No- 17759. LESDSCH DAGBLAD Zaterdag 19 Januari Derde Blad Anno 1918. Beschikbaarstelling van levens middelen. BUITENLAND, Bij de Tweede Kamer is thans ingekomen de uitvoerige Memorie van Antwoord van den minister van Landbouw, Nijverheid en Handel, nopens het voorstel tot verhooging zgner begrootingen voor 1017 en 1918 be treffende de beschikbaarstelling van levens middelen. Alvorens over te gaan tot de beantwoor ding der gemaakte opmerkingen, deelt de minister mede, dat z\jn antwoord is vertraagd tengevolge van een onderhoud met de Com missie Min Rapporteurs, dat eerst den 17en December kon plaals hebben. koorts verklaart de minister in antwoord op een opmerking van den heer Marchant in de Kamervergadering van 12 December, •lat hü bereid is aan oen commissie uit de Kamer alles voor te leggen, omdat in hei arisisbeheer niets valt te verbergen. Blijkt de Kamer de voorkeur te geven vn eeu par lementaire enquête-commiss.-.*, *-v.h zonder dat door haar instelling van eeng wantrou wen in het gevoerde Lol*/, n blijken, dan heeft de minister oor curtege.-i geen bezwaar, en zal samenwerking met deze com missie hem hoogst aangenaam zgn. Opgaven omtrent de voorraden. Na uiteengezet te hebben door welke oor zaken de wetsontwerpen niet eerder konden worden ingediend, gaat de minister over tot een in het Voorloopig Verslag gevraag de opgave der voorraden van die voedings middelen, welke de regeering door vorde ring onder directe betrouwbare controle heeft, zoodat voor deze gegevens verantwoor delijkheid kan worden aanvaard, te weten, graan, rjjst, peulvruchten, veevoeder en aard appelen. Graan en rgst. Wat de granen betreft, voor menschelijke voeding geschikt, wordt vermeld, dat de voorraden aan buitenlandsch graan op 1 Januari 1918 waren als volgt: Tarwe Meel Ma is 77.8S9.000 KG. 14.754.0<;0 KG. 4.000.000 K.G. Totaal 96.643.000 KG. Voor broodvoeding komen van onzen eigen oogst alleen in aanmerking tarwe en-rogge. Van deze zullen naar raming verkrogen wor- ifcn dez-elfde hoeveelheid als van den oogst 1916' verkregen zijn, t w. 70.000.000 KG. tarwe en 120.000.000 K.G. rogge; hierbjj is er rekening mede gehoudeu, dat 10 pCt. ran den oqgst gereserveerd moet blijven voor zaaizaad en dat trots vordering, u tge- breide controle en in uitzicht gestelde stren ge straffen steels zekere hoeveel', elen wor den achtergehouden, hetzij voor eigen ge bruik, hetzjj voor voedering aan het vee. Van de bovengenoemde hoeveelheden van den inlandschen oogst 1917 zijn op 1 Januari 1918 aan de regeering geleverd en verbruikt 23.500.000 KG. tarwe en 8 000 000 K.G. rogge, zoodat nog te wachten zjjn 46.500.000 KG. tarwe en 40.000.000 KG. rogge. In to taal zullen we dus, te rekenen van I Januari 1918 af, aan broodkoren kunnen beschikken over 183.143.000 K.G. Voor de broodvoe ding van (Je burgerlijke en militaire bevol king zijn bij cle tegenwoordige rantsoenee ring voor drie broodkaarttsjvakken 33 dagen noodig circa 50.000.000 K.G. De aanwezige voorraad (96.643.000 KG.) is du3 niet voldeenac om de broodvoorziening vol gens het huidige rantsoen voort te zetten tot 1 Maart .k., wanneer voor de bereiding j van het brood u'.ts uitend graan gebaz'gd wordt, zooa.3 feite ijk b?hoo.de; re ent ra n de hoeveelheden tarwe en rogge, die neg te j wachten zijn, mede, dan is de broodvocding volgens de aangegeven wijze s'echts tot het laatst van April gedekc. Doordien voor de bereiding van brood niet alleen graan, doch ook aardappelmeel worden gebezigd, is het mogelijk