Nederland en de Oorlog. No. 17666. LE8DSCH DAGBLAD Zaterdag 29 September. Tweede Blad. Anno 1917. Brieven een Leidenaar. J)e Wereldkrijg. FEUILLETON. FANNY'S TWEEDE HUWELIJK DCXVI. Het Koninklijk woord, dat. ons land slechts groot mag wezen, in datgene, waarin een klein land groot kan zijn, zou ik met eenige yariatie ook willen toepassen op onze ge- titeente. ]Wjj moeten ons niet verbeelden, dat tWjj groote steden, zooals bijv. Den Haag, kunnen evenaren, of op zij streven. Wan neer, wjj dat wilden doen, zouden wij boven onze kosten leven en het doel toch niet fefepeiken. De menschen, wier verlangen uit gaat naar het groote-stadsleven, kunnen wjj hier. niet vasthouden door de groote stad na te doen. Wij moeten het kunnen aanzien, dat Idfezulken ons verlaten, zoodra zij de banden, idle hun aan deze gemeente binden, kunnen iOflïuaken en intusschen trachten vast te hou den en van elders to trekken, wat niet het Kdoge «en groote, maar het nuttige en de gelijke hegeert en zoekt. En dit moeten wij vooral doen op het gebied van het onderwijs. Toevallig of niet toevallig daarover, te twisten heeft geen zin bezitten wjj de fcielangrjjkste Universiteit van het land. Dat stempelt Leiden al tot e#n ogidérwijsatad uitnemendheid, ern de regeerders hebben altijd bun best gedaan daaraan een zoo goed inogielijk middelbaar- en lager onderwijs te iVjerbinden. In de laatste kwart-eeuw ia in steeds stijgende mate de behoefte aan vak- enderwijs gevoeld geworden en de gemeente bp.olt niet geaarzeld in dit opzicht het per soonlijk initiatief krachtig te steunen. Hierbij denk ik aan het door ouderdom eerbied waardig genootschap „Mathesis Sciontiarunï Genitrix", aan onze Ambachtsschool, aan den Opleidingscursus voor instrumentmakers, aan „Kennis is Macht" en mag ik zeggen: lést, best? aan onze .Vakschool voor Meisjes. Elders in dit blad zal men oen ver slag le7,en ever de opening van deze nieuwe onderwijsinrichting, w&ke gisternamiddag plaats heeft gehad. Hier piooht ik dit voor I.eiden belangrijk feit ook niet onopgemerkt voorbij laten gaan. Ik Wensch de jVtereeniging der Vakschool stoor Meisjes voor Leiden en Omstreken geluk mot het resultaat van haar volhardend streven en de gemeente feliciteer ik van kart» met deze nieuwe school, die aan een steeds sterker gevoelde behoefte zal blij ken te voldoen. Meer dan ooit gevoelen wij in dezen moei lijken oorlogstijd hoe noodig het is, dat de kuisvrouw wèl onderlegd z\j. Denken wjj alleen maar aan hot gebruik van do hooi- kist. Hoe lang reeds vóór den oorlog werd zij in vakkringen met hot oog op brandstof- fenbesparing en het uitwinnen van tijd aan geprezen I Maar de in de practjjk gevormde kuisvrouw wilde er niet aan.'Noodgedrongen heeft zij het hulpmiddel aanvaard en de goe de eigenschappen er van leeren kennen en waardeuren. Do hooikist heeft zich in ue keuken en in de huiskamer burgerrecht ver worven en zal er niet weer uit verdwijnen. Het economisch voordeel, door haar. ver kregen, zal, blijvend zijn. Dit is slechts één voorbeeld uit-vele. En wat hier de harde crisistoestanden hebben gedaan, zal ook ver kregen worden door huishoudelijk vakon- wjjs, zooais de Leidsche Vakschool dit hoopt te geven. Do toekomstige huisvrouwen zul len er het huishouden wetenschappelijk en tevens practise! kunnen leeren, wat het huisgezin in menigerlei opzicht ten goede zal komen, en zoo zal ook dit onderwijs kunnen