Nederland en de Oorlog.
No. 17666. LE8DSCH DAGBLAD Zaterdag 29 September. Tweede Blad. Anno 1917.
Brieven een Leidenaar.
J)e Wereldkrijg.
FEUILLETON.
FANNY'S TWEEDE HUWELIJK
DCXVI.
Het Koninklijk woord, dat. ons land slechts
groot mag wezen, in datgene, waarin een
klein land groot kan zijn, zou ik met eenige
yariatie ook willen toepassen op onze ge-
titeente. ]Wjj moeten ons niet verbeelden, dat
tWjj groote steden, zooals bijv. Den Haag,
kunnen evenaren, of op zij streven. Wan
neer, wjj dat wilden doen, zouden wij boven
onze kosten leven en het doel toch niet
fefepeiken. De menschen, wier verlangen uit
gaat naar het groote-stadsleven, kunnen wjj
hier. niet vasthouden door de groote stad na
te doen. Wij moeten het kunnen aanzien, dat
Idfezulken ons verlaten, zoodra zij de banden,
idle hun aan deze gemeente binden, kunnen
iOflïuaken en intusschen trachten vast te hou
den en van elders to trekken, wat niet het
Kdoge «en groote, maar het nuttige en de
gelijke hegeert en zoekt. En dit moeten wij
vooral doen op het gebied van het onderwijs.
Toevallig of niet toevallig daarover, te
twisten heeft geen zin bezitten wjj de
fcielangrjjkste Universiteit van het land. Dat
stempelt Leiden al tot e#n ogidérwijsatad
uitnemendheid, ern de regeerders hebben
altijd bun best gedaan daaraan een zoo goed
inogielijk middelbaar- en lager onderwijs te
iVjerbinden. In de laatste kwart-eeuw ia in
steeds stijgende mate de behoefte aan vak-
enderwijs gevoeld geworden en de gemeente
bp.olt niet geaarzeld in dit opzicht het per
soonlijk initiatief krachtig te steunen. Hierbij
denk ik aan het door ouderdom eerbied
waardig genootschap „Mathesis Sciontiarunï
Genitrix", aan onze Ambachtsschool, aan den
Opleidingscursus voor instrumentmakers, aan
„Kennis is Macht" en mag ik zeggen:
lést, best? aan onze .Vakschool voor
Meisjes. Elders in dit blad zal men oen ver
slag le7,en ever de opening van deze nieuwe
onderwijsinrichting, w&ke gisternamiddag
plaats heeft gehad.
Hier piooht ik dit voor I.eiden belangrijk
feit ook niet onopgemerkt voorbij laten gaan.
Ik Wensch de jVtereeniging der Vakschool
stoor Meisjes voor Leiden en Omstreken
geluk mot het resultaat van haar volhardend
streven en de gemeente feliciteer ik van
kart» met deze nieuwe school, die aan een
steeds sterker gevoelde behoefte zal blij
ken te voldoen.
Meer dan ooit gevoelen wij in dezen moei
lijken oorlogstijd hoe noodig het is, dat de
kuisvrouw wèl onderlegd z\j. Denken wjj
alleen maar aan hot gebruik van do hooi-
kist. Hoe lang reeds vóór den oorlog werd
zij in vakkringen met hot oog op brandstof-
fenbesparing en het uitwinnen van tijd aan
geprezen I Maar de in de practjjk gevormde
kuisvrouw wilde er niet aan.'Noodgedrongen
heeft zij het hulpmiddel aanvaard en de goe
de eigenschappen er van leeren kennen en
waardeuren. Do hooikist heeft zich in ue
keuken en in de huiskamer burgerrecht ver
worven en zal er niet weer uit verdwijnen.
Het economisch voordeel, door haar. ver
kregen, zal, blijvend zijn. Dit is slechts één
voorbeeld uit-vele. En wat hier de harde
crisistoestanden hebben gedaan, zal ook ver
kregen worden door huishoudelijk vakon-
wjjs, zooais de Leidsche Vakschool dit hoopt
te geven. Do toekomstige huisvrouwen zul
len er het huishouden wetenschappelijk en
tevens practise! kunnen leeren, wat het
huisgezin in menigerlei opzicht ten goede
zal komen, en zoo zal ook dit onderwijs
kunnen pieewerkon aan den maatschappe-
lijken vooruitgang.
