Pak me mee-
No. 17505.
Eerste Kamer.
FEUILLETON.
JD© - Süüa v êv 11^.
Tweede Kamer.
De Revolutie in Rusland.
Het morgen verschijnend nummer bevat
o.a. als voorplaat: De eerste vrouwelijke
beroepschauffeur in Nederland.
Voorts: Portret van den Tsaar van Rus
land, die afstand van den troon gedaan
heeft, en twee foto's, op de revolutie ?te
St-Petersburg betrekking hebbend:. Do
buitenplaats Marlot", die voor een mil-
lioen gulóen door den Raad van Den Haag
aangekocht is. Plechtige installatie yan
jhr. Stern als burgemeester van Voorburg.
Het gebouw van het Ministerie van
Oorlog te W ashington. Het innemen van
kolen op een Amerikaansch oorlogsschip.
Het geven van signalen op een Amori-
kaansch oorlogsschip. Schietoefeningou
op een Amerikaansch oorlogsschip. Fran-
sche onderzeeërs in do Middellandsche Zee.
Proeven op het gebied van kracht ©n
lenigheid, met 11 foto's.
Een pagina Caricaturen. door Ton van
Tast
Vergadering van Dinsdag.
.REGELING VAN WERKZAAMHEDEN.
De VOORZITTER doelt mede, dat door
do Centrale Afdoeling besloten is, indien
heden de beraadslagingen niet afloopen en
morgen worden voortgezet, onmiddellijk
na afloop daarvan, en anders morgen don
goheelen dag, zoo noodig ook Donderdag,
cenigo wetsontwerpen in de afdeelingen.
to onderzoeken
Voorts stelt de Voorzitter voor, a.s. Vrij
dag in openbare behandeling to nemen de
Ifuurcommissicwet "en eventueel nog coni-
ge andero ontwerpen, die alsdan in staat
van wijzen mochten zijn.
VERSCHILLENDE WETSONTWERPEN.
Z. h. s. worden achtereenvolgens aange
nomen een onteigeningsontwerp voor de
algemeenc bogTaafplaats te Leeuwarden,
een suppl. Oorlogsbogrooting 191G en een
suppl. begroeting 1916 voor do artillorie-
inrichtingon.
REGISTRATIERECHT.
Aan de orde is, daarna het w. o. tot hef
fing van rechten van registratie.
Do heer TJARDA VAN STARKEN-
BORGH STACHOUWER betoogt de wen-
rchëlijkhcid van een afzonderlijke rogeling
betreffende dc overdracht van crfpachts-
gronden en van beklemd goed. Hij onder
steunt oen desbetreffend adres van |Ged.
Staten van Groningen.
De heer LAAN wijst op dc vele veilin
gen, die dagelijks gehouden worden: hout-
veilingen, koffieveilingen, enz. Hij zegt, dat
het moeilijk zal zijn den rechten porsoon te
treffen, aan wien na do veiling iets wordt
gegund. Spr. is tevreden, indien do Min.
toezegt, bij een nadere wijziging van de
wet op do geopperde bezwaren to zullen
letten.
De heer VAN NIEROP betoogt, dat do
raming der opbrengst niet zoo groot zal
zijn als do Minister meent, met name. wat
betreft het recht voor do oprichting van
vennootschappen. Hij betwijfelt of het ont
werp wel past in de lijst van dezen tijd,
waarin zoo groote behoefto is aan verster
king der middelen. D^ indirecte belastingen
vcrljoogen gaat niet. Men zal het dan moe-,
ten zoeken in een verhooging van de in
komstenbelasting, zij het in den vorm van
lootbelasting, enz. Daarom had do Min.
meer uit hot Registratierecht moeten ha
len. Thans wordt het recht voor twee soor
ten naamlooze vennootschappen vermin
derd cn wel hypothcekhoudendc cn verze
keringsmaatschappijen. die werken mot
niet volgestorte aandeelen. Deze worden
dus gefavoriseerd, terwijl ze geen begunsti
ging noodig hobben. Wat de inbreng van
huizen in bouwmaatschappijen betreft, ook
daarvoor wordt het recht verminderd en
wel van 2.76V& tot 2.50 pCt. De bepaling
om misbruik te voorkomen moet gemak
kelijk te ontduiken zijn. Voor alle Maat
schappijen, wier kapitaal hooger is dan
Roman uit het laatst der 16de eeuw,
naar het Engelsch van Rafaël Sabatini.
