Nederland en de Oorlog. Be Eoropeesehe Oorlog. No. 17499. leiDSCH DAGBLAD, Woensdag 14 Maart. Tweede Blad. Antao 1927. Persoverzicht. FEUILLETON. Tweede Kamer. v De zomertijd. Hierover zegt „DE tl AASBODE": Dat de Eegeering andermaal' met het voor- itei' komt om in de aes maanden, welke vil- gen gaan, den otficieelem tijd met één uur te fervroegen, zal welhaast iedereen van hnrto toejuichen, geen rechtgeaard burger .kan er in de benarde omstandigheden van het pogenb'ik, geldend' bezwaar trgen inlegden. De ervaring, ten vorigen jare opgedaan, heeft ongetwijfeld do meeste tegenstribbe- ^ars met de nieuwigheid verzoend, en aan de Kegeering moet ten slotte elkeen toegevén, dal de voordeelen van den zomertijd verre de nadeelen van overtreffen. Wat in dubbele mate geldt voor het ab normaal tijdsgewricht, waarin wij leven. Juist daarom ook lijkt ons de opmerking gegrond, welke bereids in de pers gemaakt irerd, dat het Regeeringvoorslel, door ten deze de regeling bft onze Oostelijke buren te volgen, niet al het nuttig effect zal sor- teeren, dat door den maatregel kon bereikt worden. Waarom den termjjn genomen van half 'April tot half September en niet aan beide i'c'den een veertien dagen toegevoegd, zoo flat wij volle zes maanden van den meer- iicht-zegen .kunnen profitceren? Wanneer -het eenige bezwaar daartegen i— zooals de toelichting van den Minister 6ch{nt te verstaan te geven is gelegen In wat hoofdbrekens ten aanzien van het nationaal spoorwegverkeer, dan is, dunkt »ns, toch de vraag gewettigd, of het zich 'getroosten van die moeite niet ruimschoots Jai worden vergoed en daarom uiteraard geboden wordt door de aanzienlijke bespa ring, welke van een maand langer zomertijd het gevolg zal zjjn? Nu de zuinigheid zoo-ver moet gedreven worden, dat handel en industrie gevoelig ïüorden getroffen door de onvermijdelijke ranteoeneeringsmaatregelen, dient toch wel het uiterste Beproefd om zulke maatregelen hoovee) mogelijk te. beperken. De tijd-vervroeging br t ekent voer onzen Krinkelstend een aanzienlijke v. ri chting van den druk, en allen, die zorg hebbeu om hun gasrekening op peil' te houden, zijn er mee gehaat Het wil ons voorkomen, dat alleen ten gerieve van de spoorweg-adminislrati" die ïich.conigen last vau den hals zien gescho ven, niet tegen het amplificeeren ver- grooten van den zomertijd moet worden ppge2den, „L e e i jj k e c ij f e r s." Mr. H. P. Mar- chant vestigt in „DE VRIJZINN1G DEMO CRAAT" de aandacht op eenige „leeljjke cijfers" betreffende do aanslagen in de ver mogensbelasting in do juist verschenen Jaar- chfers ovc- 1915. Het aas'.O aanslagen, dat de laatste jaren v óór den oorlog gestadig groeide, was in 191115 103.572; in 1915/16 89.209. Bij dezen achteruitgang is rekening te houden niet de verhooging van den minimum-aan slag van f13.000 op f16.000. In 1914/15 waren er 11.050 aanslagen van f 13.000 tot f15.000. Het aantal aanslagen van f 15.000 tot f20.000 is van 19.486 verminderd tot 15.789. Schrijven wjj deze vermindering ge heel af voor de aanslagen beneden f 16.000, dan kunnen wij aannemen, dat het aantal aanslagen boven f 10.000 gelijk gebleven is. Het totaal bedrag van alle aanslagen ech ter is verminderd van 7680 millioen op 7311 millioen. Een achteruitgang .dus van 369 millioen. Deze vermindering kan voor ten hoogste 203 millioen aan het vervallen van de laagste aanslagen worden toege schreven; zoodat een achteruitgang van het totaal vermogen blijft van 166 