No; 17621.
LEIDSCH DAGBLAD Woensdag 8 Augustus.
Tweede Blad.
Anno 1917.
Onthullingen van Gerard
over Keizer Wilhelm.
Uit de Omstreken.
Persoverzicht.
FEUILLETON.
Het vijfde wiel.
Do oud-gezant der Vereenigdc Staten te
Herlijn, Gerard, heeft een poosje geleden ver
klaard ©enige mémoires in het lioht te zullen
I gov on, die voor de Duitsohe machthebbers
piet zoo heol aangenaam zouden zijn. Daar-"
mee is hij nu begonnen en als eerste komt het
volgende telegram, den JOden Aug. 1914 door
'den keizer aan Wilson gezonden. Dit-luidde
als volgt:
„Prins Ueintjch werd door Z. M. koning
Georgy te Lenden ontvangen en kreeg aldaar
machtiging mij mondeling mede te deelen,
dat Engeland neutraal zou blijven, in geval
op het vasteland een oorlog uitbrak, waarbij
Duitsohlnnd, Frankrijk, Oostenrijk en Rus
land getrokken zouden zijn.
Doze boodschap werd mij vanuit Londen
door mijn broer na zijn onderhoud met den
koning getelegrafeerd en mij mondeling op
,29 Juli 1914 herhaald.
Mijn gezant te Londen deelde te Berlijn
de boodschap van sir Edward Grey mede,
waarin gezegd werd, dat Engeland alléén zou
tussehen beide komen in geval Frankrijk
waarschijnlijk verpletterd zou worden.
Op 30 Juli berichtte mijn gezant te Lon
den dat Grev hem in den loop van een „per
soonlijk" gesprek gezegd had, dat, indien het
conflict gelocaliseerd bleef tussehen Rusland
niet Servië en Oostenrijk, Engeland
zich niet zou rr.eren, indien wij ons echter in
den strijd zonden mengen, zou het snelle be
sluiten en ernstige maatregelen nemen.
Indien ik niiju bondgenoot Oostenrijk in
den steek liet zou Engeland mij niet aan
raken.
Daar deze mododeeling rechtstreeks in
strijd was met 's konings boodschap aan mij,
telegrafeerde ik 29 of 30 Juli aan zijn majes
teit, hem dankend voor zijn goede boodschap
mij door mijn broer tor kennis gebracht en
hom verzoekend al het mogelijke te doen om
Frankrijk en Rusland, zijn bondgenootcn met
hun oorlogsvoorbereiding te doen ophouden,
daar deze mijn bomiddelingswerk belemmer
den. Ik meldde, dat ik in voortdurend con
tact bleef met den tsaar.
's Avonds gaf de koning het vriendelijk
antwoord, dat lib" bevel had gegeven aan zijn
rogeering alle mogelbken invloed bb de
bondgenootcn te doen gelden, om het nemen
van uitdagende militaire maatregelen te be-
perken. Tegelijkertbd vroeg mij zijne majes-
'iteit, of ik te Weenon het voorstel der Engel-
sölie regeering zou willen aanbieden dat Oos
tenrijk Belgrado zou bezetten en enkele an
dere Servische steden en één strook Servisch
'gebied als „borgtocht" dat de op papier ge-
vianc beloften werkelijk vervuld zouden wor
den.
Dit voorstel werd mij op hetzelfde oogen-
blilc ook uit Wecnen voor Londen getelegra
feerd geheel in overeen stemming met 't En-
golsohe voorstel.
Bovendien had ik hetzelfde als mijn eigen
opinie aan den tsaar getelegrafeerd; vóór ik
beide voorstellen van Wcenen en Londen,
welke beide van dezelfde meerling waren,
ontving.
Ik zond oogen blikkel ijk het telegram van
iWoencn naar Londen cn omgekeerd. Ik voel
de, dat ik in staat was de kwestie op geschik-
""te wijzo uit den weg te ruimen en was ver
heugd over het uitzicht op een vreedzame op-
lossing.
