LEIDSCH DAGBLAD Maandag 31 December Derde Blad Anno 1917.
Nederland en de Oorlog,
BUITENLAND.
VRAGENPUBHIEK.
INGEZONDEN
FEUILLETON.
Ken man's werk.
N*. 17743.
De Britsche krijgsgevangenen.
Zaterdagaiorge i bracht de trein uit
Aken te Eindhoven het eerste transport
(Eikge'aohe officieren en onderofficieren
a an, die omstreeks 18 maanden in Duit-
sche gevangenschap hebben vertoefd. Tot
het transport behoordeD Engelsohen, die
gedurende den slag bij Bergen in Augus
tus 1914 waron gevangengenomen.
Het heeft, na het sluiten der desbetref
fende—overeenkomst tusschca de Duitsche
en Engelsche regeeringen, nog heel wat
voeten in de aarde gehad, alvorens de
eerste krijgsgevangenen hier te lande hun
intrek hebben kunnen nemen. Maar de
eerste groep Engelschen is er nu einde
lijk: 37 officieren en 184 onderofficieren,
dio allen die jaren of langer in Duitsch-
iand hebben doorgebracht, zijn in Den
Haag aangekomen. Men weet dat de Re
sidentie en haar omstreken is aangewe
zen als woonplaats voor de Engelsche
uitgewisseldenvoorloopig vinden de of
ficieren een onderdak in het „Oranje-Ho
tel, de onderofficieren in het „Hotel des
Galeries", te Schevoningen.
Precies te zes uur stoomde de trein het
station der Z. H. E. S. M. te Schevenin-
gnn binnen. Generaal Onnen, chef van
den dienst der interneering, was daar om
hen te verwelkomen en met he>m tal van
belangstellende landgenooten van de ge
vangenen. Manschappen van de „Royal
Kavalbrigadc" waren er om te assistee-
f*n met het uitladen der bagage en zij
i>nbvr:i_en hun lotgonooten met „three
oheer
Hef gsheele perron was door politie
in soldaten afgebet.
Eenmaal*buiten'het station viel den En
gelschen een ware ovatie ten deel. De ge-
heele groep werd ontvangen in een aan
tal salons van het „Oranje-Hotel".
Met kolonel Gibbs, den leider van deze
groep, aan het hoofd, stelden zij zich op
in e?n der zalen, waar zich ter ontvangst
reeds een zeer groot aantal autoriteiten
en belangstellenden bevonden.
Een buitengewoon hartelijk welkom van
do zijde van dit gezelschap viel hun ten
deel
Sir John Hanburrv Williams, gen.-ma
joor. chef van het „British Prisoners of
War Department", nam 't woord ter be
groeting en deed voorlezing van een
schrijven van koning George en koningin
Alexandra, waarin H.II. M.M. don krijgs-,
lieden oen welkom bij hun aankomst in
Holland toeroepen, waar zij nu door do
zorgen van de Ne»l. r^goring zullen wor
de"» SVO -!
Gene-an Onncn, die de crovan gonen
van het station naar het hotel had bege-
leid, sprak daarna.
De Eftificlsche gezant, Rir Walter Town-
ley, voer do niuaer.s de Britsche kolonie
in Den Haag vervolgens het woord
Nog aprak^do doyen van" het corps diplo- j
matioue, de hertog van Cal vel lo"; gezant i
v®-n Italië.
Daarna werd de thee rondgediend. Re- j
groetingen hadd plaats, handdrukken.
worden gowisaeld. In dc met. bloemen on
vlaggen versierde hall en in de aangren-
zendo salons waren tafels aangericht en
konden de gasten zich te goed doen
Ook te Venlo en te Rotte.rdam had men
-zich geest 1 rif tig betoond.
De Noordzeevisscherij.
