No. 17712.
LEIDSCH DAGBLAD Donderdag 22
November Tweede Blad Anno 1917.
DE OORLOG.
FEUILLETON.
Een man's werk.
TWEEDE KAMER, a
VRAGENRURRIEK.
De Duitschers ia België.
•Mon meldt van de grens:
Nog is de volledige geschiedenis der de
portatie in België niet geschreven. Nog is
het lijden der diep "bedroefde natie niet
vreeselijk genoeg.
'Aan de Vlaamsche kust te Knokke, Heist
■Bla-nkenbergc, deporteeren de Duitschers
thans ook kinderen, knapen van twaalf en
dertien jaar. Als de ouders weigeren hun
kroost voor dien hatelijken militairen ar
beid af te staan, komen de Duitsche véld-
gendarmen de jongens uit huis halen. Zoo
v/erden de kindoren van 12 en 13 jaar weg
gevoerd naar Leffinge, achter het Yser-
fr'ont, om er onderkomens, loopgraven
en barakken te helpen maken. Ze sliepen
er op zeegras of stroo in loodsen en kre
gen één dag per weck, des Zondags, ver-
lof om aiaarjmis te gaan. Ze deelen de
ontberingen van de volwassenen en de ge
varen der soldaten. Óns zijn namén bé
kend van kinderen, die links van de vaart
Os ten d e -Passchenda el e-N i ©uwpoorfc werk
ten, terwijl juist aan den overkant bommen
uit geallieerde vliegtuigen een compagnie
Duitsche soldaten decimeerden. Aan zulke
rampen zijn -deze knapen blootgesteld,
zulke tooneelen moeten ze zien en dikwijls
filaan ze mot de grooten verschrikt op dc
vlucht, als het vuur der verbondenen te
dicht bijkomt.
De Duitschers dwingen ook Vlaamsche
vrouwm tot militairen arbeidvrouwen
uit de streek tusschen Lcie en Schelde en
van Seyseele bij Brugge. Vrouwen to Heist
moeten aan het station de proviand der
Duitschers lossen en vervoeren. Ongeveer
vijftig vrouwen van Blankcnberge zijn nu
verplicht op den havenmuur van Zeebrug-
ge te arbeiden. Ze voeren allerlei mate
riaal voor de onderkomens aan. Vrouwen
van Lisseweylie moesten puin van neerge
schoten gebouwen te Zeebrugge wegrui
men en daar ook de sprotfabriek afbrekeo,
waarvan de stecnen voor militaire werken
dienen.
Wat de mannen betreft, alle standen
worden hier geprest voor dc arbeiders-
bataillons. Eiken 'morgen vervoeren spe
ciale trams drommen burgers van Knokkc.
Heist, Blankenberg©, Wenduine, Bree-
'dene, enz.
Reeds is medegedeeld, dat de klokken
van Rousse-lare, Isege-m en omgeving, door
de Duitschers gerekwireerd zijn. Ook rlio
van Heist, Blankcnberge en andere plaat-
een bij de kust zijn nu weggevoerd.
Eon Baïkau-offeusiel?
De medewerker van 't „Hbld." te Lau
sanne schrijft-
Do Journal de Genève" van heden, 15
November, doelt mede uit dezelfde br.on,
die der redactie een maand van te voren
het Austro-Duitsche offensief tegen Italië
voorzegde, het volgende bericht vernomen
tc hebbenEen (nieuw offensief op groot©
schaal is in voorbereiding, Duitschland Is
bezig naar heb Balkan-schiereiland de troe
pen te vervoeren, welke het onttrokken
heeft aan het Russische front, in de mee-
"ning, dat, hetgeen thans in Rusland voor
valt, een bezetting van dit front onnoodig
maakt. De bedoeling is samen te werken
met het Bulgaarsch© leger, om zoodoende
de Italianen te werpen uit 'Epirus en de
Engelschen en Frainsohen uit Saloniki.