pieewerkon aan den maatschappe- lijken vooruitgang. Doch niet alleen de toekomstige huismoe der kan er haar opleiding ontvangen. Bet- reikt, het bestuur zijn doèj, dan zal deze inrichting ook iels bijdragen tot do oplos sing van het moeilijk dienstboden-vraag stuk. Het is wel eigenaardig, dat, terwjjl men haast voor alles opleiding noodig oorr deelt, het meisje uit de volksklasse zonder eenige voorbereiding wordt geplaatst voor het veelzijdig huiswerk en het lang niet ge makkelijk beheer van de keuken ui de burr get- en greoieiui's-gezinaen. Het dienstmeis je kent haar vak niet en heeft er daarom geea ambitie voor. De mevrouwen ervaren telkens de talrijke gebreken van haar vrou welijk personeel, schrjjven het ma3r al te vaak toe aan onwil en nonchalance en wil len daardoor van geen waardeering weten. Zoo ontslaat er een onaangename verhouding tusschen werkgeefster en werkneemster, waaraan in den diepsten grond de dienstbo den-misère grootendeels te wjjten is. .Wanneer het de Leidsohe Vaksohool ge lukt, flink onderlegde dienstboden te vor men, die liefde voor haar vak hebben, dan zullen deze niet met tegenzin een dienst zoe ken; zij zullen met meer recht dan nu pre- tensjes kunnen hebben en meer waardee ring kunnen eischen en inderdaad ook meer worden gewaardeerd. Eindelijk zal een voorname taak der school zijn, verschillende vaklearareesen te kwee ken. Onze meisjes trachten zich hos lan ger hoe meer een zelfstandige positie te scheppen. Welnu, hier vinden zij gelegenheid Opgeleid te" worden tot betrekkingen, die geheel strooken met den aard en den aanleg van de vrouw. Ook in dat opzicht zal de nieuwe iVaK- sohool voor Meisjes een aantrekkingBpuiit worden en er toe bijdragen, Om Leiden tot een begeerlijke plaats van Inwoning te mar ken. Om al die redenen héét ik deze pas geopen de inrichting voor onderwijs naast de vele en goede instellingen hier ter stede van harte welkom en spreek ik zeker namens vele, zooniet alle Leidenaars, den wensch. uit, dat de school groeien en bloeien moge in het belang van de vrouwen en meisjes, die haar bezoeken, en in het belang onzer gemeente tevens. Engelsche krijgsgevangenen in Nederland. Men meldt ons: Gen.-majoor sir John Hanbury-Williams ia door de Britsche regeering benoemd ter vertegenwoordiging van d& belangen der „Britsche krijgsgevangenen in Nederland. Generaal Onnen is namens de Nederiand- sche regeering belast met alle zaken betref fende de krijgsgevangenen. Baron Vam Heeckeren is verzocht het toezicht op zich te nemen voor het district 's-Gravenhage en aan generaal-majoor Halbertsma om op de geneeskundigs regelingen toe te zien. Het logies, enz., zal worden verzorgd door Nederlanders, onder goedkeuring van gene raal-majoor sir John Hanbury-Williams. Het denkbeeld is op het oogenblik, hen te huis vesten te Scheveningen en in nabijgelegen plaatsen, sommigen in hoteifl, anderen in blokken huizen, terwjjl zoo noodig. tijdelijke woongelegenheid zou kunnen worden aange bouwd1. De burgemeester van Den Haag- heeft zich welwillend bereid verklaard, re gelingen te treffen om het benoodigd ter rein niervoor beschikbaar te krijgen. Het Engelsche Koode Kruis is door de Britsche regoering belast met de zorg voor, het verschaffen van werkgelegenheid en on derwijs aan de manschappen, evenals hot daarvoor in Zwitserland zorgt; het hoopt daartoe de medewerking van Nederland to zullen verkrijgen. De