No. 17548.
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 12 Mel.
Tweede Blad. Anno 1917.
Persoverzicht.
Ingezonden.
FEUILLETON.
I>EJ KLIMOP.
amen noemen. Wij lazen in
*1>E NIEUWE OOURANT"
M-hi Herinnerd zich, dat de bladen aan het
«and van de vorige week melding gemaakt
hebben van de toepassing, voor de eerste
maai, van de bepaling der Verdedigings
belas tin«r wet, volgens welk© zoodra een aan
slag tot navordering onherroepelijk
vastetaat, de naam, voornamen en woon
plaats van den belastingplichtige en van
het bedrag van den naderen aanslag in de
„6TAATSCOU11ANT" worden bekend ge
maakt.
„HET VADERLAND" schrijft naar
aanleiding daarvan, dat het in hot vervolg
van die berichten uit de „STAATSCOU
RANT" geen melding meer zal maken,
daar het meent, dat het niet op zijn weg
ligt beklaagden, voel min disciplinair ge
straften, bet leven nog moeilijker t© maken
door bij een opgelegde 6traf nog een bij
komende straf te voegen door de publica
tie van naam en toenaam van den betrok
ken Het blad is in die opvatting ver
sterkt door een schrijven van een bekend
notart.3 in Den Haag, die, behalve gevoels-
motieven, ook nog deze redenen aanvoert,
die de pers zouden moeten bewegen niet
tot verbreiding van de bedoelde publicaties
xa de „STAATSCOURANT" mede. te wer
ken
„Men bedenke wel, dat velen, die zich
om gewetensredenen zouden willen bekee-
rea en dus vrijwillig nader het juist© aan
gifte-bedrag zoudon willen opgeven, dit
znllen nalaten en op den slechten weg zul
len blijven voortgaan, als zij weten, dat
liun naam ook in de dagbladen komt.
Ik kom op tegen dit kwaad, omdat mijn
ambt mij juist met dergelijke personen in
aanraking bracht, van wie ik de vasto over
tuiging heb, dat zij zich niet zouden befce-
rón, als ik hun had moeten zeggen, dat de
Nedcrlandscho Pers hun namen en toena
men onder do oogen van het groote publiek
zou brongen. M. i. moet ook de pers beden
ken, dat hij, doch alleon hij, die zonder
zonden is, den eersten steen mag werpen."
Het zou inderdaad een zoowel uit moreel
als uit fiscaal oogpunt bedenkelijk gevolg
van art. 18 der wet op do Verdedigings
belasting ziin, als zij bekeeringen tegenhield
en aan den invloed van eerlijke gocden-
raad-govers in den weg stond
Zien wij wat daarvan is.
Wi© aan een navordering van Verdedi
ging- (en van Oorlogswinst-) belasting
wordt onderworpen, heeft het viervoud
van het bedrag van dien naderen aanslag t©
betalen. Dit geschiedt krachtens beslissing
van den Raad van Beroep vooi do directe
belastingen, die echter bevoegd is to bepa
len, dat liet genoemd viervoud niet ver
schuldigd zal zijn, indien en voor zoover
de aanslag in do belasting te liiag is ge-
Woest of achterwege is gebleven, ten gevol
ge van een f©.ïhg© schatting van den aan
gever en do Raad tot de overtuiging komt,
dat die schatting to goeder trouw heeft
plaats gehad." Het voorschrift van den Mi
nister van Financiën tot openbaarmaking
van den naam in de „STAATSCOURANT"
is imperatief, maar het tweede lid van art.
18 bepralt, dat do openbaarmaking niet
geschiedt indien do Raad van Beroep bij
zijn uitspraak vermeldt, dat de nader© aan-
elag uitsluitend is gegrond op een te lago
schatting en dat de Raad tot de overtui
ging is'gekomen, dat die schatting te goe
der trouw heeft plaats gehad. Bovendien
is bij het derde lid aan de Kroon do be
voegdheid voorbehouden om op gfond
van dwaling of verschoonbaar
"v o r z u i m to bepalen, dat de in het eerste
lid bcdoeldo openbaarmaking achterwege
zal bhjveD.
