschelijke
voeding geschikt, wordt vermeld, dat de
voorraden aan buitenlandsch graan op 1
Januari 1918 waren als volgt:
Tarwe
Meel
Ma is
77.8S9.000 KG.
14.754.0<;0 KG.
4.000.000 K.G.
Totaal 96.643.000 KG.
Voor broodvoeding komen van onzen eigen
oogst alleen in aanmerking tarwe en-rogge.
Van deze zullen naar raming verkrogen wor-
ifcn dez-elfde hoeveelheid als van den oogst
1916' verkregen zijn, t w. 70.000.000 KG.
tarwe en 120.000.000 K.G. rogge; hierbjj
is er rekening mede gehoudeu, dat 10 pCt.
ran den oqgst gereserveerd moet blijven
voor zaaizaad en dat trots vordering, u tge-
breide controle en in uitzicht gestelde stren
ge straffen steels zekere hoeveel', elen wor
den achtergehouden, hetzij voor eigen ge
bruik, hetzjj voor voedering aan het vee.
Van de bovengenoemde hoeveelheden van
den inlandschen oogst 1917 zijn op 1 Januari
1918 aan de regeering geleverd en verbruikt
23.500.000 KG. tarwe en 8 000 000 K.G.
rogge, zoodat nog te wachten zjjn 46.500.000
KG. tarwe en 40.000.000 KG. rogge. In to
taal zullen we dus, te rekenen van I Januari
1918 af, aan broodkoren kunnen beschikken
over 183.143.000 K.G. Voor de broodvoe
ding van (Je burgerlijke en militaire bevol
king zijn bij cle tegenwoordige rantsoenee
ring voor drie broodkaarttsjvakken 33
dagen noodig circa 50.000.000 K.G. De
aanwezige voorraad (96.643.000 KG.) is du3
niet voldeenac om de broodvoorziening vol
gens het huidige rantsoen voort te zetten
tot 1 Maart .k., wanneer voor de bereiding j
van het brood u'.ts uitend graan gebaz'gd
wordt, zooa.3 feite ijk b?hoo.de; re ent ra n
de hoeveelheden tarwe en rogge, die neg te j
wachten zijn, mede, dan is de broodvocding
volgens de aangegeven wijze s'echts tot het
laatst van April gedekc.
Doordien voor de bereiding van brood niet
alleen graan, doch ook aardappelmeel worden
gebezigd, is het mogelijk de broodvoorzie
ning langer te doen strekken dan hier vore»
is aangegeven. Op 1 Januari 191S kon be
schikt worden over 30.000.000 K.G. aard
appelmeel; deze stellen in staal de brood
voorziening tot omstreeks ha f Mei voort te
zetten; verder dan tot ö:zea termgn is de
voorziening-niet verzekerd.
B1 git aanvoer van buitenlandsch graan
achterwege, dan zal het bijgevolg nnodig zijn
het broodrantsoen ophieuw in te krimpen,
indien wij den nieuv.en oogst willen halen.
De minister schrijfr, dat Lij na het voor
gaande nauwelijks behoeft te zeggen, hoezeer
het vraagstuk der broodvoorziening dagelijks
zjjn volle zorg heefc.
Aan rjjst is nog aanwezig 325.000 balen
100 KG., waarvan 230.000 balen voor de
Intendance. Nog steeds zijn niet van alle
burgemeesters opgaven ontvangen vau de in
hun gemeenten aanwezige voorraden aard
appelen. Op 10 Januari .jl. moes.cn nog om
trent een 50-tal gemeenten gegevens inko
men.
Veevoeder.