Young Men's Christian Association is balast met da oprichting en exploitatie ran cantmes, clubs, vermakelijkheden, enz. Ook zij rekenen op de modewerking der Neder landers. Clingendaal, het buitenverblijf ran baron nesse Van Brienen, is dpor het Nederland- sche Roode Kruis aan het Eggelsohe over- gedragen, hetwelk op zjch zal nemen, alle kosten te betalen om hot te exploiteeren als officieren-hospitaal. Verwacht wórdt, dat de barones zelf daartoe werkzaam zal zijn. Men hoopt vergunning to zullen krijgen om kleine, verplaatsbare woningen op het ter rein te plaatsen, om extra-woongelsgenheid te kunnen verstrekken. Binnenkort worden lord Sandwich en ma joor Mitchell uit Engeland verwacht, om, evenals zij dit in Zwitserland gedaan hebben, den arbeid van het Engelsche Roode Kruis te helpen beginnen. Fruit voor Duitschland. Naar aanleiding van hot bericht in ver schillende bladen omtrent den vrijen invoer van fruit met uitzondering van drui ven naar Duitschland, wordt van bevoeg de zijde het volgende medegedeeld: Het bedoelde bericht is in zooverre on juist, dat „via Bentheim" had weggelaten moeten worden. De zaak is deze: Vroeger was fruit los geladen of verpakt in zakken of manden van minstens 50 K.C. vrij van in voerrechten en alio overige fruit aan in voerrecht onderhevig. Thans is ook fruit, b.v. in manden of kisten verpakt, vrjj van invoerrechten. Druiven blijven belast. Dit heeft echter niet alleen betrekking op in voer via Bentheim, maar ook op invoer bjj alle grensstations. Het bericht kan echter mat het oog op da thans nagenoeg-geheel opgehouden invoer uit ons land naar Duitschland van froih druiven, tomaten en komkommers, aanlei ding geven tot misverstand. Daarom is het cewenscht, er op te wijzen, dat deze arti kelen slechts door bemiddeling, van de Ein- kaufstelle der Reichsgemiisestelle in Den Haag naar Dnitschland verhandeld kunnen worden. De invoer uit ons land is wel ia waar met consent toegestaan. Bij invoer in Duitschland zonden dergelijke zendingen met consent zonder meer zeer zeker door de Beichsgemüsestelle in Berlijn in beslag woe den genomen. Verbouw van gewassen. De minister van Landbouw brengt ter algemeene kennis, dat het in de bedoeling ligt, den verbouw van elk der hieronder gonoemde groepen van gewassen te beper ken tot het achter elke groep vermelde percentage van den gemiddelden verbouw in da jaren 1913, 1914 en 1915. Groep A. Karwjjzaad, mosterdzaad, blauw maanzaad, kanariezaad, zaai- en pootuien, en sjalotten 40 pCt. Groep B. .Westerwoldsch Raygraszaad, spi- naziezaad, radijszaad, knollenzaad, koolraap zaad, sluitkoolzaad, uienzaad, rammenasziad, gelderjjzaad en andere groentenzaden 70 .pCt. 'j Groèp C. Suikerbieten 80 pCt. - ^.,i| Groep D. Vlas 50 pCt Groep E. Cichorei 100 p,Ct. Groep F. Tabak 100 pCt. Groep G. Kool. peen, spinazie, snij boe nen,- spersieboonen, preiaelderij, pastinak en andere groenten 50 pCt., behalve in zuivere tuinbouwbedrijven. De maatregelen tot beperking van den verbouw van koolrapen en knollen, alsook van voederbieten en mangelwortelen zullen nog nader worden bekend gemaakt. Uitvoer van deze gewassen, verscb of geconserveerd, zal iu geen geval worden toegestaan. Over wogen wordt den verbouw Voor voeding van eigen vee vrjj te laten, doch hetgeen meer verbouwd wordt tegen betrekkelijk lage prjjzen in beslag te nemen en te distri- bueeren. Voor den verbouw van kool en