No. 17475. LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 14 Februari. Tweede Blad. Anno I9S7. Pak m© mee Persoverzicht. IngizötidgR. Tweede Kamer. FEUILLETON. r - Hot morgon verschijnend nummer bevat o.a. als voorplaaib: Een Maikeibruiloft, gjo- ivierd op het ijs. VoortsBezoek van H. M. do Koningin- Móeder aan liet Militair Hospitaal te Utrecht. Een aantal aardige ijskiekjes genomen op de Gouwzee. Wedstrijden van arresledon bij Diemicrbrug. .Hardrij derij vam lie "trikclakip „Fryslaai" te A möter- dlarn. Louis Bouwmeester op het ijs. TJedriekjes te St.-Moribz. Veloslcde-ren- inen in Zwitserland. Fietsers op do Zui- cliersöo. Caisson, bespannen met zee pacir- d!on. op het ijs, in de buurt van I ridon. Koleainood to Amsterdam. He ge scheurde pijlers en hot Delftschopcort-otar tïon t>o Botterdam. Aanbieding vaa een adres door oen oommisaio van ooue-rwij- aers aan het Koninklijk Palcis to 's-Hngo. Een pagina Garicaturen door Ton van Tast, Maaireplen in verband met tie be lemmering van den toevoer naar Nederland. Door het Kamerlid den heer Do Meester waren in verband mot het feit, dat vau vele zijden klachten opgaaf over dc belemmo- ring van onzen toevoer ten gevolge van Una at rog el od, welke do oorlogvoerenden, zeer ten nadeel o van het economisch* loven hier te lande, nemen, de volgende vragen gericht tot do ministers van Buitculandsche Zaken en van Landbouw, Nijverheid 011 Handel lo. Is het waar, dab hier te lande econo mische moeilijkheden zijn ontstaan of wel zich hebben verscherpt door maatregelen van oorlogvoerenden, dio den toevoer naar Nederland belemmeren? 2o. Zoo ja, welke zijn dio maatregelen, welko belangen worden daardoor in het bijzonder geschaad, en in welke mate ge schiedt zulks? 3o. Zoo ja, wat heelt de regcering gedaan of denkt zij te doen, om do gerezen moeilijk heden zooveel immer mogelijk uifc den weg te ruimen? Do heeren Loudon en Post-huma, minis ters van Buitenlandsche Zaken en van Landbouw, Nijverheid on Handel hebben hierop ecu uitvoerig antwoord ingezonden, waaraan wij het volgend© ontleenen De toevoer vad goederen, voor ons econo misch leven noodzakelijk, ondervindt inder daad belemmering. Daardoor is Nederland ill toenemende mate gedwongen geworden, eenerzijda zich te voorzien met name in over zeesche, waaronder neutrale landen, waar do uitvoer niot aan beperkende bepalingen onderworpen is, anderzijds wat niet als een nadeel voor ons economisch leven is te beschouwen om zelf te produceercn, wat het voor en ook tijdons don oorlog nog uit het buitenland betrok. Het is vooral bij dien aanvoer, dat ons land nadoelen ondervindt van door de oor logvoerenden genomen maatregelen maat regelen, die, hoewel bedoeld om elkander in cConomi'sch opzicht afbreuk te doen, te verzwakken, niet konden nalaten, ons land ook zeer ernstig te treffen. Feitelijk moet thans, op enkele"uitzonde ringen na, alles wat van overzee, dus ook uifc onze eigen koloniën wordfc ingevoerd, gedokt zijn door do N. O. T.-garanties. Het uitermato streng© toezicht op onze aanvoeren heeft ten gevolge, dat geen goe deren worden doorgolaten, eer nauwkeurig is vastgesteld, op welko hoevoclhedcn de verschillende groepen van Nederlundscho belanghebbenden kunnen aanspraak maken, ien hoogst© tot dekking van hun normaal verbruik. Groot© moeilijkheden rijzen mede door hot soma maandenlang vasthouden van N. O. T.