05)
.Dit, Sir Jubn. dat, tenzij gij uw mannen to-
rug roopt en zweert van den aanval af te zien,
u "met ons dadelijk rechtstreeks naar den kel
der zijd. Ik werp deze lantaarn in hel kruit, wij
zinken, cn gij gaat mot ons mede, -dank zij uw
eigen enterhaken. Gehoorzaam mij, en gij zult
alles hebben wat gij hier aan boord komt zoe
ken Jonkvrouw Rosamundc zal u uitgeleverd
worden."
Sir .Toi; ok hem een oogenblik van het
achterdek m nadenkend aan. Daarop zei hij:
„Hoewel niet gezind, een vergelijk met u te
treffen, wil ik tocli de voorwaarden, die gij
stelt, aannemen maar alleen, als ik werkelijk
alles krijg, wat ik ben komen zoeken. Er is aan
boord van deze galei een ecrlooze, afvallige
honcl, dien ik bij mijn ridderwoord gezworen
heb. gevangen te nemen en op te hangen, IIij
moet mij ook uitgeleverd worden Zijn naam was
Olivier Tressilian."
Dadelijk, zonder aarzeling, kwam het ant
woord: „Hem zal ik ook uitleveren, als gij
zweert, dat gij dau zult heengaan, en niemand
verder'hier kwaad zult doen."
Rosamundc hield haar adem in cn groep
Sakr-el-Bahr's arm; den.arm, die dc lantaarn
vasthield.
„Wees voorzichtig, jonkvromvc," zei hij kort
af, „of gij zult ons allen vernietigen
Dat is beteiT' antwoordde zij hem.
En toon gaf Sir John hem zijn woord, dat na
zijn eigen uitlevering en die van Rosamundc,
hij vertrekken zou, zonder vorder iemand leed
te doen.
f 40,000, wordt het bedrag der heffing ver
minderd.
Spr. wijst verder, aan de hand van een
adres van do Amsterdamscho Kamer van
Koophandel en van de Ycreeniging voor
don Effectenhandel, op de na-deelige gevol
gen, de heffing Van het recht op de op
richting van naaml. vennootschappon.
Het gaat niet aan eerst de aandeelhou
ders te belasten en dan nog eens de naam
looze vennootschappen, waarbij geen reke
ning gehouden wordt met draagkracht.
Het is een omgekeerd sucoessiorechteen
recht op de _geboorte, eigenlijk ccn recht
op den ondernemingsgeest. Dat is vooral
schadelijk in een tijd als deze, waarin voor
al met het oog op de toestanden na een
oorlog do ondernemingsgeest moot worden
aangewakkerd. Uit de cijfers over 1914 en
1915 blijkt, dat 2/3 van dc naaml. venn.
geen dividend hebben uitgekeerd cn zullce
moeten registratierecht betalen! Van een'
kapita-al van f 22C0 millioen bleef f 758 mil-
lioen renteloos.
Uitvoerig critisoort- spr. de bevoorrech
ting van buitenlandsche maatschappijen
boven binnenlandschc, terwijl eerstgenoem
de vaak speculatief zijn. Niettegenstaande
zijn bezwaren zal spr. niet tegen het ont
werp stemmen. Spr. erkent, dat de naaml.
venn. oe.iige belasting moeten betalen,
maar het is -nu welletjes.
Do MINISTER VAN FINANCIEN, de
heer TREUB zegt, dat do door dc heer
Tjarda van Starkenborgh behandelde ma
terie een hoogst moeilijke is. Do bepalin
gen na do wet van 1832 betreffende de
overdracht van met zakelijk recht - belaste
goederen zijn niet tot hun recht gekomen.
