Mo. 17511.
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 28 Maart.
Tweede Blad. Anno 1917.
Tweede Kamer.
FEUILLETON.
D© Zeevalls..
Os Revolutie in Rusland.
Vragea en Antwoorden.
0
Zitting van gisteren.
INTERPELLATIE.
Da heer SNOECK HENKEMANS vraagt
verlof, om tot den Minister van Oorlog
eonige vragen te mogen richten over het
buitengewoon verlof in het voorjaar.
Besloten wordt Woensdag over dit ver-
soek te beslissen.
VERDEDIGING VAN INDIë.
De heer TRO'eLSTRA vervolgde zijn
redo en bepleit uitstel van de beslissing
omtrent de defensie van Indië, te meer,
omdat voor dezen oorlog een militieleger
toch goen diensten meer zou kunnen bewij
zen, tenzij de oorlog «nog jaren lang duurt.
Ook om den politieken toestand in Indië
is hot tijdstip niet gunstig voor de invoe
ring van oen militieleger in Indië. Spr.
wijst op de herhaalde opstootjes on onvol
doende ontwikkeling der bevolking en op
het gemis aan politieke vrijheid. De volks
raad in zijn tegenwoordige samenstelling
kan geen bevrediging geven. Een grondslag
van vertegenwoordigers bestaat er nog
geenszins. Een Indisch militieleger is een
aan beide zijden snijdend zwaard.Ook schijnt
men inzake een militieleger do kosten al
zoor licht te tellener wordt gezegdIn
dië kan dat zelf betalen, maar men heeft
daaromtrent volstrekt geen zekerheid.
Ten slotte deelt spr. mede, dat do soc.-
democraten hun stem aan dit wetsontwerp
niet zullen geven, zij willen niet het impe
rialisme versterken en evenmin het militai
risme ,dat men weder uit te breiden zoekt.
De heer BOGAARDT betoogt, dat heb
er om gaat Indië weerbaar te maken. Op
ons rust de verantwoordelijkheid voor de
bescherming van Indië bij een mogelijken
aanval.
De soc-dom. zijn vredelievond, de andore
leden der Kamer,ook; maar wanneer men
bij oen soc.-dem. inbreekt, zal dezen ook
pogoa dat te beletten. Wij allerminst} be
hoeven een weermacht anders dan uit de
fensief oogpunt.
Spr. betuigt instemming met het wets
ontwerp en vraagt do Regeering het amen-
dement-Heeres over te nomen. Gewenscht
is ook in het Indisch reglement een bepa
ling op to remen als die van art. 18-4 der
Grondwet zoodat do Indische miliciens
niet buiten hot grondgebied der koloniën
kunnen worden gezonden. Voorts dringt
spr. cr op aan de miliciens niet te behande
len als de soldaten in het beroepsleger.
Do hoer HEER-ES betoogt, dat het hier
alleen betreft Indië een militielogor te ge
ven als zoodanig ook aanvaardt, hij het ont
werp, echter los van de toelichting.
Met een enkel woord verdedigt spr. dan
nog zijn amendementom in de voorgestel
de wijziging van art. 113 de woorden van
het slot van het eerste lid te wijzigon en
tevens tot verdediging van het grondge
bied van Nederl.-Indië.
Do hoer SCHEURER betoogt, dat zij ver
plicht zijn Indië weerbaar te maken. Spr.
gaat dit uitvoerig na aan de hand van dr.
Kuyper's anti-revolutionaire staatkunde.
Het inlandsclie volk moet in saanihoorigheid
medewerken tot zijn verdediging.
Spr. betoogt, dat met de verplichtingen
ni^eb behoeft tc worden gewacht totdat po
litieke rechten zijn toegekend. Ook Japan
begon na zijn ontwaking dadelijk met ver
sterking van leger en vloot. Maar willen
wij wat voor#do defensief van Indië doen,
dan moet er ook geld voor beschikbaar zijn
voel geld zelfs. De vraag is maarWie
moet dat betalen? Alles ten laste van In
dië te loggen, schijnt spr. onjuist gezien.
