Pak me mee- No. 17505. Eerste Kamer. FEUILLETON. JD© - Süüa v êv 11^. Tweede Kamer. De Revolutie in Rusland. Het morgen verschijnend nummer bevat o.a. als voorplaat: De eerste vrouwelijke beroepschauffeur in Nederland. Voorts: Portret van den Tsaar van Rus land, die afstand van den troon gedaan heeft, en twee foto's, op de revolutie ?te St-Petersburg betrekking hebbend:. Do buitenplaats Marlot", die voor een mil- lioen gulóen door den Raad van Den Haag aangekocht is. Plechtige installatie yan jhr. Stern als burgemeester van Voorburg. Het gebouw van het Ministerie van Oorlog te W ashington. Het innemen van kolen op een Amerikaansch oorlogsschip. Het geven van signalen op een Amori- kaansch oorlogsschip. Schietoefeningou op een Amerikaansch oorlogsschip. Fran- sche onderzeeërs in do Middellandsche Zee. Proeven op het gebied van kracht ©n lenigheid, met 11 foto's. Een pagina Caricaturen. door Ton van Tast Vergadering van Dinsdag. .REGELING VAN WERKZAAMHEDEN. De VOORZITTER doelt mede, dat door do Centrale Afdoeling besloten is, indien heden de beraadslagingen niet afloopen en morgen worden voortgezet, onmiddellijk na afloop daarvan, en anders morgen don goheelen dag, zoo noodig ook Donderdag, cenigo wetsontwerpen in de afdeelingen. to onderzoeken Voorts stelt de Voorzitter voor, a.s. Vrij dag in openbare behandeling to nemen de Ifuurcommissicwet "en eventueel nog coni- ge andero ontwerpen, die alsdan in staat van wijzen mochten zijn. VERSCHILLENDE WETSONTWERPEN. Z. h. s. worden achtereenvolgens aange nomen een onteigeningsontwerp voor de algemeenc bogTaafplaats te Leeuwarden, een suppl. Oorlogsbogrooting 191G en een suppl. begroeting 1916 voor do artillorie- inrichtingon. REGISTRATIERECHT. Aan de orde is, daarna het w. o. tot hef fing van rechten van registratie. Do heer TJARDA VAN STARKEN- BORGH STACHOUWER betoogt de wen- rchëlijkhcid van een afzonderlijke rogeling betreffende dc overdracht van crfpachts- gronden en van beklemd goed. Hij onder steunt oen desbetreffend adres van |Ged. Staten van Groningen. De heer LAAN wijst op dc vele veilin gen, die dagelijks gehouden worden: hout- veilingen, koffieveilingen, enz. Hij zegt, dat het moeilijk zal zijn den rechten porsoon te treffen, aan wien na do veiling iets wordt gegund. Spr. is tevreden, indien do Min. toezegt, bij een nadere wijziging van de wet op do geopperde bezwaren to zullen letten. De heer VAN NIEROP betoogt, dat do raming der opbrengst niet zoo groot zal zijn als do Minister meent, met name. wat betreft het recht voor do oprichting van vennootschappen. Hij betwijfelt of het ont werp wel past in de lijst van dezen tijd, waarin zoo groote behoefto is aan verster king der middelen. D^ indirecte belastingen vcrljoogen gaat niet. Men zal het dan moe-, ten zoeken in een verhooging van de in komstenbelasting, zij het in den vorm van lootbelasting, enz. Daarom had do Min. meer uit hot Registratierecht moeten ha len. Thans wordt het recht voor twee soor ten naamlooze vennootschappen vermin derd cn wel hypothcekhoudendc cn verze keringsmaatschappijen. die werken mot niet volgestorte aandeelen. Deze worden dus gefavoriseerd, terwijl ze geen begunsti ging noodig hobben. Wat de inbreng van huizen in bouwmaatschappijen betreft, ook daarvoor wordt het recht verminderd en wel van 2.76V& tot 2.50 pCt. De bepaling om misbruik te voorkomen moet gemak kelijk te ontduiken zijn. Voor alle Maat schappijen, wier kapitaal hooger is dan Roman uit het laatst der 16de eeuw, naar het Engelsch van Rafaël Sabatini. 