Naar aanleiding van de beschikking vau
den Minister van Landbouw,- om gcon ver
gunning tot uitvaren te gevon voor die
stoomtrawlers, die de visscherij wenschen
so gaan uitoefenen in BriUcke wateren,
i. c. aan de Westkust van Engeland, heb-
yben dc trawhïsscbers te IJmuiden verga
derd ter bespreking van hun belangen bij
zoodanige visscherij e'n de belemmering,
aa-rin ondervonden. Na besprekingen
werd de volgende motie aangenomen
Gehoord, dat door eenige reeders te
IJmuiden met de Engelsche regeering een
^z(
overeenkomst ia gesloten, om eea aantal
trawlers in de Britsche wateren te doen
vissohen, doch dat door den Minister van
Landbouw ook aan heb bestuur van den.
Alg. Ned. Zeemansbond is te kennen ge
geven, dat door hem geen vergunning
voor het vertrek van een deel der vis-
schersvloot tor uitoefening van de vis
scherij in Britsche wateren zal worden ge
geven, tenzij het Britsche gouvernement
waarborgt, de visscherij voor het overige
gedeelte der Nederlandsohe visschers-
vloot niet te zullen belemmeren, over
weegt, dat door deze overeenkomst voor
een groot aantal zeelieden de mogelijk-,
heid is geopend, om flinke verdiensten te
verwerven, die te meer noodig zijn, daar
zij reeds voor het grootste deel hun spaar
penningen hebben opgeteerd en op de
plaatselijke steuncomités zijn aangewezen,
terwijl ten aanzien van de vissoherij in
de Noordzee geen hooge verwachtingen
kunnen worden gekoesterd, daar dit, ten
gevolge van het zeer beperkte visscherij-
gebied en der duikbooten en mijnen niet
slechts zeer beperkt zal kunnen worden
uitgeoefend, doch ook uitermate gevaar
lijk zal blijken, terwijl het gevaar in be
doelde Britsche wateren tot een minimum
is beperkt gebleven.
Zij constateercnlo. dat door den Mi
nister geen bezwaren naar voren zijn ge
bracht ten aanzien vanr de door de Re
geering gevolgde neutraliteitspolitiek,
zoodat mag worden aangenomen, dat dit
dien hoofde geen bezwaren togen bedoeld
plan bestaan2o. dat de gestelde voor
waarde niet die beteekenis heeft, die zij
wel zou hebben, indien het visschen in de
Noordzee niet gevaarlijker was dan in de
Britsche wateren, terwijl door het stellen
van die voorwaarde voorhands het vis
schen zoowel in de Britsche wateren ah
in de Nonrdzre uitgesloten geacht kan
worden 3c. dat ten gevolge van die voor
waarde da zeelieden groobe verdiensten
moeten der/en, waarvoor zij den Minister
verantwoordelijk me enen te mogen stel
le i; 4o dat do uitkeeringen vanwege de
plaatselijke steuncc roité's in geenen deel*
t« ereikcr: i /.ijn vcor levensonderhoud en
dus in geen enkel opzicht als een billijke
schadeloos!tolling te beschouwen zijn en
besluiten, het bestuur van der. Alg. Ned.
Zeemansbond op te dragon deze motie ter
kennis van den Minister te brengen en
aan te dringen op een schadeloosstelling
wegens gedwongen werkloosheid^ in een
vorm als nader te ovorloggen.
Het thee- en kofficranlsocn.
Het Bureau voor Medcdeelingen in zake
de Voedselvoorziening meldt
Gelijk bekend is, ban door het publiek
op bon 9 der Thee- en Koffiekaart gedu
rende het tijdvak van 16 tot cn met 31
December een half ons tiheo worden ge- i
kocht en op bon 26 gedurende het tijd
vak van 24 tot on met 31 December een
half ons kofcfe extra rantsoen.
