Gemeenteraad van Leiden. FEUILLETON. FANNY's TWEEDE HUWELIJK Tweede Kamer. ITrag- ©sr-idbri sik I'n I X (Vervolg). De hear JAEGER is ten opzichte van de resultaten van een verordening als deze sceptisch gestemd. De minder goede ambte naren zullen er alleen sterker door staan. ■Waar B. en W. onder den druk met dit voorstel zijn gekomen, zal spr. eve.iwëï niet tegen elk artikel stommen, maar meewerken er iets zoo goed mogelijks van te maken. De heer VAN DER POT bespreekt de wenscheljjkheid van deze regeling, al is hij nog niet zoo zeker, dat zij wordt aangeno men. Een regeling der rechtspositie wordt nog niet zoo algemeen wenscheliyk geacht als een salarisregeüng; maar spr. oordeelt, dat de verhouding tusschen ambtenaar en over^ lieid niet aan een regeling kan ontsnappen. Zoodra zaken, die vroeger als gunst wer den beschouwd, rechten werden,' was het ©ogenblik gekomen om een verordening vast te stellen. Do tegenzin bij B. en W. tegen deze re geling heeft gemaakt, dal zij hier en daar wel wat al te los is. De heer VAN DER LIP vreest niet met den heer Van der Pot, dat de Raad de ver ordening niet zal aannemen. We! zijn B. en iW'. nog steeds van jneening, dat uit niets thans gebleken is, hel wenschelijke van ^en dergelrjko verordening. Aan het college is nooit gebleken, dat de ambtenaren voor deze verordening veel gevoelen. B. en W. geven wel toe aan den lieer Jaeger, dat een der gelijke verordening alleen den slechten amb tenaren ten goede komt. Dat B. en W. er toch mee komen, komt, omdat dit punt meermalen is besproken en dat dit niet zou eindigen voor de verorden ning er is. Spr. geeft toe, dat bet eenigszins vreemd is, dat de brugwachters hierin opgenomen zjjn, maar het is geschied om niet al te voel afzonderlijke verordeningen te krjjgen. -De meening van den heer Van der Eist over het scheidsgerecht en ook die van den heer Sijtsma doet spr. genoegen. De heer BRIËT trekt een amendement in, voorgesteld om op te nemen na art. 1. De heer VAN DER POT stelt voor art. 2 te schrappen, dat in strijd is met den'geest van de Gemeentewet. Hij vindt het verkeerd, dat de Gemeenteraad vooruit aan B. en W. de benoeming zal over.iragé 1 van verschillen de functionarissen. Spr. wil niet veel be noemingsrecht aan B. en W. overdragen, maar wil dat de Raad zal beslissen, welke dit zullen zjjn. De heer VAN DER LIP deelt met de opi nie van den heer Van der Pot, dat art. 2 in strijd is met den geest van de Gemeentewet. Spr. acht, dat rechten van den Raad niet worden bekort, wat hjj nader aangeeft. Spr. acht het kleine college van B. en W. beter geschikt voor benoeiuinge«n. De heer VAN DER POT bestrijdt deze laatste meening van den heer Van der Lip, can de hand van wat daaromtrent mr. Oppen- heim zegt. Doch men moet dit punt beschou wen in verband met art. 145. Men kan B. on 1W. allo benoemingen overlaten, maar de Raad moet dit vaststellen. Als er een leem te is in de verordening voor de ambtenaren ter secretarie, dan moet die zoo spoedig mo gelijk worden aangevuld. De heer FOKKER bespreekt nog het recht Van bevordering in verbind met art 2. De heer VAN DER .LIP bestrijdt nog maals den heer Van der Pot en o:k de opinie van den heer Fokker over het recht van bevordering. De heer PERA beschouwt art. ,2 zooals het hier is geformuleerd, niet zoo onschul dig. Het benoemingsrecht van B. en W. is het voornaamste en de Raad is aanhangsel. Het moet omgekeerd zjjn. Spr. beveelt het amendement-Van der Pot aan. De VOORZITTER zegt, dat men a'.s voor stander van het amendement- tegen art. 2 kan stemmen. Art. 2 wordt verworpen met' 20 tegen 10 stemmen. Bij art. 8 nemen B. en W. een amend ment-Van der Pot over. Bij art. 11 nemen B. en