Terwb'l ik den volgenden morgen een no-
ta gereed maakte om den tsaar te berichten
hetgeen Weenen, Londen on Berlin, betref-
fende de rogeling dezer aangelegenheid had-
den goedgevonden, werd ik door den kanse
lier telefonisch in kennis gesteld van 't feit,
-dat den vorigen nacht de tsaar bevel had ge
geven, het goheelc Russische leger te mobili-
j seeron, hotgoen natuurlijk bodoeld was te
gen Duitsohland, wbl reeds de zuidelb'kc le
gers tegen Oostenrijk gemobiliseerd waren.
Een telegram van den Londenschen ge
zant deelde mij mede dat hb vernemen had,
[dat de Engelsohe regeering de Fransche neu
traliteit wilde waarborgen, en wonschte te weten
Of Duitschland zou afzien van een aanval.
Ik seinde persoonlijk aan den koning, dat de
mobilisatie reeds was doorgevoerd en niet kon
^voeden stopgezet, maar wanneer Z. M. met ge-
wapendo macht de neutraliteit van Frank
rijk sou garamdeeren, ik er van af zou zien
Frankrijk aan te vallen en de troepen elders ge
bruiken.
Z, M. antwoordde, dat bb meende dat mijn
aanbod op een misverstand berustte, cn voor
zoover ik kan uitmaken heeft Grcy mb'n aan
bod nooit ernstig in overweging geDomen.
Hb antwoordde er nooit op.
In plaats daarvan verklaarde hb dat Enge
land de neutraliteit van België moest verde
digen, die door Duitschland om strategische
redenen rnoest geschonden worden, wijl be
richten waren ingekomen, dat Frankrijk zich
reods gereed maakte om België binnen te
vallen cn de koning der Belgen mijn verzoek
om vrijen doortocht, onder waarborg .van
's lands vrijheid had. afgewezen.
Het telegram was geteekend: ...Wilhelm".
Gerard beschrijft vervolgens hoe hb een
onderhoud met den keizer gevraagd had om
hem een bemiddelingsaanbod van Wilson
voor te leggen.
De keizer ontving hem in het paleis te i
Berlijn en gedurende het onderhoud schreef
de keizer zelf het document aan Wilson en j
vroeg Gerard het naar den president over te
zenden.
In don namiddag kwam een persoon, die j
»'n Duitsohland een- hoege positie bekleedt, j
maar wiens naam Gerard niet noemt, bij den
gezant op bezoek en verzocht hem in het ba- j
lang van de goede betrekkingen tussehen
Duitschland cn Amerika niet toe tc staan het
telegram te publicce-ren. Gerard stemde daar
in toe en de publicatie bleef achterwege.
In zijn commentaar op het keizerlijk tele
gram zegt Gerard: Hieruit blijkt weer eens
duidelijk de opzettelijke schending van de
Belgische- neutraliteit, welks grondgebied
door Duitschland om strategische redenen
meest geschonden worden. Do verontschuldi
ging is zeer zwak. Het twoedo excuus, dat
de koning van België geen doprtocht had toe
gestaan, was natuurlijk nog zwakker.
Toen in den avond van 3 Augustus 1914
Von Sohön de Duitsohe gezant te Parijs aan
de Fransohc regeering de Duitsohe oorlogs
verklaring overhandigde, verklaarde dat do
cument, „de Duitsche burgerlijke en militai
re autoriteiten hebben een zeker aantal op
zettelijke vijandelijke daden op Duftsch
grondgebied door Fransohc vliegers gedaan,
geconstateerd. Verscheidene van deze vlie
gers hebben openlbk de Belgische neutraliteit
geschonden door boven dat land te vliegen.
Een vlieger poogde gebouwen bij Wóscl te
vernietigen, anderen waren gezien in de
streek van den Eiffel en weer een ander
wierp bommen op de spoorlijn bij Karlsruhe
on Neurenberg
-Gezien deze aanvallen, zoo heet het in de
oorlogsverklaring, be chouwt het Duitsche
rijk zieh in staat van oorlog mot Frankrijk.
Gerard wijst er op, dat het telegram
van den keizer aan Wilson met geen woord
melding gemaakt wordt van dc bovenbedoel
de vijandelijke daden. Hij wijst in verband
hiermee ook op het groote verschil tussehen
de rede van den rijkskanselier op 4 Augustus
1914 en het keizerlijk telegram. Terwijl de
kanselier spreekt van bomaanvallen en in.-
vallen van cavejerie-patrouilles in Elzas:Lo-
tharingen, roert het keizerlijk telegram deze
hoogst belangrijke feiten met geen enkel
woord aan.