Doch niet alleen de toekomstige huismoe
der kan er haar opleiding ontvangen. Bet-
reikt, het bestuur zijn doèj, dan zal deze
inrichting ook iels bijdragen tot do oplos
sing van het moeilijk dienstboden-vraag
stuk. Het is wel eigenaardig, dat, terwjjl
men haast voor alles opleiding noodig oorr
deelt, het meisje uit de volksklasse zonder
eenige voorbereiding wordt geplaatst voor
het veelzijdig huiswerk en het lang niet ge
makkelijk beheer van de keuken ui de burr
get- en greoieiui's-gezinaen. Het dienstmeis
je kent haar vak niet en heeft er daarom
geea ambitie voor. De mevrouwen ervaren
telkens de talrijke gebreken van haar vrou
welijk personeel, schrjjven het ma3r al te
vaak toe aan onwil en nonchalance en wil
len daardoor van geen waardeering weten.
Zoo ontslaat er een onaangename verhouding
tusschen werkgeefster en werkneemster,
waaraan in den diepsten grond de dienstbo
den-misère grootendeels te wjjten is.
.Wanneer het de Leidsohe Vaksohool ge
lukt, flink onderlegde dienstboden te vor
men, die liefde voor haar vak hebben, dan
zullen deze niet met tegenzin een dienst zoe
ken; zij zullen met meer recht dan nu pre-
tensjes kunnen hebben en meer waardee
ring kunnen eischen en inderdaad ook meer
worden gewaardeerd.
Eindelijk zal een voorname taak der school
zijn, verschillende vaklearareesen te kwee
ken. Onze meisjes trachten zich hos lan
ger hoe meer een zelfstandige positie te
scheppen. Welnu, hier vinden zij gelegenheid
Opgeleid te" worden tot betrekkingen, die
geheel strooken met den aard en den aanleg
van de vrouw.
Ook in dat opzicht zal de nieuwe iVaK-
sohool voor Meisjes een aantrekkingBpuiit
worden en er toe bijdragen, Om Leiden tot
een begeerlijke plaats van Inwoning te mar
ken.
Om al die redenen héét ik deze pas geopen
de inrichting voor onderwijs naast de vele
en goede instellingen hier ter stede van
harte welkom en spreek ik zeker namens
vele, zooniet alle Leidenaars, den wensch.
uit, dat de school groeien en bloeien moge
in het belang van de vrouwen en meisjes,
die haar bezoeken, en in het belang onzer
gemeente tevens.
Engelsche krijgsgevangenen in Nederland.
Men meldt ons:
Gen.-majoor sir John Hanbury-Williams ia
door de Britsche regeering benoemd ter
vertegenwoordiging van d& belangen der
„Britsche krijgsgevangenen in Nederland.
Generaal Onnen is namens de Nederiand-
sche regeering belast met alle zaken betref
fende de krijgsgevangenen. Baron Vam
Heeckeren is verzocht het toezicht op zich
te nemen voor het district 's-Gravenhage en
aan generaal-majoor Halbertsma om op de
geneeskundigs regelingen toe te zien.
Het logies, enz., zal worden verzorgd door
Nederlanders, onder goedkeuring van gene
raal-majoor sir John Hanbury-Williams. Het
denkbeeld is op het oogenblik, hen te huis
vesten te Scheveningen en in nabijgelegen
plaatsen, sommigen in hoteifl, anderen in
blokken huizen, terwjjl zoo noodig. tijdelijke
woongelegenheid zou kunnen worden aange
bouwd1. De burgemeester van Den Haag-
heeft zich welwillend bereid verklaard, re
gelingen te treffen om het benoodigd ter
rein niervoor beschikbaar te krijgen.
Het Engelsche Koode Kruis is door de
Britsche regoering belast met de zorg voor,
het verschaffen van werkgelegenheid en on
derwijs aan de manschappen, evenals hot
daarvoor in Zwitserland zorgt; het hoopt
daartoe de medewerking van Nederland to
zullen verkrijgen.