Konstam/tijn zal dan op den Grieksélien
troon hersteld worden en de centrale mo
gendheden zullen geheel Oost-Europa en
don Balkan beheerschen. Daarna zouden
natuurlijk het terugwerpen der Russen
ndb Turkije tot over den Kaukasus en de
herovering van Bagdad en heb daarachter
gelegen land betrekkelijk gemakkelijk zijn,
gezien de slechts zwakke legermachten,
die daar opereeren buitcndirect verband
met het moederland, iets wat trouwens ook
voor Zuid-Palesfcrha en het Sinaï-scliier-
eiland geldt. Met deze geweldige panden
in zijn bezit en na op alle fronten den vij
and ver over de grenzen van Duitschland
©n zijn bondgenooten verdreven te hebben
Roman Taa SILAS K. HOCKING.
Uit het Engelsch vertaald.
j)
Vindt u, dat ik koud ben?"
,.\iet in werkelijkheid, Adela," en bij
greep weer haar hand. ,,Necn, niet in wer
kelijkheid. Je schijnt somtijds wat koud,
maar mijn Hefdc is als een ovenvuur zij
verbrandt olies, wat laag in mij is dat
is, wat ik noodig heb. Al heb slecht©
brandde op, weet je, zoodat ik uwer waar
dig zou wezen. Wat?"
Waarom zegt u „Wat," Sir Jasper?"
„O, dat is maar zoo'n gewoonte van mij.
Ik hoop niet, dat je het een slecht© ge
woonte vindt. Ik wil alles laten varen om
je plezier tc doen. Op mijn woord, dat wil
ik. Ik ben verschrikkelijk verliefd op je.
Werkelijk, dat ben ik en ik zou je zoo
graag hebben."
,,Zou u dat En zij «ccck hem kalm en
peinzend in de oogen Zij was volkomen
bedaard en niet in liet minst ontroerd.
,,Ja, dat zou ik. Ik heb reeds jaren ver
langd je de mijn© te noemen. Ik bezit een
mooi, oud «landgoed in Buck,.waarin je als
een schilderij zoudt uitkomen en gelukkig
als een koningin zoudt wezen. Je kunt niet
weten hoe dol verliefd ik op je ben."
Neen, dat kan ik, geloof ik, ook r.iet.
Weet u. ik leef slechts maar half." En zij
glimlachte weer.
„O, je bent voldoende levend," protes
teerde hij, ,,en mooier dan ooit. Je zult
»ja" zeggen, nietwaar?"
meent men waarschijnlijk te Berlijn zon
der veel moeite een voordeeligen vrede to
kunnen bedingen.
Geen Japansche troepen naar Europa.
Skoda, de minister van Financiën, heeft
in een rede gezegd, dab heb absoluut onmo
gelijk is, Japansche troepen naar Europa
te zenden.
D© geallieerden hebben de moeilijkheden
ten volle erkend en nooit op de zaak aan
gedrongen. Japan is echter bereid, de zaak
der geallieerden te steunen, hetgeen geble
ken is uit de samenwerking op het gebied
van scheepsbouw, industrie en financiën. De
financieele hulp, op het oogenblik reeds
direct of indirect aan de geallieerden gebo
den, bedraagt ongeveer een milliard pond
sterling.
Op de Parijsche conferentie zal ook de mi
litaire hulp van Japan ter sprake komen.
In liet „Berl. Tagebl." schrijft Theodor
Wolff, naar het Wolff-agentsckap seint, dat
Clemenceau voortdurend met hardnekkigen
ijver heeft herhaald, dat mén de Japanuers
er toe moest bewegen, om op het Europee-
sche oorlogsterrein in te grjjpen en dat geen
prys daartoe te kostbaar is. In de afgeloopen
weken heeft hij te verstaan gegeven, dat
deze wensch nader tot zijn verwezenlijking
is gebracht.
Lenin en Trotzky contra Engeland.
