No. 17548. LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 12 Mel. Tweede Blad. Anno 1917. Persoverzicht. Ingezonden. FEUILLETON. I>EJ KLIMOP. amen noemen. Wij lazen in *1>E NIEUWE OOURANT" M-hi Herinnerd zich, dat de bladen aan het «and van de vorige week melding gemaakt hebben van de toepassing, voor de eerste maai, van de bepaling der Verdedigings belas tin«r wet, volgens welk© zoodra een aan slag tot navordering onherroepelijk vastetaat, de naam, voornamen en woon plaats van den belastingplichtige en van het bedrag van den naderen aanslag in de „6TAATSCOU11ANT" worden bekend ge maakt. „HET VADERLAND" schrijft naar aanleiding daarvan, dat het in hot vervolg van die berichten uit de „STAATSCOU RANT" geen melding meer zal maken, daar het meent, dat het niet op zijn weg ligt beklaagden, voel min disciplinair ge straften, bet leven nog moeilijker t© maken door bij een opgelegde 6traf nog een bij komende straf te voegen door de publica tie van naam en toenaam van den betrok ken Het blad is in die opvatting ver sterkt door een schrijven van een bekend notart.3 in Den Haag, die, behalve gevoels- motieven, ook nog deze redenen aanvoert, die de pers zouden moeten bewegen niet tot verbreiding van de bedoelde publicaties xa de „STAATSCOURANT" mede. te wer ken „Men bedenke wel, dat velen, die zich om gewetensredenen zouden willen bekee- rea en dus vrijwillig nader het juist© aan gifte-bedrag zoudon willen opgeven, dit znllen nalaten en op den slechten weg zul len blijven voortgaan, als zij weten, dat liun naam ook in de dagbladen komt. Ik kom op tegen dit kwaad, omdat mijn ambt mij juist met dergelijke personen in aanraking bracht, van wie ik de vasto over tuiging heb, dat zij zich niet zouden befce- rón, als ik hun had moeten zeggen, dat de Nedcrlandscho Pers hun namen en toena men onder do oogen van het groote publiek zou brongen. M. i. moet ook de pers beden ken, dat hij, doch alleon hij, die zonder zonden is, den eersten steen mag werpen." Het zou inderdaad een zoowel uit moreel als uit fiscaal oogpunt bedenkelijk gevolg van art. 18 der wet op do Verdedigings belasting ziin, als zij bekeeringen tegenhield en aan den invloed van eerlijke gocden- raad-govers in den weg stond Zien wij wat daarvan is. Wi© aan een navordering van Verdedi ging- (en van Oorlogswinst-) belasting wordt onderworpen, heeft het viervoud van het bedrag van dien naderen aanslag t© betalen. Dit geschiedt krachtens beslissing van den Raad van Beroep vooi do directe belastingen, die echter bevoegd is to bepa len, dat liet genoemd viervoud niet ver schuldigd zal zijn, indien en voor zoover de aanslag in do belasting te liiag is ge- Woest of achterwege is gebleven, ten gevol ge van een f©.ïhg© schatting van den aan gever en do Raad tot de overtuiging komt, dat die schatting to goeder trouw heeft plaats gehad." Het voorschrift van den Mi nister van Financiën tot openbaarmaking van den naam in de „STAATSCOURANT" is imperatief, maar het tweede lid van art. 18 bepralt, dat do openbaarmaking niet geschiedt indien do Raad van Beroep bij zijn uitspraak vermeldt, dat de nader© aan- elag uitsluitend is gegrond op een te lago schatting en dat de Raad tot de overtui ging is'gekomen, dat die schatting te goe der trouw heeft plaats gehad. Bovendien is bij het derde lid aan de Kroon do be voegdheid voorbehouden om op gfond van dwaling of verschoonbaar "v o r z u i m to bepalen, dat de in het eerste lid bcdoeldo openbaarmaking achterwege zal bhjveD. Ziehier, dunkt ons,. waarborgen genoeg, dat echte bekeeringen niet met openbaar makingen in do „STAATSCOURANT" zullen worden gestraft. De behandeling voor don Raad van Beroep is een teerste faso, waarin met verzachtende persoonlijko omstandigheden rekening kan worden ge houden, dio de publicatie achterwege doen Mijvnn. En