Aangezienhet ten gevolge van het door
'de vofsb gestremde scheepvaartverkeer
en van d<» op oen der volgende rustdagen
niet wel mogelijk was om tijdig voldoen
de voorraden aan do detaillisten (winko-
liers) te verstrekken, zal de geldigheids
duur van de bons 9 on 26 worden ver
lengd tot en met 15 Januari 1918. j
Derhalve, zal ook gedurende het. tijdvak
van 1 tot en mot 15 Januari op bon 9
der Thee- en Koffiekaart een half ons
thee en op bon 26 oen half ons koffie
kunnen worden gekocht.
Bovendien zal gedurende datzelfde tijd
vak worden verstrekt: op bon 11 een half
co* Thee en op bon 12 een half ons
Koffie.
In verband met deze beschikking is te
vens-Bepaald, dat de leveranciers van
Thee en Koffie aan detaillisten ook nog
in het tijdvak van 29 December 1917 tot
en met 12 Januari 1918 aan detaillisten j
Thee en Koffie mogen leveren en wel: op
oen hun door een detaillist over te leggen
bon No 3 eener Thee- oi} Koffiekaart
0.05 kilogram Thee, bon No. 5 van zoo- I
danige kaart 0.05 kilogram Thee en bon
No. 8 van zoodanige kaart 0.05 kilogram
Koffie.
De nieuwe Staatslecning.
Heb Ned. Corr.-Bureau meldt ons:
Naar gebleken is, bestaat bij het pu
bliek onzekerheid omtrent de vraag, tot-
welk bedrag naamlooze vennootschappen
cn andere corporaties verplicht zouden
zijn in de gedwongen 3-pCts. Staatslee-
ning deel te nemen, wanneer het onver
hoopt tot do uitschrijving van die leening
mocht komen.
Art. 27 der Leeningwet-1917 bepaalt t«
dezer zake, dat niet uitzondering van de
Ned. Bank, de binnen het Rijk gevestigde
naamlooze, commanditaire vennootschap
pon op aandeden, coöperatieve en andere
verecnigingen en onderlinge verzekering
maatschappijen, welke in de Rijksinkom-
sbenbelasting zijn of worden aangeslagen
wegens uitdeelingen, tot 'n totaal bedrag
van f 10.000 of m^er over 'n boekjaar, dat
geëindigd is in liet tijdvak van 1 Mei 1916
tot en met 30 April 1917, verplicht zijn
deiel te nemen in de gedwongen leening,
door storting van een bedrag, dat gelijk
staat met drie vierden van do volgens de
wet op de inkomstenbelasting 1914 belast
bare uitdeelingen over dit boekjaar.
In de eerste plaats is nu in bepaa'de
gevallen twijfel gerezen, of het betrokken
lichaam al dan niet moet geacht worden
binnen het Rijk te zijn gevestigd. Het is
niet mogelijk door een, in algemeene be
woordingen gestelde uitspraak dezen
twijfel voor alle gevallen op te heffen.
Elk geval moet op zichzelf beschouwd
worden. Immers, het tweede lid van art.
1 der web op de Rijksinkomstenbelasting
bepaalt, dat de vraag of een vennoot
schap enz. binnen het Rijk is gevestigd,
naar de -omstandigheden wordt beoor
deeld. Den belanghebbenden wordt der
halve in overweging gegeven na te gaan,
of de corporatie voor den aanslag in de
zooeven genoemde belasting is aange
merkt als te zijn gevestigd binnen het
Rijk. Kan men dit uit eigen gegevens niet
met zekerheid vaststellen, dan wende men
zich tot den inspecteur der directe belas
tingen, in wiens inspectie de zooeven be
doelde aanslag is geschied.
Do tweede vraag bestaat hierin, of een
Maatschappij of andere corooratio als
bovenbedoeld, die tevens in de koloniën
of ia het buitenland aan inkomstoobM as-
tin c? of daarmede gelijkcre^*- V* heffing
onderworpen is en aan P':' 'nkomst-en-
belapt-ing heeft, te bet-alen. in de gedwon
gen leening zou moeten deelnemen, on
den voet van het totale Herivcr har er uit
deelingen, dan wel dat deel die-.* ui-Veerin
gen, hetwelk aan de Iv-^-^nine der
Rnksinkomsten^eDsbing is ton grondslag
p?°lïwa. D-^e vrpa-a wordt, ter hevoeerder
plaatoe in eerst/mnoemde zin beant
woord.
