Nederland en de Oorlog. IMo. 37536. LE8DSCH DAGBLAD, Zaterdag 28 April. Tweed© Blad. Anno 1957. Persoverzicht. FEUILLETON. Boktor Stillfried. De ontbinding. In een driestar tegfc „DE STANDAARD" Het doet ons leod, dat zeer vermoedelijk de ontbinding, die voor de Grondwetsrovisio noodig is, zóó staat geregeld te worden, dat zij haar thans meest aangenomen beteekenis verliest. Zoo oordeelcn we niet met het oog op het bijzondere geval, dat zich thans voordoet. Ditmaal toch bestond er in do Tweede Ka mer ovor den inhoud der Revisie een zeld zame eenparigheid. Ten slotto uroeg het votrnm een zoo goed als unaniem karakter. En al bleek in de Eerste Kamer van eenigo oppositie, toch staat het er niet zóó voor, dat men verwerping zou te verwachten heb ben. Hetzolfdo mag in het nu geschapen ver band do twoede lezing vermoed worden, en de poging van mr. Van Houten, en en kele andereu, om do geheel© poging tob Revisie toch op een fiasco te doon uit- toopen, leidt o. i. tot niets. Bij dien stand van zakon zal het er uiter aard ten slotto zeer weinig toe afdoen, welke uitlegging thans aan Art. 73 dor Grondwet wordt gegeven. De poging om heb zoo te schikken, dat de Kamerloosheid overvleugeld word:©, heeft zelfs dit voor, dat het gevaar, hetwelk Kamerloosheid in cas van oorlog zou kunnen aanbrengen, er door wordt afgewend. Dat wij desniettemin deze parlementaire manoeuvre ten zeerste betreuren, is om het antecedent, dat er door geschapen wordt. Een antecedent, dat voor do toekomst be teekenis zal erlangen, en er zoo licht toe .kan leiden, om bij elke nieuwe Grondwet- revisie den datum zóó te kiezen, dat wat nu lukt herhaald kan worden> cn hierdoor fiu gaat opnieuw een niet zoo onbeduidend stuk invloed, waarover heb volk dusver be schikken kon, t-e loor. Hoe toch staat deze aangelegenheid 1 Do lettor van artikel 73 der Grondwet laat het Kabinet gehoel vrij. Feitelijk toch is in dit artikel alleen be paald, dat heb recht tot ontbinding aan de Kroon toekomt, maar bindt het do uitoefe ning van dit recht aan do nadero bepaling, dat het verzeld moet zijn van den last, om een nieuwe Kamer te kiezen. En voorts wordt enkel bepaald, dat de verkiezing der nieuwe Kamers binnen veertig dagen moet plaatu hobben, en dat de nieuwverkozen. Kamers binnen twee maanden moeten bij een komen. Niets belet derhalve, dat beide termijnen ingekort worden. Bepaald is al leen, dat ze niot mogen worden verlengd. Naar de letter genomen, stuit derhalve Wat men nu voo~ heeft, op geen enkel wet telijk bezwaar. Heel iets anders daarentegen spreekt uit do praktijk. Practisch toch zijn de twoe termijnen van veertig dagen cn twee maanden het middel geworden, om do kiezers met gonoegzamo kennis van zaken de stem, die zo, zullen uit brengen, te doen bepalen. Daarvoor toch is het noodig, dat aan do Stembus, die hier dienst zal doen, voldoende voorlichting en fioegzaam overleg bij do kiezers zal voor afgaan. Daarvoor deed do gesteldo termijn dan diens Men kortte dien tormijn dan ook niet in, maar gebruikte dien geheel. En zoodoende werd hot metterdaad een electoralo veld slag ovei de Revisie. Op de manier, gelijk men het nu wil aan leggen, blijft hiervan daarentegen niets Over. Het wordt nu een puur formeel© ac tie, om aan de letter to voldoen. Maar over die letter komt men dan ook niet heen. En dit nu had kunnen voorkomen worden, in dien do eindstemming der Eerste' Kamer ware uitgesteld tot na den vrede. Dan toch kon het allo3 weer normaal loop en. Allo oorlogsgevaar viel dan weg, cn een Kamer stilstand van enkele weken kon geen ge vaar opleveren. Iets, wat to meer toelach te, omdat vrij algemeen geloofd wordt, dat do vredo niet ver meer is. Wil men nu daarentegen do nader aan- bovolen methode thans, desnoods ook met combinatie of verschuiving, doorzetten, dan