Mo. 17511. LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 28 Maart. Tweede Blad. Anno 1917. Tweede Kamer. FEUILLETON. D© Zeevalls.. Os Revolutie in Rusland. Vragea en Antwoorden. 0 Zitting van gisteren. INTERPELLATIE. Da heer SNOECK HENKEMANS vraagt verlof, om tot den Minister van Oorlog eonige vragen te mogen richten over het buitengewoon verlof in het voorjaar. Besloten wordt Woensdag over dit ver- soek te beslissen. VERDEDIGING VAN INDIë. De heer TRO'eLSTRA vervolgde zijn redo en bepleit uitstel van de beslissing omtrent de defensie van Indië, te meer, omdat voor dezen oorlog een militieleger toch goen diensten meer zou kunnen bewij zen, tenzij de oorlog «nog jaren lang duurt. Ook om den politieken toestand in Indië is hot tijdstip niet gunstig voor de invoe ring van oen militieleger in Indië. Spr. wijst op de herhaalde opstootjes on onvol doende ontwikkeling der bevolking en op het gemis aan politieke vrijheid. De volks raad in zijn tegenwoordige samenstelling kan geen bevrediging geven. Een grondslag van vertegenwoordigers bestaat er nog geenszins. Een Indisch militieleger is een aan beide zijden snijdend zwaard.Ook schijnt men inzake een militieleger do kosten al zoor licht te tellener wordt gezegdIn dië kan dat zelf betalen, maar men heeft daaromtrent volstrekt geen zekerheid. Ten slotte deelt spr. mede, dat do soc.- democraten hun stem aan dit wetsontwerp niet zullen geven, zij willen niet het impe rialisme versterken en evenmin het militai risme ,dat men weder uit te breiden zoekt. De heer BOGAARDT betoogt, dat heb er om gaat Indië weerbaar te maken. Op ons rust de verantwoordelijkheid voor de bescherming van Indië bij een mogelijken aanval. De soc-dom. zijn vredelievond, de andore leden der Kamer,ook; maar wanneer men bij oen soc.-dem. inbreekt, zal dezen ook pogoa dat te beletten. Wij allerminst} be hoeven een weermacht anders dan uit de fensief oogpunt. Spr. betuigt instemming met het wets ontwerp en vraagt do Regeering het amen- dement-Heeres over te nomen. Gewenscht is ook in het Indisch reglement een bepa ling op to remen als die van art. 18-4 der Grondwet zoodat do Indische miliciens niet buiten hot grondgebied der koloniën kunnen worden gezonden. Voorts dringt spr. cr op aan de miliciens niet te behande len als de soldaten in het beroepsleger. Do hoer HEER-ES betoogt, dat het hier alleen betreft Indië een militielogor te ge ven als zoodanig ook aanvaardt, hij het ont werp, echter los van de toelichting. Met een enkel woord verdedigt spr. dan nog zijn amendementom in de voorgestel de wijziging van art. 113 de woorden van het slot van het eerste lid te wijzigon en tevens tot verdediging van het grondge bied van Nederl.-Indië. Do hoer SCHEURER betoogt, dat zij ver plicht zijn Indië weerbaar te maken. Spr. gaat dit uitvoerig na aan de hand van dr. Kuyper's anti-revolutionaire staatkunde. Het inlandsclie volk moet in saanihoorigheid medewerken tot zijn verdediging. Spr. betoogt, dat met de verplichtingen ni^eb behoeft tc worden gewacht totdat po litieke rechten zijn toegekend. Ook Japan begon na zijn ontwaking dadelijk met ver sterking van leger en vloot. Maar willen wij wat voor#do defensief van Indië doen, dan moet er ook geld voor beschikbaar zijn voel geld zelfs. De vraag is maarWie moet dat betalen? Alles ten laste van In dië te loggen, schijnt spr. onjuist