de broodvoorzie ning langer te doen strekken dan hier vore» is aangegeven. Op 1 Januari 191S kon be schikt worden over 30.000.000 K.G. aard appelmeel; deze stellen in staal de brood voorziening tot omstreeks ha f Mei voort te zetten; verder dan tot ö:zea termgn is de voorziening-niet verzekerd. B1 git aanvoer van buitenlandsch graan achterwege, dan zal het bijgevolg nnodig zijn het broodrantsoen ophieuw in te krimpen, indien wij den nieuv.en oogst willen halen. De minister schrijfr, dat Lij na het voor gaande nauwelijks behoeft te zeggen, hoezeer het vraagstuk der broodvoorziening dagelijks zjjn volle zorg heefc. Aan rjjst is nog aanwezig 325.000 balen 100 KG., waarvan 230.000 balen voor de Intendance. Nog steeds zijn niet van alle burgemeesters opgaven ontvangen vau de in hun gemeenten aanwezige voorraden aard appelen. Op 10 Januari .jl. moes.cn nog om trent een 50-tal gemeenten gegevens inko men. Veevoeder. Wat de overige granen, gerst en haver aangaat, die hoofdzakelijk ovoor veevoeder dienen, al worden de daartoe ge:c' ikts par tijen ook gebezigd voor menschelijke voe ding (gort en liavennout) kan worden mede gedeeld, dat hiervan aauwezig waren op 1 Januari 191S aan bnitenlandsche gerst en haver resp. 3.720.000 K.G. en 4.759.C00 KG., terwijl in eigen land vermoedelijk ver bouwd zjjn aan gerst 40.000.000 K.G. èn aan haver 242.000.000 K.G. Van de hier genoemde hoeveelheden komen niet vco: al gemeen gebruik beschikbaar 10 pCzaai goed, benevens de aan de verbouwers voor ue voedering van den eigen veestapel gela ten partijen. Hoeveel dit laatste bedraagt, is nog niet door de veevoeder-bureaffe «op gegeven: naar schatting bedraagt zuiks circa 25o.()00.000 K.G., waarbg inbegrepen zijn de voUiijoonen, van. welke ten onzent circa o-ikyXXOOO K.G. verbouwd rijn. .van he%een beschikbaar komt, zal de in- terriancx céa belangrijke hoeveelheid ont vang ai, terwijl de'reet wordt gebruikt voor jgv,r c-, havermout- en gistfabrica^ra. en deels to-^4- ddjEeevoéderdistobutiöb Gelqk uit het voorgaande valt af te leiden, zjjn de beschikbaar komende hoeveelheden op verre na niet voldoende Yoor de behoeft?. Per jaar toch is voor de gort- en gistfabricage noodig ten minste 50.000.000 K.G. gerst; voor de havermoutfabricage ten minste 15.000.000 K.G. haver; de gist- en koek- fabricage behoeven verder 30.000.000 KG. rogge, terwgl voor de voedering van be- drijfspaarden bij een behoorlijk rantsoen maandelijks c.a. 15.000.000 K.G. haver ver- eischt worden. Een en ander ^verklaart, waarom wegens t gebrek aan veevoeder sedert geruimen tijd voor varkens, jong hoornvee en landbouw- paarden geen veevoeder gedistribueerd wordt en ook voor pluimvee niet dan uiterst karige hoeveelheden verstrekt zijn geworden. Wat ander veevoeder (lijnkoeken en ver dere krachvvoeeierkoeken) aangaat, kan wor den medegedeeld, dat de voorraden daarvan een voortgezette distributie op zeer matige schaal tot de a.s. weiperiode mogelijk doen achten. Op de basis der laatste distributie worden in de klei- en weïdestreken maande lijks 10 KG. en in de zaadstreken 15 KG. per koe verstrekt; een en ander vereischt per piaand c.a. 12.009.000 K.G. Op 1 Januari 1918 waren aanwezig aan Amerikaansche lijnkoeken 36,444,000 K.G. en aan andere krachtvoeder koeken onder T. O. T. verband 15,000,000 K.G., terwijl van de aan do regeering geleverde inlancl- sche oliezaden vermoedelijk c.a. 8,000,000 K.G. koeken zullen kunnen geslagen wor den, zoodat in totaal beschikbaar is of zal