De belastbare nvdeelfnwen volgons de
wet. on do Inkomstenbelasting, worden
gevormd door de totale ui (dedingen
als bedoeld in art. 20 dier wet. Hieraan
doet niet af. dat in bepaalde gevallen,
waarvan hierboven snralce was, dat totaal
vóór do berekening der belasting naar
evenredigheid wordt verminderd. Door
die vermindering wondt het totaal niet
gesolitet in e°n-belastbaar en een onbe
lastbaar gedeelte. H"pt gebe.pl blijft be
lastbaar, doch* als gevolg van de meerbe-
doelde vermindering is in verband met
elders geheven wordende belastingen, die
bij de gedwóngen leening geen invloed
hebben, voor dat créheel een lagor bedrag
aan belasting verschuldigd.
Dc 37ste broodkaart.
Pc directeur van h<4 Gentraal-Broodkantenr
maakt bekend, dat de broodkaart van Imt 37ste
tijdvak loopt van 1 tot en met 11 Januari
Bons van dozc broodkaart zijn evenwel reeds
heden, Maandag, geldig.
Het slachtoffer te Goes.
Te Goes is begraven de heer Visser, slacht
offer van den bomaanslag op die gemeente. De
ioco-burgemccster, de heer Van den Bout, legde
namens IT M. do Koningin een krans op bet
graf. De heer Van den Bout sprak namens de
burgerij, ds Van Lou&ftoh' namens do Kerk en
de heer Jongepicr namens het bestuur van de
Christelijke School. Een familielid dankte de
Koningin en de belangstellenden.
Gevolg van gebrek aan petroleum cn kaarsen.
Do Oudejaarsavond-godsdienstoefening wordt
in de Ned-Hei v. kerk te Diepenheim des na
middags gehouden, daar men geen petroleum of
kaarsen heeft.
Kolenschaarschte.
Do kousenfabriok van do firma Gebr. Mer-
kelbach te Lieshout is wegens gebrek aan brand
stoffen voorloopig stop gezet. 150 personen zijn
hierdoor werkloos
Maatregelen bij bonunenongevalien.
B. en "NV. van Vlissingen hebben oen dienst
georganiseerd, om op dc meest snelle en prac-
tischo wijze liulp tc vcrlcenen bij eventueele on-
govalien, veroorzaakt door bommen uit vlieg
tuigen. Do dienst, onder algemeene leiding van
don commissaris van politie, is verdeeld in een
medische en een technische afdecling. De medi
sche afdeeling staat onder leiding van dr. A.
Stavorman en bestaat verder uit een aantal le
den van de transport-colonuc van de „Raod9
Kruis'-afdeeling, die in staat zijn, de eerste
hulp bij ongelukken te verleenen cn in het bezit
zijn van verbandmateriaal, terwijl een groot
aantal draagbrancards ter beschikking is ge
steld. De technische afdeeling slaat onder lei
ding van den gemeente-bouwmeester, wiens per
soneel in hun woningen een goed licht gevcude
lantaarn en gcreedschappeu heeft, terwijl aan
do sladsschuur steeds een wagen gereed staat,
bevattende lantaarns en werktuigen.
Do spinnerij herleef!.
Do enorme duurte van sajet en wol brengt
ons van lieverlede tot de oudheid terug. Thans
wendt zicli menig schapenhouder of landbouwer
tot oude bezitsters van een spinnewiel cn zoo
leeft de primitieve spinnerij van voorheen weder
op. Vele kinderen hebben kousen, waarin lappen
genaaid ziju als voetzolen, omdat sajet niet te
krijgen of te duur is.