05) .Dit, Sir Jubn. dat, tenzij gij uw mannen to- rug roopt en zweert van den aanval af te zien, u "met ons dadelijk rechtstreeks naar den kel der zijd. Ik werp deze lantaarn in hel kruit, wij zinken, cn gij gaat mot ons mede, -dank zij uw eigen enterhaken. Gehoorzaam mij, en gij zult alles hebben wat gij hier aan boord komt zoe ken Jonkvrouw Rosamundc zal u uitgeleverd worden." Sir .Toi; ok hem een oogenblik van het achterdek m nadenkend aan. Daarop zei hij: „Hoewel niet gezind, een vergelijk met u te treffen, wil ik tocli de voorwaarden, die gij stelt, aannemen maar alleen, als ik werkelijk alles krijg, wat ik ben komen zoeken. Er is aan boord van deze galei een ecrlooze, afvallige honcl, dien ik bij mijn ridderwoord gezworen heb. gevangen te nemen en op te hangen, IIij moet mij ook uitgeleverd worden Zijn naam was Olivier Tressilian." Dadelijk, zonder aarzeling, kwam het ant woord: „Hem zal ik ook uitleveren, als gij zweert, dat gij dau zult heengaan, en niemand verder'hier kwaad zult doen." Rosamundc hield haar adem in cn groep Sakr-el-Bahr's arm; den.arm, die dc lantaarn vasthield. „Wees voorzichtig, jonkvromvc," zei hij kort af, „of gij zult ons allen vernietigen Dat is beteiT' antwoordde zij hem. En toon gaf Sir John hem zijn woord, dat na zijn eigen uitlevering en die van Rosamundc, hij vertrekken zou, zonder vorder iemand leed te doen. f 40,000, wordt het bedrag der heffing ver minderd. Spr. wijst verder, aan de hand van een adres van do Amsterdamscho Kamer van Koophandel en van de Ycreeniging voor don Effectenhandel, op de na-deelige gevol gen, de heffing Van het recht op de op richting van naaml. vennootschappon. Het gaat niet aan eerst de aandeelhou ders te belasten en dan nog eens de naam looze vennootschappen, waarbij geen reke ning gehouden wordt met draagkracht. Het is een omgekeerd sucoessiorechteen recht op de _geboorte, eigenlijk ccn recht op den ondernemingsgeest. Dat is vooral schadelijk in een tijd als deze, waarin voor al met het oog op de toestanden na een oorlog do ondernemingsgeest moot worden aangewakkerd. Uit de cijfers over 1914 en 1915 blijkt, dat 2/3 van dc naaml. venn. geen dividend hebben uitgekeerd cn zullce moeten registratierecht betalen! Van een' kapita-al van f 22C0 millioen bleef f 758 mil- lioen renteloos. Uitvoerig critisoort- spr. de bevoorrech ting van buitenlandsche maatschappijen boven binnenlandschc, terwijl eerstgenoem de vaak speculatief zijn. Niettegenstaande zijn bezwaren zal spr. niet tegen het ont werp stemmen. Spr. erkent, dat de naaml. venn. oe.iige belasting moeten betalen, maar het is -nu welletjes. Do MINISTER VAN FINANCIEN, de heer TREUB zegt, dat do door dc heer Tjarda van Starkenborgh behandelde ma terie een hoogst moeilijke is. Do bepalin gen na do wet van 1832 betreffende de overdracht van met zakelijk recht - belaste goederen zijn niet tot hun recht gekomen. Men is verder gegaan dan bedoeld is. De Min. is dus bereid een wetsvoorstel in te dienen om tegemoet te komen aan do moei lijkheden voor beklemd goed en erfpackts- goed. Spr. zal zich daarbij niet gebonden achten aan de in de Memorie van Antwoord gegeven oplossing. Hij zal onderzoeken, welke oplossing do beste is. Op de vragen van den heer Laan kan spr. geen pertinent antwoord geven. Als over art. 55 2de lid kwestie komt, laat dan do rechter de zaak maar uitmaken. Men zal moeten onderzoe