Nederland en de Oorlog.
IMo. 37536.
LE8DSCH DAGBLAD, Zaterdag 28 April.
Tweed© Blad. Anno 1957.
Persoverzicht.
FEUILLETON.
Boktor Stillfried.
De ontbinding. In een driestar
tegfc „DE STANDAARD"
Het doet ons leod, dat zeer vermoedelijk
de ontbinding, die voor de Grondwetsrovisio
noodig is, zóó staat geregeld te worden, dat
zij haar thans meest aangenomen beteekenis
verliest.
Zoo oordeelcn we niet met het oog op het
bijzondere geval, dat zich thans voordoet.
Ditmaal toch bestond er in do Tweede Ka
mer ovor den inhoud der Revisie een zeld
zame eenparigheid. Ten slotto uroeg het
votrnm een zoo goed als unaniem karakter.
En al bleek in de Eerste Kamer van eenigo
oppositie, toch staat het er niet zóó voor,
dat men verwerping zou te verwachten heb
ben.
Hetzolfdo mag in het nu geschapen ver
band do twoede lezing vermoed worden,
en de poging van mr. Van Houten, en en
kele andereu, om do geheel© poging tob
Revisie toch op een fiasco te doon uit-
toopen, leidt o. i. tot niets.
Bij dien stand van zakon zal het er uiter
aard ten slotto zeer weinig toe afdoen,
welke uitlegging thans aan Art. 73 dor
Grondwet wordt gegeven. De poging om
heb zoo te schikken, dat de Kamerloosheid
overvleugeld word:©, heeft zelfs dit voor,
dat het gevaar, hetwelk Kamerloosheid in
cas van oorlog zou kunnen aanbrengen, er
door wordt afgewend.
Dat wij desniettemin deze parlementaire
manoeuvre ten zeerste betreuren, is om het
antecedent, dat er door geschapen wordt.
Een antecedent, dat voor do toekomst be
teekenis zal erlangen, en er zoo licht toe
.kan leiden, om bij elke nieuwe Grondwet-
revisie den datum zóó te kiezen, dat wat
nu lukt herhaald kan worden> cn hierdoor
fiu gaat opnieuw een niet zoo onbeduidend
stuk invloed, waarover heb volk dusver be
schikken kon, t-e loor.
Hoe toch staat deze aangelegenheid 1
Do lettor van artikel 73 der Grondwet
laat het Kabinet gehoel vrij.
Feitelijk toch is in dit artikel alleen be
paald, dat heb recht tot ontbinding aan de
Kroon toekomt, maar bindt het do uitoefe
ning van dit recht aan do nadero bepaling,
dat het verzeld moet zijn van den last, om
een nieuwe Kamer te kiezen. En voorts
wordt enkel bepaald, dat de verkiezing der
nieuwe Kamers binnen veertig dagen moet
plaatu hobben, en dat de nieuwverkozen.
Kamers binnen twee maanden moeten bij
een komen. Niets belet derhalve, dat beide
termijnen ingekort worden. Bepaald is al
leen, dat ze niot mogen worden verlengd.
Naar de letter genomen, stuit derhalve
Wat men nu voo~ heeft, op geen enkel wet
telijk bezwaar.
Heel iets anders daarentegen spreekt uit
do praktijk.
Practisch toch zijn de twoe termijnen van
veertig dagen cn twee maanden het middel
geworden, om do kiezers met gonoegzamo
kennis van zaken de stem, die zo, zullen uit
brengen, te doen bepalen. Daarvoor toch is
het noodig, dat aan do Stembus, die hier
dienst zal doen, voldoende voorlichting en
fioegzaam overleg bij do kiezers zal voor
afgaan. Daarvoor deed do gesteldo termijn
dan diens
Men kortte dien tormijn dan ook niet in,
maar gebruikte dien geheel. En zoodoende
werd hot metterdaad een electoralo veld
slag ovei de Revisie.