Wat de overige granen, gerst en haver
aangaat, die hoofdzakelijk ovoor veevoeder
dienen, al worden de daartoe ge:c' ikts par
tijen ook gebezigd voor menschelijke voe
ding (gort en liavennout) kan worden mede
gedeeld, dat hiervan aauwezig waren op 1
Januari 191S aan bnitenlandsche gerst en
haver resp. 3.720.000 K.G. en 4.759.C00
KG., terwijl in eigen land vermoedelijk ver
bouwd zjjn aan gerst 40.000.000 K.G. èn
aan haver 242.000.000 K.G. Van de hier
genoemde hoeveelheden komen niet vco: al
gemeen gebruik beschikbaar 10 pCzaai
goed, benevens de aan de verbouwers voor
ue voedering van den eigen veestapel gela
ten partijen. Hoeveel dit laatste bedraagt,
is nog niet door de veevoeder-bureaffe «op
gegeven: naar schatting bedraagt zuiks circa
25o.()00.000 K.G., waarbg inbegrepen zijn de
voUiijoonen, van. welke ten onzent circa
o-ikyXXOOO K.G. verbouwd rijn.
.van he%een beschikbaar komt, zal de in-
terriancx céa belangrijke hoeveelheid ont
vang ai, terwijl de'reet wordt gebruikt voor
jgv,r c-, havermout- en gistfabrica^ra. en deels
to-^4- ddjEeevoéderdistobutiöb
Gelqk uit het voorgaande valt af te leiden,
zjjn de beschikbaar komende hoeveelheden op
verre na niet voldoende Yoor de behoeft?. Per
jaar toch is voor de gort- en gistfabricage
noodig ten minste 50.000.000 K.G. gerst;
voor de havermoutfabricage ten minste
15.000.000 K.G. haver; de gist- en koek-
fabricage behoeven verder 30.000.000 KG.
rogge, terwgl voor de voedering van be-
drijfspaarden bij een behoorlijk rantsoen
maandelijks c.a. 15.000.000 K.G. haver ver-
eischt worden.
Een en ander ^verklaart, waarom wegens t
gebrek aan veevoeder sedert geruimen tijd
voor varkens, jong hoornvee en landbouw-
paarden geen veevoeder gedistribueerd wordt
en ook voor pluimvee niet dan uiterst karige
hoeveelheden verstrekt zijn geworden.
Wat ander veevoeder (lijnkoeken en ver
dere krachvvoeeierkoeken) aangaat, kan wor
den medegedeeld, dat de voorraden daarvan
een voortgezette distributie op zeer matige
schaal tot de a.s. weiperiode mogelijk doen
achten. Op de basis der laatste distributie
worden in de klei- en weïdestreken maande
lijks 10 KG. en in de zaadstreken 15 KG.
per koe verstrekt; een en ander vereischt
per piaand c.a. 12.009.000 K.G.
Op 1 Januari 1918 waren aanwezig aan
Amerikaansche lijnkoeken 36,444,000 K.G.
en aan andere krachtvoeder koeken onder
T. O. T. verband 15,000,000 K.G., terwijl
van de aan do regeering geleverde inlancl-
sche oliezaden vermoedelijk c.a. 8,000,000
K.G. koeken zullen kunnen geslagen wor
den, zoodat in totaal beschikbaar is of zal
komen c.a. 60,000,000 K.G.
Wanneer deze hoeveelheid vervoederd is
volgons het huidige rantsoen, is de weide-
periode voor het vee aangebroken.
Peulvruchten.
De peulvruchtenoogst maakt hot moge
lijk bij behoud van een matig rantsoen do
voorziening tot den aanstaanden oogst te
doen geschieden. Het aanvankelijke vast
gestelde rantsoen ten bedrage van 1 K.G.
per 4 weken en per hoofd vereischt in elke
vierwekelijksche periode 6,500,000 kilogram
erwten cn boonen, hetgeen in verband met
de slechte kwaliteit van de erwten, waaruit
een belangrijk peroontago moet worden
geschoond, te hoog bleek. Derhalve is voor
hot derde tijdvak het rantsoen gehalveerd,
hetgeen misschien voor een cler volgende
tijdvakken nogmaals zal moeten geschie
den. Do geraamde opbrengst bedraagt van
stamboonen 30,000.000 K.G. (hierbij zijn
niet inbegrepen z.g, veldbeonen) en van
erwten 56,000,000 K.G. waarin is begrepen
c.a, 10 pOt. zaaigoed en do hoeveelheden,
wolko voor menschel ijk verbruik ongeschikt
zijn en uitgeschoond moeten worden.
