No. 17624.
LEIDSCH DAGSLftC Zaterdag TV Augustus. Tweede
Blad. Anno 1917.
Persoverzicht.
Ingezonden.
FEUILLETON.
Het vijfde wiel.
„Onverantwoordelijk gedoe" zet de
„NIEUWE COURANT" boven een artikel
en schrijft hierover
,,'De titel is van ,,Dc Toekomst", die
daarmee o.a. do houding dor N-ederland-
sclio pers inzake de razzia onder Nederland-
öcke loggers veroordeelt. De vorklaring
onzer visschers, die geen bestek genomen
hadden, dat zij buiten het door Duit-schland
zonder eenig spoor van recht „verboden"
gebied hadden gevischt acht dit „Neder-
landsche" blad van minder beteekenis, dan
'de opneming" van den Duiteohen duik-
bootcommantlant.
Dat deze juist een opneming zou hebben
gedaan, hebben wij nergens vermeld ge-
yonden.
Wel, dat hij op een afstand van meer
'dan 20 mijlen, naar zijn meening de be
manning van ec-n der loggers aan haar lot
overliet in een boot, die hij te lek achtte
om er zijn mannen mee naar het schip te
zonden, dat hij wilde vernielen, wol dat hij
aan een der bemanningen drinkwater wei
gerde.
Nu biedt zonder twijfel een gegist bestek
geen zekerheid, maar de „gissing" dezer
practici is heel vaak van verbazingwek
kende nauwkeurigheid, en om op do vor-
zokering van Duitsche duikbootkapiteins te
bouwen, daarvoor moet men redacteair van
a/De Toekomst." zijn.
Maar g&teld het onwaarschijnlijke ge
val, dat de visschers buiten de 20 mijls
grens zouden hebben gevischt, dan -nog had
do Duitsche duikbootcommandant ia het-
niet smadelijk dat dit aan een in Neder
land verschijnend blad moet wordon her
innerd in geen geval^het recht een neu
traal schip ^0 vernielen' Do Duitsche ge
woonte zich dat „recht" aan te matigen,
maakt het niet tot recht."
De „Nieuwe Ct." vervolgt dan:
„Nu wij toch met „De Toekomst" bezig
zijn, nog een paar opmerkingen. Dab wij
voor buitengesloten hielden een beslissing
van de commissie, die een feitelijk geschil
punt moest beoordeelon in zako do inter-
ncering der ,,U B. 6" en „U. B. 30," waar
door beide duikbooten in vrijheid zouden
worden gesteld, is in de oogen van „De
Toekomst" ook „onverantwoordelijk ge-
doo" immers wij zouden reeds a priori heb
ben uitgemaakt-, dat do commissie onj-uist
oordeelde, als ze anders oordeelde. Dat wij
„vooralsnog voor buitengesloten" hielden,
o.a. wat thans gebeurd is, zou do commissie
van to voren disqualifioeeron in de oogen
onzer lezers.
„Do Toekomst" weet, dat wij tegenover
de „Times" het tegendeel deden, maar ver
onderstelt blijkbaar dat ock wij voor rede
lijke argumenten onvatbaar zijn.
Wij hopen van hot tegendeel te kunnen
doen blijken, als de beslissing dei* commissie
in haar geheel wordt gepubliceerd.
Voor argumenten van de soort als „De
Toekomst" tegen ons aanvoert, nu en de
vorige week, daarvoor inderdaad zijn
wij onvatbaar Maar wij gelooven dat dat
niet onze schuld is. Met oen orgaan, dat de
herhaalde .schending onzer neutraliteit
door Zoppolins goedpraat, met „misleiding
door mist, 'n wolkbank of een vergissing in
de waarneming" .Nederlandse li te
spreken^ is niet gemakkelijk.
