No. 17724.
LËIDSCH
DAGBLAD Donderdag 6 December
Tweede Blad Anno 1917.
DE OORLOG. f
-
Nederland en de Oorlog.
TWEEDE KAMER.
INGEZONDEN
VRAGENRUBRIEK.
FEUILLETON.
Een man's werk.
-*lr Duitschlands geheim# documenten.
Br wordt in de centrale rijken heel wat
drukte gemaakt over de geheime documenten,
die de maximalisten in ltualand in het licht
geven. Maar in Berlijn vindt men 't niet
noodzakelijk eerlijkheidshalve ook de eigen
geheime stukken in het licht te geven. Zou
den die ook niet eenige stof doen opwaaien?
Havas meldt uit Zilrich, dat zich in het
gaksfeche parlement iets schokkends heeft
voorgedaan.
De afgevaardigde Fleissner, der socialis
tische minderheid, vroeg de regeering, zich
uitdrukkelijk bereid te verklaren, om een
vrede zonder schadeloosstelling en inlijving
te sluiten, zei, dat Duitschland een
ontzettende v e r a n t w o o r d e Hj k-
heid draagt aangaan de den huldi
gen oorlog en dat, als men Duitsch-
land's geheime verdrageneens
aan het licht bracht, misschien
nog heel wat ergers aan den dag
tou komen dan nu uit de geheime verdra
gen van Rusland bljjkt. Daarna kwam hij
met onthullingen over de Duitsche diplo
matie, maar Havas' correspondent meldt, dat
het daarop betrekking hebbende stuk van het
verslag uit de handelingen is geweerd. Al
leen zouden de bladen hebben bericht, dat
Fleissner de copy van een ontwerp-geheime
overeenkomst aanbood, dat door Zimmerman
was opgesteld. Men weet niet, of die over
eenkomst al dan niet is gesloten, maar vol
gens den afgevaardigde is ze niet meer of
minder dan een daad van verraad. Fleissner
stelde het stuk aan den voorzitter van het
Huis ter hand, die -het aan het ministerie
van buitenlandsche zaken heeft doen toeko
men.
Wal zal Roemenië doen?
De „Voss. Zfcg." verneemt, dat de Roo-
neensohe regoeririg aan de regeeringen
van Engeland, Frankrijk en Amerika- heeft
medegedeeld, dat ze door den verander
den toestand in Rusland genoodzaakt is,
dc verdediging van hot Rocmeensche front
op te geven.
Do Roemeensche regeering verzoekt thans
van de drie genoemde regeeringen te mo
gen vernemen, op wolko wijze ze in dit op
zicht het meest in den zin van de Entente
kan handelen.
Ia het bericht van de ,,Voss. Zfcg." juist,
dan beteekent dit dus een afzonderlijke
vrede, althans wapenstilstand, tussehen
Roemenie en de Centraio Rijken.
Naar de Parijsohe bladen vernemen,
houden de westelijke mogendheden zich
bezig met 'b scheppen ©ener weersfcands-
zftne aan de Zwarte Zee in Zuid-Rusland,
vanwaar do strijd, hetzij tegen do bolsje-
wiki, hetzij tegen het Duitsche oostelijke
front, kan worden voortgezet. De ,,Eoho
de Paris" deelt in dit verband mede, dat
generaal Beróhelefc, de chef van de Fran-
bche militaire missie in Rusland, reeds met
een bijzondere volmacht is bekleed.
De dief van de Roemeensche missie in
Frankrijk, generaal Ilie-scu, verklaart in
het Petit Journal", dat, ah do bolsjewi-
ki inderdaad den strijd mochten staken,
met behulp van de Russische Zwarte Zee-
vloot, een weerstands-centrum zou kor
don georganiseerd. Men rekent daarbij
op de kozakken, die de Entente zijn trouw
gebleven, l.et Roemee nsche log-er en de
troepen van generaal Tsjerbatsjof, die
allen den strijd zouden voortzetten.
l>e weerstandslinio zou de rest van Roe
menie, Zuid-Rusland, de Zwarte Zee en
Armenië omvatten en zoo met de in Me-
aopofcamië strijdende Dngelfielh© tnoepen
in verbinding staan. De geallieerden zou
den gemakkelijk de hand op de Russische
Zwarte Zeevloot kunnen leggen en de
Russische strijdkrachten in Armenië op-
dor het opperbevel van den Engelschen
bevelhebber in Mesopotamia plaatsen.