komen c.a. 60,000,000 K.G. Wanneer deze hoeveelheid vervoederd is volgons het huidige rantsoen, is de weide- periode voor het vee aangebroken. Peulvruchten. De peulvruchtenoogst maakt hot moge lijk bij behoud van een matig rantsoen do voorziening tot den aanstaanden oogst te doen geschieden. Het aanvankelijke vast gestelde rantsoen ten bedrage van 1 K.G. per 4 weken en per hoofd vereischt in elke vierwekelijksche periode 6,500,000 kilogram erwten cn boonen, hetgeen in verband met de slechte kwaliteit van de erwten, waaruit een belangrijk peroontago moet worden geschoond, te hoog bleek. Derhalve is voor hot derde tijdvak het rantsoen gehalveerd, hetgeen misschien voor een cler volgende tijdvakken nogmaals zal moeten geschie den. Do geraamde opbrengst bedraagt van stamboonen 30,000.000 K.G. (hierbij zijn niet inbegrepen z.g, veldbeonen) en van erwten 56,000,000 K.G. waarin is begrepen c.a, 10 pOt. zaaigoed en do hoeveelheden, wolko voor menschel ijk verbruik ongeschikt zijn en uitgeschoond moeten worden. Aan rijst zijn nog aanwezig c.a. 825,000 balen ad 100 K.G., waarvan 230,000 balen voor de intondanoe. Aardappelen. Nog steeds zijn niet van alle burgemees ters opgaven ontvangen van de in hun ge meente aanwezige voorraden aardappelen op 10 Januari j.l. moesten nog omtrent een 50-tal gemeenten gegevens inkomen. Volgons de door de burgemeesters ver strekte cijfers waren op 1 November j.l. in totaal aanwezig 1,084,512,194 K.G. aard appelen d.i. c.a. 15,000,000 H:L. In som mige der verstrekte opgaven waren kriel en zaaigoed inbegrepen, alsmede de voor eigen gebruik benoodigdo hoeveelheden. De minister merkt omtrent deze opgave op, dat zij hem onbegrijpelijk laag voor komt. Hij is er van overtuigd, dat zeer vele verbouwers aanzienlijke kleinere hoeveel heden hebben vermeld dan zij in werkelijk heid bezaten. Hij stelt zich voor om door middel van steekproeven na te gaan, of zijn overtuiging door dé feiten gestaafd wordt. N Intusschen zal zelfs deze zeer kleine voor raad naar alle waarschijnlijkheid in staat stellen cle distributie van aardappelen tot den nieuwen oogst (1 Juli) volgens het, hui dige rantsoen vol te houden. Sedert 1 November zijn aan de gemeen ten geleverd 1Q,000 wagons alsmedb 11,000 wagons voor reserve, terwijl de militairen tot nu toe pl.m. 1800 wagons hebben ver bruikt. Tot 1 Juli zullen, naar den maat staf van 2000 wagons per week, nog benoo- digd zijn 38 000 wagons (25 weken, vermin derd met 6 wok-en, waarvoor de reserve- vooraad cV-ent). terwijl tot meel zijn ver werkt 30,000 wagons. Dat maakt in totaal pl.m. 91,000 wagons, zoodat we theoretisch o-p 1 Juli e.k. nog de beschikking zullen hebben over .pl.m. 17,000 wagons; welnu, op 20 Af aart 1917 beschikten we slechts over 14,500 wagons om den oogst van dat jaar te halen. Een en ander samenvattend, valt te con cluderen, dat hoogst vermoedelijk de aardappel voorziening tot den nieuwen oogst, verzekerd is. al zal dan ook een deel van do witvleerige soorten geconsumeerd moeten worden. Dit laatste zal niet. noodig zin, wanneer het in te stellen onderzoek inderdaad aanwijst, dat de landbouwers klcinore voorraden opgaveR dan zij in wer kelijkheid bezitten. Do voorzieningen. Mot betrekking tot do vetten en de grondstoffen daarvoor deelt do minister medo, dat, al blijft een voorzichtige poli tiek hier cisch, do be-schikbare cijfers den indruk w ekken, clat. althans do naaste toe komst niet met zorg tegemoet gezien be hoeft to worden. Wat betreft andere