eal dit voor dit oogenblik op den toestand van ons land weinig invloed oefenen, maar dreigt men een precedent tt scheppen, dat voor do toekomst do zenuw van het onfcbin- dingsrocht doorsnijdt. Het verblijdde ons daarom, dat de hoog- leeraar Struyken in „VAN ONZEN TIJD" ernstige bedenking opperdeeen beden king, waarin, naar verluidt, ook door den hoogleoraar Opperheim gedoeld, werd. Wat men nu doen wil is oen kunstmiddeltje, waardoor men aan oen goede traditie af breuk doet. Als noot voegt do driestarschrijver hier bij nog dit. In 1886 werd bij Kon. besluit van 11 Mei de Tweede Kamer ontbonden, en wel des namiddags te 3 uren. Toch kwam toen de Kamer nog bijeen op 17 Mei, alzoo wel na de dagteekening van het besluit, maar toch voordat de ontbin dingsdatum was ingegaan. Do Voorzitter riep toen de ICamcr nog in allerijl saam, „ten cindo do leden in de gelegenheid te stellen, aan do Regeering inlichtingen te vragen omtrent de redenen, die haar bewo gen hebben, om op het aangevraagde ont slag terug te komen". En dit viel in zoo goedo aarde, dat de heer Mackay den Voor zitter dank zegde, wijl hij door deze bijeen roeping getoond had, te willen waken voor do handhaving van onze constitutioneel© rechten. st Torpedeeren van hospitaalschepen. De „Daily Chron." zegt over het torpo- deeren van do Engelscho hospitaalschepen Do bemanning van het hospita al schij) „Lanfranc" meldt, dat het schip getorpe deerd werd midden in het Kanaal, te 8 uur in den avond, terwijl een hooge zee stond. Hot eerste verschijnsel van den aan val was do ontploffing van de torpedo, waardoor iedereen verschrikte, maar allen waren spoedig kalm, toen do officieren de orders gaven. De Duitsche gewonden schrik ten goweldig en velen hunuer vielen op de knieën cn riepen om genade. Een aantal Duitsche officieren gedroeg., zich in 't bijzonder smakelooszij braken uit den salon, waarin zij waren opgesloten on verergerden de paniek. Zij waren de eersten aan dok en de eersten gereed om in de booten te springen, cn schoven ieder een ter zijde. Zij moesten worden vastgo- j houden, voordat zij wilden wachten op hun beurt, om in de booten te gaan. Toen het eerste der ldein© reddingssche pen naderde, meonden de Duitsche offi- cieron, dat het slechts een Duitsch schip zou zijn en begonnen zij to schreeuwen: „Deutsche, Deutsche". Toen zij echter hun j vergissing inzagen, veranderden zij van I toon en riepen. „Wij zijn geen Duitsche maar Engelsche matrozen, genade, kame- I raad1." De Britsche matrozen zeggen, dat zij i nauwelijks de lijnen van de boot konden aantrekken, door het dringen der vor- schrikte D uitschei s. j Een ontzettend ongeluk gobeurde, toon een boot to water werd gclaton, met een aantal Éugelschen, maar meer Duitschers, dio er in gesprongen waren zonder daar- too last te hebben gekregen, zoodat de boot overvol was. Het overwicht was oorzaak, I dat do touwen braken, en de boot in hot water viel. Velen der inzittenden werden gered, anderen verdronken. Andero Duitschers waren zoo bcgeerig om gered te worden, dat toen de reddings vaartuigen naderden, zij op het dek wil don springen, doch tusschen de beide sche pen in het water vielen. Do torpedo raakte do „Lanfranc" dicht' bij een kajuit waarin een aantal Duitsche zieken lagdie niet gedood werden door de ontploffing, maar verdronken toen de zee dit deel van hot schip binnendrong. Toen do eerste gewonden hot reddings schip naderden, vuurde do duikboot een tweede torpedo af, die echter miste. Niet alle Duitsche officieren waren on der den invloed van den schrik. Sommigen protesteorden bij de Engelscho officieren tegen de onmcnschelijkheid der Duitsche regeering. Onder dezen was een hooggeplaatst offi cier, men meent een brigade-commandant, die na do ontploffing op redding wach tend