No. 17559.
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 26 Mel.
Tweede Blad. Anno 1917.
Persoverzicht.
Uit de Omstreken.
FEUILLETON.
DE KLIMOP.
jye Veenbrand. - Hicrovo»
adinjft TELtG-hiAAF
Nederland werd tot nog toe voor den oor
logsgruwel gespaard, maar des te meerin
oorlogstijd door nationale rampen
grooten omvang getroffen.
Wij hebben don watersnood gehad en nu
den geweldigen veenbrand in Drente.
Een klein smeulvlammetje in den br°ei-
endheeton veengrond dat zich kronkelt en
draait als een vurig slangetje, dat zich uit
breidt met een vaart van kilometers in het
uur dood en verderf brengt en massa 3
menschou in razenden angst voor zich uit-
"get is een nationale ramp, waarbij een
groot aantal menschenlevena zijn te be
treuren en waarbij voor onschatbare waar-
do aan brandstof verloren ging.
Heel liefc land ïïeoft' deernis met de ge
troffenen en er zal wel gce.n plaatsje in
Nederland zijn, waar men niet met schrik
en ontzetting van dezen vrecselijken veen
brand heeft kennis genomen.
Ons diep medegevoel gaat naar hen. die
in den verstikkenden rook een ellendigen
dood vonden; naar do families, die door
de ramp dierbaren verloren hebben.
En groote zorg vervult ons, wanneer wij
bedenken hoe millioenen kilogrammen
turf, in dezen tijd van brandstofnood, die
zoo goe_d hadden kunnen dienen als reserve
voor den sinter, aan de vernietigende
kracht der vlammen op deze. wijze zijn
prijsgegeven.
Het zag er toch al niet gunstig uit met
de veenderij.
Wij wezen er indertijd al op, dat door
stakingen en gebrek aan arbeidskrachten
de verhooging der productie buitengewoon
geleden, heeft.
Dit is do Regeering niet onbekend. Mi
nister Posthuma heeft, naar aanleiding
van een desbetreffende vraag, dan ook
verklaard, dat maatregelen moesten wor
den getroffen, èn wel, door het graven van
jiieuwe afvoerkanalen.
Dat is juist; alleen, de Minister had
dezen noodzakelijken arbeid eenigc maan-
-Iden vroeger moeten doen aanvangen toen
bet er de gunstige tijd voor was.
fen de Regeering had, waar het hier een
'belang geldt voor geheel het land, aan de
ïfjemobiliscerdc veenarbeiders verlof moe-
Vten geven, aldus voorziende in de behoefte
Aan arbeidskrachten.
En de Regeering had krachtiger moeten
optreden tot bemiddeling bij de geschillen,
die tot staking leidden.
Dit alles werd weer verwaarloosd.
En nu komt do ramp, die men natuur-
-lijk niet had kunnen voorzien, den toestand
•nog zooveel erger maken.
Aller hoop is thans, -dat de weersgesteld
heid meewerkt om verdere uitbreiding van
•den veenbrand zoodra mogelijk te stuiten
maar zelfs wanneer dat geschiedt-, zal nog
de schade enorm zijn.
Dos te méér is het te betreuren, dat do
maatregelen, die verzuimd zijn, onnoodig
- de schade vergroot en.
iV OÖR-SOHOTEN.
Gemeenteraad.
lYoorzitter clc burgemeester.
Afwezig de heer Do Graaf.
Ingekomen is een adres van den heer
fA. Kroon, die om hulp vraagt voor een
-zijner 3 blinde kinderen, die tevens aan
-toevallen lijdt, om in een inrichting ter
^-verpleging opgenomen te worden, daar
het de diaconie der Gcr. Gem. begroot,
aangezien zij ook aan de andere kinderen
veol ten koste heeft gelegd. B. en W. stei
lten voor aan het verzoek te voldoen en
100 per jaar tot wederopzeggens toe te
vcrleeneu.
Tob commissie voor het nazien van de
gemeentcrekening cn de rekening der be
drijven worden benoemd do heeren P. J.
Bakker, G. Eggink en Schimmelpenninck.
Het kohier op de hondenbelasting wordt
.vastgesteld op f 264.