gezien. Wij zijn zedelijk verplicht zeiven golden daartoe bij të dragon, het gaat niet aan daar Indië alleen voor op te» laten komen. Hij wil echter alleen met do Regeering moogaan als de hoofdverdediging ter zee wordt gevonden. De heer DE YISSER bestrijdt o.m. de bewering, dat de betoogen van majoor Yan cler Weyden en do oud-gouverneur-gene- raal Van Heutsz kapitalistische bijoogmer ken hadden. tlierna wordt dc vergadering verdaagd tot 's avonds 8 uren Avondvergadering. DÜTJRTETOESLAGEN AAN RIJKS AMBTENAREN EN -BEAMBTEN. De heer KETELAAR constateert met genoegen, dat er een aanmerkelijke verschil ia tusschen de verleden jaar en de thans Roman uit het laatst der 16de eeuw, naar het Engelsch van Rafaël Sabatini. 71) „Hebt gij?"' brulde hij, plotseling boos wor dend. „Gij zult toch nog wat meer liooreo. Do waarheid zal zogovieron, hebt gij zelf gezegd; e<n dat «al ook gebeuren, omdat deze lieve vrouw het verlangt." Hij had een kleur gekregen, zijn liclito oogen gelekon etalon punten, en als stalen punten oefenden zij een zekeren dwang uit. Hij had daar voor hen gestaan, half spottend en onver schillig, bereid om opgehangen to worden, en verlangend, dat de zaak zoo spoedig mogelijk öf- geloopen zou zijn. Maar dat was voordat hij vermoedde, dat het leven hem nog iets te bieden kon hobben, omdat "hij meende, dat Rosamundo .voorgoed verloren voor hem was. Wel had hij de herinnering aan een zekoro teederheid, die zij hem dea vorigen nacht aan boord betoond had, waar hij had dio teoderheid niet hoogcr goschat 'dut door den toestand van het oogenblik inge geven. Bijna had hij hetzelfde hier gedacht, tot- Iftt fc* getuige was, hoe heftig en wanhopig «ij voor ajn leren vocht, tot hij hoorde en voolde de QÊÊtsU/bti^i -SMM hfor kvkinlimlf, my hem ingediend© voorstellen. Overigons heeft de Commissio van Rapporteurs in het onder houd met den Minister nog verschillende verbeteringen verkregen. De Commissie heeft daarbij echter tovons ervaren, dat het geen nut zou hebben thans nog meer wijzigingen voor te stellen. Niettemin dringt spr. er namens de Commissie sterk op aan het niet in geld rekening brengen van den aftrek voor de verplichte pensioen bijdrage alleen te doen gelden voor de sa larissen beneden de f 1900, doch voor de hoogere salarissen het netto-traktement te doen gelden. Spr. dringt voorts aan op de instelling eener. Staatscommissie voor de algemeene herziening der salarissen, mits die commis sie niet een- kapstok worde, waaraan allo andere verbeteringen worden opgehangen. Tevens dient gestreefd naar een blijvend contact tusschen de overheid en de ambte- naronorganisaties. Ten slotte dient spr. een motie in, waar bij do Regeering wordt uitgenoodigd met voorstellen fe komen betreffendo een duurtetoelsag aan de door het Rijk ge- p ensionneer den De heer DUYMaER VAN TWIST meent, dat oen der voornaamste werkzaamheden der Staatscommissie zou moeten zijn het rubriceeren der ambtenaren, beambten, en werklieden. In de commissie dienen opge nomen vertegenwoordigers der belangheb bende vakbonden. Spr. dapkt voor de ver ruiming der aanvankelijke regeling, doch uit nog enkele desiderata. De heer TER LAAN (Rotterdam) licht zijn motie toe, uitsprekende de wensche- lijkheid van salarisverbotoring voor het personeel, werkzaam bij de directe belas tingen, invoerrechten en accijnzen, voor zoover het tot den