W. een der twee amendementen-Van der Eist over, brengen een nieuwe alinea in dit artikel in, waarom de heer VAN DER ELST zijn tweede amen dement intrekt. Bij art. 12 verdedigt de heer BRIËT een amendement om de gratificatie ingeval van overlijden niet te geven met aftrek van pensioen, wijl. een dergelijke tijd veel kosten met zich voert. De hear YAN DER LIP bestrijdt deze meening. Leiden is royaler dan eenige an dere gemeente. Over dit punt wisselen de he-eren BRIËT en VAN DER LIP nóg even van gedachten. Het amc-ndement-Briët wordt verworpen met 17 tegen 13 stemmen. Pij art. 14 trekt de heer SIJTSMA een amendement in op grond van de invoeging door B. en W. van art. 35bis. Van ANNIE QUIDING Uit het, Zweedsch vertaald cloor M. A. Z. Eon oogenblik stonden-all e-n verrast. Ook Koert verroerde zich niet. Dat was won derlijk die vreemde, gehate man had hem gered het was of die alleen hem begreep. ,,Nu ja, goed," zei Koert's marna, terwijl tij even in den spiegel keek en haar hoed en handschoenen en vecren-boa bijeenzocht die verspreid lagen op het toonoel van don strijd. Maar ik ben heel boos op Koert. Koert moet mij en papa om vergeving vra gen, eer we weer goede Vrienden worden." Hij was alleen. Het was stil in zijn ka mertje. Hij mocht nnar bed gaan en huilen zooveel en zoolang hij wilde. Niemand gaf er om beneden praatten en lachten ze. Het schuren van do golven klonk zoo I Bij art. 15bis nemen B. on W. een aniando- ment-Briët over. Bij art. 21 stelt de heer SIJTSMA voor het aantal diensturen voor ambtenaren te be palen op 9 uur per dag, voor brugwachters op 77 uur per week, in aansluiting met een voorstel van B. en W. om voor dezen een wpkelijkschen werkduur vast te stellen. Spr. is zich wel bewust, dat dit eenig geld zal kosten. De beer YAN DER LIP wil dit amende ment in tweeën ih stemming brengen. Spr. kan er niet in meegaan het maximum te ver lagen, wat hij met een paar voorbeelden toe licht. Geen enkele bond heeft aanmerking, gemaakt op dezen maximum-werk lijd. De re geling is voor vele soorten van ambtenaren, voor elk afzonderlijk kan men geen ma-xi- muni vaststellen. Spr. is ook tegen de vermindering van 84 uur voor de brugwachters op 77, wat hij in den breede aangeeft. De heer PERA kan zich na de beschou wing van de zijde van B. en W„ dat 10 uur het maximum is, met het artikel veréeni- gen, en geeft den heer S\jtsma den raad zijn amendement in te trekken. De heer FISCHER bestrijdt met een voor beeld het eerste deel van het amendement- Sijtsma. De heer YAN DER LIP acht 't een goede gelegenheid om voor de brugwachters een bete.ro regeling te treffen, wanneer het nieu we Rijn-Schiekanaal gereed is. De heer SIJTSMA blijft bij zijn meening. De VOORZITTER 'geeft te kennen, dat dienstverband en werk nog niet hetzelfde is, wat spr. nader aangeeft. Hier is geen sprake van intensief achtereen werken. Dc heer BRIËT oordeelt dat dit bezwaar cp andere amen cmoi en re d; vo ru tko'pfc Men moet ook reken'ng houden met hot ge zinsleven en n et alleen mot den tijJ, dat ge werkt wordt tijdens het dienstverband. De heer SIJTSMA trekt voor den maxï- mumtrjd van ambtenaren zijn amendement in, doch handhaaft dit voor de brugwachters. Dit amendement wordt verworpen met 18 tegen 12 stemmen. Bij alinea 3 van art. 21 wordt een amen- dement-Briët c s. overgenomen dior B. en W. Dc heer'BRIËT verdedigt eon amondiment over vrijstelling, van dienst van brugwach ters, waarvan minstens 26 dagen op Zondag, en over vrijstelling op christelijke feestdagen. Als gpr. goed begrepen heeft, zfjn de bezwa ren van B. en w. van financieel&n aard, er zouden n.l. 8 man moer moe'.on komen. De lieer Briët meent dat het er 6 zouden zfjn en