Op de manier, gelijk men het nu wil aan
leggen, blijft hiervan daarentegen niets
Over. Het wordt nu een puur formeel© ac
tie, om aan de letter to voldoen. Maar over
die letter komt men dan ook niet heen. En
dit nu had kunnen voorkomen worden, in
dien do eindstemming der Eerste' Kamer
ware uitgesteld tot na den vrede. Dan toch
kon het allo3 weer normaal loop en. Allo
oorlogsgevaar viel dan weg, cn een Kamer
stilstand van enkele weken kon geen ge
vaar opleveren. Iets, wat to meer toelach
te, omdat vrij algemeen geloofd wordt, dat
do vredo niet ver meer is.
Wil men nu daarentegen do nader aan-
bovolen methode thans, desnoods ook met
combinatie of verschuiving, doorzetten, dan
eal dit voor dit oogenblik op den toestand
van ons land weinig invloed oefenen, maar
dreigt men een precedent tt scheppen, dat
voor do toekomst do zenuw van het onfcbin-
dingsrocht doorsnijdt.
Het verblijdde ons daarom, dat de hoog-
leeraar Struyken in „VAN ONZEN TIJD"
ernstige bedenking opperdeeen beden
king, waarin, naar verluidt, ook door den
hoogleoraar Opperheim gedoeld, werd. Wat
men nu doen wil is oen kunstmiddeltje,
waardoor men aan oen goede traditie af
breuk doet.
Als noot voegt do driestarschrijver hier
bij nog dit. In 1886 werd bij Kon. besluit
van 11 Mei de Tweede Kamer ontbonden,
en wel des namiddags te 3 uren. Toch
kwam toen de Kamer nog bijeen op 17
Mei, alzoo wel na de dagteekening van het
besluit, maar toch voordat de ontbin
dingsdatum was ingegaan. Do Voorzitter
riep toen de ICamcr nog in allerijl saam,
„ten cindo do leden in de gelegenheid te
stellen, aan do Regeering inlichtingen te
vragen omtrent de redenen, die haar bewo
gen hebben, om op het aangevraagde ont
slag terug te komen". En dit viel in zoo
goedo aarde, dat de heer Mackay den Voor
zitter dank zegde, wijl hij door deze bijeen
roeping getoond had, te willen waken voor
do handhaving van onze constitutioneel©
rechten.
st Torpedeeren van hospitaalschepen.
De „Daily Chron." zegt over het torpo-
deeren van do Engelscho hospitaalschepen
Do bemanning van het hospita al schij)
„Lanfranc" meldt, dat het schip getorpe
deerd werd midden in het Kanaal, te 8
uur in den avond, terwijl een hooge zee
stond. Hot eerste verschijnsel van den aan
val was do ontploffing van de torpedo,
waardoor iedereen verschrikte, maar allen
waren spoedig kalm, toen do officieren de
orders gaven. De Duitsche gewonden schrik
ten goweldig en velen hunuer vielen op de
knieën cn riepen om genade.
Een aantal Duitsche officieren gedroeg.,
zich in 't bijzonder smakelooszij braken
uit den salon, waarin zij waren opgesloten
on verergerden de paniek. Zij waren de
eersten aan dok en de eersten gereed om
in de booten te springen, cn schoven ieder
een ter zijde. Zij moesten worden vastgo-
j houden, voordat zij wilden wachten op hun
beurt, om in de booten te gaan.
Toen het eerste der ldein© reddingssche
pen naderde, meonden de Duitsche offi-
cieron, dat het slechts een Duitsch schip
zou zijn en begonnen zij to schreeuwen:
„Deutsche, Deutsche". Toen zij echter hun
j vergissing inzagen, veranderden zij van
I toon en riepen. „Wij zijn geen Duitsche
maar Engelsche matrozen, genade, kame-
I raad1."
De Britsche matrozen zeggen, dat zij
i nauwelijks de lijnen van de boot konden
aantrekken, door het dringen der vor-
schrikte D uitschei s.
j Een ontzettend ongeluk gobeurde, toon
een boot to water werd gclaton, met een
aantal Éugelschen, maar meer Duitschers,
dio er in gesprongen waren zonder daar-
too last te hebben gekregen, zoodat de boot
overvol was. Het overwicht was oorzaak,
I dat do touwen braken, en de boot in hot
water viel. Velen der inzittenden werden
gered, anderen verdronken.