voedingsmiddelen kan vermeld worden, dat, ofschoon op dit oogenblik beperking van het melkgebruik vooral in plaatsen mot stedelijk karakter noodig is, er geen aanleiding is te vermoe den, dat er niet voldoende melk zal zijn in het komende jaar om de normale be hoefte to dekken. Hetzelfde geldt ook voor 'de boter- én kaasproductieverwacht mag zelfs wor den, dat niet onaanzienlijke hoeveelheden daarvan zullen kunnen worden uitgevoerd, in ruil voor hier te lande onmisbare grond stoffen. Ook de groentenvoorricning in den ko menden zomer geeft geen reden tot be zorg dhc id. Do su ik or voo m e ui n# is tot na d_en aan vang cler nieuwe campagne gewaarborgd. Zeer onbevredigend daarentegen doet do voorziening met varkensvlcesch zich aan zien. De zeer ruime afslachting van runderen in het afgeloopen najaar (in do sleden met abat toirs een verliooging van bijna 100 pet. tegen over 1916) heeft den rundveestapel, met name dien van jong vee, zeer doen inkrimpen; do rundveestapel op zich zelf blijft echter ruim schoots voldoende; het niet beschikbaar zijn van krachtvoeder zal evenwel leiden tot buitenge- wg.on hooge prijzen voor slachtrijp vee, zoowel in dit voorjaar als in de eerste maanden van den zomer. Ook de eierenproductic dreigt dit jaar zeer onbevredigend te zijn; het gplbreken van voe der heeft een zeer aanzienlijko nog dagelijks voortdurende afslachting van den pluiiuvccsla- pel met zich gebracht. Is er, afgezien van het brood, geen oorzaak om do eerstvolgende maanden, wat betreft de voeding, met groote zorg tegemoet te zien, zoo zij er toch de aandacht op gevestigd, dat bij bet voortduren van de crisis d9 toestand uiterst moeilijk dreigt te worden. De bodem, met betrekking tot welken nu reeds eenige jaren roofbouw is gepleegd begint meer en meer blijk te geven, dat de noodige kunst meststoffen ontbreken En hoezeer ook in vele streken de aansporing tot scheuren van wei land bij den landbouw een gewillig oor vindt, zoo is, mode wijl gescheurd land het eerste jaar slechts voor een gering gedeelte geschikt is voor verbouw van voor menschelijk gebiuik bestemd graan, in geencn deele le verwachten, dat de productie van broodkoren voldoende zal zijn voor do behoeften gedurende het volgend oogst jaar. Waar ook allengs de voorraden van z.g. aan vullende voedingsmiddelen uitgeput raken, zal do bevolking er zich mede vertrouwd moeten jnaken. dat, zoo niet in de naaste toekomst dan toch in den volgenden winter buitengewoon gToote ontberingen te wachten slaan. Dio ontberingen dreigen, en dat wel binnen betrekkelijk korten tijd, zich vooral ten aanzien van tal van producten der nijverheid te doen gevoelen. Onzo industrieën zijn voor het betrek ken harer grondstoffen nagenoeg uitsluitend op het builonland aangewezen en vermits aanvoe ren uitblijven, is weldra een nijpend gebrek aan tal van grondstoffen te verwachten, met als ge volg gedwongen stilstand van verschillende groepen nijverheidsondememingen. Aan den wensch van eenige ioden der Kamer om bij dit antwoord con beknopt overzicht te mogen ontvangen van do regeering^maatregelen ter zalm van de productie cn de distributie van goederen genomen, kan de minister niet vol doen. De samenstelling van zoodanig overzicht kan alleen aan deskundige en bekwame ambte naren worden toevertrouwd, en deze zijn over hot geheel reeds met andere belangrijke, drin gende werkzaamheden zoodanig belast, dat van hen thans niet gevergd kan worden, dat zij een overzicht als bedoeld in gereedheid kunnen