Ifgdeiiand en de Oorlog.
No. 17484.
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 24 Februari.
Tweede Blad. Anno 1917,
Persoverzicht.
FEUILLETON.
S3© Zeevalls..
Ingezonden.
ftuTopa door hongersnood be
dreig ch Een medewerker van de
„NIEUWE 110 TTEII DAM S CHE COU
RANT" schreef hierover:
Het is reeds eenige moan den geleden, dat
steller van deze regelen betoogde, dat bij
voortzettingviin den oorlog Europa en
niet speciaal Duitschland met hongers
nood werd bedreigd.
Nu dit gevaar zich in werkelijkheid drei
gend begint to verheffen, daarover nog het
volgende
Uit den aard Ier zaak staat in den regel
de jaarlijkschc productie van levensmidde
len gelijk aan do consumptie. Intusscben
met zekere reserve. Er is in norihale tijden
altijd eenig overschot. Op de magere jaren
wordt als in de tijden van het Oude Testa
ment gerekend, zij bet in veol mindere
mate, omdat anders dan vroeger, de ver
schillende lauden en werelddeelen elkaar to
hulp komen.
Nu kan men rekenen, dat door verhoogd
erbruik en vernietiging gepaard met
erminderde productio thans'de reserve
an voor den oorlog- ongeveer is verdwenen.
De kwade dag breekt dus aan. De wereld
oogst van 1916 was slecht. Een grootc oogst
is voor 1917 onwaarschijnlijk. De oorlog
reedt ook te dien opzichte storend tusschën-
bcide. Verminderde arbeidskrachten en ge
brekkige technische leiding in de 'oorlog
voerende landen.-Dan gemis van de benoo-
digde meststoffen ook in de niet-oorlogvoe-
ende landen. Ten aanzien van kali heeft
Duitsckland ongeveer het monopolie.
De Entente-Slaton cn ook Amerika moe-
cn dit planten voedsel missen en het gevolg
is, dat vele gronden belangrijk minder pro-
duceercn. Hetzelfde geldt voor vele landen
ten aanzien van de stikstofvoeding. Aan
Chilisalpcter zal ook Nederland in 1917 een
zeer veel grooter tekort hebben dan in 1916.
Daardoor o.a. een groote vermindering van
de productie van aardappelen, vooral in de
eenkolonion. Geheelc schepen vol Chilisal-
Tpetor, voor Zweden bestemd, heeft Enge-
and in zijn havens ten eigen bate gelost.
Een ernstige bedreiging van de Zweedsche
olksvoeding.
In het kort: minder productie over een
groot deel van de^ aarde, gemis_van gelegen
heid tot vervoer, zoodat veel bederft. Groote
oorraden dagelijks naar don bodem der zee
wegzakken do in plaats van te belanden in
'do graanpakhuizen van de spoedig noodlij
dende bevolking.
In Duitsckland -zijn liet vooral de zwak
ken en do kinderen, dio aan ondervoeding
lijden. In Rusland, waar een groot deel van
den veestapel reeds is geslacht, schijnt in
sommige streken do toestand hoogst ern
stig. Reizigers, die Rusland passeerden, spre
ken van jammerlijke tooneclen van hongers
nood. Het Grieksche volk wordt met den
hongerdood bedreigd.
Het is wenschclijk, alles duidelijk onder
de oogen to zien. Geheel Europa wordt be
dreigd niet ondergang. No.g is het tijd veel
te redden. Er is een taaie voor allen, die zich
illen aangorden tot 't redden van „mcnscli-
hcid en beschaving
Men mecne niet, dat het bij de redding
daarvan in de eerste plaats de vraagt geldt
Tyclke groep in den oorlog zal overwinnen.
Komen zooals to vreezen is tijden van
absoluut gebrek, dan verliest de vraag van
overwinning of jiederlang beteekenis. Dan
komt een noodtoestand, waarin de eisch tot
levensonderhoud alles overstemt, waarin
van „menschkcid en beschaving", thans dik
wijls zoo onjuist in de debatten betrokken,
niets overblijft. Van voedsel verstoken schip
breukelingen plegen dikwijls te eindigen in
onderlingen strijd en de sterkeren slachten
de zwakken en worden menscheneters. En
tot zoo iets komen zelfs de meest vreedzame
cn idealistische menschcn. Waar men thans
nog cn ook bij ons tal van personon
'heeft, die reclame maken voor een steeds
oortzetten van den oorlog, zij er op gewe
zen, welk beeld van „niensckeljjkheid en
beschaving" in het verschiet ligt. Ook wij,
neutralen, Nederland, Scandinavië, Zwit
serland zullen dan aan het noodlot niet
ontkomen.