ken ,of de koop een rechtsgevolg was van hetgeen op do veiling is geschied en of deze alleen niet tot stand kwam, ton oind'o het registratierecht niet te behoeven to beta len. Spr. beantwoordt vervolgons den heer Van Nierop, tegenover wien de Minister in de eerste plaats de raming verdedigt. De prijsgegeven rechten zijn slechts in theorie opgegeven en omgezet ten deele in successerccht on ten deelo in zegelrecht. Er is dus alleen ccn bepaald recht veran derd van karakter. Do Min. is niet zoo vrijgevig geweest als do Staatscommissie, omdat inmiddels de tijdsomstandigheden zijn veranderd. Er is' geen bedrag van f 1,400,000, maar van f 376,000 prijsgegeven. Dit moest om de wet minder ingewikkeld te maken clan zij was. Spr. kon niet verder gaan met verhoo- ging van het vasto recht. Dat zou zeer be zwaarlijk worden. De verzekeringsmaatschappijen zullen aan registratie en zegel te zamen na deze regeling meer betalen dan te voren. Het zelfde geldt van de hypotheekbanken, waar het recht 'op de pandbrieven wordt ver hoogd van 25 op 60 cent-s. Voor de bouw maatschappijen is er inderdaad eon kleine vermindering gekomen. Een afzonderlijke regeling voor de bouwmaatschappijen, die opgericht worden om te ontduiken, is niet mogelijk zonder ook de bona fide bouw maatschappijen te treffen. De Min. bestrijdt voorts don heer Van Nierop ten aanzien van de heffing van op richting van naaml. venn. Tn vele landen gaat men verder dan dit ontwerp. Als men in do belligerento landen eens tot ccn ver effening van do oorlogskosten komt, zullen de vennootschappen daartoe het hare moe ten bijdragen. En dan moet de hoer Van Nierop dc vergelijking nog eens maken Dat de oprichting van sommige soorten vennootschappen bijwijze van proef door do heffing zou worden tegengegaan zou dc Minister een onvermengd- voordeel achten. Voorts ontkent de. Minister, dat door deze regeling de venn. in het buitenland bevoor recht zouden worden boven Nederlandsche. Na repliek van den heer VAN NIEROP Sakr-el-Balir wendde zich tot zijn zeeroovers en zei hun kort, welk vergelijk hij getroffen had. Hij deed een beroep op Asad, om zijn woord to geven, dat deze voorwaarden geëerbiedigd zouden worden, en dat om hem geen bloed ver goten zou worden, en Asad antwoordde horn, uiting gevende aan den toorn van allen over zijn verraad. „Als hij je hebben wil, om jc op tc hangen, kan bij je krijgen, cn ons de moeite besparen, want bet is niet meer dan je verdiende loon voor je verraad." „Ik geef mij dus over," zei bij tol Sir Join cu hij wierp de lantaarn over boord. Eer. stern verhief zich tot zijn verdediging, on die stem was van Rosamundc. Maar zelfs die slem haperde', overwonnen door vermoeidheid.' Deze laatste slag, volgende op alles, wat zij in den luatetcn tijd verduurd had. ontnam haar alle kracht. Half in zwijm riol zij tegen Sukr-cl- Balv aan, juist toen Sir John on eenigè volge lingen kwamen, om haar tc bevrijden en hun gevangene mede te nemen. Dc zecroovers keken zwijgend toe, dc trouw aan hun grootcn kapitein, voor wiens verdedi ging zij huil laatsten druppel bloed zouden ge geven hebben, was bekoeld door zijn eigen ver raad, dat bet Engelsche schip bij ben gebracht had. Maar toch, toen zij hem geboeid aan boord van den „Zilveren Reiger" gebracht zagen, ontstond cv een plotselinge beweging in hun ge lederen. Zwaarden werden gezwaaid, on dreig- kreton verhieven zich. Zoo hij hun verraden had. toch had hij gezorgd, dat zij niet