De Young Men's Christian Association is
balast met da oprichting en exploitatie ran
cantmes, clubs, vermakelijkheden, enz. Ook
zij rekenen op de modewerking der Neder
landers.
Clingendaal, het buitenverblijf ran baron
nesse Van Brienen, is dpor het Nederland-
sche Roode Kruis aan het Eggelsohe over-
gedragen, hetwelk op zjch zal nemen, alle
kosten te betalen om hot te exploiteeren
als officieren-hospitaal. Verwacht wórdt, dat
de barones zelf daartoe werkzaam zal zijn.
Men hoopt vergunning to zullen krijgen om
kleine, verplaatsbare woningen op het ter
rein te plaatsen, om extra-woongelsgenheid
te kunnen verstrekken.
Binnenkort worden lord Sandwich en ma
joor Mitchell uit Engeland verwacht, om,
evenals zij dit in Zwitserland gedaan hebben,
den arbeid van het Engelsche Roode Kruis
te helpen beginnen.
Fruit voor Duitschland.
Naar aanleiding van hot bericht in ver
schillende bladen omtrent den vrijen invoer
van fruit met uitzondering van drui
ven naar Duitschland, wordt van bevoeg
de zijde het volgende medegedeeld:
Het bedoelde bericht is in zooverre on
juist, dat „via Bentheim" had weggelaten
moeten worden. De zaak is deze: Vroeger
was fruit los geladen of verpakt in zakken
of manden van minstens 50 K.C. vrij van in
voerrechten en alio overige fruit aan in
voerrecht onderhevig. Thans is ook fruit,
b.v. in manden of kisten verpakt, vrjj van
invoerrechten. Druiven blijven belast. Dit
heeft echter niet alleen betrekking op in
voer via Bentheim, maar ook op invoer bjj
alle grensstations.
Het bericht kan echter mat het oog op
da thans nagenoeg-geheel opgehouden invoer
uit ons land naar Duitschland van froih
druiven, tomaten en komkommers, aanlei
ding geven tot misverstand. Daarom is het
cewenscht, er op te wijzen, dat deze arti
kelen slechts door bemiddeling, van de Ein-
kaufstelle der Reichsgemiisestelle in Den
Haag naar Dnitschland verhandeld kunnen
worden. De invoer uit ons land is wel ia
waar met consent toegestaan. Bij invoer in
Duitschland zonden dergelijke zendingen met
consent zonder meer zeer zeker door de
Beichsgemüsestelle in Berlijn in beslag woe
den genomen.
Verbouw van gewassen.
De minister van Landbouw brengt ter
algemeene kennis, dat het in de bedoeling
ligt, den verbouw van elk der hieronder
gonoemde groepen van gewassen te beper
ken tot het achter elke groep vermelde
percentage van den gemiddelden verbouw in
da jaren 1913, 1914 en 1915.
Groep A. Karwjjzaad, mosterdzaad, blauw
maanzaad, kanariezaad, zaai- en pootuien,
en sjalotten 40 pCt.
Groep B. .Westerwoldsch Raygraszaad, spi-
naziezaad, radijszaad, knollenzaad, koolraap
zaad, sluitkoolzaad, uienzaad, rammenasziad,
gelderjjzaad en andere groentenzaden
70 .pCt. 'j
Groèp C. Suikerbieten 80 pCt. - ^.,i|
Groep D. Vlas 50 pCt
Groep E. Cichorei 100 p,Ct.
Groep F. Tabak 100 pCt.
Groep G. Kool. peen, spinazie, snij boe
nen,- spersieboonen, preiaelderij, pastinak en
andere groenten 50 pCt., behalve in zuivere
tuinbouwbedrijven.
De maatregelen tot beperking van den
verbouw van koolrapen en knollen, alsook
van voederbieten en mangelwortelen zullen
nog nader worden bekend gemaakt. Uitvoer
van deze gewassen, verscb of geconserveerd,
zal iu geen geval worden toegestaan. Over
wogen wordt den verbouw Voor voeding van
eigen vee vrjj te laten, doch hetgeen meer
verbouwd wordt tegen betrekkelijk lage
prjjzen in beslag te nemen en te distri-
bueeren.