Men is verder gegaan dan bedoeld is. De
Min. is dus bereid een wetsvoorstel in te
dienen om tegemoet te komen aan do moei
lijkheden voor beklemd goed en erfpackts-
goed. Spr. zal zich daarbij niet gebonden
achten aan de in de Memorie van Antwoord
gegeven oplossing. Hij zal onderzoeken,
welke oplossing do beste is. Op de vragen
van den heer Laan kan spr. geen pertinent
antwoord geven. Als over art. 55 2de lid
kwestie komt, laat dan do rechter de zaak
maar uitmaken. Men zal moeten onderzoe
ken ,of de koop een rechtsgevolg was van
hetgeen op do veiling is geschied en of deze
alleen niet tot stand kwam, ton oind'o het
registratierecht niet te behoeven to beta
len.
Spr. beantwoordt vervolgons den heer
Van Nierop, tegenover wien de Minister
in de eerste plaats de raming verdedigt.
De prijsgegeven rechten zijn slechts in
theorie opgegeven en omgezet ten deele in
successerccht on ten deelo in zegelrecht.
Er is dus alleen ccn bepaald recht veran
derd van karakter.
Do Min. is niet zoo vrijgevig geweest als
do Staatscommissie, omdat inmiddels de
tijdsomstandigheden zijn veranderd. Er is'
geen bedrag van f 1,400,000, maar van
f 376,000 prijsgegeven. Dit moest om de wet
minder ingewikkeld te maken clan zij was.
Spr. kon niet verder gaan met verhoo-
ging van het vasto recht. Dat zou zeer be
zwaarlijk worden.
De verzekeringsmaatschappijen zullen
aan registratie en zegel te zamen na deze
regeling meer betalen dan te voren. Het
zelfde geldt van de hypotheekbanken, waar
het recht 'op de pandbrieven wordt ver
hoogd van 25 op 60 cent-s. Voor de bouw
maatschappijen is er inderdaad eon kleine
vermindering gekomen. Een afzonderlijke
regeling voor de bouwmaatschappijen, die
opgericht worden om te ontduiken, is niet
mogelijk zonder ook de bona fide bouw
maatschappijen te treffen.
De Min. bestrijdt voorts don heer Van
Nierop ten aanzien van de heffing van op
richting van naaml. venn. Tn vele landen
gaat men verder dan dit ontwerp. Als men
in do belligerento landen eens tot ccn ver
effening van do oorlogskosten komt, zullen
de vennootschappen daartoe het hare moe
ten bijdragen. En dan moet de hoer Van
Nierop dc vergelijking nog eens maken
Dat de oprichting van sommige soorten
vennootschappen bijwijze van proef door do
heffing zou worden tegengegaan zou dc
Minister een onvermengd- voordeel achten.
Voorts ontkent de. Minister, dat door deze
regeling de venn. in het buitenland bevoor
recht zouden worden boven Nederlandsche.
Na repliek van den heer VAN NIEROP
Sakr-el-Balir wendde zich tot zijn zeeroovers
en zei hun kort, welk vergelijk hij getroffen had.
Hij deed een beroep op Asad, om zijn woord
to geven, dat deze voorwaarden geëerbiedigd
zouden worden, en dat om hem geen bloed ver
goten zou worden, en Asad antwoordde horn,
uiting gevende aan den toorn van allen over
zijn verraad.
„Als hij je hebben wil, om jc op tc hangen,
kan bij je krijgen, cn ons de moeite besparen,
want bet is niet meer dan je verdiende loon
voor je verraad."
„Ik geef mij dus over," zei bij tol Sir Join
cu hij wierp de lantaarn over boord.
Eer. stern verhief zich tot zijn verdediging, on
die stem was van Rosamundc. Maar zelfs die
slem haperde', overwonnen door vermoeidheid.'
Deze laatste slag, volgende op alles, wat zij in
den luatetcn tijd verduurd had. ontnam haar
alle kracht. Half in zwijm riol zij tegen Sukr-cl-
Balv aan, juist toen Sir John on eenigè volge
lingen kwamen, om haar tc bevrijden en hun
gevangene mede te nemen.
Dc zecroovers keken zwijgend toe, dc trouw
aan hun grootcn kapitein, voor wiens verdedi
ging zij huil laatsten druppel bloed zouden ge
geven hebben, was bekoeld door zijn eigen ver
raad, dat bet Engelsche schip bij ben gebracht
had. Maar toch, toen zij hem geboeid aan boord
van den „Zilveren Reiger" gebracht zagen,
ontstond cv een plotselinge beweging in hun ge
lederen. Zwaarden werden gezwaaid, on dreig-
kreton verhieven zich. Zoo hij hun verraden
had. toch had hij gezorgd, dat zij niet leden
door dat verraad. En dat was den Sakr-el-Bahr
dien zij kenden en liefhadden, waardig; zóó
waardig, dat hun liefde en trouw weer dadelijk
to voorschijn traden.
