De Eyropeesohe OoHog.
No17442.
LEIDSCR DAGBLAD, Zaterdag 6 Januari.
Tweede Blad. Anno 1917.
Bïievsn van een Lesdenaar.
FEUILLETON.
löo Zeovalls..
■V DLXXXXII. I L 'j'jr, '3
f' Het jaan 191G, (lat thans at weer eenige
flagen achter ons ligt, is ook voor onze ga-
lm cents een zeer bijzonder jaar geweest en
het heeft het gemeentebestuur heel wat
taoeite gekost om alles ia hot goede spoor
te doen loopen. Ik behoor niet tot hen, die
fcü voorkeur over onze stad klaagtoonen
Banketten. Leiden heeft bij vela andera ge
meenten ook wel iets voor, maar bet kan
toch niet worden ontkend, dat zij, mede door
haar ligging dichtbij Den Haag, niet veel
kapitaalkrachtige burgers heoft, waardoor
de lasten voor de minder rijke en niet
rijke ingezetenen worden verzwaard. Dat
voelt men vooral in tij don als deze, waarin
het meer dan gewono moeite kost, heb oeco-
pomisch leven behoorlijk op gang te houden.
Zoo is de regeers- en bestuurstaak in
pnze gemeente vooral in het afgeloopen jaar
piet gemakkelijk geweest. Zij heeft van den
burgemeester en van het gemeentebestuur
j 2eer veel gevergd. En zonder in vlcierjj to
vervallen, mag gezegd, worden, dat Leiden
in het nemen van crisismaatregelen niet
bij andere gemeenten ten achter is geble
ven. Zjj zullen ook hier wel eens misgetast
hebben, er had misschien wel iets meer en
iels beters gedaan kunnen worden; in ver
gelijking echter met andere plaatsen, zelfs
met grootere, maakt Leiden geen slecht
figuur.
Met b.t;ekking tot de lever.smid!elenvo»r-
fciening, het vaststellen van maximumprijzen,
Öe beschikbaarstelling van melk en eieren
voor zieken en zwakken, stond Leiden steeds
tneo vooraan. Wanneer er af en toe wel eens
wat heeft gehaperd, dan lag dit niet in de
leerste plaats aan de gemeentelijke regeling,
Üoch meestal kwam het doordat het Rijks-
distributiebureau ons in den steek liet. Ons
Idistributiebureau met zijn fiinken directeur
En een staf van werkzame beambten, func-
tionneert in- den regel uitnemend. Ook da
grensbewoners in de buitengemeenten pro-
fitoeren er van.
Leiden is ook in 191G aan de werklieden,
fceambtan en lager bezoldigde ambtsnaren te
gemoetgekomen door duurtetocslagen, er wer
den en worden nog goedkoops brandstoffen
beschikbaar gesteld voor de on- en min
vermogenden; in één woord, het stadsoe-
Etuur heeft ook in 1916 zjjn best gedaan,
do gevolgen van den oorlogstoestand zoo
dragelijk mogelijk te maken, in de eerste
plaats voor hen, die bet minste weerstands
vermogen hebben. Er is op het beleid'
Van het gemeentebestuur in dezen ook wel
criliek uitgeoefend en 't had hief en daar
beter gekund, ongetwijfeld, maar vergelij
kenderwijs en door vergelijking met fus-
tergemeenten komt men in dit opzicht tot
Een 'billijk© beoordeeling mag-Leidens
bést uur' niet den lof van groote activiteit
morden onthoudeD. Bedenkt men daarbij, dat
ionzo stad niet tot de financieel sterke ge
meenten behoort, dan verdient dit op heden
nog meerdere waardecring.
Maar ons gemeentebestuur heeft ondanks
Be moeilijkheden, waarvoor liet tioor don
Oorlogstoestand kwam te staan, bovendien
nog gelegenheid' gevonden, om belangrijka
maatregelen te nemen, die hun goeden in
vloed zullen laten gelden in de toekomst, als
Üe gemeente, raar wij hopen, de moeilijkhe
den ran dezen tjjd reeds lang te boven is. In
dit verband wijs ik op het belangrijk besluit,
tot da bebouwing van het Kooiterrein en
Iden aanlog van een volkspark. Het zal hot
(stadsbestuur zeker tot een eer aangerekend
tooiden, dat bet in dezen moeilijken crisis
tijd, tofc zulk een gro&t3ck werk heeft dur
ven besluiten.
Moet ik nog herinneren, wat er in 1916
hog meer in het belang der volkshuisves
ting tot stand kwam? Laat mij dan sloclito
Jnoemen den huizenbouw van de vereenigia-
jgen „De goede Woning" |en e,Qns Belang."
1 B. en W. hebben ook nog den moed ge
lhad, bet initiatief te nemen voor het voor
stel, om over to gaan tot den bouw van
leen nieuwo ontsmetLingsinrichting. De ge
meenteraad is daarin niet medegegaan. De-zo
meende, dat het niet aanging in dezen tijd,
)nu er zooveel van der financiën der gemeen
te on daardoor van 'de draagkracht der
jgemeentenaren werd' gevergd, zulke kost
bare inrichtingen te maken, hoe nuttig deze
pp zichzelf mogen zijn.
