No. 17724. LËIDSCH DAGBLAD Donderdag 6 December Tweede Blad Anno 1917. DE OORLOG. f - Nederland en de Oorlog. TWEEDE KAMER. INGEZONDEN VRAGENRUBRIEK. FEUILLETON. Een man's werk. -*lr Duitschlands geheim# documenten. Br wordt in de centrale rijken heel wat drukte gemaakt over de geheime documenten, die de maximalisten in ltualand in het licht geven. Maar in Berlijn vindt men 't niet noodzakelijk eerlijkheidshalve ook de eigen geheime stukken in het licht te geven. Zou den die ook niet eenige stof doen opwaaien? Havas meldt uit Zilrich, dat zich in het gaksfeche parlement iets schokkends heeft voorgedaan. De afgevaardigde Fleissner, der socialis tische minderheid, vroeg de regeering, zich uitdrukkelijk bereid te verklaren, om een vrede zonder schadeloosstelling en inlijving te sluiten, zei, dat Duitschland een ontzettende v e r a n t w o o r d e Hj k- heid draagt aangaan de den huldi gen oorlog en dat, als men Duitsch- land's geheime verdrageneens aan het licht bracht, misschien nog heel wat ergers aan den dag tou komen dan nu uit de geheime verdra gen van Rusland bljjkt. Daarna kwam hij met onthullingen over de Duitsche diplo matie, maar Havas' correspondent meldt, dat het daarop betrekking hebbende stuk van het verslag uit de handelingen is geweerd. Al leen zouden de bladen hebben bericht, dat Fleissner de copy van een ontwerp-geheime overeenkomst aanbood, dat door Zimmerman was opgesteld. Men weet niet, of die over eenkomst al dan niet is gesloten, maar vol gens den afgevaardigde is ze niet meer of minder dan een daad van verraad. Fleissner stelde het stuk aan den voorzitter van het Huis ter hand, die -het aan het ministerie van buitenlandsche zaken heeft doen toeko men. Wal zal Roemenië doen? De „Voss. Zfcg." verneemt, dat de Roo- neensohe regoeririg aan de regeeringen van Engeland, Frankrijk en Amerika- heeft medegedeeld, dat ze door den verander den toestand in Rusland genoodzaakt is, dc verdediging van hot Rocmeensche front op te geven. Do Roemeensche regeering verzoekt thans van de drie genoemde regeeringen te mo gen vernemen, op wolko wijze ze in dit op zicht het meest in den zin van de Entente kan handelen. Ia het bericht van de ,,Voss. Zfcg." juist, dan beteekent dit dus een afzonderlijke vrede, althans wapenstilstand, tussehen Roemenie en de Centraio Rijken. Naar de Parijsohe bladen vernemen, houden de westelijke mogendheden zich bezig met 'b scheppen ©ener weersfcands- zftne aan de Zwarte Zee in Zuid-Rusland, vanwaar do strijd, hetzij tegen do bolsje- wiki, hetzij tegen het Duitsche oostelijke front, kan worden voortgezet. De ,,Eoho de Paris" deelt in dit verband mede, dat generaal Beróhelefc, de chef van de Fran- bche militaire missie in Rusland, reeds met een bijzondere volmacht is bekleed. De dief van de Roemeensche missie in Frankrijk, generaal Ilie-scu, verklaart in het Petit Journal", dat, ah do bolsjewi- ki inderdaad den strijd mochten staken, met behulp van de Russische Zwarte Zee- vloot, een weerstands-centrum zou kor don georganiseerd. Men rekent daarbij op de kozakken, die de Entente zijn trouw gebleven, l.et Roemee nsche log-er en de troepen van generaal Tsjerbatsjof, die allen den strijd zouden voortzetten. l>e weerstandslinio zou de rest van Roe menie, Zuid-Rusland, de Zwarte Zee en Armenië omvatten en zoo met de in Me- aopofcamië strijdende Dngelfielh© tnoepen in verbinding staan. De geallieerden zou den gemakkelijk de hand op de Russische Zwarte Zeevloot kunnen leggen en de Russische strijdkrachten in Armenië op- dor het opperbevel van den Engelschen bevelhebber in Mesopotamia plaatsen. Do aanvoer van voorraden zou plaats vinde-n over den onder Amerikaansck be heer tc