-goedcrcn, dio reeds hier te lande zijn. aangekomen, doch wegens bezwaren dor Britscho rogeering niet aan do verbruikers kunnen worden afgeleverd. Ondorvindt ons land, voor zoover liet betreft deu aanvoer van over zee, van do hiervoor vermelde maatregelen deiv ge allieerde mogendheden nadeel, ook is zulks hofc geval, waar het betreft maatregelen ter zee door de centrale mogendheden ge nomen. Ook doze hebben haar aanvankelijk weinige artikelen bevattende contrabande- lijsten geleidelijk uitgebreid en daarmede derhalve do kans voor torpedeoriug, rospectiovelijk opbronging onzer schepen vergroot on de toch reeds onzeker© vaart tor zeo nog meer bemoeilijkt. Ook onze uitvoer lijdt schade door maat regelen dor belligeröDten. Wordt in normalen tijd de behoefte iin Nederlandscb-Indiê aan allerlei artikelen, zoo grondstoffen als gereedo fabrikaten, welko Nederland niet zelf voortbrengt of voortbrengen kan, voorzien uit Duitscltiand en Oostenrijk-Hongarije, tijdeus den oorlog is hierin verandering gekomen, ten gevolge van do economische afsluiting door de Entente-mogondheden op do centrale rijken toegepast. Dit heeft uit den aard der zaak met zich gebracht, dat tal van bedrijven in onze koloniën, doordat" zij zich niet of niot terstond elders kondon voorzien, in moei lijkheden kwamen. Do uitvoer van ons land is vrijwel be perkt "tot artikelen van neutralen oor sprong, waaronder, behalve de eigen lands- product en, ook worden verstaan die fabri katen bij de vervaardiging waarvan niot meer dan 25 pCfc' grondstoffen, uit de cen trale staten afkomstig, zijn gebruikt. Do organisatie van onzen buiteniandschcn handel is hot directe gevolg van die maat regelen. Wat dit beduidt, blijkt o.a uit liet feit, dat het, tengevolge van de geografische lig ging van Nederland, in don loop der tijden zeer toegenomen transito-verkeer over ons land naar en van Du'tschlamd tot volkomen stilstand is.gebracht. Het korter of langer uitblijven van grond stoffen heeft natuurlijk allerlei bedrijfssto ringen voor onze nijverheid met zich ge bracht. Van ernstigon aard zijn deze vooral ge weest voor do cacao-, do leder-, de katoen-, do wol-, en de juto-industrio en niet minder ernstig ook voor de zcep-industrioeen en ander in verband met den zeer langen duur der onderhandelingen, wclkS", wat do eerst genoemde bedrijven betreft, naar Entente- zijde, en wat de zcop-industrie betreft met het oog op de totstandkoming der gly cerin erogoling zoowel naar Entonte-. als naar Oentr-alen kant gevoerd, moesten worden. Andoro bedrijven ondervonden, resp. on dervinden, het bezwaar, dat de aanvoer van voor dio bedrijven absoluut noodigo artiko- len welke van overzee betrokken worden moeten, geheel is stop gezet. Tot doze behooren o.a. de bedrijven en instellingen, wolko bopaaldo rubberartikelon, andere, die electro technische materialen behoeven. Tijdelijk© stagnatie ontstond door den niet-aanvoer en -aflevering van grondstof fen in de kapok-, do kurk-, de kaarsen- en de asbcst-industrieên; evenzoo in de lak-, vornis- en verf-indusfcrio en in de ruuocr- verwerkende industrie, tengevolge van En tente-maatregelen. De rijwiel- en automobiel-industrie onder vond en ondervindt nog de nadcoligo gevol gen van het algeheel stop zetten van den aanvoer van banden, en al is te verwachten dat door de Itilandcrho bandenindustrie al het mogelijke zal worden gedaan, om in do behoefte te voorzien, ten volle gedekt zal dezo Behoeft© stellig niet, althans niet tij dig, kunnen worden. Gowetensgold. Naar aanleiding van hetgeen wij dezer dagen aan „HET VADERLAND" ontleenden, omtrent het gowetensgold, dat nu on dan bij het De partement van Financiën inkomt, nemen wij uüb ,,DE FISCUS" het volgende over, dat oen andere verklaring geeft van deze bijdragen aan do Staatskas. ,DE FISGCJS" schrijf in zijn jaaroverzicht hofc volgende We zouden ons jaaroverzicht kunnen ein digen, waro het niet, dat we nog willen wij zen op een, zich in 191G bijzonder sterk