De Pelrogradsche correspondent van de
Daily Tel." vertelt van de vijandschap
cler bolsjewiki tegen Engeland. Lenin
heeft dio van den aanvang af gevoed door
zijn volgelingen voor' te houden, dab En
geland den oorlog voortzet, on ook zijn
bondgenooten daartoe dwingt, om kapita
listische en imperialistisch© belangen t©
bevorderen en om de Duitsche koloniën
voor zich t© kunnen houden. Naar ver
luidt, moet Lenin eens gezegd hebben, dat
elke Engelschman op heb eerste gezicht
moest worden doodgeschoten. Tengevolge
van zijn propaganda, is bij de volksklasse
in Rusland de indruk gevestigd, dat ©lk
Engelschman een kapitalist is.
Trotzky is nog feller dan Lenin. Hij kan
niet vergeten, dat hij, op weg van do Ver-
eenigde Staten naar Rusland, te Halifax
is vastgehouden. "Misschien is men daar
wat streng tegen hem opgetreden. Miljoe-
kof was toentertijd minister van binnen-
iandsche zaken en hij had uit Engelsche
bron do mededeeling ontvangen, dat Tfotz-
kv naar Rusland terugkeerde om de voor-
loopigo regeering een beentje te lichten
on 10.000 dollar meebracht, die Duitsch-
Amorikanen voor dat doel hadden bijeen
gebracht.
Miljoekof had, hoe waarschijnlijk die
verdenking hem ook leek, Trotzky niet. op
een onbewezen verdenking den toegang
tot- Ruslapd willen beletten, en de Engel
sche regeering verzocht, hem door te la-
fcon. Trotzky heeft nu bewezen, dat hem al
thans het voornemen om de regeermg om
ver te werpen, terecht werd toegeschre
ven.
Venizelos op reis.
Hot Reuter-agentschap verneemt dat
Venizelos, na afloop van zijn bezoek aan
Engeland, Frankrijk, en Italië, naar
Athene zal terugkeeren om in het voorjaar
naar Amerika te gaan.
Venizelos heeft tot een vertegenwoordi
ger van Reuter gezegd, dat zijn bezoek aan
Engeland ten doel had om met de autori
teiten de kwestie der burgerlijke en mili
taire voedselvoorziening te bespreken. Hij
was diep getroffen door dc hem bereid1©
ontvangst.
Nieuwe maatregelen der Ver. Stalen tegen
vijandelijke Buitenlanders.
Het Amerikaansche kabinet heeft nieu
we krachtige maatregelen ten opzichte
van vreemdelingen uit vijandelijke landen
in behandeling genomen.
Men verwacht, «clat er krachtig zal wor
den opgetreden tegen degenen, die zich
schuldig maken aan brandstichting, bom-
mehcomplotten en hot doen toekomen van
inlichtingen aan Duitschland.
Wanneer die maatregelen definitief goed
gekeurd zijn, zullen zij belichaamd wor
den in 'n proclamatie van president Wilson
„Wil u heel graag, dat ik ja zal zeggen?"
„Ja, heel graag. Ik zal niet rusten voor
dat. jo mij je belofte gegeven hebt en ik
zal j© evenmin met rust laten. Weet je als
een man een meisje liefheeft zooals ik je
liefheb, dan kan hij niet laten haar overal
te volgen."
„Maar ik wensch niet overal gevolgd te
worden," antwoordde zij met een aandoen-
lijken glimlach. ,,Ik verlang naar vrede en
rust."
„Juist. En Wareburn is een van de vreed
zaamste oude landgoederen in de wereld."
„Dat heeft mijn vader mij verteld."
„En die heeft zijn weetje wol, je vader.
Dat is neb wat je hebben moet, Adela. O,
ik ben daar zeker van. En over een paar
weken zal het. er heerlijk wezen met do
hoornen, die uitbotten, en de vogels, dio
kwinkeleercn, en de bloemen, die overal
ontluiken, en niets ter wereld om over te
tobben."
„Mag u er graag wezen?"
„Of ik er graag mag zijn? Als jij daar
was, zou ik nooit wenschen het to verlaten."