stellen Transsiberr*ohen spoor weg en via de Perzische Golf. Het is de plicht der Entente, de petroleumveldcn van Batoem en Bakoe on van den Zuide lijken Kaukaaus te verdedigen on Rusland niet in den steek te laten. D# onmenschelljke duikbootoorlog. De volgende bijzonderheden worden eerst nu bekend gemaakt omtrent de torpedeering van de „Hidalgo", hefc stoomschip van de Ellerman-ljjn, dat den 28sten Augustus des ochtends om kwart voor zeven, zonder voor afgaande waarschuwing in den grond is ge boord. Het schip maakte terstond zware slag- zijde. Een reddingboot werd in stukken ge slagen, het draadlooze telegraaftoestel werd onbruikbaar gemaakt; twee andere redding- booten werden volgeslagen, zoodat er ééu boot overbleef voor de geneele bemanning, die 35 koppen telde, (tlwee man waren er verdronken toen een van de booten wegsloeg. De duikboot begon vervolgens het Schip te beschieten, totdat hefc zonk. De schipbreuke lingen zetten b\j sterken noordelijken tot noordoostelijken wind landwaarts koers in zuidelijke richting. Den 29sten Augustus nam de wind toe tot een stijven bries met zware zee. Den volgenden, dag was hefc 't zelfde weer en de mannen leden zwaar door ont bering. Hefc lijk van den tweeden kok werd om drie uur 's morgens overboord gezet, de donkeyman stierf 'n middags; een machinist) was op het tijdstip stervende. Maar de lijst van dooden werd langer. De kok, de tweede hofmeester, twee matrozen en een machinist stierven. Him lijken werden in de boofc be waard. Vijf dagen nadat de „Hidalgo" in den grond was geboord, werd de boot opgepikt. Do mannen werden naar patrouillebooten overgebracht, maar twintig moesten er naar een hospitaal vervoerd wordeD. Van ver scheidene leden der bemanning moesten sin gers en teenen afgezet worden. De Canadee3chc lecning. Canada's ovcnvLniiingslccnLng vau 150 mil lioen dollars i3, naar uit Ottawa wordt bericht, meer dan dubbel volteekend. Naar aanleiding hiervan zoide sir Thomas White, minister van financiën: Het o\erwclcligend succes van de overwinningsloeming is een groote nationale triomf voor het Caiiadeesclio volk. Er zullen nog wel oen week of een paar weken voorbij gaan, voor wo de eindresultaten zullen ken nen. Het zal ons niet verwonderen als do in schrijvingen van con half millioen inschrijvers con bedrag van 350 millioen bereiken. Gemid deld toekende op clko drie gezinnen or een in. Nog weer cons heeft het Canadeeeche volk zijn eensgezindheid getoond om vol te houdon tot een beslissende overwinning is verkregen. KORTE BERICHTEN. De Belgische mijnwerkers E. Bai'ly en L. Gislay, die 2 Juni 60 tot 80 aardappelplan ten op een veld te Oberkausen hadden ver nield, zijn onderscheidenlijk tot 3Mt en 3 jaar tuchthuis en 5 jaar eerverlies veroor deeld. Hun daad werd als poging tob land verraad beschouwd. Volgens berioht uit Bellijn heeft do Bondsraad goedgekeurd, dat hop wordt, ge bruikt voor vermenging met tabak bij de vervaardiging van tabakwaren. Tegelijk met de volkstelling op 5 Dec. a.s. wórden in Duifcschlnnd do levensmidde lenkaarten gecontroleerd, die elk hiusgezin in gebruik heeft, ten einde na te gaan of niemand méér van de distributie betrekt, dan geoorloofd is. Er is tè Parijs een besluit uitgevaardigd, waarbij het broodrantsoen voor ieder per soon, naar gelang van leeftijd en sociale po sitie wordt bepaald op een hoeveelheid van 200 tot 600 gra-m. De onderhandelingen met Engeland en Amerika. Men meldt- uit. Den Haag Volgens een bij de N. O. T. ontvangen telegram van haren secretaris, den heer Valstar, thans met do heeren Snouck Hurgronje en Broekeina te Londen ver toevende. zullen de onderhandelingen met- do Engelscho en Amerikaansche afgevaar