Andero Duitschers waren zoo bcgeerig
om gered te worden, dat toen de reddings
vaartuigen naderden, zij op het dek wil
don springen, doch tusschen de beide sche
pen in het water vielen.
Do torpedo raakte do „Lanfranc" dicht'
bij een kajuit waarin een aantal Duitsche
zieken lagdie niet gedood werden door
de ontploffing, maar verdronken toen de
zee dit deel van hot schip binnendrong.
Toen do eerste gewonden hot reddings
schip naderden, vuurde do duikboot een
tweede torpedo af, die echter miste.
Niet alle Duitsche officieren waren on
der den invloed van den schrik. Sommigen
protesteorden bij de Engelscho officieren
tegen de onmcnschelijkheid der Duitsche
regeering.
Onder dezen was een hooggeplaatst offi
cier, men meent een brigade-commandant,
die na do ontploffing op redding wach
tend tot eca Britsch officier zeide; „Ik
I kan mijn land niet bewonderen hierover".
I De „Times"-correspondenb meldt: Er
waren 40 Duitscho officieren aan boord
van de „Lanfranc", onder wie vele hooge
officieren. Do Britsche gewonden aan boord
waren ernstige gevallen, en het was moei
lijk hen aan dek te brengen en in de red
dingbooten over te brengendoch officie
ren en bemanning werkten onvermoeid
aan die taak, en wijdden evenveel zorg aan
do Duitsche gewonden. Een Engelsch ma
troos zeide: „Dio menschen vormen ook
een deel van de Duitsche schijf en wij kun
nen hon niot laten omkomen, zelfs niet als
gevolg van de daad va.i hun eigen landge-
nootcn".
De „Times" zegt: Met de 105 Duitschers
bij Dover opgepikt hebben onze zeelieden
in de afgeloopen week 257 Duitsche zeelie
den gered, terwijl de Duitschors onze ge
wonden naar den bodem der zee zenden. Dit
reddingswerk handhaaft de beste tradition
van do Britsche vloot en we zouden niet
anders kunnen wenschen. Laat dat schild
onbevlekt blijven.
In haar commentaar op het torpedeeren
van do „Lanfranc", zegt do „Daily
ChronJ'
„Omdat het steeds noodzakelijk zal zijn
oen gedeelte van de gewonden uit Frank
rijk naar hier over te brengen is 't klaar
blijkelijk noodig, dat 'fc ge'neelo grooto en
steeds toenemende aantal Duitsche gewon
den gevangenen daaronder wordt begrepen,
zoodat bijgevolg steeds een Duitsche duik
boot, die een zich naar Engeland bege
vend Engelsch handelsschip torpedeert, do
kans loopt daardoor den dood te veroorza
ken van. conige honderden gewonde Duit
schers, onder bijzonder verschrikkelijke
on martelende omstandigheden, die n.l. van
verdrinking in zout water."
De „Daily News" zegt in de bespreking
over het gevecht in de Straat van Dover
on het torpedeeren van hospitaalschepen:
„In beide gevallen heeft zicli de Engel
scho zeemanschap beslist de meerdero ge
toond .van do Duitsche militaire training.
Een lafheid, als die in het geval van de
„Lanfranc", zoowel door soldaten als of
ficieren van do Pruisische garde werd ge-
.toond, kunnen de Engelschen moeilijk
waardeeren. Doch het is in overeenstem
ming met het bijzoader onaangenaam typ©,
waarmede wij in dozen oorlog door mis
daad achter misdaad vertrouwd raakten.
Dit verachtelijk gedrag ia niet onver
klaarbaar, hun lafheid verklaart misschien
do wreedheid der Duitschers."
Het is thans duidelijk uit de mededoe-
ling van do admiraliteit, dat de onder-
schcidingsteekonon oh de bijzondere vor-
lioliting van hospitaalschepen zal worden
afgeschaft, ton gevolge van do Duitsche ge
woonte om zulke schepen tot zinken te
brengen.