brengen. De vleeschvoorziening,. De minister verklaart dat het niet in de be doeling ligt in de naaste toekomst rundvlcesch te distribueeren. Het is nl. zijn voornemen, zoo mogelijk langs goodkoopcren weg in de be hoefte aan vleasch te voorzien. Te dien einde stelt hij zich voor, dat wekelijks aan de vleesch- fabrieken 1000 varkens van circa 50 KG. slachtgewicht geleverd zullen worden, het var- kensvleesch, vermengd met 90 pet. vleesch van jonge runderen, zal tot een „eenheidsworst" overeenkomstig met de z.g. PIockworst wor den verwerkt, die voor distributie in aanmer king komt. Het ligt inmiddels in de bedoeling den totaal- post nog te splitsen in drie onderdeden, één voor voedingsmiddelen, één voor brandstoffen en één voor zeep en andere reinigingsmiddelen. Het beleid van den minister. Na de noodzakelijkheid betoogd te hebben, dat hem ten aanzien van de besteding der ge vraagde gelde de noodige bewegingsvrijheid wordt verleend en dat gdden, gevoteerd voor de voorziening van een bepaald artikel, gebe zigd worden om het tekort te dekken, ontstaan door de overschrijding van do kosten der dis tributie op een ander aVlikel, komt de minis ter tot de bespreking vau de opmerkingen over zijn beleid. De minister zal de eerste zijn om te erken nen, dat indien hij bij zijn optreden had kan nen voorzien, dat de oorlog jaren zon duren en de voedselvoorziening zoo slecht zou worden als zij thans is, vele zijner maatregelen an ders zouden zijn uitgevallen. Terwijl hij het verwijt, het geheel niet te overzien, niet kan aanvaarden, geeft hjj echter jraarne toe, dat hij de gebeurtenissen niet vooruit kan zien. Doch wie thans meent, dat het zoo eenvoudig is om in deze tijden rekening te houden met komende geheel onzekere gebeurtenissen, die Irachte slecht? een beeld te ontwerpen van de voedselvoorziening over één jaar. Het zal hem blijken, dat het blijft een raden en tasten, waarbij voor de ecne mogelijkheid even goede argumenten zijn aan te voeren als voor de andere, die er lijnrecht tegenover staat. Voorts bespreekt do minister de mcenïng dot zijn economische opvattingen leiden tot een zoo min mogelijk ingrijpen en een zooveel mogelijk ieder op zijn plaats laten, waardoor het tempo van zijn optreden wordt vertraagd, wat weer tot gevolg heeft, dat, wanneer eindelijk tot het stellen van maximumprijzen wordt overgegaan, deze in menig geval naar de speculatieprijzen worden geregeld. Een minister voor crisisaan- g el e genheden. Wat het in het.leven roepen van een af zonderlek departement voor d? levc-nsmidde- lenvoorziening betreft» wordt medegedeeld, dat de Raad van Ministers op 10 December j.l. besloten heeft de instelling van een Crisis-ministerie te bevorderen. Tot heden (17 Januari) is het echter niet mogen geluk ken een daartoe ^geschikt geacht persoon bereid te vinden aan het hoofd van een der gelijk ministerie op te treden. De minister heeft voor zich persoonlijk tegen hot in het leven roepen van zoodanig^ departement niet het minste bezwaar. Organisatie der regeeringszorg. Behalve het beleid des ministers gaf ook de organisatie der regeeringszorg aaulri.iiag tot beschouwingen. De opmerkingen hieromtrent betreffen dé taak van de Commissie van Bgstand in ver band met onderhandelingen niet het buiten- Jand, de oprichting der afdeeiing Crisisza- ken, liet zitting 'hebben van belanghebben den in commissies, welke de regeering ter zijde staan, en achterstand in de admjiiistrar tie van het Rijksgraanbureau. Met betrekking tot het