daarna heeft do Minister het nog in zijn macht de Kroon hiertoe te ad- .viseeren op grond van „dwaling of ver schoonbaar verzuim"een uitdrukking, di© zich tot milde toepassing leent en naar mon ons verzekert, ook mild wordt toege past: Men kan er dus van op aan, dat de te lago aangevers (d© „bekeerlingen" daaronder begrepen) wier namen ten slotte in de „STAATSCOURANT" terecht ko men, de openbaarmaking dubbel en dwars, verdienen. Welnu, indien dat zoo is, Ugt het, dunkt ons, op den weg van do Pers om door ver melding van dergelijk© berichten uit do „STAATSCOURANT" do bedoeling der wet te helpen verwezenlijken en door rui mere verspreiding dan dit officieel orgaan vermag te geven, er too medo t© werken, dat d© schatkist ontvangt wat haar toe komt. D© ontduikingen en heb geknoei op belasting gebied, dio bij de uitvoering der jongst© scherper© belastingwetten aan bet licht zijn gekomen, moeten zoo schrikba rend van aard cn omvang ziju, dat geen en kel behoorlijk middel verzuimd mag worden, om daaraan paal en perk te stel len. Indien de Pers daarbij de Regeering kan helpen, is het naar onze meening, haar plicht dit te doen cn do reden, die haar weerhoudt om in s t r a f z - k c n de volle namen der beklaagden cu veroor deelden in den regel tè ver? wij 50 a. ten ein de' niet mede te werken tot een onbedoelde verzwaring der straf, kaa haar niet bewe gen om dit ten aanzien van de te-lage-aan- gevers te doen, aan wier namen de wetge ver juist openbaarheid heeft willen ge ven ter afschrikking van anderen Wij zul len dus voortgaan met do vermelding van do bedoelde namen uit do ..STAATSCOU RANT." Winkelier on Cliënteel e. ,-,DE MIDDENSTANDSBOND" schrijft: Voor onze guldeus krijgen wij tegen woordig maar de helft van de hoeveelheid van vroeger en toch verdienen wij niet tweemaal zooveel. Kon men dan voor veel geld nog maar krijgen wat men wilde; maar ook dat laat veel te wensclie-n over. Dan geen steenko len tegen de bittere kou dan geen aard appelen voor den middagpotdan weer geen zeep voor de waschdan geen zout voor de pap en de tijden van groote be hoeften, van ellende, van hongersnood be- hooren toch tob het verre verleden, heeft men ons geleerd. Het allcrnoo^igst© brood op een brood kaart de onmisbare kleine levensbehoef ten op een bon, een bon voor een ons zeep, voor een half ons vet, twee ons rijst, enz. En dat alles ah middellijk en onmiddel lijk gevolg van don wreeden oorlog. Verfoeid zij deze brenger van ellende en onrust 1 Maar laten wij ons niet verleiden af te geven op den grooten onruststichter, dio de wereld op haar hoofd gezet hoeft. Sterken wij liever ons uithoudingsvermogen en be waren wij liet goed vertrouwon en tevens den moed, ooi deze ongewone en zware tij den door to worstelen. Deze oorlog is ©en mijlpaal op den weg der economie, die do afscheiding aanwijst van den normalen tijd voor den oorlog cn den normalen na den oorlog, die geheel ver schillend zullen zijn. Wij weten niet wat dc toekomst in haar schoot verbergt; maar daarover ziju wij h^t allen eens, dat de toestanden na den oorlog volstrekt niet denzelfden aanblik zullen vertoonen van vóór den oorlog. Maar bezien wij oven het heden, den eigenaardigen tijd, waarin wij levenalle verhoudingen van vroeger zijn veranderd, en telkens moeten wij trachten ons aan nieuwe verhoudingen aan to flascn. 