Do aanvoer van voorraden zou plaats
vinde-n over den onder Amerikaansck be
heer tc stellen Transsiberr*ohen spoor
weg en via de Perzische Golf. Het is de
plicht der Entente, de petroleumveldcn
van Batoem en Bakoe on van den Zuide
lijken Kaukaaus te verdedigen on Rusland
niet in den steek te laten.
D# onmenschelljke duikbootoorlog.
De volgende bijzonderheden worden eerst
nu bekend gemaakt omtrent de torpedeering
van de „Hidalgo", hefc stoomschip van de
Ellerman-ljjn, dat den 28sten Augustus des
ochtends om kwart voor zeven, zonder voor
afgaande waarschuwing in den grond is ge
boord. Het schip maakte terstond zware slag-
zijde. Een reddingboot werd in stukken ge
slagen, het draadlooze telegraaftoestel werd
onbruikbaar gemaakt; twee andere redding-
booten werden volgeslagen, zoodat er ééu
boot overbleef voor de geneele bemanning,
die 35 koppen telde, (tlwee man waren er
verdronken toen een van de booten wegsloeg.
De duikboot begon vervolgens het Schip te
beschieten, totdat hefc zonk. De schipbreuke
lingen zetten b\j sterken noordelijken tot
noordoostelijken wind landwaarts koers in
zuidelijke richting. Den 29sten Augustus nam
de wind toe tot een stijven bries met zware
zee. Den volgenden, dag was hefc 't zelfde
weer en de mannen leden zwaar door ont
bering. Hefc lijk van den tweeden kok werd
om drie uur 's morgens overboord gezet, de
donkeyman stierf 'n middags; een machinist)
was op het tijdstip stervende. Maar de lijst
van dooden werd langer. De kok, de tweede
hofmeester, twee matrozen en een machinist
stierven. Him lijken werden in de boofc be
waard. Vijf dagen nadat de „Hidalgo" in den
grond was geboord, werd de boot opgepikt.
Do mannen werden naar patrouillebooten
overgebracht, maar twintig moesten er naar
een hospitaal vervoerd wordeD. Van ver
scheidene leden der bemanning moesten sin
gers en teenen afgezet worden.
De Canadee3chc lecning.
Canada's ovcnvLniiingslccnLng vau 150 mil
lioen dollars i3, naar uit Ottawa wordt bericht,
meer dan dubbel volteekend. Naar aanleiding
hiervan zoide sir Thomas White, minister van
financiën: Het o\erwclcligend succes van de
overwinningsloeming is een groote nationale
triomf voor het Caiiadeesclio volk. Er zullen
nog wel oen week of een paar weken voorbij
gaan, voor wo de eindresultaten zullen ken
nen. Het zal ons niet verwonderen als do in
schrijvingen van con half millioen inschrijvers
con bedrag van 350 millioen bereiken. Gemid
deld toekende op clko drie gezinnen or een in.
Nog weer cons heeft het Canadeeeche volk zijn
eensgezindheid getoond om vol te houdon tot
een beslissende overwinning is verkregen.
KORTE BERICHTEN.
De Belgische mijnwerkers E. Bai'ly en L.
Gislay, die 2 Juni 60 tot 80 aardappelplan
ten op een veld te Oberkausen hadden ver
nield, zijn onderscheidenlijk tot 3Mt en 3
jaar tuchthuis en 5 jaar eerverlies veroor
deeld. Hun daad werd als poging tob land
verraad beschouwd.