eerste punt merkt de minister op» dat do meening, a:s zou de Ccmmisrio van Bijstand op den gang van za ken een allëS beheer^chon Jen invloed uitoe fenen en zij o.m. voortdurend belast zjjh worden met de onderliandelingen met het buitenland, niet juist is. Slechts over de vraagstukken omtrent voorziening in het bo nenland s'.rekt zich haar bemoei, nis uit. Dat j zü desniettegenstaande in één geval betast 1 is geweest met onderhandelingen met het buitenland, is intusscben juist; zulks ge schiedde, omdat het op dat oogenblik nood zakelijk was. Evcn neele verdere onderhandeln/cn o er 'den uitvoer zullen geschieden door d? direc tie der Nederlandscho Uitvoer maatschappij, die harerzijds in zake de vraag, in hoeverre de binnenlandsche voorziening den uitvoer toelaat, zich zal hebben te verstaan met de afdeeiing Crisiszaken, aan welker hoofd de Commisrie van Bijstand stiat; Wat betreft: de oprichting der afdeeiing Crisiszaken, deelt de minister mede, dat hier toe in Juli j.l. door hem besloten werd, eener- zijds met het doel om afdeelingen, welke tot dusver met de behandeling va a crisisaange- legenheden waren belast, in staat te steken zich weder geheel te kunnen wijden aan haar normale taak, anderzijds om meer direct verband en systeem te brengen in de behan deling der velerlei crisïsquaeslies en die be handeling zooveel mogelijk te bespoedigen. De leiding der nieuwe afdeeiing werd opge dragen aan de commissie van bijstand, daar haar leden met de voorkomende vraagstukken zich in hun hoedanigheid van lid der com missie reeds vertrouwd hadden gemaakt en zoodoende als van zelf als leiders waren aan gewezen. - Over het zitting hebben van belangheb benden in commissies, che der re-geering ter zijde staan, deelt de minister mede, dat liij geheel instemt met dio leden, welke van oordeel zijn, dat. do bekwame man van za ken, die in do commissie van bijstand zit ting heeft, door zijn van een bijzonder juis- t-en blik op zaken en menschen getuigende adviezen en bemoeiingen den Staat groote chenst-en heeft bewezen. Wat betreft don achterstand in de admi nistratie van het Rijksgraanbureau en het in verband daa-rmecfe nog niet vereffend zijn van do raeedrekeningen aan de ge meentebesturen over Januari 1917, schrijft de min., dat deze meelverrekemngon ge schieden door het Rijks Centraal Admi nistratiekantoor voor de Distributie van Levensmiddelen, dat daartoe drie-maande lijks de gegevens van het ltijksgraanburcau ontvangt. De gegevens betreffende de eer ste twee kwartalen van 1917 zijn verstrekt, terwijl n>et die van het derde kwartaal 1917 eon aanvang is gemaakt. De levensmiddelen- voorziening. Do minister kan niet toegeven, dat distri butie op den voorgestelden voet verspilling in do hand werkt. Dat seha-arschte on duurte der reddingsmiddelen beperking van het. gebruik noodzakelijk maken, is een zoo vanzelfsprekend iets, dat daarop toch nog niet. eens uitdrukkelijk in een staats stuk de aandacht gevestigd behoeft te wor den. Wie op do noodzakelijkheid van zui nigheid te betrachten gewezen moet- wor den, is het publiek, en de minister is van meening, dat hij in deze in het vervullen van rijn plicht niet te kort. is geschoten. De minister wil toegeven, dat ten onzent geen ondervoeding, althans niet van be tee kenis, a-anwerig is, maar hij voegt, daaraan dadelijk toe, dat er zooveel mogelijk voor gehaakt moet wordendat- het zoo rer ook niet. komt. Juist om dit doel a-cht hij be houd en zelfs uitbreiding der distributie als voorgesteld