snijboonan op gescheurd grasland, die in 1917 onbe perkt was toegestaan, zat thans geen vrij dom worden gegeven. Grasland, in den winter 1916/17 ge scheurd, zal thans geheel als gewoon bouw land beschouwd worden. De Ver. Staten en Nod. West-Indië. In de „New-York Herald" sohrrjft pref. Chester Lloyd Jones, hooglegraar in de po litieke wetenschappen aan 'de 'universiteit ran Wisconsin, over de Yereenigde Staten en Ncd. West-Indië. Prof. Lloyd Jones oppert in dat stuk en kele bezwaren tegen de opvatting, dat het in het belang van het Amerika-voor-de-Ame. rikanen-beginsel zou zijn, Nederlandsch West- Indië te koopen. Nederland heeft weinig aan die koloniën; en het heeft geld noodig, we gens de groote kosten, die uit den wereld oorlog ook voor Nederland voortspruiten, en omdat het veel uitgeeft voor de ge in terneeirde Belgen. Toch zou Nederland op dit oogenblik d.w.z. gedurende den oor log niet kunnen verkoopen, Want dat zon, meent prof. Lloyd Jones, eefi schending van do neutraliteit zijn ten nadeele van Duitschland. Evenmin zou Nederland zjjn be zit aan Duitschland kunnen verkoopen. Komt Nederland in den oorlog aan den kant van de oentralen, dan zou de West spoe dig ingepakt worden. „Wel is waar heeft president. Wilson hét beginsel verkondigd, dat" wij nooit één extra voet grondgebied door verovering zulten zoe ken, maar "de gebeurtenissen handelen niet vriendelijk niet zulke profetieën. Duizenden Amerikanen, dn daaronder president Mc. Kin- ley, zonden bij den aanvang van den Spaansch-Anierikaanschen oorlog vermoede lijk hetzelfde hebben gezegd wat president Wilson thans heeft verklaard. Zulk' een ver klaring zou in overeonstemming zijn ge weest met onze aangekondigde oogmerken. Echter houden wjj thans Puerto Rico, Guam en de Filippijnen." Mocht Nederland zioh bij de céntralen aan sluiten dan zouden de Yereenigde Staten zekerlijk niet toestaan dat een Europeesoha vloot. Ned. West-Indië neemt./Toch zonden de Vereenigde Staten die bezittingen moeten vermeesteren om' te beletten, dat Duitsohe duikbooten er steunplaatsen zouden vinden. En, eenmaal in "t bezit van Ned. West-Indië, is het twijfelachtig, of de publieke opinie in de Unie wel zou toelaten, dat het weer werd losgelaten. Waarschijnlijk zou men in de Unie het fait acoompli kalmpjes aanvaarden. Prof. Lloyd Jones gaat dan na wat de waarde Van de joilanden voor ide Unie zou zjjn. Heel groot acht hij die niet, doch van de waarde van de haven van Willemstad heeft hij een klaar besef. Het ernstige bezwaar tegen gebiedsuitbrei ding in Nederlandsch West-Indië door de Vereenigde Staten is dat de Zuid-Ameri- kaansche Staten dat bijna zeker ongaarae zouden zien. „Zelfs de vorderingen (door de Unie ge maakt) in West-Indië en Centraal-Amerika, hebben het wantrouwen van onze buren ge wekt. Het kan zjjn dat stappen, genomen en nog te neme» in het Caraïbische gebied, een struikelblok zullen blijken voor hen, die voor uitzien naar een nauwe samenwerking tus schen de AmCrikaanscho republieken. De La- tjjnsche staten kunnen echter misschien verr zoend worden met onze toenemende controls in vloot-aangelegemheden. Dat zou kannen worden aanvaard als een natuurlijk gevolg Van onze internationals positie; maar een uitbreiding van ons bezit op het vaste land, en vooral stappen om gebied te ver krijgen voorbij de Landengte, zouden arg waan kunnen wekken, 'dien het heel moei lijk zon zjjn te