Ziehier, dunkt ons,. waarborgen genoeg,
dat echte bekeeringen niet met openbaar
makingen in do „STAATSCOURANT"
zullen worden gestraft. De behandeling
voor don Raad van Beroep is een teerste
faso, waarin met verzachtende persoonlijko
omstandigheden rekening kan worden ge
houden, dio de publicatie achterwege doen
Mijvnn. En daarna heeft do Minister het
nog in zijn macht de Kroon hiertoe te ad-
.viseeren op grond van „dwaling of ver
schoonbaar verzuim"een uitdrukking,
di© zich tot milde toepassing leent en naar
mon ons verzekert, ook mild wordt toege
past: Men kan er dus van op aan, dat de
te lago aangevers (d© „bekeerlingen"
daaronder begrepen) wier namen ten slotte
in de „STAATSCOURANT" terecht ko
men, de openbaarmaking dubbel en dwars,
verdienen.
Welnu, indien dat zoo is, Ugt het, dunkt
ons, op den weg van do Pers om door ver
melding van dergelijk© berichten uit do
„STAATSCOURANT" do bedoeling der
wet te helpen verwezenlijken en door rui
mere verspreiding dan dit officieel orgaan
vermag te geven, er too medo t© werken,
dat d© schatkist ontvangt wat haar toe
komt. D© ontduikingen en heb geknoei op
belasting gebied, dio bij de uitvoering der
jongst© scherper© belastingwetten aan bet
licht zijn gekomen, moeten zoo schrikba
rend van aard cn omvang ziju, dat geen en
kel behoorlijk middel verzuimd mag
worden, om daaraan paal en perk te stel
len. Indien de Pers daarbij de Regeering
kan helpen, is het naar onze meening,
haar plicht dit te doen cn do reden, die
haar weerhoudt om in s t r a f z - k c n
de volle namen der beklaagden cu veroor
deelden in den regel tè ver? wij 50 a. ten ein
de' niet mede te werken tot een onbedoelde
verzwaring der straf, kaa haar niet bewe
gen om dit ten aanzien van de te-lage-aan-
gevers te doen, aan wier namen de wetge
ver juist openbaarheid heeft willen ge
ven ter afschrikking van anderen Wij zul
len dus voortgaan met do vermelding van
do bedoelde namen uit do ..STAATSCOU
RANT."
Winkelier on Cliënteel e.
,-,DE MIDDENSTANDSBOND" schrijft:
Voor onze guldeus krijgen wij tegen
woordig maar de helft van de hoeveelheid
van vroeger en toch verdienen wij niet
tweemaal zooveel.
Kon men dan voor veel geld nog maar
krijgen wat men wilde; maar ook dat laat
veel te wensclie-n over. Dan geen steenko
len tegen de bittere kou dan geen aard
appelen voor den middagpotdan weer
geen zeep voor de waschdan geen zout
voor de pap en de tijden van groote be
hoeften, van ellende, van hongersnood be-
hooren toch tob het verre verleden, heeft
men ons geleerd.
Het allcrnoo^igst© brood op een brood
kaart de onmisbare kleine levensbehoef
ten op een bon, een bon voor een ons zeep,
voor een half ons vet, twee ons rijst, enz.
En dat alles ah middellijk en onmiddel
lijk gevolg van don wreeden oorlog.
Verfoeid zij deze brenger van ellende en
onrust 1
Maar laten wij ons niet verleiden af te
geven op den grooten onruststichter, dio de
wereld op haar hoofd gezet hoeft. Sterken
wij liever ons uithoudingsvermogen en be
waren wij liet goed vertrouwon en tevens
den moed, ooi deze ongewone en zware tij
den door to worstelen.
Deze oorlog is ©en mijlpaal op den weg
der economie, die do afscheiding aanwijst
van den normalen tijd voor den oorlog cn
den normalen na den oorlog, die geheel ver
schillend zullen zijn. Wij weten niet wat dc
toekomst in haar schoot verbergt; maar
daarover ziju wij h^t allen eens, dat de
toestanden na den oorlog volstrekt niet
denzelfden aanblik zullen vertoonen van
vóór den oorlog.