actieven dienst behoort. Ook deze spreker dringt er op aan, dat in de Staatscommissie belanghebbenden zullen worden opgenomen. Hij acht hot ge heel onjuist gezien thans te komen met den bijslag in Haats van met een loonsver- hooging on verlangt op zijn beurt nog en kele verbeteringen in de voorgestelde re geling. Hij geeft niet toe, dat do Commis sie v$n Rapporteurs belangrijke ver beteringen verkreeg. Spr. dient een motie in, verzoekende dc loongrens te verhoogen van 1900 op f 2500 en den hooftjbijslag voor gehuwden en daarmede gclijkge3tellcn van f 80 h. f 120 (f 80 voor kinderbijslag) op f 150 en een hoofdbijslag voor ongeliuwden uit te trek ken van f 75. De lieer DE JONG betoogt, dat den ainb- lenarenorganisaties meer invloed bij de salarisregeliiy* moet worden toegekend en steunt daarom den aandrang van de Staatscommissie ook vertegenwoordigers dier organisaties op tc nemen. Den duurte- tocslag acht spr. te laag. Hij zou de loon grens op minstens f 3000 willen brengen. Do heer SNOECK HENKEMANS juicht dc bepaling van den toeslag naar een per centage van het loon toe. Hij kan zich even wol niet vcreenigen met den aftrek voor ovorwerk. Yoorts wenscht hij ook den toe slag voor onderwijzers en bijzondere kweekscholen en voor bedienaren van den godsdienst. De heer KOLKMAN breng de Regeering hulde voor do kloeke wijze, waarop zij is tegemoetgekomen aan verschillende bezwa ren. Evenwel heeft, zij onrecht gedaan aan de beter gesalariecrden door toegeven aan den aandrang der Kamer om de ver plichte pensioenbijdrage in mindering te brengen bij de bepaling van het in geld vastgestelde salaris. MINISTER TREUB zegt, dat de Regee ring zo 3 ver mogelijk is gegaan in haar te gemoetkoming. De Staatscommissie voor dc loonregeling is reeds benoemdvertegen woordigers der organisaties zijn echter daarin niet opgenomen. Dc samenstelling der commissie zal echter volledig vertrou wen wekken. Yerder krijgt zij de bevoegd heid sub-commissies te benoemen en de amb tenaren-organisaties mondeling ca schrif telijk te liooren. Een blijvend contact tus schen Regeering en ambtenaren kan in welwillende overweging worden genomen. De loongrens van clo Regeering, mede met het oog op do kosten, niet verhoogen. Ook kan zij niet terugkomen op het stelsel van de percentage. Aan het bezwaar van het niet in mindering brengen der verplichte pensioenbijdrage wil do Minister beproe ven te gemoet te komen. Ook is het moge lijk, dat dc ondeïwijzers van do bijzondere kweekscholen nog worden opgeno men. Do gepensionneerden komen even- liefhad, en verlangde iets good te maken voor alles, wat hij vroeger geleden had.-Dat had hem opgewekt, en zoo cr nog een prikkel was noodig geweest, dan had hij dien gekregen, toen zij haar woorden voor leugens uitmaakten, haar in 't gezicht uitlachten om hetgeen zij veronderstel den, dat leugens waren. Toorn had hem aange grepen, waardoor zijn besluit versterkt werd, om tegen hen stand to houden, en het ocnige, hem overgebleven wapen te gebruiken, dat een geze gend toeval, een rechtvaardig God bijna ondanks hemzelf binnen zijn bereik.gesteld had. „Ik dacht weinig, heeren," zei hij, „dat Sir John door de hand van het noodlot zelf geleid werd, toen hij gisteravond met verkrachting van de voorwaarden van mijn overgave een gevan gene van mijn schip nam. Dio man is, zooals ik reeds gezegd heb, een "gewezen