ontwikkelende, neiging bij het directe belas ting verschuldigd publiek, n.l. den aandrang om gefraudeerde belasting ongedwongen aan te zuiveren.hot botalon van z.g. gowetens gold, sterk bevorderd door de goneraal- pardon-bepalingen in de oorlogstwinst- en verdedagingsbelastingon. Wanneer men werkelijk denkt, dat dit geld door gewetensdwang wordfc betaald, dan moeten we, door do opgedane ondervinding bij van do 10 gevallen, die illusie aan hefc mcDschdom ontnomen. De wetenschap dat verLoogmg der vroe ger aangegeven inkomsten ia 191 i, 1912 en 1913 de oorlogswinstvermeerde ring over 1914 en 1915 doet dalen en dat tegen on juiste aangiften gold- en gevangenisstraf fen onder het bereik van don fiscuszijn gekomen, zijn veeleer do drijfveren; de inspecteurs hebben dus in het bijzonder te waken, tegen dergelijke gefingeerde hoogero aangiften. Hefc moreel van hot publiek rnen donlco slechts aan 'de uitvoerfraude oa dó daar mee .gepaard gaande pogingen tot omkoo- ping is dan ook allerminst gestegen het tegorrdeel helaas in de .tegenwoor dige -buitengewone omstandigheden"; her haaldelijk blijkt het den inspecteurs, dat 't nog heel wat overtuigend redoneorën kosb, om het geweten" in de richting te leiden, dab het ,,rold" afwerpen kan, nadat zij soms vooraf hebben vernomen, dat zij beter ge daan hadden dominee, dan inspecteur fce> worden, Drb do sriw tfcisfc in 1916 veel rUn een toD gouds aan „gowotcnsgeld'' heef ont vangen, moge op zicnzell aauge V ..lin ken, hot leverd tevens liet bewijs, dat al leen bij- krachtige strafbepalingen van do eigen aangiften bij de directe belastingen wat kan terechtkomen en dat het goede ver trouwen op den ecrlijkheidszin der aange vers in deze wetten is gebleken een abso luut misplaatst vertrouwen t© zijn geweest. 's AtouiIs op straat. Mijnheer de Redacteur! Gisteravond te acht_uren op straat ko mende, bleek daar een schemerduister te heerschon, belialvo in kleine straten, als o.a. de Narmstraat, waar ik inkeek, era de Rem brand tstraat, die ik doorliep, want derge lijke straten aftn n.l. pikdonker en slechts met de groots: a voorzichtigheid te begaan. Dit schrijven nu, dient niet om daarover te klagen, want waar niet is, verliest de keizer zijn recht, en nu er kolengebrek heerscht, hebben wij de daaruit voortvloeien de toestanden slechts te aanvaarden. Wei echter wildo ik, in verband hiermee, uw aandacht vestigen op het ergerlijke feit, dat lederen avond van vóór acht tot na elf uur, vóór en in do vestibule van het Bios cope-theater aan d;n Stationsweg n.b. zes tien hello electrischo lichten branden, waar drie of vier ruim voldoend© zouden ®jn. In dei» tjjden, waarin door gebrek aan ko len vele mensehen kou lijden, sommige strar ten niet verlicht zijn, en de winkels ontijdig moeten sluiten, moest een dergelijke ver spilling eenvoudig- niet geduld worden. Wat te zeggen, dat er nu vlak voor déze fel verlichte plek op den Stationsweg ook nog een gemeente-lantaarn brandt? Zaten er in het bestuur der gemeente- huishouding ook vrouwen, dan zou misschien zoo iets onpractisch niet gebeuren! Verder gaf ik gaarne den ingezetenen in overweging, om hun verlichte ramen, tijde lijk niet dot>r gordjjnan af t© sluiten; daar door zou naar buiten nog veel' licht afstralen en het verkeer vergemakkelijkt worden. U dankend voor de plaatsruimte, I Hoogachtend, B. R'.VI Leiden, 13 Febr. 1917. Kolennooil. Mjjmheer de Redacteur! Verzoeke onderstaande regelen op te ne men. Bij voorbaat mijn dank. Jn verband met den brandstoffennood leest men van allerlei ellende; maar ik zou haast zeggen, dat het toch iiiet zoo was, want waarom moeten allo Zaken om acht uren den winkel sluiten? Staan Bij dan niet ge