stillen. De verkrijging van de Nederlandsch West-Indische eilanden moge zijn aan te bevelen voor de tenuitvoer legging van onze algemeene Caraïbische po litiek. De kolonie op het vasteland echter (n.l. Suriname) zou grooter nadoelen voor ons kunnen meebrengen, dan voordeelen." De Duitsche wreedheden iu Oost-Afrika. De „Pallmsall Ga/zotte" schrijft: Het jongste antwoord van den Duitschon keizer aan den Paus moet gelezen worden in verband met do onthullingen over de Duitsohe barbaarsohiheden in Oost-Afrik-a. De bijzonderheden van de wreedheden, ge pleegd op weerlooze vrouwen en zieke krijgsgevangen e n en op inboorlingen, zijn onbeschrijfelijk van laagheid. Dikwijls wordt? beweerd, dat do Duitsohe regeering voor deze misdaden aansprake lijk is, maar dat het volk onschuldig is. Hier hebben we echter te doem met man nen, die ver van hun regeering verwijderd zijn. Hier hebben we een beeld van de Teu- toonsche kultur. Onder deze lafaards be vinden zich Duitsohe planters, die geheel met de verhoudingen der Afrikaansohe ko lonies bekend zijn en zioh als beesten ga- dTagen hebben tegenover de ongelukkigen die in hun handen zijn gevallen. Door hun laagheden hebben zij Het recht verspeeld, heerschappij te voeren in een tropisch land. Door te breken met de tra dities van bestuur over inlanders, Hebben zij zich onwaardig gehoond voor de we reldmacht, waar heen hun aspiraties uit- gihgen." Oc Duitsche socialistische meerderheid en de Russische revolutie. Het Potregradsch Telegraaf Agentschap deelt mede, dat Ehrlich, die samen mot drie andere afgevaardigden van den Raad van Arbeiders en Soldaten een reis door West- Europa heeft gedaan, in het blad „ïzves- tia", orgaan van den Raad van Arbeiders en Soldiaten een en ander over die reis mede deelt. Over de samenkomst met vertegenwoordi gers der Duitsche eoc. dom. minderheid en meerderheid te Stockholm, vertelt hij o. m. dat er een treffende overeenstemming bleek te bestaan tusschen de opvattingen der Duit sche minderheid en de Russische re vol u- tionnairen betreffend© de buitenl andsche politiek. De Duitsche vertegenwoordigers wezen op den snellen groei der Duitsche minderheidsfractie, die thans reeds minste na de helft van de leden der boo. dem. partij in zich heeft vereenigd. Doch de Duitsche regeoring, 200 deelden de afgevaardigden mede, werkt do minderheidspartij op alle mogelijke wijzen tegen en poogt door h^t nemen van economische mnatrogelon de ontevredenheid onder het volk tegen te gaan. Bij het onderhoud, dat de Russen met vertegenwoordigers der Duitsehö meerder heid hadden, vezen eerslgonoemden er op, dat mon blind moest zijn om niet te zien, dat 'b Duitsche offensief tegen Rusland niet alleen strategische doeleinden beoogt, doch ook gericht is tegen de Russische revolutie. „Wij verklaarden", aldus Ehrlich, „cïat wij er niet aan dachten de Duitsche partij voor te schrijven wat ze te doen en te laten heeft, doch dat wij het als ons recht en onzen plicht beschouwden, op de groote verantwoorde lijkheid te wijzen, welke de arbeidersklasse van Duitschland op dit oogoDbU'c op /icb uecmt." Troepenverplaatsingen in België. Te Rotterdam is, zooals de „Tel." meldt, bericht ontvangen, dat de Duitsche leg er au toriteit on de grenzen van België binnen kort zullen sluiten, met het oog op groote troepenverplaatsingen, die op het oogen blik in Yloandoren plaats hebben. Heel veel marinetr. met