Maar de stem van Asad riep hun toe, zich te
herinneren, wat hij in hun naam beloofd had,
en vyaav do stom van Asad alleen missQhien niet
voldoende zou gowoest zijn, om dien plotselin-
gen geest van verzet tegen te gaan, kwam de
stern- van Sakr-el-Bahr zelf, om hun zijn laat
ste bevel te geven.
en LA AN dupliceert de MINISTER. Daar
na wordt het wetsontwerp z. h. s. aange
nomen.
Do vergadering wordt verdaagd tot
Woensdagochtend 11 uren.
Vergadering van gisteren.
INDISCHE BEGROOTING 1917.
Aan de orde is de stemming over het
amendement van den heer Bichon van IJssek
monde om ond-erafdeeling 10 der Ilde afd.
van Hoofdstuk II der begrooting van uit
gaven van Ned.-InJië met f200.000 te ver
minderen, ten einde de Lndsgerechtsrscht-
spraak op Java en Madosfa niet verder uit te
breiden dan het aantal beschikbare gerechte
lijke ambtenaren zal toelaten.
Het amendement wordt met 46 tegen. 10
stemmen verworpen. De onderafdeeling wordt
a.h.s. aangenomen.
Vervolgens komt in behandeling on-dcr-
afd. 21 met de motie-Schaper c.s., luidende:
„De Kamer, overwegende de wenschelyk-
heid om i. z. het vraagstuk betreffende de
poenale sanctie en de mogelijkheid van het
terugbrengen met den sterken arm in de
koelie-ordonnantie in verband met het ont
werp van. mr. Van Blommenstein, grondig
te worden ingelicht; besluit een commissie
uit haar midden te benoemen, met do op
dracht over de d.d. 15 Maart 1916 haar t. z.
van het o.w. koelie-ordonnantie van mr. Van
Blommenstein overgelegde bescheiden rap
port uit te brengen, en gaat over tot de
orde van den dag."
De Minister v. Koloniën, de heer PLEYTE
betoogt, dat een aanmerkelijke beperking
van de poenale sanctie te zeer zou ingre
pen in andere bepalingen en verhoudingen. -
De heer NOLENS zegt, dat goed onder
wijs en een goede verhouding tusschen kapi
taal en arbeid, noodzakelijk is voor de oeeo-
nomische ontwikkeling van Indië.
De heer DE MEESTER is voor de motie.
De heer SCHEURER sluit zich aan bij
hetgeen den heer Nöïens heelt gezegd.
De heer SCHAPER betreurt 's Ministers
houding in zake do koelie-ordonnantie.
De MINISTER verklaart zich gaarne be
reid Id'e in te stellen commissie alle moge
lijk© faciliteiten te verleenen en be3cheidén
over te leggen. Het streven der Re'geering
is, geleidelik vrijen arbeid in de hand te
werken.
De motie-Schaper w r~t v rvolgens z.b.st.
aangenomen, evenals deze onder af deeling.
Bij de derde afdeeling (Financiën) spreekt
de lieer DE MEESTER, die o.a. vraagt hoe
het staat friet het geschil met de Javasche
Bank en hoe of de Minister denkt ovhr de
herziening van het rentetarief der pand
huizen.
De MINISTER gelooft, dat het overleg
tusschen Regeering en de Javasche Bank
uiet tot verdere moeilijkheden zal leiden.
In- verband met de geldelijke bezwaren en
de tijdsomstandigheden schijnt hem thans
herziening van het rentetarief der pandhui
zen ongewenseht.
Bh' do vierde afdee'ing (Binnen!, bestuur)
bepleit de heer IJZERMAN de wenschelijk-
heid van aankoop van particuliere landerijen
en dient een motie in van deze strekking.