Aan de orde is het voorstel inzake adres
Werkloosheidsverzekering. De Voorzitter
leest hefc verzoek "van den Centralen Bond
van Bouwvakken, en de missive van den
Minister van Waterstaat voor, welke laat
ste aanbeveelt tot de nieuwe subsidie
maatregelen der werkloosheidsverzekering
toe te treden. B. en W. meenen, dat hier
geen behoefte aan bestaat, weshalve zij
voor afwijzing zijn. Wordt met algemeene
stemmen aldus besloten.
Aan de vereen. Ambachtsschool'' te Lei
den wofdt ter gemoetkoming in de kosten
door de gem. f 20 per leerling per jaar
toegekend.
Een missive was ingekomen einde April
van den heer H. K. Overdiep waarin deze
zich beklaagt over do overbevolkte school
lokalen, hetw-elk zich bijzonder in de hoog
ste klasse liet gevoelen. Do hulp van een
leerkracht was beslist noodzakelijk.
B. on W. kwamen momenteel voor een
lastig geval te staan, en hebben toen maar
besloten tijdelijk daarvoor aart te zoeken
mej. G. Koene Smits op een salaris van
f 60 per maand. De Raad had hiertegen
geen bewaar.
Daarna had een kleine wijziging plaats
in den gasprijs. Do wijziging van 15 Febr.
zegt, dat als men de 50 pet. naar verhou
ding van het vorig jaar te boven gaat, men
4 cents per M3. moet meer betalen. Daar
de gem. thans vpor een aanzienlijk verschil
staat over het tijdvak van 16 Maart tot
1 Mei, heeft zij de 50 pot. moeten verlagen*
tot 40 pet.
De heer Bakker vraagt of dit ook de
fabriek geldt.
De Voorzitter zegt, dat, évenals in Lei
den, de bedrijven ook er oncler begrepen
zijn.
De heer C. Eggink wil het gas voor allen
verhoogen, doch de Voorz. meent, dat dan
de kleineren daardoor het zwaarst worden
getroffen.
Een verzoek was ingekomen van de am
bachtspatroons, om hun rekening per half
jaar aan de gemeente in te dienen, en
daarna te voldoen. B. en W. hadden geen
bezwaar.
Bij de rondvraag klaagt, do heer C. Eg
gink over dé sléchte regeling van het
torenuurwerk; het verschil met den juis-
tcn tijd is somwijlen te groot.
De Voorzitter zegt betere regeling toe.
Ook de wegen in en om het dorp vindt
spr. erbarmelijk slecht. In verband daar
mede vraagt Baron Schimmel penninck de
hulp van den burgemeester, om den Mi
nister van Oorlog te wijzen op het ruïnee
ren van zijn wegen door do artillerie, te
Voorschoten en te Wassenaar, en alzoo
een tegemoetkoming in de onderhoudkos-
ten voor zijn weg (Papelaan) te krijgen.
De burgemeester i3 gaarne daartoe bereid.
Dc heer Bakker vraagt- naar aanleiding
van oen zieke, dien hij heeft zien trans
porteeren, om een brandcard voor de ge
meente, den bestaanden gem.-ziekenwagen
acht hij, en achten ook doctoren beslist
onvoldoende. Ook vraagt hij om meer po
litietoezicht. op het dobbelspel, wat in den
laatsten tijd op den openbaren weg door
de jeugd hartstochtelijk wordt uitgeoefend.
De Voorzitter zal do politie in kennis
stellen.
De heer R. Eggink doet zijn beklag over
de- losplaats, clat dc boomen, die claar lig
gen het bedrijf belemmeren. De Voorzitter
zal onderzoeken.
BURGERLIJKE STAND. OMSTREKEN.
ALKEMADE. Bevallen: G. van der
Wall gcb. Fërwerda, ~Z. C. Rietbrock geb.
Poeltuin, D. O. van Veen gob. Albers, D.
G. Katsburg geb. Klomp, Z.
Overleden: Maria Apolonia Straathof,
jd. 25 j. j.
Ondertrouwd: .T. Bakker, wed. van M.
Stokman, 48 j. en K. Vaneman jd. 30 j.