de kosten dus f4000 ft f5000 zouden worden. Door combinatie met den provin cialen dienst zou er misschien ook nog iets te bereiken zijn. Een bezwaar van spr. is, dat de ambtenaren niet go'.ioorJ zijn. Met de brugwachters had dit goede resultaten kun nen hebben. De he:r Briët jreurt af, dat h:t voorkomt dat brugwachters geen tien uren rusttijd achtereen hebben. De brstrij ling van B. en W. pcht spr. ongerijmd. In -cle voorgestelde amendementen is niets overdreven De heer JAEGER gelooft, dat men tegen het amendement kan zijn na de toezegging van B. en W. voor een regeling ma iu-ge- bruik-name vnn het nieuwe kanaal. De heer VAN DER LIP heeft overwegende bezwaren tegen het amendemen'. Men mag het debat bovendien niet bepalen tot de brugwachters. De bezwaren licht spr. met vele voorbeelden tee. De gemeente wil een provinciale Zondags.li© ïst jnv eren en daar over ziju al onderhandelingen geveerd. De wethouder maakt ojk b.z vaar te .en e-en vrij stelling van dienst .gedurende L-a achter eenvolgende uren. Spr. hoopt dat de Raad zal willen af wachten de opening van i et nieuwe kanaal un de invoering van de vrije Zondagen, we a. over thaqs onderhandeld wordt. De heer BKlËT geel', to kennc.i, dat h t prae-advles geheel onjuist is. gelet op de thans g.v erl'e v rledi ing. Norm a's ver dedigt spr. zfjn standpuaf. De heer Briët erkent, dat er groote bezwaren "zij i tegen een wekeüjksclien rustdag, maar vindt 't goed, dat hierop de aandacht gevestigd is. De eisch is trouwens billijk, maar in ver band met de bezwaren zal spr. thans de ver plichte vrije dag per week uit zijn amende ment lichten. De heer VAN DER LIP komt op to'ea de bestrijding van den heer Briët. De VOORZITTER opp.rt ook nog bezwa ren tegen de wenschen van den heer Briët. Het gewijzigde amendement Brict over ie vrije Zondagen Wordt aangenomen met 18 tegen 12 stemmen. Een amendement-Sijtsma wordt Ingetrok ken. Het amendement-Brlët c.s. over het vor^ deren van dienst op christelijke feestdagen wordt na een korte discussie met 20 tegen 8 stemmen aangenomen. Het ameridement-Briët c.s. over een rust tijd van tien achtereen volgende uren na nachtdienst, wordt met 19 tegen 9 stem men aangekomen. saai, on Kpert was zoo verdrietig. Misschien had hij geslapennu hoorde hij boneden geen stemmen meer. Hij ging overeind zit ten en tuurde in hot duister, Jwant*de blau we rolgorcfijn was naergelafen en maakte do kamer donker, ofschoon het. daarbuiten nog half licht was. Hij zat np, te deuken over clc groote moeilijkheid, die altijd las tiger scheen op te lossenhoo hij den dag zou ontloop en die onverbiddelijk nader kwam: Mama-s trouwdag. Hij was al geen goede vrienden met haar, van het oogenblik af, dat zij hem verteld had, dat zij verloofd was. Hij zou dit jaar liever niet meegegaan zijn naar grootva- dor's villa-; hij wi9t wat daar zou gebeuren. Allerlei vage plannen had hij gemaakt, maar hoe hot ook was, nooit kon zoo'n plau verwezenlijkt worden, en dus was hij toch mee hierheen gekomen. Plannen maak te hij nog altijd, maar werkelijkheid wer den zo niet, als het op de uitvoering aan kwam. En nu zou over acht dagen de trouwdag zijn, en h ij was hier. Allemaal vonden zij Koert ondeugend. En toch had hij in zijn hart gelijk, dat wist hij. Geen echte mama trouwde nog eens weer, De vergadering wordt hierop geschorst tot hedenavond halfacht. AYOndzitting. Gisteravond halfacht werd de geschorsch- te zitting hervat. Voorzitter de burgemeester, jhr. mr. dr. N. C. de Gijselaar. Aanwezig 2-9 ledenafwezig de heeren Timp, Huurman en Roem. Bij art. 22 stelt de heer YAN DER POT voor het aantal vacantiedagcn te brengen op 11. Bij spr. de overtuiging gevestigd, dat bij een