De vereeniging voor het bevaarbaar
maken van de Ruhr is bezig, plannon uit
i te werken voor een groot ringkanaal in
het Nederrijusch-Westfaalsch industrie-ge
bied, dat de verschillende waterwegen met
elkaar zal verbinden-
Op de tramlijn EssenSteele liepen
twee lokaal treinen op elkaar. Eenige wa
gens werden vernield, 3 personen gedood,
i 15 zwaar on 8 licht gewond.
Het Zwitsersche dorpje Euszigne, bij
Sion, is binnen vier uur tijds geheel door
brand vernield. Er gebeurden geen persoon-
lijko ongelukken.
Uit Zuid-Frankrijk worden zware
sneeuwstormen gom old.. Rivieren zijn bui-
j ten bun oevers getreden cn het treinver
keer is aan grooto vertraging onderhevig.
De vroegere Portugeesche minister-
president Affonso Co sta is in de vesting
Elvas geïnterneerd.
In Bohemen heeft een mijnongeluk
plaats gehad, waarbij 23 mijnwerkers om
het leven gekomen zijn.
Bij Shepherdsville in Kentucky heeft
een botsing plaats gehad t-usschen een
trein van de „Louisville and Nashville Cy."
en een lokaaltrein, waarbij 67 personen ge
dood en 50 gewond werden.
Echter, in Den Haag wordt speciaal wat be
treft de openbare* rijplaatsen geen toezicht ge
houden (uitgezonderd de vijvers in het Bosch),1)
Was dit het geval, de politic zou dan Zondag
23 dezer in Den Haag, in de polders op De-la-
Rcy-kade, niet toegelaten hebben, dat deze pol
ders bereden werden, aangezien bet ijs was van
1 a 2 nachten. Er zijn dan ook cenigo schaat
senrijders (waaghalzen) door het ijs gezakt,
waf gelukkig hehoudons een nat pak
goed is afgeloopen.
Of het ijs berijdbaar is, wordt alleen gecontro
leerd op dc banen van de Haagschc IJsclub;
overigens moeten dc schaatsenrijders 't zelf
maar controleeren, wat mijns inziens voor de
bevoegde autoriteiten een groote verantwoorde
lijkheid is.
De politic kan vcor de roekeloosheid van vele
waaghalzen niet verantwoordelijk gesteld wor
den, toch dienen zij waarschuwend op te tre
den, en hot oudere publiek kan in dezen mede
werken.
Hoe vaak gfebeurt het niet, dat de politie
wordt uitgejouwd, wanneer jongens door baar
gewaarschuwd worden!
Do voorbijgangers moeten in het bijzonder,
wanneer zij mcnschen op het ijs in gevaar zien,
dezulken waarschuwen, cn niet blijven kijken,
totdat hel te Ia2t is.
Het is verder de plicht van ouders him kin
deren niet zonder toezicht op het ijs te laten,
hun tevens voor Ic houden het groote gevaar,
waarin zij aanstonds kunnen verkeeren en door
hun roekeloosheid ook anderen in groot gevaar
I brengen^ Er gebeuren iininers dc meeste ijs-
ongelukken, doordat dc kinderen zonder ouder
lijk toezicht zijn
Laten wij ten slotte allen medewerken, waar
wij schaatsenrijders zien, op gevaarlijken plaat
sen, door een waarschuwend woord tot hen te
richten, opdat droevige ongelukken, zooals die
van 23 December 1917, waar helaas een voor zijn
grooto mcnschlievcndheicl het leven verloor,
niet meer plaats vinden.
Hoogachtend,
G A. VEEREN.
Den Haag, 28 Dec. 1917.
H Niet geheel juist. Dat de politic in Den
Haag niet op alle openbare rijplaatsen toezicht
houdt, is logisch: dit zou ondoenlijk zijn. Wel
degelijk echter wordt in Den Haag over 't al
gemeen door dc politie toezicht uitgeoefend op
het rijden op grachten en vijvers eu zijn de be
ambten dan ook niet reddingsinatcriaal uit
gerust. Red.