En, om Fenlove recht te laten weervaren,
hij meende dat. Hij was volkomen oprecht,
in zijn genegenheid voor Adela. Hij werd
meer aangetrokken door haar dan door
eenige andere vrouw, die hij ooit had ont
moet. Er kon wel niet iets werkelijk groots
in zijn liefde wezen, hij was er niet do per
soon naar om tot bepaald groote dingen in
staat te zijn, was niet met de eigenschap
pen van een held geboren, maar toch was
zijn liefde voor Adela misschien het beste
in zijn'leven.
„ïk zou een niet zeer onderhoudende go-
zellin zijn," zei ze, met een droomerigen
blik naar haar vermoeide oogen.
„O, dat zou je wel," beweerde hij. „Jij
Zitting van gisteren.
Staalsbegrooting 1918.
De lieer TROELSTRA bepleit het ingrij
pen van den Staat in het bedrijfsleven, maar
niet zooals de heer Dresselhuys wilde in het
belang van het bedrijf zelf, maar de Staats
zorg zal alleen het oog moeten hebben op
haar eigen, dit is het algemeen, belang.
Spr. wil niet, dat alle kleine bedrijven door
den Staat worden overgenomen, maar wel
de gekartelleerde en exportbedrijven, zooals
de internationale scheepvaart-maatschappijen
en groote koloniale ondernemingen. Spreker
geeft toe, dat het socialisme tot nu toe in
de toekomst ideaal was en een utopischen bij
smaak had, maar voor de toekomst zal do
taak van de sociaal-democratie veel grooter
en zwaarder zijn, want het zal de bewuste uit
drukking moeten worden van datgene, waar
mede de werkelijkheid overeenkomt.
Wat de verdere politieke partijen in ons
land betreft, waarvan de heer Dresselhuys
reeds sprak, wil spr. zich slechts bepalen
tot den economischen bond, waarvan de heer
Dresselhuys reeds als woordvoerder optrad.
Wat deze bond wil is geen conservatisme,
wat spr. grif toegeeft; het is vooruitgang,
maar op een eenzijdige; wijze, waardoor die
vooruitgang dienstbaar gemaakt wordt aan
een gcoote kapitalistische groep. Wat zij
voorstaan zijn- dan ook geen national© belan
gen, maar particuliere belangen. Die lieeren
willen, dat de economie den Staat beheerscht,
maar spreker wil, dat de Staat de economie
b'eheerschen zal. Na den oorlog zal de Staat
zich niet bezig moeten houden met de ka
pitalistische belangen, maar met de volks
belangen en zyn eigen belangen.
Spr. wfjat in 'dit verband op de partij,
welke Indië wil verdedigen, maar haar im
perialistische politiek dienstbaar maakt aan
haar particuliere belangen.
Na dezen oorlog zal spr.'s party zich dan
ook verzetten tegen elke uitbreiding van
leger en vloot, zoowel hier te lande als
in Indië. Voor het overnelnen van bedrijven
door den Staat zullen algemeene regelen
moeten worden vastgesteld, waarvoor een
commissi© in het leven moet worden geroe
pen, welke een algemeen onderzoek zal moe
ten instellen.
Als derde punt van het politiek progr&nV
noemt spreker de levensmiddelenvoorziening.
Een groote vraag blyft het, of de Staat na
den oorlog zich hieraan zal moeten onttrek
ken.
Dat de volksgeest hierdoor verloopt, fa
een algemeenheid, welke niet is bewezen. Ook
waterleiding en gas worden van overheids
wege verschaft.
De Min. van Financiën, de heer
TREUB: Maar het gaat hier beneden den
kostprijs.
De heer TROELSTRA zegt, dat de hoofd
zaak is op welke wijze de kosten betaald,
worden.
Voor den eerstkomenden tyd is echter een
energieke voortzetting der distributie noodig,
desnoods door oprichting van een speciaal
departement.