kanonnon eff mitrailleurs zijn naar Zeebrugge en omstreken getrans porteerd, terwijl -uit die plaatsen de ad ministratie enr. naar Brugge is overge bracht. Dit zou geschieden naar aanleiding van do vele luchtaanvallen en in verband met hot jongste Engelsche offensief. Ook het foit, dat het aantal Duitsche deserteurs steeds toeneemt wordt genoemd in verband mot al deze maatregelen: Arrestatie van yerdachte Duitschers in de Ver. Staten. Do politie to New-York hield Woensdag een drijfjaoht op dë Duitschers wonendo in een vijftal voorsteden van New-York en in de aangrenzende districten van New-Jor- oey, en Long-Island. Honderd arrestanten worden naar het hoofdbureau van politic gebracht, beschuldigd van het schenden der bepalingen betreffende de hun toegestane vergunning tot het betreden der voor vijan delijke vreemdelingen verboden zone. De arrestaties worden met behulp van marine-ambtenaren ton uitvoer gebracht.De politie logde beslag op tasschen en koffers, welke aan do gevangenen toebehoorden Zij deelt mede, dat deze belangrijke documen ten bevatten. In hot bezit van eon der ar restanten werd een sóórt noe-der gevonden, dat vermoedelijk voor het onbruikbaar ma ken van tec re machinerieën moest worden gebruikt.. De voorspelling van. een Duiischcii wereldvoroveraar. Do „Times" verneemt uit New-York: Senator Lewis heeft in den Senaat voor het ecrat den volledigen tekst openbaar gemaakt van een voorspelling, die de Duit sohe marine-kapitein Von Got? in 1898 heeft gedaan togenoyer admiraal Dewey to Ma- nilla, dat Duitschland in een geslacht de wereld zou beheerschen, waaraan Yon Gotz toevoegde „Ongeveer over 15 jaron zal mijn land een grooten oorlog beginnen. Wij zullen in ongeveer tweo maanden in Parijs zijn, na do opening der vijandelijkheden Het zal maar een stap zijn. Hot werkelijke deel zal zijn. Engeland te verpletteren. Eenigo maanden nadab wij ons werk in Europa zullen hebben verricht, zullen wij New- York ncanen en waarschijnlijk Waahiug- ton on deze beide plaatsen eenigen tijd besot houden. Wij stellen ons niet voor, ieJbs van uw land weg te nemen, maar wij zijn voorneitKins een milliard of wat van uw dollars uit New-York en andere plaat sen te nomen. Wij zullen de Monroe-leer toepassen eii over Zuiid-Araerika beschik ken, zoo we di/b wensoben. Vergeet dit niet, als hert 15 jaar ver- dor is." Van ANNIE QUIDING Uit het Zweedech vertaald door M. A. Z. 9) „Op kosten je vader, neen, dank je." „Waarom dat niet evengoed, alsZq aweeg. „Als al het andere, meen je? Ja, dat mag je met recht vragen. Maar het kost nog eenige kronen per dag meer. Ga ik dood nu, dan is het verlies zoo groot niet. Laten we liever over Fanny en Ar- no.ld praten." „Ik kan over niets anders praten, als jo zulke dingen zegt." Zij stond vlak bü hem en legde haar hand als toevallig op zijn schouder. Hij keek op een lange, onderzoekende blik, die niet anders vond, dan hij verwachtte te vinden. „Dan nemen wo aan, dat de dood or niet mee ffocooeid is, dat kan ook heel best zijn. Nu dood te gaan zou bijna een te hoog tragisch slot ziju van ceu armzalige levensgeschiedenis." „Bengt. waarom zeg je altijd zoo iets naars van je zdf? Dat is zoo vreoselijk." Hij stond op, riiui of meer zenuwachtig, en ging naar het raam Dc straat bestond uit lan ge, lage Jeemen huisjes en groene hoornen, met een streopjo plaivoisel er tusschen in het mulle zand. Maar hij zag daar nicls van „Daarom," zei hij, „want anders doe jij het en het is beter te voorkomen dan af to wach- ton." „Ik? Zeg ik dat?" *Ta, met andere woorden. Praat jo niet vroeg en laat over jo verbroken illusies? En waarom zou je ook niet? Dat is natuurlijk, als men zoc jong is, aLs jij bent." „0, Bongl ,zóó meen ik het niet. Ik meen niets persoonlijks. Teleurgesteld in onze verwachtin gen worden we allemaal." Hij lachte. „Ja, maar,ieder denkt altijd aau de zijne, sprokond over die van onderen."