LEIDSCH DAGBLAD Maandag 31 December Derde Blad Anno 1917. Nederland en de Oorlog, BUITENLAND. VRAGENPUBHIEK. INGEZONDEN FEUILLETON. Ken man's werk. N*. 17743. De Britsche krijgsgevangenen. Zaterdagaiorge i bracht de trein uit Aken te Eindhoven het eerste transport (Eikge'aohe officieren en onderofficieren a an, die omstreeks 18 maanden in Duit- sche gevangenschap hebben vertoefd. Tot het transport behoordeD Engelsohen, die gedurende den slag bij Bergen in Augus tus 1914 waron gevangengenomen. Het heeft, na het sluiten der desbetref fende—overeenkomst tusschca de Duitsche en Engelsche regeeringen, nog heel wat voeten in de aarde gehad, alvorens de eerste krijgsgevangenen hier te lande hun intrek hebben kunnen nemen. Maar de eerste groep Engelschen is er nu einde lijk: 37 officieren en 184 onderofficieren, dio allen die jaren of langer in Duitsch- iand hebben doorgebracht, zijn in Den Haag aangekomen. Men weet dat de Re sidentie en haar omstreken is aangewe zen als woonplaats voor de Engelsche uitgewisseldenvoorloopig vinden de of ficieren een onderdak in het „Oranje-Ho tel, de onderofficieren in het „Hotel des Galeries", te Schevoningen. Precies te zes uur stoomde de trein het station der Z. H. E. S. M. te Schevenin- gnn binnen. Generaal Onnen, chef van den dienst der interneering, was daar om hen te verwelkomen en met he>m tal van belangstellende landgenooten van de ge vangenen. Manschappen van de „Royal Kavalbrigadc" waren er om te assistee- f*n met het uitladen der bagage en zij i>nbvr:i_en hun lotgonooten met „three oheer Hef gsheele perron was door politie in soldaten afgebet. Eenmaal*buiten'het station viel den En gelschen een ware ovatie ten deel. De ge- heele groep werd ontvangen in een aan tal salons van het „Oranje-Hotel". Met kolonel Gibbs, den leider van deze groep, aan het hoofd, stelden zij zich op in e?n der zalen, waar zich ter ontvangst reeds een zeer groot aantal autoriteiten en belangstellenden bevonden. Een buitengewoon hartelijk welkom van do zijde van dit gezelschap viel hun ten deel Sir John Hanburrv Williams, gen.-ma joor. chef van het „British Prisoners of War Department", nam 't woord ter be groeting en deed voorlezing van een schrijven van koning George en koningin Alexandra, waarin H.II. M.M. don krijgs-, lieden oen welkom bij hun aankomst in Holland toeroepen, waar zij nu door do zorgen van de Ne»l. r^goring zullen wor de"» SVO -! Gene-an Onncn, die de crovan gonen van het station naar het hotel had bege- leid, sprak daarna. De Eftificlsche gezant, Rir Walter Town- ley, voer do niuaer.s de Britsche kolonie in Den Haag vervolgens het woord Nog aprak^do doyen van" het corps diplo- j matioue, de hertog van Cal vel lo"; gezant i v®-n Italië. Daarna werd de thee rondgediend. Re- j groetingen hadd plaats, handdrukken. worden gowisaeld. In dc met. bloemen on vlaggen versierde hall en in de aangren- zendo salons waren tafels aangericht en konden de gasten zich te goed doen Ook te Venlo en te Rotte.rdam had men -zich geest 1 rif tig betoond. De Noordzeevisscherij. Naar aanleiding van de beschikking vau den Minister van Landbouw,- om gcon ver gunning tot uitvaren te gevon voor die stoomtrawlers, die de visscherij wenschen so gaan uitoefenen in BriUcke wateren, i. c. aan de Westkust van Engeland, heb- yben dc trawhïsscbers te IJmuiden verga derd ter bespreking van hun belangen bij zoodanige visscherij e'n de belemmering, aa-rin ondervonden. Na besprekingen werd de volgende motie aangenomen Gehoord, dat door eenige reeders te IJmuiden met de Engelsche regeering een ^z( overeenkomst ia gesloten, om eea aantal trawlers in de Britsche wateren te doen vissohen, doch