Daarvoor is „De Toekomst" doof. .Maar
wellicht informeert zij eens. op het Marine-
amt in Berlijn, hoe men daar die vluchten
beschouwt. dan zal zij hooren wat een
dezer commandanten zonder schroom toe
gaf als wij (van de Noordzee of Engeland
torugkeerend) geen benzine genoeg be-
ben, varen wij dwars over Nederland heen.
Zij weten blijkbaar, dat hun bedrijf in
Nederland verdedigers vindt, evengoed als
de schending onzer zeegrens door de Brit-
echo ma,rmc-officieren.
Bescherming van iandarbeiders.
X
Het wetsontwerp, houdende bepalingen
tot bescherming van de landarbeiders is
in d'ruk verschenen.
'Aan de Memorie van Toelichting is het
.volgende ontleend
Het ontwerp bevat in de artikelen 3 tot
en met 8 bepalingen tot bescherming van
jeugdige personen eji van vrouwen, en in
de artikelen 9 tot en met 11 bepalingen om
trent maatregelen van gezondheid en vei
ligheid voor landarbeiders in heb algemeen.
Bij het ontwerpen van deze voorsohriften
is nauwkeurig rekening gehouden met den
inhoud van Arbeidswet en Veiligheidswet,
maar de bepalingen dier wetten onverkort
en ongewijzigd voor den landarbeid over te
nemen, was allerminst geraden. Hiertegen
verzet zidh het groote verschil, dat tus-
schen de industrieele en agrarische bedrij
ven bestaat.
De eerste vraag, welke met inachtneming
van het verschil tusschen den landarbeid
en den indudtrieelen arbeid beantwoord
moest worden was deze: „behooren de
bij of krachtens de web. te stellen bescher
mende bepalingen alleen op arbeid in of
voor de onderneming van een ander dah
den echbgenoot, vader of voogd (hierna in
navolging der Staatscommissie kortheids
halve loonarbeid of arbeid in loondienst te
noemen) van toepassing to worden ver
klaard of ook op werkzaamheden in of
voor de onderneming van- laatstgenoemden 1
Do Minister van Landbouw- zich voreeni-
gende met de conclusie, waart-oe de Staats
commissie to dezen aanzien komt, heeft in
art. 1, onder e, van het ontwerp een bepa
ling opgenomen, waarbij werkzaamheden,
verricht door een echtgenoot, kind of pupil
van heb hoofd of den bestuurder der on
derneming, voor zoover deze personen bij
hem inwonen, aan de werking der wet ont
trokken voorden, terwijl voorts krachtens
dezlfd© ^uitzonderingsbepaling, in navol
ging van art- 28, onder e- der Arbeidswet,
werkzaamheden, door het hoofd of den.be
stuurder* eener onderneming verricht, niet
als arbeid in den zin dor wet beschouwd
zullen worden.
Deze uitsluiting geldt derhalve ook de
krachtens art 9 van het ontwerp te treffer
maatregelen voor gezondheid en veiligheid
van de iandarbeiders van beiderlei ges'acht
c;i van iodei e_\ leeftijd^ waarvan de strek
king dus overeenkomt met die van de voor
schriften, welke uit de Veiligheidswet zijn
voo rbge vloeid
Met de Staatscommissie acht do minister
een verbod van kinderarbeid in de land
bouwbedrijven noodig. In liet ontwerp
wordt dan ook bepaald, dat kinderen bene
den zekeren leeftijd of nog leerplichtig,
geen arbeid mogen verrichten.
In afwijking van de Arbeidswet 1911 is
hier -de 12-jarige on niet de 13-jarige als
grens aangenomen (artikel' 3).
De mogelijkheid, dat in sommige tijden
van het jaar, gedurende -welke de beschik
bare werkkrachten tob het uiterste in be
slag zijn genomen, medewerking van kin
deren beneden 12 jaar zou blijken niet ge-
mist t* kunnenworden voor het verrichten
van werkzaamheden, die geen uitstel kun
nen lijden, deed heb wenscheJijk schijnen-
aan het uitvoerende gezag de bevoegdheid
to geven bij algemeenen maatregel van be
stuur onder de noodige beperkende bepa
lingen uitzondering te nraken op het ver
bod van kinderarbeid (artikel 4).