Verder zal in het politiek program moe
ten worden vastgelegd: de uitvoering van
art. 192 der Grondwet, voltooiing van het
systeem der publieke voorzorg, speciaal wat
do verzekeringswetten betreft, en een kos-
telooze invaliditeitsvoorziening. Verder noemt
spr. nog wyziging der grondbelasting en
heffing der verdedigingsbelasting tot na den
oorlog, ©n een sterkere progressie voor de
inkomstenbelasting.
Het vormen van.een meer democratisch©
politiek komt spr. hoog noodig voor. Wat
ons wacht in deze tyden, weten wij niet. Wij
waohten met spanning de ontwikkelingen in
Rusland af, we zien een democratische ont
wikkeling in Duitschland, welke niet 'zoo
naar buiten treedt als in Rusland, maar his
torisch even belangrijk is.
Nadat de heer DUYNSTEE enkele op
merkingen heeft gemaakt in verband met
de voraering van vee en de inkwartierings-
wet, heersclit er wederom stilte in de Kamer.
De VOORZITTER verklaart, dat hem be
kend is, dat nog verschillende leden voor
nemens zyn om te spreken. Laten zij dat
dan nu doen, anders worden de algemeene
beschouwingen gesloten. Ook deelt spreker
mede, dat de Minister, niet bereid is om
bent geheel, wat ik wensch, en alles, wat
ik wensch. Jij bent even mooi als een schil
derij en even frisch als appelbloesem...."
„O neen," en zij schudde haar hoofd. ,,Ik
vrees, dat u spoedig genoeg van mij zou
hebben. De bloesems verwelken spoedig."
Hij vatte moed en sloeg zijn arm om haar
midxlel. Zij verzette zich daartegen niet en
protesteerde ook niet. Zij had geen wils
kracht om één van beidie te doen. Hij sloot
haar in zijn armen en zij lag daarin vol
komen lijdelijk.
,,Kus mij niet, Jasper," zei zij, „ton
minste niet vandaag."
„Ik wil je haar kussen," zei hij, „je mooi
geurig haar," en hij deed dat.
„Mij dunkt, dat jo nu moet heengaan,"
zei zij daarop, „jo bent een, hcelen tijd bij
me geweest."
„Op verre na niet zoo lang als ik wel zou
wenschen.. jo kent me niet, Adela. Ik
zou wel altijd bij je willen zijn."
Zij glimlachte weemoedig te-gen hem,
maar antwoordd'e niet.
Hij kuste haar weer op h»efc haar en stond
toen op. ,,tk ga nu naar je vader," zei hij.
„Hij zal erg in zijn nopjes zijn, want hij is
er bijzonder op gesteld, dat ik met jo
trouw, begrijp je."
"„Dat weet ik. Maar weet u ook waarom?"
Hij aarzelde een oogenblik en stamelde
iets. Die vraag kwam onverwacht en hij
was er niet volkomen op voorbereid.
Adela's vragen brachten iemand van zijn
stuk.
Hij trok aan de slip van zijn jas en
toonde al zijn tanden. „Natuurlijk weet ik
wel waarom," zei hij. „Je vader denkt heel
good over mij, vindt dat ik de rechte man
bon, weet je, ofschoon ik dat misschien niet
op de redevoeringen in tweede instantie in
t© gaan.
De heer LOKMAN vangt daarop zijn
rede aan. Spreker is overtuigd, dat ook na
de opheffing van den schoolstrijd de anti
these niet zal verdwijnen. Er bestaat tus
schen de Christelijke beginselen en het
Staatsbestuur een verband, dat door den heer
Dresselhuys over het hoofd is gezien.
Naar onze meening moet de vrijheid, ook
de individueele vrijheid, worden, gehand
haafd, doc-h die is alleen te verkrijgen wan
neer de arbeiders worden beschermd. Wat
betreft de evenredige vertegenwoordiging,
gelooft spr. wel. dat een goed parlemen
tair stelsel daarbij mogelijk is. Doch elke
party zal meer zelfstandig worden dan zy
nu is, wat in tusschen tevens een betere
samenwerking tusschen de partyen ten ge
volge zal hebben.