Het „HANDELSBLAD" acht een derge
lijk pessimisme niet gegrond.
Roman uit het laatst der 16de eeuw,
naar het Engelsch van Rafaël Sabatini
45) --
„Gij zijt mijn broeder niet," antwoordde hij
heftig.
Sakr-el-Bahr trilde een oogenblik, alsof hij
geslagen was. Toch bedwong hij zich.
„Laai ik dat nog cons van je gemeeno tong
hooren, cn ik laat ze tot den wortel uitrukken."
Eu toen, als een fat, die in 't nauw gebracht
vloog Lionel op hem af en wilde met uitge
strekte handen naar zijn keel grijpen. Maar
Sakr-el-Bahr greep hem beet, zoodal hij brul
lend op zijn knieën viel.
„Je ziet, dat ik sterk ben, hè?" spotte hij.
Dat is geen wonder. Bedenk, dat ik zes lauge
•n&anden aan de riemen van een galei gezwoegd
heb, en dan zal jc begrijpen, waardoor mijn li-
haani tot ijzer geworden is en ik mijn ziel ver
loren heb."
Hij slingerde hem weg in do rozestruiken en
lef>en liet latwerk, waarover zo groeiden.
^Begrijp je het gruwelijke van de roeiersbank?
dag in, dag uit," nacht in, nacht uit, naakt
fketend to zitten aan don riem, to midden van
0Ü stank van je lotgenooten in het ongeluk,
^gekamd, ongewussehen behalve door den re-
geroosterd door do zon, met zweren, ge
togen en mishandeld döor do zweep van den
als je bezwijkt onder het onophoudelijk,
pdolooze, afbeulende werk? Begrijp je hel?"
'Jn slem, vol onderdrukte woede, sloeg plolse-
"8 over tot een gebrul. ..Je zult het loeren bc-
•JPen. Want dat vreeselijk lot, dat ik onder-
door jou toedoen, zal nu tot den dood het
zijn."
'J zweeg, maar Lionel deed geen poging om
l'i enen. Zijn moed was weer gezonken, even
De medewerker heeft een voedingsbalans
voor de gekeele wereld opgemaakt. Echter
niet met voldoende gegevens. Dc mis-oogst
van verleden jaar was geheel aan klimatolo
gische invjocdon te wijten en toch is van
hongersnood, veroorzaakt door gebrek aan
wereldproductie, nog nergens sprake. Ook
in ons land niet, ook in het oorlogvoerend
Engeland niet, waar de maatregelen op
besparing van. voedselverbruik een uiterlijke
vorm zijn ook in Griekenland niet. Alle
voedsel moeilijkheden zijn te wijten aan ge
brekkig transport. Als Nederland zijn sche
pen vrij kan laten varen, behoeft Neder
land geen honger tc vreezen. Als Grieken
land niet meer geblokkeerd wordt, is het
gevaar voor Griekenland voorbij. Als in
Rusland het vervoer geregeld wordt, zal
men in dat land niet mqgr in één stad
schaarschtc, in een andere stad overvolle
pakhuizen vinden.
Indien men gaat berekenen, hoeveel er
minder geproduceerd 'wordt, moet men ook
nagaan hoeveel er thans minder verbruikt
wordt. Duitschland past voor geheel Euro
pa een grootc besparing toe, van millioenen
tonnen maïs én graan, dat anders naar
Duitschland vervoerd wordt. Het honger
lijden, voor zoo ver door mindere productio
noodzakelijk gemaakt, wordt voor ccn groot
deel door Duitschland gedragen. En
zelfs in Duitschland hecrscht eerst sinds de
laatste maanden ccn toestand die met liet
woord hongersnood niet schromelijk over
dreven wordt geteekcnl. Om te kunnen na
gaan of er sprake van hongersnood kan zijn,
zou men moeten weten met hoeveel hot ver
bruik verminderd kon worden, vóór -er wer
kelijk ernstige nood is. Hoeveel minder graan
zou men, door de kostbare, en verspillende
vetmestmethode in dierlijk vet kunnen laten
omzetten, zonder dat nog een ernstige en
voor dc volksgezondheid schadelijke vlcescÉ-
vètnood ontstaac? Duitschland mist, men vcr-
gete dat niet, ook alle ingevoerde planten-
vctten!