dat door den Minister van Landbouw ook aan heb bestuur van den. Alg. Ned. Zeemansbond is te kennen ge geven, dat door hem geen vergunning voor het vertrek van een deel der vis- schersvloot tor uitoefening van de vis scherij in Britsche wateren zal worden ge geven, tenzij het Britsche gouvernement waarborgt, de visscherij voor het overige gedeelte der Nederlandsohe visschers- vloot niet te zullen belemmeren, over weegt, dat door deze overeenkomst voor een groot aantal zeelieden de mogelijk-, heid is geopend, om flinke verdiensten te verwerven, die te meer noodig zijn, daar zij reeds voor het grootste deel hun spaar penningen hebben opgeteerd en op de plaatselijke steuncomités zijn aangewezen, terwijl ten aanzien van de vissoherij in de Noordzee geen hooge verwachtingen kunnen worden gekoesterd, daar dit, ten gevolge van het zeer beperkte visscherij- gebied en der duikbooten en mijnen niet slechts zeer beperkt zal kunnen worden uitgeoefend, doch ook uitermate gevaar lijk zal blijken, terwijl het gevaar in be doelde Britsche wateren tot een minimum is beperkt gebleven. Zij constateercnlo. dat door den Mi nister geen bezwaren naar voren zijn ge bracht ten aanzien vanr de door de Re geering gevolgde neutraliteitspolitiek, zoodat mag worden aangenomen, dat dit dien hoofde geen bezwaren togen bedoeld plan bestaan2o. dat de gestelde voor waarde niet die beteekenis heeft, die zij wel zou hebben, indien het visschen in de Noordzee niet gevaarlijker was dan in de Britsche wateren, terwijl door het stellen van die voorwaarde voorhands het vis schen zoowel in de Britsche wateren ah in de Nonrdzre uitgesloten geacht kan worden 3c. dat ten gevolge van die voor waarde da zeelieden groobe verdiensten moeten der/en, waarvoor zij den Minister verantwoordelijk me enen te mogen stel le i; 4o dat do uitkeeringen vanwege de plaatselijke steuncc roité's in geenen deel* t« ereikcr: i /.ijn vcor levensonderhoud en dus in geen enkel opzicht als een billijke schadeloos!tolling te beschouwen zijn en besluiten, het bestuur van der. Alg. Ned. Zeemansbond op te dragon deze motie ter kennis van den Minister te brengen en aan te dringen op een schadeloosstelling wegens gedwongen werkloosheid^ in een vorm als nader te ovorloggen. Het thee- en kofficranlsocn. Het Bureau voor Medcdeelingen in zake de Voedselvoorziening meldt Gelijk bekend is, ban door het publiek op bon 9 der Thee- en Koffiekaart gedu rende het tijdvak van 16 tot cn met 31 December een half ons tiheo worden ge- i kocht en op bon 26 gedurende het tijd vak van 24 tot on met 31 December een half ons kofcfe extra rantsoen. Aangezienhet ten gevolge van het door 'de vofsb gestremde scheepvaartverkeer en van d<» op oen der volgende rustdagen niet wel mogelijk was om tijdig voldoen de voorraden aan do detaillisten (winko- liers) te verstrekken, zal de geldigheids duur van de bons 9 on 26 worden ver lengd tot en met 15 Januari 1918. j Derhalve, zal ook gedurende het. tijdvak van 1 tot en mot 15 Januari op bon 9 der Thee- en Koffiekaart een half ons thee en op bon 26 oen half ons koffie kunnen worden gekocht. Bovendien zal gedurende datzelfde tijd vak worden verstrekt: op bon 11 een half co* Thee en op bon 12 een half ons Koffie. In verband met deze beschikking is te vens-Bepaald, dat de leveranciers van Thee en Koffie aan detaillisten ook nog in het tijdvak van 29 December 1917 tot en met 12 Januari 1918 aan detaillisten j Thee en Koffie mogen leveren en wel: op oen hun door een detaillist over te leggen bon No 3 eener Thee- oi} Koffiekaart 0.05 kilogram Thee, bon No. 5 van zoo- I danige kaart 0.05 kilogram Thee en bon No. 8 van zoodanige kaart 0.05 kilogram Koffie. De nieuwe Staatslecning. Heb Ned. Corr.