'fc Is curieus, hoe dc winkelier zich tegen woordig aanstelthij verheelt zich be paald de rechterhand van den Minister te zijn, hoorden wij onlangs beweren. Do krui denier komt niet meer „hooren" en ook niet meer „bezorgen" do slager schrijft u voor, dat ge maar .pekelvloescli moet etende brandstoffenliandelaar legt zijn telefoon aan den haak. Zoo op het eerste gehoor schijnt cr veel waars te liggen in de bewering onzer on tevreden huisvrouw, maar als men alle3 weet, blijkt do zaak geheel dnders te we zen. Do winkelier, van wi ?n men zooveel kwaad zegtdie volgens sommigen zoowel de duurt© als de schaarschte der levensmid delen voor zijn rekening heeft, is letterlijk het stootkussen tusschca Regccring en pu bliek. Van boven af wordt hij gereglemen teerd en gecontroleerd: van onderaf aan gevallen om los t© laten wat ieder voor zich noodig heoft en meer dan noodig meent t-o hebben. Om de beurt komt een stoot van boven en van onder. De hevigste stoot komt misschien wel van do publiek-zijde. De onvervulde behoef te maakt do menschen onrustig, zenuwach tig en vaak onredelijk. Hoe wordt de verhouding nu, wanneer de voorraad, naar gewoonte ste'cds zoo onuitputtelijk, aan den e enen kant niet vol doende aangevuld, aan den anderen kant buiten alle verhouding weggehaald wordt? Dan komen beide partijen een win kelier zegt men, is óók maar een mensch! in inin of meer vijandige houding tegen over elkaar te staan. De winkelier, die zooveel praats heet gekregen te hebben, wordt verwenschb; het publiek, dat zoo onredelijk en zoo wei nig gentlemanlike optreedt, niet min der." Wanneer ieder der partijen eens een. oogehblik van rol kon vórwisselen, .dan zouden zij voorzeker 'do wederpartij haar houding ten goede houden. De tijden zijn moeilijk. Laten wij dit allen goéd begrij pen, dan zullen wij elkanders ontevreden heid kunnen verklaren en daardoor eenigs- zins billijken. Nooit meer dan in onzen tijd moet men weten te geven en te nemen cn gezamen lijk trachten elkaar door do moeilijkhe den heen te brengen. Met wat goeden wil gaat dat wel en later zullen wij elkaar hiervoor dankbaar zijn. De 8-uur-sluiting. Aan de Ingezetenen .van Leiden en Omstreken. Het bestuur van de afd. Leiden van den Ned. R.-K. Bond van Handels-, Kantoor- en Winkelbedienden vraagc beleefd, maar drin gend, eenige aandacht voor het volgende: Toen in den herfst van het vorige jaar, door de buitengewone omstandigheden, het gemeentebestuur zich genoodzaakt zag, een beperking van het lichtgebruik voor to schrijven, werd o.a. bepaald, dat na 8 uren geen licht in winkels mocht worden ont stoken. Gevolg hiervan was, dat de win kels om 8 uren werden gesloten, patroons en bedienden daardoor een uurtje meer rust werd gegeven en het publiek al spoe dig gewoon was geworden zijn inkoopen wat vroeger te doen. Met de invoering van den zomertijd werd algemeen- de wen- schelijkheid ingezien, om de ingevoerde 8- uur-sluiting te kunnen handhaven. Ten be te,'jjze hiervan zag men dan ook in het „Leidsch Dagbladde mededeeling, dat een 50-tal heeren patroons in het manufactu- riersbedrijf onderling hadden besloten, 's avonds te 8 uur hun zaken te blijven sluiten. Ongetwijfeld zou dit goede voorbeeld na volging hebben gevonden, ware het niet, dat een viertal patroons in bovengenoemd bedrijf de kans schoon meenden te zien, hiervan te profiteeren. Wat toöh is het geval? Toen door de patroons bij de ver schillende firma's de lijst ter teekening werd aangeboden, hebben hierop eveneens get-ee- kencl de vier bedoelde heeren. Door'die handteekening gaven zij dus eveneens hun woord, hun respectievelijke winkels om 8 uren te zullen sluiten. Hoe groot was echter onze verbazing, toen reeds op Vrijdag 4 Mei d. a. v. in dit Blad de mededeeling van deze vier heeren kwam, dat zij, on danks hun gegeven woord, toch hun winkels na 8 uren zouden geopend houden. In het belang van het personeel, hebben wij ons toen schriftelijk tot "dfe hee ren gewend, met het dringend verzoek hun gegeven woord gestand te blijven en niet door tegenwerking oorzaak te worden, dat de vrijwillige 8-uur-sluiting zou mislukken met als noodzakelijk gevolg er van, dat het personeel eveneens dat uurtje meerdere rust, dat hem toch Beker wel toekomt, zon wor den ontnomen. Ook vroegen wy hun