- „Ik hen er zeker van," zei ze met een snik in haar slem, „dat dat wat ik bedoel de uiterlijke glans datgene, wat misschien wol nooit in do werkolijkhoid zoo bestaat noor jou er af is, zoo goed als voor mij." „De glans!" zei hij ongeduldig, „de glans. Dat is nu juist weer een van die woordeai, die do vrouwen zoo graag gobruikon; het klinkt zoc mooi en dient om de feiten te bedekken, zoodat men dio niet behoeft te zien zooals ze zijn. Moet 'ik do heele gesschiodenis in weinig woorden voor jo herhalen, Eva?" „Ja neen „Jo placht te zeggen, dat je het heerlijk vondt dat ik zoo sterk was. Weet je we!? Ik droeg je de trappen, op. Nu ja, dat waren maar kinder achtigheden. Maar ik vraag me af, of niet do echte vrouw zooals je bent, Eva altijd juist di'o kracht in ons liefheeft." Zij was één en al oor. „Sedert dien zag je mo al te dikwijls verne derd, Eva. Je zag mo als een onnutte decoratie in een huis, dat het mijho genoemd word en het toch niet was. Jo vondt me een tragisch-belaclie- lijke figuur, Eva en dat heele schouwspel stond jo tegen en daar verbaas ik me niet over." Zijn woorden kwamen met altijd grooter moei te. Zij zag ziju gezicht niet, maar ze wist wel ke uitdrukking hij nu in zijn oogen hath „Daarvan mag men mot recht zeggen, dat de glans er af is. Arm kind!" „Bengt, Bengt, praat toch' niet zoo, 't is zoc wroodt" Hij keerde zich om.. „Huil nu niet, Eva." Maar zij schreide" bitter, wanhopig. Zij was neergevallen op zijn plaats, met haar armen op de tafel en haar hoofd in haar handon; on- rodbaar was de patience, die op do tafol was uitgelegd, in de war. Onbarmhartig had hij de waarheid gezegd, maar toch do waarheid. Bongt kwam bij haar en boog zich over haar heen. „Zoo is het niet, Bengt, zoo is het niet Ik houd van je als vroeger, al voel jo hot anders met de jaron. Ach, Bongt, waarom is hot loven zóó moeilijk?" Zij zaten naast elkaar op de roodgarande so fa on Eva drukte zijn hand vast in do hare, als om hem en zichzelf to overtuigen, dat hij zich vergiste. Do zon brak eindelijk door en haar lioht viel naar binnen door de lage raampjas. Bengt sprong op. „Kom, Eva, wo moeten gaan." Zij bette haastig haar oogou en maakte zich klaar. Zij kwamen bijtijds in de kerk; ja, te vroeg, dat was dien dag hun ongeluk. De lage banken zaten vol menschen, dio nieuwsgierig hun oogen richtten op do vorhooging bij het al taar, waar voor de bruilofatgasten plaatsen ge reserveerd waren. Bongt en Eva bleven buiten drentelen. De lucht was zacht en frisch na den regen, de seringen geurden en van de grijze bla- doron dor wilgen drupto het water. Zij ligt in de diepte tusschen zandheuvels, dio kleine, nu wit geschilderde middeleouwsche kerk mot haar aardig trapgeveltje: menigmaal heeft hot zaud de lage poort versperd, waar door zooveel g&slachtcn zijn opgegaan om don God, die ovor wind en zeo en stuifzand gebiedt, te smeekon, hot plaatsje te beschermen in zijn