No. 17475.
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 14 Februari.
Tweede Blad. Anno I9S7.
Pak m© mee
Persoverzicht.
IngizötidgR.
Tweede Kamer.
FEUILLETON.
r -
Hot morgon verschijnend nummer bevat
o.a. als voorplaaib: Een Maikeibruiloft, gjo-
ivierd op het ijs.
VoortsBezoek van H. M. do Koningin-
Móeder aan liet Militair Hospitaal te
Utrecht. Een aantal aardige ijskiekjes
genomen op de Gouwzee. Wedstrijden
van arresledon bij Diemicrbrug. .Hardrij
derij vam lie "trikclakip „Fryslaai" te A möter-
dlarn. Louis Bouwmeester op het ijs.
TJedriekjes te St.-Moribz. Veloslcde-ren-
inen in Zwitserland. Fietsers op do Zui-
cliersöo. Caisson, bespannen met zee pacir-
d!on. op het ijs, in de buurt van I ridon.
Koleainood to Amsterdam. He ge
scheurde pijlers en hot Delftschopcort-otar
tïon t>o Botterdam. Aanbieding vaa een
adres door oen oommisaio van ooue-rwij-
aers aan het Koninklijk Palcis to 's-Hngo.
Een pagina Garicaturen door Ton van
Tast,
Maaireplen in verband met tie be
lemmering van den toevoer
naar Nederland.
Door het Kamerlid den heer Do Meester
waren in verband mot het feit, dat vau vele
zijden klachten opgaaf over dc belemmo-
ring van onzen toevoer ten gevolge van
Una at rog el od, welke do oorlogvoerenden,
zeer ten nadeel o van het economisch* loven
hier te lande, nemen, de volgende vragen
gericht tot do ministers van Buitculandsche
Zaken en van Landbouw, Nijverheid 011
Handel
lo. Is het waar, dab hier te lande econo
mische moeilijkheden zijn ontstaan of wel
zich hebben verscherpt door maatregelen
van oorlogvoerenden, dio den toevoer naar
Nederland belemmeren?
2o. Zoo ja, welke zijn dio maatregelen,
welko belangen worden daardoor in het
bijzonder geschaad, en in welke mate ge
schiedt zulks?
3o. Zoo ja, wat heelt de regcering gedaan
of denkt zij te doen, om do gerezen moeilijk
heden zooveel immer mogelijk uifc den weg
te ruimen?
Do heeren Loudon en Post-huma, minis
ters van Buitenlandsche Zaken en van
Landbouw, Nijverheid on Handel hebben
hierop ecu uitvoerig antwoord ingezonden,
waaraan wij het volgend© ontleenen
De toevoer vad goederen, voor ons econo
misch leven noodzakelijk, ondervindt inder
daad belemmering. Daardoor is Nederland
ill toenemende mate gedwongen geworden,
eenerzijda zich te voorzien met name in over
zeesche, waaronder neutrale landen, waar
do uitvoer niot aan beperkende bepalingen
onderworpen is, anderzijds wat niet als
een nadeel voor ons economisch leven is te
beschouwen om zelf te produceercn, wat
het voor en ook tijdons don oorlog nog uit
het buitenland betrok.
Het is vooral bij dien aanvoer, dat ons
land nadoelen ondervindt van door de oor
logvoerenden genomen maatregelen maat
regelen, die, hoewel bedoeld om elkander
in cConomi'sch opzicht afbreuk te doen, te
verzwakken, niet konden nalaten, ons land
ook zeer ernstig te treffen.
Feitelijk moet thans, op enkele"uitzonde
ringen na, alles wat van overzee, dus ook
uifc onze eigen koloniën wordfc ingevoerd,
gedokt zijn door do N. O. T.-garanties.
Het uitermato streng© toezicht op onze
aanvoeren heeft ten gevolge, dat geen goe
deren worden doorgolaten, eer nauwkeurig
is vastgesteld, op welko hoevoclhedcn de
verschillende groepen van Nederlundscho
belanghebbenden kunnen aanspraak maken,
ien hoogst© tot dekking van hun normaal
verbruik.