ambtenaar niets van zoo groot belang is dan een niet te korte, niet onder broken vacantie, wat voor hoogere ambte naren wel wordt erkend bij de gemeente. Een vacantie van 14 dagen komt spr. over het algemeen als wenschelijk voor. Uit practischo overwegingen heeft spr. elf ge nomen. De heer VAN DER LIP is 't met het pleidooi voor vacantie in 't algemeen eens. Spr. wijst er op, dat hier gesproken is van zes als minimum. B. en W. hebben zes ge nomen, wijl dit ook voor werklieden geno men is en er zijn inferieure ambtenaren die aan deze categorie nauw grenzen. Boven dien hoeveel vacantie moeten de hoofd ambtenaren hebben, wanneer het minimum veertien is. De heer VAN DER POT acht geen op klimming van vacantiedagen noodig in aan sluiting op het salaris. Het werklieden reglement dateert reeds van eenige jaren geleden en daarom mag men wel een rui mere opvatting hebben. Dc heer VAN DER LIP komt nogmaals op dc verhouding terug. De VOORZITTER oordeelt dat een va cantie ook moest worden besteed en daar om moet die wel degelijk in verhouding staan tot de uitkomsten. Eon ambt-ena-ar verliest te veel uit het oog, dat zij in dienst zijn van de gemeen schap en dat dit plichten meebrengt. De heer VAN DER POT bestrijdt die meening. Het amendement wordt verworpen met 22 tegen G stemmen. Bij art. £4 stelt- de heer VAN DER ELST evenals de heer Van der Pot voor dat B. en W. liet- vervullen van een niet- bezoldigde furctie niet kunnen verbieden, zooals in de laatste alinea is bepaald. Spr. verwacht niet, dat hiervan misbruik zal worden gemaakt, maar wil toch een der gelijke bepaling doen vervallen. De heer VAN DER LIP verdedigt on grond van wat ook elders is bepaald, dat B. en W. het vervullen van andere functies kunnen verbieden, omdat- een ambtenaar te veel bijbaantjes kan hebben. Spr. is hiervoor zelf niet geposteerd, want, hij zelf gevoelt meer met hen, die vrijheid willen voor niet-bezoldigde betrekkingen. De heer PERA is voor het voorstel van B. en IV. omdat hij niet vreest dat B. en W. misbruik van hun. bevoegdheid zullen maken, maar 't kan voorkomen, dat een ambtenaar te veel functies krijgt. De heer VAN DER ELST zegt dat zijn hoofdbezwaar tegen hot verbod gaat. Met kennisgeving blijven B. en W. voldoende op de hoogte. De heer VAN DER LIP oordeelt, dat kennisgeving fn zich sluit het recht van verbod De heer VAN DER POT vindt, dat hetT nut dat men zoekt in deze bepaling niet zit, want ook op andere wijze kan een ambtenaar zich veel op den'hals halen. Do VOORZITTER ziet niet in, dat men niet mag cischen. dat een ambtenaar niet al zijn tijd bestemt aan bijbaantjes. De heer EERDMANS komt het voor, dat dit zeer sterk ingrijpt in de vrijheid van liet individu,Juist zij die functies aanvaarden zijn personen met- ambitie, die ook voor den arbeid in hun betrekking c'c besten zijn. De heer PERA meent dat wat de heeren zich derken nooit gebeuren zal. B en W. rullen slechts in hoogst enkele gevallen tüssohcnbe-ide komen. Ook de heer ZWTERS bestrijdt de schrap ping. Mochten B. en W. een ambtenaar onrecht doen, dan Jhecffc deze aL veiligheids klep den Raad achter zich. Nadat de heeren EERDMANS en VAN DER POT repliceerden, waarbij de laatste zich gogriefd toonde over des wijze, waarop de voorzitter het streven van enkele Raadsleden, die 't- niet- met B. en W. eens zijn qualificeerde en de VOORZITTER nog deed uitkomen, dat hij niets persoonlijks liad bedoeld, werd het amendement ver worpen met- 18 tegen 5 stemmen. Het geheole artikel, waarover prof. EERDMANS stemming vroeg, werd aan genomen met 23 tegen 5 stemmen, die van do heeren Fokker, Eerdmans, Fabius, .Van Tol en Van der Eist. Hot eerste amendement VAN DER ELST op art 28 