Het gedrag der Engelscho gewonden was
voorbeeldig. Zelfs ernstig gewonden bleven
staan, totdat de meest ernstige waren
overgebracht, anderen hielpen ridderlijk
eerst de geneesheeren, verpleegsters en ma
trozen. Zelfs waren er Engelsche gewonden,
die hielpen een Duitschen zwaargewond©
in zijn krib aan dek t© dragen. Twee Duit
sche gewonden en een Duitsche officier
stonden er bij cn smeekten ook om plaats in
do boot.
Een andere gotuigo zegt, dat hij een
Britsche sergeant zijn tunica zag uittrek
ken, om daarvan een kussen te maken voor
oen gowonden Duitscher.
Do Franschen toonden een onvergelijke
lijke gastvrijheid voor de gewonden aan
boord van hun roddingschip zij gaven al
les wat zij hadden, om het den Engelschen
en Duitschen géwonden gemakkelijk te ma
ken.
Hongerige Duitsche soldaten.
Te Melick, gelegen op pl.m. 4 K.M. af
stand van de Duitscho grens, werden door
do militaire wacht drie in uniform gekleed©
Duitsche soldaten aangehouden, die ieder
een flinke hoeveelheid spek vervoerden.
Bij ondervraging verklaarden ze over een
paar dagen met verlof naar hun familie te
zullen gaan, en bij die gelegenheid graag
eon versnapering moe naar huis te willen
nomen.
Zo zijn voorloopig op het politiebureau in
bewaring gesteld, in afwachting van de
beslissing, te nemen door den opperbevel
hebber, die van de zaak op do hoogte ia
gebracht.
Over de grens.
Bij do grens is aangekomen de Ameri-
kaansche ingenieur Ricdcr, die te Dordt-
mund werkzaam was en Duitschland ont
vluchtte, uit vrees van te worden gevangen
genomen als bekend pacifist. Hij vertrok
naar Den Haag en hoopt gedaan te krijgen,
dat zijn vrouw en kind hem naar Nederland
zullen kunnen volgen In zijn gezelschap
wa3 eoD afgokeurdo Duitsche militair, d»o
aan heb Russische front door een schob in
de long was gewond. Vanwege den honger
had hij zijn land verlaten.
Geen medewerking.
In do jongste R-aa-dszitting te Edam werd
door een Raadslid in overweging gegeven
te onderzoeken op welke wijze de opbrengst
van voedingsgewassen zou zijn op te voeren.
Do burgemeester heeft nu een vergade
ring gehouden waartoe allo landbouwers
opgeroepen werden. Er waren zeer weinig
boeren gekomen en op de vraagof men
land voor bebouwing van menschelijk voed
sel beschikbaar wildo stollen, is-sDchts door
een zeer enkele landman bevestigend ge
antwoord. Do poging zal dus bier niet met
gewenscht gevolg bekroond worden.
Uitvoer van kievitseieren.
Do minister van Landbouw maakt ten
aanzien van den uitvoer van eieren van
kieviten Bekend, dat indien de inlading
ter plaatse van afzending heeft plaats go-
had vóót of op 30 April met betrekking
tob art. 4 der Vogel wet 1912 het vervoer en
de uitvoer niot zullen worden bemoeilijkt.
Een nieuwe Duitsche methode.
Te Amsterdam worden pogingen aange
wend om de Duitsche.deserteurs weer naar
hun land terug te krijgen. Een tweetal
Duitschers die hoofdzakelijk verblijf houden
in 'n groot hotel in de Warmoesstraat knoo-
pen relaties aan met Duitsche deserteurs.
Onder achoono beloften probeert het twee
tal do mannen met een of andere opdracht
naar de Heimat te zenden. Den eenen keer
is het met een boodschap, den anderen keer
om levensmiddelen over de grens te bren
gen. Zijn de deserteurs weer in hun land,
dan worden ze terstond gearresteerd, En
dan blijkt ook dat „de hecren daar ver
wacht werden."