Voor den verbouw van kool en snijboonan
op gescheurd grasland, die in 1917 onbe
perkt was toegestaan, zat thans geen vrij
dom worden gegeven.
Grasland, in den winter 1916/17 ge
scheurd, zal thans geheel als gewoon bouw
land beschouwd worden.
De Ver. Staten en Nod. West-Indië.
In de „New-York Herald" sohrrjft pref.
Chester Lloyd Jones, hooglegraar in de po
litieke wetenschappen aan 'de 'universiteit
ran Wisconsin, over de Yereenigde Staten
en Ncd. West-Indië.
Prof. Lloyd Jones oppert in dat stuk en
kele bezwaren tegen de opvatting, dat het
in het belang van het Amerika-voor-de-Ame.
rikanen-beginsel zou zijn, Nederlandsch West-
Indië te koopen. Nederland heeft weinig aan
die koloniën; en het heeft geld noodig, we
gens de groote kosten, die uit den wereld
oorlog ook voor Nederland voortspruiten,
en omdat het veel uitgeeft voor de ge
in terneeirde Belgen. Toch zou Nederland op
dit oogenblik d.w.z. gedurende den oor
log niet kunnen verkoopen, Want dat zon,
meent prof. Lloyd Jones, eefi schending
van do neutraliteit zijn ten nadeele van
Duitschland. Evenmin zou Nederland zjjn be
zit aan Duitschland kunnen verkoopen.
Komt Nederland in den oorlog aan den
kant van de oentralen, dan zou de West spoe
dig ingepakt worden.
„Wel is waar heeft president. Wilson hét
beginsel verkondigd, dat" wij nooit één extra
voet grondgebied door verovering zulten zoe
ken, maar "de gebeurtenissen handelen niet
vriendelijk niet zulke profetieën. Duizenden
Amerikanen, dn daaronder president Mc. Kin-
ley, zonden bij den aanvang van den
Spaansch-Anierikaanschen oorlog vermoede
lijk hetzelfde hebben gezegd wat president
Wilson thans heeft verklaard. Zulk' een ver
klaring zou in overeonstemming zijn ge
weest met onze aangekondigde oogmerken.
Echter houden wjj thans Puerto Rico, Guam
en de Filippijnen."
Mocht Nederland zioh bij de céntralen aan
sluiten dan zouden de Yereenigde Staten
zekerlijk niet toestaan dat een Europeesoha
vloot. Ned. West-Indië neemt./Toch zonden
de Vereenigde Staten die bezittingen moeten
vermeesteren om' te beletten, dat Duitsohe
duikbooten er steunplaatsen zouden vinden.
En, eenmaal in "t bezit van Ned. West-Indië,
is het twijfelachtig, of de publieke opinie in
de Unie wel zou toelaten, dat het weer
werd losgelaten.
Waarschijnlijk zou men in de Unie het fait
acoompli kalmpjes aanvaarden.
Prof. Lloyd Jones gaat dan na wat de
waarde Van de joilanden voor ide Unie zou zjjn.
Heel groot acht hij die niet, doch van de
waarde van de haven van Willemstad heeft
hij een klaar besef.
Het ernstige bezwaar tegen gebiedsuitbrei
ding in Nederlandsch West-Indië door de
Vereenigde Staten is dat de Zuid-Ameri-
kaansche Staten dat bijna zeker ongaarae
zouden zien.
„Zelfs de vorderingen (door de Unie ge
maakt) in West-Indië en Centraal-Amerika,
hebben het wantrouwen van onze buren ge
wekt. Het kan zjjn dat stappen, genomen en
nog te neme» in het Caraïbische gebied, een
struikelblok zullen blijken voor hen, die voor
uitzien naar een nauwe samenwerking tus
schen de AmCrikaanscho republieken. De La-
tjjnsche staten kunnen echter misschien verr
zoend worden met onze toenemende controls
in vloot-aangelegemheden. Dat zou kannen
worden aanvaard als een natuurlijk gevolg
Van onze internationals positie; maar
een uitbreiding van ons bezit op het vaste
land, en vooral stappen om gebied te ver
krijgen voorbij de Landengte, zouden arg
waan kunnen wekken, 'dien het heel moei
lijk zon zjjn te stillen. De verkrijging van
de Nederlandsch West-Indische eilanden
moge zijn aan te bevelen voor de tenuitvoer
legging van onze algemeene Caraïbische po
litiek. De kolonie op het vasteland echter
(n.l. Suriname) zou grooter nadoelen voor
ons kunnen meebrengen, dan voordeelen."