millioen. Het aantel aanslagen boven f75.000 en de be dragen dier aanslagen is op alle trappen achteruitgegaan, behalve die van twee tel drie ton, die met 40 aanslagen en een be drag van 13 millioen zijn gestegen. De aan slagen van 10 millioen eu hooger zijn op 7 gebleven, doch met 2 millioen achteruitge- gegaan. Het sterkst i3 de achteruitgang van de groep van drie tot vijf ton met 100 aanslagen en 35 millioen. Deze achteruitgang, volgende op een re- gelmatigen groei, heeft plaats gehad na de eerste maanden van do oorlogswinst.^ Dat geeft te denken, on het leert ons, dat wp met 13© Eeevalls.. Roman uit het laatst der 16de eeuw, /laar het Engelsch van R&faël Sabatini. 60). Hij wierp zijn lioofd achtorovor. „Begrijpen is fil iets," zei hij. „Het is ten minste half verge- 7Gu. Maar voordat do vergiffenis kan worden Rangenomen, moet het gedane kwaad geheel goed gemaakt zijn." „Als dat mogelijk is," zei zij- n „Het moet mogelijk gemaakt worden, ant woordde hij driftig, en daarop zweeg hij plotse ling, opgeschrikt door een geluid van stemmen Van buiten} Hij herkende do stem van Larocciuc, die bij het aanbreken van den dag teruggekeerd was aa'ar zijn uitkijkplaals op den heuvel, om den man' af tc lossen,, die hom daar gedurende den aacht vervangen had. „neer! Heer!" was do kreet, geuit door een Slem vol opgewondenheid, en gevolgd door de kreten van dc bemanning. Sakr-el-Balir ging snel naar den ingang, sloeg hot gord ij u op zijde en ging op het achterdek. Larocquc klauterde juist over do verschansing midscheeps en ging naar het tusschondek, waar Asad hem met Marzak en den trouwen Biskaine Mwachtte. Be boeg, waar de bemanning sedert Geluierd had, was nu één woelcndo massa van Vlagendo, pratende mannen, die naar do ver schansing en zelfs naar het gangpad"drongen ia hun verlangen, om het nieuws te hooren, dat jjo schildwacht iu zoo'n opgewonden haast aan hoord bracht. ^an waar hij stond, hoorde Sakr-el-Bahr La- 'ocque's luid bericht. "Het schip, dat ik vanochtend zag, heer!" »Ku?a snauwde Asad, de verwijzing naar de vermogenden tot dek king van nieuwe zware lasten wat voor zichtig moeten zijn. De controle, hg den slag in do oorlogswinstbelasting gevoerd, moet wel belangrijke ontduikingen aan het licht hebben gebracht, en er is na 1 Januari 1915 heel' wat oorlogswinst gemaakt, maar de hier vermelde cijfers blijven sprekend. Vergadering van gisteren. REGELING VAN WERKZAAMHEDEN. De VOORZITTER doelt moe, dat de cen trale sectie besloot het afdeelingsonderzoek op Donderdag 15 Maart a.s. 's morgens om half twaalf, zoo noodig Vrijdags om half- twaalf voort be zetten, tot onderzoek van ver schillende wetsontwerpen. De beer HELSDINGEN wensoht het wets ontwerp i. z. de duurtetoeslagen nog voor bet Paaschrecès to behandelen. De VOORZITTER zegt, dat zulks in het voornemen ligt. INDISCHE BEGROOTING. De heer SCHEURER vervolgt zgn afge broken rede en laakt de houding van den Minister inzake dé Djambiconcessies. Voorts bepleit spr. een krachtige opium- besfcrqding; met de regio zullen we er nooit komen, als we bedenken, dat alleen op Java nog voor 17 millioen per jaar wordt ver schoven. Vooral in deze tijden van overgang dient Indië goed en talentvol geleid. Moge Iodië een min of meer zelfstandig gebied worden, nauw verbonden aan het Moederland! Daar naar zal men hebben te streven. De heer DE MEESTER herinnert aan het geen den laatsten tgd is gedaan wat betreft het aanleggen van spoorwegen en bevloei