Celstraf of de kogel wordt hun lot.
Bedragen van 40 tot 60 mark worden voor
zoo'n gewichtige reis uitbetaaldeen hooger
bedrag wordt hun voorgespiegeld als ze
eenmaal uit Duitschland naar Nederland
teruggekeerd zijn.
Wat natuurlijk nooit gebeurt.
(„Tel.").
Smokkelarij.
To Didam is gearresteerd een zekere Th.
D. Hij was reecis gcruimen tijd geleden we
gens smokkelarij uitgewezen, doch wist zich
aldaar steeds in de bosschen te verbergen.
Als berucht stroopor verwierf deze man zich
enkoio jaren geleden een reputatie, door
dien hij nooit dan met groote moeite der
politie in handen viel. Thans had men zijn
schuilplaats omsingeld cn werd hij door
een trefschob genoodzaakt zich gevangen te
geven.
Nabij de grens bij Zevenaar werd beslag
gelegd op een wagon met kaas, waarmede
iemand van elders „dood-onschuldig" liep
te venten. De wagen bleek nota ben© van
een dubbelen bodem voorzien, waardoor
een ruimte ontstond, opgevuld met zeep.
Op den weg van Helmond naar Gemert
werd door militairen paard en wagen van
de firma Jac. Sp.-Sch aangehouden, waar
op zich een grooto partij stangonzoep be
vond. De lading werd in beslag genomon.
De aandacht der politie to Dordrecht
werd Dinsdag gevestigd op het feit, dat J.
van T., visschor, wonendo te Oudenbosch
aan do Dokhaven, bezig was in non roei
boot te laden pakken vet, tot een totaal
j gewicht van 200 kilogram. De politie stelde
den kommies-verificateur mot een en ander
in kennis en deze nam zoodanige maatrege
len, dat in den laten namiddag de man op
heb Hollandsch Diep wegens poging tot ver
boden uitvoer aangehouden en het vet ia
beslag genomon werd.
Eon Duitsch knaapje, dat eenigo wckca
to Delft een goed leven had gekend en
Dinsdagmorgen naar zijn vaderland terug
keerde, wilde ook zijn familie aldaar van
een en ander doen smullen. Hij leend©
daartoe van zijn tijdelijk© pleegmoeder f 25
om verschillende artikelen te koopen. Zijn
voornemen is echter niet geheel ten uitvoer
gebracht kunnen worden. De politie kreeg
ccn en ander in het oog cn nam do volgen-
do artikelen in beslag2 pond koffieboo-
non, 1 pond stijfsel, 1 K.G. peper, 3 bus
sen cacao, 1 bus bouillon, 3 pond boter, 2
kaasjes, 16 kaartjes sajet, 67 stuks toilet
zeep, 20 stuks maggiblokjes, 20 reepen
kwatta. Bovendien werd proces-verbaal
opgemaakt wegens poging tot verboden uit
voer.
Door een toeval 13 men tot de ontdek*
hing gekomen, dat de districtscommandant
der marechaussees in oen der Oostolijka
steden van ons land onbewust de smokke
larij bovorderde als hij op inspectie gingl
Hij ging dan per auto naar de grens en van
dio gelegenheid maakte zijn chauffeur ge
bruik om clkcn keer een flinke ladling
smokkelwaar in dien auto, dio natuurlijk
boven elke verdenking stond, naar do
grens te vervoeren, waar tijdens de inspec
tie de inhoud gelost werd. De marechaus
see-officier heeft op deze wijze telkens op
do kisten smokkelwaar gezeten, die in den
auto verborgen waren Onnoodig te zeggen,
dat do chauffeur thans in het Huis van
Bewaring zijn smokkclavonturen kan over
peinzen.
Ook Veenhuizcn bezet.
Gisteren werden te Zevenaar eenigo smok
kelaars gearresteerd. Zij zouden naar Veen-
huizen overgebracht worden, doch moesten,
omdat aldaar geen plaats meer was, weder
in vrijheid gestold worden.
Uitvoerverbod Rijst.