werd na uitvoerige toelichting van den voorsteller en bestrijding van don heer VAN DER LIF verworpen met 24 tegen 4 stemmen. daar was hij zeker vanmaar hij alleen had dio overtuiging. Hij geloofde, clat "God liet ook niet goed vond* nu wou hij .zijn avondgebed doen, dat had hij vergoten. Lieve Heer, zeg mijn echten papa van mij goeden nacht. En" volgde er haas tig, ,,als hij hot niet weet, zeg hem dan niet, dat zij ziju groote portret heeft weg gegeven aan do doofstommenschool." Het bidden ging over in snikken. Vlugge, lichte schreden voorbij zijn deur zij hielden stil en keerden om. De deur werd opengedaan wie kon dio zóó zacht opendoen? Anders kraakte de deur altijd, als er iemand binnenkwam. „Koert, ben je wakker?" „Ja l" NHij wa6 niet van plan geweest te ant woorden. Maar do vraag werd half fluiste rend gedaan, alsof het een prettig ge heimpje gold. „Mag ik binnenkomen, om wat met je praten? Je wou me niet zien; nu zie je me niet, dua zóó is het in orde. Koert gaf geen antwoord. Hij staarde roet wijdgeopende oogen de duisternis in, trach tend de gedaante te« onderscheiden, diè als een- schim door de kamer gleed. Hot tweede amendement schrapping van de laatste zinsnede, die bedoelt ontslag van de vrouwelijk© ambtenaar bij huwelijk, werd na toelichting van d#n voorsteller nog verdedigd door den heer SIJTSMA on bestreden door de heeren VAN DER LIP en PERA. Daarna verworpen met 18 tegen 10 stemmen. Het amendement van den heer BR-TET bij art. 30 te doen vervallen de bepaling, waarbij brugwachters met onthouding van vrije dagen en oplegging van straf dienst kuunen worden gestraft, werd na vordedi- ging van den voorsteller, die meende dat men voor deze ambtenaren geen bijzondere straffen mag re&erveeren en verdediging door den heer VAN DER LIP, dat dit ver band hield met den eigenaardigen dienst, verworpen werd me>t 20 tegen 6 stemmen. Ten slotte kwam nog een amendement van don heer SIJTSMA op art-. 30 aan de orde, beoogende invoering van heb insti tuut voorwaardelijke straffen. Het werd door den voorsteller het meest idealistische amendement genoemd dat nog was behan deld. Zoo goed als in het strafrecht moet deze wijze van strafoplegging ook hier sympathiek zijn. Dat wij daardoor een nieuw systeem scheppen behoeft geen bezwaa-r te zijn. Het speet spr. dat B. en W. het afwijzen en den Raad er blijkbaar weinig voor gevoelt. De VOORZITTER meende, dat bij toe passing van tuchtrecht, dit instituut niet paste. Men straft dan in gevallen als rn het amendement in liet-geheel niet. Het amendement werd ingetrokken. De heer SYTSMA greep aan het slot de gele genheid 'aan den lieer Van der Lip dank te zeggen voor de uitnemende verdediging van het ontwerp. Do Raad zal moeten er kennen, dat hij de stof volkomen beheerseh te en er zich op uitnemende wijze had in gewerkt. Geen enkel amendement was er, waarvan hij niet geheel de portee van in- ztig. Spr. hoopt namens den geheelen R.njfd te spreken wanneer hij hem daarvoor hulde brengt. (Luide teekenen van. instemming). Voor de eindstemming wensokt de heer VAN HAMEL de verklaring af te leggen, dat-hij na de aaunemipg van het amende- ment-Briët tegen zal moeten stemmen. De heer HOOGENBOOM durft de conse quenties van dit amendement ook niet te aanvaarden. Hij raadt aan, de eindstem ming uit te stellen, totdat B. en W, de bezwaren, met- het oog op den dienst in verschillende takken hebben meegedeeld. De heer FOKKER is ook bezwaard met het oog op den dienst in de Lichtfabrieken. De heer AALBERSE voelt iets van deze bezwaren, doch waar de invoeringster-iijn op een jaar is gesteld, blijft er tijd genoeg over om de bezwaren die de heeren vrce- zen, na te gaan. Blijken die