Meende de Staatscommissie voor den
Landbouw, dat het overweging verdient,
of sommige werkzaamheden in loondienst
voor vrouwen en jeugdige personen, welke
uit haar aard voor hen te zwaar of te ge
vaarlijk zijn, zouden kunnen verboden
worden., de. minister aarzelt niet die vraag,
bevestigend te beantwoorden. Daarom
wondt in art. 5 van het ontwerp een rege
ling voorgesteld, analoog aan die van art.
5 der Arbeidswet 1911,-krachtens welke be
paalde soorten van landarbeid of land
arbeid onder bepaalde omstandigheden, door
jeugdige personen en vrouwen niet zullen
mogen worden verricht of slechts zullen
mogen worden verricht met inachtneming
van bepaalde voorwaarden.
In afwijking van art- 5 der Arbeidswet,
waarbij de leeftijdsgrens, waarop de be
scherming van mannelijke "personen op
houdt, gestold is op 18 jaar, eindigt vol
gens art. 5 in verband met art. 2 van het
ontwerp deze speciale bescherming voor be
doelde personen bij heb bereiken van den
16-jarigen leeftijd-
Een punt- dat bijzondere overweging ver-
eisohto, was de vraag, of in het ontwerp
in navolging der Arbeidswet voor vrouwen
en jeugdige personen een regeling van den
arbeidsduur diende getroffen te worden.
Ingrijpende beperkingen van den arbeids
duur zouden echter bij de landelijke bevol
king weinig ingang vinden en de kans op
overtreding van zulke bepalingen zou in
den drulcken tijd zeor groot zijn, terwijl
controle op de naleving er van uiterst moei
lijk ware. Het schijnt daarom moer ge-
wenscht in een wet, dio zich voor het eerst
met den landarbeid bemoeit, te beginnen,
met enkele bepalingen waarvan de nale
ving kan worden verzekerd, dan met een
uitgebreidere regeling, die, omdat zij niet
voldoende kan worden gehandhaafd, het
prestige der wet ernstig zou echaden. Om
dezelfde reden moet naar de meening van
den minister worden afgezien van een re
geling van de schafttijden.
Opgemerkt worde nog, -Tat indien
jncóht blijken, dat bij bepaalde soorten van
landarbeid ernstige misstanden op het punt
van den arbeidstijd van vrouwen en jeug
dige personen bestaan en daartegen te rich
ten bepalingen behoorlijk te handhaven zijn
art. 5 van het ontwerp do mogelijkheid
opent om de nood'ige voorzieningen te tref
fon- aangezien onder de voorwaarden,
waaronder zulke arbeid ware toe te laten,
Ook vailt oen regeling der werk- en rust
tijden.
Als maatregelen, die zoo al niet onmid
dellijk, dan toch middellijk met den ar
beidsduur verband houden' en waarvan, de
naleving schijnt te kunnen worden verze
kerd, is in het ontwerp opgenomen een
verbod van nachtarbeid door vrouwen of
jeugdige personen (art. 6) en van arbeid
des Zaterdags na 1 uur des namiddags
door een vrouw, die gehuwd is, of, die our
gchuwd zijnde, oen huishouding heeft te
verzoigen (art/ 7).
Ook bij het verbod van nachtarbeid scheen
het niet raadzaam, mannelijke personen
boven den 16-jarigen 'leeftijd te beschermen.
De minister achtte het niet noodig een
verbod van Zondagsarbeid in het ontwerp
op te nemen, waar uit het rapport der
Staatscommissie blijkt, dat deze arbeid in
den landbouw als regel tot het sbrikt nood
zakelijke beperkt blijft.
Wel is in het ontwerp een bepaling op
genomen- houdende het verbod van arbeid
cloor eon vrouw, binnen 4 weken na haar
bevalling (art. 8).