binnen 24 uren antwoord of ons een persoonlijk onderhoud toe te staan. Toen wij geen antwoord ontvingen, hebben wij, onderge- teekenden, een bezoek gebracht bij twee van de vier bedoelde winkeliers, met het resultaat, dat zij weigeren hun belofte ge stand te bijven en veel liever, zj het dan ook ten koste van de andere winkeliers, in dat bewuste uur wat meer wülen ont vangen. Eenig steekhoudend argument voor hun handelwijze kon niet worden gegeven. Schade toch kan er voor niemand wezen, als a 11 e manufacturenwinkels gesloten zjn, tenzij men de onnoozele bemerking wil ma ken, zooals één hunner deed, dat men dan in do omliggende dorpen zal gaan koopen. Tweede bewering was, dat men wel ge- teekend had, doch niet voldoende de strek king er van had overwogen. Een argument dus, even weinig steekhoudend als het an dere. Uit de gevoerde besprekingen konden wij dan ook niets anders opmaken, dan dat de eenige reden van hun optreden was: minder to prjzen concurrentie zucht, door n.I. van do sluiting der win kels van concurrenten te willen profiteeren. Dringend vragen wij dan ook uw mede werking, door 1ste des avonds na 8 uren geen inkoopen te doen, en 2de zoolang be doelde heeren weigeren hun gegeven woord, gestand te blijven en du3 na 8 uren hun winkels open houden, bij hen niets te koopen. Waar volgens mededeeling van de twee bezochte manufacturers zij onderling be sloten waren niet van standpunt meer te veranderen en dus voor ons het bezoeken van do boide andere patroons vruchteloos leek, bleef er ons geen andere weg open om do belangen van het personeel te be hartigen, dan de medewerking van het pu bliek in te roepen. Als de bewuste personen blijven weigeren hun eerst gegeven woord gestand te doen, zullen vanzelf dejmdep patroons in dit be- drjf, hoewel noode, gedwongen zijn even eens hun winkels open te houden, ten eindo zich voor dergelijke oneerlijke concurrentie te vrij waren. Daardoor zouden dus de belangen van het personeel ten zeerste worden geschaad. Helpt ons dus in dezen rechtvaardigen strijd voor de belangen van het personeel tegen dergeljke willekeur van enkele win keliers en brengt hen tot andere gedachten, door niet te koopen bj de bedoelde firma's. Afd. Leiden Ned. R.-K. Bond van Handels-, Kantoor- en Winkelbedienden. A'. H. BOEKRAAD, Voorzitter. H. LOMBERT, Secretaris. Uitbreiding van *8 Lands Weerkracht. Geachte Redactie.'. Reeds geruimen tijd heeft men het aan kunnen zien, dat tal van huisvaders, kost winners, enz. voor den landstorm werden opgeroepen. Iedereen zal ten slotte^esen maatregel goedgekeurd hebben, wanneer men begrepen heeft, dat zulks noodzakeljk was. Wij moeten immers paraat zja! Doch waarvan is het oproepen van oudero man nen een gevolg? Natuurljk van de te wei nige getalsterkte van ons leger. Is die te weinige getalsterkte misschien te verklaren? Mijn inziens „ja!' althans voor een groot deel! Waarom heeft de „Opperbevelhebber" in den loop der mobilisatie, geen „her keuring" gelast van alle militie-plichtigen, die destijds zijn afgekeurd? Zouden niet vele krachtige jongelieden, die destijds wegens „slecht gezichtdoofheid, spataderen, slecht gebit, enz., enz., afgekeurd zjn, beter ge worden zijn van bovengenoemde kwalen? Ik geloof het wel! Wanneer wij het aantal a f gekeurden, cïe thans goedgekeurd zouden worden per jaar eens schatte op 20.000, dan geeft dit dus over 8 jaren, een leger van 160,000 man. Hoe vele oudere mannen, die thuis noode gemist kunnen worden, zouden dan niet in hun Kik en kunnen bij ven? Hoevele soldaten ziet men thans niet, ge wapend met bril of lorgnet! Het is maar. al te waar, dat jongelieden, destijds afge keurd voor de militie, direot goedgekeurd! werden voor den „Vrjwilligen Landstorm"t Dus, gemobiliseerden, in 't bjzonder gij, die nog in 'fc leger moet