OPENBARE VERGADERING Pi HOOG LOON. VAST WERK. Vergoeding van Reiskosten Leidsche Beyrafenis-Qndernsming „Piëtas". LEiDSCH DAGBLAD, Vrijdag 29 Juni. Tweede Blad. Anno 1917, Eerste Kamer. Tweede Kamer. Uit de Omstreken. Kantoor: AALMARKT 16. Directeur: H. KEEREWEER. BALLON LUCIFERS «KRAAL DEMOKRATISCHE ARBEIDERS-PARTU. Ü3 II. V. Confectiefabrieken „HOILLMIO", Kleine Veenkade 49, OEN HAAG, vragen BEKWAME Aanmelding bij den Portier, Perponcherstraat 1, DEN HAAG. Ni>. 17587. De pers over de Troonrede. x De „NIEUWE ROTTERD. CRT.' - (lib.) legt in haar bespreking van do Troonrede den nadruk op dc taak der regeering na de totstandbrenging der Grond-wetsherzie ning. Het Kabinet heeft de taak, in 1913 aan vaard, voor zooveel de buitengewone tij den gedoogden, volbracht, thans dient het aich aan als neutraal, als een Kabinet, dat nog slechts één zakelijko opdracht heeft, de vragen, die de oorlogstoestand om ons heen opwerpt, tot oplossing te brengen, en de vraagst., die de vrede ook in ons land bij menigten aanhangig zal maken, tijdig onder de oogen te zien en voor te bereiden. Op deze laatste moet de sterkste nadruk Lworden gelegd. Zij zijn de belangrijkste, omdat de duurzame ontwikkeling van ons l'and daar ten nauwste mee samenhangt. Zij zijn ook de moeilijkste, omdat het gis tingsproces, waaraan het maatschappelijk leven tengevolge van den oorlog onderwor pen wordt, nog slechts in zijn begin is. De grooto vraagstukken, die na den vre de ook in ons land aan de orde zullen ko men en van welker richtige oplossing voor een goed doel de kracht zal afhankelijk zijn waarmede ons land zich na beëindiging van ,den strijd zal kunnen ontwikkelen, begin nen zich nog slechts in grove omtrekken af te teekenen. De „voorbereiding", waar van de Troonrede spreekt, zal voor een ge wichtig deel hierin moeten bestaan, dat de hoofdfactoren van die problemen tijdig wor den onderkend, en dat dan getracht wordt, bij de oplossing de juiste leiding te geven- De vraagstukken zelf zullen niet door re- ge eringainót-iatief naar voren gebracht wor den; zij dringen zich zelve uit de stuw en tegenstuw, het streven en weerstreven, uit de gansche samengestelde beweging van het maatschappelijk leven onweerstaanbaar naar boven. Wat de regeering vermag, is niet meer, dan zorg te dragen, dat zij er niet door wordt overvallen en dat zij, wan neer het oogenblik van ingrijpen daar is, in eens met va-ste hand de teugels zal we-, ten te vatten. Het „ALG- HANDELSBLAD(libT)zegt onder moer „Hot is wel een zeer bijzondere openings rede, die heden door H. M. de Koningin is uitgesproken. In deze rede zijn de eerste paragrafen, waarin herinnerd wordt- aan het in grooto eenstemmigheid volbrachte werk der Grondwetsherziening; waarin voldoening werd uitgesproken over zeld zame onderlinge waardeering en vertrouwen waarin als eerste taak der Staten-Gene raai de voltooiing van dat werk wordt aan gewezen, slechts schijnbaar de voornaam ste. Wij zijn er bijna zeker van, dat ieder Nederlander dezen aanhef zal hebben ge lezen met de gedachte nu ja, dat weten wij wel, terwijl do mededeeling„onze betrek kingen tot alle buitenlandsche mogendhe den blijven gunstig", groote belangstelling zal hebben gewekt. Over de Grondwetsher ziening denken wij nauwelijks meerdat geen andere politieke wetsontwerpen zul len worden ingediend, verwachten wij maar, de oorlogstoestandDaaraan zullen de Staten-Generaal hun volle aandacht kun non wijden, zooals wij het allen doen, aan den oorlogstoestand, met al wat er aan vast is, voor het land, zijn financiën, de voor ziening in zijn behoeften, zijn verdediging als het noodig mocht zijn. Ligt in deze ope ningsrede niet als het ware de bekentenis, dat voor de Grondwetsherziening toch wel een wonderlijk tijdstip is gekozen 1 De „NIEUWE CRT.", (Vrij liberaal) schrijft o- a. „Politieke ontwerpen werden niet ver wacht, de Kamers