Een belangrijk punt, dat bij het ontwer
pen van een arbeidswet voor de landbouw-,
bedrijven nog te regelen viel; betrof het
toezicht op de (naleving der wet. Gewenscht
scheen het als hoofd van den in te 6tellen
dienst te doen fungeeren. don directeur-ge
neraal van den arbeid en -onder diens lei
ding met heb toezicht op den landarbeid te
belasten enkele bijzonder met «dien'arbeid
bekende inspecteurs, aan wie voor de uit
oefening van het dagelijksch toezicht con
troleurs, gerecruteerd uit de ontwikkelde
landarbeiders waren toe te voegen. Een
doel van het ingevolge do wet uit te oefe
nen toezicht ware echter aan hun bemoei
ingen te onttrekken en wel voor zoover het
moeb strekken tot bewherming van den
landarbeider tegen gevaren, waaromtrent
de ambtenaren, bedoeld in art- 17 der Ar-
bekfowet 1911, speoiaile ervaring hebben
opgedaan-
Dit toezicht ware op te dragen aan de
ambtenaren der bestaande arbeidsinspectie.
De regeling, welke voorkomt in art. 15
van het ontwerp, sluit in zich, dat ook de
ambtenaren van den dienst der arbeids
inspectie, met bijzondere werkzaamheden
belast, als de medici en do elektrotechni
sche ingenieur hun medewerking bij do uit
voering tier Landbjmw-arbeidswct zulUen
kunnen vcrleenen.
Op twee onderwerpen- behandeld in de
Rapporten en Voorstellen van do Staats
commissie wordt ten slotte nog in het kort
de aandacht gevestigd. Het eerste betreft
d-o vaststelling van den arbeidsduur voor
volwassenen en in verband daarmede de
regeling van hun ecfraft? en rusttijden.
De minister acht voor een regeling van
den arbeidsduur van de mannelijke land
arbeiders van IG jaar en ouder vooralsnog
den tijd niet gekomen.
Het tweede punt betreft den koppel-
arbeid, waaromtrent de Min. meent zich
vooralsnog bij de regeling der publiekrech
telijke bescherming van den landarbeid,
waarvoor tot nog toe geen wettelijke be
palingen hebben gegolden, te moeten ont
houden van het doen van voorstellen,
zulks te meer, omdat bij gebleken nood
zakelijkheid krachtens artikel 5 van het
ontwerp bij algemeenen'maatregel van be-
ebuur bepalingen kunnen worden vastge
steld, om aan de bezwaren daartegen te
gemoet te komen, terwijl het nadeel der
tijdelijke huisvesting kan ondervangen wor
den door een strengere handhaving van
arbikdl 49 der Woningwet. Verwacht mag
worden, dat wijziging van dit artikel in
den zin, als voorgesteld bij het aanhangige
wetsontwerp bot wijziging der Woningwet
in de tijdelijke huisvesting dor landarbei
ders een belangrijke verbetering zal bren-
gen.
De Brandstoffenvoorziening.
W- H-
In het ingezonden stuk van den heer Van
der Zeeuw, in Uw blad van gisteravond,
komt genoemde heer tot de conclusie, dat
georganiseerd verzet tegen de „zonderling
ge gedragingen van het bramdlstoffendis-
trilbutiebfiréau" noodzakelijk moet worden
geacht en komt tot de vraag-,Wie neemt
heb initiatief?"
Wie wenschen den heer Van der Zeeuw
er even op te wijzen, dot de Duurtooom-
missie uit de Leidsche Arbeidersbeweging
reeds het initiatief nam.
Reeds eeniige weken worden feiten ver
zameld en daarvóór werd reeds een ver
zoek gericht aan de Brandstoffencommissie
en aan het Rijkskolenbureau in Den Haag,
om tot vertegenwoordiging in de Brart-cb-
0boffencommi93ie te komen, waar een her
haald verzoek aan den Raad daartoe goen
succes had gehad.