Aan rijst zijn nog aanwezig c.a. 825,000
balen ad 100 K.G., waarvan 230,000 balen
voor de intondanoe.
Aardappelen.
Nog steeds zijn niet van alle burgemees
ters opgaven ontvangen van de in hun ge
meente aanwezige voorraden aardappelen
op 10 Januari j.l. moesten nog omtrent een
50-tal gemeenten gegevens inkomen.
Volgons de door de burgemeesters ver
strekte cijfers waren op 1 November j.l. in
totaal aanwezig 1,084,512,194 K.G. aard
appelen d.i. c.a. 15,000,000 H:L. In som
mige der verstrekte opgaven waren kriel
en zaaigoed inbegrepen, alsmede de voor
eigen gebruik benoodigdo hoeveelheden.
De minister merkt omtrent deze opgave
op, dat zij hem onbegrijpelijk laag voor
komt. Hij is er van overtuigd, dat zeer vele
verbouwers aanzienlijke kleinere hoeveel
heden hebben vermeld dan zij in werkelijk
heid bezaten. Hij stelt zich voor om door
middel van steekproeven na te gaan, of
zijn overtuiging door dé feiten gestaafd
wordt. N
Intusschen zal zelfs deze zeer kleine voor
raad naar alle waarschijnlijkheid in staat
stellen cle distributie van aardappelen tot
den nieuwen oogst (1 Juli) volgens het, hui
dige rantsoen vol te houden.
Sedert 1 November zijn aan de gemeen
ten geleverd 1Q,000 wagons alsmedb 11,000
wagons voor reserve, terwijl de militairen
tot nu toe pl.m. 1800 wagons hebben ver
bruikt. Tot 1 Juli zullen, naar den maat
staf van 2000 wagons per week, nog benoo-
digd zijn 38 000 wagons (25 weken, vermin
derd met 6 wok-en, waarvoor de reserve-
vooraad cV-ent). terwijl tot meel zijn ver
werkt 30,000 wagons. Dat maakt in totaal
pl.m. 91,000 wagons, zoodat we theoretisch
o-p 1 Juli e.k. nog de beschikking zullen
hebben over .pl.m. 17,000 wagons; welnu,
op 20 Af aart 1917 beschikten we slechts
over 14,500 wagons om den oogst van dat
jaar te halen.
Een en ander samenvattend, valt te con
cluderen, dat hoogst vermoedelijk de
aardappel voorziening tot den nieuwen
oogst, verzekerd is. al zal dan ook een deel
van do witvleerige soorten geconsumeerd
moeten worden. Dit laatste zal niet. noodig
zin, wanneer het in te stellen onderzoek
inderdaad aanwijst, dat de landbouwers
klcinore voorraden opgaveR dan zij in wer
kelijkheid bezitten.
Do voorzieningen.
Mot betrekking tot do vetten en de
grondstoffen daarvoor deelt do minister
medo, dat, al blijft een voorzichtige poli
tiek hier cisch, do be-schikbare cijfers den
indruk w ekken, clat. althans do naaste toe
komst niet met zorg tegemoet gezien be
hoeft to worden.
Wat betreft andere voedingsmiddelen
kan vermeld worden, dat, ofschoon op dit
oogenblik beperking van het melkgebruik
vooral in plaatsen mot stedelijk karakter
noodig is, er geen aanleiding is te vermoe
den, dat er niet voldoende melk zal zijn
in het komende jaar om de normale be
hoefte to dekken.
Hetzelfde geldt ook voor 'de boter- én
kaasproductieverwacht mag zelfs wor
den, dat niet onaanzienlijke hoeveelheden
daarvan zullen kunnen worden uitgevoerd,
in ruil voor hier te lande onmisbare grond
stoffen.
Ook de groentenvoorricning in den ko
menden zomer geeft geen reden tot be
zorg dhc id.