ingswerken. De reorganisatie van de politie maakt een onderwerp van Regeeringsziorg uit. Op onderwgsgebied gaan we te langzaam vooruit. Wat liet defensievraagstuk betreft» spr. wfrst er op, fioe in Indië en .zelfs onder Be Inlanders, warme belangstelling voor het vraagstuk is; er moeb dan ook spoedig en krachtig worden gehandeld. Wordt de ver sterking van de vloot door deomstandighe den belemmerd, reorganisatie van het leger kan onmiddellijk ter hand genomen worden. Dat men de bevolking geen medezeggen schap Kan ontzeggen, staat vast. Het be leid van den Minister in deze getuigt echter niet van vooruitziende® blik. Een bepaling tot uitgebreide invoering van verkiesingen voor gewestelijke en locale raden worde uitgevaar digd, vóór het in-werking-treden van den Volksraad. Do klachten van tegenwerking Van gewestelijke raden door bestuursambte naren duren voort. Ten slotte gaat spr. in 't kort de financiën na. Hij begrijpt niet, dat de Minister de sui kerbelasting heeft laten rusten. Do aankoop van landerijen is gewonscht; do Gouverneur-Generaal' dient over een rui mer crediet te beschikken. Het tekort op don dienst 1915-1916 bedraagt f6 millioen; maar dat is niet onrustbarend, gezien de tijds omstandigheden. Nog vraagt spr. nadere inlichtingen over do onluaten te Djambi en moenc, dat 'de Regeering onvoldoende is ingelicht over de Sarekat Islam. De lieer KNOBEL wijdt eenige woorden aan „Indië Weerbaar." Niemand denkt hier te lande aan imperialisme. Wij dienen Indië in zjjn geheel en niet ten deele te behee- ren en daarom is het noodzakelijk, dab het zichzelf kan verdedigen als het alleen zou staan. Dan bepleit spr. het belang van uitbreiding van mgnbouw en nijverheid. Wij moeben zorg dragen do handhaving van ons gezag niet afhankelijk te maken van buitenlandsche belangen. Do indiening van het w.o. tot wijziging van art. 113 van het Rog', heeft spr. met voldoening gezden, maar bg heeft beswaar tegen de toelichting. Geen kosten kunnen te groot zijn, want do aller grootste kosten zouden zijn: het verlies van Indië. De Regeering zende Van Heutsz naar Indië, om daar het leger te organiseeren. Do heer ALBARDA meent, dat de be langstelling voor Indië niet voortspruit uit liefde voor het land, maar gebaseerd is op ,.Hct is hier in do baai onder die kaap. Het hoeft juist het anker laten vallen." „Gcou reden tot bezorgdheid," antwoordde de Dcy dadelijk. „Daar het ankerde, is het duide lijk, dat men geen vermoeden °van onze tegen woordigheid had. Wat soort schip is het?" „Een groot galjoen met twintig kanonnen; hel voert de vlag van Engoland." „Van Engeland?!" riep Asad verbaasd uit. „Ban moet het wel een flink schip zijn, dat hot zich in Spaanscho wateren waagt." Sakr-cl-Bahr ging naar do verschansing. „Vertoont het geen andere teckenen?" vroog tij- Larocque keerdo zich bij die vraag om. „Ja, antwoordde hij, „op een 9mallcn, blauwen wim pel aan don bezaansmast is een witte vogel een ooievaar, geloof ik." „Een ooievaar?" herhaalde Sakr-el-Bahr in gedachten Hij kon zich zulk een Engelsch bla zoen niet herinneren; ja, het scheen hem zelfs, dat hot niet Engelsch zijn kon. Hij hoorde het geluid van snel ingehouden adem achter zich. Hij koerde zich om, en zag Rosamundo aan den. ingang dor kajuit staan, slechts half verborgen door hot gordijn. Haar gelaat zag bleek en ge spannen, haar oogen stonden wijd open. „Wat is het?" vroeg hij haar kortaf. „Hij gelooft, dat liet een ooievaar is," zei zij, alsof