Maar bezien wij oven het heden, den
eigenaardigen tijd, waarin wij levenalle
verhoudingen van vroeger zijn veranderd,
en telkens moeten wij trachten ons aan
nieuwe verhoudingen aan to flascn.
'fc Is curieus, hoe dc winkelier zich tegen
woordig aanstelthij verheelt zich be
paald de rechterhand van den Minister te
zijn, hoorden wij onlangs beweren. Do krui
denier komt niet meer „hooren" en ook
niet meer „bezorgen" do slager schrijft
u voor, dat ge maar .pekelvloescli moet
etende brandstoffenliandelaar legt zijn
telefoon aan den haak.
Zoo op het eerste gehoor schijnt cr veel
waars te liggen in de bewering onzer on
tevreden huisvrouw, maar als men alle3
weet, blijkt do zaak geheel dnders te we
zen.
Do winkelier, van wi ?n men zooveel
kwaad zegtdie volgens sommigen zoowel
de duurt© als de schaarschte der levensmid
delen voor zijn rekening heeft, is letterlijk
het stootkussen tusschca Regccring en pu
bliek.
Van boven af wordt hij gereglemen
teerd en gecontroleerd: van onderaf aan
gevallen om los t© laten wat ieder voor
zich noodig heoft en meer dan noodig meent
t-o hebben.
Om de beurt komt een stoot van boven
en van onder.
De hevigste stoot komt misschien wel
van do publiek-zijde. De onvervulde behoef
te maakt do menschen onrustig, zenuwach
tig en vaak onredelijk.
Hoe wordt de verhouding nu, wanneer
de voorraad, naar gewoonte ste'cds zoo
onuitputtelijk, aan den e enen kant niet vol
doende aangevuld, aan den anderen kant
buiten alle verhouding weggehaald wordt?
Dan komen beide partijen een win
kelier zegt men, is óók maar een mensch!
in inin of meer vijandige houding tegen
over elkaar te staan.
De winkelier, die zooveel praats heet
gekregen te hebben, wordt verwenschb;
het publiek, dat zoo onredelijk en zoo wei
nig gentlemanlike optreedt, niet min
der."
Wanneer ieder der partijen eens een.
oogehblik van rol kon vórwisselen, .dan
zouden zij voorzeker 'do wederpartij haar
houding ten goede houden. De tijden zijn
moeilijk. Laten wij dit allen goéd begrij
pen, dan zullen wij elkanders ontevreden
heid kunnen verklaren en daardoor eenigs-
zins billijken.
Nooit meer dan in onzen tijd moet men
weten te geven en te nemen cn gezamen
lijk trachten elkaar door do moeilijkhe
den heen te brengen. Met wat goeden wil
gaat dat wel en later zullen wij elkaar
hiervoor dankbaar zijn.
De 8-uur-sluiting.
Aan de Ingezetenen .van Leiden
en Omstreken.
Het bestuur van de afd. Leiden van den
Ned. R.-K. Bond van Handels-, Kantoor- en
Winkelbedienden vraagc beleefd, maar drin
gend, eenige aandacht voor het volgende:
Toen in den herfst van het vorige jaar,
door de buitengewone omstandigheden, het
gemeentebestuur zich genoodzaakt zag, een
beperking van het lichtgebruik voor to
schrijven, werd o.a. bepaald, dat na 8 uren
geen licht in winkels mocht worden ont
stoken. Gevolg hiervan was, dat de win
kels om 8 uren werden gesloten, patroons
en bedienden daardoor een uurtje meer
rust werd gegeven en het publiek al spoe
dig gewoon was geworden zijn inkoopen
wat vroeger te doen. Met de invoering
van den zomertijd werd algemeen- de wen-
schelijkheid ingezien, om de ingevoerde 8-
uur-sluiting te kunnen handhaven. Ten be
te,'jjze hiervan zag men dan ook in het
„Leidsch Dagbladde mededeeling, dat een
50-tal heeren patroons in het manufactu-
riersbedrijf onderling hadden besloten,
's avonds te 8 uur hun zaken te blijven
sluiten.