Do su ik or voo m e ui n# is tot na d_en aan
vang cler nieuwe campagne gewaarborgd.
Zeer onbevredigend daarentegen doet do
voorziening met varkensvlcesch zich aan
zien.
De zeer ruime afslachting van runderen in
het afgeloopen najaar (in do sleden met abat
toirs een verliooging van bijna 100 pet. tegen
over 1916) heeft den rundveestapel, met name
dien van jong vee, zeer doen inkrimpen; do
rundveestapel op zich zelf blijft echter ruim
schoots voldoende; het niet beschikbaar zijn van
krachtvoeder zal evenwel leiden tot buitenge-
wg.on hooge prijzen voor slachtrijp vee, zoowel
in dit voorjaar als in de eerste maanden van
den zomer.
Ook de eierenproductic dreigt dit jaar zeer
onbevredigend te zijn; het gplbreken van voe
der heeft een zeer aanzienlijko nog dagelijks
voortdurende afslachting van den pluiiuvccsla-
pel met zich gebracht.
Is er, afgezien van het brood, geen oorzaak
om do eerstvolgende maanden, wat betreft de
voeding, met groote zorg tegemoet te zien, zoo
zij er toch de aandacht op gevestigd, dat bij bet
voortduren van de crisis d9 toestand uiterst
moeilijk dreigt te worden.
De bodem, met betrekking tot welken nu reeds
eenige jaren roofbouw is gepleegd begint meer
en meer blijk te geven, dat de noodige kunst
meststoffen ontbreken En hoezeer ook in vele
streken de aansporing tot scheuren van wei
land bij den landbouw een gewillig oor vindt,
zoo is, mode wijl gescheurd land het eerste jaar
slechts voor een gering gedeelte geschikt is voor
verbouw van voor menschelijk gebiuik bestemd
graan, in geencn deele le verwachten, dat de
productie van broodkoren voldoende zal zijn
voor do behoeften gedurende het volgend oogst
jaar.
Waar ook allengs de voorraden van z.g. aan
vullende voedingsmiddelen uitgeput raken, zal
do bevolking er zich mede vertrouwd moeten
jnaken. dat, zoo niet in de naaste toekomst dan
toch in den volgenden winter buitengewoon
gToote ontberingen te wachten slaan.
Dio ontberingen dreigen, en dat wel binnen
betrekkelijk korten tijd, zich vooral ten aanzien
van tal van producten der nijverheid te doen
gevoelen. Onzo industrieën zijn voor het betrek
ken harer grondstoffen nagenoeg uitsluitend op
het builonland aangewezen en vermits aanvoe
ren uitblijven, is weldra een nijpend gebrek aan
tal van grondstoffen te verwachten, met als ge
volg gedwongen stilstand van verschillende
groepen nijverheidsondememingen.
Aan den wensch van eenige ioden der Kamer
om bij dit antwoord con beknopt overzicht te
mogen ontvangen van do regeering^maatregelen
ter zalm van de productie cn de distributie van
goederen genomen, kan de minister niet vol
doen. De samenstelling van zoodanig overzicht
kan alleen aan deskundige en bekwame ambte
naren worden toevertrouwd, en deze zijn over
hot geheel reeds met andere belangrijke, drin
gende werkzaamheden zoodanig belast, dat van
hen thans niet gevergd kan worden, dat zij een
overzicht als bedoeld in gereedheid kunnen
brengen.
De vleeschvoorziening,.
De minister verklaart dat het niet in de be
doeling ligt in de naaste toekomst rundvlcesch
te distribueeren. Het is nl. zijn voornemen,
zoo mogelijk langs goodkoopcren weg in de be
hoefte aan vleasch te voorzien. Te dien einde
stelt hij zich voor, dat wekelijks aan de vleesch-
fabrieken 1000 varkens van circa 50 KG.
slachtgewicht geleverd zullen worden, het var-
kensvleesch, vermengd met 90 pet. vleesch van
jonge runderen, zal tot een „eenheidsworst"
overeenkomstig met de z.g. PIockworst wor
den verwerkt, die voor distributie in aanmer
king komt.