Groot© moeilijkheden rijzen mede door
hot soma maandenlang vasthouden van N.
O. T.-goedcrcn, dio reeds hier te lande zijn.
aangekomen, doch wegens bezwaren dor
Britscho rogeering niet aan do verbruikers
kunnen worden afgeleverd.
Ondorvindt ons land, voor zoover liet
betreft deu aanvoer van over zee, van do
hiervoor vermelde maatregelen deiv ge
allieerde mogendheden nadeel, ook is zulks
hofc geval, waar het betreft maatregelen
ter zee door de centrale mogendheden ge
nomen. Ook doze hebben haar aanvankelijk
weinige artikelen bevattende contrabande-
lijsten geleidelijk uitgebreid en daarmede
derhalve do kans voor torpedeoriug,
rospectiovelijk opbronging onzer schepen
vergroot on de toch reeds onzeker© vaart
tor zeo nog meer bemoeilijkt.
Ook onze uitvoer lijdt schade door maat
regelen dor belligeröDten.
Wordt in normalen tijd de behoefte iin
Nederlandscb-Indiê aan allerlei artikelen,
zoo grondstoffen als gereedo fabrikaten,
welko Nederland niet zelf voortbrengt of
voortbrengen kan, voorzien uit Duitscltiand
en Oostenrijk-Hongarije, tijdeus den oorlog
is hierin verandering gekomen, ten gevolge
van do economische afsluiting door de
Entente-mogondheden op do centrale rijken
toegepast. Dit heeft uit den aard der zaak
met zich gebracht, dat tal van bedrijven in
onze koloniën, doordat" zij zich niet of niot
terstond elders kondon voorzien, in moei
lijkheden kwamen.
Do uitvoer van ons land is vrijwel be
perkt "tot artikelen van neutralen oor
sprong, waaronder, behalve de eigen lands-
product en, ook worden verstaan die fabri
katen bij de vervaardiging waarvan niot
meer dan 25 pCfc' grondstoffen, uit de cen
trale staten afkomstig, zijn gebruikt.
Do organisatie van onzen buiteniandschcn
handel is hot directe gevolg van die maat
regelen.
Wat dit beduidt, blijkt o.a uit liet feit,
dat het, tengevolge van de geografische lig
ging van Nederland, in don loop der tijden
zeer toegenomen transito-verkeer over ons
land naar en van Du'tschlamd tot volkomen
stilstand is.gebracht.
Het korter of langer uitblijven van grond
stoffen heeft natuurlijk allerlei bedrijfssto
ringen voor onze nijverheid met zich ge
bracht.
Van ernstigon aard zijn deze vooral ge
weest voor do cacao-, do leder-, de katoen-,
do wol-, en de juto-industrio en niet minder
ernstig ook voor de zcep-industrioeen en
ander in verband met den zeer langen duur
der onderhandelingen, wclkS", wat do eerst
genoemde bedrijven betreft, naar Entente-
zijde, en wat de zcop-industrie betreft
met het oog op de totstandkoming der gly
cerin erogoling zoowel naar Entonte-. als
naar Oentr-alen kant gevoerd, moesten
worden.
Andoro bedrijven ondervonden, resp. on
dervinden, het bezwaar, dat de aanvoer van
voor dio bedrijven absoluut noodigo artiko-
len welke van overzee betrokken worden
moeten, geheel is stop gezet. Tot doze
behooren o.a. de bedrijven en instellingen,
wolko bopaaldo rubberartikelon, andere,
die electro technische materialen behoeven.
Tijdelijk© stagnatie ontstond door den
niet-aanvoer en -aflevering van grondstof
fen in de kapok-, do kurk-, de kaarsen- en
de asbcst-industrieên; evenzoo in de lak-,
vornis- en verf-indusfcrio en in de ruuocr-
verwerkende industrie, tengevolge van En
tente-maatregelen.