overwegend, dan kan men er nog op terug komen. Men weet reeds, dat er toch nog wijzigingen aan gebracht, zullen moeten worden. Bij aanne ming zal men onmiddellijk met het maken der instructies kunnen aanvangen. De heer EERDMANS schaart zich nan den kant. van den heer Hoogenboom. Hij zou eenst ook gaarne de gevolgen geheel kunnen overzien. .De VOORZITTER ontraadt uitstel. B. en W, zullen de gevolgen van het atnendement-Briët nader onder de oogen zien en mochten d-ezo groote bezwaren meebrengen, dan zullen zij met een nieu we wijziging konfen. Na repliek- van den heer EERDMANS heeft de eindstemming plaats en wordt het ontwerp aangenomen met 23 tegen 5 stemmen, die van cle heeren Hoogcnboom, Reimefinger, Van Hamel, Eerdmans en Jaeger. De VOORZITTER vond het aangenaam, dat hulde is gebracht aan den heer Van der Lip, die inderdaad veel werk aan deze verordening heeft gehad, doch brengt op zijn beurt hulde aan de voorstellers der verschillende amendementen,, die daarmede van liun interesse blijk hebben gegeven. De heer VAN DER LIP bedankt in het bijzonder den heer SYTSMA voor zijn vrien delijke woorden en spreekt zijn erkentelijk beid uit voor het applaus daarop gevolgd. RONDVRAAG. Bij de rondvraag herinnert de heer FOK KER er aan, dat blijkens de Staatsbegroo- ting, het in het voornemen ligt- do Rijks werkinrichting voor vrouwen uit deze ge meente te verplaatsen en het gebouw tot Rijksopvoedingsgesticht in te richten. Daar dit gebouw aan de gemeente behoort, vraagt hij, of hierover overleg is gepleegd met B cn W. De VOORZITTER antwoordt, dat dit' niet is geschied en dat van dit voornemen hun niets bekend was. Hij hoopt in een volgende vergadering de gevraagde inlich tingen te kunnen geven. Hierna wordt de vergadering gesloten. „Nu?" „Kom maar," zei Koert. Zijn nieuwsgie righeid kreeg de overhand. De onbekende kwam tastend nader en nam plaats op den stoel bij het bed. „Ik heb geroeid," zei hij. Zijn stem was mooi en zoo kalm, iets koels en frisch lag er in, dacht. Koertiets, dat aan de zee deed denken. „Geroeid?!" Verbazing deed hem dit ant woord geven op een ietwat- barschen, af keurenden toon. „'t Is twaalf uur op zijn minst „Eén uur. Niemand weet het. Ik ging stilletjes de deur uit. Zeg, weet- jij wat het voor een zandbank is, waar al dio zeevogels broeden „Was je daarMaar men mag de eieren niet wegnemen." „Neen, dnt deed ik ook niet. Als ik gewe ten had. dat je wakker was, w;1s ik je ko men heden om mee te gaan. Hactt je dat gewild V' „Hm!" Dat niet heel duidelijk gebrom verried toch meer dan Koert dacht. „O, neen, dat waar, je wilt me i&iefc Zitting van gisteren. Aan de orde is de benoeming van twee leden eter Huishoudelijke Commissie. Do aftredende leden, de heeren Kolkman cn Visser van ÏJzcndoorn worden li-rkozen. Hierna had de verkiezing plaats van drie leden voor de Gemengde Commissie voor de Stenografie. De aftredende lwercn De Savornin Lehman, Van Vlijmen cn Rink, werden herkozen. Besloten werd om den tijd tob liet doen van vragen op Vrijdag middag kwart voor drieën te stePen. De VOORZITTER verzocht den leden nog eens met klem, om met dc publiciteit Van gestelde vragen niet zoo overhaast te werk te gaan. Het is zelfs gebeurd, dat de vragen reeds in de bladen vermeld ston den, alvorens zij bij den Voorzitter waren ingekomen. De lieer RUTGERS zou gaarde Hen, dat de leden der Iva-mer zoo spoedig mogelijk met den inhoud der vragen op cle hoogde werden gestold. De hoer HUGENHOLTZ vond het wen schel ijk, dat het publiek zoo spoedig mo gelijk weet, dat in .de een of andere zaak de aandacht der Re ge?ring er op gevestigd is. Wanneer het publiek moet wachten tot dat het anwoord van den Minister versche nen is, ontstaat er dikwijls ongerustheid, welke spr. niet wcu: chelijk voorkomt. De VOORZITTER incr'.