Door den commandant van de stelling
van Ajnsterdam is met ingang van gisteren
do uitvoer van rijst uit het stellinggebied
verboden.
Smokkelaars gedood.
Aan do grens bij Pannescheide, in Lim
burg, is een Duitscher, die een hoeveel
heid chocolade trachtte uit te voeren, na
twee waarschuwingsschoten, door de rijks
ambtenaren doodelijk getroffen. Do man
overleed na eenigo oogenblikken.
Do Duitsche grenswacht te Elten heeft
bij do Nedcrlandscho grens do fabrieksar
beidster Josephine K. uit Essen doodgescho
ten. Het meisje was met een vrij grooto
som gelds op weg naar ons land om er le
vensmiddelen op te koopen en weg te smok
kelen.
Bij Bentheim is een bende smokkelaars
door douaneambtenaren aangehouden.
Verschillende hunner sloegen op de vlucht,
waarbij do ambtenaren van hun vuurwape
nen gebruik maakten. Drie smokkelaar»
(Duitschers) werden gedood.
Burgers uit België.
In kleino groepjes komen er nu en dan
over de grens Hollanders en Belgischo
vrouwen met kinderen. Donderdagmorgen
passeerden weer Belgische vrouwen Vlis-
singen. Haar mannen zijn hier te lande go
internoerd. Allen kwamen uit Vlaanderen,
maar wisten niets te vertellen, want vier
weken waren ze te Eecloo in een gesticht
geïnterneerd geweest. Al dien tijd bleven
zc streng opgesloten. Nooit mochten ze op
straat komen. Gesprekken met vrouwen,
dio haar linnen haalden voor do wasch, of
het bestelde voedsel brachten waren streng
verboden. Geen gemeenschap met de bui
tenwereld. Eindelijk sloeg 't uur der bevrij
ding. Een wagen kwam voor cn do Diut-
scliers voerden do vrouwen naar de grens-
poort tusschen Sas van Gent en Selzaeto*
Yoor Duitscho deserteurs.
Voor de opname van Duitscho deser
tours zal te Brunssum, in Limburg, een
kamp worden ingericht. De houten gebou
wen zullen ruimt© bieden voor 500 perso
nen ©n nabij staatsmijn „Hendrik" ga
plaatst worden.
Roman naar het Duitsch van
DORA DUNCKER.
20)
„Mooi in tinton tegen elkaar laten uitkomen,
ICegcl," had hij don ouden man .toegoroepen,
„moderne gebroken kleuren." Daarop keerdo hij
sic-h weer naar zijn badknecht cn-vroeg hem on
geduldig, waar de berglui zaten. Precies om
halfzeven hadden zij daar boven moeten aantre
den."
„Dat hebben zo cok gedaan Zij zilton nu edi
tor in de kcukon," merkte Pappcnhcim met vör-
achliug op. „Juffrouw Amalio heeft hun bier
laten geven. Noodig vind ik dat juist niet."
„Ik ooi; niet, Pappenlicim. Dus, marsch, al
iens, voor den dag met do lui. Zij moeten zich
achter do vlierbesswistruiken bij het begin van
do Dorpsstraat opstellen. Zoodra de heeren van
het bestuur komen ik zal het teeken geven
Blazon zij, zooals afgesproken is: „Zoo leven
wij, zoo leven wij," enz., enz."
Pappenlicim grijnsde, ondanks zijn slecht ge-
humeurdheid cn bromde iets in zijn sloppeligcu
knevel
„Heb jo nog wat, Pappcnheim anders,
Voorwaarts."
I'appenhoim zelto zich langzaam in beweging.
„Ik vlieg immers al, doktor!" Tien schreden
.verder Bleef hij staan en schudde zijn hoofd.
„Zoo leven wij eiken dag Hij tastto naar
aijn maag. „Dat zou ik juist niet kunneu be
weren. Maar mij goed wat gaat het mij aan
hij zijn curatoriën bedot".
Stillfried fcai «tóch gttm tjjd geguné Pappen»
heim na to kijken. Er ontbrak nauwelijks ccn
kwartier meer aan do officicele opening van het
feest en noch Gustava noch juffrouw Kleemann
liet zich zien.