De rijwiel- en automobiel-industrie onder
vond en ondervindt nog de nadcoligo gevol
gen van het algeheel stop zetten van den
aanvoer van banden, en al is te verwachten
dat door de Itilandcrho bandenindustrie al
het mogelijke zal worden gedaan, om in do
behoefte te voorzien, ten volle gedekt zal
dezo Behoeft© stellig niet, althans niet tij
dig, kunnen worden.
Gowetensgold. Naar aanleiding
van hetgeen wij dezer dagen aan „HET
VADERLAND" ontleenden, omtrent het
gowetensgold, dat nu on dan bij het De
partement van Financiën inkomt, nemen
wij uüb ,,DE FISCUS" het volgende over,
dat oen andere verklaring geeft van deze
bijdragen aan do Staatskas.
,DE FISGCJS" schrijf in zijn jaaroverzicht
hofc volgende
We zouden ons jaaroverzicht kunnen ein
digen, waro het niet, dat we nog willen wij
zen op een, zich in 191G bijzonder sterk
ontwikkelende, neiging bij het directe belas
ting verschuldigd publiek, n.l. den aandrang
om gefraudeerde belasting ongedwongen aan
te zuiveren.hot botalon van z.g. gowetens
gold, sterk bevorderd door de goneraal-
pardon-bepalingen in de oorlogstwinst- en
verdedagingsbelastingon.
Wanneer men werkelijk denkt, dat dit geld
door gewetensdwang wordfc betaald, dan
moeten we, door do opgedane ondervinding
bij van do 10 gevallen, die illusie aan
hefc mcDschdom ontnomen.
De wetenschap dat verLoogmg der vroe
ger aangegeven inkomsten ia 191 i, 1912 en
1913 de oorlogswinstvermeerde ring over
1914 en 1915 doet dalen en dat tegen on
juiste aangiften gold- en gevangenisstraf
fen onder het bereik van don fiscuszijn
gekomen, zijn veeleer do drijfveren; de
inspecteurs hebben dus in het bijzonder te
waken, tegen dergelijke gefingeerde hoogero
aangiften.
Hefc moreel van hot publiek rnen donlco
slechts aan 'de uitvoerfraude oa dó daar
mee .gepaard gaande pogingen tot omkoo-
ping is dan ook allerminst gestegen
het tegorrdeel helaas in de .tegenwoor
dige -buitengewone omstandigheden"; her
haaldelijk blijkt het den inspecteurs, dat 't
nog heel wat overtuigend redoneorën kosb,
om het geweten" in de richting te leiden,
dab het ,,rold" afwerpen kan, nadat zij soms
vooraf hebben vernomen, dat zij beter ge
daan hadden dominee, dan inspecteur fce>
worden,
Drb do sriw tfcisfc in 1916 veel rUn
een toD gouds aan „gowotcnsgeld'' heef ont
vangen, moge op zicnzell aauge V ..lin
ken, hot leverd tevens liet bewijs, dat al
leen bij- krachtige strafbepalingen van do
eigen aangiften bij de directe belastingen
wat kan terechtkomen en dat het goede ver
trouwen op den ecrlijkheidszin der aange
vers in deze wetten is gebleken een abso
luut misplaatst vertrouwen t© zijn geweest.
's AtouiIs op straat.
Mijnheer de Redacteur!
Gisteravond te acht_uren op straat ko
mende, bleek daar een schemerduister te
heerschon, belialvo in kleine straten, als o.a.
de Narmstraat, waar ik inkeek, era de Rem
brand tstraat, die ik doorliep, want derge
lijke straten aftn n.l. pikdonker en slechts
met de groots: a voorzichtigheid te begaan.
Dit schrijven nu, dient niet om daarover
te klagen, want waar niet is, verliest de
keizer zijn recht, en nu er kolengebrek
heerscht, hebben wij de daaruit voortvloeien
de toestanden slechts te aanvaarden.
Wei echter wildo ik, in verband hiermee,
uw aandacht vestigen op het ergerlijke feit,
dat lederen avond van vóór acht tot na elf
uur, vóór en in do vestibule van het Bios
cope-theater aan d;n Stationsweg n.b. zes
tien hello electrischo lichten branden, waar
drie of vier ruim voldoend© zouden ®jn.