Volgens berioht uit Bellijn heeft do
Bondsraad goedgekeurd, dat hop wordt, ge
bruikt voor vermenging met tabak bij de
vervaardiging van tabakwaren.
Tegelijk met de volkstelling op 5 Dec.
a.s. wórden in Duifcschlnnd do levensmidde
lenkaarten gecontroleerd, die elk hiusgezin
in gebruik heeft, ten einde na te gaan of
niemand méér van de distributie betrekt,
dan geoorloofd is.
Er is tè Parijs een besluit uitgevaardigd,
waarbij het broodrantsoen voor ieder per
soon, naar gelang van leeftijd en sociale po
sitie wordt bepaald op een hoeveelheid van
200 tot 600 gra-m.
De onderhandelingen met Engeland en
Amerika.
Men meldt- uit. Den Haag
Volgens een bij de N. O. T. ontvangen
telegram van haren secretaris, den heer
Valstar, thans met do heeren Snouck
Hurgronje en Broekeina te Londen ver
toevende. zullen de onderhandelingen met-
do Engelscho en Amerikaansche afgevaar
digden aldaar thans worden geopend, nadat
te Parijs de noodige inlichtingen zijn ver
strekt.
Een gunstige oplossing der scheepvaart
regeling mag worden tegemoet gezien, tor-
wijl de voorziening van ons land met levens
middelen wordt besproken aan do hand van
gegevens, aan bedoelde commissie dobr de
N. O. T. to verstrekken.
Het meel van de „Jan Pieterszoon Coen".
Heb antwoord van den minister van
Landbouw op het Voorloopig Verslag werd
door clen heer Netschcr in den gemeente
raad van Velsen ter sprake gebracht -en
geheel onjuist genoemd. Indertijd bracht
dezelfde lieer do quaosfci© van het meel op
het als hotel in gerichte stoomschip „Jan
Pieterszoon Coen" ter sprake. Nauwelijks
was de aanwezigheid van onvermengd meel
den ambtenaren van hefc levensmiddelen-
bedrijf bekend! of zij vroegen instructie a-an
Den Haag.- Daar werd steeds getalmd meb
een antwoord, zoodat werd voortgegaan van
dit meel to gebruiken. Eerst toen spreker
in de publieke raadszitting daarover begon
en de verslagen den volgenden dag in de
bladen verschenen, werd hefc levensmddde-
lonbedrijf opgebold door een inspecteur der
meeldistributie, c&e mot verlof was en in
lichtingen vroeg. Op zijn bevel is toen eerst
hefc meel in beslag genomen.
Aangezien do behaaideling van de begroe
ting nu in do Tweede Kamer aau do orde
is, achtte spreker hot dringend noodig
weder in openbare zitting er op tc wijzon
dat dfe minister er absoluut een verkeerde
voorstelling van zaken gaf als hij spreekt
van Amerikoansch meel,clat op de ,,J. P.
Coen" in beslag was genomen. De contro
leur trof het meel aan in zakken, die het
fabrieksmeel en de loodjes droegen der be
kende maatschappij Holland. Heb betrof
hier dus zuiver inlandsch meel.
In diezelfde dagen werd op last van de
regeering wel beslag gelegd op eenige kleane
hoeveelheden bij bakkers, die nog wat onge
mengd meel in voorraad hadden. Spreker
meent dan ook te moerben constateeren, „dafc
dio hoogo heeren (er vertoefden namelijk
eenige ministers op het drijvend hotel)
elkander do hand boven het hoofd hielden,
waartegen hij meende te moeben profces-
teeren."
Commissie van advies crisis-aangelegenheden.