lijk met andere zaken, zooals bijvoorbeeld een kroeg? Waarom mogen deze tot elf uren helpen en de sociëteit tot 's morgens acht uren? Is dat dan niet onbillijk? Ik zou toch haast zeggen: in tijd van nood moet alles er maar door lijden, en niet de een wel' en do andor niét. Noem maar oens een voorbeeld! Als een werkman om haifnegen Idaajr is niet zijn werk, kan do werkman zich wet naar do kroeg Legeven om te gaan zitten drinken, maar tijd om zich bij oen kapper een beetje op te laten knappen, is er niet meer, of men moot maar een vrijen middag nemen. Voor het kwade ia er tegenwoordig geen nood, maar voor het goedo wel. Men zou haast zeggen, dat men in een kroe. minder licht noodig heeft dan in ©en lpppersraak, want do kastelein behoeft heusch niet baqg te zijn, dat zijn klanten zulten gaan moppe ren, dat-zij niot kunnen zien oi zij het naast hun koel gooien. liet waro beter, dat er andere maatrege len genomen werden. Dat zou vrij wat beter zjjn. U dankend voor do plaatsruimte, teeken ik mij E en A b o n n Leitien, 13 Febr. 1917. y lLeislertlerp en S3t»g tTiit. Mijnheer do Redacteur! Ganrn© een kleine ruimt? voor het onder staande. Bij voorbaat mijn besten dank. Het landeljjko leven op een dorp, biedt wel eens ©en aangename tegenstelling ten op zichte van het teven in een stad. Maar het kan ook anders zijn, en wee hem of haar, die van die boerengewoon 1 en te lijden heeft! Zoo bijv. vannacht. Om klokke drie uur be gon er een met een bijl op los te slaan, en de wortels van een geveldon boom te be werken. In den stillen nacht, in het stilte dorp, daverden ;Ajn slagen, met het nood zakelijk© en noodlottige gevolg, dat alle bewoners uit hun slaap moesten wak ker worden. Ook de zieken! Do veldwachters, dio het zouden hebben kunnen verhinderen, hebben t? veel hun han den vol, om kippendieven achterna te gaan, zocJat do edel© natuurvriend van hierboven zijn lusten kon botvieren op do laatste res ten van een prachtkastaoj?. Het natuur schoon en de natuurlijke rust worden egoïs tisch door hem opgeëischt, m?t „maling" aan de gemeenschap. Is zoo „iemand" niet vervolgbaar? B. 13 Febr. 1917. KrncSitbespnrsng dooi* de trains. De besparing van electrischen stroom door do motorwagens, kan nog gro1 ter wor den, indien eeuige stopplaatsen worden op geheven. Zou-liet thau3 niet gewensebt zijn, dat B. en W. (of is de Raai bevoegd?) met de Trammaatechappp in overleg treden, ton einde op te heffen de stopplaatsen: Haver zaklaan, Morschstraat, Koraibrugstaeg en Plantage? Doze liggen dichtbij andere stopplaatsen en zjjn niet noodig voor het laten voorbij gaan. Opmerker. ♦-» Groote h©sparing van gas. Deze zal ongetwijfeld verkregen worden, wanneer de verschillende Protestaotsche kerken, zoowel' in de stad als op de dorpen, den avonddienst willen verplaatsen naar den middag, alsook niet langer, gelijk hi8r en daar plaats heeft, uren .vóór den. morgen dienst, de gaslampen laten branden, tot ver warming van het gebouw, X. IJ. i Zitting van gisternamiddag. LICHTING 1918. Do heer TER LAAN wjjat op do on bil-' Ijjklieid voor een deel van de lichting 1918, wanneer deze geheel' als ^ïi'.itiellchting gaat worden beschouwd. Ook btf de aflossing kun- nen mcenjkheden rijden. W-irn-r d t on'er- i werp niet gew#rigd wordt, zullen ook spr. en zrjln partijgenootcn tegen stammen. De heer MARCHANT he?ft geen bezwaar tegen do vervroegde oproeping, maar d? ©-• ceptioneelo maatregelen mogen n e' verder werken dan de buitengewone omst ndijkeden verlangen. Ook apr. wil dat de vrijgestelden als landstormerï worden opgeroepen. Ad ministratief is de 8pii(siag zeer wel moge lijk. Spr. heeft bezwaar tegen de bepalin gen* betreffende hen, die tiaar Jniië gaan, waardoor bijv. do KoLnia'e Laai bouv.