Ongetwijfeld zou dit goede voorbeeld na
volging hebben gevonden, ware het niet,
dat een viertal patroons in bovengenoemd
bedrijf de kans schoon meenden te zien,
hiervan te profiteeren. Wat toöh is het
geval? Toen door de patroons bij de ver
schillende firma's de lijst ter teekening werd
aangeboden, hebben hierop eveneens get-ee-
kencl de vier bedoelde heeren. Door'die
handteekening gaven zij dus eveneens hun
woord, hun respectievelijke winkels om 8
uren te zullen sluiten. Hoe groot was echter
onze verbazing, toen reeds op Vrijdag 4
Mei d. a. v. in dit Blad de mededeeling
van deze vier heeren kwam, dat zij, on
danks hun gegeven woord, toch hun
winkels na 8 uren zouden geopend houden.
In het belang van het personeel, hebben
wij ons toen schriftelijk tot "dfe hee
ren gewend, met het dringend verzoek hun
gegeven woord gestand te blijven en niet
door tegenwerking oorzaak te worden, dat
de vrijwillige 8-uur-sluiting zou mislukken
met als noodzakelijk gevolg er van, dat het
personeel eveneens dat uurtje meerdere rust,
dat hem toch Beker wel toekomt, zon wor
den ontnomen. Ook vroegen wy hun binnen
24 uren antwoord of ons een persoonlijk
onderhoud toe te staan. Toen wij geen
antwoord ontvingen, hebben wij, onderge-
teekenden, een bezoek gebracht bij twee
van de vier bedoelde winkeliers, met het
resultaat, dat zij weigeren hun belofte ge
stand te bijven en veel liever, zj het dan
ook ten koste van de andere winkeliers,
in dat bewuste uur wat meer wülen ont
vangen. Eenig steekhoudend argument voor
hun handelwijze kon niet worden gegeven.
Schade toch kan er voor niemand wezen,
als a 11 e manufacturenwinkels gesloten zjn,
tenzij men de onnoozele bemerking wil ma
ken, zooals één hunner deed, dat men dan
in do omliggende dorpen zal gaan koopen.
Tweede bewering was, dat men wel ge-
teekend had, doch niet voldoende de strek
king er van had overwogen. Een argument
dus, even weinig steekhoudend als het an
dere. Uit de gevoerde besprekingen konden
wij dan ook niets anders opmaken, dan dat
de eenige reden van hun optreden was:
minder to prjzen concurrentie
zucht, door n.I. van do sluiting der win
kels van concurrenten te willen profiteeren.
Dringend vragen wij dan ook uw mede
werking, door 1ste des avonds na 8 uren
geen inkoopen te doen, en 2de zoolang be
doelde heeren weigeren hun gegeven
woord, gestand te blijven en du3 na 8 uren
hun winkels open houden, bij hen niets
te koopen.
Waar volgens mededeeling van de twee
bezochte manufacturers zij onderling be
sloten waren niet van standpunt meer te
veranderen en dus voor ons het bezoeken
van do boide andere patroons vruchteloos
leek, bleef er ons geen andere weg open
om do belangen van het personeel te be
hartigen, dan de medewerking van het pu
bliek in te roepen.
Als de bewuste personen blijven weigeren
hun eerst gegeven woord gestand te doen,
zullen vanzelf dejmdep patroons in dit be-
drjf, hoewel noode, gedwongen zijn even
eens hun winkels open te houden, ten eindo
zich voor dergelijke oneerlijke concurrentie
te vrij waren.
Daardoor zouden dus de belangen van het
personeel ten zeerste worden geschaad.
Helpt ons dus in dezen rechtvaardigen
strijd voor de belangen van het personeel
tegen dergeljke willekeur van enkele win
keliers en brengt hen tot andere gedachten,
door niet te koopen bj de bedoelde firma's.
Afd. Leiden Ned. R.-K.
Bond van Handels-, Kantoor- en
Winkelbedienden.