In liet verdere gedeelte van Gerard's ont
hullingen, die de „Daily Telegraph" publL
ceert, schrijft de vroegere gezant tc Berlijn
over den n ach tel ijken inval den tweeden Octo
ber 1914 in het bijgebouw der Amerikaan-
sche ambassade ondernamen. De politie nam
toen personen gevangen, die ambtshalve wel
is waar Engelsehe onderdanen waren, doch
ten behoeve van het roliefcomitó werkten.
Ook nam men documenten in beslag, waar
van algemeen erkend wordt dat zij voor in
beslag nemen niet vatbaar zijn.
„Den volgenden ochtend", aldus Gerard,
„begaf ik mij ter plaatse en toen ik met de
detectives, die op wacht stonden, een gesprek
aanknoopte, word mij medegedeeld,-dat op be
vel van het ministerie van buitenlandsche
zaken de inval was ondernomen.
Ik sprak op het ministerie van buitenland-
sohe zaken over hetgeen gebeurd was. De
ambtenaren ontkenden, dat zij bevel tot den
inval hadden gegeven en bodon Mij half en
half hun verontschuldigingen aan.
Do inval was te ongemotiveerder, omdat
ik don vorigen dag in een desbetreffend ge
sprek mot een adjudant van de Berlijnsche
kommandatur had gezegd, dat ik hot be
ter achtte de Engelsehe ambtenaren te ont- i
slaan, hoewel het ministerie van buitenland
sche zaken mij toegestaan had, ze in onzen
dienst tc houden. Ik wilde dan alleen raaar
Amerikanen of Duitschers aan het werk zet
ten. Ik verzocht mijn vriend Von Gwinner,
den leider van de Duitsche Bank, mij ecnige
Duitsche accountants aan te bevelen.
Toen do adjudant van don kommandatur
van den inval boorde, was hij bijna even ver
ontwaardigd als ïk zelf. Den tienden October
deelde "hij mij mede vernomen tc hebben, dat
de inval op bevel van het ministerie van bui-
tenkndsche zaken en op dat van het depar
tement van Von Tirpitz had plaats gehad.
Het ministerie van buitenlandsche zaken
heeft meer grove fouten begaan, maar op
dringend verzoek van Zimmerman verklaar
de ik liet incident als afgedaan te beschou
wen.
Later zou odzo rogeering dit precedent zeer
goed gebruikt kunnen hebben wanneer zij in
derdaad bij het ïnfceslag nomen van de papie
ren van Von Igel op haar stuk had willen staan
Men zal zich herinneren, dat Von Igel
®»kon dood van particulieren aard in een
door hom zelf gehuurd privé kantoor. Aan
gezien hij echter ook op de een of andere ma
nier aan de Duitsche ambassade verbonden'
was, maakte Vod Bcrnstorff aanspraak op
onschendbaarheid van de papieren die in dat
privé kantoor gevonden werden.
KATWIJK.
Gemeoitcraatn
(Vervolg.)
Naar aanleiding van het in een vorige
zitiing door den heer Do Ruiter Zijlker ge
dane voorstel om vosivaan, ingeval van in-
inkwariraring van mij a ren, deze voor re
kening van de gemeente te deea gi se'.ie Jen,
voor zoover het Rijk daarvoor geen vol
doende zorg draagt, was door B. en W. een
uitvoerig pra alries uitgebracht, waarin j.jj
voorstellen niet op het voorstel in te gaan.
Het kwam B. en.W. voor, dat de moest ra
tioneel© oplossing zou zijn, dat liet Rijk een
barak bouwde,waarin alle militairen wer
den gënuisvest. Jlierop wilde de Minister
echter niet ingaan. Wel wilde Z.Exe.- er toe
medewerken dat de inkwartiering zooveel
mogelijk billijk over alle ingezetenen zal
v,'orden opgelegd.