Politie-toezicht op het Ys.
Geachte Redactie.
Mot betrekking tot het schrijven van den heer
O J Hearing, betrpffendc „Politie-toezicht op
het ijs" in uw geacht blad van 27 dezer, zij het
mij vergund eenige plaatsruimte te verzoeken-,
waarvoor bij voorbaat dank.
De heer Hearing geeft zijn verwondering te
kennnen, dat er Zondag 23 dezer geen politie
toezicht was op den Zoetcrwoudscho-SingeJ,
toen het bekende noodlottig ongeluk plaats
vond en wijst op plaatsen, o a. Den Haag, waar
steeds op gezochte rijplaatsen toezicht wordt
gehouden.
Joh. P. M., to Leiden. U moet voor
alle mogelijke distributiemaatregelen en
aangifte voor een en ander het „Leidfsch
Dagblad" lezen. Daarin worden allo offï-
i cieeie publicaties opgenomen en zoo noodig
daarover advertenties geplaatst. Wij kun
nen ten overvloede der opgaven niet nog
eens weer meedeelen.
Bovendien, als u geen plaatselijk blad
leest, zal ons antwoord u toch ook niet
bereiken.
C. J -Z., te Leiden. Voor de door u
verlangde kaarten moot u zich wenden tot
het D striboitie-bureau Vischmarkt
H. M., to Leidon. Rijkswetten gaan
boven gemeentelijke verordeningen. Ook
wanneer de door u bedoelde verordeningen
nog niet gewijzigd zijn., zijn de bepalingen
motor- on rij wiel wet van kracht-.
P. S te Leiden. Wij vreezen voor u,
clat ter wille van enkele kleinhandelaren
in sajet geen wijziging in do distributie
van dat artikel zal kunnen worden ge
bracht. Als uw nering daarmede verloopt
on u -uw brood verliest, zult ge u moeten
wenden tot het Steuncomité. Gij zijt dan
ook een slachtoffer van den oorlogstoe
stand.
Venter, te L. U kunt tegen betaling
's Zaterdags een plaats op de Le-icfecho
markt krijgen. Informeoren bij den markt
meester, don lieer Romaneske.
v d. G., Zoeterwoucïe, bij Leiden en
anderen. De secretaris van do Huur-
commissie te Leiden is do heer A. Wit-
mans Mzn. Hij houdt olkon werkdag van
's voorm. 9 uren tot- halfeen zitting in de
Burgsteeg No. 2 Wij hebben dit reeds her
haaldelijk meegedeeld. Laten belangheb-
i benden cht adres nu onthouden.
Roman van SILAS K. HOCKING-
37)
Hij las haastig en vlugeen ver
baasde uitdrukking kwarn in zijn oogen
toen begon hij weer van voren af aan to
lezen. Zijn gezicht klaarde op cn zijn oog
leden opslaande, keek hij om zich heen.
Hij twijfelde nog altijd. D8 toon in don
brief was bijna verontschuldigend. Er stond
geen bedreiging in, geen vraag om geld,
geen zinspeling op geldafpersing en de
naam van Hector Drysclalo werd cr niet
4n genoemd.
Hij las het volgende
„Geëerde Heer. Ik heb vele huiden en
veel ivoor op het oog en er zou misschien
een voordöeligo ruiling kunnen gedaan
worden, als u mij mot uw orders wildot be
lasten. Het heeft mij zeer teleurgesteld, dat
ik in zoo langen tijd niets van u hoorde.
Ik heb altijd mijn ïjest voor u gedaan cn
zoo goed mogelijk uw orders uitgevoerd.
Ik hoop dat u niet beleedigd is. Als ik in
eenig opzicht in^cbreko ben gebleven, dan
ia dat mijn schuld niet geweest. Het ge
beurt ,6omtijcls. dat men den visch wel aan
den haak krijgt, maar niet op liet droge
brengt. In afwachting van uw verdere
Igeccrdo orders blijf ik,
Uw onderdanige dienaar,
SANDY BRIMSTONE."