Wij zijn zedelijk verplicht zeiven golden
daartoe bij të dragon, het gaat niet aan
daar Indië alleen voor op te» laten komen.
Hij wil echter alleen met do Regeering
moogaan als de hoofdverdediging ter zee
wordt gevonden.
De heer DE YISSER bestrijdt o.m. de
bewering, dat de betoogen van majoor Yan
cler Weyden en do oud-gouverneur-gene-
raal Van Heutsz kapitalistische bijoogmer
ken hadden.
tlierna wordt dc vergadering verdaagd
tot 's avonds 8 uren
Avondvergadering.
DÜTJRTETOESLAGEN AAN RIJKS
AMBTENAREN EN -BEAMBTEN.
De heer KETELAAR constateert met
genoegen, dat er een aanmerkelijke verschil
ia tusschen de verleden jaar en de thans
Roman uit het laatst der 16de eeuw,
naar het Engelsch van Rafaël Sabatini.
71)
„Hebt gij?"' brulde hij, plotseling boos wor
dend. „Gij zult toch nog wat meer liooreo. Do
waarheid zal zogovieron, hebt gij zelf gezegd; e<n
dat «al ook gebeuren, omdat deze lieve vrouw
het verlangt."
Hij had een kleur gekregen, zijn liclito oogen
gelekon etalon punten, en als stalen punten
oefenden zij een zekeren dwang uit. Hij had
daar voor hen gestaan, half spottend en onver
schillig, bereid om opgehangen to worden, en
verlangend, dat de zaak zoo spoedig mogelijk öf-
geloopen zou zijn. Maar dat was voordat hij
vermoedde, dat het leven hem nog iets te bieden
kon hobben, omdat "hij meende, dat Rosamundo
.voorgoed verloren voor hem was. Wel had hij de
herinnering aan een zekoro teederheid, die zij
hem dea vorigen nacht aan boord betoond had,
waar hij had dio teoderheid niet hoogcr goschat
'dut door den toestand van het oogenblik inge
geven. Bijna had hij hetzelfde hier gedacht, tot-
Iftt fc* getuige was, hoe heftig en wanhopig «ij
voor ajn leren vocht, tot hij hoorde en voolde de
QÊÊtsU/bti^i -SMM hfor kvkinlimlf, my hem
ingediend© voorstellen. Overigons heeft de
Commissio van Rapporteurs in het onder
houd met den Minister nog verschillende
verbeteringen verkregen. De Commissie
heeft daarbij echter tovons ervaren, dat
het geen nut zou hebben thans nog meer
wijzigingen voor te stellen. Niettemin
dringt spr. er namens de Commissie sterk
op aan het niet in geld rekening brengen
van den aftrek voor de verplichte pensioen
bijdrage alleen te doen gelden voor de sa
larissen beneden de f 1900, doch voor de
hoogere salarissen het netto-traktement
te doen gelden.
Spr. dringt voorts aan op de instelling
eener. Staatscommissie voor de algemeene
herziening der salarissen, mits die commis
sie niet een- kapstok worde, waaraan allo
andere verbeteringen worden opgehangen.
Tevens dient gestreefd naar een blijvend
contact tusschen de overheid en de ambte-
naronorganisaties.
Ten slotte dient spr. een motie in, waar
bij do Regeering wordt uitgenoodigd met
voorstellen fe komen betreffendo een
duurtetoelsag aan de door het Rijk ge-
p ensionneer den
De heer DUYMaER VAN TWIST meent,
dat oen der voornaamste werkzaamheden
der Staatscommissie zou moeten zijn het
rubriceeren der ambtenaren, beambten, en
werklieden. In de commissie dienen opge
nomen vertegenwoordigers der belangheb
bende vakbonden. Spr. dapkt voor de ver
ruiming der aanvankelijke regeling, doch
uit nog enkele desiderata.
De heer TER LAAN (Rotterdam) licht
zijn motie toe, uitsprekende de wensche-
lijkheid van salarisverbotoring voor het
personeel, werkzaam bij de directe belas
tingen, invoerrechten en accijnzen, voor
zoover het tot den actieven dienst behoort.