In dien geest willen B. en W. deze .zaak
regelen. Do heer Zijlker bleef zijn voorstel
handhaven. Hij wees ribg eens op de groote
onbillijkheid die de bestaande r geing mei-
brengt, voorat ïnet net oog óp ee inkwar
tiering der kustwacht, jvaardoor uittrraard
de ingezetenen van Katwgk-aau-Zee zwaar
der worden getroffen dan die van Katwjjk-
aan-den-Rrjn.
De heeren D. W. Ouwehand en Krult steu
nen het voorstel van den lieir Zijlker.
De heer N. Parlevliet, zou liever de rege
ling zoo inrichten, dat personen beneden
een inkomen'van f2000 niet vcor inkwar
tiering in aanmerking kornet, t rwrjl verder
de manschappen zoo billijk mogeigk over
alle ingiz2teaen zu'lc-n worden vird eld.
De heer P. Ouwehand Az., zag ook be
zwaren in de regeling door den he?r Zijlker
voorgesteld. De Voorzitter zet uiteen, dat
het voorstel-Zijlker veel geld- zal kesten aan
de gemeentekas en daarvoor heeft men hier
ook te waken.
De Voorzitter zou liever een ander voor
stel in overweging geven, n.l. om B. on W.
uit' te iioodigen een plan te ontwerpen om
vanwege de gemeente een barak te bouwen.
Dit plan vond nog al bij ral. Besloten werd
dan ook de behandeling van het voorstel-
Zjjlker voorloopig te verdagen en oan nader
voorstel te dezer zake van B. en W. af te
wachten.
Tot lid der Gas- en Waterleidingcommis-
sie, ter voorziening in de vacature, .ont
staan door het bedanken van den keer Kruit,
werd benoemd de heer N. Parleviie1". die deze
benoeming aanneemt
Hierna kwam aan de orde oen tweeledig
voorstel, inzake onteigening der gronden
benoodigd voor de berghaven. Door B. en
W. werd in de eerste plaats voorgesteld
hun College op te dragen aan H. M. de
Koningin te verzoeken den termijn binnen
welke de onteigening van de gronden voor
een berghaven moet zijn aangevraagd, zijo
de 25 Sept. 1917, met zes maanden te
verlengen, en intusschen te trachten lang3
den weg van minnelijke schikking den grond
in handen te krijgen.
I>e heer De Klerk «houdt et*n uitvoerig be
toog, waarin bij nog eens op de bekende
gronden den aanleg van een b.rghaven be
strijdt als niet noodig, althans niet noodig
in het algemeen belang.
I De Voorzitter meent, dat de heer De Klerk
do kwestie, waarover het nu loopt, geheel
I uit het oog verliest
De heer Zijlker geeft den heer De Klerk
I den raad nog eenmaal het voorstel te doen
om de berghaven niet te graven en daarna
I zich bij dat besluit neer te leggen.
I De heer N. Parlevliet'merkt op, dat de
I heer De Klerk indertij d z:lf in het openbaar
I een berghavenplan heeft verdedigd.
I Het voorstel van B. en W. werd nu zon-
der hoofdelijke stemming aangenomen.
Een commissie, bestaande uit de heeren
Van Tol, Van der Perk en Kruit, had, naar
do voorzitler mededeelde, de bedce.de gron
den getaxeerd. Deze prijzen zul:en B. eji Wi
aanbieden.
Do heer .Zijlker geeft grondruil in over
weging.
De Voorzitter raadt spr., dit -punt vast
te houden tot de geheime zitting.
Een voerspel tot verkoop van grond aan
den heer W. Pronk te Katwijk aan den Rijn,
na aangevoerde bezwaren van den heer Den
Duik, op voorst-el van den heer N. Parlevliet
aangehouden; wel werd besloten tot verkoop
van grond aan Willem C. Brouwer te Lei
derdorp, tegen f5 per meter.
Afwijzend werd beschikt op het verzoek
van C. de Vreugd, gemeente-werker te Kafe-
wrjk-aan-Zee, om een verhooging van jaar
wedde. Eindelek wrerd óp voorstel van B. en
W. besloten, op het aandeelenkapitaal der
gemeentelijke Credietbank te 's-Gravenha-
ge in te schrijven voor twee 3andeelen ad
f 1000, waarop 10 pCt moet worden ge
stort
Hierna deed bij rondvraag de heer De
Klerk de vraag, hoe ver het vuilnisvraag-
stuk is gevorderd, waarop de voorzitter
antwoordde, dat dit door B. en W. nog altijd
wordt overwogen.