Bij deze verzoeken werd reeds terdege
in het licht gesteld de ernstige ontevreden
heid van de bevolking over de „zonderlin
ge gedragingen" van de Brandstoffcncom-
rnissi*.
Zooals de Duurtecommissie zich reeds
bot tolk maakte van de zeer gemotiveerde
ontevredenheid van de kleine winkeliers
over de afrekening der door hen geleverde
goedkoopc rijst en zich door den directeur
van het Lèvensmiddelenbedrijf niet uit 'b
veld laat /laan, zal do Duurbeoommissie
de feiten van -schromelijke willekeur" zoo
spoedig het dossier voldoende omvang heeft
bereikt, publiceereni en ter bestemde plaat
se bekend maken.
Gaarne wenschen we van deze gelegen
heid gebruik te maken, om even te wijzen
op het standpunt, door den burgemeester
van de gemeente Delft ingenomen, waar
op diens initiatief is gevormd een Commis
sie van advies voor dc brandstoffenvoor
ziening, terwijl in Ledden een beleefd ver
zoek om vertegenwoordiging in de Brand
stof fencommissie- waar tegen daden van
„schromelijke willekeur" zou kunnen wor
den gewaakt, de bespreking zelfs niet waard
word geacht.
ZooalJs door do* Duurtecommissie reeds
gedurende deze geheel e crisis het initiatief
werd genomen voor allo zaken do levens-
middelcn voomening betreffende, deed zij
het ook voor deze zaak.
Allen, die haar daarbij de behulpzame
hand willen bieden, die kennis drogen van
„schromelijke willekeur," worden beleefd
uitgonooddgd-, deze ter kennis te brengen
der Duurtecommissie, Pieterskerkgracht
20, kantoor van den L. B. B.
Geachte redactie, dankend voor-de plaat
sing-
Voor de Duurtecommissie-
P. J. BOMLÏ, Secretaris.
BD1ÏE2LAMDSCHE BEHICHTEB.
Te Ravels is midden Juni de kanaal*
dijk doorgebroken. De beemden on waterin*
gen liepen onder water. Hot poil van het'
kanaal is gedaald op 1.50 M., zoodat de
scheepvaart voel belemmering ondervindt;-
Do levensmiddelentoevoer als anderszins
ondergaat dus vertraging en dat brengt
veel ongemak voor de bevolking.
Volgons de Z.viisersche bladen duurt
de staking van de metaalbewerkers te Bil
bao voort. Er stakon op het oogenbliif
25,000 man.
In de laatste dagen van Juli en de eer
ste van Augustus is Amerika ten oosten van
de Rocky Mountains bezocht door ©on
„hitte-golf", erger dan sedert 47 jaren
door het weerbureau waargenomen. Do
31ste Juli was de heetste dag in de laatste
halvo eeuw. Tal van mertschon werden ziek
en alleen te New-York kwamen 331 sterfge
vallen tengevolge van de hitte voor. Te
Cleveland bezweken 14, te Chicago 12A te
Philadelphia 8 monschen.
In Christelijk© kringen van Engeland*
begint men reeds te spreken van „onze veck
dwijnende «Zondag". In do „Times" kwanf
dezer dagen een stuk voor van den heefc
Bourchier, waarin hrj zonder omwegen
vraagt, dat de schouwburgen des Zondagaj
moeten geopend zijn. Hij gaat zelfs zoif
ver, dat hij beweert, dat wanneer er
Zondags twee voorstellingen gegeven zijr£
des Maandags de komedie kan gesloten
worden, ;opdat de spelers en speelsters zotïc
den kunnen uitrusten. Twintig jaar geleden
was de publieke opinio in Engeland geheel
togen publieke vermakelijkheden op Zon«
dag; men kon alleen het uitvoeren van gen
wijde muziek op den dag des Heeren goed'
keuren. Tegenwoordig worden overal con*
certen pp Zondag gegeven; de schouw--
burgen worden op Zondag geopend voof
voorstellingen voor gewonde soldaten, er
de heer Bourchier wil nu tweemaal des Zon
dags laten komediespelen, om het personeof
op Maandag vrij te geven.