leden door dat verraad. En dat was den Sakr-el-Bahr dien zij kenden en liefhadden, waardig; zóó waardig, dat hun liefde en trouw weer dadelijk to voorschijn traden. Maar de stem van Asad riep hun toe, zich te herinneren, wat hij in hun naam beloofd had, en vyaav do stom van Asad alleen missQhien niet voldoende zou gowoest zijn, om dien plotselin- gen geest van verzet tegen te gaan, kwam de stern- van Sakr-el-Bahr zelf, om hun zijn laat ste bevel te geven. en LA AN dupliceert de MINISTER. Daar na wordt het wetsontwerp z. h. s. aange nomen. Do vergadering wordt verdaagd tot Woensdagochtend 11 uren. Vergadering van gisteren. INDISCHE BEGROOTING 1917. Aan de orde is de stemming over het amendement van den heer Bichon van IJssek monde om ond-erafdeeling 10 der Ilde afd. van Hoofdstuk II der begrooting van uit gaven van Ned.-InJië met f200.000 te ver minderen, ten einde de Lndsgerechtsrscht- spraak op Java en Madosfa niet verder uit te breiden dan het aantal beschikbare gerechte lijke ambtenaren zal toelaten. Het amendement wordt met 46 tegen. 10 stemmen verworpen. De onderafdeeling wordt a.h.s. aangenomen. Vervolgens komt in behandeling on-dcr- afd. 21 met de motie-Schaper c.s., luidende: „De Kamer, overwegende de wenschelyk- heid om i. z. het vraagstuk betreffende de poenale sanctie en de mogelijkheid van het terugbrengen met den sterken arm in de koelie-ordonnantie in verband met het ont werp van. mr. Van Blommenstein, grondig te worden ingelicht; besluit een commissie uit haar midden te benoemen, met do op dracht over de d.d. 15 Maart 1916 haar t. z. van het o.w. koelie-ordonnantie van mr. Van Blommenstein overgelegde bescheiden rap port uit te brengen, en gaat over tot de orde van den dag." De Minister v. Koloniën, de heer PLEYTE betoogt, dat een aanmerkelijke beperking van de poenale sanctie te zeer zou ingre pen in andere bepalingen en verhoudingen. - De heer NOLENS zegt, dat goed onder wijs en een goede verhouding tusschen kapi taal en arbeid, noodzakelijk is voor de oeeo- nomische ontwikkeling van Indië. De heer DE MEESTER is voor de motie. De heer SCHEURER sluit zich aan bij hetgeen den heer Nöïens heelt gezegd. De heer SCHAPER betreurt 's Ministers houding in zake do koelie-ordonnantie. De MINISTER verklaart zich gaarne be reid Id'e in te stellen commissie alle moge lijk© faciliteiten te verleenen en be3cheidén over te leggen. Het streven der Re'geering is, geleidelik vrijen arbeid in de hand te werken. De motie-Schaper w r~t v rvolgens z.b.st. aangenomen, evenals deze onder af deeling. Bij de derde afdeeling (Financiën) spreekt de lieer DE MEESTER, die o.a. vraagt hoe het staat friet het geschil met de Javasche Bank en hoe of de Minister denkt ovhr de herziening van het rentetarief der pand huizen. De MINISTER gelooft, dat het overleg tusschen Regeering en de Javasche Bank uiet tot verdere moeilijkheden zal leiden. In- verband met de geldelijke bezwaren en de tijdsomstandigheden schijnt hem thans herziening van het rentetarief der pandhui zen ongewenseht. Bh' do vierde afdee'ing (Binnen!, bestuur) bepleit de heer IJZERMAN de wenschelijk- heid van aankoop van particuliere landerijen en dient een motie in van deze strekking. De MINISTER juicht hst voorstel van den heer IJzerman toe, waardoor de Regeering ïrir He gelegenheid gesteld zal worden op een gunstig oogenblik aankoopen te doen. Spr. erkent ten vcjle de wenscbe'ijkheid bepaal de gronden uit handen van derden in gou- vernementsdomein te brengen, zooals deze gronden binnen het gemeentogebied van groote plaatsen vallen. Afkoap van de heer lijke rechten zonder meer, is niet mogelijk bij de bestaande ordonnantie. Do motie-IJzerman wordt vervolgens z. h. st. aangenomen. De heer ALBARDA b:pleit conformiteit in de regelingen voor de ambtenaren. De MINISTER zegt, dat het ook in de be doeling ligt een zelfde regeling door te voe ren voor alle ambtenaren. Bij onderafd. 