De heer De.Ruiter Zijlker vroeg, of de
reeders de ge'd:n aan de gemcenle verschul
digd wegens het drogen van netten, reeds
hebben voldaan en zoo niet op welke wijze
die bedragen zullen worden geïnd?
De Voorzitter antwoordde, dat de qui-
tanties nog niet zijn uitgegaan, doch dat
de invordering op de gewone wijze 'zal ge
schieden en bij weigering tot vervolging
zal worden overgegaan.
Naar aanleiding van een tweede vraag van
den heer Zijlker, in verband met de beta
ling van boete door gasverbruikers voor
het gebruik^van te veel gas voor 12 Juni,
deelde de Voorzitter mede, dat op advies
van de G&scommissie een vrijstelling van
1/3 van de boete zal worden verleend.
De heer N. Parlevliet wees nog op den
desolaten t:es'and, waarin sommige straat-
lamarers vtrk:eren. De h-er D. W. Ouwe
hand zegt, dat deze lantarens nimmer bran
den.
De heer Meerburg wijst op den gebrek-
kigen toes'and, waarin oen gedori e trottoir
te Katwijk-aan-Zee z'.ch bjvindt, en geefc in
óverweging het fietspad tussehen de twee
Katweken niet meer te bedekken met fijn
geklopte schelpen, maar met fijne grint
De Voorzitter zride overweging toe, doch
verzocht de heeren dringend, vragen voor
af hem te doen toekomen.
De heer Zijlker huldigde ten slotte bet
afgetreden lid der Gascommissie, den heer
Kruit
De Voorzitter zeide, dit ook te zouden
hebben gedaan, indien niet de heer Kruit
hem had verzekerd, op openbare lof niet
gesteld te zijn.
Hierna ging do Raad over in geheime
zitting.
BURGERLIJKE STAND. OMSTREKEN.
WASSENAAR. Geboren: Bertha
Wilhelmina, d. van A. Kloosterman en M.
tl Kuipers. Adrianus Johannes, z. van
L. de Kleijn on P. Kuipers. Dork Wil
lem, z. van A, Slotboom en J. J. J. Leu-
8ink.
Ondertrouwd: Th. Remmers waal en
M. C. van Leeuwen.
Over de vrijgelaten duikboot schrijft het
,,ALG. HANDELSBLAD" het volgende:
,,De Nederiand-sch© regoering tracht op
do meest stipte en onpartijdige wijze het
recht tegenover elk der oorlogvoerend®
partijen te handhaven. Zonder «rek anting
er mede te houden dat oorlogvoerenden het
recht pas waardeeren, wanneer toepassing
daarvan het bereiken van het oorlogsdoel
ook zelfs maa-r niet een heel klein beetje
moeilijker maakt- En toch, wanneer
recht niet voor ieder hetzelfde ia, wanneer
recht niet onpartijdig wordt toegepast, is
hot onrecht. Summum jus-
Er is zeker 'n heel mooie zijde aan het
besluit van de regeering, om ook in dit
geval, nu over de feiten die tot de inter-
neoring aanleiding gaven, verschil van mee
ning bestond, arbitrage in te roepen. Zan
der er rekerring mede te houden, dat om
trent veel feitelijke zaken, waarover tus
sehen Nederland ©n Duitschland (om bij
dit speciale duikbootgeval te blijven) ver
schil van meening bestond, .geen scheids
gerecht uitspraak, mocht doen.
Maar er is toch thans wel iets bijzon
der stuitends aan het geval Duitsche duik-
booten vernietigen zonder meer" onze
Nedérlandsche handelsschepen, waar zij
deze slechts tegenkomen. Nog pas hebben
wij gehoord van de koelbloedige vernieti
ging in onze vrije vaargeul" van visschers-
sohepon. Zooals zooveel vissfchersschepen
en handelsschepen in een vrije vaargeul5'
en buiten de vrije vaargeul" maar op
de vrije zee vernietigd zijn.