De Duitsche wreedheden iu Oost-Afrika.
De „Pallmsall Ga/zotte" schrijft:
Het jongste antwoord van den Duitschon
keizer aan den Paus moet gelezen worden
in verband met do onthullingen over de
Duitsohe barbaarsohiheden in Oost-Afrik-a.
De bijzonderheden van de wreedheden, ge
pleegd op weerlooze vrouwen en zieke
krijgsgevangen e n en op inboorlingen, zijn
onbeschrijfelijk van laagheid.
Dikwijls wordt? beweerd, dat do Duitsohe
regeering voor deze misdaden aansprake
lijk is, maar dat het volk onschuldig is.
Hier hebben we echter te doem met man
nen, die ver van hun regeering verwijderd
zijn. Hier hebben we een beeld van de Teu-
toonsche kultur. Onder deze lafaards be
vinden zich Duitsohe planters, die geheel
met de verhoudingen der Afrikaansohe ko
lonies bekend zijn en zioh als beesten ga-
dTagen hebben tegenover de ongelukkigen
die in hun handen zijn gevallen.
Door hun laagheden hebben zij Het recht
verspeeld, heerschappij te voeren in een
tropisch land. Door te breken met de tra
dities van bestuur over inlanders, Hebben
zij zich onwaardig gehoond voor de we
reldmacht, waar heen hun aspiraties uit-
gihgen."
Oc Duitsche socialistische meerderheid en de
Russische revolutie.
Het Potregradsch Telegraaf Agentschap
deelt mede, dat Ehrlich, die samen mot drie
andere afgevaardigden van den Raad van
Arbeiders en Soldaten een reis door West-
Europa heeft gedaan, in het blad „ïzves-
tia", orgaan van den Raad van Arbeiders en
Soldiaten een en ander over die reis mede
deelt.
Over de samenkomst met vertegenwoordi
gers der Duitsche eoc. dom. minderheid en
meerderheid te Stockholm, vertelt hij o. m.
dat er een treffende overeenstemming bleek
te bestaan tusschen de opvattingen der Duit
sche minderheid en de Russische re vol u-
tionnairen betreffend© de buitenl andsche
politiek. De Duitsche vertegenwoordigers
wezen op den snellen groei der Duitsche
minderheidsfractie, die thans reeds minste na
de helft van de leden der boo. dem. partij
in zich heeft vereenigd. Doch de Duitsche
regeoring, 200 deelden de afgevaardigden
mede, werkt do minderheidspartij op alle
mogelijke wijzen tegen en poogt door h^t
nemen van economische mnatrogelon de
ontevredenheid onder het volk tegen te
gaan.
Bij het onderhoud, dat de Russen met
vertegenwoordigers der Duitsehö meerder
heid hadden, vezen eerslgonoemden er op,
dat mon blind moest zijn om niet te zien,
dat 'b Duitsche offensief tegen Rusland niet
alleen strategische doeleinden beoogt, doch
ook gericht is tegen de Russische revolutie.
„Wij verklaarden", aldus Ehrlich, „cïat wij
er niet aan dachten de Duitsche partij voor
te schrijven wat ze te doen en te laten heeft,
doch dat wij het als ons recht en onzen plicht
beschouwden, op de groote verantwoorde
lijkheid te wijzen, welke de arbeidersklasse
van Duitschland op dit oogoDbU'c op /icb
uecmt."
Troepenverplaatsingen in België.
Te Rotterdam is, zooals de „Tel." meldt,
bericht ontvangen, dat de Duitsche leg er au
toriteit on de grenzen van België binnen
kort zullen sluiten, met het oog op groote
troepenverplaatsingen, die op het oogen
blik in Yloandoren plaats hebben. Heel veel
marinetr. met kanonnon eff mitrailleurs
zijn naar Zeebrugge en omstreken getrans
porteerd, terwijl -uit die plaatsen de ad
ministratie enr. naar Brugge is overge
bracht.