Volgens „Politiken" het een Deensch
ingenieur, met name Jörgen Krüger, geliikty
vloesch te drogen, zoodat het na een paars
jaar nog goed eetbaar is. Hij is in 1913
met zijn proeven begonnen. In den loop
van den oorlog heeft hij aan de Deenscho
regeering al een aantal gr3androogmrich-
gen geleverd. Hij onttrekt aan het versche
vleesch zooveel vocht, dat het gewicht tob
de helft vermindert. Daarna kan het jaren
duren. Naar wat Krüger verder aan het
blad mededeelt, is hrj met de regieringen
van Denemarken, Zweden en Rusland voor
den aanleg van vleeschdrogerijen in ondeïk
handeling. Do kosten vallen mee, zoo keof
het.
Werkstakingen fn Duitschlaatk
Tn heb -eerste kwartaal van 1917 was!,
blijkens de opgave van het „Reichs-Arbeitff
blatt" het aantal stakingen belangrijk heö
ger dan in het eerste kwartaal van 191G|
maar niettemin belangrijk minder dan in d$
laatste vredesjaren.
In de volgende opgave hebben de tusschen
haakjes geplaatste cijfers betrekking op het
jaar 1916.
Er hadden plaats 109 (in 1916: 22) sta*
kingen, die zich uitstrekten over 121 (23)
bedrijven, waarvan er slechts 13 (6) tijde
lijk tot geheelen Stilstand waren genood
zaakt. Van de 167,700 (13.197) in do brj dei
stakingen betrokken bedrijven werkzame
personen staakten er gelijktijdig ten hoogste
65,939 (2989) personen. In 9 (4) stakin
gen werd het doel geheel bereikt, in 72 (8)
gedeeltelijk, terwijl 28 (10) geen resultaat
opleverden voor de stakers.
In do mijn- en 'de machine-industrie was
het aantal der stakingen en der stakers
hoog, n.l. respectievelijk 54 en 25 met
36,234 en 20,765 stakers. In de metaal*
industrie hadden 8 stakingen plaats mec
5512 stakers.
Uitsluitingen kwamen niet voor.
Over den duur van deze stakingen worfJeï?
geen bijzonderheden vermeld. HaogstwaaK*
schijnlijk heeft men hier te doen gehad me.*
zeer korte stakingen.
M' door
BEATRICE HERON MAXWELL en
FLORENCE E. EASTWIOK,
cTJi Naar het Engeboh, v<^-gjjg§3
80) -
Tlieo was bepaald, ongerust en wensohtc,
dat Agnes kwam. 'fc Scheen baar toe, dat dit
plotseling volkomen herstel van Laurie's ver
loren geheugen een crisis kon voorspollen
misschien een gevaarlijk© crisis. Zij had ge
hoord van mensohen, die bijkwamen vlak
yoor het einde. Maar zoodra zij wilde opstaan,
jgreop hij haar bij de pols.
„Theo", zei hij aarzelend en onrustig, „is
hot een deel van mijn droom, dat er iemand
vermoord word?"
Het was een verschrikkelijk oogenblik voor
haar. Zijn oogen waren woest vragend op
haar gevjestigd, zyn vingers trilden om haar
polg.
„In 's Hemels naam", voegde hij er droevig
bij, „zeg het mij, ik ben zoo bang, dat de wolk,
die over mijn hersens hing, weer terugkomt.
Ik moet het weten."
Theo aarzelde niet langer. Zij dacht, dat do
waarheid, wat het dan oolc wezen mocht, be
lter voor hom was dan deze afschuwelijke on
zekerheid.