Het ligt inmiddels in de bedoeling den totaal-
post nog te splitsen in drie onderdeden, één
voor voedingsmiddelen, één voor brandstoffen
en één voor zeep en andere reinigingsmiddelen.
Het beleid van den minister.
Na de noodzakelijkheid betoogd te hebben,
dat hem ten aanzien van de besteding der ge
vraagde gelde de noodige bewegingsvrijheid
wordt verleend en dat gdden, gevoteerd voor
de voorziening van een bepaald artikel, gebe
zigd worden om het tekort te dekken, ontstaan
door de overschrijding van do kosten der dis
tributie op een ander aVlikel, komt de minis
ter tot de bespreking vau de opmerkingen over
zijn beleid.
De minister zal de eerste zijn om te erken
nen, dat indien hij bij zijn optreden had kan
nen voorzien, dat de oorlog jaren zon duren
en de voedselvoorziening zoo slecht zou worden
als zij thans is, vele zijner maatregelen an
ders zouden zijn uitgevallen. Terwijl hij het
verwijt, het geheel niet te overzien, niet kan
aanvaarden, geeft hjj echter jraarne toe, dat
hij de gebeurtenissen niet vooruit kan zien.
Doch wie thans meent, dat het zoo eenvoudig
is om in deze tijden rekening te houden met
komende geheel onzekere gebeurtenissen, die
Irachte slecht? een beeld te ontwerpen van de
voedselvoorziening over één jaar. Het zal hem
blijken, dat het blijft een raden en tasten,
waarbij voor de ecne mogelijkheid even goede
argumenten zijn aan te voeren als voor de
andere, die er lijnrecht tegenover staat.
Voorts bespreekt do minister de mcenïng dot
zijn economische opvattingen leiden tot een zoo
min mogelijk ingrijpen en een zooveel mogelijk
ieder op zijn plaats laten, waardoor het tempo
van zijn optreden wordt vertraagd, wat weer
tot gevolg heeft, dat, wanneer eindelijk tot het
stellen van maximumprijzen wordt overgegaan,
deze in menig geval naar de speculatieprijzen
worden geregeld.
Een minister voor crisisaan-
g el e genheden.
Wat het in het.leven roepen van een af
zonderlek departement voor d? levc-nsmidde-
lenvoorziening betreft» wordt medegedeeld,
dat de Raad van Ministers op 10 December
j.l. besloten heeft de instelling van een
Crisis-ministerie te bevorderen. Tot heden
(17 Januari) is het echter niet mogen geluk
ken een daartoe ^geschikt geacht persoon
bereid te vinden aan het hoofd van een der
gelijk ministerie op te treden.
De minister heeft voor zich persoonlijk
tegen hot in het leven roepen van zoodanig^
departement niet het minste bezwaar.
Organisatie der regeeringszorg.
Behalve het beleid des ministers gaf ook
de organisatie der regeeringszorg aaulri.iiag
tot beschouwingen.
De opmerkingen hieromtrent betreffen dé
taak van de Commissie van Bgstand in ver
band met onderhandelingen niet het buiten-
Jand, de oprichting der afdeeiing Crisisza-
ken, liet zitting 'hebben van belanghebben
den in commissies, welke de regeering ter
zijde staan, en achterstand in de admjiiistrar
tie van het Rijksgraanbureau.
Met betrekking tot het eerste punt merkt
de minister op» dat do meening, a:s zou de
Ccmmisrio van Bijstand op den gang van za
ken een allëS beheer^chon Jen invloed uitoe
fenen en zij o.m. voortdurend belast zjjh
worden met de onderliandelingen met het
buitenland, niet juist is. Slechts over de
vraagstukken omtrent voorziening in het bo
nenland s'.rekt zich haar bemoei, nis uit. Dat
j zü desniettegenstaande in één geval betast
1 is geweest met onderhandelingen met het
buitenland, is intusscben juist; zulks ge
schiedde, omdat het op dat oogenblik nood
zakelijk was.