tot eca Britsch officier zeide; „Ik I kan mijn land niet bewonderen hierover". I De „Times"-correspondenb meldt: Er waren 40 Duitscho officieren aan boord van de „Lanfranc", onder wie vele hooge officieren. Do Britsche gewonden aan boord waren ernstige gevallen, en het was moei lijk hen aan dek te brengen en in de red dingbooten over te brengendoch officie ren en bemanning werkten onvermoeid aan die taak, en wijdden evenveel zorg aan do Duitsche gewonden. Een Engelsch ma troos zeide: „Dio menschen vormen ook een deel van de Duitsche schijf en wij kun nen hon niot laten omkomen, zelfs niet als gevolg van de daad va.i hun eigen landge- nootcn". De „Times" zegt: Met de 105 Duitschers bij Dover opgepikt hebben onze zeelieden in de afgeloopen week 257 Duitsche zeelie den gered, terwijl de Duitschors onze ge wonden naar den bodem der zee zenden. Dit reddingswerk handhaaft de beste tradition van do Britsche vloot en we zouden niet anders kunnen wenschen. Laat dat schild onbevlekt blijven. In haar commentaar op het torpedeeren van do „Lanfranc", zegt do „Daily ChronJ' „Omdat het steeds noodzakelijk zal zijn oen gedeelte van de gewonden uit Frank rijk naar hier over te brengen is 't klaar blijkelijk noodig, dat 'fc ge'neelo grooto en steeds toenemende aantal Duitsche gewon den gevangenen daaronder wordt begrepen, zoodat bijgevolg steeds een Duitsche duik boot, die een zich naar Engeland bege vend Engelsch handelsschip torpedeert, do kans loopt daardoor den dood te veroorza ken van. conige honderden gewonde Duit schers, onder bijzonder verschrikkelijke on martelende omstandigheden, die n.l. van verdrinking in zout water." De „Daily News" zegt in de bespreking over het gevecht in de Straat van Dover on het torpedeeren van hospitaalschepen: „In beide gevallen heeft zicli de Engel scho zeemanschap beslist de meerdero ge toond .van do Duitsche militaire training. Een lafheid, als die in het geval van de „Lanfranc", zoowel door soldaten als of ficieren van do Pruisische garde werd ge- .toond, kunnen de Engelschen moeilijk waardeeren. Doch het is in overeenstem ming met het bijzoader onaangenaam typ©, waarmede wij in dozen oorlog door mis daad achter misdaad vertrouwd raakten. Dit verachtelijk gedrag ia niet onver klaarbaar, hun lafheid verklaart misschien do wreedheid der Duitschers." Het is thans duidelijk uit de mededoe- ling van do admiraliteit, dat de onder- schcidingsteekonon oh de bijzondere vor- lioliting van hospitaalschepen zal worden afgeschaft, ton gevolge van do Duitsche ge woonte om zulke schepen tot zinken te brengen. Het gedrag der Engelscho gewonden was voorbeeldig. Zelfs ernstig gewonden bleven staan, totdat de meest ernstige waren overgebracht, anderen hielpen ridderlijk eerst de geneesheeren, verpleegsters en ma trozen. Zelfs waren er Engelsche gewonden, die hielpen een Duitschen zwaargewond© in zijn krib aan dek t© dragen. Twee Duit sche gewonden en een Duitsche officier stonden er bij cn smeekten ook om plaats in do boot. Een andere gotuigo zegt, dat hij een Britsche sergeant zijn tunica zag uittrek ken, om daarvan een kussen te maken voor oen gowonden Duitscher. Do Franschen toonden een onvergelijke lijke gastvrijheid voor de gewonden aan boord van hun roddingschip zij gaven al les wat zij hadden, om het den Engelschen en Duitschen géwonden gemakkelijk te ma ken. Hongerige Duitsche soldaten. Te Melick, gelegen op pl.m. 4 K.M. af stand van de Duitscho grens, werden door do militaire wacht drie in uniform gekleed© Duitsche soldaten aangehouden, die ieder een flinke hoeveelheid spek vervoerden. Bij ondervraging verklaarden ze over een paar dagen met verlof naar hun familie te zullen gaan, en bij die gelegenheid graag eon versnapering moe naar huis te willen nomen. Zo zijn voorloopig op het