dat antwoord, genoeg was. ,-,Ecu zeer onwaarschijnlijke vogel," gaf hij terug. „Be man heeft zich veTgist." „Niet zoo heel veel, Sir Olivier." „Wat? Niet veel?" Geprikkeld door iets in haar toon en blik, trad hij snel op haar toe, ter wijl beneden liet rumoer der stemmen vermeer- dorder „Dat, wat hij voor oen ooievaar houdt, is een reiger een witte reiger, en wit is zilver in de wapenkunde, nietwaar?" „Ja. Wat verder?" „Begrijpt ge het niet? Dat schip zal .,De Zil veren Reiger" zijn." Hij keek haar aan. „Op mijn woordl" zei hij,, „het kan mij weinig schelen, of het „De Zilveren hot strovon naar het behoud van dit land voor Nederland en de kapitalisten. Wat- wordt er gedaan voor een zelfregoaring van Indië? Spr. wgst verder op de armoede onder de bevolking, op de onhygiënische toestanden en het onvoldoende onderwijs. In dit alles moet verbetering worden gebracht. De in dustrieel© ontwikkeling van Indië moet wor den geleid door de Regèering. Hier ligt een schoon arbeidsveld; waarvoor spr. wijst naar het plan van den heer Van Kol. Ook naar verbetering van de volksgezindheid dient krachtiger gestreefd. Wat Betreft de onlusten, spr. gelooft niet, dat deao altijd aan fanatieke dwepers zijn te wijten. Vervolgens behandelt spr. de exploitatie van de Djambi-petroleumvelden. Spr. ontkent, dat St:ateexj* citatie van de petroleumvelden onmogelijk zou zijn. Hierna werd de vergadering verdaagd tot Woensdag te halftwaalf. Het verhaal van een „getorpedeerd" Hollandsch zeeman. Te Oldenzaal kwam een Hollandsch zee man uit Oost-Souburg (Zeeland aan, een der 13 overlevenden van het getorpedeerde Engclsche stoomschip Mount Temple". De man vertelde In Montreal namen we onze lading in, be staande uit 1200 cavaleriepaarden, stukgoed en levensmiddelen, alles bestemd voor het Fransche gouvernement. Het doel van onze reis was Brest. Op 6 December 1916 zagen we een schip naderen, uiterlijk een gewone vrachtschuit. Eensklaps sloegen aan de voorzijde van het schip twee kleppen open en twee vuurmonden werden zichtbaar. En bijna op hetzelfde oogenblik werd uit beide kanonnen een schot gelostdie echter geen doel troffen. Daarna werd een torpedo ge lanceerd, welke ons schip trof injie machine kamer. De „Mount Templo" was bewapend met een kanon van klein kaliber, dat echter niet geladen.was. Onmiddellijk begon het schip te zinken. Ik redde mij op een stuk hout en werd spoedig daarop met nog 13 andere zeelui opgepikt door een dor beide stoömslocpen van de „Möwo II". 125 loden der beman ning vonden den dood in do golven, terwijl een dor 14 geredden ook den volgenden dag reeds overleed. Op den dag der tor pedeering 6 December 1916 was ik juist 1 maand en 10 dagen aan-boord der „Mount Temple". Het vergaan van ons schip bood een vreeselijk schouwspelcirca 400 paarden, die zich boven deks bevonden, spartelden ïn zee rond, sommige bleven zelfs drie uur zwemmen. Kwamen ze nabij de stoomsloepen, dan werden ze door de be manning doodgeschoten, om hen uit do el lendige marteling te verlossen. Na eenige uren worden we overgebracht op de „Mö wo II ",waar we 13 dagen aan boord ble ven. In die 13 dagen was ik er getuige van, dat de „Möwe Iï" 9 stoomschepen en 1 zeilschip in den grond boorde. Vervolgens werden wo aan boord gebracht van do „Yarrowdale", die last had ons met haar eigen bemanning naar Swinemünde op te brengen. Na eeni ge dagen kwamen we te Swinomünde aan en werden allen overgebracht naar een nabij gelegen