zullen thans haar volle aandacht kunnen wijden aan de voorberei ding van ons land voor den toestand na den oorlog, aan de economische verster king van de natie, de moreele en materioele „preparedness" voor do nieuwe mogelijk heden, waarvoor ook ons land en ons volk zich zullen zien geplaatst als het geldt den chaos weer tot kosmos te maken. Hier wacht de Kamers een taak van groo te beteekenis. Zij zullen gelegenheid heb ben te bewijzen, dat de behandeling der Grondwetsherziening niet beduide wat met zoo luide stem is uitgekreten door meer rumoerige dan talrijke en maar voor een zeer klein deel gezaghebbende critici dat zij de oogen sloten, of, erger, geen oog hadden voor de geweldige dingen, die rond om ons zich ontwikkelen en hun invloed ook op ons Staats- en volksleven zullen doen gelden. Een speciaal onderdeel van die taak wordt, nader aangeduid in de passage over de koloniën, waar H. M- de belofte uit spreekt, dat Haar bijzondere zorg zal zijn gewijd aan de verdediging van het grond gebied van Nederlandsch-Indië Wij behoeven niet te zeggen, dat ons die belofte dn hooge mate verheugt." De „N. Crt." besluit: ,TZoo is dus deze troonrede, hoewel zeer kort,.geenszins zonder inhoud en beteeke nis en hoewel niet naar grootheid van stijl is gestreefd, allerminst klein. Zij herinnert dankbaar aan hot feit, dat de oorlog ons bespaard bleef en wijst den weg aan, om de kansen daarin alsnog te worden betrokken, zoo gering mogelijk te maken. Maar tegelijk herinnert zij er aan, dat dde kans nog steeds bestaat en dat het dus noodzaklijk is alles te doen, om het ge vaar te verminderen. En zij draagt aan do Kamers een taak op, die hoezeer behal ve ten aanzien der Grondwetsherziening niet politiek, toch stellig niet geringe eische-n stelt aan de staatsmanskunst harer leden. Mogen de Staten-Generaal opgewassen blijken tegen die taak, opdat, ons land en ons volk het hoofd kunnen bieden aan de moeilijkheden, die het herstel der inter nationale betrekkingen ook voor ons met zich zal kunnen brengen en de kansen zul len kunnen benutten, die den vrede zij het weldrazal geven aan de volkoren, die de gelegenheid weten aan te grijpen-" De beantwoording van de vragen, die de oorlogstoestand en de voorbereiding voor de krachtige ontwikkeling van ons land na den vrede ons voorleggen, rangschikt „HET VADERLAND" (unie-lib.) onder de onderwerpen, behoorende tot dc neutrale zone. Het blad zegt er van „Goed deed het on3 aan, dat van deze ernstige plaats nog eens van de mogelijk heid gewaagd werd, die ons helaas droeve waarschijnlijkheid voorkomt te zijn, dat de vrede nog lang op zich zal laten wachten, en dat het vertrouwen werd uitgesproken, dat de offers, welke dientengevolge van ons zullen worden gevraagd, bereidwillig zullen worden gebracht. Wie weet toch wat. ernstige tijden wij nog tegemoet gaan, en het ware dwaasheid te ontkennen dat de panische schrik, die ons volk in de Augustusdagen van 1914 in de leden sloeg, reeds lang plaats gemaakt- heeft- voor even ongemotiveerde - zorgeloosheid, waardoor het gevoel van dankbaarheid, dat wij tot nog toe buiten den oorlog bleven, ver stompte, waardoor maar cl te vcien zich zijn gaan verbeelden, dat wij hier in Neder land wel zouden kunnen leven, alsof" er eigenlijk niet zoo iets als oorlog bestond. Zelfs wordt wel eens vergeten, dat do accrès van de gewone middelen, waarover wij ons in de laatste maanden verheugen, zoo goed als niets bote'eke-nt tegenover de reusachtige uitgaven, die zoo buitengewo ne zaken als een langdurige mobilisatie en een kostbare distributie van levensmidde len met zich brengen." „D>E NEDERLANDER" (chr.