politiebureau in bewaring gesteld, in afwachting van de beslissing, te nemen door den opperbevel hebber, die van de zaak op do hoogte ia gebracht. Over de grens. Bij do grens is aangekomen de Ameri- kaansche ingenieur Ricdcr, die te Dordt- mund werkzaam was en Duitschland ont vluchtte, uit vrees van te worden gevangen genomen als bekend pacifist. Hij vertrok naar Den Haag en hoopt gedaan te krijgen, dat zijn vrouw en kind hem naar Nederland zullen kunnen volgen In zijn gezelschap wa3 eoD afgokeurdo Duitsche militair, d»o aan heb Russische front door een schob in de long was gewond. Vanwege den honger had hij zijn land verlaten. Geen medewerking. In do jongste R-aa-dszitting te Edam werd door een Raadslid in overweging gegeven te onderzoeken op welke wijze de opbrengst van voedingsgewassen zou zijn op te voeren. Do burgemeester heeft nu een vergade ring gehouden waartoe allo landbouwers opgeroepen werden. Er waren zeer weinig boeren gekomen en op de vraagof men land voor bebouwing van menschelijk voed sel beschikbaar wildo stollen, is-sDchts door een zeer enkele landman bevestigend ge antwoord. Do poging zal dus bier niet met gewenscht gevolg bekroond worden. Uitvoer van kievitseieren. Do minister van Landbouw maakt ten aanzien van den uitvoer van eieren van kieviten Bekend, dat indien de inlading ter plaatse van afzending heeft plaats go- had vóót of op 30 April met betrekking tob art. 4 der Vogel wet 1912 het vervoer en de uitvoer niot zullen worden bemoeilijkt. Een nieuwe Duitsche methode. Te Amsterdam worden pogingen aange wend om de Duitsche.deserteurs weer naar hun land terug te krijgen. Een tweetal Duitschers die hoofdzakelijk verblijf houden in 'n groot hotel in de Warmoesstraat knoo- pen relaties aan met Duitsche deserteurs. Onder achoono beloften probeert het twee tal do mannen met een of andere opdracht naar de Heimat te zenden. Den eenen keer is het met een boodschap, den anderen keer om levensmiddelen over de grens te bren gen. Zijn de deserteurs weer in hun land, dan worden ze terstond gearresteerd, En dan blijkt ook dat „de hecren daar ver wacht werden." Celstraf of de kogel wordt hun lot. Bedragen van 40 tot 60 mark worden voor zoo'n gewichtige reis uitbetaaldeen hooger bedrag wordt hun voorgespiegeld als ze eenmaal uit Duitschland naar Nederland teruggekeerd zijn. Wat natuurlijk nooit gebeurt. („Tel."). Smokkelarij. To Didam is gearresteerd een zekere Th. D. Hij was reecis gcruimen tijd geleden we gens smokkelarij uitgewezen, doch wist zich aldaar steeds in de bosschen te verbergen. Als berucht stroopor verwierf deze man zich enkoio jaren geleden een reputatie, door dien hij nooit dan met groote moeite der politie in handen viel. Thans had men zijn schuilplaats omsingeld cn werd hij door een trefschob genoodzaakt zich gevangen te geven. Nabij de grens bij Zevenaar werd beslag gelegd op een wagon met kaas, waarmede iemand van elders „dood-onschuldig" liep te venten. De wagen bleek nota ben© van een dubbelen bodem voorzien, waardoor een ruimte ontstond, opgevuld met zeep. Op den weg van Helmond naar Gemert werd door militairen paard en wagen van de firma Jac. Sp.-Sch aangehouden, waar op zich een grooto partij stangonzoep be vond. De lading werd in beslag genomon. De aandacht der politie to Dordrecht werd Dinsdag gevestigd op het feit, dat J. van T., visschor, wonendo te Oudenbosch aan do Dokhaven, bezig was in non roei boot te laden pakken vet, tot een totaal j gewicht van 200 kilogram. De politie stelde den kommies-verificateur mot een en ander in kennis en deze nam zoodanige maatrege len, dat in den laten namiddag de man op heb Hollandsch Diep wegens poging tot ver boden uitvoer aangehouden en het vet ia beslag genomon werd. Eon Duitsch knaapje, dat eenigo wckca to Delft een goed