treden, breugi „bovenstaande" ter kennis van den Opper-, bevelhebber. Waarsohjnljk wordt dan zeefl spoedig een talrjk leger van destijds af* gekeurden, in het leven geroepen, en kunneot velen naar huis gaan of thuis bljvon. U, Geachte Redactie, dankend voor h'eï opnemen "in bovenstaande regelen. X Leiden, 9 Mei 1917. BUITENLANDSGHE BERICHTE!! De munitiefabriek „Annoth" te Kins-, point in Tennessee, in de Vereenigde Staten^ is bljkens een bericht aan het „Journal" ia de lucht gevlogen. Het aantal slachtoffers is nog onbekend. De gemeenteraad van Eerl jn heeft dert aankoop van kolenvelden der maatschappij. „Rochling" goedgekeurd. Daarmede heeft Berlijn den eersten stap op dit gebied ge daan en den kolenmjnbouw aan de stede lijke bedrijven van gas en electriciteit vast gekoppeld. De kolenvelden omvatten onge veer 20.000 morgen en liggen te Pölkiinges aan de Saar. Zij bevatten tot een diept© van 1000 tot 1200 meter naar schatting onge veer 500 millioen tonnen kolen, waaronder! vette kolen, die in het bjzonder voor de- cokes- en gasproductie geschikt zijn. De „Lok. Anz." meldt uit Konings bergen: Het dorp Lomp is. met 60 huizen, stallen en schuren geheel verbrand. Het Belgische prinsesje. De correspondent te Rome van het ,,N. v. d. D." schrjft: En ten slotte dit Florence heeft onlang^ het bezoek gehad van koningin Eiisabet-li' van België, met haar twaalfjarige dochter* die aldaar haar opvoeding zal ontvangen* In strikte incognito heeft de koningin er een paar weken doorgebracht in een hotel aan de Lungarno, vlak bj Ponte Vecchio. Met haar dochtertje heeft ze de stad en de mooie omstreken bezocht. Alle militaira hospitalen van Florence zagen de blonde koningin in haar uiterst eenvoudige klee ding langs do witte bedden der zieken gaan; met velen sprekende, naar alles informeeron- de, doch door niemand herkend. Ze heeft haar dochtertje daar achtergelaten in de prachtige villa van Poggïo Imperiale, waar. de eerste koning van Italië, Victor Emanuel de Ilde, als kind vertoefde, en waar nu meisjes van de hoogste s'anden onderwezen en opgevoed worden. Het is een staatsschool, een leeken-inricii- ting. Het prinsesje is er met haar Engel- sche gouvernante en heeft een slaapkamer en een salonnetje. Verder wordt ze, zoo als alle andere -leerlingen behandeld. Za draagt hetzelfde grjze costuum met een wit kraagje, deelt denzelfden maaltjd, woont alle lessen bij, ze wordt „mademoiselle" ge noemd en ondergaat dezelfde discipline al3 de anderen. Daar het meisje nog weinig Italiaansch verstaat, vervelen sommige les sen haar en dan moet ze wei eens katte- kwaad uitvoeren, tot groot vermaak van haar klasgenootjes. Dat ze zoo ver van haar land hierheen gebracht is, om In een Italiaansche staats school haar opvoeding te ontvangen, 'heeft bj eenigen de gedachte gewekt, dat za misschien eens ook Italiaansch zal worden, als echtgenoote van 't prinsje. Ze is echter pas 12 jaar, prins Umborto 14, dus is 'fc nog wel wat vroeg om aan zulke dingen te denken. Men "Vertelt ook als zeker, dat de Eit® gelsche kroonprins en de oudste dochten van koning Victor Emanuel den lilden, met elkaar geëngageerd zjn. Prinses Jolanda) is bijna 17 jaar. Groaic brand bij Gent. Men meldt uit Terneuzen, dat Maandag nacht in de richting .van Gent een zwara brand werd waargenomen. Wij vernemen thans van betrouwbare zjde, dat de hout opslagplaatsen te Port Arthur (voorhaven van Gent) door onbekende oorzaak in brand zijn geraakt en verbrand. Roman naar het Italiaansch yan GRAZIA DELEDDA. Zij rilde; met haar handen langs haar heupen hangend, haar bogen gesloten, scheon zj te zul len bezwijmen cn liet zich door Paulu mccsle- jpen, dio baar aan het einde van den moestuin naar het bosch leidde. Maar toen zij daar gc- Icomcn waren, onder den donkeren, onbeweeg- iijken boom, waarvan dc