De minisber van Landbouw heeft ingesteld
een commissie van advies voor crisisaangele-
genkoden, die tot taak zal hebben
a. de oplossing van geschillen., ontstaande
tussohen de N. U. M. en exporteurs, en,
wanneer een minnelijke oplossing niet mocht
word/en bereikt, en er bij don minister van
Landbouw, enz. tegen eenige beslissdug van
de N. U. M. beroep wordt ingesteld, ge
noemden minister daaromtrent te dienen
van advies
b. den minister van Landbouw te dienon
van advies ten aanzien van de oplossing van
moeilijkheden, die in den crisistijd ontstaan,
ingeval door genoemden minister omtrent
zoodanige oplossing advies aan de commissie
wordt gevraagd.
In bovengenoemde commissie zijn be-
noomd tob lid en lsben voorzitter de heer
rar. R. van Veen, lid van de Tweede
Kamer, tot lid en 2den voorzitber de heer
mr. V. H. Rutgers, id., lid der Rijkscom
missie van Toezicht op de Voreenigdo
Groente- en Fruitcenfcraletot leden de
heeren prof. mr A. S. de Blécourfc, hoog
leeraar te LeidenG. P. J. Oasporsr., oud-
ingenieur van Waterstaat in Noderlandsch-
Indië, 's-Gravonhagemr. W. Lunsingh
Tonele ens, rechter in de arrondissements
rechtbank te Rotterdammr. dr. J. van
Gelein Vitringa, id te 's-Gravenhagetot
secretaris de heer H. Ch. C. J. van dor
Mandere, journalist, 's-Gravenhago.
- Distributie van aardappelen.
De minister van Landbouw enz., gezien
zijn bekendmaking, betreffende de aard
appelcndisbr.ïbutie, brengt ter algemeen©
kennis, dat aan de daarin genoemde soor
ten aardappelen, welke voor de zosweek-
sche reserve kunnen worden geleverd, wor
den toegevoegd de soorten Bravo, Bonte,
Blauwe, Frisia en De Wet. van kleigrond.
Vervoer van aardappelen, enz.
Door don minister van Landbouw onz.
is tot do burgemeesters de navolgende cir
culaire gericht:
Door de Rijkscommissie van Toezicht op
de Aardappel en vereeniging worden ver
voerbewijzen voor aardappelen afgegeven,
welke vervoerbewijzen in den regel geldig
worden verklaard gedurende 14 dagen na
den dag van afgifte.
Ten einde nu te voorkomen dat binnen
den geldigheidsduur van een dergelijk be
wijs tweemaal gebruik zal worden gemaakt
is hefc wenschelijk, dab de vervoerbewijzen,
zoowel in de plaats van afzending als clie
van aankomst door de gemeentebesturen
worden afgestempeld en hierbij tevens den
datum van afstempeling wordt aangege
ven.
Ik heb de eer u te verzoeken aan dezen
maatregel streng de hand te willen doen
houden.
Toowyzingscomniissle voor voevoeder.
Do minister van Landbouw, Nijverheid
en Handel maakt bekend, dat de kantoren
van de Toewijzingecommissie voor veevoe
der, .met ingang van 1 December 1917, zijn
verplaatst van Anna Paulownastraat C9
naar Laan van Meerdervoort 53c (telefoon
nummer blijft Haag 92-35).
Zitting van gisteren.
Staatsbegrooting 1918.
De heer TROELSTRA vervolgt zijn
rede.
Spr. zet dan verder uiteen en betoogt,
dab bij de rechterzijde niets gebleken is
van een democratisch standpunt als door
hem verlangd. Spr.'s aanbod, om tot eon
compromis te komen inzake do ouder-
doni8verzekering, ia zelfs categorisch af
gewezen. Waar wij over een zeer urgent
onderwerp heb niet eens kunnen worden,
daar heeft spr. niet veel hoop, dat dit
na de verkiezing beter zou gaan. Ook
over do voorziening der levensmiddelen
is geen woord gesproken en ook dit vraag;
stidc moet eerst opgelost zijn. De vraag
tot ons: „Wilt ge in een ministerie zit
ting nemen?" is dus thans nog niet op
losbaar. Op -het Kerstcongres der S. D.