Ook deze spreker dringt er op aan, dat
in de Staatscommissie belanghebbenden
zullen worden opgenomen. Hij acht hot ge
heel onjuist gezien thans te komen met
den bijslag in Haats van met een loonsver-
hooging on verlangt op zijn beurt nog en
kele verbeteringen in de voorgestelde re
geling. Hij geeft niet toe, dat do Commis
sie v$n Rapporteurs belangrijke ver
beteringen verkreeg.
Spr. dient een motie in, verzoekende dc
loongrens te verhoogen van 1900 op f 2500
en den hooftjbijslag voor gehuwden en
daarmede gclijkge3tellcn van f 80 h. f 120
(f 80 voor kinderbijslag) op f 150 en een
hoofdbijslag voor ongeliuwden uit te trek
ken van f 75.
De lieer DE JONG betoogt, dat den ainb-
lenarenorganisaties meer invloed bij de
salarisregeliiy* moet worden toegekend en
steunt daarom den aandrang van de
Staatscommissie ook vertegenwoordigers
dier organisaties op tc nemen. Den duurte-
tocslag acht spr. te laag. Hij zou de loon
grens op minstens f 3000 willen brengen.
Do heer SNOECK HENKEMANS juicht
dc bepaling van den toeslag naar een per
centage van het loon toe. Hij kan zich even
wol niet vcreenigen met den aftrek voor
ovorwerk. Yoorts wenscht hij ook den toe
slag voor onderwijzers en bijzondere
kweekscholen en voor bedienaren van den
godsdienst.
De heer KOLKMAN breng de Regeering
hulde voor do kloeke wijze, waarop zij is
tegemoetgekomen aan verschillende bezwa
ren. Evenwel heeft, zij onrecht gedaan aan
de beter gesalariecrden door toegeven aan
den aandrang der Kamer om de ver
plichte pensioenbijdrage in mindering te
brengen bij de bepaling van het in geld
vastgestelde salaris.
MINISTER TREUB zegt, dat de Regee
ring zo 3 ver mogelijk is gegaan in haar te
gemoetkoming. De Staatscommissie voor dc
loonregeling is reeds benoemdvertegen
woordigers der organisaties zijn echter
daarin niet opgenomen. Dc samenstelling
der commissie zal echter volledig vertrou
wen wekken. Yerder krijgt zij de bevoegd
heid sub-commissies te benoemen en de amb
tenaren-organisaties mondeling ca schrif
telijk te liooren. Een blijvend contact tus
schen Regeering en ambtenaren kan in
welwillende overweging worden genomen.
De loongrens van clo Regeering, mede met
het oog op do kosten, niet verhoogen. Ook
kan zij niet terugkomen op het stelsel van
de percentage. Aan het bezwaar van het
niet in mindering brengen der verplichte
pensioenbijdrage wil do Minister beproe
ven te gemoet te komen. Ook is het moge
lijk, dat dc ondeïwijzers van do bijzondere
kweekscholen nog worden opgeno
men. Do gepensionneerden komen even-
liefhad, en verlangde iets good te maken voor
alles, wat hij vroeger geleden had.-Dat had hem
opgewekt, en zoo cr nog een prikkel was noodig
geweest, dan had hij dien gekregen, toen zij
haar woorden voor leugens uitmaakten, haar in
't gezicht uitlachten om hetgeen zij veronderstel
den, dat leugens waren. Toorn had hem aange
grepen, waardoor zijn besluit versterkt werd, om
tegen hen stand to houden, en het ocnige, hem
overgebleven wapen te gebruiken, dat een geze
gend toeval, een rechtvaardig God bijna ondanks
hemzelf binnen zijn bereik.gesteld had.
„Ik dacht weinig, heeren," zei hij, „dat Sir
John door de hand van het noodlot zelf geleid
werd, toen hij gisteravond met verkrachting van
de voorwaarden van mijn overgave een gevan
gene van mijn schip nam. Dio man is, zooals ik
reeds gezegd heb, een "gewezen Engelsch zeeman,
Jasper Leigh genaamd. Hij viel mij eenige maan
den geleden in handen, en Icoos denzclfdon weg,
als ik onder gelijke omstandigheden deed, om
van de slavernij verlost to wordon. Ik was zoo
genadig hem dit toe te staan, want hij is de
zelfde schipper, die door Lionel aangenomen
was, om mij te overvallen on naar Barbarije
te brengen. Met mij viel hij in handen van do
Spanjaarden. Laat hem hier brengen en onder
vraag hem."