gevangenkamp. Na ©enigen tijd daar onder s-t r e n g e c o n t r 6 1 e, strenge behandeling bij zeer slechte voeding vertoeft te hebben, werden wo getransporteerd naar oen ge vangenenkamp bij Stettin, waar op dit oogenblik,nog 1 kapitein, 4 dckofficieron en 6 machinisten, allen Engelschen en behoo- rendo tot de bemanning van genoemde sche pen, worden gevangen gehouden. Daarna worden we overgebracht naar het gevange nenkamp bij Diilmen en oindelijk naar dat bij Brandenburg, algemeen hot sterf- k a rn p g e no e m d, omdat er op een v e r s c h r i k k c 1 ii k e w ij z e hon ger wordt geloden en het aantal ster f gevallenbijge volgonorm g r o o t i s. Donderdagnamiddag om 5 uur werd me de heuglijke boodschap gebracht, dat ik naar Holland kon vertrekken. En zoo kwam ik dan via Bentheim hier aan. Tot laatstge- Rcigor" of „De Gouden Sprinkhaan" is. Wat zou dat?" „Het Ï9 het schip van Sir John Sir .Tolm Killigrow," legde zij uit. „Het lag klaar om uit te zeilen, toentoen gij te Arwenaclc kwaaml. Hij zou naar Indië gaan. In plaat9 daarvan begrijpt ge het niet? is hij uit liefde voor mij, mij nagegaan met een zwakke hoop u in te halen, voordat go Barbarije kondt bereiken." „Goede Hemel!" zei Sakr-el-Bahr, on dacht even na. Toen hief hij het hoofd op en lachte. „Nu, dan komt hij een paar dagen te laat!" Maar do grap ontlokte haar geen antwoord. Zij bleef hem aanstaren met haar verlangende, en toch beschroomde oogen. „En toch," vervolgde hij, „komt hij gelegen genoeg. Al is de bries, die hom gebracht heeft, zwak, hij komt toch uit den hemel." „Zou hetZij wachtte, cn aarzelde even. Toen, „zou hot mogolijk zijn, gemeenschap met hem lo krijgen?" vroog zij weifelend. „Mogelijk ja," antwoordde hij. „Maar wij moeten do middelen beramen, en dat zal niet zoq gemakkelijk blijken „En zoudt go liat willen doen'-''' vroeg zij. met eenige verbazing in liaar vraag, die ook op haar gelaat merkbaar was. „Zeker," antwoordde hij, „nu er geen andere weg is. Het zal zonder twijfel eenige mensch,en- lovens kosten," voegde hij er bij, maar,dan. En bij haalde de schoudors op, om den ziu te voltooien. „O neen, neent Niet tot dien prijs!' riep zij. En hoe kon hij welen, dat do eenige prijs, waar aan zij dacht, zijn eigen leven was, dat, naar zij meende, verloren zou zijn, als do hulp van „De Zilveren Reiger" werd ingeroepen? Vóór hij liaar antwoorden kon, werd zijn aan dacht elders getrokken. Een dreigende toon klcnk in de gesprokken der bemanning, en plot seling verhieven zich een paar 6temraen, om Asad mot aandrang te vragen, dat hij zee zou kiezen en het schip uit zulk een gevaarlijke na buurschap brengen. Marzak droeg hier de schuld van. Hij had het eerst dat voorstel beschroomd noemde plaats werd ik begeleid door een soldaat met geladen geweer, waarop een bajonet stak. Te Bentheim leerde ik al da delijk weer do Hollandsch© offervaardig heid op prijs stolleneon paar Nederland- sche passagiers, daar vertoevende, voorza gen me van reisgeld, orn in Oldenzaal te komen, zelfs nog moor dan ik noodig had. Ik aanvaardde het dankbaar ,omdat het in oen behoefte voorzag. Ten slotte deelde de man nog mede, dat in de gevangenenkampen, waar hij had ver toefd, èn behandeling èn voeding alles te wenschen overlieten. De Engefsche pers over de „Princess Melita". Do „Evening Standard" zegt, dat hot door de Nederlandsche regcering aan de „Princess Melita" gegeven bevel om niet binnen te loop en, omdat het gewapend was togen de duikbooten