Evcn neele verdere onderhandeln/cn o er
'den uitvoer zullen geschieden door d? direc
tie der Nederlandscho Uitvoer maatschappij,
die harerzijds in zake de vraag, in hoeverre
de binnenlandsche voorziening den uitvoer
toelaat, zich zal hebben te verstaan met de
afdeeiing Crisiszaken, aan welker hoofd de
Commisrie van Bijstand stiat;
Wat betreft: de oprichting der afdeeiing
Crisiszaken, deelt de minister mede, dat hier
toe in Juli j.l. door hem besloten werd, eener-
zijds met het doel om afdeelingen, welke tot
dusver met de behandeling va a crisisaange-
legenheden waren belast, in staat te steken
zich weder geheel te kunnen wijden aan haar
normale taak, anderzijds om meer direct
verband en systeem te brengen in de behan
deling der velerlei crisïsquaeslies en die be
handeling zooveel mogelijk te bespoedigen.
De leiding der nieuwe afdeeiing werd opge
dragen aan de commissie van bijstand, daar
haar leden met de voorkomende vraagstukken
zich in hun hoedanigheid van lid der com
missie reeds vertrouwd hadden gemaakt en
zoodoende als van zelf als leiders waren aan
gewezen. -
Over het zitting hebben van belangheb
benden in commissies, che der re-geering ter
zijde staan, deelt de minister mede, dat liij
geheel instemt met dio leden, welke van
oordeel zijn, dat. do bekwame man van za
ken, die in do commissie van bijstand zit
ting heeft, door zijn van een bijzonder juis-
t-en blik op zaken en menschen getuigende
adviezen en bemoeiingen den Staat groote
chenst-en heeft bewezen.
Wat betreft don achterstand in de admi
nistratie van het Rijksgraanbureau en het
in verband daa-rmecfe nog niet vereffend
zijn van do raeedrekeningen aan de ge
meentebesturen over Januari 1917, schrijft
de min., dat deze meelverrekemngon ge
schieden door het Rijks Centraal Admi
nistratiekantoor voor de Distributie van
Levensmiddelen, dat daartoe drie-maande
lijks de gegevens van het ltijksgraanburcau
ontvangt. De gegevens betreffende de eer
ste twee kwartalen van 1917 zijn verstrekt,
terwijl n>et die van het derde kwartaal 1917
eon aanvang is gemaakt.
De levensmiddelen-
voorziening.
Do minister kan niet toegeven, dat distri
butie op den voorgestelden voet verspilling
in do hand werkt. Dat seha-arschte on
duurte der reddingsmiddelen beperking
van het. gebruik noodzakelijk maken, is een
zoo vanzelfsprekend iets, dat daarop toch
nog niet. eens uitdrukkelijk in een staats
stuk de aandacht gevestigd behoeft te wor
den. Wie op do noodzakelijkheid van zui
nigheid te betrachten gewezen moet- wor
den, is het publiek, en de minister is van
meening, dat hij in deze in het vervullen
van rijn plicht niet te kort. is geschoten.
De minister wil toegeven, dat ten onzent
geen ondervoeding, althans niet van be tee
kenis, a-anwerig is, maar hij voegt, daaraan
dadelijk toe, dat er zooveel mogelijk voor
gehaakt moet wordendat- het zoo rer ook
niet. komt. Juist om dit doel a-cht hij be
houd en zelfs uitbreiding der distributie
als voorgesteld noodig, en hij meent t-cn
zeerste te mogen betwijfelen, dat de alge-
meene welvaart van die-n aard is, dat ver
strekking van goederen benedien kostprijs
niet meer noodig zou zijn. Voor zoover cle
arbeiders normale uren werken, is het
zclfe de vraag of de stijging van den loon-
standaard wel gelijken tred houdt- met- dien
van het levensonderhoud. Yoor de
werkloozen zou echter de toestand zonder
beschikbaarstelling van levensmiddelen be
neden den kostprijs onhoudbaar worden en
wat de werkloosheid aangaat-, laat de toe
komst zich verre van rooskleurig aanzien.