A, P. zal die vraag nader worden over
wogen en een besluit in deze zaak wor
den genomen.
Verder bespreekt spreker de homogeni
teit in hefc kabinet en zegt, dat de so
ciaaldemocratische partij nooit 'zitting
zal nemen in een ministerie, waarbij zij
genoodzaakt zal worden om haar begin
selen te verloochenen. Want wij willen
wel regieerde^s, maar geen gevangenen
worden.
De heer VAN RAALTE repliceert cn
zegt, dat de homogeniteit altijd een eer
ste eisck blijft van hot kabinet en de
staatsrechterlijke beschouwingen van
Minister Cort van der Linden acht spre
ker dan ook niet zonder gevaar. Loden
van een kabinet, wier aangelegenheden
in elkander grijpen, mogen geen betoo-
gonde opvattingen huldigen. Wat de be
handeling der onderwijswetten betreft,
spreker meent, dab het een eisch der po
litieke welwillendheid is, dat de Kamer
deze niet meer behandelt. Een Kamer,
welke haar ontstaan te danken heeft aan
een ontbinding ingevolge de Grondwets
herziening, moet haar taak zoo begrensd
mogelijk opvatten. De behandeling der
onderwijswetten moet de taak zijn van
de nieuwe Kamer.
Spr. ontkent, dat de linkerzijde oen
anti-clericaJe politiek drijft en dat zijn
partij de scheidingslijn der anti-these wil
de handhaven. Wanneer dr. Kuyper
spreekt over 't sorteeren van overschot
ten bij de Evenredige Vertegenwoordi
ging, dan denkt hij niet aan den heer
Marchant, maar aan den heer Nolons,
zoodat de heer Marchant niet al te opti
mistisch moet zijn. Do afgevaardigde uit
Deventer had dan ook niet zijn scherp
ste pijlen op spr.'s partij moeten afschie
ten.
Do heer VISSER VAN IJZENDOORN
ontkent tegenover den heer Marchant,
dat bij hem van een bekeering sprake is
in zake hefc vrouwenkiesrecht en behan
delt hierna het beleid der Regeering cn
haar gebrek aan eenheid en wil niet meer
hooren, dat er geschillen zijn, maar al
leen, dat ze opgelost zijn.
De houding van den Minister in zake
do ouderdomswet lean spr. niet bevredi
gen. De Regeermg had de Tweede Ka
mer moeten raededeeten, dat zij een mo-
morie van antwoord zou zenden n-gr> de
Eerste Kamer. Men kreeg nu altijd den
indruk, dat ook de Regeeri ng 't ontwerp
als dood beschouwde.
Ook blijft spr. volhouden,' dat de Re*
geering, wat betreft cie onderwijzefa-
öalaiiseen., veel te karig was, maar wat
betreft de levensmiddelen v oorziening,
veel to royaal.
De heer MARCHANT constateert, dafc
de hoofdvragen, de defensie betreffend,
thans niet kunnen worden opgelost, om
dat men niet weet, wat de wereld na den
oorlog ons brengen zaL
Ook betoogt spr., dat de minister van
Justitie niet lijdelijk de uitspraken van
de rechtscolleges moet afwachten of daar
in berusten, maar waar bleek, dat hefc
recht geschonden is, moet. hij ingrijpen.
Tegen een permanente economische con\-
missie blijft spr. zijn bezwaren handha
ven.
Hierna bespreekt spr. de niet-indiening
der ouderdomswetten en dringt er bij de
linkerzijde op aan, dafc zij krachtens
haar recht van initiatief de web weder in
dient.
Spr. ontkent, dafc een extra-parlemen
tair kabinet anders tegenover het volk
staat dan een parlementair kabinet. Ue
Minister noemde het ondemocratisch, dafc
apr. zeide „L'Etat c'esfc nous". Spr. be
roept zich. op de Grondwet, welke zegt:
„De Staten-Generaal vertegenwoordigen
het Nederlandsche volk".