Stilzwijgend keken zij hem allen aan, maar
op meer dan één gezicht zag hij verbazing over
zijn onbeschaamdheid, zooals «ij hot noemden.
Eindolijk sprak Lord Henry. „Voorzeker, heer,
dii_l4 *etr vreemd, meer 4an vrdocht vreemd."
wel niet in aanmerking, daar zij niet meer
in verband sfcaan tot den Staat.
De motie-Ter Laan betreffendo verhoo
ging van loongrens en toeslag is onaanne
melijk. In het loon der lcommiezen zal
eenige verbetering worden gebracht. Ove
rigens- behoort ook deze zaak .bij de Staats
commissie thuis.
MINISTER BOSBOOM deelt mede, dat
de toeslag ook aan het niet-beroepsperso-
neel van het leger zal worden gegeven.
Bij de replieken worden do m'otics ge
handhaafd. De heer Ketelaar wijziigt de
zijne, zoodat niet meer .van wenschelijkheid
maar van billijkheid wordt gesproken. De
stemming over de moties zal Woensdag
plaats hebben. Het w,-o. wordt zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
Do kamer handelde daarna eenige con
clusies op adressen af. Te 12.15 wordt de
vergadoring verdaagd tot Woensdag half-
twaalf.
LEIDSCHE SCHOUWBURG.
„Kwakzalvers".
We hadden gedacht dat in deze stad van
medici en kwakzalvers, de schouwburg geheel
gevuld zou zijn geweest. Meermalen is ge
bleken, dat deze beide categorieën van be
oefenaars der geneeskunde belangstelling
voor elkaar gevoelen. Herbergt de sleutel
stad naast de medische faculteit aan haar
oude academie niet eenige, in het geheele
land bekende kwakzalvers? En was er niet
steeds een groote belangstel ing, wanneer een
van do leden van dit gilde voor den rechter
rekenschap van ^zrjn daden moest geven?
Zoo heeft Henri Dekking's nieuwste tooneel-
werk niet kunnen trekken. JDat was jam
mer, want we hebben hier een stuk met dik
wijls uitnemend -geslaagden humor, waarvan,
de beide eerste bedrijven knap gebouwd
en dat door de K. V. „Het Nederlandsch
Tooneei" voortreffelijk wordRgegeven. Schrij
ver eii opvoerders hadden meer waardeering
verdiend.
Op één oogenblik wareö twee Rotterdam
mers bezig het onderwerp „kwakzalverij" te
behandelen. Mr. Van Rossum nam in zijn
„Pomarius" de juristerij onder handen, Henri
Dekking* had de medicijnen tot terrein ge
kozen, al Iaat hij de juristen ook niet ge
heel ongemoeid. Beide stukken w?rden door
de Koninklijke aangenomen en beide hebben
we hier gezien. En van „Kwakzalvers" èn
van „Pomarius" moeten we verklaren, dat
aan de vertolkers de schrijvers dank ver
schuldigd zijn, want van 7t succes hebben
ze een groot aandeel. We willen ons verder
tot „Kwakzalvers" bepalen..
De hoofdpersoon in het stuk is Sanna, ge
wezen keukenmeid van mevroiv. Dias, die
voortref"e'ipi:e cir.ers kan klaarmaken. Haar
keukenmeid-loopbaan eindigt, wanneer ze een
eerbaar apothekers): ediende trouwt. Wat na
tuurlijker dan dat Sanna versland van me
dicijnen krijgt. Als haar man dan bij haai
de „gave" ontuektr is 't zaakje compleet,
want van dat oogenblik af begint het goud
verdienen. Zulke meuschen verdienen geen
geld meer. Sauna verricht hot eene won
der na het andere en staatslieden, ministers,
professoren, kortom allen komen den raad
van de slapende dame met de „gave" inwin
nen. Genezingen zonder tal natuiu'lijk en
evenals dat in het gewone leven het geval
is over de mislukkingen verneemt men
niets. Sanna, goed met dc wet bekend, zorgt
er voor, dat er steeds een medicus bij 't
consult aanwezig is. Daardoor blijft ze uit
de handen van den rechter. Maar in een on
voorzichtig oogenblik vliegt ze er in. Ze
behandelt een politie-agent als de dokter
een door Sanna uitverkorene uit 48 sol
licitanten, die nogwel cum laude gepromo
veerd is afwezig is.