leven had gekend en Dinsdagmorgen naar zijn vaderland terug keerde, wilde ook zijn familie aldaar van een en ander doen smullen. Hij leend© daartoe van zijn tijdelijk© pleegmoeder f 25 om verschillende artikelen te koopen. Zijn voornemen is echter niet geheel ten uitvoer gebracht kunnen worden. De politie kreeg ccn en ander in het oog cn nam do volgen- do artikelen in beslag2 pond koffieboo- non, 1 pond stijfsel, 1 K.G. peper, 3 bus sen cacao, 1 bus bouillon, 3 pond boter, 2 kaasjes, 16 kaartjes sajet, 67 stuks toilet zeep, 20 stuks maggiblokjes, 20 reepen kwatta. Bovendien werd proces-verbaal opgemaakt wegens poging tot verboden uit voer. Door een toeval 13 men tot de ontdek* hing gekomen, dat de districtscommandant der marechaussees in oen der Oostolijka steden van ons land onbewust de smokke larij bovorderde als hij op inspectie gingl Hij ging dan per auto naar de grens en van dio gelegenheid maakte zijn chauffeur ge bruik om clkcn keer een flinke ladling smokkelwaar in dien auto, dio natuurlijk boven elke verdenking stond, naar do grens te vervoeren, waar tijdens de inspec tie de inhoud gelost werd. De marechaus see-officier heeft op deze wijze telkens op do kisten smokkelwaar gezeten, die in den auto verborgen waren Onnoodig te zeggen, dat do chauffeur thans in het Huis van Bewaring zijn smokkclavonturen kan over peinzen. Ook Veenhuizcn bezet. Gisteren werden te Zevenaar eenigo smok kelaars gearresteerd. Zij zouden naar Veen- huizen overgebracht worden, doch moesten, omdat aldaar geen plaats meer was, weder in vrijheid gestold worden. Uitvoerverbod Rijst. Door den commandant van de stelling van Ajnsterdam is met ingang van gisteren do uitvoer van rijst uit het stellinggebied verboden. Smokkelaars gedood. Aan do grens bij Pannescheide, in Lim burg, is een Duitscher, die een hoeveel heid chocolade trachtte uit te voeren, na twee waarschuwingsschoten, door de rijks ambtenaren doodelijk getroffen. Do man overleed na eenigo oogenblikken. Do Duitsche grenswacht te Elten heeft bij do Nedcrlandscho grens do fabrieksar beidster Josephine K. uit Essen doodgescho ten. Het meisje was met een vrij grooto som gelds op weg naar ons land om er le vensmiddelen op te koopen en weg te smok kelen. Bij Bentheim is een bende smokkelaars door douaneambtenaren aangehouden. Verschillende hunner sloegen op de vlucht, waarbij do ambtenaren van hun vuurwape nen gebruik maakten. Drie smokkelaar» (Duitschers) werden gedood. Burgers uit België. In kleino groepjes komen er nu en dan over de grens Hollanders en Belgischo vrouwen met kinderen. Donderdagmorgen passeerden weer Belgische vrouwen Vlis- singen. Haar mannen zijn hier te lande go internoerd. Allen kwamen uit Vlaanderen, maar wisten niets te vertellen, want vier weken waren ze te Eecloo in een gesticht geïnterneerd geweest. Al dien tijd bleven zc streng opgesloten. Nooit mochten ze op straat komen. Gesprekken met vrouwen, dio haar linnen haalden voor do wasch, of het bestelde voedsel brachten waren streng verboden. Geen gemeenschap met de bui tenwereld. Eindelijk sloeg 't uur der bevrij ding. Een wagen kwam voor cn do Diut- scliers voerden do vrouwen naar de grens- poort tusschen Sas van Gent en Selzaeto* Yoor Duitscho deserteurs. Voor de opname van Duitscho deser tours zal te Brunssum, in Limburg, een kamp worden ingericht. De houten gebou wen zullen ruimt© bieden voor 500 perso nen ©n nabij staatsmijn „Hendrik" ga plaatst worden. Roman naar het Duitsch van DORA DUNCKER. 