noodig, en hij meent t-cn zeerste te mogen betwijfelen, dat de alge- meene welvaart van die-n aard is, dat ver strekking van goederen benedien kostprijs niet meer noodig zou zijn. Voor zoover cle arbeiders normale uren werken, is het zclfe de vraag of de stijging van den loon- standaard wel gelijken tred houdt- met- dien van het levensonderhoud. Yoor de werkloozen zou echter de toestand zonder beschikbaarstelling van levensmiddelen be neden den kostprijs onhoudbaar worden en wat de werkloosheid aangaat-, laat de toe komst zich verre van rooskleurig aanzien. Ook op het platteland staat verandering in minder gunstigen zin voor de deur allereerst voelen ook daar de ambachtslie den meer en meer liét tekort aan allerlei materiaal, zoodat het tot inkrimping van werkzaamheden moet komen. De nering doenden doorloven er moeilijke tijden, eveneens in verband met tekort aan waren. Becde groepen maken op do dorpen een be langrijk percentage der bevolking rut. Do in het voorloopig verslag gegeven voorstelling, dat steun van overheidswege slechts voor een betrekkelijk kleinen kring der bevolking noodig zijn zou, kan cle minis ter dan ook niet als juist aanvaarden. De feiten, zooals die zich voordeven, en zich in c*ö toekomst, vermoedelijk zullen voordoen, geven hem aanleiding met allen klem to blijven aandringen op het hand haven van hot stelsel van beschikbaars tel ling, voor zoover ebt noodig is tot behoud van de volkskracht. De vraag, wat andere neutrale landen voor de volksvoeding uitgeven, heeft in dit verband weinig rin, tenzij men tegelijk ook voldoende gegevens heeft over de economi- schcn toesta-ncl aldaar in het algemeen. Intussclien is de minister bereid nog maals nauwkeurig na te gaan, in hoeverre de kosten van distributie door inclivichiaii- 6eerisg of groepeering kunnen worden be perkt. Hij stelt zich voor, het- onderzoek dezer vraag op te dragen aan een commis sie, diio hem binnen korten termijn van ad vies zal hebben te dienen. Do minister beantwoordt vervolgen? do bezwaren van de leden, dio meenden dat do ingxidiendo voorstellen niet ver genoeg zijn I gegaan, om daarna nog eenige speciale punten te bespreken. Hierb'j behandelt cle minister o.a, de cfuaestio, clat door cle veranderde wijze van boeking van hetgeen door export wordt verkregen, het 1/10 der kenden, komende ten laste van clo gemeenten, ecu verhooging zal ondergaan. Do minister is hierdoor evenwel nieb in zijn meening veranderd ten aanzien van do vraag, of die kosten al dan niet ten lasbo der gemeenten moeten blijven. Hij wijst er op, dat naar zijn mee ning de grootst mogelijke zuinigheid ook in verzoeken om meer artikelen ingevolge artikQl 1 dor Distributiewet aan te wijzen wordt bevorderd door de gemeenten een geldelijk belang bij de in totaal te besteden sommen te doen behouden. Met het verschil in financieele draag kracht van de gemeenten zal, naar do rai- nistor meent te mogen aannemen, rijn ambtgenoot van Financiën rekening houden bij het bepalen der in uitzicht gestelde uit- keeringen uit de opbrengst der Oorlogs- winsfcbelasting. Do minister behandelt daarna de opmer kingen omtrent verschillende artikelen. Daaraan ontleen en wij het volgende om trent de kosten der Brandstof fe nvoorziening. Na rijpe overweging heeft de minister besloten het door hem voorgenomen st?bel van navordering en dat van verliooging boven kostprjjs te laten, varen. De in de plaats getreden regeling is ge formuleerd in da circulaire van den direc teur der Rijkskolendistributie d.