A'. H. BOEKRAAD, Voorzitter.
H. LOMBERT, Secretaris.
Uitbreiding van *8 Lands Weerkracht.
Geachte Redactie.'.
Reeds geruimen tijd heeft men het aan
kunnen zien, dat tal van huisvaders, kost
winners, enz. voor den landstorm werden
opgeroepen. Iedereen zal ten slotte^esen
maatregel goedgekeurd hebben, wanneer
men begrepen heeft, dat zulks noodzakeljk
was. Wij moeten immers paraat zja! Doch
waarvan is het oproepen van oudero man
nen een gevolg? Natuurljk van de te wei
nige getalsterkte van ons leger.
Is die te weinige getalsterkte misschien
te verklaren?
Mijn inziens „ja!' althans voor een groot
deel!
Waarom heeft de „Opperbevelhebber"
in den loop der mobilisatie, geen „her
keuring" gelast van alle militie-plichtigen,
die destijds zijn afgekeurd? Zouden niet vele
krachtige jongelieden, die destijds wegens
„slecht gezichtdoofheid, spataderen, slecht
gebit, enz., enz., afgekeurd zjn, beter ge
worden zijn van bovengenoemde kwalen? Ik
geloof het wel!
Wanneer wij het aantal a f gekeurden, cïe
thans goedgekeurd zouden worden per
jaar eens schatte op 20.000, dan geeft dit
dus over 8 jaren, een leger van 160,000
man.
Hoe vele oudere mannen, die thuis noode
gemist kunnen worden, zouden dan niet in
hun Kik en kunnen bij ven?
Hoevele soldaten ziet men thans niet, ge
wapend met bril of lorgnet! Het is maar.
al te waar, dat jongelieden, destijds afge
keurd voor de militie, direot goedgekeurd!
werden voor den „Vrjwilligen Landstorm"t
Dus, gemobiliseerden, in 't bjzonder gij,
die nog in 'fc leger moet treden, breugi
„bovenstaande" ter kennis van den Opper-,
bevelhebber. Waarsohjnljk wordt dan zeefl
spoedig een talrjk leger van destijds af*
gekeurden, in het leven geroepen, en kunneot
velen naar huis gaan of thuis bljvon.
U, Geachte Redactie, dankend voor h'eï
opnemen "in bovenstaande regelen.
X
Leiden, 9 Mei 1917.
BUITENLANDSGHE BERICHTE!!
De munitiefabriek „Annoth" te Kins-,
point in Tennessee, in de Vereenigde Staten^
is bljkens een bericht aan het „Journal" ia
de lucht gevlogen. Het aantal slachtoffers
is nog onbekend.
De gemeenteraad van Eerl jn heeft dert
aankoop van kolenvelden der maatschappij.
„Rochling" goedgekeurd. Daarmede heeft
Berlijn den eersten stap op dit gebied ge
daan en den kolenmjnbouw aan de stede
lijke bedrijven van gas en electriciteit vast
gekoppeld. De kolenvelden omvatten onge
veer 20.000 morgen en liggen te Pölkiinges
aan de Saar. Zij bevatten tot een diept© van
1000 tot 1200 meter naar schatting onge
veer 500 millioen tonnen kolen, waaronder!
vette kolen, die in het bjzonder voor de-
cokes- en gasproductie geschikt zijn.
De „Lok. Anz." meldt uit Konings
bergen: Het dorp Lomp is. met 60 huizen,
stallen en schuren geheel verbrand.
Het Belgische prinsesje.
De correspondent te Rome van het ,,N.
v. d. D." schrjft:
En ten slotte dit Florence heeft onlang^
het bezoek gehad van koningin Eiisabet-li'
van België, met haar twaalfjarige dochter*
die aldaar haar opvoeding zal ontvangen*
In strikte incognito heeft de koningin er
een paar weken doorgebracht in een hotel
aan de Lungarno, vlak bj Ponte Vecchio.