Met haar verdediging zal ach belasten,
hoewel tegen haar zin, haar zoon, nft\
Van Wijk. Sanna had dien naam verwisseld
voor haar meisjesnaam, om haar zoon in zijn
carrière niet te hinderen. Gecompliceerd is
de zaak wel, want mr. Van Wijk dingt
naar de hand van de dochter van den kan
tonrechter, de lieftallige Ada Palfijn. En
juist mr. Palfijn hoewel met de familie
relaties niet op de hoogte zal Van Wijks
moeder moeten vonnissen.
Sanna echter wil eens probeeren of ze de
zaak ongedaan kan' maken. Daarom bezoekt
ze den kantonrechter. Vriendelijk bejegend
wordt ze niet, maar er komt een verande
ring ten goede voor Sanna als ze mr. Palfijn,
die lang lijdende was, het geheim van zijn
kwaal ontsluierd. Het eind van 'b lied is, dat
on or kou geen twijfel bestaan, of hij spotte.
„Juist dezelfde man, hier aan boord, cn bijna hij
toeval gevangengenomen
„Niet geheel bij toeval, ofschoon wel bijna. Hij
beweert een grief tegen Lionel te hebben, want
door Lionel kwam hij in het ongeluk. Gister
nacht, toen Lionel zoo haastig aan boord van de
galoi sprong, zag Jasper Leigh dc kans schoon
een oudo rekening te vereffenen en hij gebruikte
die. Ten gevolgo daarvan werd hij gevangenge
nomen."
„Zelfs zóó is het nog eon merkwaardig toe
val."
„Mylord, dikwijls moeten er wonderen gebeu
ren, om de waarheid aan het licht te doen ko
men," antwoordde Sir Olivier met een tikje van
zijn vroegoren spot. „Haal hom hier en onder
vraag hem. Hij weet niets van hetgcon hier ge
beurd is. Het zou krankzinnig zijn, te veron
derstellen, dat hij omgekocht is voor iets, dat
niemand? kon voorzien. Haal hem dus hier."
Voetstappen klonken buiten, maar niemand
lette or op dat oogenblik op.
„Werkelijk," zei Sir John, „wij zijn lang ge
noeg door leugenaars voor don gek gehouden."
De deur werd opengeworpen on de magere,
zwarte gestalte van den dokter verschoen. „Sir
John!" riep hij dringend, zonder plichtpleging
da verhandelingen onderbrekend en niot lettend
op den boozen blik van Lord Henry. „Jonker
Tressiliau is bij kennis gekomen. Hij vraagt oin
u en om zijn broeder. Gauw, heeren. Hij yer-
mindect aneL"
Sanna den rechter behandelt en beter maakt.
Wanneer haar zaak dan ook voorkomt, volgt
Vrijspraak na de verdediging door Van
Wijk want mr. Palfrjn weet nog een gaatje
te vinden om Saifna uit de gevangenis te
houden en schroomt niet, haar als weldoen
ster der menschheid voor te stellen.