-'te den heer Hit- genhoitz op,, dat- vulks in -Lijd is met het regiem int van o VA. het verzoek van den heer Rutgers Miert, zal hij zien in hoe ver het mogelijk D h'. •••aan te ge-moet- te komen. Voider daalt ca VOORZITTER nog mede dat li ij van plan is *1 a aanv uig der verga dering c!a - Din; 'sg.» te bepalen op één uur n.ui, en dan cloor te gaau zond-er pauze. D r- nde re da-gen z1d e vergadering rn 10 uur 4o min. beginnen. "Spr. h.:ft verder do medewerking ge vraagd van den Minister van Waterstaat, om clo Kamerleden buiten. Den Haag in cle gelegenheid te stellen, zooveel moge lijk de vergaderingen te kunnen bijwonen. De Minister heeft hem medegedeeld, alles iiRdozo te- doen, wat mogelijk is. Hierna werd, na het trekken der afdeo- lingen, de vergadering tot 2 uur 45 min. geschorst, tot het kiezen der voorzitters. Na heropening deelde de Voorzitter me de, dat tot voorzitters der p,fdoelingei^ zijn gekozen de heeren Hubrec-ht, Nolens, Vis ser van IJzendoorn, Limburg en Van Kaalte en tot vice-voorzitters dc hoeren Smeenge, Van cle Veide, Marchant, Do Beaufort en Rink. De VOORZITTER deelde mede, clat hij plan heeft, de Kamer tdgan Dinsdag 25 September nam. één uur bijeen te roepen tot behandeling der Grondwetsherziening cn verder om op l'in.Yua October nam. één uur het ontwerp tan liihave van per sonen, aan wier aanvrage om ouderdoms pensioen verzuim is geploegd, verder ont werpen betreffende het lm per landbouw onderwijs, Billiton M-uit cliappij. Land arbeiders, enz. De heer SCHAPER beg. ij >t er niets v an, waarom nu bij «vor baat-# rerrls weer de Kamer af t-e jakkeren ma1- allerlei wetsont werpen, waardoor K uier weer tob Januari in bès'a-g gen omen wordt. Boven dien meent spr., cDt d:r? K'ir.er niet com petent is om een w-trc.nf'ory» ta behande len, dat- van z ~i vc.-dv-'-kenden aard is, als dat van d? D~Dit moeten wij overlatc- r~ T' - - K-mer, welke door het a' -•*— k: D. t<»t stand gab-men De fccrr NL waarom deze Kr- baalt, der gelijke wc'"-- a an '.a I.V abc', co. Dan is het bes. C. j I". r weer sluiten ca ivr hub gi - i l..t Met rvolgend jaar. De VOORZITTER K m.dat van afjakkeren geen sprake is; de Kamer zal voldoende tijd gegeven worden om de be langrijke ontwerpen te behandelen. Dezo zijn bovendien reed, verscheidene malen van de agenda afgevoerd Het voorstel vaii.cDn Voorzitter wordt hierna aangenomen. De hoer RUTGER-S vraagt- toe.-lemming ©ra eenige vragen tot <ic Hogecnng te mo gen richten omtrent "Tcoleuvoorzioning. Dit verzoek zal nader in overweging ge nomen worden. .T. H. Katwijk/Leiden, Lo'derdorp, "Woubrugge. .Lang-raa", Nionwvcon, uit hoorn. Vinkeveen, Loen&rsioot, Vreel-aud, 's-Gravenlaud, Bussuni. 75.2 K.M. zien. Maar we konden ónze gezichten zwart gemaakt hebben." Zwart gemaakt!" Koert verstikte een lachbui in ziju kassen. „Ja, met roet en dan hadden we zc-croo- ver kunnen spelen. „Zeeroover 'Koert ging rechtop zitten- „Ja, waarom niet?" „Wat hadden we .dan gekaapt, zog?" „O, dat weet ik niet. Er lag een schuit voor anker, ik ging er even aan boord. Die schuit hadden wo kunnen kapen." „In ernst?" „Neen, clat nu niet. Dan zou bet 's mor gens gemerkt zijn." Stilte. Koert streed met zijn lust lot pra ten en zijn voornemen te zwijgen Eindelijk zei hii aarzelend ..Ik heb juist een boek over zeeroovers go- lezen dezen winter. Dat was zoo leuk!" „Vertel me daar wat van. „Neon. ik kan niet good vertellen. Hot zou niets grappigs zijn. Weet jij een ver haal 1" „Ja, een verhaal, dat je nooit hebt hoewd." (WovrH vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1917 | | pagina 5