-Bureau meldt ons: Naar gebleken is, bestaat bij het pu bliek onzekerheid omtrent de vraag, tot- welk bedrag naamlooze vennootschappen cn andere corporaties verplicht zouden zijn in de gedwongen 3-pCts. Staatslee- ning deel te nemen, wanneer het onver hoopt tot do uitschrijving van die leening mocht komen. Art. 27 der Leeningwet-1917 bepaalt t« dezer zake, dat niet uitzondering van de Ned. Bank, de binnen het Rijk gevestigde naamlooze, commanditaire vennootschap pon op aandeden, coöperatieve en andere verecnigingen en onderlinge verzekering maatschappijen, welke in de Rijksinkom- sbenbelasting zijn of worden aangeslagen wegens uitdeelingen, tot 'n totaal bedrag van f 10.000 of m^er over 'n boekjaar, dat geëindigd is in liet tijdvak van 1 Mei 1916 tot en met 30 April 1917, verplicht zijn deiel te nemen in de gedwongen leening, door storting van een bedrag, dat gelijk staat met drie vierden van do volgens de wet op de inkomstenbelasting 1914 belast bare uitdeelingen over dit boekjaar. In de eerste plaats is nu in bepaa'de gevallen twijfel gerezen, of het betrokken lichaam al dan niet moet geacht worden binnen het Rijk te zijn gevestigd. Het is niet mogelijk door een, in algemeene be woordingen gestelde uitspraak dezen twijfel voor alle gevallen op te heffen. Elk geval moet op zichzelf beschouwd worden. Immers, het tweede lid van art. 1 der web op de Rijksinkomstenbelasting bepaalt, dat de vraag of een vennoot schap enz. binnen het Rijk is gevestigd, naar de -omstandigheden wordt beoor deeld. Den belanghebbenden wordt der halve in overweging gegeven na te gaan, of de corporatie voor den aanslag in de zooeven genoemde belasting is aange merkt als te zijn gevestigd binnen het Rijk. Kan men dit uit eigen gegevens niet met zekerheid vaststellen, dan wende men zich tot den inspecteur der directe belas tingen, in wiens inspectie de zooeven be doelde aanslag is geschied. Do tweede vraag bestaat hierin, of een Maatschappij of andere corooratio als bovenbedoeld, die tevens in de koloniën of ia het buitenland aan inkomstoobM as- tin c? of daarmede gelijkcre^*- V* heffing onderworpen is en aan P':' 'nkomst-en- belapt-ing heeft, te bet-alen. in de gedwon gen leening zou moeten deelnemen, on den voet van het totale Herivcr har er uit deelingen, dan wel dat deel die-.* ui-Veerin gen, hetwelk aan de Iv-^-^nine der Rnksinkomsten^eDsbing is ton grondslag p?°lïwa. D-^e vrpa-a wordt, ter hevoeerder plaatoe in eerst/mnoemde zin beant woord. De belastbare nvdeelfnwen volgons de wet. on do Inkomstenbelasting, worden gevormd door de totale ui (dedingen als bedoeld in art. 20 dier wet. Hieraan doet niet af. dat in bepaalde gevallen, waarvan hierboven snralce was, dat totaal vóór do berekening der belasting naar evenredigheid wordt verminderd. Door die vermindering wondt het totaal niet gesolitet in e°n-belastbaar en een onbe lastbaar gedeelte. H"pt gebe.pl blijft be lastbaar, doch* als gevolg van de meerbe- doelde vermindering is in verband met elders geheven wordende belastingen, die bij de gedwóngen leening geen invloed hebben, voor dat créheel een lagor bedrag aan belasting verschuldigd. Dc 37ste broodkaart. Pc directeur van h<4 Gentraal-Broodkantenr maakt bekend, dat de broodkaart van Imt 37ste tijdvak loopt van 1 tot en met 11 Januari Bons van dozc broodkaart zijn evenwel reeds heden, Maandag, geldig. Het slachtoffer te Goes. Te Goes is begraven de heer Visser, slacht offer van den bomaanslag op die gemeente. De ioco-burgemccster, de heer Van den Bout, legde namens IT M. do Koningin een krans op bet graf. De heer Van den Bout sprak namens de burgerij, ds Van Lou&ftoh' namens do Kerk en de heer Jongepicr namens het bestuur van de Christelijke School. Een familielid dankte de Koningin en de belangstellenden. Gevolg van gebrek aan petroleum cn kaarsen. Do Oudejaarsavond-godsdienstoefening wordt in de Ned-Hei v. kerk te Diepenheim des na middags gehouden, daar men geen petroleum of kaarsen heeft. Kolenschaarschte. Do kousenfabriok van do firma Gebr. Mer- kelbach te Lieshout is wegens gebrek aan brand stoffen voorloopig stop gezet. 