Mr. Van Wijk heeft van zijn collega's
reeds onmiddellijk een smadelijk;:- bijegening
moeten ondervinden, dat hij deze zaak heefif
aangevat. Hij vraagt, eischt zelfs van zijn
moeder, dat ze nu haar beroep vaarwel
zal zeggen en weet Sanna ten slotte daartoe
te bewegen. En dan loopt alles nog heel
anders af, dan de jonge advocaat zich dat
dacht. De kantonrechter komt met een schare
kennissen van Sanna opdagen, 't Wordt een
grootsche huldiging. Zoo onder de hand ver-,
neemt Sanna, dat het vrijsprekend vonnis
reeds -eenige dagen voor de zitting, netjes
op papier was gesteld. Een beetje kwakzal
verij in de juristerij. Maar nu staat ze ook
anders tegenover haar zoon. Zij is dus door
haar „gave" niet alleen in staat geweest
hein te laten studeerem maar bezorgt heni
ook "nog de vrouw zijner keuze, het medisch©
studentje Ada Palfijn. Als allen vinden, dat
Sanna tot welzijn der menschheid moet werk
zaam blijven, is Sanna 't daarmee volkomen
eens. Wc eindigen nieb zegt z?, doch be
ginnen opnieuw.
De beide eerste bedrijven zijn de beste.
In 't laatste zijn zwakke plekken. Wat wil
de schrijver? Een pleidooi leveren voor ec-n
vrijere uitoefening der geneeskunde, of de
kwakzalverij neerslaan in dat korte tooneel-
tje, wanneer ze een geneesheer bij haar eigen
kind roept? Vertrouwt Sanna zelf wel in
haar,,gave", waarin ze toch inderdaad schijnt
te gelooven, wanneer ze van uea dokter af
kijkt, hoe hij haar kind behandelt? Van zoo'n
gesmade geneesheer zal een goede kwakzalf-
ster toch niets willen overnemen, al was
't alleen maar, omdat ze dan net deed als de
gestudeerde heeren.
Dan zou er ook nog wel wat te zeggen
zijn over het vrijsprekend vonnis. Wat zal
er gebeuren, wanneer men verneemt van de
verloving van Ada en Sanna's zoon? Mr. Pal-
fijn zal toch wel eens gedacht hebben over
die familierelaties?
„Kwakzalvers", is evenwel een zeer on
derhoudend stuk, met veel aardige vondsten.
Do vertolking was meesterlijk. Bovenal
Theo Mann-Bouwmeester in de hoofdrol. Hoe_
leefde die vrouw met haar warm hart voor
haar medemenschen, met haar liefde voor
haar zoon. Iïoe goed typeerde ze de gewiek
ste kwak'zalfster, wanneer ze bij mr. Pal-
fijn een bezoek brengt. Het schouwburgbe
stuur huldigde haar met bloemen, het publiek
met herhaald en lang applaus.
Daar waren vele kostelijke typen. Moor
dan ze noemen, kunnen we hier niet, wijl
't ons anders te ver zou voeren. Noemen
we Heensche, ais de dokter, die Sanna bij
staat, Felkert Kramer als de ambtenaar van
het O. M., Joh. Kaart, als de knecht van
Sanna, Laurentius, als do bode bij het kanton-
§erecht, Carel Rijken als de predikant, di©
anna's advie3 komt inwinnen en daarbij baat
vindt, Jeanne Timrot:Hopman, als een „juf
frouw", zoo'n heerlijk Amsterdarasch volks
type.
Const, van Kerckhoven Jr., was een goede
mr. Van Wijk en een paar lieve jongedames
waren Mien Vermeulen als Ada en Mi-entje
van der Lugt MeHert, als Sanna's dochfceitje
Eef.
X
Dc Fetrogradschc correspondent van do
.„Petit Parisian' heeft een onderhoud gc-
lind met Kerenski. De minister van justitie
verklaarde: Wij hebben een einde gemaakt
aan het achterbalcsche bewind; wij willen
het volle licht. De toestand is nog ernstig,
maar naar mijn oordeel zijn wij het hache
lijke oogeublik, dat cr kans was van- conflic
ten, reeds voorbij.
Binnen enkele dagen zal de voorloopigo
regeering den plcclitigen eed voor het Rus
sische volk afleggen. De regeering zal trouw
de opdracht, dio zij van de Dooma heeft ge
kregen, vervullen. De constitueercnde ver
gadering zal worden gekozen, zoodra do
omstandigheden het toelaten, maar het is
niet mogelijk het tijdstip thans reeds vast
tc stellen. Voor de constitueerende verga
dering zal aan vrouwen geen kiesrecht' wor-
toegekend, want wij hebben den tijd niet-om
een zoo groote hervorming voor te bereiden.