9 vraagt de heer KNOBEL, hoo het kantoor voor Chineescho zaken te Batavia werkt. De MINISTER verdedigt de instelling van het bureau, dat. concentratie bracht ea zijn grond vond in het gewijzigd karakter van „Herinnert u en eerbiedigt dc voorwaarden, dio ik voor u gemaakt heb! Mecktub! Moge Al lah u behoeden en gelukkig maken!" Een weeklacht was het antwoord, en met die klacht in zijn ooren klinkend, als do verzeke ring, dat hij niet onbemind heenging, werd hij naar beneden gebracht, om zich op zijn dood voor te bereiden. De touwen der enterhaken werden gekapt en langzaam verdween liet galjoen in den nacht; op de galei weiden de gekwetste slaven ver vangen door andere, en men ging terug naar Algiers, den aanval op het Spaansche koop vaardijschip achterwege latend. Onder de tent op hot achterdek zat Asad nu als iemand, die uit een lioozcii droom ontwaakt ia. Hij bedekte zijn hoofd en beweende iemand, die hem als een-zoon geweest was, en dien hij door zijn dwaasheid verloren had. Hij vervloek te alle vrouwen, en hij vloekte het noodlot; maar de bitterste vloek van alle gold hemzelf. In de vale ochtendschemering wierpon zij dc dooden overboord, en wiesihen de dekken, en zij letten er niet op, dat één man gemist werd, als het tecken, dat dc Engelsche kapitein of zijn volgelingen zich niet strikt aan do letter van het verdrag gehouden hadden. Zij keerden in rouw naar Algiers terug niet om den Spaanschen koopvaarder, die zijn weg onge hinderd had kunnen vervolgen, maar om den dappersten kapitein, die ooit het zwaard in dienst van den Islam gevoerd had. De geschie denis, hoo hij uitgeleverd was, werd nooit dui delijk verteld; niemand durfde dat doen. want iedereen, die deelgenomen had aan de daad, schaamde zich er later over, hoo klaarblijkelijk het ook zijn mocht, dat- Sakr-el-Bahr or zelf de schuld van droeg. Maar 'eindelijk begreep men, dat hij niet in den slag gevallen was en daar om was men zeker, dat hij nog leefde. Op dat vermoeden werd een soort legende opgebouwd, dat hij eens terug zou koeren; on verloste ge vangenen, die een halve eeuw later terugkeer den, vertelden, dat tot dien doterugkomst van Sakr-el-Bahr in Algiers met vol vertrouwen den werkkring der ambtenaren voor Chinee scho zaken. Na repliek wordt de onderafd. 2. h. st aangenomen. Bij onderafd. 11 (personeel Binnen!, be stuur) betoogt de heer KNOBEL, dat alles moet worden gedaan om conflicten mot de Cbineezen te mijden. Hij vestigt daarbij do aandacht o_p artikelen in do buitenlandsche pers. Do MINISTER antwoordt, dat indien er in buitenl. bladen onjuiste berichten voor komen, deze worden tegengesproken. Bjj onderafd. 23 (politie-personeel) ont wikkelt de lieer HEERES eenige beswaren tegen de uitbreiding der politie. De MINISTER erkent het gebrek aan alnbtenarcn, maar .wenscht dit vraagstuk aan het beleid der Indische regeering over te laten. Na repliek wordt de onderafd. z. h. st aangenomen. Bij de vijfde afdeeling (Onderwijs) komt tevens in behandeling de motie-Gerhard be treffende het M.U.LO. in Ned.