In dei» tjjden, waarin door gebrek aan ko
len vele mensehen kou lijden, sommige strar
ten niet verlicht zijn, en de winkels ontijdig
moeten sluiten, moest een dergelijke ver
spilling eenvoudig- niet geduld worden.
Wat te zeggen, dat er nu vlak voor déze fel
verlichte plek op den Stationsweg ook nog
een gemeente-lantaarn brandt?
Zaten er in het bestuur der gemeente-
huishouding ook vrouwen, dan zou misschien
zoo iets onpractisch niet gebeuren!
Verder gaf ik gaarne den ingezetenen in
overweging, om hun verlichte ramen, tijde
lijk niet dot>r gordjjnan af t© sluiten; daar
door zou naar buiten nog veel' licht afstralen
en het verkeer vergemakkelijkt worden.
U dankend voor de plaatsruimte,
I Hoogachtend,
B. R'.VI
Leiden, 13 Febr. 1917.
Kolennooil.
Mjjmheer de Redacteur!
Verzoeke onderstaande regelen op te ne
men. Bij voorbaat mijn dank.
Jn verband met den brandstoffennood leest
men van allerlei ellende; maar ik zou haast
zeggen, dat het toch iiiet zoo was, want
waarom moeten allo Zaken om acht uren
den winkel sluiten? Staan Bij dan niet ge
lijk met andere zaken, zooals bijvoorbeeld
een kroeg? Waarom mogen deze tot elf
uren helpen en de sociëteit tot 's morgens
acht uren? Is dat dan niet onbillijk? Ik zou
toch haast zeggen: in tijd van nood moet
alles er maar door lijden, en niet de een
wel' en do andor niét.
Noem maar oens een voorbeeld! Als een
werkman om haifnegen Idaajr is niet zijn
werk, kan do werkman zich wet naar do
kroeg Legeven om te gaan zitten drinken,
maar tijd om zich bij oen kapper een beetje
op te laten knappen, is er niet meer, of
men moot maar een vrijen middag nemen.
Voor het kwade ia er tegenwoordig geen
nood, maar voor het goedo wel. Men zou
haast zeggen, dat men in een kroe. minder
licht noodig heeft dan in ©en lpppersraak,
want do kastelein behoeft heusch niet baqg
te zijn, dat zijn klanten zulten gaan moppe
ren, dat-zij niot kunnen zien oi zij het naast
hun koel gooien.
liet waro beter, dat er andere maatrege
len genomen werden. Dat zou vrij wat beter
zjjn.
U dankend voor do plaatsruimte, teeken
ik mij
E en A b o n n
Leitien, 13 Febr. 1917. y
lLeislertlerp en S3t»g tTiit.
Mijnheer do Redacteur!
Ganrn© een kleine ruimt? voor het onder
staande. Bij voorbaat mijn besten dank.
Het landeljjko leven op een dorp, biedt wel
eens ©en aangename tegenstelling ten op
zichte van het teven in een stad. Maar het
kan ook anders zijn, en wee hem of haar,
die van die boerengewoon 1 en te lijden heeft!
Zoo bijv. vannacht. Om klokke drie uur be
gon er een met een bijl op los te slaan, en
de wortels van een geveldon boom te be
werken. In den stillen nacht, in het stilte
dorp, daverden ;Ajn slagen, met het nood
zakelijk© en noodlottige gevolg, dat alle
bewoners uit hun slaap moesten wak
ker worden. Ook de zieken!
Do veldwachters, dio het zouden hebben
kunnen verhinderen, hebben t? veel hun han
den vol, om kippendieven achterna te gaan,
zocJat do edel© natuurvriend van hierboven
zijn lusten kon botvieren op do laatste res
ten van een prachtkastaoj?. Het natuur
schoon en de natuurlijke rust worden egoïs
tisch door hem opgeëischt, m?t „maling"
aan de gemeenschap.
Is zoo „iemand" niet vervolgbaar?
B.