150 personen zijn hierdoor werkloos Maatregelen bij bonunenongevalien. B. en "NV. van Vlissingen hebben oen dienst georganiseerd, om op dc meest snelle en prac- tischo wijze liulp tc vcrlcenen bij eventueele on- govalien, veroorzaakt door bommen uit vlieg tuigen. Do dienst, onder algemeene leiding van don commissaris van politie, is verdeeld in een medische en een technische afdecling. De medi sche afdeeling staat onder leiding van dr. A. Stavorman en bestaat verder uit een aantal le den van de transport-colonuc van de „Raod9 Kruis'-afdeeling, die in staat zijn, de eerste hulp bij ongelukken te verleenen cn in het bezit zijn van verbandmateriaal, terwijl een groot aantal draagbrancards ter beschikking is ge steld. De technische afdeeling slaat onder lei ding van den gemeente-bouwmeester, wiens per soneel in hun woningen een goed licht gevcude lantaarn en gcreedschappeu heeft, terwijl aan do sladsschuur steeds een wagen gereed staat, bevattende lantaarns en werktuigen. Do spinnerij herleef!. Do enorme duurte van sajet en wol brengt ons van lieverlede tot de oudheid terug. Thans wendt zicli menig schapenhouder of landbouwer tot oude bezitsters van een spinnewiel cn zoo leeft de primitieve spinnerij van voorheen weder op. Vele kinderen hebben kousen, waarin lappen genaaid ziju als voetzolen, omdat sajet niet te krijgen of te duur is. De vereeniging voor het bevaarbaar maken van de Ruhr is bezig, plannon uit i te werken voor een groot ringkanaal in het Nederrijusch-Westfaalsch industrie-ge bied, dat de verschillende waterwegen met elkaar zal verbinden- Op de tramlijn EssenSteele liepen twee lokaal treinen op elkaar. Eenige wa gens werden vernield, 3 personen gedood, i 15 zwaar on 8 licht gewond. Het Zwitsersche dorpje Euszigne, bij Sion, is binnen vier uur tijds geheel door brand vernield. Er gebeurden geen persoon- lijko ongelukken. Uit Zuid-Frankrijk worden zware sneeuwstormen gom old.. Rivieren zijn bui- j ten bun oevers getreden cn het treinver keer is aan grooto vertraging onderhevig. De vroegere Portugeesche minister- president Affonso Co sta is in de vesting Elvas geïnterneerd. In Bohemen heeft een mijnongeluk plaats gehad, waarbij 23 mijnwerkers om het leven gekomen zijn. Bij Shepherdsville in Kentucky heeft een botsing plaats gehad t-usschen een trein van de „Louisville and Nashville Cy." en een lokaaltrein, waarbij 67 personen ge dood en 50 gewond werden. Echter, in Den Haag wordt speciaal wat be treft de openbare* rijplaatsen geen toezicht ge houden (uitgezonderd de vijvers in het Bosch),1) Was dit het geval, de politic zou dan Zondag 23 dezer in Den Haag, in de polders op De-la- Rcy-kade, niet toegelaten hebben, dat deze pol ders bereden werden, aangezien bet ijs was van 1 a 2 nachten. Er zijn dan ook cenigo schaat senrijders (waaghalzen) door het ijs gezakt, waf gelukkig hehoudons een nat pak goed is afgeloopen. Of het ijs berijdbaar is, wordt alleen gecontro leerd op dc banen van de Haagschc IJsclub; overigens moeten dc schaatsenrijders 't zelf maar controleeren, wat mijns inziens voor de bevoegde autoriteiten een groote verantwoorde lijkheid is. De politic kan vcor de roekeloosheid van