-ïndiö, dat aou moeten worden gegeven in inric' tingen van verschillenden aard met verschillende bestemming ten einde de belangen der Euro- peesehe en inlandsche bevolking beter tot hun recht te doen komen. Do heer KETELAAR spreekt de hoep uit, -dat "hpt onderwijs krachtig ter hand zal worden genomen en bepleit de belangen ook van het onderwijspersoneel. Spr. herinnert daarbij aan het schrijven van het Indisch Onderwijzers-Genootschap en de botsing tus schen -dit lichaam eenerzij is en de ambtena ren en inspecteurs anderzijds. Keu.t Lij den toon. waarin het schrijven vervat i?, af; dit maakt het niet minder noodzakelijk verbe teringen aan te brengen. De heer SCHEURER merkt op, dat het niet aangaat, dat de onderwijzers tóch aan controle zouden willen onttrekken; een con trole, waaronder zjj volgens spr.'s ervaring toch waarlijk niet gebukt gaan. Voort? acht spr. dat de Minister te weinig oog heeft ge had voor de belangen van het bijzonder on derwijs, de onbillijkheid ten 'opzichte van dit onderwijs blijft bestaan. Wat is, vraagt spr. het gevoelen van den Minister in deze. De heer GERHARD verdedigt zijn hier boven genoemde motie. Spr. ontkent, dat het inlanlsch niet als voertaal bij het onderwijs zou kunnen wor den gebezigd. "Wil men een ethische poli tiek volgen, den inlander opheffen, dan is het noodig het onderwijs krachtig ter hand le nemen, ter bevordering van de algemeene ontwikkeling. De heer ALBARDA dringt aan op het oprichten van een Techn. Hoogeschool in Indië. Oüii wenscht spr. een betere en rui mere toelage-regeling voor de jongelui, die hier te lande voor Indisch ingenieur willen studeeren. De heer TER LAAN (Eten Haag), raeenfc> dat op onderwijsgebied in Indië nog veel te weinig wordt gedaan. Voorts bespreekt hij de linaucieele be langen van het onderwijs-pcrsoneel in In dië. De heer DE VISSER dringt aan op ver betering van het bijzonder onderwijs. De heer IJZERMAN is het niet met den heer Albarda eens. Scholen voor vakopleiding" zouden1 vcörloopig in een behoefte vxsrzien. Hierna wordt de vergadering verdaagd tot Woensdagochtend. X Dc meeste "berichten over de revolutie komen door bemiddeling van het Wolff- bureau. Vooral via Zweden, dat nu nooit als erg Russisch-gezind bekend heeft ge staan en daar ook in clesen oorlog dikwijls blijk van gaf. Zoo beschouwen do Zweed- sche het gebeurde te Pet rograd hoe" langer hoe meer als een overwinning der sociaal democratische vredespartij. „Svenska Dag bladiet" bijv. schrijft ,,Op aandringen van Engeland ontplooiden do vrijzinnige par tijen in de Doema do banier van dc revolu tie. Men wilde daardoor de reactionnair© regeering, die verdacht werd op den vrede aan te sturen, ten val brengen. Naarmate do toestand zich verder ontwikkelt, echter maakte do arbeidspartij, die reeds lang be- verwacht en verlangd werd door alle ware Mu zelmannen. HOOFDSTUK XXIN Het heidensche geloof. Sakr-el-Bahr werd opgetiolcn ia een donker hol in don voorsteven van „Bc Zilveren Rei ger", om den dageraad af to wachten en zich voor to bereiden op den dood. Na zijn overgave was geen woord gewisseld tusschen hem en Sir John. Met de handen op den rug gebonden was bij aan boord van het Engelsche schip gc- lieschen en op het tusschendck had hij ccn oogenblik van aangezicht tot aangezicht geslaan met een ouden kennis: Lórd Henri Goade. Mt;n kan zich het blozende uiterlijk van den Konink lijken Commissaris