-go col zal moeir-n worden gesloten. Het beste zA zijn het ontwerp^ to verwerpen, om den Mi nister gelegenheid to geven aan do bezwa ren to gemoet te komen. Ook zou men het debat kunnen schorsen. De heer RtfYS DE EEERENBROUCK h d jloor amendeering het ontwerp willen ..be perken tot de buitengewone omstandighe den. doch het blijkt bij amendering niet mo gelijk de bezwaren to overkomen. Do Ka mer is bereik in deze tg kon do te "ding der Regeering to volgen. Maar of sur. zijn stem aan dit ontwerp zal kunnen geven, i3 twij felachtig. Stemt hij voor, dan bewijst dat niet, dat hij in <k-r__n Minister van Oorlog dèD persoon ziet, die do best© is, welken wij in dezen tijd kunnen hebben. Do MINISTER zegt, dat de zo Maatregel niet meer is dan oen voortzetting van do vroeger© aflossingen. Do laatste lar.delomiklasso, waarover spr. kon beschikken, was die van 1906. Spr. heeft voortdurend gezegd, dat hij een margo moet vrij hebben, die margo b trof de jaar- klassen 1908 en D 07, m:ir daarvoor m? t do opkomst van dc milltieliohting 1918 ver vroegd worden, dat was ook al het geval met do lichtingen 1915, '16 on '17. Dio ver vroegd© oproeping kon plaata h- boon, door het doen vervallen der loting. Voor de vervroegde opkom-1 Ier lichting 1918 moesten .a le v p. b r id mde m afcrege Ten v,-orden sa-ingedrongen, daardoor moes ten ook do verschillende vrijst l.iagon ver vallen en tevens dc scheiding tusscfien mili tie- eu landstormpl ichtigen. Bovendien dc politiek© omstandigheden ma ken het noodig, dat zoo spoedig mogelijk over do lichting 1918 moet kannen worden beschikt. Een precedent heeft de Minister met do uitschakeling v n de splitsing ia militie- en landstorm niet willen stollen. Hij is een voorstander van algemeenen dienstplicht, maar sbelde zich op het standpwot, dat ook in dezen tijd hij onze militair© weiten niet meer zou aantasten dan met het oog op de omstandigheden noodzak olijk was. Wat betreft de jeugdige soldaten, zg< aijn in ieder val op een leeftijd, dat rij zelf kunnen onderscheiden. Do godsdienstige opvoeding in Int huisge zin, kan een goede basis zijm voor hun ver dere ontwikkelingsgang. De eiscb, b?treff:-ndo liun gees te ijk© ver zorging is te zwaar. Do Minister vindt rijn eerst© taak io do verdediging van het land, niet in het in-stand- iiouden van het-geestelyk oii a-odelijk peil. Men mag van hem Diet meer vergen dan dat hij den nadeeligen inwerkingen belet haar in vloed' uifc te oefenen. Inderdaad wordt ei voor do zedelijke belangen gewaakt. Wat de sfcudiebelangen betreft, spreker heelt-daarmee tot dusver-steeds rekening ge houden en zal' dat blijven doen. Omtrent do wijae van demobilisatie weet) men nog niets. De oudere lichtingen, fat men spoedig naar huis moeten zenden, de jorgere lichtingen 1917, 191S on 1919 zullen de laatste lasten moeten dragon. De dienst tijd van 1917 zal waarschijnlijk eenigo,maan den moeten worden verlengd. Wat betreft verlofsregelingen, men kar daarin niet milder rijn. Voor do latere lich tingen kan men geen groot:r ci i.o ten ge ven, zonder in groot© onbillijkheden te ver vallen. Oefeningen nabjj de haardsteden acht spreker in het belang van don dienst niet ge- wenscht. Tegenover don heor Scheuren morkt do Minister op. dat hij niet b©gr$pfc, hoe deze verbetering in het bestaande^teger wil bren gen. Ons leger verjongt rich on heeft het culminatiepunt van geoefendheid reeds be reikt. Spreker kcurfc hefc optreden der Vereeaii- ging van Landstormplichtigen af en stelt daartegenover hetgeen anderen door hun 13© ^©©-VStllS.. Roman uit hot laatst der 16do eeuw, •ïiaar het Engelsch van Rafaël Sabatini. 