De schrijver zegt, dat het gevaar van hon
gersnood zich in Europa dreigend begint to
verheffen. Het is mogelijk. Maar nog niet
door een wereldschaarschte aan voedingsmid
delen, maar door een ontwrichting en vernie
tiging van het wereldtransport van voedings
middelen.
WL'j hebben reeds genoeg aan de euvelen,
dio er werkelijk zijn, zonder er nieuwe euve
len bij tb bedenken. Zoo zal bijv. in een
klimatologisch -normaal aardappeljaar de
veenkolonie-aardappel voor de Nederlandsche
volksvoeding volstrekt overbodig zijn. En als,
wegens gebrek aan stikstofmest, daar boonen
en niet aardappelen verbouwd worden, zal do
Nederlandsche volksvoeding daarvan voordeel
niet nadeel o.idervinden.
Met het bovenstaande willen wij echter niet
zeggen, dat wij niet goed zullen doen zuinig
heid in alles te betrachten. Integendeel, wij
gelooven, d;:t liet'noodzakelijk is, dat wij op
levensmiddelen sparen wat wij kunnen. Nieu
we misoogsten zijn mogelijk, verslechtering
van het wcreldvervoer is ook niet uitgeslo
ten, zoodat zeker ieder zich tot plicht 'moet
rekenen van geen lcvensbetioerten méér te
gebruiken, dan bepaald noodig is.
Do Grondwetsh er ai-en ing. Mr.
S. van Houten schrijft in zijn „STAATKUN
DIGE BRIEVEN" nog' eens over het aan
genomen stelsel van evenredige vertegen
woordiging en het pensioen der Kamer
leden.
Het stelsel van evenredige vertegenwoor
diging vindt hij slecht, terwijl er z.i. deug
delijke gronden zijn vcor de noodzakelijkheid
van nadere «overweging, o.a., dab vele Kar-
merleden de zaak niet geheel en al be
grepen hebben.-
In het verleenen van pensioen over zit
tingjaren onder de tegenwoordige Grondwet,
ziet schr. een troostprijs ter uitreiking door
do partijleiding aan teleurgestelde party-
gonooton, die plaats moeten maken voor
jongeren; een partybelang dus, geen lands
belang. Hij besluit:
Volgens het oorspronkelijke voorstel, goed
geïnterpreteerd, word het pensioen eerst
verleend als «onderdeel der verhoogde scha
deloosstelling aan gekozenen en vcor zit
tingjaren na in-werking-treding dar Grond-
web. Door de wijziging is echter een ont
werp ontstaan, waaruit bijl aanneming door
do Eerste Kamer een feitelijke toestand zal
geboren worden, dien deze Kamer niet mag
snel, als hij opgekomen was, en hij kromp in
een, waar bij heengeslingord was.
„Voor je daar heen gaat, is or iets anders,"
hervatlo Sakr-el-Bahr, „iets, waarvoor ik je van
avond hier licb laten brongen. Niet tevreden,
mij aan dit alles overgeleverd te hobben; niet
tevreden mij als moordenaar te hebben gebrand-
morkt, mijn goeden naam -to hebben vernietigd,
mijn bezittingen te hebben gcstoleu en mij cp
weg naar de hel gebracht te hobben, moet je nog
vorder gaan en mijn plaats innemen in het val-
sche hart van deze vrouw, dio ik eenmaal heb
liofgokad. Ik hoop," ging hij peinzend voort,
„dat jo haar op je eigen armzalige manier ock
li®fhebt, Lionel. Dan zal bij de foltering, die jc
lichaam te wachten staat, ook nog een foltering
voor je verraderlijke ziel gevoegd vrorden
zulk een pijniging als alleen de vervloekten ken
nen. Met dat doel heb ik je hier gebracht. Dat
jo iets beseffen zult van wat deze vrouw van
mij to wachten staal; dat je do gcdgckle daar
aan kimt meenemen, en die zal erger voor jc
ziel zijn dan de zweep van den drijver voor je
vortroeteide lichaam."