Ten aanzien van de dienstweigering
merkt spr. op, dat de Grondwet aan ieder
Staatsburger, daartoe in staat, de verplich
ting oplegt tot verdediging van Neerland^
onafhankelijkheid. Die verplichting kan zeer
zwaar zijn, vooral voor hen, die een gezin
hebben te onderhouden, maar het is een
hooge, heilige verplichting. .Wanneer wij
ons land, onze gezinnen en al wat ons
verder dierbaar is, verdedigen, dan doen
wij daarmee iets, waarvoor" óók dienstwei
geraars respect moesten hebben.
Spr. herinnert aan een uitlating van den
heer Schaper, jaren geleden gedaan, die
hierop neerkwam, dat hij, Schaper, indien
de vijand voor de grenzen zou staan, een
van de eersten zou zrjn oin naar de wapenen
te grijpen. Intusschen staan we nu eenmaal
voor het feit, dat er .menschen zyn, die
conscientie-bezwaren tegen den militairen
dienst hebben. Met dat feit hebben we reke
ning te houden. Wat de Minister echter bij
leger-order ten gerieve van de dienstwei
geraars heeft bepaald, is, naar sprekers,
meening, in strijd met de wet. Waar zou
het heen, indien het geheele leger zeidé: „Wij
willen wel het land dienen, maar wij zijn
niet bereid, om, als het op schieten aan
komt, daaraan te voldoen. De wet eischt
volledige voldoening aan den plicht in
zake de landsverdediging en daaronder is
het verplichte schieten, indien de nood
zaak is gebleken, ten volle begrepen. Het
moet duidelyk zyn, dat wij alles er voor
over hebben oni onze onafhankelijkheid en
vryheid te verdedigen.
Waar de lieer Troelstra aeide, dat wy
than3 ons land verdedigen om - een men-
schenslachting t© voorkomen, daar wil
spreker concludeeren met de uitspraak,
dat wij ons zullen blijven verdedigen óók
al is reeds een menschenslachting ingetre
den, doch in dat geval rust de verant
woordelijkheid op don aanvaller.
De heer GERHARD wenscht zich te be
palen tot enkele opmerkingen in verband
met de rede van den heer Lobman. Spr. kan
den gedachtengang van den heer Lohman,
die nog liever ons land zag ten onder gaan
by zyn pogingen tot verdediging dan dat
wy ons lafhartig onze vryheid lieten ont
nemen, volkomen indenken. Wanneer het
echter juist is, d3t dienstweigering een
schoone zaak zou zijn, indien allen tot dienst
weigering o.vergingen, dan is het gewenscht,
dat enkelen daarmee beginnen.
Spreker critiseert dan het antwoord der
Regeering in haar memorie, waarin zy wel
is waar niet het feit, dat er dienstweiger
aars bestaan, ontkent, maar toch verklaart,
dat zij geen persoonlijke redeneering er
kennen, die tegen de bestaande rechtsorde
wordt ingegaan. Maar dat is juist het crite
rium van de dienstweigering! Wanneer men
zich met de bestaande rechtsorde wel kan
vereenigen, dan kan men niet tegelijkertijd
dienstweigeraar zyn. De Regeering moet óók
met de bezwaren der dienstweigeraars reke
ning houden. Natuurlijk erkont spr., dat liet
iemand, die weigert de wapens op te nemen,
niet gemakkelijkermag worden gemaakt.
Men fcou zelfs een zwaren proeftyd kun
nen stéllen. Spr. geeft daarby toe, dat hy
rekent op het bestaan van een overgroote
meerderheid van personen^ die wèl bereid zyn
ons land gewapend te verdedigen, terwyl,
indien de overgroote meerderheid van -ons-
volk geen gewapende verdediging wensch-
te, er dan ook geen reden voor die ge
wapende verdediging zou bestaan.
De'heer RUTGERS verdedigt de houding
der, rechterzijde inzake" de Ouderdomswet
"moest zeggen, maar j© rechtstreeksche
vraag nooctzaakt mij als 't ware er toe."
„O, dat spijt me."