Engelsch zeeman, Jasper Leigh genaamd. Hij viel mij eenige maan den geleden in handen, en Icoos denzclfdon weg, als ik onder gelijke omstandigheden deed, om van de slavernij verlost to wordon. Ik was zoo genadig hem dit toe te staan, want hij is de zelfde schipper, die door Lionel aangenomen was, om mij te overvallen on naar Barbarije te brengen. Met mij viel hij in handen van do Spanjaarden. Laat hem hier brengen en onder vraag hem." Stilzwijgend keken zij hem allen aan, maar op meer dan één gezicht zag hij verbazing over zijn onbeschaamdheid, zooals «ij hot noemden. Eindolijk sprak Lord Henry. „Voorzeker, heer, dii_l4 *etr vreemd, meer 4an vrdocht vreemd." wel niet in aanmerking, daar zij niet meer in verband sfcaan tot den Staat. De motie-Ter Laan betreffendo verhoo ging van loongrens en toeslag is onaanne melijk. In het loon der lcommiezen zal eenige verbetering worden gebracht. Ove rigens- behoort ook deze zaak .bij de Staats commissie thuis. MINISTER BOSBOOM deelt mede, dat de toeslag ook aan het niet-beroepsperso- neel van het leger zal worden gegeven. Bij de replieken worden do m'otics ge handhaafd. De heer Ketelaar wijziigt de zijne, zoodat niet meer .van wenschelijkheid maar van billijkheid wordt gesproken. De stemming over de moties zal Woensdag plaats hebben. Het w,-o. wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Do kamer handelde daarna eenige con clusies op adressen af. Te 12.15 wordt de vergadoring verdaagd tot Woensdag half- twaalf. LEIDSCHE SCHOUWBURG. „Kwakzalvers". We hadden gedacht dat in deze stad van medici en kwakzalvers, de schouwburg geheel gevuld zou zijn geweest. Meermalen is ge bleken, dat deze beide categorieën van be oefenaars der geneeskunde belangstelling voor elkaar gevoelen. Herbergt de sleutel stad naast de medische faculteit aan haar oude academie niet eenige, in het geheele land bekende kwakzalvers? En was er niet steeds een groote belangstel ing, wanneer een van do leden van dit gilde voor den rechter rekenschap van ^zrjn daden moest geven? Zoo heeft Henri Dekking's nieuwste tooneel- werk niet kunnen trekken. JDat was jam mer, want we hebben hier een stuk met dik wijls uitnemend -geslaagden humor, waarvan, de beide eerste bedrijven knap gebouwd en dat door de K. V. „Het Nederlandsch Tooneei" voortreffelijk wordRgegeven. Schrij ver eii opvoerders hadden meer waardeering verdiend. Op één oogenblik wareö twee Rotterdam mers bezig het onderwerp „kwakzalverij" te behandelen. Mr. Van Rossum nam in zijn „Pomarius" de juristerij onder handen, Henri Dekking* had de medicijnen tot terrein ge kozen, al Iaat hij de juristen ook niet ge heel ongemoeid. Beide stukken w?rden door de Koninklijke aangenomen en beide hebben we hier gezien. En van „Kwakzalvers" èn van „Pomarius" moeten we verklaren, dat aan de vertolkers de schrijvers dank ver schuldigd zijn, want van 7t succes hebben ze een groot aandeel. We willen ons verder tot „Kwakzalvers" bepalen.. De hoofdpersoon in het stuk is Sanna, ge wezen keukenmeid van mevroiv. Dias, die voortref"e'ipi:e cir.ers kan klaarmaken. Haar keukenmeid-loopbaan eindigt, wanneer ze een eerbaar apothekers): ediende trouwt. Wat na tuurlijker dan dat Sanna versland van me dicijnen krijgt. Als haar man dan bij haai de „gave" ontuektr is 't zaakje compleet, want van dat oogenblik af begint het goud verdienen. Zulke meuschen