De MINISTER juicht hst voorstel van den
heer IJzerman toe, waardoor de Regeering
ïrir He gelegenheid gesteld zal worden op een
gunstig oogenblik aankoopen te doen. Spr.
erkent ten vcjle de wenscbe'ijkheid bepaal
de gronden uit handen van derden in gou-
vernementsdomein te brengen, zooals deze
gronden binnen het gemeentogebied van
groote plaatsen vallen. Afkoap van de heer
lijke rechten zonder meer, is niet mogelijk
bij de bestaande ordonnantie.
Do motie-IJzerman wordt vervolgens z.
h. st. aangenomen.
De heer ALBARDA b:pleit conformiteit in
de regelingen voor de ambtenaren.
De MINISTER zegt, dat het ook in de be
doeling ligt een zelfde regeling door te voe
ren voor alle ambtenaren.
Bij onderafd. 9 vraagt de heer KNOBEL,
hoo het kantoor voor Chineescho zaken te
Batavia werkt.
De MINISTER verdedigt de instelling van
het bureau, dat. concentratie bracht ea zijn
grond vond in het gewijzigd karakter van
„Herinnert u en eerbiedigt dc voorwaarden,
dio ik voor u gemaakt heb! Mecktub! Moge Al
lah u behoeden en gelukkig maken!"
Een weeklacht was het antwoord, en met die
klacht in zijn ooren klinkend, als do verzeke
ring, dat hij niet onbemind heenging, werd hij
naar beneden gebracht, om zich op zijn dood
voor te bereiden.
De touwen der enterhaken werden gekapt en
langzaam verdween liet galjoen in den nacht;
op de galei weiden de gekwetste slaven ver
vangen door andere, en men ging terug naar
Algiers, den aanval op het Spaansche koop
vaardijschip achterwege latend.
Onder de tent op hot achterdek zat Asad nu
als iemand, die uit een lioozcii droom ontwaakt
ia. Hij bedekte zijn hoofd en beweende iemand,
die hem als een-zoon geweest was, en dien hij
door zijn dwaasheid verloren had. Hij vervloek
te alle vrouwen, en hij vloekte het noodlot; maar
de bitterste vloek van alle gold hemzelf.
In de vale ochtendschemering wierpon zij dc
dooden overboord, en wiesihen de dekken, en
zij letten er niet op, dat één man gemist werd,
als het tecken, dat dc Engelsche kapitein of
zijn volgelingen zich niet strikt aan do letter
van het verdrag gehouden hadden. Zij keerden
in rouw naar Algiers terug niet om den
Spaanschen koopvaarder, die zijn weg onge
hinderd had kunnen vervolgen, maar om den
dappersten kapitein, die ooit het zwaard in
dienst van den Islam gevoerd had. De geschie
denis, hoo hij uitgeleverd was, werd nooit dui
delijk verteld; niemand durfde dat doen. want
iedereen, die deelgenomen had aan de daad,
schaamde zich er later over, hoo klaarblijkelijk
het ook zijn mocht, dat- Sakr-el-Bahr or zelf de
schuld van droeg. Maar 'eindelijk begreep men,
dat hij niet in den slag gevallen was en daar
om was men zeker, dat hij nog leefde. Op dat
vermoeden werd een soort legende opgebouwd,
dat hij eens terug zou koeren; on verloste ge
vangenen, die een halve eeuw later terugkeer
den, vertelden, dat tot dien doterugkomst van
Sakr-el-Bahr in Algiers met vol vertrouwen
den werkkring der ambtenaren voor Chinee
scho zaken.
Na repliek wordt de onderafd. 2. h. st
aangenomen.
Bij onderafd. 11 (personeel Binnen!, be
stuur) betoogt de heer KNOBEL, dat alles
moet worden gedaan om conflicten mot de
Cbineezen te mijden. Hij vestigt daarbij do
aandacht o_p artikelen in do buitenlandsche
pers.
Do MINISTER antwoordt, dat indien er
in buitenl. bladen onjuiste berichten voor
komen, deze worden tegengesproken.
Bjj onderafd. 23 (politie-personeel) ont
wikkelt de lieer HEERES eenige beswaren
tegen de uitbreiding der politie.
De MINISTER erkent het gebrek aan
alnbtenarcn, maar .wenscht dit vraagstuk aan
het beleid der Indische regeering over te
laten.