20) „Mooi in tinton tegen elkaar laten uitkomen, ICegcl," had hij don ouden man .toegoroepen, „moderne gebroken kleuren." Daarop keerdo hij sic-h weer naar zijn badknecht cn-vroeg hem on geduldig, waar de berglui zaten. Precies om halfzeven hadden zij daar boven moeten aantre den." „Dat hebben zo cok gedaan Zij zilton nu edi tor in de kcukon," merkte Pappcnhcim met vör- achliug op. „Juffrouw Amalio heeft hun bier laten geven. Noodig vind ik dat juist niet." „Ik ooi; niet, Pappenlicim. Dus, marsch, al iens, voor den dag met do lui. Zij moeten zich achter do vlierbesswistruiken bij het begin van do Dorpsstraat opstellen. Zoodra de heeren van het bestuur komen ik zal het teeken geven Blazon zij, zooals afgesproken is: „Zoo leven wij, zoo leven wij," enz., enz." Pappenlicim grijnsde, ondanks zijn slecht ge- humeurdheid cn bromde iets in zijn sloppeligcu knevel „Heb jo nog wat, Pappcnheim anders, Voorwaarts." I'appenhoim zelto zich langzaam in beweging. „Ik vlieg immers al, doktor!" Tien schreden .verder Bleef hij staan en schudde zijn hoofd. „Zoo leven wij eiken dag Hij tastto naar aijn maag. „Dat zou ik juist niet kunneu be weren. Maar mij goed wat gaat het mij aan hij zijn curatoriën bedot". Stillfried fcai «tóch gttm tjjd geguné Pappen» heim na to kijken. Er ontbrak nauwelijks ccn kwartier meer aan do officicele opening van het feest en noch Gustava noch juffrouw Kleemann liet zich zien. Stillfried sneldo in stormpas op het buis toe. Do bcido dames mochton in geon geval bij do •ntvangst van het bestuur ontbreken. In de onmiddellijk© nabijheid van het gebouw kwam Stillfried juffrouw Klcomann tegen, die cr in haar eenvoudige, goed zittende witte ja pon met de lichto lila-ceintuur, waarin een paar asters van dezelfde kleur staken, allerliefst uitzag. Zij bloosde even, toen zij den dokter zoo haastig op zicli zag toekomen. Hij stak haar de hand toe, blij, dat hij weer vrede met haar had gesloten. Sinds eenigo dagen had Gortrudo KJecmann de behandeling van de oude pianiste op zich ge nomen. Dat hij deze inschikkelijkheid in do eer ste plaats aan Gustava had to danken, vermoed- do hij niot. „En waar zit uw nieuwe vriendin, juffrouw Klecmarui? Wij hebben niet voel tijd to verlie zen. Precies om zoven uur wordt er aangetreden Aan do grootsteedsche mode, om een uur lalyr to beginnen, doen wij hier niet." „Juffrouw Hill zal dadelijk hier zijn," ant woordde Trudo glimlaohend verheugd ovor Still- fricd's opgewekte stemming, „Zij heeft bezoek gekregen Het gezicht van den doktor Betrok. „Toch niet Gertrude, die zijn gedachten dadelijk ried, zei troostend: „Do oude rector maar. Ik geloof, dat zij over zaken, in elk geval over don jongenheer Robby, spreken." „Dan is er niets aan to doon, clan moeien wij or alleen op af, juffrouw Kicemann," zei hy ze nuwachtig en gaf haar don arm. Zy wares nauwelijks dea weg overgestoken,^^ Gustava trad met den rector uit het huis. Haar mooi gelaat drukto onmiskenbaar ontstemmiag uit. „LT moet liet hem niet euvel duiden, lieve juf frouw Hill. Ik begrijp mijn zoon, eerlijk gezegd, eelf niet, maar ik heb mij afgewend, hem met den gewonen maatstaf te meten, nadat ik tot de overtuiging ben gekomen, dat de normale maat staf, telkens bleek een verkeerde to zijn. Zij waTon om het huis heen op het terras ge komen. Gustava keek den rector vragend aan. „Dat klinkt u raadselachtig, licvo juffrouw, Ik bedoel het aldus: Ik heb Oscar meermalen in het cersto oogenblik verkeerd beoordeeld of in 't geheel niet begrepen. Doch vroeg of laat brak toch steeds, een tijdstip aan, dat ik zijn handel- of denkwijze in een ander cn wol in het ware licht zag. Het bleek dan steeds, dat hij door beweegredenen was geleid, die diop in zijn gemoed verscholen lagen, door gevoelens van zoo groote fijnheid en kicschheid, dat er tijd en gelegenheid voor noodig waron om dio" op te merken." Een oogenblik zweeg do rector, doch daarop voegdo hij or zeer ontroerd bij: „Hij is zonder moeder opgegroeid cn heeft een vrougcleloozo jeugd gehad. Hij heeft hard moeten werken en- dor onzen kouden, onvriendelijkcn