„Duivel!" brulde Lionel „Je bent de booze uit
de bel."
„Als je duivels maaki, moot je ze niet verwij
ten, duivels te zijn, als je ze latei weer ont
moet."
„Luister niet naar hem, Lionel!" zei Rosa-
munde. Ik zal hem bewijzen, dat hij een groote
pocher is, als hij zelf bewijst een sohnrk te zijn.
Geloof niet, dat bij zijn slecht voornemen zal
kunnen uitvoeren."
„Gij zijt het, die pocht," zei Sakr-el-Bahr. „En
overigens ben ik, wat gij en hij samen mij ge
maakt hebt."
„Hebben wij u oen leugenaar en lafaard ge
maakt? want dat zijt ge,antwoordde zij.
„Lafaard?" herhaalde hij, bb'jkbaar verbaasd.
„Dat zal wel de een of andere leugen zijn, die liij
met -zooveel andere verteld heeft. Waarin heb
ik me ooit een lafaard geloond?"
„Waarin? In hetgeen ge nu doel; in dit pla
gen en martelen van twee hulpcloezewezens,
die in uw-macht zijn."
in 't leven ïoepen, als zij Jiaar constitutio
neels taak om corruptie te weren, naar eisch
vervult. Voer de "honderd na ontbinding
te kiezen Kamerleden behoort geen gel
delijk voordeel aan hun stent verbonden te
zijn. En 't is minstens een grove blunder
van de tegenwoordige Tweede Kamer, dat
zij een daartoe strekkende verandering in
het ontwerp gebracht heeft; een' blunder
te grover, naarmate zij overigens voor dat
ontwerp gunstiger gezind was.
GEBREK AAN ZOUT.
De laatste» weken doet zich oen, hier en
daar zeer r ijpend, gebrek aan zout gevoelen.
De moeilijkheden dateeren feitelijk van
October van héb vorige jaar, toen vrij plot
seling alle zoutzendingen uit Duitschland
worden ingehouden. De „Deutsche Handels-
stelle" had uitgemaakt, :lat ér van
de zijde van Nederland andere leveringen
tegenover moesten staan en garantie moest
worden gegeven, dat het geraffineerde zont,
afkomstig van 't uit Duitschland ingevoerde
ruw-zout, niofc zou worden gebruikt voor de
bereiding of conserveering van producten,
bestemd voor de geallieerdo landen. Om dit
behoorlijk na te gaan, werd aan het zoufc-
kantoor van de „Deutsche Handelsstcllo"
een afzonderlijke „verblijfs-controlo" inge
steld.
Zoo is langzamerhand het gebrek ontstaan.
Nog zal men zich hier en daar eenige we
ken moeten beholpen. Maar, nu de rivieren
en kanalen spoedig weder geheel voor do
vaart open zullen zijn, mag do verwachting
worden gekoesterd, dat de levering, al gaat
deze dan niet meer zoo vlot als Vroeger,
binnenkort weder vrij geregeld zal plaats
hebben.
RUBBERZWENDEL.
Men meldt aan cte „N. Ct.":
Na eerst te. Amsterdam een aantal slacht
offers gemaakt té hebben, wordt thans in
Groningen, Rotterdam, Den Hiag en enkele
andere p«laateem getracht gofidgelcovig© men-
schen geld uit deai aak te kloppen door een
^ubhe^m»,e®d>el,.
Zooals bekend staat alle rubber in Neder
land onder N. O. T.-controle en kan buiten
de N. O. T. geen r ubber worden ontvangen.
Nu bestaat er een complot, dat een partij
rubber groot 150.000 K.G., aanbiedt, welke
aou zyn opgeslagen in een vrij pakhuis te
Amsterdam, buiten N. O. T.-verband (z.g.
vrije rubber) en zou zijn binnengesmokkeld.