Dit zou geschieden naar aanleiding van do
vele luchtaanvallen en in verband met hot
jongste Engelsche offensief. Ook het foit,
dat het aantal Duitsche deserteurs steeds
toeneemt wordt genoemd in verband mot
al deze maatregelen:
Arrestatie van yerdachte Duitschers in de
Ver. Staten.
Do politie to New-York hield Woensdag
een drijfjaoht op dë Duitschers wonendo
in een vijftal voorsteden van New-York en
in de aangrenzende districten van New-Jor-
oey, en Long-Island. Honderd arrestanten
worden naar het hoofdbureau van politic
gebracht, beschuldigd van het schenden der
bepalingen betreffende de hun toegestane
vergunning tot het betreden der voor vijan
delijke vreemdelingen verboden zone.
De arrestaties worden met behulp van
marine-ambtenaren ton uitvoer gebracht.De
politie logde beslag op tasschen en koffers,
welke aan do gevangenen toebehoorden Zij
deelt mede, dat deze belangrijke documen
ten bevatten. In hot bezit van eon der ar
restanten werd een sóórt noe-der gevonden,
dat vermoedelijk voor het onbruikbaar ma
ken van tec re machinerieën moest worden
gebruikt..
De voorspelling van. een Duiischcii
wereldvoroveraar.
Do „Times" verneemt uit New-York:
Senator Lewis heeft in den Senaat voor
het ecrat den volledigen tekst openbaar
gemaakt van een voorspelling, die de Duit
sohe marine-kapitein Von Got? in 1898 heeft
gedaan togenoyer admiraal Dewey to Ma-
nilla, dat Duitschland in een geslacht de
wereld zou beheerschen, waaraan Yon
Gotz toevoegde
„Ongeveer over 15 jaron zal mijn land
een grooten oorlog beginnen. Wij zullen in
ongeveer tweo maanden in Parijs zijn, na
do opening der vijandelijkheden Het zal
maar een stap zijn. Hot werkelijke deel
zal zijn. Engeland te verpletteren. Eenigo
maanden nadab wij ons werk in Europa
zullen hebben verricht, zullen wij New-
York ncanen en waarschijnlijk Waahiug-
ton on deze beide plaatsen eenigen tijd
besot houden. Wij stellen ons niet voor,
ieJbs van uw land weg te nemen, maar wij
zijn voorneitKins een milliard of wat van
uw dollars uit New-York en andere plaat
sen te nomen. Wij zullen de Monroe-leer
toepassen eii over Zuiid-Araerika beschik
ken, zoo we di/b wensoben.
Vergeet dit niet, als hert 15 jaar ver-
dor is."
Van ANNIE QUIDING
Uit het Zweedech vertaald door M. A. Z.
9)
„Op kosten je vader, neen, dank je."
„Waarom dat niet evengoed, alsZq
aweeg.
„Als al het andere, meen je? Ja, dat
mag je met recht vragen. Maar het kost
nog eenige kronen per dag meer. Ga ik
dood nu, dan is het verlies zoo groot
niet. Laten we liever over Fanny en Ar-
no.ld praten."
„Ik kan over niets anders praten, als
jo zulke dingen zegt."
Zij stond vlak bü hem en legde haar hand
als toevallig op zijn schouder. Hij keek op
een lange, onderzoekende blik, die
niet anders vond, dan hij verwachtte te
vinden.
„Dan nemen wo aan, dat de dood or niet mee
ffocooeid is, dat kan ook heel best zijn. Nu dood
te gaan zou bijna een te hoog tragisch slot ziju
van ceu armzalige levensgeschiedenis."
„Bengt. waarom zeg je altijd zoo iets naars
van je zdf? Dat is zoo vreoselijk."
Hij stond op, riiui of meer zenuwachtig, en
ging naar het raam Dc straat bestond uit lan
ge, lage Jeemen huisjes en groene hoornen, met
een streopjo plaivoisel er tusschen in het mulle
zand. Maar hij zag daar nicls van
„Daarom," zei hij, „want anders doe jij het
en het is beter te voorkomen dan af to wach-
ton."