schaduw hun liefdo kende, kwam zij weer tot zichzelf, hief dc ar men omhoog en klemde zich aan Paulu vast me', ecu zenuwachtig e omarming. „Ik da dit, dat jo niet terug zoudt komen," fluUdov&r- zij heir, in het oor, „je zag er zoo som ber, zcd treurig uil.... Maar je bent geko- 1 menJc beni gekomen, jo bent hier! Het is of ik droomZeg mij ZegZog ,rïk h.b mi) van den gast bevrijd, ik heb hem in het huis van priester Virdis gelaten en zal hem daar weer gaan halen.... Gantine heeft de.) sleutel, niet?" Ja; ik heb aller gesloten," zei Annesa, met 'doffo stem. „Zeg mij..,. Zeg mij „Nog niets!f' zei h;j „Maar later, wij daar niet aart denken." En hij kusto haar. Zijn lip pen brandden, ma u* or was in zijn kus een bit ter vuur. dc wanhoop van den man, die de ver getelheid van zijn zorgen cn zjr. smartcu op 'dc lippen \'aD een vrouw zoolt. 1 'Annesa was verstandig en zij begreep de ge voelens yan Paulu. Zij liet zich kussen zonder .verdere vragen, maar zij begon te snikken. Eca reuk ak van rijpe peren jongde zich met de vochtige lucht van'den moestuin; in de verte schitterde nu en dan midden in do don kere dieplo van het bosch oen rood vlammetje, gelijk een oog, dat telkons op ,cn neer ging om de geliefden te bespieden. Een verro slem, mis schien de stem van Gantine, zoDg op de manier van een dronkaard een liefdesliedje. Maar Annesa hoorde niets; zij zag niets. Zij voelde alleen, dat zij naast Paulu was en zij weende van smart en vau vreugde. „Annesa," zei hij eindelijk, bijna woedend, „houd op. Je weet, dat ik er niet van houd, treu rige menscheu te zien." „En jij dan, ben jij dan vroolijk?" „Ik ben niet vroolijk, dat kan zijn, maar ik ben niet wanhopig! Alles wel beschouwd, wor den onze goederenv als die van een veroordeelde verkocht; dan is dc schando meer voor hem dan voor ons. Iedereen weet, dat liij ons zou lcunuen redden. Oudo schorpioen, vervloekte gierig aard! Als ik hem zie, voel ik mij het bloed naar het boofd stijgen. Als ik een andere man was. zou ik hem worgen Paulu wond zich op, drnkto de handen in elkaar, alsof hij iemand wurgde. Annesa schrikte; zij veegde haar tranen af en zei met klagende stem: „Ging liij maar eens dood! Maar hij gaat niet dood! Hij heeft zeven zielen, als de katten". „Ik ben naar Nuoro geweest," vertelde de jon ge man verder. „Ik lieb naar geld gozocht, over al. Zij hadden mij een woekeraar aangewezen, een leclijken ouden man, zwart on opgezwollen als een otter. Ik hob gesmeekt, ik heb me verne derd, zoo laag vernederd, ja ik, ik heb dien vui- len ouden man, dien laffen gomeonon woekeraar als een heilige gesmeektNiets! Hij vroeg om do handteekening van Zua Dcchereki Toen hen ik naar een grondbezitter gegaan, die mij lachend aankeek, terwijl hij zei: „Ik herin ner mij jc nog toen je op het seminarie te Nuoro was; je was een veelbelovende jongen." En hij zond mij zonder geld weg! ToenMaar waarom aan dat alles to denken? Ik lieb al de mogelijke vernederingen voor niemendal ge duld; ik, ik, Paulu Decherchi, ikEn ik heb het hoofd als een bedelaar moeten buigen." Annesa boog bet hoofd; zij ook, vernederd cn terneer geslagen. „Ze hebben geen vertrouwen racer in je", zei ze schuw. „Oom Zua heeft je ook in dis krediet gebracht; hot gerucht verspreid, dat je de schuld bent van je familie's ondergang. Maar als don Simone eens gingmisschien zou hij hot geld wel vinden Paulii liet haar niet verder gaan, hij drukte mot geweld haar hand en zei hardop: „Anna, ik vergeef je, omdat jc niet weet wat je zegtl Zoolang ik leef, zal niemand anders van de familie dan ik, zich behoeven te verne deren Zij zweeg weer; zij vatlo de andere hand van Paulu, bracht dio aan haar lippen cn kuste die. „Waarommurmelde ze, net of ze togen zijn koude hand sprak, „waarom proheer je niet nog eens oom Zua te overtuigen?" „Het