Noorsclion hemel dit alles to zamen geeft wellicht den sleutel tot zijn karakter." Gustava had opmerkzaam naar den ouden heer geluistord. De ontstemming was uit haar gezicht geweken. In plaats daarvan lag er een treurige, vragendo uitdrukking op. Ook voor haar was Oscar Fredenskiccli dik wijls een raadsel geweest. Zij had voor den plot- sclmgcn overgang van blijde vertrouwelijkheid tot bijna ziekelijke terughouding geen verkla ring kunnen vinden. Zouden er tijd en gelegen- heid komen, dat ook zij do beweegredenen leer-^ do kennen, die hem leidden? Zwijgend waren zij het daghelder verlichte torras afgedaald. Daar benedon lag in stille schemering het dcnnenboschj'e, waarin Gertrude Kleemann weken geleden met con beklemd hart op Stillfried had gewacht. Twee gedaanten scheidden zich van den donkoren boscbrand af. Do een groot als een reus en blond do ander donker cn tenger. „Wel, daar zijn onzo deserteursl, riep do rec tor vergenoegd. Robby kwam op hen toesnellen. Oscar volgde langzaam en met loome schreden. „Het laatste nieuws!" riep het jonge tnensch. „Ik heb eon ambt en waardigheid gekregen. Do dokter heeft or mij mee belast, de boeken onder do schoolkinderen to verdeelon. Dadelijk na het souper zal het wezen. Do jongens moeten do jacht- en oorlogsverhalen hebben, do meisjes do sprookjesboeken U moet mij helpen sortoerea, lieve, beste papa rectorl" Hij had zijn arm door dien van den ouden heer geschoven en trolc hem op zijn haastige manier, dio van geen tegenstand wilde weten, weer mee naar den weg, dien deze juist met Gustava was afgekomen. Gustava had een beweging gemaakt alsof zij hem wilde volgen. Zij bedacht zich echter en bleef slaan. Wat tusschen haar cn Oscar Fre- donskireh moest gezegd worden, kon evengoed dadelijk gezegd worden. Wat do hoofdzaak be trof, wist zij immers door den rector wat zij to verwachten hacL Oscar keek met een beklemd gevoel naar de voor hem staande, zwijgende jongo vtouw. Ia hot lange, neerhangende, witte gewaad, dat zeldzaam statig tegen den donkeren achter grond uitkwam, vond bij haar vorstelijk mooi en ongenaakbaarder dan ooit, Het hart klopte hom tot barstens toe. Waarom jjprak sij niet to_t_ hem? Was zij boos óp hem? Kon zij er werken lijk op gesteld geweest zijn, in'dienst te tredeo! van zijn zaak? Langzaam kwam hy naderbij- Aarzelend eoL haperend begon hij te spreken en vroeg of zya vader haar gezegd Zij viel hem haastig in de rede. „Ja, mijnheer Fredenskirch, uw vader heeft mij gezegd, dat u van mijn werk afzag. Ik zou er u erkentelijk voor zijn, als u mij eerlijk de reden van uw weigering wildot noemen. Is er 'a zakelijke? Houdt mijn werk niet voor gc* schikt?" „Het zijn kunstwerken, juffrouw Hill," zei hij zacljt en verwijtend. „Dat behoorden bij de tegenwoordige ontwik keling van onze industrie allo motieven vooi fabrieken to wezen." ©scar zweeg cn streed met zichzelf. Begreep zij het dan werkelijk niot? WaaTom maakte zij hem het afstand doen zoo moeilijk? Zij had zeker meer op zijn gezicht gelezen dan do woorden van den ouden heer liaar gezegd hadden, want zij ging haastig- op hom too cn keek hem eerlijk en recht in de oogen. Haar oude Lunior, haar oude energie-waren plotse ling weer l»ij haar bovengekomen. „Bekent u hc' maar, mijnheer FredcnskircK de gedachte mijn werkgever te moeten wor den, schrikt u af. Is het niet zoo? Hij maakto con nauw merkbare boweging. Er kwam iels goeds, iets openhartigs op haaf gezicht „Ik zie echter werkelijk niet in, waarom twe« vcrslandigo menschen niet een verbintenis zou den kunnen aangaan voor een zaak, alleen om dat ze zij anïzeldo oven „toevallig vaa .verschillend geslacht zijn en don bijbeïschea leeftijd nog niet hobben bereikt." 1 O5X C' Mi 1 A iLJ

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1917 | | pagina 5