Na repliek wordt de onderafd. z. h. st
aangenomen.
Bij de vijfde afdeeling (Onderwijs) komt
tevens in behandeling de motie-Gerhard be
treffende het M.U.LO. in Ned.-ïndiö, dat
aou moeten worden gegeven in inric' tingen
van verschillenden aard met verschillende
bestemming ten einde de belangen der Euro-
peesehe en inlandsche bevolking beter tot
hun recht te doen komen.
Do heer KETELAAR spreekt de hoep uit,
-dat "hpt onderwijs krachtig ter hand zal
worden genomen en bepleit de belangen ook
van het onderwijspersoneel. Spr. herinnert
daarbij aan het schrijven van het Indisch
Onderwijzers-Genootschap en de botsing tus
schen -dit lichaam eenerzij is en de ambtena
ren en inspecteurs anderzijds. Keu.t Lij den
toon. waarin het schrijven vervat i?, af; dit
maakt het niet minder noodzakelijk verbe
teringen aan te brengen.
De heer SCHEURER merkt op, dat het
niet aangaat, dat de onderwijzers tóch aan
controle zouden willen onttrekken; een con
trole, waaronder zjj volgens spr.'s ervaring
toch waarlijk niet gebukt gaan. Voort? acht
spr. dat de Minister te weinig oog heeft ge
had voor de belangen van het bijzonder on
derwijs, de onbillijkheid ten 'opzichte van dit
onderwijs blijft bestaan. Wat is, vraagt spr.
het gevoelen van den Minister in deze.
De heer GERHARD verdedigt zijn hier
boven genoemde motie.
Spr. ontkent, dat het inlanlsch niet als
voertaal bij het onderwijs zou kunnen wor
den gebezigd. "Wil men een ethische poli
tiek volgen, den inlander opheffen, dan is
het noodig het onderwijs krachtig ter hand
le nemen, ter bevordering van de algemeene
ontwikkeling.
De heer ALBARDA dringt aan op het
oprichten van een Techn. Hoogeschool in
Indië. Oüii wenscht spr. een betere en rui
mere toelage-regeling voor de jongelui, die
hier te lande voor Indisch ingenieur willen
studeeren.
De heer TER LAAN (Eten Haag), raeenfc>
dat op onderwijsgebied in Indië nog veel
te weinig wordt gedaan.
Voorts bespreekt hij de linaucieele be
langen van het onderwijs-pcrsoneel in In
dië.
De heer DE VISSER dringt aan op ver
betering van het bijzonder onderwijs.
De heer IJZERMAN is het niet met den
heer Albarda eens. Scholen voor vakopleiding"
zouden1 vcörloopig in een behoefte vxsrzien.
Hierna wordt de vergadering verdaagd tot
Woensdagochtend.
X
Dc meeste "berichten over de revolutie
komen door bemiddeling van het Wolff-
bureau. Vooral via Zweden, dat nu nooit
als erg Russisch-gezind bekend heeft ge
staan en daar ook in clesen oorlog dikwijls
blijk van gaf. Zoo beschouwen do Zweed-
sche het gebeurde te Pet rograd hoe" langer
hoe meer als een overwinning der sociaal
democratische vredespartij. „Svenska Dag
bladiet" bijv. schrijft ,,Op aandringen van
Engeland ontplooiden do vrijzinnige par
tijen in de Doema do banier van dc revolu
tie. Men wilde daardoor de reactionnair©
regeering, die verdacht werd op den vrede
aan te sturen, ten val brengen. Naarmate
do toestand zich verder ontwikkelt, echter
maakte do arbeidspartij, die reeds lang be-
verwacht en verlangd werd door alle ware Mu
zelmannen.
HOOFDSTUK XXIN
Het heidensche geloof.
Sakr-el-Bahr werd opgetiolcn ia een donker
hol in don voorsteven van „Bc Zilveren Rei
ger", om den dageraad af to wachten en zich
voor to bereiden op den dood. Na zijn overgave
was geen woord gewisseld tusschen hem en
Sir John. Met de handen op den rug gebonden
was bij aan boord van het Engelsche schip gc-
lieschen en op het tusschendck had hij ccn
oogenblik van aangezicht tot aangezicht geslaan
met een ouden kennis: Lórd Henri Goade. Mt;n
kan zich het blozende uiterlijk van den Konink
lijken Commissaris voorstellen, die met ccn on
gewoon ernstigen en strengen blik naar den af
vallige keek. Zij wisseldon geen woord in het
korte oogenblik, voordat Sakr-el-Bahr door zijn
bewakers in het donkere hol geworpen werd.
waar het naar teer cn vocht rook.