Met haar dochtertje heeft ze de stad en
de mooie omstreken bezocht. Alle militaira
hospitalen van Florence zagen de blonde
koningin in haar uiterst eenvoudige klee
ding langs do witte bedden der zieken gaan;
met velen sprekende, naar alles informeeron-
de, doch door niemand herkend. Ze heeft
haar dochtertje daar achtergelaten in de
prachtige villa van Poggïo Imperiale, waar.
de eerste koning van Italië, Victor Emanuel
de Ilde, als kind vertoefde, en waar nu
meisjes van de hoogste s'anden onderwezen
en opgevoed worden.
Het is een staatsschool, een leeken-inricii-
ting. Het prinsesje is er met haar Engel-
sche gouvernante en heeft een slaapkamer
en een salonnetje. Verder wordt ze, zoo
als alle andere -leerlingen behandeld. Za
draagt hetzelfde grjze costuum met een
wit kraagje, deelt denzelfden maaltjd, woont
alle lessen bij, ze wordt „mademoiselle" ge
noemd en ondergaat dezelfde discipline al3
de anderen. Daar het meisje nog weinig
Italiaansch verstaat, vervelen sommige les
sen haar en dan moet ze wei eens katte-
kwaad uitvoeren, tot groot vermaak van
haar klasgenootjes.
Dat ze zoo ver van haar land hierheen
gebracht is, om In een Italiaansche staats
school haar opvoeding te ontvangen, 'heeft
bj eenigen de gedachte gewekt, dat za
misschien eens ook Italiaansch zal worden,
als echtgenoote van 't prinsje. Ze is echter
pas 12 jaar, prins Umborto 14, dus is 'fc
nog wel wat vroeg om aan zulke dingen
te denken.
Men "Vertelt ook als zeker, dat de Eit®
gelsche kroonprins en de oudste dochten
van koning Victor Emanuel den lilden, met
elkaar geëngageerd zjn. Prinses Jolanda)
is bijna 17 jaar.
Groaic brand bij Gent.
Men meldt uit Terneuzen, dat Maandag
nacht in de richting .van Gent een zwara
brand werd waargenomen. Wij vernemen
thans van betrouwbare zjde, dat de hout
opslagplaatsen te Port Arthur (voorhaven
van Gent) door onbekende oorzaak in brand
zijn geraakt en verbrand.
Roman naar het Italiaansch yan
GRAZIA DELEDDA.
Zij rilde; met haar handen langs haar heupen
hangend, haar bogen gesloten, scheon zj te zul
len bezwijmen cn liet zich door Paulu mccsle-
jpen, dio baar aan het einde van den moestuin
naar het bosch leidde. Maar toen zij daar gc-
Icomcn waren, onder den donkeren, onbeweeg-
iijken boom, waarvan dc schaduw hun liefdo
kende, kwam zij weer tot zichzelf, hief dc ar
men omhoog en klemde zich aan Paulu vast
me', ecu zenuwachtig e omarming.
„Ik da dit, dat jo niet terug zoudt komen,"
fluUdov&r- zij heir, in het oor, „je zag er zoo som
ber, zcd treurig uil.... Maar je bent geko- 1
menJc beni gekomen, jo bent hier! Het is
of ik droomZeg mij ZegZog
,rïk h.b mi) van den gast bevrijd, ik heb hem
in het huis van priester Virdis gelaten en zal
hem daar weer gaan halen.... Gantine heeft
de.) sleutel, niet?"
Ja; ik heb aller gesloten," zei Annesa, met
'doffo stem. „Zeg mij..,. Zeg mij
„Nog niets!f' zei h;j „Maar later, wij daar
niet aart denken." En hij kusto haar. Zijn lip
pen brandden, ma u* or was in zijn kus een bit
ter vuur. dc wanhoop van den man, die de ver
getelheid van zijn zorgen cn zjr. smartcu op
'dc lippen \'aD een vrouw zoolt.
1 'Annesa was verstandig en zij begreep de ge
voelens yan Paulu. Zij liet zich kussen zonder
.verdere vragen, maar zij begon te snikken.