Stillfried sneldo in stormpas op het buis toe.
Do bcido dames mochton in geon geval bij do
•ntvangst van het bestuur ontbreken.
In de onmiddellijk© nabijheid van het gebouw
kwam Stillfried juffrouw Klcomann tegen, die
cr in haar eenvoudige, goed zittende witte ja
pon met de lichto lila-ceintuur, waarin een paar
asters van dezelfde kleur staken, allerliefst
uitzag. Zij bloosde even, toen zij den dokter zoo
haastig op zicli zag toekomen. Hij stak haar de
hand toe, blij, dat hij weer vrede met haar had
gesloten.
Sinds eenigo dagen had Gortrudo KJecmann
de behandeling van de oude pianiste op zich ge
nomen. Dat hij deze inschikkelijkheid in do eer
ste plaats aan Gustava had to danken, vermoed-
do hij niot.
„En waar zit uw nieuwe vriendin, juffrouw
Klecmarui? Wij hebben niet voel tijd to verlie
zen. Precies om zoven uur wordt er aangetreden
Aan do grootsteedsche mode, om een uur lalyr
to beginnen, doen wij hier niet."
„Juffrouw Hill zal dadelijk hier zijn," ant
woordde Trudo glimlaohend verheugd ovor Still-
fricd's opgewekte stemming, „Zij heeft bezoek
gekregen
Het gezicht van den doktor Betrok. „Toch
niet
Gertrude, die zijn gedachten dadelijk ried, zei
troostend: „Do oude rector maar. Ik geloof, dat
zij over zaken, in elk geval over don jongenheer
Robby, spreken."
„Dan is er niets aan to doon, clan moeien wij
or alleen op af, juffrouw Kicemann," zei hy ze
nuwachtig en gaf haar don arm.
Zy wares nauwelijks dea weg overgestoken,^^
Gustava trad met den rector uit het huis. Haar
mooi gelaat drukto onmiskenbaar ontstemmiag
uit.
„LT moet liet hem niet euvel duiden, lieve juf
frouw Hill. Ik begrijp mijn zoon, eerlijk gezegd,
eelf niet, maar ik heb mij afgewend, hem met
den gewonen maatstaf te meten, nadat ik tot de
overtuiging ben gekomen, dat de normale maat
staf, telkens bleek een verkeerde to zijn.
Zij waTon om het huis heen op het terras ge
komen. Gustava keek den rector vragend aan.
„Dat klinkt u raadselachtig, licvo juffrouw,
Ik bedoel het aldus: Ik heb Oscar meermalen
in het cersto oogenblik verkeerd beoordeeld of
in 't geheel niet begrepen. Doch vroeg of laat
brak toch steeds, een tijdstip aan, dat ik zijn
handel- of denkwijze in een ander cn wol in het
ware licht zag. Het bleek dan steeds, dat hij
door beweegredenen was geleid, die diop in zijn
gemoed verscholen lagen, door gevoelens van
zoo groote fijnheid en kicschheid, dat er tijd
en gelegenheid voor noodig waron om dio" op te
merken."
Een oogenblik zweeg do rector, doch daarop
voegdo hij or zeer ontroerd bij: „Hij is zonder
moeder opgegroeid cn heeft een vrougcleloozo
jeugd gehad. Hij heeft hard moeten werken en-
dor onzen kouden, onvriendelijkcn Noorsclion
hemel dit alles to zamen geeft wellicht den
sleutel tot zijn karakter."
Gustava had opmerkzaam naar den ouden
heer geluistord. De ontstemming was uit haar
gezicht geweken. In plaats daarvan lag er een
treurige, vragendo uitdrukking op.
Ook voor haar was Oscar Fredenskiccli dik
wijls een raadsel geweest. Zij had voor den plot-
sclmgcn overgang van blijde vertrouwelijkheid
tot bijna ziekelijke terughouding geen verkla
ring kunnen vinden. Zouden er tijd en gelegen-
heid komen, dat ook zij do beweegredenen leer-^
do kennen, die hem leidden?