Ook op het platteland staat verandering
in minder gunstigen zin voor de deur
allereerst voelen ook daar de ambachtslie
den meer en meer liét tekort aan allerlei
materiaal, zoodat het tot inkrimping van
werkzaamheden moet komen. De nering
doenden doorloven er moeilijke tijden,
eveneens in verband met tekort aan waren.
Becde groepen maken op do dorpen een be
langrijk percentage der bevolking rut.
Do in het voorloopig verslag gegeven
voorstelling, dat steun van overheidswege
slechts voor een betrekkelijk kleinen kring
der bevolking noodig zijn zou, kan cle minis
ter dan ook niet als juist aanvaarden.
De feiten, zooals die zich voordeven, en
zich in c*ö toekomst, vermoedelijk zullen
voordoen, geven hem aanleiding met allen
klem to blijven aandringen op het hand
haven van hot stelsel van beschikbaars tel
ling, voor zoover ebt noodig is tot behoud
van de volkskracht.
De vraag, wat andere neutrale landen
voor de volksvoeding uitgeven, heeft in dit
verband weinig rin, tenzij men tegelijk ook
voldoende gegevens heeft over de economi-
schcn toesta-ncl aldaar in het algemeen.
Intussclien is de minister bereid nog
maals nauwkeurig na te gaan, in hoeverre
de kosten van distributie door inclivichiaii-
6eerisg of groepeering kunnen worden be
perkt. Hij stelt zich voor, het- onderzoek
dezer vraag op te dragen aan een commis
sie, diio hem binnen korten termijn van ad
vies zal hebben te dienen.
Do minister beantwoordt vervolgen? do
bezwaren van de leden, dio meenden dat do
ingxidiendo voorstellen niet ver genoeg zijn
I gegaan, om daarna nog eenige speciale
punten te bespreken.
Hierb'j behandelt cle minister o.a, de
cfuaestio, clat door cle veranderde wijze van
boeking van hetgeen door export wordt
verkregen, het 1/10 der kenden, komende
ten laste van clo gemeenten, ecu verhooging
zal ondergaan. Do minister is hierdoor
evenwel nieb in zijn meening veranderd
ten aanzien van do vraag, of die kosten al
dan niet ten lasbo der gemeenten moeten
blijven. Hij wijst er op, dat naar zijn mee
ning de grootst mogelijke zuinigheid ook
in verzoeken om meer artikelen ingevolge
artikQl 1 dor Distributiewet aan te wijzen
wordt bevorderd door de gemeenten een
geldelijk belang bij de in totaal te besteden
sommen te doen behouden.
Met het verschil in financieele draag
kracht van de gemeenten zal, naar do rai-
nistor meent te mogen aannemen, rijn
ambtgenoot van Financiën rekening houden
bij het bepalen der in uitzicht gestelde uit-
keeringen uit de opbrengst der Oorlogs-
winsfcbelasting.
Do minister behandelt daarna de opmer
kingen omtrent verschillende artikelen.
Daaraan ontleen en wij het volgende om
trent de kosten der
Brandstof fe nvoorziening.
Na rijpe overweging heeft de minister
besloten het door hem voorgenomen st?bel
van navordering en dat van verliooging
boven kostprjjs te laten, varen.
De in de plaats getreden regeling is ge
formuleerd in da circulaire van den direc
teur der Rijkskolendistributie d.<L 21 De
cember j.l.