Een uur lang bleef hij liggen, waar hij geval
len was, hij meende alleen te zijn; en tijd en
plaats konden ongetwijfeld bijdragen tot wijs-
geerigo bespiegeling over zijn toestand. Hij
vond, dat hij. alles wèl beschouwd, weinig re
den tot zelfverwijt had. Zoo hij kwaad had ge
daan, had hij ook duchtig geboet. Men kon nau
welijks beweren, dat hij zijn trouwe Muzelman-
sche volgelingen verraden had, en indien al,
dan dient 6r bijgevoegd le worden, dal hij zelf
den prijs voor dat verraad betaald had. Ro?.>-
munde was veilig, Lionel zou zijn verdiende
loon krijgen_eu wat hem zelf betrof, daar hij
al zoo goed als doocl was, wat het niet do moeite
waard aan zichzelf te denken. Het moot liom een
zekere voldoening gegeven hebben to denken,
dat hij zijn leven zoo goed mogelijk gebruikt
had.
Verwoest was het al sedert lang. Zeker, zon
der dien noodlottigén tocht, om zijn wraak te
koelen, had bij langen tijd kunnen voortgaan
als zeeroover oorlog te voeren, had hij zelfs kim-
eindiging van den oorlog had gowenscht,
zich meester van de macht.
Voor Engeland is do loop dor gebeurte
nissen een nieuwe teleurstelling, oordeelt
de Zweedsche pers.
De „Voss Ztg." verneemt via Stockholm,
dat de eerste berichten over boerenonllis
ten te P-etrograd zijn ontvangen In de
dorpen van het gouvernement Saratof, met
name in do districten Wolsk en Sysban.
doen oproepingen de ronde, die luiden:
,,De tsaar wordt gevangen gehouden door
hoeren en kooplieden, die aan het bloed
van boerenkinderen op dc slagvelden nieu
we millioenen willen verdienen, terwijl de
tsaar, evenals zijn vader, den vrede wilde
horstellen. Dc soldaten zijn eveneens voor
do hervatting van het vredeswerk, maar de
officieren houden hot met vijanden van
den tsaar, cn daarom moet men hen verdel
gen.^
Duizenden boeren zijn reeds naar Sysban
gestroomd en hebben do manschappen van
do daar liggendo aanvullingsbataljons van
het 179e regiment op hun hand gekregen,
waarop cleze hun eigen officieren hebben
doodgeslagen.
Oak ten nco-rclen van Woronesj zijn, na??
gemeld wordt, boerenopstootjes begonnen..
In de districten Borissoglebsk, "Lipetsk en
Jelets, waar de boeren in 19D5 onder de leus
„alle land voor üe boeren" de landgoederen
verwoestten en de heerenhuizen in brand'
staken, is alles weer in rep en roer. Een
groot aantal landeigenaars en rentmeester»
moet al vermoord zijn. Go'ikof, de gouver
neur vym Woronesj, die tóch ter beschikking
van de nieuwe regeering had gesteld, beval
de daar in garnizoen liggende gedeelten
van het regiment Mohilef en het 16e ula-
nenregiment tegen de opstandige boeren
op le rukken, maar de soldaten weigerden
hun officieren te gehoorzamen en sloegen
er zes van dood, o.w. de plaatsvervangende
bevelhebber van de 7e divisie.. De gouver
neur zelf is zwaar gewond.
Nog steeds blijven berichten over het
standpunt der legers te velde ten aanzien
van de revolutie uit, 'maar achter het front
schijnen do militairen reeds 'geheel gedemo
raliseerd te z\jn. In Petrograd is-alle tucht
verdwenen. In hotels zoowel a'.s in gewone
kroegen zi.?t men officieren en soldaten aan
dezelfde tafels zitten en duchtig redekave
len, waarbij heel wat gedronken wordt.