in verband met de schrobbeering van Duitsclie zijde, dat het schip niet geïnterneerd wordt, .vijst op een zenuwachtige stemming in het land. Men beoordoelt hier buitengewoon wol- willend het onaangename incident inet dit schip,, te meer onaangenaam daar verno men wordt, dat de „Princess Melita" in derdaad gered is, doordat het zich op zijn reis tweemaal verdedigd heeft tegen duik boot-aanvallen. Wanneer die aanvallen ge lukt waren, dan zou nïet alleen het schip met zijn kostbare lading verlorèn zijn, maar ook het leven der bemanning gevaar heb ben geloopon. Zich ter vordediging togen zulke aanvallen wapenen is volkomen wet tig, hetgeen trouwens bewezen wordt door Amerika's voornemen om handelsschepen te bewapenen. Hoewel men hier de hou ding der Nederlandsche autoriteiten be treurt, kan men zich die indenken, al is men van oordeel, dat, gezien do onwettigheid van de Duitsclie duikboot actie, de Neder landsche regeering te ver gaat. Maar ook erkont men dat do Nederlandsche regeering zeer terecht weigerde de „Princess Melita" te interneeren, toen die, ongewapend, was teruggekeerd in de haven. In elk geval oordeelt men hier, dat bewa pening schepen beschermt tegen den on- wettigon duikboot-oorlog. Doch indien zul- ko schepen Nederlandsche havens niet kun nen binnenvaren, willen zij niet in den muil loopen der 'wilde beesten, zou op die wijze, Nederland geen invoer uit Engeland kun nen krijgen, die het noodig hoeft. Smokkelwaar ïn muziekinstrumenten. Zaterdag is de Wiener Kapel, ruim 60 personen sterk, op haar terugreis van Am sterdam naar Weenen door de douane te Oldenzaal aangehouden, wijl verschillende instrumententroni, violen, enz. een bui tengewone zwaarte hadden. Bij onderzoek blekon deze gevuld met kaas, cacao, rijst, meel, koffie, enz. ja zelfs met stukken leer, totaal ongeveer 70 K.G. Het 'gezelschap had een speciale vergunning van den minis ter om levensmiddelen, benoodigd voor de reis naar Weenen, mee te nemen, maar ge noemde waren, die naast den gowonen mondvoorraad zouden meegenomen wor den, zijn natuurlijk in beslag genomen. Met eenvolgenden trein kon het gezel schap de rois voortzetten. De „Princess Melita" on Frankrijk. In de „Echo de Paris" wijst Herbette op de nieuwe Duitschc propaganda, naar aan leiding van het feit, dat het Engelsch© stoomschip „Princess Melita" van den Hoek van Holland moest vertrekken, om dat het gewapend was, vervolgens zijn ka nonnen in do Hollandsch© territoriale wa teren overboord wierp en zoodoende den wensch der Duitschers vervulde. Want door de schepen "den toogang tot de haven te wei- goren, noodzaakte men den reeders ze niet to bewapenen of het handelsverkeer to sta ken. Hij verklaart, dat alle voorzorgen Neder land niet zullen bevrijden van het Duïtscho gevaar. Herbotte gaat dan verschillende plannen der Duitschers, ten opzichte van Nederland na, o'.a. oen studie van Yan Outhoorn, die in de „Strassburger Post" van 9 Dec. 1910 verschenen is. In dit arti kel wordt, betoogd, dat voor de welvaart en hot onafhankelijk bestaan van Nederland een nauwe toenadering tot Duitsehland noodzakelijk is. Duitsehland wil de kusten der Noordzee bezitten mot hot oog op En- gedaan, en zijn angst had onmiddellijk dc zee- roovers aangestoken. Asad, opgericht in zijn kolossale lengte, keek hen aan met oogen, die grootcr onlusten "be dwongen hadden, en verhief zijn stem, die vroe ger zonder morren honderd man. in den dood ■gejaagd had. Stilte!"