„Hij zal opgetogen zijn, als ik het hem
vertel."
Zij glimlachte weer.
Hij voelde zich bijzonder luchtig. Zij was
veel gemakkelijker te winnen geweest dan
hij had gedacht'. Zij had geen enkele tegen
werping gemaakt. Het was even gemak
kelijk geweest als van de trap t© vallen. Zij
was blijkbaar op zijn ontboezeming voor
bereid geweest en was het met zichzelf ge
heel eens geworden. Hij had het bij het
rechte eind gehad. Zij had van hem ge-
lioudfen vóórdat zij Drys dille ontmoette,
haar liefde voor Dryadale was slechts een
tijdelijke afwijking geweest. Die was als
een'zomerwolk voorbij getrokken. Zijn dood
had haar onverschillig gelaten en haar niet
geschokt.
Later herinnerde hij zich, dat zij feitelijk
niets op alles had gezegd niets beloofd
had niets toegegeven niets ver
klaard had.
Maar dat verontrustte hem niet. Meisjes
waren altijd wat bedeesd, ten minste dat
beweerden zij te zijn. Hij geloofde, niet, dat
zij het in werkelijkheid waren. Het was
niet meer dan een conventie, waaraan zij
verwacht werden zich te houdeneen soort
van traditie, overgegaan van geslacht op
geslacht. Het verhoogd© haar charme cn
gaf iets pikants aan het hof-maken.
Hij vond Richard Bar doll in de biblio
theek bezig, -verwoed op het eind van zijn
sigaar te kauwen, waarbij hij verstrooid in
het vuur staarde.
Wel, ik heb het gedaan," zei Fenlove
vroolijk. „Wat?"
en vraagt, waarom de Rogeering de Raden-
wet nog steeds -niet tot uitvoering brer.gt.
Wat de eerste betreft, spreker wil niet meo-
doen aan een politieke agitatie, die daarach
ter zit, terwyl hij, wat 'de toreend aangaat,
de bezwaren geenszins onoverkomelijk acht.
Nadat de heer FLESKENS eenige woorden
van waardeering heeft uitgesproken yoor de
landbouwende bevolking, die in dezen tijd
zoo ijverig werkzaam is, verdaagt de VOOR
ZITTER de bijeenkomst tot Donderdag-mid
dag halféén.
Van V., Leiden. Een handleiding bij
zelfstudie om een betere hand a.n, 'schrij
ven aan te leeren, kunt u in eiken goeden
boekhandel bestellen. De een is zoo goed
als de ander, wanneer de gebruiker zich
maar ernstig oefent.
Abonné, Leiden. Er zijn in onze ge-
meent© een groot aantal hofjes,waar be
jaarde, alleenwonende vrouwen of oude
echtparen een rustigen levensavond kun
nen doorbrengen. Men moet zich, liefst
met aanbevelingen van invloedrijke perso
nen. bij de regenten aanmelden. De aan
vragen zijn in den regel talrijker dan do
plaatsen, die te vergeven zijn.
W. F. v. G., Leiden. De maximum
prijzen ook van koloniale waren, worden
geregeld onder de publicaties in het
„Leidsch Dagblad" bekend gemaakt. Kunt
u daaruit niet wijs worden, ga dan naar
heb distributiebureau op de Vischmarkt.
Daar zal men er u wel over kunnen ia-
lickten.
:W. B., Leiden. Ter voorkoming van
misverstand, clat met 'betrekking-Hot heb
zegelrecht van polissen voor levensverzeke
ring ook na ons laatst aan u gegeven ant
woord zal kunnen zijn ontstaan, drukken
wij hieronder af art. 46 der Registratie- on
Zegelwetten 1917 voor' zoover dit artikel
daarop betrekking heeft.