verdienen geen geld meer. Sauna verricht hot eene won der na het andere en staatslieden, ministers, professoren, kortom allen komen den raad van de slapende dame met de „gave" inwin nen. Genezingen zonder tal natuiu'lijk en evenals dat in het gewone leven het geval is over de mislukkingen verneemt men niets. Sanna, goed met dc wet bekend, zorgt er voor, dat er steeds een medicus bij 't consult aanwezig is. Daardoor blijft ze uit de handen van den rechter. Maar in een on voorzichtig oogenblik vliegt ze er in. Ze behandelt een politie-agent als de dokter een door Sanna uitverkorene uit 48 sol licitanten, die nogwel cum laude gepromo veerd is afwezig is. Met haar verdediging zal ach belasten, hoewel tegen haar zin, haar zoon, nft\ Van Wijk. Sanna had dien naam verwisseld voor haar meisjesnaam, om haar zoon in zijn carrière niet te hinderen. Gecompliceerd is de zaak wel, want mr. Van Wijk dingt naar de hand van de dochter van den kan tonrechter, de lieftallige Ada Palfijn. En juist mr. Palfijn hoewel met de familie relaties niet op de hoogte zal Van Wijks moeder moeten vonnissen. Sanna echter wil eens probeeren of ze de zaak ongedaan kan' maken. Daarom bezoekt ze den kantonrechter. Vriendelijk bejegend wordt ze niet, maar er komt een verande ring ten goede voor Sanna als ze mr. Palfijn, die lang lijdende was, het geheim van zijn kwaal ontsluierd. Het eind van 'b lied is, dat on or kou geen twijfel bestaan, of hij spotte. „Juist dezelfde man, hier aan boord, cn bijna hij toeval gevangengenomen „Niet geheel bij toeval, ofschoon wel bijna. Hij beweert een grief tegen Lionel te hebben, want door Lionel kwam hij in het ongeluk. Gister nacht, toen Lionel zoo haastig aan boord van de galoi sprong, zag Jasper Leigh dc kans schoon een oudo rekening te vereffenen en hij gebruikte die. Ten gevolgo daarvan werd hij gevangenge nomen." „Zelfs zóó is het nog eon merkwaardig toe val." „Mylord, dikwijls moeten er wonderen gebeu ren, om de waarheid aan het licht te doen ko men," antwoordde Sir Olivier met een tikje van zijn vroegoren spot. „Haal hom hier en onder vraag hem. Hij weet niets van hetgcon hier ge beurd is. Het zou krankzinnig zijn, te veron derstellen, dat hij omgekocht is voor iets, dat niemand? kon voorzien. Haal hem dus hier." Voetstappen klonken buiten, maar niemand lette or op dat oogenblik op. „Werkelijk," zei Sir John, „wij zijn lang ge noeg door leugenaars voor don gek gehouden." De deur werd opengeworpen on de magere, zwarte gestalte van den dokter verschoen. „Sir John!" riep hij dringend, zonder plichtpleging da verhandelingen onderbrekend en niot lettend op den boozen blik van Lord Henry. „Jonker Tressiliau is bij kennis gekomen. Hij vraagt oin u en om zijn broeder. Gauw, heeren. Hij yer- mindect aneL" Sanna den rechter behandelt en beter maakt. Wanneer haar zaak dan ook voorkomt, volgt Vrijspraak na de verdediging door Van Wijk want mr. Palfrjn weet nog een gaatje te vinden om Saifna uit de gevangenis te houden en schroomt niet, haar als weldoen ster der menschheid voor te stellen. Mr. Van Wijk heeft van zijn collega's reeds onmiddellijk een smadelijk;:- bijegening moeten ondervinden, dat hij deze zaak heefif aangevat. Hij vraagt, eischt zelfs van zijn moeder, dat ze nu haar beroep vaarwel zal zeggen en weet Sanna ten slotte daartoe te bewegen. En dan loopt alles nog heel anders af, dan