"ALPHEN. B e vallen: M. van Knik geb.
Klijn, Z. N. Ilouweïing geb. Bauer, Z.
A. J. van Weeren gob. Punt, D. M. van (Jen
I.Jsscl geb. Mooren, D. ,W. Bcrtam geb.
Van Klaveren, D.
Overleden: M. van der Heijden, jm. 11
m. J*. Dcrcksen, 70 jaar.
BODEGRAVEN. Bevallen: 'A. de Vlie
ger gcb. Van der Sluis, D. G. M. van Vel-
zen gcb. Nederend, D.
Overleden: A, G. van den Berg, 7 m<
Gehuwd: A. de Jong, 31 j. en Je Gt Voé
len turf, 25 j<
-BOSKOOP. Geboren: Petronella, D. v,
J, Verboom en T. den Hertog. flendrilc An-
'tonius, Z. v. T. Steenhouwer en G. v. d. Meer,
Pioter Martinus, Z. v. J.P. van Heiningen
en G. Verkaden. Evertje, D. v. T. Tol en C,
van de Stroet. Adriana Petronella, D. v.
'A. C. van Tol en A. Cats. Cornells Jan, Z.
v. C. van Horzen. en A. Kloot. -Johannes
Cornclis, Z. v. M. G. van Tol en M. Mugge.
Alida Helena, D. v. G, Boer en N. C, van der
Want4
Getrouwd: J, Benders 21 j. en P. v. O os-
trom. 24 j.
Overleden: Elisabeth Maria Helena Vu
rens' 11 m. Jan Vuurens 1 j. Johanna
Geertruida Nijnïngs wed. van G. Vuuren, 75 j,
J. C. Rolffs, vr. v. J. Grocnewege, 51 j, -r-
J. W. Nijhoff, 2 m,
HILLEGOM. Ondertrouwd: G. Dek
kers en H. Vos.
Gehuwd: A. J. 'A. van der Wiel en C.
Broekhof. S. Warmerdam en M. Seijsener.
J. P. van der Kamp cn C. Bos. D. Bran
denburg en C. Spanheim. W. Tijdeman en
M. C. E. Huisman, t—K, .Vijfschaft, en E,
Mokkenstorm.
Bevallen: C. C. S. LeenslagAdriaan-
sen, Z. F. WielengaKalverboer, D. E.
de KookerRomcijn, Z. W. DubbisKers
bergen, Z. r-, A. M. E. RijndersVan der
Weijden, Z. A. PhilippiHoogkamer, D.
M. de RooijAangeenbrug, Z. M. G.
van RoodenBecrings, D, M. de Jong^»
Van der Jagt, D.
Overleden: D. Besselsen, ld. M. van
Graven, 73 j.
KUNST, LETTEREN ENZ:
Kunstbericliten uit Amsterdam,
De onafhankelijke».
In de zalen op den Amstclveensehe-weg
is thans dc 9e juryrvrije tentoonstelling der
Onafhankelijken geopend. Tegelijkertijd
heeft de vereeniging een verder teeken van
leven gegeven door het laten verschijnen
van het maandblad „De Wiekslag." De in
zendingen, wélke, zooals de catalogus ver
meldt, volgens kleurwerking gegroepeerd
zijn, zijn talrijk. Er is niet zoo heel veel, dat
onze aandacht boeit, maar dwalende van
het eene schilderij naar bet andere, treffen
wij tussclien het vele middelmatige, toch
verscheidene interessante inzendingen aan.
Tot het beste, wat er op dc tentoonstelling
te zien is, behoort het werk van Jan Vis
ser, met zijn gesty leerde zeeën; wij vinden
er het vlug en vlot geschilderde werk van
Grauss, doch niet zijn belangrijkste werken
treffen wij er aan; fijn en teer zijn de
kleuretsen van Frederika Broekemit; vol
stemming do landschappen van Alph.
Blom me.
Miek Jansen is vertegenwoordigd o. a. door
een fraaicn pot met hyacinten, lieflijk en toch
krachtig van kleur; dat het talent van den be
kende schrijfster over J. Toorop nauw met dat
van dezen schilder verwant is, tooncn vooral
haar andere 'schilderijen op de tentoonstelling.