is nutteloos, antwoordde hij met een treurige stem. „Hij zou mij weer bolecdigen. Je weet wel wat hij altijd zegtJe weet het wel, Annesa. Hij zegt, dat wij hem ruïneeren willen, dat wo hem willen vermoorden „Ha!" zuchtte zij, „zoo dikwijls heb ik hem 'de effecten van onder zijn hoofdkussen willen afnemen. Dat zullen we moeten doen „Hij is in staat om ons allen to laten arres- teeron, Annat En dan, ik ben geen diefik dood mij liever!" Verschrikt en klagend klemde zij zich weer aan hem vast. „Nu begin jo weer zo© to praten! Paula, Paulu! Zie jo niet, hoe bang je mij maakt? Zeg dat niet, spreek niet als een krankzinnige. Zie jc, zoo bon jij! Laat mij spreken, ik heb ook rechtPaulu, denk eens na; je hebt al zoo veel verdriet aan jo grootvaders en aan jo goeje mooder berokkend, cn nu wil je ze ook nog vau schaamte en van smart doen stervenZeg dat niet meer, hoor, dat vreesclijke woord; 9preek er niet meer over „Zwijg dan. Laten wij cr niet meer over spre ken." „Luister goed," ging zij door, hoe langer hoe meer opgewonden. „Weet je nog, toen je ouders jo Caderina Majulc als vrouw wilden geven? Zij was rijk, zij was van goede familie; en je wilde haar niet hebben, omdat zij niet mooi was. Nu zijn er vele jaren voorbijgegaan; je bent geen grillige jongen meer. En Caderina Majule is niet getrouwd en ze wil jou nog wel •hebben. Neem ze, Paulu, alles komt dan terecht. Trouw met haar, Paulu Als ik jou was, zou ik met haar trouwen". Zij ratcldo door als oen ijlende, haar hijgende adem op zijn gezicht blazend en hij liet zijn handen Langs zijn lichaam hangen, bet hoofd ge bogen, dc oogon neergeslagen. Het was hem of hij flauw zou vallen, of hij stikte, of hij hooit uit de donkere, zware schaduw, die hem om ringde, zou komen. „Antwoord," ging zij voort, hem methaar kleine, sterke armen schuddend. „Zeg mij van ja. Jo hebt er over gedacht, nietwaar? Wees niet bang voor mij, PauluIk zal ook wel met Gantine trouwen, als je wilt, en wij zullen vor van hier gaan, hij cn ik, cn jou zal ik nooit meer zien. Ik weet toch, zio je, dat ik geboren ben om een ongelukkig leven to lijden. Het noodlot volgt mij en heeft mij voor mijn verderf op de wereld gebracht. .Wat ben ik? Een lor, dat tot niets dientBekommer je niet om mij, Paulu.Wat ben ik?" Paulu luisterde naar haar en zweeg. Zij wek te zijn medelijden cn toorn op. Hij duwde haar op zij cn bromde wreedc woorden. „Ik heb nooit gedacht, dat ik om te koop>ti was, Annesa. Maar nu is het misschien tijd om er aan te denken, daar er geen andere uitweg is. Wie weet het; het kan wezen, dat ik toch je raad zal volgen Toen. zweeg zij verschrikt. Hij duwde haar opnieuw van. zich af, maar zij bleef aan hem vastgeklemd on alleen toen Lij de laatste woor den uitgesproken hbd, opende zij de armen en viel neer als een klimplant, dio geen steun meer heeft. Hij dacht, dat zij bewusteloos was en buk te zich over haar heen: „Wat doe je nu, Anna?" Zij zuchtte. „Zio je," zei hij sarcastisch cn berispend, haar opbeurend en haar liclkoozend op het go- zicht, als een kind. „Jc ziet het zelf hoe dom of je bent, mij dio dingen te zeggen. Je verne dert mij altijd en als jij het niet was, ik weet hcusch niet, wat ik doen zou „Zwijg, zwijg," hernam zij snikkend, „ik doe het voor je bestwil. Ik ben jc slavin, ik moest maar altijd zwijgen en op do knieën naar jou luisteren.... Je hebt gelijk, Paulu; ik ben dwaas, heel dwaas. Soms lieb :k zulke rare ge dachten, nel als men do koorts heeft; ik wilda blootsvoets door de wereld loopen als een bede lares, om geld te zoeken vcor jouvoor jelui Beknor me niet, mijn Paulu, mijn hartje, beknor mo nietJe hebt het al ecus gezegd, ik ben als de klimop, die" zich op den muur vast zet en zich niet los laat verdroogt

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1917 | | pagina 5