36) ,,Ja go zijt verstandig bij uw vermetel heid/' proea Asad hem. „Mag© Allah uw reis voorspoedig doen rijn." Geeft go mij verlof heen to gaan „Nog oen oegonblik. Mijn zoon Marzak nadert den manlijken leeftijd, on het is tijd dat hij in dienst treedt van Allah en den Staat.. Ik weoisch, diifc hij als luitenant op deze reis modegaofc, en d'ba gij rijn leermees ter rijb, zooals ik vroeger do uw© was." _Ddt waa iets, diofc Sakr-ol-Bahr even wei nig beviel als Mar zak. Hij kond© de bitte re vijandschap, dio do zoon van Fenrilelv hem toedroeg, ©n hij had alle roden moei lijkheden te vreezen, als dit plan van As ad Werd uitgevoerd. «Als ik vroeger do uwe waa?" herhaalde hij slim. „Wilt 'gij morgen niet niet ons op -zoo gaan, Asn-d? Er ia niemand u gelijk in den gelieelen Islam, ©n wat een genot zou hot sijn, ,als \nnoude, naast u op dien voorste ven te staan, wanneer wij den Spanjaard aanvallen." Asad kedk hem aan. Oppert gij dit ook?" ivroeg hij. „Hebben ancJeren bet goopperd?" Heb ïerpo orstand van den man, nog 9öher- <i°?r 'T icicle diep en mn Steral. „Daar deden zij wèl aan, i cmamcl kan er stoTker op nandrin- gion dan Üc, want niemand kont zoo goed als ik hot genot van een gevocht togen den on- goloovige ondier uw bevel, en don roem der ovei*wiDning onder uw cogen. Kom dus me de, Heer, op deze onderneming en wees gij zelf de leermeester van uw zoondat is do hoogste oer, die gij hem kunt aandoen." In gedachten verdiept streek Asad over zijn langen witten baardrijn arendsoogon worden kleiner. ,,Ge brengt nio in verleiding, by Allah l" „La/at mij meer dSoon..." „Noen, meor kunt go niet. Ik ben oud en ■zwak. cn ik ben hier noodig. Zal oen oud© leeuw jacht maken op oen jonge gazel Yre- -de, vrede! Do zon is over mijn oorlogsda gen ondergegaan. Laten do krijgslieden, die ik opgeleid heb, behouden wat mijn aim ge wonnen heeft en mijn naam en den roem van het Geloof op d© zeo handhaven." Hij leunde op Saikr-el-Bahr'a schouder en zucht te zijn oogen stonden ernstig droomeneï. „Hot zou inderdaad een heerlijk avon tuur zijn. Maar noenik ben besloten. Ga hoon, neem Morzak mede, cn breng hem weer veilig thuis." „Anders zou ilc zelf niet terugkeeren", was hot antwoord. ,;Maar ik vertrouw op den Alwetende". Daarop vorbrok hij on verborg zijn groo-' te ergernis zoowol o\r©r cle reis als over liet gezelschaphij verzocht Othmani zijn groot galjoen gereed te maken, hefc te voorzien van geschut-, driehonderd slaven, om t© roeien, en driehonderd krijgslieden. Asad-ed-Din koorde terug naar die don kere kamer in Kasbah, welke op hofc voor plein uitzag waar Fonrileh en Marzaik nog vertoefden. Hij ging hun vertellen, dat vol gens de wonschen van hen beiden Marzak cp dezen tocht zou medegaan om t© toonon, wafc hij kon. Maar waar hij ongeduld had achborgela- ton, vond hij kwalijk verborgen toorn terug. „O, zon, die mij verwarmt", begroette Fonrileh hem on uit lange ervaring wist hij, dat ho© liever d© namen waren, die zij hem gaf, dea to kwaadaardigor haar stemming was, „weegt mijn raad zoo weinig bij u, dat hij slechts is ills stof cp uw schoenen?" „Nog minder", eed Asad, zonder zijn ge won© toegevendheid over haar vrijheid van spreken. „Dat is inderdaad do waarheid", riep zij uit, haar hoofd buigend, terwijl achter haar het mooie gelaat van haar zoon somber op dook. „Bat is heb", stemde Asad toe. „Bij het a-ainbrekon van den dag, Mor zak, "gaat ge op het galjoen van Sakr-el-Bahr naar zeo onder rijn leiding en kunt ge de be kwaamheid en dapperheid nastreven, die hom hot hechtst© bolwerk van don Islam, het waro zwaard van Allah gemaakt heb ben." Maar Marzak voelde, dat-in de-zo zaak zijn moeder ondersteund moest