vele waaghalzen niet verantwoordelijk gesteld wor den, toch dienen zij waarschuwend op te tre den, en hot oudere publiek kan in dezen mede werken. Hoe vaak gfebeurt het niet, dat de politie wordt uitgejouwd, wanneer jongens door baar gewaarschuwd worden! Do voorbijgangers moeten in het bijzonder, wanneer zij mcnschen op het ijs in gevaar zien, dezulken waarschuwen, cn niet blijven kijken, totdat hel te Ia2t is. Het is verder de plicht van ouders him kin deren niet zonder toezicht op het ijs te laten, hun tevens voor Ic houden het groote gevaar, waarin zij aanstonds kunnen verkeeren en door hun roekeloosheid ook anderen in groot gevaar I brengen^ Er gebeuren iininers dc meeste ijs- ongelukken, doordat dc kinderen zonder ouder lijk toezicht zijn Laten wij ten slotte allen medewerken, waar wij schaatsenrijders zien, op gevaarlijken plaat sen, door een waarschuwend woord tot hen te richten, opdat droevige ongelukken, zooals die van 23 December 1917, waar helaas een voor zijn grooto mcnschlievcndheicl het leven verloor, niet meer plaats vinden. Hoogachtend, G A. VEEREN. Den Haag, 28 Dec. 1917. H Niet geheel juist. Dat de politic in Den Haag niet op alle openbare rijplaatsen toezicht houdt, is logisch: dit zou ondoenlijk zijn. Wel degelijk echter wordt in Den Haag over 't al gemeen door dc politie toezicht uitgeoefend op het rijden op grachten en vijvers eu zijn de be ambten dan ook niet reddingsinatcriaal uit gerust. Red. Politie-toezicht op het Ys. Geachte Redactie. Mot betrekking tot het schrijven van den heer O J Hearing, betrpffendc „Politie-toezicht op het ijs" in uw geacht blad van 27 dezer, zij het mij vergund eenige plaatsruimte te verzoeken-, waarvoor bij voorbaat dank. De heer Hearing geeft zijn verwondering te kennnen, dat er Zondag 23 dezer geen politie toezicht was op den Zoetcrwoudscho-SingeJ, toen het bekende noodlottig ongeluk plaats vond en wijst op plaatsen, o a. Den Haag, waar steeds op gezochte rijplaatsen toezicht wordt gehouden. Joh. P. M., to Leiden. U moet voor alle mogelijke distributiemaatregelen en aangifte voor een en ander het „Leidfsch Dagblad" lezen. Daarin worden allo offï- i cieeie publicaties opgenomen en zoo noodig daarover advertenties geplaatst. Wij kun nen ten overvloede der opgaven niet nog eens weer meedeelen. Bovendien, als u geen plaatselijk blad leest, zal ons antwoord u toch ook niet bereiken. C. J -Z., te Leiden. Voor de door u verlangde kaarten moot u zich wenden tot het D striboitie-bureau Vischmarkt H. M., to Leidon. Rijkswetten gaan boven gemeentelijke verordeningen. Ook wanneer de door u bedoelde verordeningen nog niet gewijzigd zijn., zijn de bepalingen motor- on rij wiel wet van kracht-. P. S te Leiden. Wij vreezen voor u, clat ter wille van enkele kleinhandelaren in sajet geen wijziging in do distributie van dat artikel zal kunnen worden ge bracht. Als uw nering daarmede verloopt on u -uw brood verliest, zult ge u moeten wenden tot het Steuncomité. Gij zijt dan ook een slachtoffer van den oorlogstoe stand. Venter, te L. U kunt tegen betaling 's Zaterdags een plaats op de Le-icfecho markt krijgen. Informeoren bij den markt meester, don lieer Romaneske. v d. G., Zoeterwoucïe, bij Leiden en anderen. De secretaris van do Huur- commissie te Leiden is do heer A. Wit- mans Mzn. Hij houdt olkon werkdag van 's voorm. 