„•Te denkt aa-n Lisbeth Bainton," zei ze be
daard, ofschoon haar hart luid klopt© van
angst. „Zij is droevig aan haar einde geko
men juist in dien tijd."
„Dat is het!" riop hij uit. „Liz Bainton, ja
zeker. Vermoord doodgestoken op den ka-
na al weg. En het mes hot mes was hier
teruggebracht! Felicia was hior. Wist zij het?
Had zij iets gezien of gehoord?" Weder
drukte hij de hand tegen het voorhoofd, ver
bijsterd door do inspanning, om zijn denk
vermogen weer geheel terug te krijgen en
te controleoren.
„Ik geloof, dat Fe© je uit haar raam zag
aankomen en naar beneden ging om je te
oproken. Je -kwam tgrug om haar portret te
halen, Laurie."
„Ja juist," riop hij vol vuur. „Ik kwam
terug voor haar portret. En toen wat ge
beurde er toen? Ga Fee even halen, Theo!
Zeg, dat ik haar dadelijk wou sproken!"
„Ik zal eerst bellen, dat er iemand bij je
komt," zei zo, .„want moeder heeft, gevraagd
of ik je niet alleen wou laten." Laurie, die
zijn oógen gesloten had, om zijn verwarde ge
dachten beter to concentreeron, verzotte zich
niet langer, en toenjpr iemand kwam, vroc-g
zij hot dienstmeisje of zij. miss Agnos of me
vrouw Pridham even wou roepen en ook de
pleegzuster.
En toon kwamen zij alle drie tegelijk een
oogenblik daarna, want het dienstmoisje was
verschrikt naar beneden geloopon en had ge
zegd, dat juffrouw Theo er. doodsangstig uit
zag en zij geloofde, dat mijnheer Laurie voor
goed was ingeslapen.
Haastig en stil, met angstig vragenden
blik op Theo, liepen zjj dadelijk naar het bed
en toen de pleegzuster zich over hem heen-
boog en mevrouw Pridham op een stoel neer
viel en haar hand op de zijne liet rusten, sloeg
Laurie de oogen weer op.
„Lieve moeder, ik ben zoo blij, dat u geko
men is," zei hjj met zwakke, maar natuur
lijk© stem; „u hoeft u zeker ongerust over mij
gemaakt. Maar nu ben ik weer koelomaal
boter."
Het was te veel voor mevrouw Pridham. Al
do foltering van liofde en leed, dio zij zoo
lang had kunnen bedwingen door haar ge
voel hot uiterste geweld aan te doen, stegen
op van haar hart naar haar lippen, toen zij
uitriep: „Mijn jongen!" En toen barstte zij
in tranen uit.
„Stil!" zei de pleegzuster afkeurend. „U"
moest laahen en niet sohreien, mevrouw
Pridham. Ik ben altijd blij, als een patiënt
bijkomt. Nu zal het niet lang meer duren of
wij hebben hem er geheel boven op. Ik wou
wel eens weten wat dr. Fraser er van zeggen
zal." Zij liep heen en weer, maakte een op
wekkend middel klaar, bracht het aan zijn
mond en prahtte maar door, om mevrouw
Pridham tijd te geven, bij te kamen, en te
voorkomen, dat Laurie zou instorten door 't
zien van zijn moeders ontroering.
Agnos kwam zacht bij haar moedor staan
on fluisterde: „Houd u dapper, moedor 1 Be-
donk hoe'kritiek de toestand is!" En zij leid
de haar een weinig weg, waar Laurie haar
snikken niet zoo duidelijk kon zien on hoo
ren.
Laurie dronk gohoorzaam, wat de pleeg
zuster licm voorhield, en liet haar begaan,
toen zij de kussens in zijn rug opstapelde.
Theo sloop dc kamer uit en liep naar bene
den, naar do bibliotheek.
Zooals hij den laatsten tijd gewoonlijk deed
zat haar vader mot do hand onder hot hoofd
na to denken; toen hij haar opgewonden ge
zicht zag sprong hij overeind.