„Ik? Zeg ik dat?"
*Ta, met andere woorden. Praat jo niet vroeg
en laat over jo verbroken illusies? En waarom
zou je ook niet? Dat is natuurlijk, als men zoc
jong is, aLs jij bent."
„0, Bongl ,zóó meen ik het niet. Ik meen niets
persoonlijks. Teleurgesteld in onze verwachtin
gen worden we allemaal."
Hij lachte. „Ja, maar,ieder denkt altijd aau
de zijne, sprokond over die van onderen."-
„Ik hen er zeker van," zei ze met een snik in
haar slem, „dat dat wat ik bedoel de
uiterlijke glans datgene, wat misschien wol
nooit in do werkolijkhoid zoo bestaat noor
jou er af is, zoo goed als voor mij."
„De glans!" zei hij ongeduldig, „de glans.
Dat is nu juist weer een van die woordeai, die
do vrouwen zoo graag gobruikon; het klinkt zoc
mooi en dient om de feiten te bedekken, zoodat
men dio niet behoeft te zien zooals ze zijn. Moet
'ik do heele gesschiodenis in weinig woorden
voor jo herhalen, Eva?"
„Ja neen
„Jo placht te zeggen, dat je het heerlijk vondt
dat ik zoo sterk was. Weet je we!? Ik droeg je
de trappen, op. Nu ja, dat waren maar kinder
achtigheden. Maar ik vraag me af, of niet do
echte vrouw zooals je bent, Eva altijd juist
di'o kracht in ons liefheeft."
Zij was één en al oor.
„Sedert dien zag je mo al te dikwijls verne
derd, Eva. Je zag mo als een onnutte decoratie
in een huis, dat het mijho genoemd word en het
toch niet was. Jo vondt me een tragisch-belaclie-
lijke figuur, Eva en dat heele schouwspel
stond jo tegen en daar verbaas ik me niet
over."
Zijn woorden kwamen met altijd grooter moei
te. Zij zag ziju gezicht niet, maar ze wist wel
ke uitdrukking hij nu in zijn oogen hath
„Daarvan mag men mot recht zeggen, dat de
glans er af is. Arm kind!"
„Bengt, Bengt, praat toch' niet zoo, 't is zoc
wroodt"
Hij keerde zich om.. „Huil nu niet, Eva."
Maar zij schreide" bitter, wanhopig. Zij was
neergevallen op zijn plaats, met haar armen
op de tafel en haar hoofd in haar handon; on-
rodbaar was de patience, die op do tafol was
uitgelegd, in de war. Onbarmhartig had hij de
waarheid gezegd, maar toch do waarheid.
Bongt kwam bij haar en boog zich over haar
heen.
„Zoo is het niet, Bengt, zoo is het niet Ik
houd van je als vroeger, al voel jo hot anders
met de jaron. Ach, Bongt, waarom is hot loven
zóó moeilijk?"
Zij zaten naast elkaar op de roodgarande so
fa on Eva drukte zijn hand vast in do hare, als
om hem en zichzelf to overtuigen, dat hij zich
vergiste. Do zon brak eindelijk door en haar
lioht viel naar binnen door de lage raampjas.
Bengt sprong op.
„Kom, Eva, wo moeten gaan."
Zij bette haastig haar oogou en maakte zich
klaar. Zij kwamen bijtijds in de kerk; ja, te
vroeg, dat was dien dag hun ongeluk. De lage
banken zaten vol menschen, dio nieuwsgierig
hun oogen richtten op do vorhooging bij het al
taar, waar voor de bruilofatgasten plaatsen ge
reserveerd waren. Bongt en Eva bleven buiten
drentelen. De lucht was zacht en frisch na den
regen, de seringen geurden en van de grijze bla-
doron dor wilgen drupto het water.
Zij ligt in de diepte tusschen zandheuvels,
dio kleine, nu wit geschilderde middeleouwsche
kerk mot haar aardig trapgeveltje: menigmaal
heeft hot zaud de lage poort versperd, waar
door zooveel g&slachtcn zijn opgegaan om don
God, die ovor wind en zeo en stuifzand gebiedt,
te smeekon, hot plaatsje te beschermen in zijn
handol on bedrijf. Tegen dc hellingen, grooten
seringen en wilgen; in do smalle strook dal
grond rondom de kerk, ligt graf op graf klei
ne hoogtetjes, door taxusboompjes omgeven, en
kleine godonkteokenen met eenvoudige opschrif
ten. Veel graven zijn ondbr het zand wegge
zakt.