Al staat het onomstootelijk vast-, dat een
Nederlandsch schip in de vrije vaargeul
vernietigd is dus ook in strijd met Duit
sche „rechts'1'-begrippen eon ^enkele
verklaring van een Duitsch officier, dat dit
niet het geval was, is voldoende, om de zaak
finaal af te <loen. Van arbitrage is geen
sptake. Ja, daarover zou, kon men de
zaak voor een prijsgcrecht brengen, een
prijsgerecht moeten beslissen En in prijs
gerechtzaken kennen geen der oorlogvoe
renden arbitrage.
Maar- wat maakt nu deze zaak dubbel
hard, dubbel dwaas, mogen wij haast wel
zeggen 1
In strijd met de overtuiging van onzf
Nederlandsche officieren, omtrent wat juist
en waarheid is, wordt een duikboot los ge
laten. ,,Los." Los om wat te doen? Om
Nederlandsche schepen „zonder meer" te
vernietigen. Om Nederlandsche viaschers-
schepen zelfs in de vrije vaargeul in den
grond te boren- In de laatste weken zijn
niet minder dan 40 visschers van vernietig
de vLsscherssohepen omgekomen. Hoe vel en
daarvan op visschersschepen waren, die
door duikbooten vernietigd zijn en later
in hun ellendige sloepjes op zee zijn om
gekomen, hoe velen door mijnen ten onder
zijn gegaan, zal wel nooit bekend worden.
Maar zeker is het, dat die Duitsche duik
boot door onze regeering bewust wordt
losgelaten om Nederlandsche schepen „zon
der moer", waar zij deze maar zien, ton
onder te brengen.
Er is verschil van meening geweest o-ver
de beteekenis van het protest,, door onze
rogeering tegen den onbeperkten duikboo
tenoorlog geuit. Een protest, dat geen ver
andering bracht in de zeer vriendschappe-
lijk© verhouding tot Duitschland. Wij vree-
zen wel, dat, nu Nederland onverplicht
zulk een bijstor welwillende houding heeft
aangenomen, ten einde Duitschland ,,e
fair chance" te geven zijn duikbootenma
teriaal in don strijd tegen onze eigen "han
delsschepen te versterken, de beteekenis
en de ernst van dit,protest zeker niet in
kracht zullen winnen.
Er is zeker een mooie zijde aan heb stre
ven van onze regeering, om, hoe links en
rechts het recht ook verkracht moge wor
den, zelf te trachten zoo -strikt en stipt
mogelijk recht te doen. Maar strevende naar
een schoon reohtsidcaal, heeft onze regee
ring naar onze meening to groot onrecht
aan eigen volk gedaan."
t door
BEATRICE HERON MAXWELL en
FLORENCE E. EASTWICK.
Naar het Engelsch.
83)
Felicia zag met groote oogen van schrik koe
oon stroom water uit ecnige hutten kwam loe
pen, halverwege do kajuit. Toen zag zij, dat het
4md vrij was, en Tubby het in zijn armen droeg.
Zoo klommen zij met hun drieën naar het dek.
Hei hellen van liet schip maakte het moeilijk
.vooruit to komen, maar Tubby hielp haar met
zijn eonen vrijen arm; met don anderen hield
fcij do kleine Eva vast, die haar armpjes stevig
om zijn hals had geslagen.
Langs bet glibberige dek, in den grauwen
mist, bewogen zich op een afstand schimmige
/gestalten als geweldige geesten. Het loeien cd
Sissen van ontsnappenden stoom vermengde zich
t in hun ooren met hel stooten en zwaaien der
klotsende golven, toon de „Lausanne" met liaar
I voorzijde al dieper en ïïieper in doodsnood in
I het water dook.
1 Toen staarde Fee naar beneden in hetgeen
haar toescheen een onmetclijken afgrond met
ccn flati wen omtrek van schimmen, ver, ver be-
noden zich.
„Laat je maar zakken," zei een der matrozen
en bij nam haar bij den arm en hielp haar over
^ido verschansing heen.