-liist.) schrijllt nog „Groote dingen worden vaak in weinige .woorden gezegd. Deze waarheid vindt in do Troonrede, waarmede de Vcreenigde Zitting der Ka mers heden door onze, Vorstin geopend is, haar spiegelbeeld. Do Troonrede toch is korter dan gewoonlijk, juist omdat zij zoo veel inhoudt. Zij spreekt van twee grooto belangendo Grondwetsherziening on do oorlog, 'Do eerste, die door cle bijeenkomst der nieuwe Kamers weldra een feit zal zijn, sluit de behandeling van, andere politieke wetsontwerpen uit. Wat verder aan de orde zal komen, volgt, uit den oorlogstoe stand, waarvan II. M. alleen kan hopen en bidden, dat God ons moge behoeden voor do noodzakelijkheid om op te treden ter bescherming onzer vrijheid en onaf hankelijkheid. Met dio bede vereenigt zich ons gehcele Nederlandsche volk. Het spreekt vanzelf, dat deze oorlogs toestand ook financïeele gevolgen zal heb ben, die versterking van do geldmiddelen en dus nieuwe lasten noodzakelijk maakt. Ook daarvan gewaagt- do Troonrede." „DE MAASBODE" (r.-k.) juicht het toe, •dat de Rcgcering harerzijds geen arbeid van politieken aard' aan de Kamers zal voorleggen. „Al was dit bekend, niettomin kan het toch bevredigen, dat deze toezegging zoo plechtig en nadrukkelijk i3 herhaald. En thans nu de omstandigheden zich zoo vreed zaam ontwikkeld hebben, nu eerst hoort men in de Troonrede den zuiveren klank, welko iedere regeoring in tijden van lands- govaa-r past, in dezo woorden „Andere politieke wetsontwerpen zullen niet bij U worden ingediend. Gij zult uw volle aandacht kunnen wijden aan de vra gen, dio do oorlogstoestand en de voor bereiding voor een krachtige ontwikkeling van ons land na -den vrede ons voorleg gen." Van 1914 af had had dit korte, schoono program do t-aak van de Kamers moeten aanduidenen tegen drijverijen van poli tieke winzucht had de regeering van stonde af cle houding moeten aannemen, wolkc zij nu, do gunstige omstandigheden vol gend, vertoont. Dat zulk een program de totstandkoming der grondwetsherziening niet belet zou hebben, behoeft wel niet betoogd te worden. Voorzoover de Troonrede nog verderen inhoud heeft houdt zij zich alleen bezig met de buitengewone omstandigheden. Al leen de betrekkelijk uitvoerige volzinnen, aan Indiö gewijd, maken eonigermate een uitzondering." ,,DE TIJD" (r.-k.) schrijft: „Wij blijven vrij, dit jaar, van- politiek. Alleen echter voorzoover die gelegen is in wetsontwerpen, zoodat clan nog in die, welke niet aanhangig zijn, bij interpella ties, het voorstellen van moties naar aan leiding b.v. van de parlementaire vragen etc., de politiek niet gebonden wordt, en wie zal zeggen, of dit te betreuren is*? De troonrede zwijgt intusschen over hetgeen geschieden zal mot de aanhangige politie ke wetsontwerpen, met name do Ouder domswet en de Pensioenwet. Wil do re geering zich oprecht houden aan het com promis, dan weet zij echter, welke in cleze haa-r houding moet zijn." „HET CENTRUM" (r.-k.) oordeelt, dat wij naar alle waarschijnlijkheid een kalm parlementair jaar tegemoet gaan, wat niet uitsluit, dat zich toch wel spannende momenten kunnen voordoen, mot name wat het financieel, het economisch en het militair beleid betreft. „De Troonredo maakt, geen gewag van ecnig uitzicht op spoedige vermindering van den mobilisatie-druk. Zij wijst er in tegendeel op, dat „bij voortduring" veler lei offers van het Nederlandsche volk zul len moeten worden gevraagd, indien de door millioenen vurig verbeide vrede ook dit jaar uitblijft- En zij noemt, ten spijl van do nieuwe belastingen, die in den loop dor laatste jaren reeds geheven zijn. „san- zienlijke versterking der geldmiddelen" onvermijdelijk. Rooskleurig is het verschiet, dat hier mee geopend wordt, niet, cn men mist in de Troonrede den opgewekten, optimisti- schen toon, welken men er zoo gaarne in zou hebben vernomen. Yoor zulk een toon schijnt, helaas, het oogenblik nog niet ge komen te zijn. Er moet nog rekening wor den gehouden met allerlei mogelijkheden, al is er, zooals H. M. zegt, veel, wat tot dankbaarheid stemt, en al blijven onze be trekkingen tot alle buitenlandsche mogend heden gunstig. Dezo laatste mededeeling is, onder dc huidige omstandigheden, wel de voornaam ste uit- de geheele rede. En de regeering kan er zich vast- van overtuigd houden, dat zij in haar bemoeiingen, om het land bui ten den moordenden krijg te houden en den vrede te handhaven en te bevorderen, waar dit in haar vermogen is, het geheele volk achter zich vindt." „HET HUISGEZIN" (r.