- gebood hij. ,lk bon uw beer, en ik heb gce.n raadgevers noodig dan Allah. Als ik oordeel, dat de lijd gekomen is, zal ik bevel ge ven tot roeien, maar niet oer. Terug naar uw kwartieren dus, en stilte!" Hij verwaardigde zich niet, met hen te redc- nocren, lmn aan te tourna, welke goede redenen __cr vóór waren, om in deze geheime haai te Mij ven, en welke er" togen waren om de open' zee to kiezen. Het was voor hen genoeg, dat het zijn wil was. Het stond niet aan lien, om zijn wijs heid en besluiten in twijfel te trokken. Maar Asad-od-Din was te lang in Algiers ge bleven, terwijl zijn vloten onder Sakr-oi Ibfhr en Biskaine de zee bevaren hadden. Do mannen waren niet meer gewond aan do kracht van zijn stem, hun vertrouwen in zijn oordcel berustte niet op den stovigen grondslag der ervaring. Nog nooit had hij dc tegenwoordige bemanning aan gevoerd in het gevecht, en hen als overwinnaars en met buit beladen naar huis gebracht Zij stelden dus nu hun eigen oordcel tegen over het zijne. Hun schoon het roekeloosheid zooals Marzak gezegd had om hier \o blij ven, en do enkele aankondiging van zijn voor nomen was lang niet voldoende, oth hun twij fel weg te nemen. Het gemompel nam toe en werd niet onder drukt door zijn trolsche tegenwoordigheid en" beozeu blik. toen plotseling een der renegaten in 't geheim bewerkt door den sluwen Yigitello zijn stem verhief en om den kapitein rien, dien zij kenden cn vertrouwden. „Sakr-el-Bahrl Sakr-el-Balir! Gij zult on# niet in deze baai laten opsluiten, om als ratte om te komen!" Het was als een vonk in een vat buskruit. F.cn menigte stemmen nam onmiddellijk deo geland en zal nooit toestaan, zoolang het niet voorgoed overwonnen ia, dat er aan de monding van Rijn cn Maas een vrije natie zal bestaan, bij wier onafhankelijk voortbe staan Engeland belang heeft. Gelooft men dat de Duitschc staf zich de aanvalspoort in do havens van Nederl. niet zsd toeëigonen? Wanneer 't er op aankomt, wanneer hij het voordeelig acht, zal geen enkole politieke reden hem terughouden. Het artikel gaat voort: Laten wij den nationale» trotsch der Nederlanders, dio door hun verleden gerechtvaardigd wordt, eerbiedigen, onze sympathie cn woderzijdsche liefde voor vrij heid hooghouden. Hieruit blijkt dus in wel ken moeilijken toestand Nedorland verkeert, dab langs al zijn grenzen aan de hebzucht der Duitschers is blootgesteld, dio azen op zijn goud, veestapel, marine-basis en kolo niën. Medische inspectie Eiigelsche krijgsgevangen Naar bet ..Vad." verneemt, zij.i to evo gd aan het Nederlarjdsche geza^ts.hip t? Ber lijn voor de medische insportlo van de E:i- gejsche krijgsgevangenen in Duitsehland, ter vervanging van de Amerikaanscho ge- r.eesheeren, dr. E. A. Keuchenius en dr. G. A. Rademaker, beiden in Den Haag. Notenhout cn geweerladen. Het Kamerlid de heer Van Doorn heeft op 27 Februari de volgende vraag inge zonden Is voor den aanmaak van geweerkolven notenhout, dat niet onaanzienlijke voordoe len oplevert, volstrekt noodzakelijk on kunnen deze niet zonder bezwaar vervaar digd worden uit andere houtsoorten, als bijv. eschdoorn, plataan, csschen- of linden- hout? Indien dit inderdaad juist is, zou dan do vervaardiging uit notenhout niet kunnen worden gestaakt of beperkt? De miaister van oorlog hooft daarop den Ssten dozer geantwoord Notenhout leent zich van alle houtsoor ten in elk opzicht het best voor de ver vaardiging van gewcerladen, omdat liet voldoende hardheid aan taaiheid paart, zich