.Wij noemen verder noch de namen van Hcyen-
broek, Collelte, Remiens.
Van Erich Wichman is er een landschap ge
schilderd op gewapend gemetalliseerd beton.
Hoe deze materie zich uitstékend kan leencn
tot versiering van wanden en buitendccoratics,
heeft men onlangs kunnen zien op dc Utrccht-
sche Jaarbeurs aan -de woning, gebouwd door
den architect Gralama.
Ten slotte noem ik nog de glasonlwerpen
door Jan Tielens.
Nieuwe aanwinsten Sted. Museum.
Iu het Sted. Museum trekt sinds de herope
ning allerlei nieuws onze aandacht. Wij vin
don er werk van P. van dor Hem, van Leo Ges
tel en een reeks teekeningen van Belgische
vluchtelingen door Grauss. Dan is er Jan Sluy-
tcr's werk; in de. eerste plaats zijn vrouwenpor
tretten. Deze schilder geeft de moderne-mo'ndai-
ne vrouw weer in nauw sluitende kleeding en
in de houding, die bij deze mode past, n.l. het
energisclio naar links of rechts buigen van het
lichaam. De klecding is meestal donker met een
enkel giftig groen of weinig paars;" de oogen zijn
groot, zij liggen diep en zijn omringd door
donkere schaduwpartijen; deze vrouwen staren
angstig eu tegelijkertijd angstverwekkend voor
zich uit.
Niet liefelijk is Sluytcr,s schilderij van éen
moeder met haar kind; maar men voelt or iu,
dat deze moeder zal trachten haar kind te ver
dedigen en te beschermen tegen komende ge
varen cn do teleurstellingen des levens. Naast
doze belangrijke schilderijen van Sluytcr han
gen er op de tentoonstelling vele bloemstukken
en stillevens van denzellden schilder; op donke
ren achtergrond en met felle kleuren, treffen
wij bijna altijd twee of drie vazen of potten aaa,
een verdubbelen en bestralen dus van vormen,
wat een eigenschap van veel modern schilder
werk is. Rustiger dan deze bloemstukken zijn
die van Leo Gestel; van Galnot en M. Wiegman
zijn er lal van'stillevens; die van den eerste heb
ben een sobere voornaamheid met hun warme
donkere kleuren, die van Wiegman zijn eenvou
diger cn tevens zeer krachtig. Ten slotte nog dit:
in het Sled. Museum kan men thans ook de
Rcnoie bewonderen, die op de Fransche ten
toonstelling gedaan heeft; boewei mor, zich
mooiere Renoires kan denken, dan deze liggen
de, naakte vrouw, zoo krijgt men tocli een in
druk van het werk van dezen belangrijken
Franschen schilder.
Openluchtspel Valkenburg.
De nieuwe maatregel der spoorwegen en
andere omstandigheden deden het bestuur
van het Valkenburg£ch openlucht'ooneel be
sluiten, de opvoering van Felix. Rutten's dra
ma „Fabiola", uit le stellen tob een volgend
jaar. Vermoedelijk zal dezen zomer V,o ri
del's „Peter en Pauwels" worden gespeeld.
(„Msb.")
Koninklijke Bibliotheek.
De Koninklijke Bibliotheek zal van 1 tob
en met 16 Juni aanstaande voor het publiek
zijn gesloten.
Een nieuwe reclameplaat.
De FranschHollandsche Oliefabrieken
Calvé-Delft te Delft, hebben een nieuwe
reclameplaat uitgegeven. Men kent de vele
goede reclamebiljetten van deze fabrieken,
door kunstenaars van naam geteekend. Dit
maal is C. Lion Cachet, de bekende sier
kunstenaar, de teekenaar. De plaat geeft de
bekende olieflesch tegen een géornamenteer-
den, zwarten achtergrond te zien. Ook deze
plaat zal niet nalaten de aandacht te trekken.
Van de vroegere platen o.a. die van
Toorop, Breitner en Zon, alsmede van de
kistdecoralie door Hoytema geteekend, zijn
in miniatuur sluitzegels uitgegeven. Op die
wijze wordt ook de herinnering aan de vroe
gere reclame levendig gehouden. j
Zal Duitschland België bohouden?.