-k.) zegt o.m. „Met voldoening zal, met name door de rechterzijde, worden geconstateerd, dat de grondslag, waarop de zeven politieke par tijen bij de verkiezingen den godsvrede sloten, thans door de Koningin zelf is be krachtigd door haar toezegging, dat, bui ten de Grondwetsherziening, geen politie ke wetsontwerpen zullen worden inge diend." „DE STANDAARD" (a.-r.) schrijft: „Uiteraad kon de Troonrede ditmaal, voor zoover ze ptofetie plaoht te zijn van wat, als verrasendo aanbieding, op wetge vend gebied te wachten staat, niet anders zijn dan een dood geboren kindeke. Geheel do wetgevende handeling toch, die door deze Troonrede werd ingeleid, bewoog zich eeniglijk om de herziening van artikel 80 en 192 van de Grondwet. Alle overige wet gevende oogst was eer af te snijden, dan te profeteeren. Wat aan hetgeen hedenmid dag in de Troonzaal plaats greep, zoo hooge beteekenjs leende, was dan ook schier eeniglijk het persoonlijk verschijnen van onze Koningin onder de vertegenwoor- idgors van haar volk. Zitting van Donderdag 2? Juni. Geop-nd te 3.-50 u. GELOOFSBRIEVEN. De VOORZITTER verzoekt den griffier voorlezing te doen Van het Kon. Besluit, waarbij bij is benoemd tot voorzitter van deze zitting/ Dit Kon. Besluit wordt voor kennisgeving aangenomen. Vervolgens deelt hij mede, dat zijn inge komen do geloofsbrieven van de leden, ge kozen door de Provinciale Staten in de ver schillende provinciën, met ui zor.dering van die van den heer Woltjer (Zuid-Holland). Overeenkomstig artikel 1 van het Regle ment van Orde stelt hij voor drie commis sies tef "benoemen, elk van drie leden, tot onderzoek der geloofsbrieven. lo. Van den voorzitter en de gekozenen in Noord-Brabant, Gelderland en Friesland. 26. Van de gekozenen in Zuid-Holland, Zeeland, Overijsel en Drente. 3o. Van de gekozenen in Noord-Holland, Utrecht, Groningen en Limburg. Conform besloten. De VOORZITTER benoemt tot leden der eerste commissie de heeren Doyer, Van der Maesen de Sombreff en Bavinck, der twee- do commissie de heeren Staa', Hoffmans en Van Wasser.aer van Catwyck, 'dor derde com missie de heeren Van Lamsweerd, De Gjjse- Iaar en Bavinck. Hij verzoekt de eerste com missie thans verslag uit te brengen over den geloofsbrief van Voorzitter en Oommissiën. Over de overige geloofsbrieven Vrijdagoch tend te halftwaalt De vergadering wordt eenige oogenblik- ken geschorst, waarna de heer DOYER na mens de eerste commissie concludeert tot toelating -van den heer J. J. G. Baron Van Voorst tot Voorst tot lid der Kamer. De VOORZITTER stelt voor dienover eenkomstig te besluiten, hetgeen .onder ap plaus geschiedt. De vergadering wordt daarna verdaagd tot Vrijdagochtend halftwaalf. Zitting van gisternamiddag. Na de rede van jlir. mr. De Savornin Lohman, door de leden staande aangehoord en door teekenen van instemming gevolgd, deelde de VOORZITTER mode, dat 9S der herkozen leden hun geloofsbrieven hebben ingezonden voor het onderzoek, waarna door hem twee commissies worden benoemd. (De beide herkozen leden van de Kamer, wier geloofsbrieven gisteren nog niet waren ingekomen, zijn de heeren Lieitinck cn En gels, afgevaardigde resp. voor Zutphen en Almelo.) De VOORZITTER verdaagde daarop de vergadering tot Vrijdagmiddag te kwart ovcH eenen, waarin zal worden overgegaan tot het doen van de presidentskeuzer RIJ NZATERWOUDE. Gemeenteraad. Aanwezig alle leden. Voorzitter de bur gemeester. De ontvanger, de heer C- van Heyningoa wordt in deze zitting door den Voorzitter, beeedigd. Het eerst komt ter