de jonge advocaat zich dat dacht. De kantonrechter komt met een schare kennissen van Sanna opdagen, 't Wordt een grootsche huldiging. Zoo onder de hand ver-, neemt Sanna, dat het vrijsprekend vonnis reeds -eenige dagen voor de zitting, netjes op papier was gesteld. Een beetje kwakzal verij in de juristerij. Maar nu staat ze ook anders tegenover haar zoon. Zij is dus door haar „gave" niet alleen in staat geweest hein te laten studeerem maar bezorgt heni ook "nog de vrouw zijner keuze, het medisch© studentje Ada Palfijn. Als allen vinden, dat Sanna tot welzijn der menschheid moet werk zaam blijven, is Sanna 't daarmee volkomen eens. Wc eindigen nieb zegt z?, doch be ginnen opnieuw. De beide eerste bedrijven zijn de beste. In 't laatste zijn zwakke plekken. Wat wil de schrijver? Een pleidooi leveren voor ec-n vrijere uitoefening der geneeskunde, of de kwakzalverij neerslaan in dat korte tooneel- tje, wanneer ze een geneesheer bij haar eigen kind roept? Vertrouwt Sanna zelf wel in haar,,gave", waarin ze toch inderdaad schijnt te gelooven, wanneer ze van uea dokter af kijkt, hoe hij haar kind behandelt? Van zoo'n gesmade geneesheer zal een goede kwakzalf- ster toch niets willen overnemen, al was 't alleen maar, omdat ze dan net deed als de gestudeerde heeren. Dan zou er ook nog wel wat te zeggen zijn over het vrijsprekend vonnis. Wat zal er gebeuren, wanneer men verneemt van de verloving van Ada en Sanna's zoon? Mr. Pal- fijn zal toch wel eens gedacht hebben over die familierelaties? „Kwakzalvers", is evenwel een zeer on derhoudend stuk, met veel aardige vondsten. Do vertolking was meesterlijk. Bovenal Theo Mann-Bouwmeester in de hoofdrol. Hoe_ leefde die vrouw met haar warm hart voor haar medemenschen, met haar liefde voor haar zoon. Iïoe goed typeerde ze de gewiek ste kwak'zalfster, wanneer ze bij mr. Pal- fijn een bezoek brengt. Het schouwburgbe stuur huldigde haar met bloemen, het publiek met herhaald en lang applaus. Daar waren vele kostelijke typen. Moor dan ze noemen, kunnen we hier niet, wijl 't ons anders te ver zou voeren. Noemen we Heensche, ais de dokter, die Sanna bij staat, Felkert Kramer als de ambtenaar van het O. M., Joh. Kaart, als de knecht van Sanna, Laurentius, als do bode bij het kanton- §erecht, Carel Rijken als de predikant, di© anna's advie3 komt inwinnen en daarbij baat vindt, Jeanne Timrot:Hopman, als een „juf frouw", zoo'n heerlijk Amsterdarasch volks type. Const, van Kerckhoven Jr., was een goede mr. Van Wijk en een paar lieve jongedames waren Mien Vermeulen als Ada en Mi-entje van der Lugt MeHert, als Sanna's dochfceitje Eef. X Dc Fetrogradschc correspondent van do .„Petit Parisian' heeft een onderhoud gc- lind met Kerenski. De minister van justitie verklaarde: Wij hebben een einde gemaakt aan het achterbalcsche bewind; wij willen het volle licht. De toestand is nog ernstig, maar naar mijn oordeel zijn wij het hache lijke oogeublik, dat cr kans was van- conflic ten, reeds voorbij. Binnen enkele dagen zal de voorloopigo regeering den plcclitigen eed voor het Rus sische volk afleggen. De regeering zal trouw de opdracht, dio zij van de Dooma heeft ge kregen, vervullen. De constitueercnde ver gadering zal worden gekozen, zoodra do omstandigheden het toelaten, maar het is niet mogelijk het tijdstip thans reeds vast tc stellen. Voor de constitueerende verga dering zal