9 uren tot- halfeen zitting in de Burgsteeg No. 2 Wij hebben dit reeds her haaldelijk meegedeeld. Laten belangheb- i benden cht adres nu onthouden. Roman van SILAS K. HOCKING- 37) Hij las haastig en vlugeen ver baasde uitdrukking kwarn in zijn oogen toen begon hij weer van voren af aan to lezen. Zijn gezicht klaarde op cn zijn oog leden opslaande, keek hij om zich heen. Hij twijfelde nog altijd. D8 toon in don brief was bijna verontschuldigend. Er stond geen bedreiging in, geen vraag om geld, geen zinspeling op geldafpersing en de naam van Hector Drysclalo werd cr niet 4n genoemd. Hij las het volgende „Geëerde Heer. Ik heb vele huiden en veel ivoor op het oog en er zou misschien een voordöeligo ruiling kunnen gedaan worden, als u mij mot uw orders wildot be lasten. Het heeft mij zeer teleurgesteld, dat ik in zoo langen tijd niets van u hoorde. Ik heb altijd mijn ïjest voor u gedaan cn zoo goed mogelijk uw orders uitgevoerd. Ik hoop dat u niet beleedigd is. Als ik in eenig opzicht in^cbreko ben gebleven, dan ia dat mijn schuld niet geweest. Het ge beurt ,6omtijcls. dat men den visch wel aan den haak krijgt, maar niet op liet droge brengt. In afwachting van uw verdere Igeccrdo orders blijf ik, Uw onderdanige dienaar, SANDY BRIMSTONE." R Ciiujcl Bardcll las d"en brief ten derden male, waarbij hij elk woord en eiken zin soiv.uld-g overwoog. Het eerste gedeelte was heel duidelijk, maar de laatste paar zinnen waron geheimzinnig. Wat wilde hij zeggen met den visch aan den haak to krijgen en dien niet op het dtoge te bren gen? Was het een toespeling op Hector Drysdalo een bekentenis, dat hij zijn doel gemast had? Als ik in -eenig opzicht in gebreke bon gebleven." Die woorden schenen langzamer hand in zijn brein te branden. Maar Drysdalo was dood. Door inboor lingen gedood, volgens het bericht. Was Sandy dan niet bij do zaak betrokken? Bardell sprong overeind en staarde om zich heen Een nieuwe hoop ontwaakte in zijn gemarteld gemoed. Als Sandy do daad had begaan, zou hij zijn belooning opge- cischt hebben. Waaroft oischt hij die niet in alle geval op 1 Waarom verzekerde hij niet-, dat do inboorlingen volgens zijn in structies hadden gehandeld? Hij (Bardcll) Zou in elk geval niet in staat wezen het tegendeel to bewijzen. Sandy was er de man niet naar om een gelegenheid te laten voorbijgaan. Het stak hem nooit nauw met do waarheid. „Als ik in epnig opzicht in gebreke ben gebleven." Do woorden dansten voor zijn oogen als stofjes in een zonnestraal. Zou het mogelijk kunnen zijn, dat Sandy niets van Drys- dalo's dood afwist Zou het mogelijk kun nen wezen, dat Bardell ging weer ^ittcji en dacht, zijn hoofd in zijn handen verbergend, ingespan nen na. Do hoop, dio in zijn hart was op- gfowiekt, groerJdb aan, verlichtte zijn ge moed meer en meer. Sandy wist het niet. Sandy had het dus niet gedaan, bijgevolg was hij (Richard Bardell) niet zeclelijk_ver antwoordelijk voor den dood van Drys dalo. Hij liaaldo sneller en vrijer adem. Het wa/s~~alsof or een klomp lood uit zijn hart was genomen, alsof er een zware last van zijn vermoeide schouders gleed. Hij had behoefte te lachen, het uit te schreeuwen, dat hij zich zoo opgelucht voelde, opdat- do bergen het zouden hooren. Hij ging uit do schaduw van do rots weg en stond in den zonneschijn. Die streek als een liofkoozing over zijn gezicht en wekte hem op. Do warmte scheen een symbool van Godis goedheid. Hij was niet meer ver antwoordelijk in Gods oogenGod was goedertieren. Heb kwaad, dat hij booogd had!, had God hem belet to doen. De dood van Drysdalo koii niet op hem geschoven worden. Hij was geen moordenaar. Heb govoel van verlichting \Vas zóó groot, dat hij als een kind tusschon en over de rotsen begon te klauteren. Hij had niet go- weten hoo groot do last was, dien-hij had gedragen, totdat die nu van hem was ge nomen. Hij kreeg ineens lust togen een der groote sneeuwtoppén op te klauteren, dio het teere blauw van den hemel doorboor den. Hij voelde zich weer als een