Generaal V»on Bissing, dc op 18 April te
Brussed gestorven Duitsohe 'gouVerneur-
generaal van België, heeft eon geschrift na
gelaten, waarioi hij he-t vraagstuk van de
positie rail België na den oorlog behandelt.
Bacmeister, het lid van den Pmisisdhèn
Landdag, maakt het geschrift openbaar in
zijn Akkuitsch weekblad ,,Das gros-zere
Deutschland''. Het geschrift draagt geen
datum, maar er kan uit opgemaakt wor
den, dat het op zijn minst een jaar oud' moet
zijn; de Duitsche rijkskanselier had. zioli
over dé oorlogsdoeleinden, nog niet uitge
laten. Terwijl men thans van een inlijving
van België bij Duitschland eigenlijk nie-
maind meer als van een noodzakelijke of
zelfs foiaar gewenscüite voorwaarde Voor
vrede hoort spreken, heeft Von Bissing, blij
kens zijn door Bacmeister gepubliceerd ge
schrift over die inlijving een opvatting ge
had, die afwijkt van de thans algemeen
gangbare. Von Bissing zegt in den aanhef,
dat hij spreken wil' van Duitsolilands hei
ligen plicht om België voor den Duitsclien
invloed, de Duitsche macJifcssfeer te behou
den, heb voor Duiteolilands veiligheid niet
meer vrij te laten. Wij moéten, zegt hij
verder, ons reeds thans, duidelijk maken,
dat een hersteld België of het tot een
neutraal land verklaard wordt of niet
met natuurkracht in het kamp van onze vij
anden niet slechts zal binnendringen, maar
er door dezen binnengetrokken zal worden.
Zélfé wanneer men aan veraoeningaillusies
moolit vasthouden en door nog zulke goede,
verdragen waarborgen zou kunnen maken,
zal België volgens alle verwachting tot ccn
opmarschgebied on voorposfcstclling van on
ze vijanden gemaakt en gebruikt worden.
Wanneer men, meent Von Bissing» de be-
teekenis van België ais opmarschgebied
voor de Duitsche legers en als het gebied
beschouwt, dat verdere laijgsverrichtingen
offensief en defensief begunstigt, dan kan
er geen twijfel meer bestaan, dat een grena
die geheel ten onrechte Maaslinie genoemd
wordt en door de vestingen Namen en Luik
verdedigd moet worden, ontoereikend is.
Die grens moet veeleer tot aan zee vooruit
geschoven- worden, ook in het belang van
ons gezag ter zee.
Von Bissing zet" vervolgens uiteen, dat
naast deze, voor een nieuwen oorlog in
aanmerikin g komende facitoren de be
scherming van de Duitsche economische be
langen in België, zelfs gedurende den vre
de, van (onsbhafttoaire fbeteekeuiós iseen
weer zelfstandig geworden België zal nooit,
onzijdig zijn, maar integendeel zich aan d<5
bescherming van Frankrijk en Engeland on
derwerpen. Dc Duitsche handel en industrie
zal in een weer zelfstandig België de ver
overde plaats verliezen en misschien nooit
weer terugwinnen. Het ligt voor de hand,
dat de Duitsche belangen in Antwerpen
gevaar zullen loopen, zoodra'Duitsohlancl
België weer prijs geeft. De' Belgische in
dustrie-, zegt Von Bissing, zal Duitschland
natuurlijk nooit willen doodenmaar het
moet die industrie dbor een bijzondere wet
geving onder gelijke prod me tie-voorwaar
den brengen als de Duitsche industrie.
Von Bissing acht het voorts noodig, dat
Duitschland de hand op België legt voor
het voortbestaan der VJaamscke beweging.
Deze- zou onherstelbaar getroffen worden,
zoo Duitschland zijn machtspolitiek op Bel
gië niet zou uitbreiden. Ongetwijfeld moe
ten de Vlamingen beschermd worden, maar
nooit mag men er de hand toe leenen hen
volkomen zelfstandig te laten worden. De
Vlaonen met hun tegenover de Walen ge
stelde positie, zullen als Germaansone volk»
Stam een. versterking van het Duitsche
volk worden.