handol on bedrijf. Tegen dc hellingen, grooten seringen en wilgen; in do smalle strook dal grond rondom de kerk, ligt graf op graf klei ne hoogtetjes, door taxusboompjes omgeven, en kleine godonkteokenen met eenvoudige opschrif ten. Veel graven zijn ondbr het zand wegge zakt. In don noordermuur vau de kerk zijn oude grafsteenon ingemetseld. Een paar datocren uit do donkere tijden der middeleeuwen en dragen moeilijk te lezen Latijnscho randschriften. Noch Bengt, noch Eva kon eon letter ontcijferen. „Maar hier is er eeu, dat men lezen kan," zei Eva. „Onder dezen steen ligt Büritho, Byrrir dochter, echtgenoot van den heer Svendson, bo- graven. Zij ontsliep in den Heer don 17don Maart 1572." „„Hodio niihi, eras libi"; wat wil dat zeg gen, Bengt?" „Heden ik, morgen gij. Ja, dat staat daar met recht." Eva drukte zijn arm; zij dacht aan hun ge sprek „Wat dooie jij, dat er na den dood is, Eva?" „Iets goeds,-hoop ik. Wat zou jij daar liet liefst willen vinden, Bengt?" Hij dacht even na „Of onkel rust, of ook „Wat?" ..Een schoon wit blad." „Hoczoo?" „Om er iets anders op te schrijven." Er kwamen meer bruiloftsgasten; zij haastten zich naar binnen, om hun plaats op het koor in te nemen. Do zon scheen door do hoogc. smalle boog ramen op den steenen vloer en do witte wan den, op het schilder- en beeldhouwwerk der oude altaarkasten, .op de primitief gebeitelde doopvonten en de uitgesleten grafzerken, waar op nauwelijks ranor een lettor to onderscheiden was. De kleine bruidsstoet was spoedig terplaat- so. De Bankdirecteur, nog statiger dan anders met een ovorhemd van glanzigcr gladheid dan alle aitdcro pas gestreken overhemden in de wereld, en do Noordster prijkend op zijn rok gaf plechtig zijn dochter, oen schitterend won der van witto zij, aan Arnold, (lie ernstig z ig on bleek. De moeder van do bruid, in zwart fluweel, vergoot zacht, maar onophoudelijk haar tranen; do zoon vm.s één en al aandacht voer do plechtigheid, i' hij mot gevouwen banden ademloos volgde. Do grijze predikant verrichtte de inzegening en hield oen warme toespraak Na vclo golukwenschen en omhelzingen verliet de stoet do kerk tusschen twee rijen menschen in Zondagspak, die alles in bijzonderheden op namen, terwijl het orgel speelde cn de oude klok haar treurig, dun geluid uitzong over d? graven,, de hei, het stuifzand, tot het wegstierf over do wijde zee. De toeschouwers gingen naar huis, om onder eou kop extra namiddagkoffie nog oon3 na te praten over het niet alledaag- soho toonecl. In de villa werd een prachtig de jeuner aangeboden, spoech na speech gehou-. den en champagne gedronken. De oudo heer Hein sprak mooi aan. tafel over den zegen van liet huwelijk, en do predikant wensch te den pas getrouwden oen goeden reis. Arnold bedankte. Weldra stond het rijtuig voor de deur; het af scheid was gehaast en vroolijk. Dat mevrouw Hcin's tranen r.og altijd vloeiden, daaraan dacht niemand meer, dat hadden zij den hoo ien dag gedaan. Maar wel eenige aandoening verwekto hot onder de gasten, dat Koert mot een hartstochtelijke uitbarsting van verdriet .rich in do armen wierp van zijn lieven papa. „Nu. nu, mijn jongen, 't is immers niet voor 't leven, dat wo scheiden. Je moet me een lan gen brief sturen, en ik zal iets moois vcor je meebrogen iots, dat jo nooit gezien hebt waaraan je noort hebt gedacht!" (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1917 | | pagina 5