voorstellen, die met ccn on gewoon ernstigen en strengen blik naar den af vallige keek. Zij wisseldon geen woord in het korte oogenblik, voordat Sakr-el-Bahr door zijn bewakers in het donkere hol geworpen werd. waar het naar teer cn vocht rook. Een uur lang bleef hij liggen, waar hij geval len was, hij meende alleen te zijn; en tijd en plaats konden ongetwijfeld bijdragen tot wijs- geerigo bespiegeling over zijn toestand. Hij vond, dat hij. alles wèl beschouwd, weinig re den tot zelfverwijt had. Zoo hij kwaad had ge daan, had hij ook duchtig geboet. Men kon nau welijks beweren, dat hij zijn trouwe Muzelman- sche volgelingen verraden had, en indien al, dan dient 6r bijgevoegd le worden, dal hij zelf den prijs voor dat verraad betaald had. Ro?.>- munde was veilig, Lionel zou zijn verdiende loon krijgen_eu wat hem zelf betrof, daar hij al zoo goed als doocl was, wat het niet do moeite waard aan zichzelf te denken. Het moot liom een zekere voldoening gegeven hebben to denken, dat hij zijn leven zoo goed mogelijk gebruikt had. Verwoest was het al sedert lang. Zeker, zon der dien noodlottigén tocht, om zijn wraak te koelen, had bij langen tijd kunnen voortgaan als zeeroover oorlog te voeren, had hij zelfs kim- eindiging van den oorlog had gowenscht, zich meester van de macht. Voor Engeland is do loop dor gebeurte nissen een nieuwe teleurstelling, oordeelt de Zweedsche pers. De „Voss Ztg." verneemt via Stockholm, dat de eerste berichten over boerenonllis ten te P-etrograd zijn ontvangen In de dorpen van het gouvernement Saratof, met name in do districten Wolsk en Sysban. doen oproepingen de ronde, die luiden: ,,De tsaar wordt gevangen gehouden door hoeren en kooplieden, die aan het bloed van boerenkinderen op dc slagvelden nieu we millioenen willen verdienen, terwijl de tsaar, evenals zijn vader, den vrede wilde horstellen. Dc soldaten zijn eveneens voor do hervatting van het vredeswerk, maar de officieren houden hot met vijanden van den tsaar, cn daarom moet men hen verdel gen.^ Duizenden boeren zijn reeds naar Sysban gestroomd en hebben do manschappen van do daar liggendo aanvullingsbataljons van het 179e regiment op hun hand gekregen, waarop cleze hun eigen officieren hebben doodgeslagen. Oak ten nco-rclen van Woronesj zijn, na?? gemeld wordt, boerenopstootjes begonnen.. In de districten Borissoglebsk, "Lipetsk en Jelets, waar de boeren in 19D5 onder de leus „alle land voor üe boeren" de landgoederen verwoestten en de heerenhuizen in brand' staken, is alles weer in rep en roer. Een groot aantal landeigenaars en rentmeester» moet al vermoord zijn. Go'ikof, de gouver neur vym Woronesj, die tóch ter beschikking van de nieuwe regeering had gesteld, beval de daar in garnizoen liggende gedeelten van het regiment Mohilef en het 16e ula- nenregiment tegen de opstandige boeren op le rukken, maar de soldaten weigerden hun officieren te gehoorzamen en sloegen er zes van dood, o.w. de plaatsvervangende bevelhebber van de 7e divisie.. De gouver neur zelf is zwaar gewond. Nog steeds blijven berichten over het standpunt der legers te velde ten aanzien van de revolutie uit, 'maar achter het front schijnen do militairen reeds 'geheel gedemo raliseerd te z\jn. In Petrograd is-alle tucht verdwenen. In hotels zoowel a'.s in gewone kroegen zi.?t men officieren en soldaten aan dezelfde tafels zitten en duchtig redekave len, waarbij heel wat gedronken wordt. In de buitenwijk Ochte, waar d kazern.s van het Owotj r ska-re tim n ligger, spe: len zich op straten en pleinen ware bacha- naliën af, waaraan ^-officieren en soldaten broederlijk deelnemen. In vele wijken drin gen de soldaten particuliere woningen bin nen om naar spionnen te speuren; daarbij wordt erbarmelgk geste'en. In O anifnbaum bij Petrograd probeerden gewapende dron ken soldaten op de drukke Michaelstraat winkels te plunderen.