België, aldus von Bissing, moet genomen
en behouden worden, z-ooaJs het thans is
en in het vervolg ook zijn moet. Slechts
door een zooveel mogelijk© eenvoudige op
lossing van het Belgische vraagstuk zullen
wij een werkelijke voorwaarde voor onze
•toekomstige wereldpositi© vervullen. Ge
ven wij een deel van België prijs, of ma
ken wij een deel daarvan, zooals het ge
bied Vlaanderen, als Vlaamsche staat zelf
standig, dan scheppen wij ons niet slechts
groote moeilijkheden, maar wij beroove-n
ons van de aanmerkelijke voordeel-en, cn
hulpmiddelen, d&e het geheele gebied van
België alleen onder Dilitseh bestuur "ople
veren kan. Reeds wegens de noodige steun
punten van onze vloot en om Antwerpen
niefc van het Belgisch handelsgebied af t-ct
sluiten, is het daarbij behoorendé achter
land een vereiichte.
Wat den voi-m betreft, waaronder Bel
gië aan Duitschland toegevoegd :>ou moe
ten worden, von Bissing betoogt, dat de
een o mogelijkheid is, dat Duitschland: daar
over gedurende de vredesonderhandelingen
iedere uitspraak vermijdt en het recht der
verovering alleen laat gelden. ,,Het moet-,
vervolgt von Bissing, bijna als een geluk
kige omstandigheid beschouwd worden', dat'
de tnocd'za(keJijhhecdi dwingjt, dynasfeisch/o
overwegingen geheel buiten spel te laten.
In Madiiave-lli moet men kunnen lezen, dat
wie van pla-n is een land! dn bezit te nemen,
genoodzaakt zal zijn den koning, den re
geerder van het land, zoo noodig door den
dood op zijde te zetten."
Akfius generaal Von Bissing, de gewezen'
Duitsche gouverneur-generaal in België.
Leiders der stakiug in Engeland gearresteerd
Verscheiden leiders van do staking ïr>
het machinevak te Sheffield, Liverpool,
Coventry, Manchester en Loiiclen zijn in
hechtenis genomen op aanklacht den aan
voer van munitie to belemmeren.
Roman, naar het Italiaansch vau
GRAZIA DELEDDA.
•17) 1
Toen zonden zij mij weg; en van dien dag
af verdwaalde ik. Niemand zei mij, dat ik wer
ken moest, en ik ging dc wereld iu zoouls dc
bedelaars, die van het cene naar het andere
dorpsfeest gaan. Ik zocht pok op elk feest iets,
-dat ik nooit gevonden heb. En toch ben ik niet
kwaad, zio je; ik heb nooit iels goeds gedaan,
maar ook niet iels slechts; alleen mijzelf heb
-ik kwaakt gedaan.
Dikwijls heb ik verlangd om het kwaad tc
kunnen doen, zooals velen dat kunnen, met
kracht cn slimheid. Maar dat kan ik ook niet
•Ik herhaal liet jef ik ben een kind gebleven;
mijn versland, mijn opvoeding, alles is in 'me
stil blijven slaan in den besten tijd van zijn ont
wikkeling; ik ben als de vruchten, die opdrogen
.vóórdat ze rijp zijn...."
Ballore luisterde, maar begreep niet de fijn
heid en dc droefheid van Paulu's redenecring;
een enkel ding begreep hij: zijn vriend, de rid-
der, zou nooit meer van zijn moreelen en matc-
rieelen ondergang gered worden, en hij had spijt
-. hem uitgenoodigd te bobben.
V Zij praatten nog wat en gingen toen naar bed.
'h Ochtends vroeg ontwaakte Faulu cn merkte,
dat Balloro uitging; maar toen bij opstond, was
co vriend alweer terug en bezig een glaasje
brandewijn te drinken.
/i. „vVat heb ik geslapen,*' zei Ballore „ik beo
pas wakker geworden. Drink!"