13 Febr. 1917.
KrncSitbespnrsng dooi* de trains.
De besparing van electrischen stroom
door do motorwagens, kan nog gro1 ter wor
den, indien eeuige stopplaatsen worden op
geheven. Zou-liet thau3 niet gewensebt zijn,
dat B. en W. (of is de Raai bevoegd?) met
de Trammaatechappp in overleg treden, ton
einde op te heffen de stopplaatsen: Haver
zaklaan, Morschstraat, Koraibrugstaeg en
Plantage?
Doze liggen dichtbij andere stopplaatsen
en zjjn niet noodig voor het laten voorbij
gaan.
Opmerker.
♦-»
Groote h©sparing van gas.
Deze zal ongetwijfeld verkregen worden,
wanneer de verschillende Protestaotsche
kerken, zoowel' in de stad als op de dorpen,
den avonddienst willen verplaatsen naar den
middag, alsook niet langer, gelijk hi8r en
daar plaats heeft, uren .vóór den. morgen
dienst, de gaslampen laten branden, tot ver
warming van het gebouw,
X. IJ.
i Zitting van gisternamiddag.
LICHTING 1918.
Do heer TER LAAN wjjat op do on bil-'
Ijjklieid voor een deel van de lichting 1918,
wanneer deze geheel' als ^ïi'.itiellchting gaat
worden beschouwd. Ook btf de aflossing kun-
nen mcenjkheden rijden. W-irn-r d t on'er-
i werp niet gew#rigd wordt, zullen ook spr.
en zrjln partijgenootcn tegen stammen.
De heer MARCHANT he?ft geen bezwaar
tegen do vervroegde oproeping, maar d? ©-•
ceptioneelo maatregelen mogen n e' verder
werken dan de buitengewone omst ndijkeden
verlangen. Ook apr. wil dat de vrijgestelden
als landstormerï worden opgeroepen. Ad
ministratief is de 8pii(siag zeer wel moge
lijk. Spr. heeft bezwaar tegen de bepalin
gen* betreffende hen, die tiaar Jniië gaan,
waardoor bijv. do KoLnia'e Laai bouv.-go col
zal moeir-n worden gesloten. Het beste zA
zijn het ontwerp^ to verwerpen, om den Mi
nister gelegenheid to geven aan do bezwa
ren to gemoet te komen. Ook zou men het
debat kunnen schorsen.
De heer RtfYS DE EEERENBROUCK h d
jloor amendeering het ontwerp willen ..be
perken tot de buitengewone omstandighe
den. doch het blijkt bij amendering niet mo
gelijk de bezwaren to overkomen. Do Ka
mer is bereik in deze tg kon do te "ding der
Regeering to volgen. Maar of sur. zijn stem
aan dit ontwerp zal kunnen geven, i3 twij
felachtig. Stemt hij voor, dan bewijst dat
niet, dat hij in <k-r__n Minister van Oorlog dèD
persoon ziet, die do best© is, welken wij
in dezen tijd kunnen hebben.
Do MINISTER zegt, dat de zo Maatregel
niet meer is dan oen voortzetting van do
vroeger© aflossingen.
Do laatste lar.delomiklasso, waarover spr.
kon beschikken, was die van 1906. Spr.
heeft voortdurend gezegd, dat hij een margo
moet vrij hebben, die margo b trof de jaar-
klassen 1908 en D 07, m:ir daarvoor m? t
do opkomst van dc milltieliohting 1918 ver
vroegd worden, dat was ook al het geval
met do lichtingen 1915, '16 on '17. Dio ver
vroegd© oproeping kon plaata h- boon, door
het doen vervallen der loting.
Voor de vervroegde opkom-1 Ier lichting
1918 moesten .a le v p. b r id mde m afcrege
Ten v,-orden sa-ingedrongen, daardoor moes
ten ook do verschillende vrijst l.iagon ver
vallen en tevens dc scheiding tusscfien mili
tie- eu landstormpl ichtigen.
Bovendien dc politiek© omstandigheden ma
ken het noodig, dat zoo spoedig mogelijk
over do lichting 1918 moet kannen worden
beschikt.