Getracht wordt mot personen in relatie te
komen, die genegen zijn aandeel te nemen
in de partij als kooper of verkooper en zich
dan laten bewegen voor z.g. onkosten, pro
visie of zoo iets gelden te storten, waar het
den .betrokkenen alleen om te doen is, want
de aangeboden partij „vrije rubber" bestaat
niet. Wel is er indertijd een party1 vasi
150.000 K.G. rubber .binnengesmokkeld in
tabak, doch deze fraude werd ontdekt, de rub
ber werd aangehouden en onder toezicht van
de N. O. T. gesteld. Deze party ligt in Am-
sterdamsche veemen opgeslagen en wordt
onder geen beding vrijgegeven. By dezen
zwendel moeten niet minder dan een vijftigtal
personen betrokken zijn uit Amsterdam,
's-Gravehhage en Rotterdam. Reeds tal van
slachtoffers mceten gemaakt zjjn en bijna
wekelijks komen er bij. De Amsterdamscho
politie moet op de hoogte der zaak zijn, doch
rn aanhoudingen hobben kunnen doen, daar
heeren hun bedrijf buiten de strafwet
weten te houden.
VOOR HET SERVISCHE ROODE KRUIS.
De Nederiandscho ambulance in Servië, be
staande uit dr. H. van Dijk en zeven verpleeg
sters, is nog steods bij bet Servische leger
werkzaam in de nabijheid van Monastir; zij be
wijst daar belangrijko diensten, en ontving zoo
wel van de Servische regeering, als van den
chef van bet Servische Roode Kruis bewijzen
van groote waardoering. Maar ook kwamen
dringende aanvragen tot het zenden van gecou-
denseerdo melk, vorbandmateriaal, levensmid
delen onz., voor de vele zieken in de Servische
hospitalen.
De geldmiddelen ran het comité echter zijn
helaas bijna uitgeput. Het doet daarom nog
maals een dringend beroep op allo lezers om
een ruime gift tc zenden aan den penningmees-
„Ik spreek niot van. wat ik ben," antwoordde -
hij, „want ik heb al gozegd, dat ik ben, wat gij
mij gemaakt hebt. Ik spreek van wat ik was.
Ik spreek van het verleden."
Zij keek hem aan en scheen hem met haar
vasten blik te melen.
„Go spreekt van bet verloden?" hern a al de zij
met zachte stem. „Ge spreekt van liet verleden
tot mij? Durft ge dat?"
„Opdat vrij er samen over zouden kunnen
spreken, heb ik u heelemaal uit Engeland óg-
haald; dat ik u eindelijk dingen zou kunnen
vertellen, dio ik dwaas genoeg was, vijf jaar
gc-ledon voor u te verzwijgen; dat wij een on
derhoud kunnen hervatten, dat gc onderbroken
hebt, door mij weg te zenden."
„Ik deed u zeker een vreeselijk onrecht," ant
woordde zij met bitteren spot. „Ik was zeker
'niet zachtzinnig genoeg. Het zou mij meer be
taamd hebben, als ik tegen den moordenaar
van mijn broeder gelachen en hem gevleid had."
„Ik heb u toen gezworen, dat ik zijn moorde
naar niet was," herinnerde hij haar met trillen-
do stem.
„En ik antwoordde, dat go loogt."
„Ja, en daarop zondt ge mij heen liet woord
van den man, wicn gij uw trouw vtfrpand hadt,
woog niets bij u."
„Toen ik u trouw beloofde," antwoordde zij,
„deed ik hoi, zonder u werkelijk te kennen, ia
een stijfhoofdige, doorzettende onwetendheid, dio
niets wilde hooren van hetgeon de wereld zei
van u en uw woestheid. Voor die blinde stijf
hoofdigheid ben ik misschien gestraft, zooals ik
wellicht verdiende."
„Leugons, allemaal lougensl" riep hij. „Dio ru
we gewoonten van mij gaf ik op, toen ik u lief-
kreeg. Sedert het begin der wereld was geen
minnaar zoo gereinigd, zoo geheiligd door de
liefde als ik."
„Spaar mij dit ten minste!"- riep zij op een
toon van afschuw.
„U sparen?"- herhaalde hij. „Wat zal ik u
sparen?"
„De schande van dit alles; de schande, die mij
ter, don heer T. Th. Gleichman, Heerengracht
216, Amsterdam.
TUINEN VOOR ARBEIDERS.
In verband met de aansporing van den
Minister van Landbouw aan werkgevers en
anderen intake beschikbaarstelling van per
ceeltjes tuingTönd voor hun personeel w ordb
do aandacht gevestigd op eoii onlangs door
het gemeentebestuur van Wormer genomen
maatregel. Die gemeente geeft togen bil
leken -huurprijs aan moer dan 100 arbei
ders, die daartoe een vereeniging hebben
opgericht, ongeveer 5 H.A. tuingrond uit,
waarvan ieder arbeider in ayn vrijen tijd1
eon gedeelte bewerkt. Daartoe is pnlangs
brna 4 H.A. grasland in bouwland omgezet.