gemakelijk laat bowerken, voorts wei nig vatbaar is voor worm en een niet te hoog soortelijk gewicht heofö, doch vooral, omdat het weinig aan-weersinvloeden on derhevig is cn bestand tegen warm worden bij het afgeven van snelvuur. Ladenhout toch mag vooral niet onderhevig zijn aan werken, omdat anders de loop kan kre trekken, waardoor het schot onzuiv wordt. Notenhout wordt daarom ook algemeen voor de vervaardiging van gewecrladcn ge bezigd. Slechts noodgedrongen d. w. z. wanneer geen voor het doel geschikte noteboomen (dik genoeg en vrij van gebreken) meer kuunen worden verkregen zou tot andere, minder geschikte, houtsoorten moeten wor den overgegaan, waarbij de aan hot ge bruik daarvan klevende gebreken zullen moeten worden aanvaard. Do vervaardiging van laden-uit noten hout kan daarom niet worden gestaakt of beperkt, zoolang nog daarvoor geëigende boomen in ons land aanwezig zijn. De xGscmrono toestand. Over de kabinetskwestie in 0 o st c n r ij k zijn nadere berichten geko men. Niet het heengaan van graaf Tisza •is do oorzaak geweest van heb overhaaste vertrek van den keizer uit Boedapest. Het- hardnekkig gerucht loopt, dat graaf Clarn Martinitz als Oostenrijksch minister-presi dent zou aftreden. Graaf Czernin, de ge meenschappelijke minister van buitenland sche zaken zou hem opvolgen en deze zou door Tisza, den Hongaarschen premier, worden vervangen. Ook de geruchten over dc vorming van een verzamel-kabinet in Hongarije houden aan. Als minister-president wordt graaf Ju lius Andrassy genoemd. D© Duitschers moesten op het w c s t c- 1 i.j k front weer terugtrekken. Ze heb ben nu dc kom van den heuvelrug weste lijk van Bapaume moeten ontruimen over kicet over; handen werden uitgestoken nat: Sakr-el-Bahr, die daar ten aanschouwo van al len kalm cn ernstig op hot achterdek stond, ter wijl zijn schrandere geest do gelegenheid over woog. die hem gchuden werrl, cn bedacht, we!!: voerdeel er uit te trekken viel. Asad deed een stap achterwaarts in zijn diepe vernedering. Zijn gelaat was doodsbleek, zijn oogen fonkelden toornig, zijn hand greep het met juweelen bezette gevest van zijn zwaar maar hij trok hef niet uit. In plaats daarvan storte hij op Marzak het venijn uit, dat bij hem gewekt was, toen hem bleek, hoe zijn gezag ge daald was „Dwaas!" snauwde hij. „Zie je lafaardswer!-:! Zio nu, wat een duivel je hebt opgeroepen met je vrouwenraad. Jij een galei coinmandeercnï Jij een krijgsman (er zee worden! Ik wilde, dal Allah mij gedood had, eer ik zoo'n zoon kreeg als jij bent!" Marzak beefde terug voor dc woedende woor den, waarvan hij vreesde, dat zij door nog erger gevolgd zouden worden. Hij durfde niet .ant woorden. zich niet verontschuldigen; in dat oogenblik durfde hij nauwelijks ademhalen. Intusschen was Rosamuude in haar unwin ding vooruit gekomen, U>t zij naast Sakr-rl-Bnhr stond. „God helpt imsr" zei zij op een toon van vu rige dankbaarheid. ,.Dit is uw kans. Do mannen zullen u gehoorzamen." Hij kook haar aan, en glimlachte even om ba w opgewondenheid. „Ja, jonkvrouw©, zij zullen ioy gehoorzamen," zei hij. Maar in dio enkele oogen- blikken, die voorbij waren, was zijn besluit ge- ijoraen. Terwijl Asad ongetwijfeld gelijk had, het het verstandigste was, rustig in deze baai te blijver, waar het m'-hun .voordeel was, dat zij niet bemerkt werden, was toch het oordeel der manschïppön niet geheel verkeerd. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1917 | | pagina 5