jongen. Diep beneden in het ravijn klonk in het kabbelen van d)en stroom een vrooHjk wijsje. Hij trad dichter op den rand toe en luisterde. Do kanten waren steil op sommige plaatsen, en hadden breedo, met mos en hoog opschietend gras begroeide uitstekken. Nu viel zijn oog op een partijtje edel weiss, in de sohaduw van een rots verscho len. Hij had dat nooit eer zien groeien. De wollige bloembladen daarvan leken eigen aardig wit tegen den donkeren, kalen achtergrond. In con oogonblik klauterde hij er heen I om het te grijpen. Hij wou een takje in zijn knoopsgat dragen als ccn zinnebeeld van I dankbaarheid (jegens God); het overige van den bos wilde hij voor Adela mee nomen. Wat zou zij verrukt wezen Hij voelde zich zoo licht in het loopen als een vogel. Gevaar was iot-s, waaraan hij in het geheel niet dacht-. Plotseling gleed een steen onder zijn voeten weg, hij viel op zijdo tegen den aardwal, greep zich vast aan do losse steenen cn den grond, rolde voorover en viel in do donkere ruimte Hij was een zware- man en ofschoon hij niet cHe-p viel, was de schok vrij lievig. Toen hij weer tot- bewustzijn kwam, be merkte hij, dub hij met het gezicht naar boven gekeerd' op een uitgestrekt, mos achtig terrsis lag, jneib zijn rechter-been dubbel gevouwen onder hem. Kreunend trachtte hij zich op te richten, maar do pijn was to vreeselijk. Hij riep om hulp zoo hard hij kon maar zijn stem scheen zich in een groote, lcclige ruimte to verliezen. Hij hvelc! eenigen tijd met roepen op. Wat gaf het? Hij was ver weg van do drukke, bogar.e wegen. Niemand zou hem ooit hooren. Hij zou daar moeten blijven liggen totdat de menschen uit het hotel naar hem kwamen zoeken. Dat zou niet vóór 's avonds wezen. De cxcursisten had den hun lunch meegenomen cn zouden niet vóór het ondergaan der zon terugkeer en, en me/a zou in de meening verkeeren, dat hij mét hen was meegegaan. Als zij, die hem gingen zoeken, zich op weg begaven, zou het bijna dónker zijn en zij zouden niet. weten welken weg zij moes ten nemen. Niemand had gezien, dat hij er alleen op uit ging^ Zij konden wel den heolen nacht naar hem zoeken zonder hem to vinden en als zij hem vonden, zou hij dood wezen. Hij kon onmogelijk vele uren in zulk een marteling blijven levon. Hij riep weer om hulp, maar zijn scheen steeds zwakker to worden. Was <üt dus het einde? Had al zijn stre ven en zwoegen hiertoe geleid? Had God tóch opgehouden goedertieren to wezen? Hij we^Lschto niet to sterven. Hij wenschto te leven, zijn leven te veranderen, op do een of andere wijze boete te doen voor het verleden; het een of ander nuttig werk to verrichten eer hij naar de eeuwigheid ging en rekenschap moest afleggen. Hij sloot zijn oogen cn zijn geheole leven scheen voor hem langs te trekken als een panorama, dat zich afrolt. Hoo beuzel achtig was het in hoofdzaak geweest. Hij was goed begonnen, maar geld en onwaar dige eerzucht hadden hem bedorvon Hij was van den cenen stap tot den anderen gekomen, van do ceno dwaasheid tot de andere, totdat „O goedertieren God," bad hij, „geef mij nog een paar jaren. Geef mij nog een kans, nu mijn oogen zijn geopend Maar er kwam geen antwoord op zijn gebed. Het eenige geluid, dat do stilte verbrak, was het kabbelen van den stroom. De pijn hi zijn been werd heviger cn ondraaglijker. Het koude zweet brak hem uit cn lag in groote druppels op zijn voor hoofd. Zijn krachten schenen snel af te nemen. Hij opende zijn oogen weer en keek smeekend naar den hemel. Toen ging er een rilling door zijn lichaam hij hield zijn adorn met een snik in, zijn hart scheen nie& meer te kloppen. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1917 | | pagina 9