R Ciiujcl Bardcll las d"en brief ten derden
male, waarbij hij elk woord en eiken zin
soiv.uld-g overwoog. Het eerste gedeelte
was heel duidelijk, maar de laatste paar
zinnen waron geheimzinnig. Wat wilde hij
zeggen met den visch aan den haak to
krijgen en dien niet op het dtoge te bren
gen? Was het een toespeling op Hector
Drysdalo een bekentenis, dat hij zijn
doel gemast had?
Als ik in -eenig opzicht in gebreke bon
gebleven." Die woorden schenen langzamer
hand in zijn brein te branden.
Maar Drysdalo was dood. Door inboor
lingen gedood, volgens het bericht. Was
Sandy dan niet bij do zaak betrokken?
Bardell sprong overeind en staarde om
zich heen Een nieuwe hoop ontwaakte in
zijn gemarteld gemoed. Als Sandy do daad
had begaan, zou hij zijn belooning opge-
cischt hebben. Waaroft oischt hij die niet
in alle geval op 1 Waarom verzekerde hij
niet-, dat do inboorlingen volgens zijn in
structies hadden gehandeld? Hij (Bardcll)
Zou in elk geval niet in staat wezen het
tegendeel to bewijzen. Sandy was er de
man niet naar om een gelegenheid te laten
voorbijgaan. Het stak hem nooit nauw met
do waarheid.
„Als ik in epnig opzicht in gebreke ben
gebleven."
Do woorden dansten voor zijn oogen als
stofjes in een zonnestraal. Zou het mogelijk
kunnen zijn, dat Sandy niets van Drys-
dalo's dood afwist Zou het mogelijk kun
nen wezen, dat
Bardell ging weer ^ittcji en dacht, zijn
hoofd in zijn handen verbergend, ingespan
nen na. Do hoop, dio in zijn hart was op-
gfowiekt, groerJdb aan, verlichtte zijn ge
moed meer en meer. Sandy wist het niet.
Sandy had het dus niet gedaan, bijgevolg
was hij (Richard Bardell) niet zeclelijk_ver
antwoordelijk voor den dood van Drys
dalo.
Hij liaaldo sneller en vrijer adem. Het
wa/s~~alsof or een klomp lood uit zijn hart
was genomen, alsof er een zware last van
zijn vermoeide schouders gleed. Hij had
behoefte te lachen, het uit te schreeuwen,
dat hij zich zoo opgelucht voelde, opdat- do
bergen het zouden hooren.
Hij ging uit do schaduw van do rots weg
en stond in den zonneschijn. Die streek als
een liofkoozing over zijn gezicht en wekte
hem op. Do warmte scheen een symbool
van Godis goedheid. Hij was niet meer ver
antwoordelijk in Gods oogenGod was
goedertieren. Heb kwaad, dat hij booogd
had!, had God hem belet to doen. De dood
van Drysdalo koii niet op hem geschoven
worden. Hij was geen moordenaar.
Heb govoel van verlichting \Vas zóó groot,
dat hij als een kind tusschon en over de
rotsen begon te klauteren. Hij had niet go-
weten hoo groot do last was, dien-hij had
gedragen, totdat die nu van hem was ge
nomen. Hij kreeg ineens lust togen een der
groote sneeuwtoppén op te klauteren, dio
het teere blauw van den hemel doorboor
den. Hij voelde zich weer als een jongen.
Diep beneden in het ravijn klonk in het
kabbelen van d)en stroom een vrooHjk
wijsje. Hij trad dichter op den rand toe
en luisterde. Do kanten waren steil op
sommige plaatsen, en hadden breedo, met
mos en hoog opschietend gras begroeide
uitstekken.
Nu viel zijn oog op een partijtje edel
weiss, in de sohaduw van een rots verscho
len. Hij had dat nooit eer zien groeien. De
wollige bloembladen daarvan leken eigen
aardig wit tegen den donkeren, kalen
achtergrond.