worden, ter wijl zijn afschuw van dien gelukzoeker, dio do plaats dreigde in to nemen, die hem van rechtswege toekwam, liem tot krankzinnige waagstukken aanspoorde. „Als ik naar zee ga met dfien Christen hond/1 arf wöordde hij heeoch, „dan zal hij zijn, waar hij thuis behoort, op de roeiers- bank." „Wat?" Hot was een woedend brullen. Asad keerde zioh plotseling naar zijn zoon, en rijn gericht, dat opeens donkerrood werd kreeg zulk een wreedo ©n slechte uitdruk king, dat het samenspannende tweetal er door voTsohrikt werd. „Bij -den baard van dien Profeet! Wat rijn dat voor woerden tofc mij Hij trad op Marzak toe, totdat Fenrileh in plotsolingen schrik tusschen hen kwam en hem aamzag, als oen leeuwin, dio haar welp verdedigt. Maar do Dcy, woedend over het gebrek aan gehoorzaamheid bij zijn zoon, vertoornd zoowel tegen den zoon als tegen d© moeder, die liij wish, dat hem op stookte, greep haar met rijn gespierde, oudo handen, en wierp haar woedend op zijde, zoodat rij struikelde en hijgend in do kus sens van haar divan viel. „De vloek van Allah komo op je!" schreeuwde hij, en Marzak deinsde voor hem terug. „Heeft die verwaand© helleveeg jo ge leerd, voor mij to staan en mij to zeggen, wat je wël en wat je niet wilt doen? Bij den Koran! Al to lang heb ik haar slechte, vreemde manieren geduld, ©n nu schijnt het, dat zo jou geleerd heeft, haar na to volgen, en hoe jo je eigen vader moet fcrofseorenl Morgen ga jo naar zee met Sakr-el-Bahr Ik heb hefc gezegd. Nog óón woord, en je gaat aan boord van rijn galjoen, zooals je zeidet, dat" het met hein gaan zou op de roeiersbank, om gehoorzaamheid te leeron onder de zweep van oen slavendrijver." Verschrikt stond Marzak stil. Hij durfde n au wel ijk» ademhalen. Nooit in rijn leven had hij zijn vader in zulk ©en verheven toorn gerien. Toch scheen dio Fenrileh geen vrees in te boe-zemen, die helos, wier tong niet tot zwijgen was te brengen, zelfs, uieb door de bedreiging met roede en zweep. „Ik zal Allah bidden, uw ziel het gericht terug te geven, vader van Marzak", hijgdo zij, „om u te loeren onderscheid te maken tusschen hen, dli© u liefhebben, en de zelf zuchtiger, dio uw vertrouwen misbruiken/* „Wat?" raasde hij. „Ben jo nog nieb klaar „Dat zal ik niet rijn, voordat ik tot zwij gen gebracht ben door dion dood, omdat ik u uifc grooto liefde raad gegeven heb, o licht van mij'n arme oogen." „Houd die toon vol", zei hij, mob ingchoifr den drift, „en dat zal spoedig gebeuren." „Ik geef or niet om, als maa-r het sluwe masker van het gericht van dien. Sakr-el- Bahr gescheurd wordt. iVLqg© Allah zijn beenderen breken 1 Wat is dïat met dio sla ven van hem die tweo uit Engoland, o Asad? Men heeft mij gezegd, dat de e<mo een vrouw is, lang en van dio blanke schoonheid, die do gave is vam Eblis aan do vrouwen in het Noorden. Welke bedoe ling heeft hij" met haar dat hij haar niet op do markt vertooncn wilde, zocals <1© wot voorschrijftmaar dat hij torahiika hier komt, cm u te vragen, do wofc voor hem te overtreden? Och, ik praat tovergoofsch. Ik heb u orger dingen laten zien, om rijn. iago ontrouw t© bewijzen, en toch vleit gij hem, terwijl gij uw eigen zoon uw tarnden laafc zien." Hij trad op haar toe, boog rioh, greep haar bij den pols, en lichtte haar op. Zijn gelaat werd grauw onder de bruin© huid. Eindelijk werd rij bang voor zijn aan blik en dit maakte een eind aan haar roek», loozen overmoed- Hij verhief rijn stem en riep„Ya an bal Ayoub!'-' Zij anikte ,op haar beurt doodsbleek vao plotsolingen angst. „Hoer, hoerl" woendt rij. „Stroom van mijn loven, wees nieb beoopy nig! Wat wilt ge doen?" (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1917 | | pagina 5