Het uitvoerend comité uit de Doema houdt
voortdurend zitting en zal permanent blij-
HOOFDSTUK XXVI.
Het Oordeel.
Het geheele gezelschap spoedde zich achtor
den dokter aan naar de kajuit beneden. Sir Oli
vier het laatst tusschen zijn bewakers. Zij vcr-
zamolden zich om de rustbank, waar Lionel lag,
met lijkkleurig gezicht, ztfAiar ademhalend, zijn
oogen dof en glazig.
Sir John liep op hem toe, ging op zijn knieën
liggen, en sloeg zijn armen liefkozend om dat
-stervende lichaam, liclitto hem zachtjes op'on
liet hem zóó tegen zijn horst rusten.
„Lionel!" riep hij op bedroefden loon. En toen,
alsof wraakgedachton de laatste oogenblikken
van zijn vriend zouden verzachten, voegde hij
er bij: „Wij hebben den schelm."
Heel langzaam en met blijkbare inspanning
keerde Lionel zijn hoofd naar rechts, en zijn dof
fe oogon zagen langs Sir John heen on keken
onderzoekend naar hen, die om hem heen stoa-
den.
„Olivier?" zei hij, hecsch fluisterend. „Waar is
Olivier?"
„Ge behoeft n niet tc verontrustenbe
gon Sir John, t^en Lionel hem in de rede viel.
„Wacht!" beval hij met luider stem. „Is Oli
vier veilig?"
„Ik ben hior," klonk Sir Olivier's diepe stem,
en zij, die tusschen hem en zijn broeder ston
den, wekon ter zijde, zoodat zij niet meor voor
hem stonden.
Lionel «at een weinig op, keek hem. een
ven als vertegenwoordiger van de Doema,
die niet vergadert. Op die wijze kan do re
geering voeling houden mot de volksverte
genwoordigers.
Hot arbeiderscomité heeft vijf leden ge
kozen om toezicht te houden op de daden dof
regeering.
In het leger wordt de toestand steeds be
ter. Officieren zijn volgens hot „Journal*1
van meening, dat het leger uit hot gebeurde
kracht zal putten om de overwinning te be
halen. Het leger is thans nationaal, do in-
tellectueclcn uit do steden zijn er verconigd
mot\le werklieden uit de fabrieken en de
hoeren.
Goetsjkof, de minister van oorlog, 13 te
Riga geweest en teruggekeerd met do b sto
opvattingen, over den toestand in het leger,
waarvan de ontvangst, die hem werd bereid,
en de bejegening door de soldaten, hem do
overtuiging gaven.
Redevoeringen zijn daar gehouden, die bij
het leger lévendig enthusiasme opwekten.
In liet leger wordt in het opperbevel wij
ziging gebracht,"waarbij het Fransche stel
sel gevolgd wordt, n.l. een opperbevelheb
ber, ondergeschikt aan het oorlogscomiló,
dat door eenige ministers aal worden ge
vormd.
Generaal Roeski Li ijl fc bevelhebber van het
noorderleger, bij het we*tsrle~c? wordt Everl
vervangen door Sjitzky en Jedewitsj blijft
bevelhebber van het Kaukasusleger.
Duitsche bladen vernemen, dat de gevan«
genneming van groot Nicolaas Nico'ajewitsj
op til is. Dit bericht vereischt wel beves
tiging.
Do ambassadeurs van de geallieerden zHp
thans door do nieuwe regeering ontvangen,
waarbij de Fransche gezant een hartelijks
toespraak hield.