In de buitenwijk Ochte, waar d kazern.s
van het Owotj r ska-re tim n ligger, spe:
len zich op straten en pleinen ware bacha-
naliën af, waaraan ^-officieren en soldaten
broederlijk deelnemen. In vele wijken drin
gen de soldaten particuliere woningen bin
nen om naar spionnen te speuren; daarbij
wordt erbarmelgk geste'en. In O anifnbaum
bij Petrograd probeerden gewapende dron
ken soldaten op de drukke Michaelstraat
winkels te plunderen.-Toen twee voorbije
gaande officieren hen wilden terughouden,
sloegen zij deze met hun -geweren ^eer.
Aanzienlijke burgers gingen naar Goetsj-
kof, den nieuwen minister van oorlog, ten
einde bescherming te vrggen tegen de on
gebonden soldaten. Ze moesten echter onvsr-
rich ter zake terug. Goetsjkof, wien die sol
daten immers pas tot minister hadden .ge
maakt, zei kort en bondig, de ingediende
klachten nietete gelooven.
In dezen geest zijn allo berichten uit
Duitsche bron. In Zuid-Rusland zouden de
arbeiders weigeren aan het nieuwe bestuur
to gehoorzamen. In den Kakasus zou sterk
meening verschil heerschen.
Engeland, dat volgens do Duitschers de
schuld van alles is, zou niet genoeg hebben
ingezien, dat de liberale bourgeoise in Rus
land weinig krachtig is en dat 't daardoor
nu zelf de nadeelen ondervindt.
De Duitsche bladen A-ertellen ook alle,
dat de arbeiderspartij vrede wenscht. Ze
zou een stemming willen houden, waaraan
ook do soldaten deelnemen over al of niet
voortzetten van den oorlog. Arbeiderslei
ders zouden naar 't front zijn om hun
■eiscbcn bij ds soldaten ingang te doen vin
den.
De in Zwitserland gevestigde vereenigin-
gen van politieke vluchtelingen uit Rus
land zullen eerlang bijeenkomen om midde
len te beramen, ten einde naar het vader
land te kunnen terugkeeren. Zoodra een
nieuwe Russische gezant to Bern zal zijn
benoemd, zullen hem de genomen besluiten
worden voorgelegd, mot verzoek den te
nen opklimmen lot de hooge Muzelmansch»
waardigheid van Dey van Algiers en een vazal
van den Grooteir Turk kunnen worden. Maar
voor iemand, die als Ghiisten edelman geboren
was, zon hel toch een onwaardige manier zijn
geweest om zijn dagen tc eindigen. Het was be
ter zooals het nu was.
F{en licht geritsel in dc ondoordringbare duis
ternis van zijn gevangenis leidde den loop van
zijn gedachten af. Een rat, dacht hij. en hij
ging rechtop zitten en klapte roet zijn muilen
op den grond, om het walglijke dier weg to ja
gen. Tn plaats daarvan klank een stem in het
donker.
„"Wie is daar?"
Hij schrikte even, daar hij zeker racende, ate'
Icon to zijn.
„Wie is daar?" herhaalde de stem, en voeg
de er klagend bij: ..Wat is dit voor een zwarto
liel? Waar ben ik?
En nu herkende liij dc slem van Jasper
Loigh. en hij was verwonderd, dat die laatste
zijner rftcruten, in de gelederen van Mohammed
zijn gevangenis met liern deelde.
„Jo% bent in liet voorschip van „De Zilveren
Reiger', zei hij, „maar hoe je hier gekomen
bent, is meer dan ik kan. beantwoorden."
„Wie zijt gij?" vroeg de stem.
„Tn Barharye ben ik bekend geweest als Sakr-
cl-Balu.''
„Sir Olivier."
„Ik vermoed, dat ze mij nu zoo zullen noe
men. Het is misschien maar goed, dat ik op zoo
zal begraven worden, anders moesten dezo
Christen heeren zich nog kwellen, welk op
schrift zij op mijn grafsteen moésten zetten
Maar jij hoe kom jij hier? Mijn afspraak met
Sir John was, dat niemand zou worden lastig
gevallen, en ik kan mij niet voorstellen, dat Sir
John in in édig is geweest."
(Wordt vervolgd).