digden aldaar thans worden geopend, nadat te Parijs de noodige inlichtingen zijn ver strekt. Een gunstige oplossing der scheepvaart regeling mag worden tegemoet gezien, tor- wijl de voorziening van ons land met levens middelen wordt besproken aan do hand van gegevens, aan bedoelde commissie dobr de N. O. T. to verstrekken. Het meel van de „Jan Pieterszoon Coen". Heb antwoord van den minister van Landbouw op het Voorloopig Verslag werd door clen heer Netschcr in den gemeente raad van Velsen ter sprake gebracht -en geheel onjuist genoemd. Indertijd bracht dezelfde lieer do quaosfci© van het meel op het als hotel in gerichte stoomschip „Jan Pieterszoon Coen" ter sprake. Nauwelijks was de aanwezigheid van onvermengd meel den ambtenaren van hefc levensmiddelen- bedrijf bekend! of zij vroegen instructie a-an Den Haag.- Daar werd steeds getalmd meb een antwoord, zoodat werd voortgegaan van dit meel to gebruiken. Eerst toen spreker in de publieke raadszitting daarover begon en de verslagen den volgenden dag in de bladen verschenen, werd hefc levensmddde- lonbedrijf opgebold door een inspecteur der meeldistributie, c&e mot verlof was en in lichtingen vroeg. Op zijn bevel is toen eerst hefc meel in beslag genomen. Aangezien do behaaideling van de begroe ting nu in do Tweede Kamer aau do orde is, achtte spreker hot dringend noodig weder in openbare zitting er op tc wijzon dat dfe minister er absoluut een verkeerde voorstelling van zaken gaf als hij spreekt van Amerikoansch meel,clat op de ,,J. P. Coen" in beslag was genomen. De contro leur trof het meel aan in zakken, die het fabrieksmeel en de loodjes droegen der be kende maatschappij Holland. Heb betrof hier dus zuiver inlandsch meel. In diezelfde dagen werd op last van de regeering wel beslag gelegd op eenige kleane hoeveelheden bij bakkers, die nog wat onge mengd meel in voorraad hadden. Spreker meent dan ook te moerben constateeren, „dafc dio hoogo heeren (er vertoefden namelijk eenige ministers op het drijvend hotel) elkander do hand boven het hoofd hielden, waartegen hij meende te moeben profces- teeren." Commissie van advies crisis-aangelegenheden. De minisber van Landbouw heeft ingesteld een commissie van advies voor crisisaangele- genkoden, die tot taak zal hebben a. de oplossing van geschillen., ontstaande tussohen de N. U. M. en exporteurs, en, wanneer een minnelijke oplossing niet mocht word/en bereikt, en er bij don minister van Landbouw, enz. tegen eenige beslissdug van de N. U. M. beroep wordt ingesteld, ge noemden minister daaromtrent te dienen van advies b. den minister van Landbouw te dienon van advies ten aanzien van de oplossing van moeilijkheden, die in den crisistijd ontstaan, ingeval door genoemden minister omtrent zoodanige oplossing advies aan de commissie wordt gevraagd. In bovengenoemde commissie zijn be- noomd tob lid en lsben voorzitter de heer rar. R. van Veen, lid van de Tweede Kamer, tot lid en 2den voorzitber de heer mr. V. H. Rutgers, id., lid der Rijkscom missie van Toezicht op de Voreenigdo Groente- en Fruitcenfcraletot leden de heeren prof. mr A. S. de Blécourfc, hoog leeraar te LeidenG. P. J. Oasporsr., oud- ingenieur van Waterstaat in Noderlandsch- Indië, 's-Gravonhagemr. W. Lunsingh Tonele ens, rechter in de arrondissements rechtbank te Rotterdammr. dr. J. van Gelein Vitringa, id te 's-Gravenhagetot secretaris de heer H. Ch. C. J. van dor Mandere, journalist, 's-Gravenhago. - Distributie van aardappelen. De minister van Landbouw enz., gezien zijn bekendmaking, betreffende de aard appelcndisbr.