Volledigheidshalve moeten we nog me'd ng
maken van liet volgende bericht uit Duit
sche bron. Volgens de „Köln. Ztg." heef#
do „Gazette de Lauzanne" het bericht van
iemand, die dezer dagen uit Petrograd ver
trokken is en die vertelde, dat de socia
listen een republiek willen. Overigens blijkt"
er tamelijk sterke tegenstand onder de koop
lui en ambachtslieden te Kief, Sjarkof on
Poltawa, die allen aan de keizerlijke familia
verknocht zijn. Miljoekof en zijn vrienden^
hebben zich vastgewerkt. Men vreest, dat de
partijen der uitersten hen opzij zullen schui
ven. Bepaalde generaals, o.a. Broessilof, zün
geenszins te vertrouwen. Ook is het leger*
verdeeld. In elk gevai srjn de hoofdofficieren
niet op de hand der voorloopige regeering.
Vraag: Ik heb een klein stukje land
verkocht onder de waarde, zonder mpn bor
gen er kennis van. te geven. Is nu deze koop»
geldig of kan hij door de borgen te niei
gemaakt worden? Het is nog niet overge
schreven bij den Notaris.
Antwoord: Maak u niet ongerust. Boiv
gen zijn alleen maar goed genoeg om te
betalen. Verder hebben zij niets in te bren
gen, tenzij natuurlijk zulks is beschreven.
Vraag: Zijn aangetrouwde kinderen wet
telijk verplicht de schulden, bestaande in te
leen opgenomen gelden, door hun schoonva
der, te betalen, die tegen hun zin of zon
der hun weten zijn opgenomen?
Antwoord: Blijkens uw verdere toe-,
lichting is deze z?.?.k er een van erfrecht.
Gp zijt. of liever uw vrouw is, als erfgenaam
van haar ouders, gerechtigd tot de baten en
verplicht tot de schulden der nalatenschap.
Intusschen zijt gij niet verplicht een erfe
nis. met meer schulden dan baten te aan
vaarden, maai- het is mogel\jk, dat de regelen
van den inbreng hier toepassing vinden.
Gij zult goed deen een notaris te raadplegen.
V raag: Een oude moeder leeft met haar
dochter të zamen. Onder den inboedel van
de moeder zijn er verscheidene huishoude
lijke en andere stukken, die het eigendom
zijn van de dochter.
Hoe moet die dochter nu handelen, om
te voorkomen, dat bij het overlijden der
moeder haar eigendom niet bp den inboedel
der moeder wordt opgenomen? Is het nu
voldoende, dat zp op een zegeltje van 22Vs.
cent een lijst maakt van die artikelen, die
haar eigendom zijn en dat de moeder dan
die lpst voor gezien teekent?
Antwoord: Een dergelijke verklaring
lijkt ons wel voldoende. Daarbp waren dan
nog tc voegen de kwitantiën van aankoop,
als die er nog zijn. Het kan ook geen
kwaad, tpdig de andere erfgenamen om
trent den boedel in te lichten.
oogenblik stilzwijgend aan. Toen zonk hij west
langzaam tegen do borst van Sir John.
„God is,mij, zondaar, genadig geweest," zei
hij, „daar Hij mij het middel schenkt, om nog
goed te maken vóór hét te laat is." Toen richtte
hij zich weer op en strekte zijn armen naar Sit
Olivier uit en riep smeekend: „Olivier! Broe
der! Vergeef mij!"
Olivier trad nader. Niemand kwam hem in
den weg, totdat hij, met zijn handen nog op dea'
rug gebonden, voor zijn broeder stond, zóó
groot, dat zijn tulband de lage zoldering van df.
kajuit raakte. Zijn gelaat stond streng en toor
nig.
„Waarvoor vraagt go mij vergeving?" vroeg
hij. Lionel trachtte te antwoorden, hij zonk wceL
terug in do armen van Sir John cn hijgde naar
adem; er kwam bloedig schuim op zijn lippen.
„Spreek! 0, spreek in Gods naam!" spoorde
Rosamunde hem van den anderen kant aan, en
haar stem trilde van doodsangst.
„Wees niet bang," fluisterde hij, „ik zal spre-
kon, God heeft mij hiervoor gespaard. Neem uw
armen van mij weg, Killigrew. Ik ben deda
laaghartigste monscli. Ik was het, die Picter
Godolphia doodde."
„Mijn Hemel!" krounde Sir John, terwijl Lord
H-.nry diep ademhaalde van verslagenheid eai
begrijpen
"M-
(Mol rolft.)
i»