<L 21 De cember j.l. De minister merkt hierbij op, dat de kosiprijs, welke voor anthractet op het oogenblik gemiddeld f5.50 bedraagt, zich kan wijzigen al naar gelang de verschil lende factoren, welke op de berekening van den kostprijs betrekking hebben, z'ch wij zigen. Een verhooging van dez:n kostprijs moet derhalve niet onmogelijk geacht wor- j den. Integendeel, met vrij groote zekerheid kan de minister reeds nu meedeelen, dat de i omstandigheden dezen kosiprijs met ingang van 1 Februari tot f6 zullen doen op- r loopen. Desniettegenstaande zal dit in geen geval van invloed zijn op de prijzen, wanr- tegen de eerste 10 brandstoffeneenhelen ge- J leverei zulten kunnen worden, welke op de hierboven genoemde prijzen zullen blijven j gehandhaafd. 1 Kosten van beschikbaarstelling, I De wijzigingen in de raming van de kosten der levensmid leienvoorziering aangebracht, i geven thans het volgende beeld van de ver- l moedelijke uitgaven voor de distributie in 1918: Regeeringsmeel Regeer ingsbioem. Kogge j Rijst b. Peulvruchten j Gort 4 Havermout 'f i Bitekweii Aardappelen Groenten (met inbegrip v. vroege aardappelen) Melk Boter Kaas Normaal-Margarine Vleesch en worst Zeeviseh Norm. bak- en braadvet Eieren Suiker Zeep liggelden foutvracht verliezen ren, niet winsten uit het graanhediijf schepen en even ue-:ls op brooiko- gedekt door Rijks- 40.50j.0 0 9,400.000 12.200.000 12.000 000 2.000. (riO 4.3 Xl.OOO 1.2 .000 1.000 000 27.7 O.OOO 7.8 yÖ.000 18.0 0.0o0 4.2Jb.OOO IJl 00 0.0 3 i.200 0)0 ai 00.000 17.400.000 4.0..0.0JO- 10.000.000 2:>.ooo.coo f 210.400.000 Van dit bedrag komt 9'10 of f216.360.000 voor rekening van het Éijk. Overeenkomstig j het medegedeelde in do memorie van tos- i lichting woTdt van dit bedrag de helft aan- gevraagd, dat is f 108.180.000 of afgerond I f 110.000.000. Behalve de Ji iervoren genoemde bedra- gen wordt voor de bracistoffenvoerziening over het geheele staokseizoen 19171918 j aangevraagd een som van flS.000.000 als kosten voor de eigenlijke vcorz5en:ng en een bedrag van f 6.050.000, ter b?kost:ging van de deelneming van den Staat in het Centraal Verrekenkantoer voor Brandstoffen vaor de huiabrandvoorziening. Het totaal v .or der-en post wordt bijgevolg f'24.050.000 of afge rond f 24.000.000. De som van f6.050.000 sal hoogstwaarschijnlijk geheel door den Stent terug worden ontvangen. Wat de kosten der levensmidde'eavao-:z:e- ning over 1917 betreft, wordt medegedeeld, dat volgens voorloopige afrekening van het Rijks-Centraal-Administratiekantoor voor de Distributie vnn Levensmiddelen de uitgaven in totaal hebben bedragen 190.685.610 68'/». Daar voorts nog 8.5 miljoen gntden voor 'sRijks rekening komen wegens beschikbaar stelling in natura, komt men tot een totaal van rond 104 millioen gulden. In plaats van de aangevraagde 40 millioen gulden is nu slechts een aanvul'.ingscrediet benoodigd van 24 millioen gulden. Bij lïaeszof is de sneltrein naar Wee- nen in botsing gekomen met den sneltrein KrakauDemi/erg. Z/ventien personen, en- der wie zes soldaten, werden gedood en vijf tig gewond. Naar uit Lubeclc wordt gemeld, is. ten gevolge van de sneeuwstormen, het eiland Febmarn sedert eenige dagen van alle ver keer verstoken. liet Hamb. „Frerndenbl.7' verneemt uit Coldenz: Tengevolge van liet schielijk smel ten van de gineeuw is de Moezel 3 meter gewassen. Ook het water in den Rijn is aan merkelijk gestegen. t J

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1918 | | pagina 9