aan vrouwen geen kiesrecht' wor- toegekend, want wij hebben den tijd niet-om een zoo groote hervorming voor te bereiden. Het uitvoerend comité uit de Doema houdt voortdurend zitting en zal permanent blij- HOOFDSTUK XXVI. Het Oordeel. Het geheele gezelschap spoedde zich achtor den dokter aan naar de kajuit beneden. Sir Oli vier het laatst tusschen zijn bewakers. Zij vcr- zamolden zich om de rustbank, waar Lionel lag, met lijkkleurig gezicht, ztfAiar ademhalend, zijn oogen dof en glazig. Sir John liep op hem toe, ging op zijn knieën liggen, en sloeg zijn armen liefkozend om dat -stervende lichaam, liclitto hem zachtjes op'on liet hem zóó tegen zijn horst rusten. „Lionel!" riep hij op bedroefden loon. En toen, alsof wraakgedachton de laatste oogenblikken van zijn vriend zouden verzachten, voegde hij er bij: „Wij hebben den schelm." Heel langzaam en met blijkbare inspanning keerde Lionel zijn hoofd naar rechts, en zijn dof fe oogon zagen langs Sir John heen on keken onderzoekend naar hen, die om hem heen stoa- den. „Olivier?" zei hij, hecsch fluisterend. „Waar is Olivier?" „Ge behoeft n niet tc verontrustenbe gon Sir John, t^en Lionel hem in de rede viel. „Wacht!" beval hij met luider stem. „Is Oli vier veilig?" „Ik ben hior," klonk Sir Olivier's diepe stem, en zij, die tusschen hem en zijn broeder ston den, wekon ter zijde, zoodat zij niet meor voor hem stonden. Lionel «at een weinig op, keek hem. een ven als vertegenwoordiger van de Doema, die niet vergadert. Op die wijze kan do re geering voeling houden mot de volksverte genwoordigers. Hot arbeiderscomité heeft vijf leden ge kozen om toezicht te houden op de daden dof regeering. In het leger wordt de toestand steeds be ter. Officieren zijn volgens hot „Journal*1 van meening, dat het leger uit hot gebeurde kracht zal putten om de overwinning te be halen. Het leger is thans nationaal, do in- tellectueclcn uit do steden zijn er verconigd mot\le werklieden uit de fabrieken en de hoeren. Goetsjkof, de minister van oorlog, 13 te Riga geweest en teruggekeerd met do b sto opvattingen, over den toestand in het leger, waarvan de ontvangst, die hem werd bereid, en de bejegening door de soldaten, hem do overtuiging gaven. Redevoeringen zijn daar gehouden, die bij het leger lévendig enthusiasme opwekten. In liet leger wordt in het opperbevel wij ziging gebracht,"waarbij het Fransche stel sel gevolgd wordt, n.l. een opperbevelheb ber, ondergeschikt aan het oorlogscomiló, dat door eenige ministers aal worden ge vormd. Generaal Roeski Li ijl fc bevelhebber van het noorderleger, bij het we*tsrle~c? wordt Everl vervangen door Sjitzky en Jedewitsj blijft bevelhebber van het Kaukasusleger. Duitsche bladen vernemen, dat de gevan« genneming van groot Nicolaas Nico'ajewitsj op til is. Dit bericht vereischt wel beves tiging. Do ambassadeurs van de geallieerden zHp thans door do nieuwe regeering ontvangen, waarbij de Fransche gezant een hartelijks toespraak hield. Volledigheidshalve moeten we nog me'd ng maken van liet volgende bericht uit Duit sche bron. Volgens de „Köln. Ztg." heef# do „Gazette de Lauzanne" het bericht van iemand, die dezer dagen uit Petrograd ver trokken is en die vertelde, dat de socia listen een republiek willen. Overigens blijkt" er tamelijk sterke tegenstand onder de koop lui en ambachtslieden te Kief, Sjarkof on Poltawa, die allen aan