Eca reuk ak van rijpe peren jongde zich
met de vochtige lucht van'den moestuin; in de
verte schitterde nu en dan midden in do don
kere dieplo van het bosch oen rood vlammetje,
gelijk een oog, dat telkons op ,cn neer ging om
de geliefden te bespieden. Een verro slem, mis
schien de stem van Gantine, zoDg op de manier
van een dronkaard een liefdesliedje.
Maar Annesa hoorde niets; zij zag niets. Zij
voelde alleen, dat zij naast Paulu was en zij
weende van smart en vau vreugde.
„Annesa," zei hij eindelijk, bijna woedend,
„houd op. Je weet, dat ik er niet van houd, treu
rige menscheu te zien."
„En jij dan, ben jij dan vroolijk?"
„Ik ben niet vroolijk, dat kan zijn, maar ik
ben niet wanhopig! Alles wel beschouwd, wor
den onze goederenv als die van een veroordeelde
verkocht; dan is dc schando meer voor hem dan
voor ons. Iedereen weet, dat liij ons zou lcunuen
redden. Oudo schorpioen, vervloekte gierig
aard! Als ik hem zie, voel ik mij het bloed naar
het boofd stijgen. Als ik een andere man was.
zou ik hem worgen
Paulu wond zich op, drnkto de handen in
elkaar, alsof hij iemand wurgde.
Annesa schrikte; zij veegde haar tranen af en
zei met klagende stem:
„Ging liij maar eens dood! Maar hij gaat niet
dood! Hij heeft zeven zielen, als de katten".
„Ik ben naar Nuoro geweest," vertelde de jon
ge man verder. „Ik lieb naar geld gozocht, over
al. Zij hadden mij een woekeraar aangewezen,
een leclijken ouden man, zwart on opgezwollen
als een otter. Ik hob gesmeekt, ik heb me verne
derd, zoo laag vernederd, ja ik, ik heb dien vui-
len ouden man, dien laffen gomeonon woekeraar
als een heilige gesmeektNiets! Hij vroeg
om do handteekening van Zua Dcchereki
Toen hen ik naar een grondbezitter gegaan, die
mij lachend aankeek, terwijl hij zei: „Ik herin
ner mij jc nog toen je op het seminarie te Nuoro
was; je was een veelbelovende jongen." En hij
zond mij zonder geld weg! ToenMaar
waarom aan dat alles to denken? Ik lieb al de
mogelijke vernederingen voor niemendal ge
duld; ik, ik, Paulu Decherchi, ikEn ik heb
het hoofd als een bedelaar moeten buigen."
Annesa boog bet hoofd; zij ook, vernederd cn
terneer geslagen.
„Ze hebben geen vertrouwen racer in je",
zei ze schuw. „Oom Zua heeft je ook in dis
krediet gebracht; hot gerucht verspreid, dat je
de schuld bent van je familie's ondergang. Maar
als don Simone eens gingmisschien zou hij
hot geld wel vinden
Paulii liet haar niet verder gaan, hij drukte
mot geweld haar hand en zei hardop:
„Anna, ik vergeef je, omdat jc niet weet wat
je zegtl Zoolang ik leef, zal niemand anders
van de familie dan ik, zich behoeven te verne
deren
Zij zweeg weer; zij vatlo de andere hand van
Paulu, bracht dio aan haar lippen cn kuste die.
„Waarommurmelde ze, net of ze togen
zijn koude hand sprak, „waarom proheer je niet
nog eens oom Zua te overtuigen?"
„Het is nutteloos, antwoordde hij met een
treurige stem. „Hij zou mij weer bolecdigen. Je
weet wel wat hij altijd zegtJe weet het wel,
Annesa. Hij zegt, dat wij hem ruïneeren willen,
dat wo hem willen vermoorden
„Ha!" zuchtte zij, „zoo dikwijls heb ik hem
'de effecten van onder zijn hoofdkussen willen
afnemen. Dat zullen we moeten doen
„Hij is in staat om ons allen to laten arres-
teeron, Annat En dan, ik ben geen diefik
dood mij liever!"
Verschrikt en klagend klemde zij zich weer
aan hem vast.
„Nu begin jo weer zo© to praten! Paula,
Paulu! Zie jo niet, hoe bang je mij maakt?