Zwijgend waren zij het daghelder verlichte
torras afgedaald. Daar benedon lag in stille
schemering het dcnnenboschj'e, waarin Gertrude
Kleemann weken geleden met con beklemd hart
op Stillfried had gewacht. Twee gedaanten
scheidden zich van den donkoren boscbrand af.
Do een groot als een reus en blond do ander
donker cn tenger.
„Wel, daar zijn onzo deserteursl, riep do rec
tor vergenoegd.
Robby kwam op hen toesnellen. Oscar volgde
langzaam en met loome schreden.
„Het laatste nieuws!" riep het jonge tnensch.
„Ik heb eon ambt en waardigheid gekregen. Do
dokter heeft or mij mee belast, de boeken onder
do schoolkinderen to verdeelon. Dadelijk na het
souper zal het wezen. Do jongens moeten do
jacht- en oorlogsverhalen hebben, do meisjes do
sprookjesboeken U moet mij helpen sortoerea,
lieve, beste papa rectorl"
Hij had zijn arm door dien van den ouden
heer geschoven en trolc hem op zijn haastige
manier, dio van geen tegenstand wilde weten,
weer mee naar den weg, dien deze juist met
Gustava was afgekomen.
Gustava had een beweging gemaakt alsof zij
hem wilde volgen. Zij bedacht zich echter en
bleef slaan. Wat tusschen haar cn Oscar Fre-
donskireh moest gezegd worden, kon evengoed
dadelijk gezegd worden. Wat do hoofdzaak be
trof, wist zij immers door den rector wat zij to
verwachten hacL
Oscar keek met een beklemd gevoel naar de
voor hem staande, zwijgende jongo vtouw.
Ia hot lange, neerhangende, witte gewaad, dat
zeldzaam statig tegen den donkeren achter
grond uitkwam, vond bij haar vorstelijk mooi en
ongenaakbaarder dan ooit, Het hart klopte
hom tot barstens toe. Waarom jjprak sij niet to_t_
hem? Was zij boos óp hem? Kon zij er werken
lijk op gesteld geweest zijn, in'dienst te tredeo!
van zijn zaak?
Langzaam kwam hy naderbij- Aarzelend eoL
haperend begon hij te spreken en vroeg of zya
vader haar gezegd
Zij viel hem haastig in de rede.
„Ja, mijnheer Fredenskirch, uw vader heeft
mij gezegd, dat u van mijn werk afzag. Ik zou
er u erkentelijk voor zijn, als u mij eerlijk de
reden van uw weigering wildot noemen. Is er 'a
zakelijke? Houdt mijn werk niet voor gc*
schikt?"
„Het zijn kunstwerken, juffrouw Hill," zei hij
zacljt en verwijtend.
„Dat behoorden bij de tegenwoordige ontwik
keling van onze industrie allo motieven vooi
fabrieken to wezen."
©scar zweeg cn streed met zichzelf. Begreep
zij het dan werkelijk niot? WaaTom maakte zij
hem het afstand doen zoo moeilijk?
Zij had zeker meer op zijn gezicht gelezen dan
do woorden van den ouden heer liaar gezegd
hadden, want zij ging haastig- op hom too cn
keek hem eerlijk en recht in de oogen. Haar
oude Lunior, haar oude energie-waren plotse
ling weer l»ij haar bovengekomen.
„Bekent u hc' maar, mijnheer FredcnskircK
de gedachte mijn werkgever te moeten wor
den, schrikt u af. Is het niet zoo?
Hij maakto con nauw merkbare boweging.
Er kwam iels goeds, iets openhartigs op haaf
gezicht
„Ik zie echter werkelijk niet in, waarom twe«
vcrslandigo menschen niet een verbintenis zou
den kunnen aangaan voor een zaak, alleen om
dat ze zij anïzeldo oven „toevallig vaa
.verschillend geslacht zijn en don bijbeïschea
leeftijd nog niet hobben bereikt."
1 O5X C'
Mi 1 A iLJ