ïbutie, brengt ter algemeen© kennis, dat aan de daarin genoemde soor ten aardappelen, welke voor de zosweek- sche reserve kunnen worden geleverd, wor den toegevoegd de soorten Bravo, Bonte, Blauwe, Frisia en De Wet. van kleigrond. Vervoer van aardappelen, enz. Door don minister van Landbouw onz. is tot do burgemeesters de navolgende cir culaire gericht: Door de Rijkscommissie van Toezicht op de Aardappel en vereeniging worden ver voerbewijzen voor aardappelen afgegeven, welke vervoerbewijzen in den regel geldig worden verklaard gedurende 14 dagen na den dag van afgifte. Ten einde nu te voorkomen dat binnen den geldigheidsduur van een dergelijk be wijs tweemaal gebruik zal worden gemaakt is hefc wenschelijk, dab de vervoerbewijzen, zoowel in de plaats van afzending als clie van aankomst door de gemeentebesturen worden afgestempeld en hierbij tevens den datum van afstempeling wordt aangege ven. Ik heb de eer u te verzoeken aan dezen maatregel streng de hand te willen doen houden. Toowyzingscomniissle voor voevoeder. Do minister van Landbouw, Nijverheid en Handel maakt bekend, dat de kantoren van de Toewijzingecommissie voor veevoe der, .met ingang van 1 December 1917, zijn verplaatst van Anna Paulownastraat C9 naar Laan van Meerdervoort 53c (telefoon nummer blijft Haag 92-35). Zitting van gisteren. Staatsbegrooting 1918. De heer TROELSTRA vervolgt zijn rede. Spr. zet dan verder uiteen en betoogt, dab bij de rechterzijde niets gebleken is van een democratisch standpunt als door hem verlangd. Spr.'s aanbod, om tot eon compromis te komen inzake do ouder- doni8verzekering, ia zelfs categorisch af gewezen. Waar wij over een zeer urgent onderwerp heb niet eens kunnen worden, daar heeft spr. niet veel hoop, dat dit na de verkiezing beter zou gaan. Ook over do voorziening der levensmiddelen is geen woord gesproken en ook dit vraag; stidc moet eerst opgelost zijn. De vraag tot ons: „Wilt ge in een ministerie zit ting nemen?" is dus thans nog niet op losbaar. Op -het Kerstcongres der S. D. A, P. zal die vraag nader worden over wogen en een besluit in deze zaak wor den genomen. Verder bespreekt spreker de homogeni teit in hefc kabinet en zegt, dat de so ciaaldemocratische partij nooit 'zitting zal nemen in een ministerie, waarbij zij genoodzaakt zal worden om haar begin selen te verloochenen. Want wij willen wel regieerde^s, maar geen gevangenen worden. De heer VAN RAALTE repliceert cn zegt, dat de homogeniteit altijd een eer ste eisck blijft van hot kabinet en de staatsrechterlijke beschouwingen van Minister Cort van der Linden acht spre ker dan ook niet zonder gevaar. Loden van een kabinet, wier aangelegenheden in elkander grijpen, mogen geen betoo- gonde opvattingen huldigen. Wat de be handeling der onderwijswetten betreft, spreker meent, dab het een eisch der po litieke welwillendheid is, dat de Kamer deze niet meer behandelt. Een Kamer, welke haar ontstaan te danken heeft aan een ontbinding ingevolge de Grondwets herziening, moet haar taak zoo begrensd mogelijk opvatten. De behandeling der onderwijswetten moet de taak zijn van de nieuwe Kamer. Spr. ontkent, dat de linkerzijde oen anti-clericaJe politiek drijft en dat zijn partij de scheidingslijn der anti-these wil de handhaven. Wanneer dr. Kuyper spreekt over 't sorteeren van overschot ten bij de Evenredige Vertegenwoordi ging, dan denkt hij niet aan den heer Marchant, maar aan den heer Nolons, zoodat de heer Marchant niet al te opti mistisch moet zijn. Do afgevaardigde uit Deventer had dan ook niet zijn scherp ste pijlen op spr.'s partij moeten afschie ten. Do heer VISSER VAN IJZENDOORN ontkent tegenover den heer Marchant, dat bij hem van een bekeering sprake is in zake hefc vrouwenkiesrecht en behan delt hierna het beleid der Regeering cn haar gebrek aan eenheid en wil niet