Art. 46 luidt:
Geonerlei zegelrecht is verschuldigd
voor de in, de artikelen 44 ©n 45 vermeld©
stukken betreffendea. personenvei^eke-
ringen, indien de op het hoofd van een per
soon verzekerde nitkeeringen niet meer b©
dragen dan v ij f k o n de r d gulden aan
kapitaal of twee gulden per week aan ren
ten, te zamen of afzonderlijk; ingeval van
ziekteverzekering wordt dit bedrag van
twee gulden verhoogd tot tien gulden per
week; b. herverzekeringen, door verzeke
raars gesloten; enz., enz.
J. J. K„ Leidon. Voorzitter der Com
missie voor de Centrale Keuken is de heer
H. W. Fischer, wethouder van Fabricage.
Voor zaken, deze inrichting betreffend, zal
-u zich het best tot hem kunnen wenden.
A. H. v. d. G„ Noordwijk. Dat er in
het „Leidsch Dagblad" zoo weinig artikel-
"tjes over de wereld-hulptaal „Esperanto"
voorkomen, wil in het geheel niet zeggen,
dat wij daartegenover vijandig zouden
staan. Maar propaganda er voor te maken
ligt niet op onzen weg. Worden hier Es-
p eranto -vergade ringen of -ten toons tellin
gen gehouden, dan nemen w-ij er wel noti
tie van.
Joh. v. L., Koudekerk. Om opgeleid
te worden voor militair apothekers-be
diende, moet een verzoekschrift aan den Mi
nister van Oorlog, ter behandeling worden
ingediend bij uw sergeant-majoor, die in
verband met de daaromtrent bestaande voor
schriften in het „Recueil Militair" 18S0,
u verdere inlichtingen zal verstrekken.
W. v. d. P., te O. Het is nog niet be
kend wanneer de derde afd. veldartillerie
lichting 1918, moet opkomen.
C. JM te Valkenburg. U bedoelt zeker
of zy, die in werkelijken dienst-zyn afge-
gekeurd, thans voor herkeuring in aanmer
king komen? Vermoed wordt, dat alleen zjj,
die door den Keuringsraad werden afge
keurd. die nog niet in werkelyken dienst wa
ren, herkeurd zullen worden. De zaak moet
evenwel nog in de Kamers behnndelïl worden.
Bardell draaide zich langzaam in zijn
stoel om cn keek zijn gast arm.
,,'k Wist wel, dat ik 't bij het recht© eind
had," ging Fenlove voort, ,,'lc Had het
reeds weken eerder kunnen doen, als ik
niet- naar jon had geluisterd. Niet do min
ste moeilijkheid, geen zweem er van. Viel
regelrecht in mijn armen, als ik 't zoo mag
uitdrukken, zonder aan don eerbied voor
haar te kort te doen. Zij verwachtte héb
blijkbaar en was er klaar voor."
„.Heeft zij toegestemd?"
„Niet de minste aarzeling. Niet zooveel
als een gefluisterd woord. Vlot- zeileu van
het begin af."
Bardell glimlachte, maar zijn oogen had
den iets onrustigs. Hij had hiervoor plan
nen gesmeed, een complot aangegaan, ge
zondigd, maar zijn zegepraal was pijnlijker
en vernederender dan een nederlaag. Hij
was blij, dat Adela had toegestemd. Het-
verwijderde één gevaar van zijn pad, maar
ander© gevaren bleven.
„Jo ziet er niet overstelpend gelukkig
■uit," zei Fenlove grijzend. „Wensch je mij
niet geluk. Wat?"
Bardell zich vermannend. „Ik hoop, dat je
goed voor mijn klein meisja zult wezen.
„Natuurlijk zal ik goed voor h?-&r wezen.
Jij denkt tobh, hoop ik, róet, dat ik ter
wille van jou met haar trouw? Ik ben ver
liefd op haar. Zij is een heel stuk te goed
om jo dochter te zyn."
„Zij is to goed voor ieder van ons," zei
Bardell brommend.
Fonlovo l'.et weer zijn tanden zien. „We
zullen het daarover nu maar niet hebben,"
zei hij, een weinig boosaardig. „Onze eerst©
bezigheid moet wezen ecbikkingen voor het
huwelijk to maken."
(Wordt vervolgd).