-Toen twee voorbije gaande officieren hen wilden terughouden, sloegen zij deze met hun -geweren ^eer. Aanzienlijke burgers gingen naar Goetsj- kof, den nieuwen minister van oorlog, ten einde bescherming te vrggen tegen de on gebonden soldaten. Ze moesten echter onvsr- rich ter zake terug. Goetsjkof, wien die sol daten immers pas tot minister hadden .ge maakt, zei kort en bondig, de ingediende klachten nietete gelooven. In dezen geest zijn allo berichten uit Duitsche bron. In Zuid-Rusland zouden de arbeiders weigeren aan het nieuwe bestuur to gehoorzamen. In den Kakasus zou sterk meening verschil heerschen. Engeland, dat volgens do Duitschers de schuld van alles is, zou niet genoeg hebben ingezien, dat de liberale bourgeoise in Rus land weinig krachtig is en dat 't daardoor nu zelf de nadeelen ondervindt. De Duitsche bladen A-ertellen ook alle, dat de arbeiderspartij vrede wenscht. Ze zou een stemming willen houden, waaraan ook do soldaten deelnemen over al of niet voortzetten van den oorlog. Arbeiderslei ders zouden naar 't front zijn om hun ■eiscbcn bij ds soldaten ingang te doen vin den. De in Zwitserland gevestigde vereenigin- gen van politieke vluchtelingen uit Rus land zullen eerlang bijeenkomen om midde len te beramen, ten einde naar het vader land te kunnen terugkeeren. Zoodra een nieuwe Russische gezant to Bern zal zijn benoemd, zullen hem de genomen besluiten worden voorgelegd, mot verzoek den te nen opklimmen lot de hooge Muzelmansch» waardigheid van Dey van Algiers en een vazal van den Grooteir Turk kunnen worden. Maar voor iemand, die als Ghiisten edelman geboren was, zon hel toch een onwaardige manier zijn geweest om zijn dagen tc eindigen. Het was be ter zooals het nu was. F{en licht geritsel in dc ondoordringbare duis ternis van zijn gevangenis leidde den loop van zijn gedachten af. Een rat, dacht hij. en hij ging rechtop zitten en klapte roet zijn muilen op den grond, om het walglijke dier weg to ja gen. Tn plaats daarvan klank een stem in het donker. „"Wie is daar?" Hij schrikte even, daar hij zeker racende, ate' Icon to zijn. „Wie is daar?" herhaalde de stem, en voeg de er klagend bij: ..Wat is dit voor een zwarto liel? Waar ben ik? En nu herkende liij dc slem van Jasper Loigh. en hij was verwonderd, dat die laatste zijner rftcruten, in de gelederen van Mohammed zijn gevangenis met liern deelde. „Jo% bent in liet voorschip van „De Zilveren Reiger', zei hij, „maar hoe je hier gekomen bent, is meer dan ik kan. beantwoorden." „Wie zijt gij?" vroeg de stem. „Tn Barharye ben ik bekend geweest als Sakr- cl-Balu.'' „Sir Olivier." „Ik vermoed, dat ze mij nu zoo zullen noe men. Het is misschien maar goed, dat ik op zoo zal begraven worden, anders moesten dezo Christen heeren zich nog kwellen, welk op schrift zij op mijn grafsteen moésten zetten Maar jij hoe kom jij hier? Mijn afspraak met Sir John was, dat niemand zou worden lastig gevallen, en ik kan mij niet voorstellen, dat Sir John in in édig is geweest." (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1917 | | pagina 5