Zjï Eingen uit, naar de kerk. VV'
Hei feest was erg armoedig. De dorpeling.**
(bijna allen boeren) hadjen een slechten oog^t
gehad. -„.i,
Ballore begon ook te klagen:
„Van den winter zullen enkelen van honger
sterven op dit dorp: dc armoo is groot, de hon
ger zal feest vieren. O, de tijden zijn veranderd,
beste Paulu! Die minder, die meer, wij lijdon al
len gebrek; terwijl vroeger, toen ik nog een kind
was, wij allen welgesteld waren. Wat een rijke
inensehen in dien tijd! Kijk, de rector en zijn
zuster, die hadden Yeel geld, zakken vol geld."
„Daarom," zei Paulu, „worden ze bestolen,
nietwaar?"
„Of ze! Het is rtic een beroemde inbrekcrij ge
weest; veertig kerels gewapend en gemaskerd,
en men beweert, dat velen van jouw dorp er bij'
waren, hè Paulu, wees niet belcedigd; ze be
stormden' het huis van den rector, plunderden
den armen priester en fcijn zusier, bonden bon
aan elkaar, gooiden hen op een bed, on stalen
alles. Men zegt, dat ze meer dan tien duizend
daalders weghaalden."-
Toen Paulu en Ballore naar den rector gin
gen, begon zijn zuster, een klein oud vrouwtje,
met een muts van brokaat, het verhaal van dc
inbrekers opnieuw le vertellen. Zeer waarschijn
lijk deed zij niets anders sedert veertig jaar dan
het geval op te disschen. Haar open mond On
do kleine starende, zwarte oogen leken nog vol
van den schrik, op dat ellendig uur doorgestaan.
„Eén van die duivels, lang en zwart, met een
kiel van schapenvel, die haast lot aan zijn en
kel hing, leek op een gróolcn ram, die recht op
zijii aclitcrpoolcn stond. Eiken nacht droom ik
van hem, kinderen! cn altijd mol schrik. Ze heb
ben ons geruïneerd. Zo lieten zelfs geen asch
in de haardstee!"
De conclusie was, dat noch de rector, noch
zijn zu. ter geld 'disponibel hadden. Paulu ging
het huis uit met de wanhoop in het hart.
„Ballore moet vanochtend de oude vrouw af
geraden hebben, mij het geld te leenen," dacht
hij.
Hot leed cn de vernedering wekten zijn trots
op en zooals met don Peu, viensde hij met Bal
loro een. overdreven onverschilligheid en vroo-
lijkheid.
Hij bleef den geheelen dag op het dorp, "gaf
het restant van do honderd lire uit aan ge
schenken voor zijn gastvrouwen; hij dronk en
lachte.
Hij vertrok den volgenden dag in den vroe
gen morgenstond; liij wist niet waarheen hij
gaan zou; maar hij wilde in elk geval niet naar
huis keeren zonder geld.
„Ik ga liever onder een boóm liggen pn ik
Iaat mij van honger sterven."
En hij reed en reed maar door. Do lucht was
somber, bewolkt; de aarde was dorstig, de boo
men waren stoffig, de rolsen dor, zo wachtten
in stilte, geduldig, den beloofden regen af.
Geen blad bewoog; in het vale en gele land
schap hoorde men geen mcnschelijke stem, geen
geluid, geen Jeven. Waar moest Paulu heen, als
dc geheolc wereld voor hem was" zooals dat ver
laten oord? Het nfos uit; voorgoed uit.
En hij reed door, "reed steeds verder; het
paard draafdo lêidzaam .en rustig, en als hij
een doorgang in de muurtjes van de boerderijen
ontdekte, talmde liij niet om er over te springen,
om den koristen weg te nemen. Plotseling, toen
hij juist door zoo'n wegje kwam, in de buurt
van bet dorp van don Peu, hoorde Paulu zich
door een bekende slem roepon. Het paard stond
stil. Een lange, dikke man, met een langen, roo
den baard, cn con jongetje in lompen en wild
als oen zigeuner, kwamen snel op hem toe.
„Don Paulu, don Paulu!" riep de man hij-v.
gend en moe.
Paulu zag. dat het Sanlus- was, de herder,
dien men van kindermoord had beschuldigd;
het jongetje was zijn zoon.
„Wat! Heb je dien schelm eindelijk terug ge
vonden?" vroeg Paulu.