meer hooren, dat er geschillen zijn, maar al leen, dat ze opgelost zijn. De houding van den Minister in zake do ouderdomswet lean spr. niet bevredi gen. De Regeermg had de Tweede Ka mer moeten raededeeten, dat zij een mo- morie van antwoord zou zenden n-gr> de Eerste Kamer. Men kreeg nu altijd den indruk, dat ook de Regeeri ng 't ontwerp als dood beschouwde. Ook blijft spr. volhouden,' dat de Re* geering, wat betreft cie onderwijzefa- öalaiiseen., veel te karig was, maar wat betreft de levensmiddelen v oorziening, veel to royaal. De heer MARCHANT constateert, dafc de hoofdvragen, de defensie betreffend, thans niet kunnen worden opgelost, om dat men niet weet, wat de wereld na den oorlog ons brengen zaL Ook betoogt spr., dat de minister van Justitie niet lijdelijk de uitspraken van de rechtscolleges moet afwachten of daar in berusten, maar waar bleek, dat hefc recht geschonden is, moet. hij ingrijpen. Tegen een permanente economische con\- missie blijft spr. zijn bezwaren handha ven. Hierna bespreekt spr. de niet-indiening der ouderdomswetten en dringt er bij de linkerzijde op aan, dafc zij krachtens haar recht van initiatief de web weder in dient. Spr. ontkent, dafc een extra-parlemen tair kabinet anders tegenover het volk staat dan een parlementair kabinet. Ue Minister noemde het ondemocratisch, dafc apr. zeide „L'Etat c'esfc nous". Spr. be roept zich. op de Grondwet, welke zegt: „De Staten-Generaal vertegenwoordigen het Nederlandsche volk". De Regeering kan en mag geen ande ren ©fceurt zoeken dan bij de volksverte genwoordiging. Onder homogeniteit verstaat spr. saam- hoorigheid tussehen alle leden van hefc kabinet. Moeilijkheden moeten binnen kamers blijvengebeurt dit niet, (ian komt hierdoor het landsbelang in gevaar. Vervolgens betoogt. Bpr. nogmaals do onmogelijkheid van een voortzetting der concentratie. Hefc aanbod der Liberale Unie is alleen gedaan om de vrijzinnig-democraten als scheurmakers te- kunnen brandmerken. De Liberale Unie is niets anders dan een concentratie van allerlei ©lemonfcen. Do heer Van Raalfce doet niets om in te gaan tegen de scheidingslijn der antithese. Donderdag halfeen zal spr. zijn rede voortzetten. De gasprijzen te Leiden. In de laatste Raadszitting is van de tqjdo van B. en W. gezegd, dat ook na de ver booging de gasprijzen in Leiden lager ble ven dan in de meeste andere gemeenten, zelfs dan in het roode Zaandam. Ook de schrijver V3n „Onder onze Vroede Vaderen" vermeld de dit laatste feit. Zulks is thans echter niet juist meer. De zer dagen heeft de Raad van Zaandam den gasprjjs wel is waar op voorstel van B. en W. vastgesteld op 16 cents per kub. M. Daarbjj is echter de volgende regeling ge maakt: iemand met 800 gulden inkomen krijgt een reductie van 8 cents per kub. M„ iemand met een inkomen van 9O0 7 oents en zoo vervolgens, totdat iemand met een in komen van f 1600 eens den vollen prijs zal moeten betalen. Bovendien stellen B. en \V. zich voor, om, indien de gasprijs nog verder zal moe ten worden verhoogd, gelijktijdig ook de grens voor hel verleenea van reductie met 100 te verhoogen. Het is duiieljjk, dat de thans te Zaandam aangenomen regeling van den gasprys voor do groote massa der bevolking veel minder ongunstig is dan die, welke te Leiden on langs is vastgesteld. Daarin wordt volstrekt geen rekening gehouden met de draagkracht der ingezetenen! De Leidsche I» uur to-Commissie. Verschillende vragers. Döor het aanne men van de voorjaars- of kermisfooi, ver- p.icht de dienstbode zich om met November te b.yveu. Gaat zij dus op I November weg, dan mag mevrouw deze fooi afhouden. Roman tïiii SILAS K. TIOCKING. Uit het Engelsch vertaald. S50) Z!j was geen