Zeg dat niet, spreek niet als een krankzinnige.
Zie jc, zoo bon jij! Laat mij spreken, ik heb ook
rechtPaulu, denk eens na; je hebt al zoo
veel verdriet aan jo grootvaders en aan jo goeje
mooder berokkend, cn nu wil je ze ook nog vau
schaamte en van smart doen stervenZeg
dat niet meer, hoor, dat vreesclijke woord;
9preek er niet meer over
„Zwijg dan. Laten wij cr niet meer over spre
ken."
„Luister goed," ging zij door, hoe langer hoe
meer opgewonden. „Weet je nog, toen je ouders
jo Caderina Majulc als vrouw wilden geven?
Zij was rijk, zij was van goede familie; en je
wilde haar niet hebben, omdat zij niet mooi
was. Nu zijn er vele jaren voorbijgegaan; je
bent geen grillige jongen meer. En Caderina
Majule is niet getrouwd en ze wil jou nog wel
•hebben. Neem ze, Paulu, alles komt dan terecht.
Trouw met haar, Paulu Als ik jou was,
zou ik met haar trouwen".
Zij ratcldo door als oen ijlende, haar hijgende
adem op zijn gezicht blazend en hij liet zijn
handen Langs zijn lichaam hangen, bet hoofd ge
bogen, dc oogon neergeslagen. Het was hem of
hij flauw zou vallen, of hij stikte, of hij hooit
uit de donkere, zware schaduw, die hem om
ringde, zou komen.
„Antwoord," ging zij voort, hem methaar
kleine, sterke armen schuddend. „Zeg mij van
ja. Jo hebt er over gedacht, nietwaar? Wees
niet bang voor mij, PauluIk zal ook wel
met Gantine trouwen, als je wilt, en wij zullen
vor van hier gaan, hij cn ik, cn jou zal ik nooit
meer zien. Ik weet toch, zio je, dat ik geboren
ben om een ongelukkig leven to lijden. Het
noodlot volgt mij en heeft mij voor mijn verderf
op de wereld gebracht. .Wat ben ik? Een lor,
dat tot niets dientBekommer je niet om
mij, Paulu.Wat ben ik?"
Paulu luisterde naar haar en zweeg. Zij wek
te zijn medelijden cn toorn op. Hij duwde haar
op zij cn bromde wreedc woorden.
„Ik heb nooit gedacht, dat ik om te koop>ti
was, Annesa. Maar nu is het misschien tijd om
er aan te denken, daar er geen andere uitweg
is. Wie weet het; het kan wezen, dat ik toch je
raad zal volgen
Toen. zweeg zij verschrikt. Hij duwde haar
opnieuw van. zich af, maar zij bleef aan hem
vastgeklemd on alleen toen Lij de laatste woor
den uitgesproken hbd, opende zij de armen en
viel neer als een klimplant, dio geen steun meer
heeft. Hij dacht, dat zij bewusteloos was en buk
te zich over haar heen:
„Wat doe je nu, Anna?"
Zij zuchtte.
„Zio je," zei hij sarcastisch cn berispend,
haar opbeurend en haar liclkoozend op het go-
zicht, als een kind. „Jc ziet het zelf hoe dom
of je bent, mij dio dingen te zeggen. Je verne
dert mij altijd en als jij het niet was, ik weet
hcusch niet, wat ik doen zou
„Zwijg, zwijg," hernam zij snikkend, „ik doe
het voor je bestwil. Ik ben jc slavin, ik moest
maar altijd zwijgen en op do knieën naar jou
luisteren.... Je hebt gelijk, Paulu; ik ben
dwaas, heel dwaas. Soms lieb :k zulke rare ge
dachten, nel als men do koorts heeft; ik wilda
blootsvoets door de wereld loopen als een bede
lares, om geld te zoeken vcor jouvoor
jelui Beknor me niet, mijn Paulu, mijn
hartje, beknor mo nietJe hebt het al ecus
gezegd, ik ben als de klimop, die" zich op den
muur vast zet en zich niet los laat
verdroogt