De minister merkt hierbij op, dat de
kosiprijs, welke voor anthractet op het
oogenblik gemiddeld f5.50 bedraagt, zich
kan wijzigen al naar gelang de verschil
lende factoren, welke op de berekening van
den kostprijs betrekking hebben, z'ch wij
zigen. Een verhooging van dez:n kostprijs
moet derhalve niet onmogelijk geacht wor-
j den. Integendeel, met vrij groote zekerheid
kan de minister reeds nu meedeelen, dat de
i omstandigheden dezen kosiprijs met ingang
van 1 Februari tot f6 zullen doen op-
r loopen. Desniettegenstaande zal dit in geen
geval van invloed zijn op de prijzen, wanr-
tegen de eerste 10 brandstoffeneenhelen ge-
J leverei zulten kunnen worden, welke op de
hierboven genoemde prijzen zullen blijven
j gehandhaafd.
1 Kosten van beschikbaarstelling,
I De wijzigingen in de raming van de kosten
der levensmid leienvoorziering aangebracht,
i geven thans het volgende beeld van de ver-
l moedelijke uitgaven voor de distributie in
1918:
Regeeringsmeel
Regeer ingsbioem.
Kogge j
Rijst b.
Peulvruchten j
Gort 4
Havermout 'f i
Bitekweii
Aardappelen
Groenten (met inbegrip
v. vroege aardappelen)
Melk
Boter
Kaas
Normaal-Margarine
Vleesch en worst
Zeeviseh
Norm. bak- en braadvet
Eieren
Suiker
Zeep
liggelden
foutvracht
verliezen
ren, niet
winsten uit het
graanhediijf
schepen en
even ue-:ls
op brooiko-
gedekt door
Rijks-
40.50j.0 0
9,400.000
12.200.000
12.000 000
2.000. (riO
4.3 Xl.OOO
1.2 .000
1.000 000
27.7 O.OOO
7.8 yÖ.000
18.0 0.0o0
4.2Jb.OOO
IJl 00 0.0
3 i.200 0)0
ai 00.000
17.400.000
4.0..0.0JO-
10.000.000
2:>.ooo.coo
f 210.400.000
Van dit bedrag komt 9'10 of f216.360.000
voor rekening van het Éijk. Overeenkomstig
j het medegedeelde in do memorie van tos-
i lichting woTdt van dit bedrag de helft aan-
gevraagd, dat is f 108.180.000 of afgerond
I f 110.000.000.
Behalve de Ji iervoren genoemde bedra-
gen wordt voor de bracistoffenvoerziening
over het geheele staokseizoen 19171918
j aangevraagd een som van flS.000.000 als
kosten voor de eigenlijke vcorz5en:ng en een
bedrag van f 6.050.000, ter b?kost:ging van
de deelneming van den Staat in het Centraal
Verrekenkantoer voor Brandstoffen vaor de
huiabrandvoorziening. Het totaal v .or der-en
post wordt bijgevolg f'24.050.000 of afge
rond f 24.000.000. De som van f6.050.000
sal hoogstwaarschijnlijk geheel door den
Stent terug worden ontvangen.
Wat de kosten der levensmidde'eavao-:z:e-
ning over 1917 betreft, wordt medegedeeld,
dat volgens voorloopige afrekening van het
Rijks-Centraal-Administratiekantoor voor de
Distributie vnn Levensmiddelen de uitgaven
in totaal hebben bedragen 190.685.610 68'/».
Daar voorts nog 8.5 miljoen gntden voor
'sRijks rekening komen wegens beschikbaar
stelling in natura, komt men tot een totaal
van rond 104 millioen gulden.
In plaats van de aangevraagde 40 millioen
gulden is nu slechts een aanvul'.ingscrediet
benoodigd van 24 millioen gulden.
Bij lïaeszof is de sneltrein naar Wee-
nen in botsing gekomen met den sneltrein
KrakauDemi/erg. Z/ventien personen, en-
der wie zes soldaten, werden gedood en vijf
tig gewond.
Naar uit Lubeclc wordt gemeld, is. ten
gevolge van de sneeuwstormen, het eiland
Febmarn sedert eenige dagen van alle ver
keer verstoken.
liet Hamb. „Frerndenbl.7' verneemt uit
Coldenz: Tengevolge van liet schielijk smel
ten van de gineeuw is de Moezel 3 meter
gewassen. Ook het water in den Rijn is aan
merkelijk gestegen. t J