spreekster voor het podium. Zij deinsde voor publiciteit terug en wilde Met deelnemen aan openbar© vergade ringen maar in een comité was zij onbe taalbaar. Haar hulp en raad werden bij allerlei soort maatschappelijk werk gezocht en toch werkte zij meestal in sfcilto en alleen zij, cïie haar hulp ontvingen, wisten iaarvan iets af. Den daarop volgenden keer, dat Impey haar had gezien, was to Stonehurst, toon zij hom zijti koffie in c?o bibliotheek bracht. Toen was zij hem in een geheel nieuw licht rorsehenenflink, dapper en lief. Vol medelijden met haar vriendin, terwijl zij een lachjo voor al do teleurgestelde gasten had. Daarop kwam do dag, dat hij bleef dineeren en zij verrukkelijker dan ooit was. Bevallig, geestig, rrooiijlc, zeer gevat on bedreven in woordenschcnuutsclingen. Zij veroverde hem geheel door haar zingc-n na hefc d'iner cn verbijsterde hem door liaar plotseling vertrek. Nu had hij haar weer gezien in de glorie van don zonneschijn. "Wat was zij openhartig -geweest cn toch op een afstandhoe lief en toch ook hoe flink. Hij had vele mooie vrouwen gezien, maar niemand had hem ooit zoo aangetrokken als deze wees. Zij trok hem met onzichtbare koorden, dwong hem tot bewondering. Dab kon niet toegeschreven worden aan d© schoonheid van liaar gelaat of de scherpheid van liaar geest, of aan de groote mate van haar liefdadigheid. Er was iets andersiets, dat dieper lag. Het was haar ziel, die hem aanriep Zij was geen vormelijke vrome, geen zure egoïst, die zich wijdde aan goed© werken, omdat hot leven haar had teleur gesteld. Zij was vol 1 evensvreugclo en vloeide over van menschel ijk medegevool. Hoe meer hij er over nadacht, des te meer kwam hij tot do overtuiging, dat zij de Vrouw was, naar wie hij onbewust reoda jaren had 'uitgezien. Hij had haar meer noodig dan~hij ooit iets anders op aardo had noodig gehad. Hij ook had de eenzaamheid in zijn leven ondervonden, had behoefte aan een gezellin gevoeld, tot wie hij in een innige verhouding stond, en nu had hij de vrouw ontmoet, die in allo opzichten a-an zijn verlangens voldeed. Zeker, God had hen samen gebracht. Impëy was een gods dienstig man in den meest waren zin van het woord dat wil* zeggen, hij richtte zijn leven in als iemand, dio daarvoor verant woordelijk is en die daarvan verantwoor ding zal moeten doen. Hij kwelde zich niet mot geloofsbelijdenissen of dogma's of cere moniën. De versierselen van den godsdienst spraken niet tot zijn gemoed; maar goed heid kwam van God. Een rechtvaardig loven te leiden, barmhartigheid te betrach ten, nederig te wandelen, dat waren de hoofdpunten van zijn godsdienst. Hij was geen kluizenaar, geen dweper. Hij had een gezonden, scherpzinnigen kijk op het leven en de wereld, en een even grooten hekel aan huichelarij on onoprechtheid als hij den duivel haatte. Hij hielcl van heb loven, van een opgewekfcen zin en liefdadigheid. De wereld was mooi en het was do bedoe ling daarvan te genietenhot leven was rijk aam gelegenheden, -ondanks hot kwaad, ©n hij was altijd op don uitkijk naar het goede, dafc overal overvloedig aanwezig was. Daarom wa3 het een genot te leven en nu was daarbij nog een nieuw genot gekomen. Hij had lief en de liefde was evenals hot leven van God. Een wonderlijk blijmoedig gevoel vervulde hem, terwijl hij daar onder de boomen zat en naar hefc rumoer van hefc groote Londen luisterde, dat geleek op d© branding, che tegen de kust beukt. D© ledige plaats in zijn hart was ingenomen hetgeen, waarvan hij had gedroomd, was gebeurd. Hij was verliefd. Wanhopig, vurig verliefd. Hij koesterde geen twijfel en ver giste ziek niet op dab punt. Nu deed zioh de vraag voor hoe hij haar zou winnen. Hij kende