sprake, de dag, waar. op do zooeven beëedigde ontvangen, die te Leimuiden woont, zitting houden zal. De Voorzitter vraagt, of de leden, met het oog op plaatselijke toestanden, soms voorkeur hebben voor ©en bepaalden dag. De hoor. Hoogeboom vraagt of het beslist noodza kelijk is, dat elke week zitting gehouden wordt. Do Voorzitter antwoordt, dat het betrokken wetsartikel geen afwijking toe laat. De heer Hoogeboom is er voor, den ontvanger te hooren en in overleg met de zen den dag vast te stellen. De heer Veld huizen wil het dan in venband daarmede in de volgende vergadering vaststellen. De Voorzitter zet uiteen, dat het een voor stel is, dat door B- en W. aan Ged. Staten, moet worden gedaan en dat B. en W- na tuurlijk altijd nog den ontvanger kunnen raadplegen. De heer Van Tol zou de uren, zoo mogelijk, willen laten overeenkomen met die van openstelling der secretarie, in verband met het stoken gedurende den win ter. Aangezien geen bepaalde voorkeur bij de Raadsleden schijnt te bestaan, brengt do Voorzitter heb volgende punt, benoeming van een ambtenaar van den Burg. Stand, in behandeling. Do Voorzitter zegt in den tijd, dat hij de behartiging van den B. S. heeft waar genomen, te hebben bemerkt, dat het voor al neerkomt op het groote verband, bepaal de uren aanwezig te moeten zijn. Hij. heeft iemand gevonden, die tegen f 100 's jaars de werkzaamheden op zich wil nemen. Voorts acht de Voorzitter, in verband met het eerst meegedeelde, 1 uur per dag ruim voldoende. Opgemerkt zij, dat de te genwoordige belooning f 75, de zittijd 1V-» uur bedraagt- Do uren zouden dan worden des winters van 3 tot 4 en des zomers van 5 tot 6- De heer Eikelenboom vindt dit geen gemakkelijke uren, waarop de Voorzitter opmerkt, dat m&n bij de eischen, $ic men stelt, rekening moet houden met de beloo ning, die de gemeente kan toestaan. Naar aanleiding van een en ander worden ver schillende opmerkingen gemaakt. Verschil lende leden zijn er meer voor cle uren vroe ger te stellen; zoo voelt ook de heer Veld huizen daar veel voor. De heer Van Tol wonscht zoo mogelijk de benoeming voor- loo-pig voor een jaar te doen,- waardoor do mogelijkheid van het combineer en ran het ambt van ontvanger en ambtenaar B. S. behouden blijft. Besloten wordt, dab B. en W. aan Ged, Staten het voorstal kunnen doen het salaris te brengen op f 100 en den zittijd op 1 uur. Daarna wordt voor den tijd van één jaar benoemd den heer E. van As, ambtenaar ter secretarie t© Leimuiden. Eetf aanbeveling van twee personen was hierbij niet ingediend, gezien de moeilijkheid die samen te stellen- Vervolgens komt aan de orde een voor stel van B- en W. tob het aangaan van eon kaëleening a f 1000. Dit is beslist nood zakelijk. Het moet niet kunnen voorko men, dat voorstellen als van de Brandstof- fencommissie, om de hand te leggen op twee millioen turven wegens gebrek aan kasgeld van de hand gewezen moeten wor den. Bovendien heeft wethouder Rijkeh'jk- huizon reeds f 800 aan de gemeentekas voorgeschoten. Tot het aangaan dezer lee- ning wordt besloten. Daarna gaat- de Raad over in besloten zitting, om zijn aanda-cht to wijden aan het kohier van den Hoofdei. Omslag. Onder aanbeveling der H.H. Notaris J. J. TER LAAG Czn., Dr. J. C. Dl. TIMMERMANS, W. F. VERHEY VAN WIJK, Dr. C. DL VAN VOORTHUYZEN. 1081 1^- TELEFOON 861. HANDEVSMERK Steunt Nederl: Nijverheid KOOPT COMTROLEKERK VEREENIGIMG PRIMA ROODHOUT-VONKVRIJ VAN oe NEDERLANDSCH FABRIKAAT N V.TETERI NGSCHE 3T00MLUCIFERSFABRIEKEN .BREDA 4029 op Maandag 2 Juli a.s. 's avonds halfnegen in DE GR A AN BEURS. 7267 Spreker: F. S. EJOORDHOFF. vaa Amsterdam. Voorzitter van den Algem. Nederl. Ambtenaarsbond Onderwerp: DE GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN. TOEGANG VRIJ. GELEGENHEID TOT DEBAT. Blouse- en Costuumnaaisters. 7257

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1917 | | pagina 5