Een precedent heeft de Minister met do
uitschakeling v n de splitsing ia militie-
en landstorm niet willen stollen. Hij is een
voorstander van algemeenen dienstplicht,
maar sbelde zich op het standpwot, dat ook
in dezen tijd hij onze militair© weiten niet
meer zou aantasten dan met het oog op
de omstandigheden noodzak olijk was.
Wat betreft de jeugdige soldaten, zg< aijn
in ieder val op een leeftijd, dat rij zelf
kunnen onderscheiden.
Do godsdienstige opvoeding in Int huisge
zin, kan een goede basis zijm voor hun ver
dere ontwikkelingsgang.
De eiscb, b?treff:-ndo liun gees te ijk© ver
zorging is te zwaar.
Do Minister vindt rijn eerst© taak io do
verdediging van het land, niet in het in-stand-
iiouden van het-geestelyk oii a-odelijk peil.
Men mag van hem Diet meer vergen dan dat
hij den nadeeligen inwerkingen belet haar in
vloed' uifc te oefenen. Inderdaad wordt ei
voor do zedelijke belangen gewaakt.
Wat de sfcudiebelangen betreft, spreker
heelt-daarmee tot dusver-steeds rekening ge
houden en zal' dat blijven doen.
Omtrent do wijae van demobilisatie weet)
men nog niets. De oudere lichtingen, fat
men spoedig naar huis moeten zenden, de
jorgere lichtingen 1917, 191S on 1919 zullen
de laatste lasten moeten dragon. De dienst
tijd van 1917 zal waarschijnlijk eenigo,maan
den moeten worden verlengd.
Wat betreft verlofsregelingen, men kar
daarin niet milder rijn. Voor do latere lich
tingen kan men geen groot:r ci i.o ten ge
ven, zonder in groot© onbillijkheden te ver
vallen. Oefeningen nabjj de haardsteden acht
spreker in het belang van don dienst niet ge-
wenscht.
Tegenover don heor Scheuren morkt do
Minister op. dat hij niet b©gr$pfc, hoe deze
verbetering in het bestaande^teger wil bren
gen. Ons leger verjongt rich on heeft het
culminatiepunt van geoefendheid reeds be
reikt.
Spreker kcurfc hefc optreden der Vereeaii-
ging van Landstormplichtigen af en stelt
daartegenover hetgeen anderen door hun
13© ^©©-VStllS..
Roman uit hot laatst der 16do eeuw,
•ïiaar het Engelsch van Rafaël Sabatini.
36)
,,Ja go zijt verstandig bij uw vermetel
heid/' proea Asad hem. „Mag© Allah uw
reis voorspoedig doen rijn."
Geeft go mij verlof heen to gaan
„Nog oen oegonblik. Mijn zoon Marzak
nadert den manlijken leeftijd, on het is tijd
dat hij in dienst treedt van Allah en den
Staat.. Ik weoisch, diifc hij als luitenant op
deze reis modegaofc, en d'ba gij rijn leermees
ter rijb, zooals ik vroeger do uw© was."
_Ddt waa iets, diofc Sakr-ol-Bahr even wei
nig beviel als Mar zak. Hij kond© de bitte
re vijandschap, dio do zoon van Fenrilelv
hem toedroeg, ©n hij had alle roden moei
lijkheden te vreezen, als dit plan van As ad
Werd uitgevoerd.
«Als ik vroeger do uwe waa?" herhaalde
hij slim.
„Wilt 'gij morgen niet niet ons op -zoo
gaan, Asn-d? Er ia niemand u gelijk in den
gelieelen Islam, ©n wat een genot zou hot
sijn, ,als \nnoude, naast u op dien voorste
ven te staan, wanneer wij den Spanjaard
aanvallen."
Asad kedk hem aan. Oppert gij dit ook?"
ivroeg hij.