haar voldoende, om volkomen zeker to zijn, dafc evenmin stand als positie bij haar zouden wegen. Zij was niefc coquetzij behoorde niefc fcofc degenen, die zich door mooie beloften lieten verlok ken of gevleid moesten worden. Zij zooi niefc trouwen om een man of een tehuis te heb ben. Als hij haar liefde niet kon winnen, zou zij nooit de zijne worden. Hefc was best mogelijk, dat zij niet wonsohte te trouwendat zij er de voor keur aan gaf vrij en door niets gebonden liaar leven te leven. Zij had reeds haar standpunt in de wereld gevondenhaar dagen waren reeds geheel bezet met inspan nend werk. Zij was oen van degenen, die alleen konden staan. Daar stond tegenover, dafc zij een vrouw was. Er was niets mannelijks aan haar, zij was vrouwelijk fcofc aan d)e toppen harer vingers too verrukkelijk, kostelijk, be koorlijk-vrouwelijk. Zij ooheen hera de meesb vrouwelijk© vrouw toe, die hij ooit had ontmoet, en wijl dafc zoo was, was liefde een levensbehoefte voor haar, evenals voor alle rechtgeaarde vrouwenzonder die zou haar leven onvolmaakt en onvol ledig zijn. Maar was hij wel do man, om haar liefde op te wekken, om de zaligheid en clo kracht daarvan te verwekken? Op dat punt ge voelde hij zich volstrekt niet zeker. Impey was geen ijdel man. Hij geloofde niet, zooals sommigen beslist verklaron, dat iedere vrouw voor hefc vragen te krijgen is. En toch ontbrak het hem niefc aan moed tenzij zij iemand anders liefhad, scheen er geen reden waarom hij haar niet zou kun nen winnen. Zij had openhartig toegestemd, dat zij hem zeer hoogachtte, en cïafc was een voor naam punt in zijn voordeel. Al mocht ach ting ook nog ver verwijderd van lief-de wezen, zoo wa3 zij toch een uitmuntende grond voor liefde, om er in op te groeïeo. Hij stond enctelijk van zijn zitplaats op e»n wandelde naar Piccadilly. Hij wilde geen tijd verliezen en stoutmoedig haar hart belegeren. Wanneer hij weer naar Stonehurst ging en zij kwam niet vóór den dag, dan zou hij stoutweg naar haar vragen. Hij waa tot dusver to beschroomd geweest. Nu wist hij wat hij wilde. Winifred kwam eenigszins vermoeid,en be stoven te Stonehurst. terug. Zij keek om de deur van hefc salon vóórdat zij naar boven ging en vond daar J one zitten, clie er koel en frisch uitzag en zich met haar hand werkje onledig hield. „Ben jo weer terug?" vroeg Jane met eou raadselachtigen glimlach. „En wie heb je in de stad ontmoet?" „O, een massa menschen, maar niemand in het bijzonder dat wil zeggen tij aarzelde „tenzij je lord Impey nis een bijzonder iemand mocht beschouwen." „Heb je hem gezien?" en een zachte blos steeg iu Jane's wangen op. „Jo was zeker verbaasd hem to zien?" En Jane keek haar ietwat wantrouwend uit een hoek \an haar oogen aan. „Ik weet niet of ik wel heel yerbaasd was. Men io nooit verba-asd als men iemand te Londen ziet." „Misschien verwachtte je hem te. zien?" Jane's slem waa fluweelig zacht. „Absoluut niet," antwoordde Winifred onverschillig. „Hij was zeker co en voorkomend als ge woonlijk." „Heel voorkomend. Er was geen reden, voor zoover ilc weet, waarom hij ander» zou wezen." „Jij behandeld© hem wel wat uit de hoogte, toen hij hier onlangs was." „Zoo? Ik was mij daarvan niet bewust." „Ma&r dat was toch liet geval. Hij heeft natuurlijk naar ons gevraagd, li'ë?" „Dat weet ik eigenlijk niet. Ik denk het wel." „O, natuurlijk. Te hadt sekor andero en belangrijke onderwerpen om over t« praten." „tk weet niet of hefc belangrijk was. Wij hebben nogal lang gepraat dat is do reden, waarom ik zoo laat ben. Ik hoop, dat Adola mij niet heeft gemist." „Dat weet ik waarlijk niet," antwoordde Jane Jc^el. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1917 | | pagina 5