Zij cn Tubby keken elkaar aan als tot een
weder/.ijdsch vaarwel, toon stortte zij neder, zij
fric-l, cn was zich den slag nauwelijks bewust,
toen zij iu aanraking kwam me* den rand van
de sloep cn bewusteloos werd. Evenmin was zij
zich bewust, dal Tubby haar gevolgd was met
do kleine Eva in do armen; veilig en wol zaten
zij in do sloep na de gevaarlijke nodordaling.
HOOFDSTUK XXIII.
Uitverkoren. Uitgezonden als Dienaar in den
Wijngaard des Heeren.
John Hassall stond in de ontvangkamer van
„Doomenjaclit" en keek naar den gloed van
kleuren der bloemperken in het zomer-zonne-
licht en dacht na over al de veranderingen, die
de tijd had aangebracht.
Zijn bezorgdheid en het waas van droefheid
op zijn gezicht bleven, niet onopgemerkt door
Agues, toen zij do kamer binnentrad om hem te
begroeten, met do verontschuldigingen van haar
moeder, die boven was op de ziekenkamer.
„Ik kom afscheid van u allen nemen, voor
enkele maanden," zei Hassall. „Ik ga deze week
naar Bristol
Zijn eerlijke oogen, dio gevoelens verrieden,
welke hij niet van plan was met woorden uit
te drukkon, zeiden liaar, dat dit afscheid een
smart voor hem was en hom moeite kostte; en
voor het eerst besefte Agues flauw, dat deze
standvastige, natuurlijke man bereid was een
hulde van onzelfzuchtige toewijding aan 'haar
voeten te leggen.
Deze gedachte onthutste liaar een weinig,
want ofschoon haar vroomheid volkomen echt
was, zij had een teeder, gevoelig hart, dat nici
gaarne een ander pijn veroorzaakte.
„Is het een .nieuwe arbeid, die u op u neemt?"
vroeg zij zacht. „Indien dat zoo is, dan mogen
wij het u niet misgunnen. Maar iedereen zal u
hier zeer missen, mijnheer Hassall."
„Het doet mij genoegen, als ik gemist word,"
zei bij; „het leven behoeft niet al te eenzaam le
zijn, als men vrienden heeft, die so aan u
denken. Ik heb voor eenigen tijd geruild met den
predikant van. St.-Ethelwulf, Mr. Butler. Hij
hoeft wat rust noodig en ik zal blij .wezen met
inspannenden arbeid."
Hij voegde er niet bij wat de reden was van
dit vorlangen; toch begreep Agnes hem. Nooit
was het denkbeeld bij haar opgekomen van een
bijzondere vriendschap tussehen don heer Has
sall en haarzelve. Maar er zijn oogenblikkon, lat
de kracht van oen bedwongen en oprechte aan
doening zich met een gemak en duidelijkheid a's
't ware telepathisch openbaart, en zulk een
oogenblik was voor hen beidon gekomen.
Onder de woorden en de manieren, die de
conventie vereischte, trilde een diepte van ge
voel, en ofschoon Hassall van zijn kant afstand
deod eji Agnes er niot over dacht er zich aan
ovor te geven, toch voelden zij zich beiden merk
waardig en vol sympathie tot elkaar aangetrok
ken.
Bij beiden echter bekleedde de Schepper de
eerste plaats in hun hart on zij waren bereid al
les aan Hem op te offeren.
„Ik kan u uw zwaren arbeid benijden," zri
'Agnes. „Ik voel mij hier zoo nutteloos. Als La i-
rie maar beter was, zou ik iets buitenshuis be
ginnen. Maar ik begrijp, dat ik niet heen kan
gaan voordat hij hersteld is."
„Natuurlijk niet." Hij zweeg en een oogen
blik daarna, na eonig nadenken, sprak hij zijn
gedachten uit on zei: „Juffrouw Pridliam, vóór
mijn vertrek wou ik li wel gaarne iets medo-
deelen, dat eenigermate in verband staat met
deze tragedie van onlangs."
„Ja?" Zij koek hem verbaasd en ccn weinig
bezorgd aan.
„Ik heb mij afgevraagd, of ik er van spreken
zou ja of neen, en zoo ja, aan wie van de fa
milie ik hel zou meclodeelen. *Ik wil liever uw
ouders met hun. verdriet niet meer bezwaren:
mij dunkt, u is de meest Jukte persoon oa
de zaak mee te bespreken. U hebt een krachtig
geloof en dat is het eenigc bolwerk in tijden
van droefheid."