De Regeering kan en mag geen ande
ren ©fceurt zoeken dan bij de volksverte
genwoordiging.
Onder homogeniteit verstaat spr. saam-
hoorigheid tussehen alle leden van hefc
kabinet. Moeilijkheden moeten binnen
kamers blijvengebeurt dit niet, (ian
komt hierdoor het landsbelang in gevaar.
Vervolgens betoogt. Bpr. nogmaals do
onmogelijkheid van een voortzetting der
concentratie.
Hefc aanbod der Liberale Unie is alleen
gedaan om de vrijzinnig-democraten als
scheurmakers te- kunnen brandmerken.
De Liberale Unie is niets anders dan een
concentratie van allerlei ©lemonfcen. Do
heer Van Raalfce doet niets om in te gaan
tegen de scheidingslijn der antithese.
Donderdag halfeen zal spr. zijn rede
voortzetten.
De gasprijzen te Leiden.
In de laatste Raadszitting is van de tqjdo
van B. en W. gezegd, dat ook na de ver
booging de gasprijzen in Leiden lager ble
ven dan in de meeste andere gemeenten, zelfs
dan in het roode Zaandam. Ook de schrijver
V3n „Onder onze Vroede Vaderen" vermeld
de dit laatste feit.
Zulks is thans echter niet juist meer. De
zer dagen heeft de Raad van Zaandam den
gasprjjs wel is waar op voorstel van B. en
W. vastgesteld op 16 cents per kub. M.
Daarbjj is echter de volgende regeling ge
maakt: iemand met 800 gulden inkomen
krijgt een reductie van 8 cents per kub. M„
iemand met een inkomen van 9O0 7 oents en
zoo vervolgens, totdat iemand met een in
komen van f 1600 eens den vollen prijs zal
moeten betalen.
Bovendien stellen B. en \V. zich voor,
om, indien de gasprijs nog verder zal moe
ten worden verhoogd, gelijktijdig ook de
grens voor hel verleenea van reductie met
100 te verhoogen.
Het is duiieljjk, dat de thans te Zaandam
aangenomen regeling van den gasprys voor
do groote massa der bevolking veel minder
ongunstig is dan die, welke te Leiden on
langs is vastgesteld. Daarin wordt volstrekt
geen rekening gehouden met de draagkracht
der ingezetenen!
De Leidsche
I» uur to-Commissie.
Verschillende vragers. Döor het aanne
men van de voorjaars- of kermisfooi, ver-
p.icht de dienstbode zich om met November
te b.yveu. Gaat zij dus op I November weg,
dan mag mevrouw deze fooi afhouden.
Roman tïiii SILAS K. TIOCKING.
Uit het Engelsch vertaald.
S50)
Z!j was geen spreekster voor het podium.
Zij deinsde voor publiciteit terug en wilde
Met deelnemen aan openbar© vergade
ringen maar in een comité was zij onbe
taalbaar. Haar hulp en raad werden bij
allerlei soort maatschappelijk werk gezocht
en toch werkte zij meestal in sfcilto en
alleen zij, cïie haar hulp ontvingen, wisten
iaarvan iets af.
Den daarop volgenden keer, dat Impey
haar had gezien, was to Stonehurst, toon
zij hom zijti koffie in c?o bibliotheek bracht.
Toen was zij hem in een geheel nieuw licht
rorsehenenflink, dapper en lief. Vol
medelijden met haar vriendin, terwijl zij
een lachjo voor al do teleurgestelde gasten
had. Daarop kwam do dag, dat hij bleef
dineeren en zij verrukkelijker dan ooit was.
Bevallig, geestig, rrooiijlc, zeer gevat on
bedreven in woordenschcnuutsclingen.
Zij veroverde hem geheel door haar
zingc-n na hefc d'iner cn verbijsterde hem
door liaar plotseling vertrek.
Nu had hij haar weer gezien in de glorie
van don zonneschijn. "Wat was zij openhartig
-geweest cn toch op een afstandhoe lief en
toch ook hoe flink.