„Hebben ancJeren bet goopperd?" Heb
ïerpo orstand van den man, nog 9öher-
<i°?r 'T icicle diep en
mn Steral. „Daar deden zij wèl aan,
i cmamcl kan er stoTker op nandrin-
gion dan Üc, want niemand kont zoo goed als
ik hot genot van een gevocht togen den on-
goloovige ondier uw bevel, en don roem der
ovei*wiDning onder uw cogen. Kom dus me
de, Heer, op deze onderneming en wees gij
zelf de leermeester van uw zoondat is do
hoogste oer, die gij hem kunt aandoen."
In gedachten verdiept streek Asad over
zijn langen witten baardrijn arendsoogon
worden kleiner.
,,Ge brengt nio in verleiding, by Allah l"
„La/at mij meer dSoon..."
„Noen, meor kunt go niet. Ik ben oud en
■zwak. cn ik ben hier noodig. Zal oen oud©
leeuw jacht maken op oen jonge gazel Yre-
-de, vrede! Do zon is over mijn oorlogsda
gen ondergegaan. Laten do krijgslieden, die
ik opgeleid heb, behouden wat mijn aim ge
wonnen heeft en mijn naam en den roem
van het Geloof op d© zeo handhaven." Hij
leunde op Saikr-el-Bahr'a schouder en zucht
te zijn oogen stonden ernstig droomeneï.
„Hot zou inderdaad een heerlijk avon
tuur zijn. Maar noenik ben besloten.
Ga hoon, neem Morzak mede, cn breng hem
weer veilig thuis."
„Anders zou ilc zelf niet terugkeeren",
was hot antwoord.
,;Maar ik vertrouw op den Alwetende".
Daarop vorbrok hij on verborg zijn groo-'
te ergernis zoowol o\r©r cle reis als over liet
gezelschaphij verzocht Othmani zijn groot
galjoen gereed te maken, hefc te voorzien
van geschut-, driehonderd slaven, om t©
roeien, en driehonderd krijgslieden.
Asad-ed-Din koorde terug naar die don
kere kamer in Kasbah, welke op hofc voor
plein uitzag waar Fonrileh en Marzaik nog
vertoefden. Hij ging hun vertellen, dat vol
gens de wonschen van hen beiden Marzak
cp dezen tocht zou medegaan om t© toonon,
wafc hij kon.
Maar waar hij ongeduld had achborgela-
ton, vond hij kwalijk verborgen toorn terug.
„O, zon, die mij verwarmt", begroette
Fonrileh hem on uit lange ervaring wist hij,
dat ho© liever d© namen waren, die zij hem
gaf, dea to kwaadaardigor haar stemming
was, „weegt mijn raad zoo weinig bij u, dat
hij slechts is ills stof cp uw schoenen?"
„Nog minder", eed Asad, zonder zijn ge
won© toegevendheid over haar vrijheid van
spreken.
„Dat is inderdaad do waarheid", riep zij
uit, haar hoofd buigend, terwijl achter haar
het mooie gelaat van haar zoon somber op
dook. „Bat is heb", stemde Asad toe. „Bij
het a-ainbrekon van den dag, Mor zak, "gaat
ge op het galjoen van Sakr-el-Bahr naar
zeo onder rijn leiding en kunt ge de be
kwaamheid en dapperheid nastreven, die
hom hot hechtst© bolwerk van don Islam,
het waro zwaard van Allah gemaakt heb
ben."
Maar Marzak voelde, dat-in de-zo zaak
zijn moeder ondersteund moest worden, ter
wijl zijn afschuw van dien gelukzoeker, dio
do plaats dreigde in to nemen, die hem van
rechtswege toekwam, liem tot krankzinnige
waagstukken aanspoorde.
„Als ik naar zee ga met dfien Christen
hond/1 arf wöordde hij heeoch, „dan zal hij
zijn, waar hij thuis behoort, op de roeiers-
bank."
„Wat?" Hot was een woedend brullen.