Het' belang der levensniiddelenvoorziening
wordt hiermede zeer gediend en het voor
beeld verdient zeker door andere geme«?ntO-
besturen- te worden nagevolgd.
ONTSLAG UIT DEN MILITAIREN
DIENST WEGENS GEVANGENISSTRAF.
Door den minister van Oorlog is, 'by> or
der aan de autoriteiten der Landmacht ge
kend gemaakt, dat dienstplichtigen, die on
herroepelijk syn veroordeeld, hetzij bij één
vonnis,hetzij bij verschillende vennissen ge
zamenlijk tot eon zwaardere gevangenisstraf
dan van zes maanden, uit den militairen
dienst kunnen worden ontslagen, waartoe
ziji door hun chef voor ontslag bij het de
partement van Oorlog moeten worden voor
gedragen.
Bij dio voordrachten meet worden ge
voegd een verklaring nopend het vonnis of
de vonnissen, tegen den betrokken dienst
plichtige gewezen, \yelk stuk wordt aange
vraagd aan het parket van den officier van
justitie bij de Arrondissoments-rechtbank,
binnen welker rechtsgebied de geboorte
plaats van den veroordeelde is gelegen.
DUITSCHE DICTATUUR.
De „Tel." schrijft onder bovenstaand op
schrift
D Yereeniging van Nederlandsche Ijzer-
handelaren te 's-Gravonhage heeft d.d. 3
Februari van don heer "Weule, „vertrauens-
mann für die Eisen- und Metallindustrie bei
der Kaiserl. Doutsciien Gesandtschaft in
den Niederlanden", een schrijven ontvan
gen van den volgenden inhoud
„Bij verschillende worven heorsckt twij
fel of zij schepen uit Duitschland vijandig
gezinde landen mogen horstellen, zelfs
wanneer zij voor het herstellingswerk geen
Duitsch materiaal gebruiken. Ter algemee-
ne beantwoording dezer vraag, verzoek ik
u den werven mede te deelen, dat elk her
stellingswerk aan schepen uit vijandelijke
landen op werven, welke Duitsclie grond
stoffen betrekken, ook dan ongewensebt is,
wanneer voor het herstellingswerk geen
Duitsch materiaal wordt gebruikt. Er ziju
genoeg neutrale en Hollandsche schepen,
om de Nederlandsche werven van werk te
voorzien."
Toorts werd van den heer Weule nog
het volgende aanvullingsbericht ontvan
gen
„De strekking van mijn schrijven van 3
Februari is, dat ik mij tot mijn leedwezen
genoodzaakt zie de worven, die den in dat
schrijven uitgesproken wensch niet nako
men, den verderen toevoer van Duitsche
grondstoffen te onthouden."
De werven zijn met do .wenschen van den
heer Weule inderdaad per circulaire in ken
nis gesteld.
DE BEMANNINGEN TAN DE
„TROMPENBERG" EN „OOTMARSUM".
Dc» bemanningen van de gezonken stoom
schepen „Trompenberg" en „Ootmarsum"
kwamen van Dartmouth te Londen aan. Zij
werden aan het station opgewacht door
den vertegenwoordiger dor maatschappij,
die hen naar hun verblijfplaatsen bracht.
Onder hen bevonden zich de jonge vrouw
en een zoontje van een der kapiteins. Do
mannen zagen er goed uit. Sommigen droe
gen hun geredde bezittingen, maar de
meesten, die blijkbaar alles verloren had
den, waren zonder bagage. Men kon niets
uit hen krijgen. De Nederlandsche autori
teiten te Londen hadden hun monden her
metisch gesloten. De mannen waren zelfs
altijd bij blijft, dat ik ccn tijd lang meende u
lief te hebben."
Hij glimlachte. „Zoo go nog schaamte kunt
gevoelen, zal zij u overstelpen, vóór ik uitge
sproken lieb Want gij zult mij ten eindo toe
aanhooron. Hier is niemand, clio ons stoort; nie
mand, die mijn wil dwarsboomt. Denk dus na
en herinner u. Herinner u, hoe trolsch gij waart
op de verandering, die gij bij mij bewerkt hadt.