Hij had vele mooie vrouwen gezien, maar
niemand had hem ooit zoo aangetrokken
als deze wees. Zij trok hem met onzichtbare
koorden, dwong hem tot bewondering. Dab
kon niet toegeschreven worden aan d©
schoonheid van liaar gelaat of de scherpheid
van liaar geest, of aan de groote mate van
haar liefdadigheid. Er was iets andersiets,
dat dieper lag. Het was haar ziel, die hem
aanriep Zij was geen vormelijke vrome,
geen zure egoïst, die zich wijdde aan goed©
werken, omdat hot leven haar had teleur
gesteld. Zij was vol 1 evensvreugclo en
vloeide over van menschel ijk medegevool.
Hoe meer hij er over nadacht, des te meer
kwam hij tot do overtuiging, dat zij de
Vrouw was, naar wie hij onbewust reoda
jaren had 'uitgezien. Hij had haar meer
noodig dan~hij ooit iets anders op aardo had
noodig gehad. Hij ook had de eenzaamheid
in zijn leven ondervonden, had behoefte aan
een gezellin gevoeld, tot wie hij in een
innige verhouding stond, en nu had hij de
vrouw ontmoet, die in allo opzichten a-an
zijn verlangens voldeed. Zeker, God had
hen samen gebracht. Impëy was een gods
dienstig man in den meest waren zin van het
woord dat wil* zeggen, hij richtte zijn
leven in als iemand, dio daarvoor verant
woordelijk is en die daarvan verantwoor
ding zal moeten doen. Hij kwelde zich niet
mot geloofsbelijdenissen of dogma's of cere
moniën. De versierselen van den godsdienst
spraken niet tot zijn gemoed; maar goed
heid kwam van God. Een rechtvaardig
loven te leiden, barmhartigheid te betrach
ten, nederig te wandelen, dat waren de
hoofdpunten van zijn godsdienst. Hij was
geen kluizenaar, geen dweper. Hij had een
gezonden, scherpzinnigen kijk op het leven
en de wereld, en een even grooten hekel
aan huichelarij on onoprechtheid als hij
den duivel haatte. Hij hielcl van heb loven,
van een opgewekfcen zin en liefdadigheid.
De wereld was mooi en het was do bedoe
ling daarvan te genietenhot leven was
rijk aam gelegenheden, -ondanks hot kwaad,
©n hij was altijd op don uitkijk naar het
goede, dafc overal overvloedig aanwezig
was.
Daarom wa3 het een genot te leven en nu
was daarbij nog een nieuw genot gekomen.
Hij had lief en de liefde was evenals hot
leven van God. Een wonderlijk blijmoedig
gevoel vervulde hem, terwijl hij daar onder
de boomen zat en naar hefc rumoer van hefc
groote Londen luisterde, dat geleek op d©
branding, che tegen de kust beukt. D©
ledige plaats in zijn hart was ingenomen
hetgeen, waarvan hij had gedroomd, was
gebeurd. Hij was verliefd. Wanhopig, vurig
verliefd. Hij koesterde geen twijfel en ver
giste ziek niet op dab punt.
Nu deed zioh de vraag voor hoe hij haar
zou winnen. Hij kende haar voldoende, om
volkomen zeker to zijn, dafc evenmin stand
als positie bij haar zouden wegen. Zij was
niefc coquetzij behoorde niefc fcofc degenen,
die zich door mooie beloften lieten verlok
ken of gevleid moesten worden. Zij zooi niefc
trouwen om een man of een tehuis te heb
ben. Als hij haar liefde niet kon winnen, zou
zij nooit de zijne worden.
Hefc was best mogelijk, dat zij niet
wonsohte te trouwendat zij er de voor
keur aan gaf vrij en door niets gebonden
liaar leven te leven. Zij had reeds haar
standpunt in de wereld gevondenhaar
dagen waren reeds geheel bezet met inspan
nend werk. Zij was oen van degenen, die
alleen konden staan.