Sanlus nam het kind bij de schouders en
schudde hém ruw.
„Ik ben tweemaal Sardinië doorgeloopen,
maar ik hoop ten minste niet onteerd te mogen
sterven! Hier is hij; nu breng ik hem naar den
brigadier en ik zal tegen iedereen zeggen: zie
of een vader zijn zoon kan vermoorden? En nu'
trek ik er mijn handen af, don Paulu."
De man vloekte, maar niettegenstaande "do
vermoeienis, den angst, hét leed, dat men hem
ojf het gezicht las, loonde hij oen wilde vreugde;
de jongen integendeel was somber en keek in
de yerte; ^ifn groote blauwe oogen leken op die
van een gevangene, droomendo van do vlucht.
„Ga jo rechtstreeks naar het dorp?" vroeg
Paulu, zonder zich veel voor de wederwaardig
heden van Santus cn zijn zoon te interesseeren.
„Dadelijk; kan ik iets voor u doon?"
„Dan," zei hij langzaam, peinzende over dc
woorden vóór hij zo uitsprak, „zal ik je een
briefje meegeven, dat je aan Anncsa zult over
handigen; maar aan haar alleen, begrepen? Bo
vendien, zog tegen Iiaar mondeling, dat ze aan
mijn moeder moét zeggen, dat zo vanavond
tliuis niet op me behoeven le wachten."
„In orde, don Paulu."
Toen haalde Paulu zijn zakboekje te voor
schijn en schreef enkele woorden met zijn pot
lood.
„Ik kwam zooeven uit O., ik zal hier over
nachten bij Peu Corbu. Reis vruchteloos. Geen
geluk; geen hoop. Denk aan wal ik je zei vóór
het vertrek'. Schrik niet.
Sanlus kon niet lezen, Paulu gaf hem hét
briefje .slechts gevouwen: de herder nam het
aan cn deed het ih het beursje van Zipo's gor
del on beloofde liet'af te geven, aan Annesa al
leen; hij reisde vc-rder. het zwijgzame kind voor
zicli uit duwende, zich met alle voorbijgangers
ophoudend, om zijn verhaal te vertellen, cn hij
dacht niet, dat hij in het beursje vau zijn cein
tuur het zaad droog van een drama, verschrik,-»
keiijker dan het zijne. J
Niettegenstaande dc berispingen van don Peu,
steeg Paulu weer bij de weduwe van den bri
gadier af. Hij had geen bepaald plan.
„Ik heb nog vijf dagen tijd,"- dacht hij, „ai
moest ik ronddwalen als die ongelukkigo San
tus. ik zal niet thuis komen met leegc handeu.
Het is nu voor mij een kwestie van eer.
Maar waar moet ik heen?"
Hij herinnerde zich do woekeraars van Nuo-
ro, en onder anderen eeö vrouw, die hcm.jarei
te voren duizend liro bad geleend u driehon
derd procent.'
Wat is er voor verschil tusscheu zoo'n woe
keraarster en een wecluwe, die geen goed iq
naam heeft?" vroeg hij zich af. Maar toen hij
-voor het winkeltje -van Zana afsteeg en bij do
vrouw zag, hem familiaar lachend te gemo?t
komende, alsof zij hem verwacht had, zeker, da#
hij zou terugkeeren, voelde hij een groote wat-*
ging. Neen, neen, haar zou hij nooit bet gcict
vragen.
„Ha," zei Zana. terwijl zij het paard vac
Paulu bij dc leidsels nam. „U beeft de rest niït
vergeten."
Zij duwde het poortje naast de deur open oi£
bracht het paard op do plaats; Paulu liet haaf
^begaan; bij volgde haar, legde zijn sporen af,
maar scheen niet tot scherts geneigd. Zana in
tegendeel was vroolijk; zij was niet meer clc stij
ve en ernstigo weduwe, die dc nachtlichten in
den winkel verkocht of de klanten netjes be
diende in den achterwinkel: zij was een jong*
en mooie vrouw, die sedert drie dagen van d«. 1
zackte oogen en van den kwijnenden blik vaj
doa Peu'a edelen vriend droomde. y-
(Wordt vervolgd)'-