Uw ijdclheid werd gestreeld door die schatting
aan de macht uwer schoonheid. En toch, in één
ocgenhtik, op de zwakste gronden, geloofdet gij,
dat ik. de moordenaar van uw broeder was."
„De zwakste gronden?" riep zij, zich verzet
tende, bïjua in weerwil van zichzelf.
„Zóó zwak, dat de rechters in Truro mij niet
vervolgen wilden."
„Omdat," viel zij in, „zij meenden, dat gij vol
doende getart waart. Omdat gij hun niet, zooals
mij, gezworen hadt, dat geen uittarting u ooit
vde hand tegen mijn broeder zou doen opheffen.
Omdat zij niet wisten, hoe valsch en meinecdig
gij waart."
Hij keek haar een oogenblik aan. Toen liep hij
langzaam het terras over. Hij had Lionel nu bij
na goheel vergeten, die nog altijd bij den roze-
boom geknield lag.
„God geve mij geduld met u!" zei hij einde
lijk. „Ik heb het noodig. Want ik wil, dat gij
vanavond veel dingen begrijpen zult. Ik wil, dat
gij zult inzien, hoe rechtvaardig mijn wraak is;
hoe rechtvaardig de straf, clie u tc wachten
staat, voor wat gij van mijn loven' hier en mis
schien van mijn leven hiernamaals gemaakt
Lebt. Rechter Baine en een ander, die dood is,
wisten, dat ik onschuldig was."
„Zij wisten, dat go onschuldig waart?" Er
klonk verachtelijke verbazing uit haar stem.
„Waren zij geen getuigen van den twist tus6clicn
u en Piotcr, on van uw eed, dat gij hem zoudt
depden?"
„Dat was eon eed, in drift gezworen La tor
bedacht ik, dat hij uw broeder was."
..Later?" zei zij „Nadat gij hem vermoord
badt?"
bevreesd te vertellen, welke kapitein door,
vrouw en kind was vergezeld. Tan geheel
onafhankelijk en alleszins botcouwbare
bron wordt vernomen, dat de „Trompen*-
berg" en de „Ootmarsum" te samen wa*
ren, toen ze door een Duitsche duikboot'
werden aangehouden, die, nadat de beman*-
ningen de schepen hadden verlaten ze met
bommen tot zinken braohten. Zooais reedl
is meegedeeld, pikte een Noorsche stoom
boot de bemanningen op en zette hen aan
land.
DAN GODFREY TAN DE
„TIMBERTOWN FOLLIES."
Eindelijk is er bericht gekomen waar do
bekende teekenaar en lady-artisfc Dan
Godfrey van de „Timbertown Follies", dio
indertijd door de Duitschers van de „Ko
ningin Regentes" word afgehaald, zich be
vindt, Hij is als Duitsch krijgsgevangene
naar Diilmen, bij Munster, gebracht.
Do gemeentelijke straf op do zuinigheid.
Het klinkt paradoxaal. De gemeente zon
d!o zurigheid straffen.
En toch. is het zoo.
Vele den jaar winter waren wij door al
lerlei omstandigheden genoodzaakt, naast
de dienstbode, ook een assistente in de
huishouding te nemen. Iedereen weet, vrat
een sterke vermeerdering van gasverbruik
zoo'n persoon met zich brengt. Teen alle
ziekte dan ook weer voorbij was, betaal
de ik met een treurig gezicht mijn kooge
gasrokening en nam zelf weer het bestuur
in handen. De juffrouw verdween. Het
gasverbruik daalde en met een stralend
gezicht toonde ik mijn bezuiniging.
blaar jawel: wat is nu het gevolg? Dat
ik deze maand op mezelf 40 pCt. beauiiu-
gen moet, en dat gaat niet. Zoodat wij
droevig tegien elkaar zeggen(het klinkt'
wederom als een paradox) „hadden wij de
juffrouw nog maar gehouden, dan zaten
wij nu niet in het donker!" Denkt het ge
meentebestuur er aan, dat er huishoudens
zijn, waar men altijd economisch leeft?
Een Huisvrouw.
Kolciibespariug cn winkclverlichting.