Daar stond tegenover, dafc zij een vrouw
was. Er was niets mannelijks aan haar, zij
was vrouwelijk fcofc aan d)e toppen harer
vingers too verrukkelijk, kostelijk, be
koorlijk-vrouwelijk. Zij ooheen hera de
meesb vrouwelijk© vrouw toe, die hij ooit
had ontmoet, en wijl dafc zoo was, was
liefde een levensbehoefte voor haar, evenals
voor alle rechtgeaarde vrouwenzonder
die zou haar leven onvolmaakt en onvol
ledig zijn.
Maar was hij wel do man, om haar liefde
op te wekken, om de zaligheid en clo kracht
daarvan te verwekken? Op dat punt ge
voelde hij zich volstrekt niet zeker.
Impey was geen ijdel man. Hij geloofde
niet, zooals sommigen beslist verklaron, dat
iedere vrouw voor hefc vragen te krijgen is.
En toch ontbrak het hem niefc aan moed
tenzij zij iemand anders liefhad, scheen er
geen reden waarom hij haar niet zou kun
nen winnen.
Zij had openhartig toegestemd, dat zij
hem zeer hoogachtte, en cïafc was een voor
naam punt in zijn voordeel. Al mocht ach
ting ook nog ver verwijderd van lief-de
wezen, zoo wa3 zij toch een uitmuntende
grond voor liefde, om er in op te groeïeo.
Hij stond enctelijk van zijn zitplaats op
e»n wandelde naar Piccadilly. Hij wilde
geen tijd verliezen en stoutmoedig haar
hart belegeren. Wanneer hij weer naar
Stonehurst ging en zij kwam niet vóór den
dag, dan zou hij stoutweg naar haar vragen.
Hij waa tot dusver to beschroomd geweest.
Nu wist hij wat hij wilde.
Winifred kwam eenigszins vermoeid,en be
stoven te Stonehurst. terug. Zij keek om de
deur van hefc salon vóórdat zij naar boven
ging en vond daar J one zitten, clie er koel
en frisch uitzag en zich met haar hand
werkje onledig hield.
„Ben jo weer terug?" vroeg Jane met
eou raadselachtigen glimlach. „En wie heb
je in de stad ontmoet?"
„O, een massa menschen, maar niemand
in het bijzonder dat wil zeggen tij
aarzelde „tenzij je lord Impey nis een
bijzonder iemand mocht beschouwen."
„Heb je hem gezien?" en een zachte blos
steeg iu Jane's wangen op. „Jo was zeker
verbaasd hem to zien?" En Jane keek haar
ietwat wantrouwend uit een hoek \an haar
oogen aan.
„Ik weet niet of ik wel heel yerbaasd
was. Men io nooit verba-asd als men iemand
te Londen ziet."
„Misschien verwachtte je hem te. zien?"
Jane's slem waa fluweelig zacht.
„Absoluut niet," antwoordde Winifred
onverschillig.
„Hij was zeker co en voorkomend als ge
woonlijk."
„Heel voorkomend. Er was geen reden,
voor zoover ilc weet, waarom hij ander»
zou wezen."
„Jij behandeld© hem wel wat uit de
hoogte, toen hij hier onlangs was."
„Zoo? Ik was mij daarvan niet bewust."
„Ma&r dat was toch liet geval. Hij heeft
natuurlijk naar ons gevraagd, li'ë?"
„Dat weet ik eigenlijk niet. Ik denk
het wel."
„O, natuurlijk. Te hadt sekor andero en
belangrijke onderwerpen om over t«
praten."
„tk weet niet of hefc belangrijk was. Wij
hebben nogal lang gepraat dat is do
reden, waarom ik zoo laat ben. Ik hoop, dat
Adola mij niet heeft gemist."
„Dat weet ik waarlijk niet," antwoordde
Jane Jc^el.
(Wordt vervolgd.)