de keizerlijke familia verknocht zijn. Miljoekof en zijn vrienden^ hebben zich vastgewerkt. Men vreest, dat de partijen der uitersten hen opzij zullen schui ven. Bepaalde generaals, o.a. Broessilof, zün geenszins te vertrouwen. Ook is het leger* verdeeld. In elk gevai srjn de hoofdofficieren niet op de hand der voorloopige regeering. Vraag: Ik heb een klein stukje land verkocht onder de waarde, zonder mpn bor gen er kennis van. te geven. Is nu deze koop» geldig of kan hij door de borgen te niei gemaakt worden? Het is nog niet overge schreven bij den Notaris. Antwoord: Maak u niet ongerust. Boiv gen zijn alleen maar goed genoeg om te betalen. Verder hebben zij niets in te bren gen, tenzij natuurlijk zulks is beschreven. Vraag: Zijn aangetrouwde kinderen wet telijk verplicht de schulden, bestaande in te leen opgenomen gelden, door hun schoonva der, te betalen, die tegen hun zin of zon der hun weten zijn opgenomen? Antwoord: Blijkens uw verdere toe-, lichting is deze z?.?.k er een van erfrecht. Gp zijt. of liever uw vrouw is, als erfgenaam van haar ouders, gerechtigd tot de baten en verplicht tot de schulden der nalatenschap. Intusschen zijt gij niet verplicht een erfe nis. met meer schulden dan baten te aan vaarden, maai- het is mogel\jk, dat de regelen van den inbreng hier toepassing vinden. Gij zult goed deen een notaris te raadplegen. V raag: Een oude moeder leeft met haar dochter të zamen. Onder den inboedel van de moeder zijn er verscheidene huishoude lijke en andere stukken, die het eigendom zijn van de dochter. Hoe moet die dochter nu handelen, om te voorkomen, dat bij het overlijden der moeder haar eigendom niet bp den inboedel der moeder wordt opgenomen? Is het nu voldoende, dat zp op een zegeltje van 22Vs. cent een lijst maakt van die artikelen, die haar eigendom zijn en dat de moeder dan die lpst voor gezien teekent? Antwoord: Een dergelijke verklaring lijkt ons wel voldoende. Daarbp waren dan nog tc voegen de kwitantiën van aankoop, als die er nog zijn. Het kan ook geen kwaad, tpdig de andere erfgenamen om trent den boedel in te lichten. oogenblik stilzwijgend aan. Toen zonk hij west langzaam tegen do borst van Sir John. „God is,mij, zondaar, genadig geweest," zei hij, „daar Hij mij het middel schenkt, om nog goed te maken vóór hét te laat is." Toen richtte hij zich weer op en strekte zijn armen naar Sit Olivier uit en riep smeekend: „Olivier! Broe der! Vergeef mij!" Olivier trad nader. Niemand kwam hem in den weg, totdat hij, met zijn handen nog op dea' rug gebonden, voor zijn broeder stond, zóó groot, dat zijn tulband de lage zoldering van df. kajuit raakte. Zijn gelaat stond streng en toor nig. „Waarvoor vraagt go mij vergeving?" vroeg hij. Lionel trachtte te antwoorden, hij zonk wceL terug in do armen van Sir John cn hijgde naar adem; er kwam bloedig schuim op zijn lippen. „Spreek! 0, spreek in Gods naam!" spoorde Rosamunde hem van den anderen kant aan, en haar stem trilde van doodsangst. „Wees niet bang," fluisterde hij, „ik zal spre- kon, God heeft mij hiervoor gespaard. Neem uw armen van mij weg, Killigrew. Ik ben deda laaghartigste monscli. Ik was het, die Picter Godolphia doodde." „Mijn Hemel!" krounde Sir John, terwijl Lord H-.nry diep ademhaalde van verslagenheid eai begrijpen "M- (Mol rolft.) i»

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1917 | | pagina 5