In con oogonblik klauterde hij er heen
I om het te grijpen. Hij wou een takje in zijn
knoopsgat dragen als ccn zinnebeeld van
I dankbaarheid (jegens God); het overige
van den bos wilde hij voor Adela mee
nomen. Wat zou zij verrukt wezen
Hij voelde zich zoo licht in het loopen als
een vogel. Gevaar was iot-s, waaraan hij in
het geheel niet dacht-. Plotseling gleed een
steen onder zijn voeten weg, hij viel op
zijdo tegen den aardwal, greep zich vast
aan do losse steenen cn den grond, rolde
voorover en viel in do donkere ruimte
Hij was een zware- man en ofschoon hij
niet cHe-p viel, was de schok vrij lievig.
Toen hij weer tot- bewustzijn kwam, be
merkte hij, dub hij met het gezicht naar
boven gekeerd' op een uitgestrekt, mos
achtig terrsis lag, jneib zijn rechter-been
dubbel gevouwen onder hem. Kreunend
trachtte hij zich op te richten, maar do
pijn was to vreeselijk. Hij riep om hulp
zoo hard hij kon maar zijn stem scheen zich
in een groote, lcclige ruimte to verliezen.
Hij hvelc! eenigen tijd met roepen op.
Wat gaf het? Hij was ver weg van do
drukke, bogar.e wegen. Niemand zou hem
ooit hooren. Hij zou daar moeten blijven
liggen totdat de menschen uit het hotel
naar hem kwamen zoeken. Dat zou niet
vóór 's avonds wezen. De cxcursisten had
den hun lunch meegenomen cn zouden niet
vóór het ondergaan der zon terugkeer en,
en me/a zou in de meening verkeeren, dat
hij mét hen was meegegaan.
Als zij, die hem gingen zoeken, zich op
weg begaven, zou het bijna dónker zijn en
zij zouden niet. weten welken weg zij moes
ten nemen. Niemand had gezien, dat hij
er alleen op uit ging^ Zij konden wel den
heolen nacht naar hem zoeken zonder hem
to vinden en als zij hem vonden, zou hij
dood wezen. Hij kon onmogelijk vele uren
in zulk een marteling blijven levon.
Hij riep weer om hulp, maar zijn
scheen steeds zwakker to worden.
Was <üt dus het einde? Had al zijn stre
ven en zwoegen hiertoe geleid? Had God
tóch opgehouden goedertieren to wezen?
Hij we^Lschto niet to sterven. Hij wenschto
te leven, zijn leven te veranderen, op do
een of andere wijze boete te doen voor het
verleden; het een of ander nuttig werk to
verrichten eer hij naar de eeuwigheid ging
en rekenschap moest afleggen.
Hij sloot zijn oogen cn zijn geheole
leven scheen voor hem langs te trekken als
een panorama, dat zich afrolt. Hoo beuzel
achtig was het in hoofdzaak geweest. Hij
was goed begonnen, maar geld en onwaar
dige eerzucht hadden hem bedorvon Hij
was van den cenen stap tot den anderen
gekomen, van do ceno dwaasheid tot de
andere, totdat
„O goedertieren God," bad hij, „geef mij
nog een paar jaren. Geef mij nog een kans,
nu mijn oogen zijn geopend
Maar er kwam geen antwoord op zijn
gebed. Het eenige geluid, dat do stilte
verbrak, was het kabbelen van den stroom.
De pijn hi zijn been werd heviger cn
ondraaglijker. Het koude zweet brak hem
uit cn lag in groote druppels op zijn voor
hoofd. Zijn krachten schenen snel af te
nemen.
Hij opende zijn oogen weer en keek
smeekend naar den hemel. Toen ging er
een rilling door zijn lichaam hij hield zijn
adorn met een snik in, zijn hart scheen nie&
meer te kloppen.
(Wordt vervolgd.)