„Niet vrpog hij. En Theo, met een on-
gwonon klank in haar slem, begreep hem da
delijk en riep: „Ja, Laurie ia bijgekomen. Hij
praat weer heel gewoon. Hij is ontwaakt uit
den 6laap met een volkomen duidelijk be
wustzijn. 0 vader, bol dr. Fraser op en zeg,
dat hij dadelijk komen moet."
Want haar vader had een schrede aohter-
uit gedaan, alsof hij zou waggelen en vallen,
zij begreep, dat het gevaarlijk wezen kon een
goede tijding te ontvangen. Als bij ingeving
wist zij, dat iets doen, in eenig opzicht van
dieust zijn, een veiligheidsklep zou wezen.
Zij had goed gezien. Met een vuurrood ge-
zioht en bevende hand greop mijnheer Prid
ham de telefoon en bolde den dokter op.
En toen kon Theo op haar beurt het niet
langer uithouden. Zij zat in baars vaders
stoel. liet haar gezicht op de gevouwen han
den vallen en schreide eens goed uit.
De eerste lichtstraal in de ondoordringba
re duisternis was te veel voor hen allen ge
weest. Nooit dreigt'een geestelijke spanning
zoozeer' dó fijne vezels- der hersenen aan te
tasten, 'als by do reactici wanneer de haast
niet te dragen last wordt weggenomen!
Mevrouw Pridham kwam weldra beneden
bij haar echtgenoot, want do pleegzuster
drong er zeer op aan, dat er geen woord meer
door of tot Laurie gesproken zou worden
voordat de dokter er gewocst was.
Agnes alleen bleef bij haar brooder, zij zat
stil te bidden; haar kalm gezicht wö3 een
geruststelling voor hem, telkens a]£ hij het
gevoel van duizeligheid en vaagheid weer
voelde naderen.
Zij stond haar plaats af aan dr. Fraser,
toen hij kwam, en ging naar haar eigen ka-
mor, waar zij het volgend uur aan het gebod
wijdde.
„Er is een groote verbetering ingetreden,
zusterl" zei do dokter vroolijk. „Het zal niet
lang duren ©f hij in herstellende."
„Als u mij heclcmaal beter wilt maken;
dokter/' merkte Laurie op, „dan moet u me?
mij praten, dokter, een gesprek onder vioii
oogen/'
„Zeker," antwoordde Fraser, „zoodra je eo>
beetje sterker bent. Ik zal je een versterkend
middel geven,"
„Op krachten hoef ik niet te wachten/3
antwoordde Laurie met beslistheid, „gemoed^
rust moet ik hebben, dat zal mijn bcsto ver*
sterkend middel zijn. Morgen zullen wij pra*
ten, als u het goed vindt. Ik zal vanavomd
maar één vraag doen. Waar is mis3 Leach?H
De dokter zag in, dat een poging om een
uitvlucht te zoeken verkeerd was.
„Als ilc het goed begrepen heb," antwoord*
de hij, „is zij met een oude schoolvriendin op
reis gegaan."
„Waar naar toe?"
„Daar weet ik niets van."
„Werd zij genoodzaakt dat ïe doen?"
„Neen, zij is vrijwillig gegaan, zondefc
iemand raad te vragen."
Laurie knikte.
„Wij moeten haar trachten uli t© vinden onb
terugbrengen," mompelde hij vastbesloten#
„Ik wou graag herstellen wat verkeerd
gegaan."
HOOFDSTUK XXV.
W(j plaatsen een zilveren krans bij vijf «ai
twintig cn duiden zoo misschien den omtrek!
aan vau een voorbijtrekkendo wolk.
„Nooit heb ik zooiets buitengewoons
verbazingwekkends gehoord"; mijnheer Prid-:
ham herhaalde het woord hui-ten-gewcon mei
toenemende emphase; „luister nu eens, Sft*,
Una!" j -
(Wordt vervolgd^*