„Spreek, als ik u verzoeken mag," zei Agues
eenvoudig.
„Een week of wat geleden liep ik het pad aan
het kanaal langs; ik ging een bezoek brengen in
een hutje op een paar mijlen afstands. Een hal
ve mijl van hier ongeveer kwam ik voorbij ecu
meisje, dat in het gras lag te snikken. Zij scheen
waanzinnig van smart Ik sprak haar aan, eerst
weigerde zij mijn vragen to beantwoorden, la-
ter vertelde zij mij, dat zo Lizbeth Bainton heet
te dus een van mijn gemeenteleden, maar
daar zij nooit in de kerk kwam en telkens uit
was, wanneer ik haar grootmoeder een bezoek
bracht, had ik haar nog nooit gezien.
Ik trachtte haar vertrouwen te winnen en
haar te troosten; ik zei, dat, als zij haar smart
"aan God toevertrouwde, Hij haar helpen zou.
Maar ofschoon zij haar tranen droogde, het
scheen haar niet aangenaam te wezen, dat ik
tot haar sprak, en eindelijk, toen ik heenging,
riep zij uit: „Er is geen andere genezing voor
liefde, behalve liefde. God had ons allen eikaars
gelijken moeten maken, indien Hij ons gelukkig
wilde maken."
Ik smeekte haar niet te twijfelen aan dc God
delijke macht om ons gelukkig te maken, indiea
wij onzen wil slechts voor den Zijne-wilden bui
gen; maar zij antwoordde, dat het ecnige, wal
liaar gelukkig kon maken, was een dame te
worden, en dat zou nooit gebeuren. En toen
keerde zij zich om en verwijderde zich snel in
de richting van Fleet. Nu schijnt liet mij toe,
dat dit meisje verliefd was op iemand van hoj-
gcren stand dan zij, en men vertelt, dat dit in
derdaad hel geval was. Het is duidelijk, dat de
man haar liefde niet beantwoordde en wie weet
of" niet iemand, die haar lief! "d, jaloersch <p
hem wasl Indien uw broeder zijn geheugen te
rug krijgt en u kon hem overhalen tot spreken,
kan dit geheim misschien worden opgelost, en
indien hij er eenig aandeel aan gehad heeft, en
dit het geval mocht wezen, zou hij gezuiverd
wezen vaa alle blaam."
„U denkt, dat het Laurie misschien was, dien
zij liefhad?"
„Dat kan ten minste. En een andere man, die
jaloersch was, kan hen beiden hebben aangi-
vallen. Dat is mijn verklaring. Ik heb met nie
mand over dit onderwerp gesproken; daar kunt
u zeker van zijn."
Al weder een geringe scliakel in de lange
keten, die het doode meisje verbond met de ziek
te van Laurie.
„Nu moet ik hot aan u overlaten," besloot
Hassall, „het aan uw vader te vertellen, ja of
neen, en wanneer u dat het meest geschikt lijkt.
Ik zou mijnheer Pridham wol graag even wil
len zien, om afscheid van hem te nomen. Zou
dat mogelijk zijn?"
Agnes zei, dat ze oven zou gaan zien. of haar
vader in de bibliotheek was; een oogenblik daar
na kwam zij terug en zei, dat hij Mr. Hassaü
met genoegen zou ontvangen.
„Dus dan moet ik u vaarwel zeggen," zei *1?
vicaris, haar hand vattende. „Ik zal cenigc
maanden weg blijven en indien uw broeder her
stelt en u bij uw voornemen blijft ergens an
ders werk te zoeken, dan zien we elkaar mis
schien in heel lang niet meer. Mag ik u dit al
leen zeggen: als hot Gods wil geweest was ons
te zamen te laten arbeiden, u en mij, indien wij
tot éénzelfde Kerk behoorden en van één geloof
waren, zou mijn liefste hoop wezen, die ik op
aarde kon koesteren, aan uw zijde onzen le
vensweg te bewandelen."
(,Wordt vervolgdX