Asad keerde zioh plotseling naar zijn zoon,
en rijn gericht, dat opeens donkerrood werd
kreeg zulk een wreedo ©n slechte uitdruk
king, dat het samenspannende tweetal er
door voTsohrikt werd. „Bij -den baard van
dien Profeet! Wat rijn dat voor woerden tofc
mij
Hij trad op Marzak toe, totdat Fenrileh
in plotsolingen schrik tusschen hen kwam
en hem aamzag, als oen leeuwin, dio haar
welp verdedigt. Maar do Dcy, woedend over
het gebrek aan gehoorzaamheid bij zijn
zoon, vertoornd zoowel tegen den zoon als
tegen d© moeder, die liij wish, dat hem op
stookte, greep haar met rijn gespierde, oudo
handen, en wierp haar woedend op zijde,
zoodat rij struikelde en hijgend in do kus
sens van haar divan viel.
„De vloek van Allah komo op je!"
schreeuwde hij, en Marzak deinsde voor
hem terug.
„Heeft die verwaand© helleveeg jo ge
leerd, voor mij to staan en mij to zeggen,
wat je wël en wat je niet wilt doen? Bij den
Koran! Al to lang heb ik haar slechte,
vreemde manieren geduld, ©n nu schijnt het,
dat zo jou geleerd heeft, haar na to volgen,
en hoe jo je eigen vader moet fcrofseorenl
Morgen ga jo naar zee met Sakr-el-Bahr
Ik heb hefc gezegd. Nog óón woord, en je
gaat aan boord van rijn galjoen, zooals je
zeidet, dat" het met hein gaan zou op de
roeiersbank, om gehoorzaamheid te leeron
onder de zweep van oen slavendrijver."
Verschrikt stond Marzak stil. Hij durfde
n au wel ijk» ademhalen. Nooit in rijn leven
had hij zijn vader in zulk ©en verheven toorn
gerien. Toch scheen dio Fenrileh geen vrees
in te boe-zemen, die helos, wier tong niet tot
zwijgen was te brengen, zelfs, uieb door de
bedreiging met roede en zweep.
„Ik zal Allah bidden, uw ziel het gericht
terug te geven, vader van Marzak", hijgdo
zij, „om u te loeren onderscheid te maken
tusschen hen, dli© u liefhebben, en de zelf
zuchtiger, dio uw vertrouwen misbruiken/*
„Wat?" raasde hij. „Ben jo nog nieb
klaar
„Dat zal ik niet rijn, voordat ik tot zwij
gen gebracht ben door dion dood, omdat ik
u uifc grooto liefde raad gegeven heb, o licht
van mij'n arme oogen."
„Houd die toon vol", zei hij, mob ingchoifr
den drift, „en dat zal spoedig gebeuren."
„Ik geef or niet om, als maa-r het sluwe
masker van het gericht van dien. Sakr-el-
Bahr gescheurd wordt. iVLqg© Allah zijn
beenderen breken 1 Wat is dïat met dio sla
ven van hem die tweo uit Engoland, o
Asad? Men heeft mij gezegd, dat de e<mo
een vrouw is, lang en van dio blanke
schoonheid, die do gave is vam Eblis aan
do vrouwen in het Noorden. Welke bedoe
ling heeft hij" met haar dat hij haar niet
op do markt vertooncn wilde, zocals <1© wot
voorschrijftmaar dat hij torahiika hier
komt, cm u te vragen, do wofc voor hem te
overtreden? Och, ik praat tovergoofsch. Ik
heb u orger dingen laten zien, om rijn. iago
ontrouw t© bewijzen, en toch vleit gij hem,
terwijl gij uw eigen zoon uw tarnden laafc
zien."
Hij trad op haar toe, boog rioh, greep
haar bij den pols, en lichtte haar op.
Zijn gelaat werd grauw onder de bruin©
huid. Eindelijk werd rij bang voor zijn aan
blik en dit maakte een eind aan haar roek»,
loozen overmoed-
Hij verhief rijn stem en riep„Ya an bal
Ayoub!'-'
Zij anikte ,op haar beurt doodsbleek vao
plotsolingen angst. „Hoer, hoerl" woendt
rij. „Stroom van mijn loven, wees nieb beoopy
nig! Wat wilt ge doen?"
(Wordt vervolgd).