In don noordermuur vau de kerk zijn oude
grafsteenon ingemetseld. Een paar datocren uit
do donkere tijden der middeleeuwen en dragen
moeilijk te lezen Latijnscho randschriften. Noch
Bengt, noch Eva kon eon letter ontcijferen.
„Maar hier is er eeu, dat men lezen kan,"
zei Eva.
„Onder dezen steen ligt Büritho, Byrrir
dochter, echtgenoot van den heer Svendson, bo-
graven. Zij ontsliep in den Heer don 17don
Maart 1572."
„„Hodio niihi, eras libi"; wat wil dat zeg
gen, Bengt?"
„Heden ik, morgen gij. Ja, dat staat daar
met recht."
Eva drukte zijn arm; zij dacht aan hun ge
sprek
„Wat dooie jij, dat er na den dood is, Eva?"
„Iets goeds,-hoop ik. Wat zou jij daar liet
liefst willen vinden, Bengt?"
Hij dacht even na
„Of onkel rust, of ook
„Wat?"
..Een schoon wit blad."
„Hoczoo?"
„Om er iets anders op te schrijven."
Er kwamen meer bruiloftsgasten; zij haastten
zich naar binnen, om hun plaats op het koor
in te nemen.
Do zon scheen door do hoogc. smalle boog
ramen op den steenen vloer en do witte wan
den, op het schilder- en beeldhouwwerk der
oude altaarkasten, .op de primitief gebeitelde
doopvonten en de uitgesleten grafzerken, waar
op nauwelijks ranor een lettor to onderscheiden
was. De kleine bruidsstoet was spoedig terplaat-
so. De Bankdirecteur, nog statiger dan anders
met een ovorhemd van glanzigcr gladheid dan
alle aitdcro pas gestreken overhemden in de
wereld, en do Noordster prijkend op zijn rok
gaf plechtig zijn dochter, oen schitterend won
der van witto zij, aan Arnold, (lie ernstig z ig
on bleek. De moeder van do bruid, in zwart
fluweel, vergoot zacht, maar onophoudelijk haar
tranen; do zoon vm.s één en al aandacht voer
do plechtigheid, i' hij mot gevouwen banden
ademloos volgde. Do grijze predikant verrichtte
de inzegening en hield oen warme toespraak
Na vclo golukwenschen en omhelzingen verliet
de stoet do kerk tusschen twee rijen menschen
in Zondagspak, die alles in bijzonderheden op
namen, terwijl het orgel speelde cn de oude
klok haar treurig, dun geluid uitzong over d?
graven,, de hei, het stuifzand, tot het wegstierf
over do wijde zee. De toeschouwers gingen naar
huis, om onder eou kop extra namiddagkoffie
nog oon3 na te praten over het niet alledaag-
soho toonecl. In de villa werd een prachtig de
jeuner aangeboden, spoech na speech gehou-.
den en champagne gedronken. De oudo heer
Hein sprak mooi aan. tafel over den zegen van
liet huwelijk, en do predikant wensch te den pas
getrouwden oen goeden reis. Arnold bedankte.
Weldra stond het rijtuig voor de deur; het af
scheid was gehaast en vroolijk. Dat mevrouw
Hcin's tranen r.og altijd vloeiden, daaraan
dacht niemand meer, dat hadden zij den hoo
ien dag gedaan. Maar wel eenige aandoening
verwekto hot onder de gasten, dat Koert mot een
hartstochtelijke uitbarsting van verdriet .rich
in do armen wierp van zijn lieven papa.
„Nu. nu, mijn jongen, 't is immers niet voor
't leven, dat wo scheiden. Je moet me een lan
gen brief sturen, en ik zal iets moois vcor je
meebrogen iots, dat jo nooit gezien hebt
waaraan je noort hebt gedacht!"
(Wordt vervolgd).