Mijnheer de RedacteurJ
Heden is het juist acht dagen, dat dV
verordening op het licht in de étalages
van kracht is.
Lang genoeg, om den winkeliers de groo
te sohade daarvan te doen inzien. De
avond verkoop is enorm gedaald, tot groote
schade vooral voor de winkeliers in de
burgerzaken. Het gevolg zijn de pogingen,
hier eai daar in het werk gesteld, om toch
iets van het-onontbeerlijke licht in de éta
lages te doen vallen, tegen deze pogingen
verzet zich echter de tetter der verorde
ning. 't Is daarom, Mijnheer de Redac
teur, dat ik U beleefd verzoek'dit schre
ven op to nemen.
't Is mijn bedoeling n.I. om aan de*
Burg omes ster het volgende verzoek te
zenden
Aan den Edelachtbaren Heer
Burgemeester der gem. Leiden.
Oixtergefeeekendenallen winkeliers te
Leiden, overtuigd van «de groote sohade,
dio de bestaande verordening op het
licht in de étalages hun aandoet, maar
ook overtuigd vani de noodzakelijkheid
van besparing van licht, verzoeken Ucd-
Achtbare hc-1 daarheen te leiden, dat een
ieder vrij zal zijn om de hem toegestane
lichtpunten dadr te ontsteken, waar het
hem het beste dunkt. Dan zal de groote
besparing blijven en de verordening den
winkeliers het minste drukken.
Heb welk doende, enz.
Dit adTes zal bij mij tot* a.s. Maandag
avond ter teekening liggen en ik verzoek
een ieder, die hierin belang stelt, en wien
het aangaat, het even te komen teekenen,
U, Mijnheer de Redacteur, dankend,
Uw dw. dn.
B. VAN NOORT,
Haarlemmerstraat 140-
„Ik zeg nog eens," antwoordde Olivier kalm,
„dat ik dat niet gedaan heb."
„En ik zeg nog eens, da't go liegt."
Hij keek haar lang aan; toen lachte hij. „ITebt
ge ooit," vroeg bij, „iemand gezien, dio zonder
bedoeling loog? De menschcn liegen uit voordeel,
uit lafheid of boosheid, of anders omdat zij ijde-
lc en gewone poeliers zijn. Ik ken geen ander©
redenen, die iemand tot bedrog brengen, behalve
dat o jal (on bij wierp een zijdelingsehen"
blik op Lionel) „behalve, dat iemand soms
liegt om ccn ander te beschermen, uit zelfopof
fering. Dit zijn al de oorzaken, die een monsch'
tot beclrog brengen. Kan een van deze mij daar
venavond toe aansporen? Denk een na! Vraag
u zelf, wolko bedoeling ik kan hebben met u nu
voor te liegen. Bedenk verder, dat ik gekomen
ben, om u een afschuw to doen krijgen van uw
ontrouw; dat ik niets zoozeer verlang, dan v
daarvoor en voor al de biltere ge>olgen daarvan
te straffen, dat ik u hier gebracht heb, om be
taling van u té eischcn tot den laatsten penning
Welko bedoeling zou ik dus kunnen hebben met
leugens?"
„Als dit alles zoo is, welk doel zoudt ge be
reiken met waarheid?" vroeg zij.
..Om u ten volle het* onrecht te doen inzien
dat gij gedaan hebt. Om u do misdaden tc doen
begrijpen, waarvoor gij boeton moet. Orn te voort
komen, dat gij u zelf een martelares vindt, om u
in al zijn bitterheid te doen gevoelen, dat alles,
wat gij nu ervaart, de onvermijdelijke vrucht vafi
uw eigen trouweloosheid is."
„Sir Olivier, houdt ge me voor krankziiiuig?v
vroeg zij hem.
„Ja, en voor erger," antwoordde hij.
„Ja, dat is duidelijk," gaf zij minachtend (06;
„daar ge zelfs nu nog alle moeite doet, om Iq
piobceren, mij tegen mijn vorstand in te over-1
tuigen. Maar woorden kunnen feilen niet uit-
wisschen. En al praat ge van nu lot don dag
des oordeels, dan kan geen woord van u die
bloedvlekken in de sneeuw uit wisschen, die ccn
spoor vormden 'van dat arme, vermoorde lijk'
naar uw eigen deur; geen woord van u kan do
herinnering uitwisschen van den haat tusschon