Ik aal mij hierover geen oordeel aanma
tigen. Er is voor het voorstel van B. en W.
Zoowel als Voor het besluit van den Raad
iets te zeggen, maar ik meende er op te
mogen wijzen, als een teeken van do activi
teit en den durf van ons Dag. Bestuur, ook
in deze zware en moeilijke jaren. Als di
tijden weer beter worden, zal deze zaak, een
maatregel van volkshygiëne bij uitnemend
heid, zeker weder aan de orde komen.
Een maatregel van vérstrekkend belang,
al aullen er voor do gemeente ook weder
verhoogde kosten uit voortvloeien, zal bla
ken te ziijn, de benoeming van de Commissie
ad hoe, voor bet ontwerpen yan een alge
meen© salaris- en loonregeling voor de ge
meenteambtenaren. Begrijp ik het wel, dan
is het voornaamste doel er van, verband te
leggen tusscken de bezoldigingen van de
verschillende groepen van ambtenaren, waar
door men niet meer zal hebben allerlei par-
lieele loons- en salarisregelingen en zal
voorkomen de herbaalde verzoeken om loons-
verhooging van de afzonderlijke categorie in.
Wanneer men te gelijk bepaalt dat na eenige
jaren pen algemeene herziening moet wor
den overwogen, krijgt men zeker ecu meer
zuiverder en gezonder toestand.
Aan het einde van het jaar zonden B. en
W. ook nog hun voorstel tot herziening
van de salarissen van het personeel der
lagere scholen in zee, als een vervolg on
besluit ran de herziening der jaarwedden
van de leeraren bij het gymnasiaal- en mid
delbaar-onderwijs. Ik krijg zoo juist oen
adres van de afd. Leiden v. d. Bond van
Onderw. in handen, en deze belanghebben
den getuigen met gevoelens van voldoening
en dankbaarheid van de verbeteringen, door
B. en W. in de bestaande verordeningen
aangebracht. Inderdaad zijn dan ook deze
voorstellen in 't algemeen zeer royaal.
In het begin van 1917 zal de Raad zich
er over hebben uit te spreken, zooals ook
na eenigen tijd het resultaat van den moei
lijken arbeid der Iooncommissie ad hoe wel
bij den Raad zal komen. Men ziet 't, spijt de
moeilijkheden van don oorlogstoestand, die
zich ook in deze gemeente blijvend doen ge
voelen, vat het gemeentebestuur in den nieu
wen jaarkring, den draad van zijn arbeid on
middellijk weder op. Zo» behoort het ook.
Laten de burgers zelf er een voorbeeld aan
nemen, en, rekening houdende met alle mo
gelijkheden, die uit den verwarden en moei
lijken toestand van het duistere heden om
ons heen kunnen voortkomen, aan hun taak
voortwerken alsof er niets bijzonders ware
te waohten en te vreezen.
Ook on vooral in moeilijke omstandighe
den, is getrouwe plichtsvervulling een eer
ste eisch. Op die wijze zullen wij met elkaar
het schip van Staat door de felle branding
heen, ook jn 1917 veilig bewaren.
Veiligheidsmaatregelen bij de zee
baden in Neéerlandsche
zeebadpiaaten.
x
in September lSlö-rrerden do herren dr.'
J. do Hartogh Jr., arts. te Amsterdam, O.
H. Hermanides, arts te Nöordwijk, en 1'.
Varenkamp, arts te Zandveort, in de ver
gadering der Ned. Vereeniging voor Thalas-
sotherapia tot een commissie bonoomd, om
onderzoek te doen naar de veiligheidsmaat
regelen bij hot namen yan zeebaden in da
17 Nederiandsclie zeebadplaatsen. Van do
werkzaamheden dezer commissie is door dr.
J. do Hartogh Jr. .rapport uitgebracht.
Do conclusie, waartoe da commiesia
komt, ontleenen wij aan „Molescholt". De
eischen z'rjn de Volgende:
I. In allo gemeenten, waar de kust tot
hét goven van zeebaden verpacht wordt,
moeten in het pachtcontract nauwkeurig de
eischen omschreven worden, waaraan do-
pachter te voldoen heeft met betrekking
tot da veiligheidsmaatregelen bij bat baden,
cn gedurende het badseizoen dient van over
heidswege herhaaldelijk een onderzek in
gesteld te worden naar dg stipts naleving
dezer voorschriften.
II. Telkenmale, wanneer er een geval van
verdrinking heeft plaats gevonden of ge
dreigd heeft, moet aan hei dagelijksoh be
stuur dér gemeente onverwijld hiervan ken
nis werden gegeven, waarna dan een gron
dig onderzoek dient te worden ingesteld
naar 'de omstandigheden, waaronder, het
ongeval plaats vond.
III. Overal, waar do geaardheid van "den
zeebodem of gevaarlijke stroomingen hier
toe aanleiding geven, moet .ten minste één
maal vóór don aanvang ran heb badseizoen
een onderzoek hiernaar ingesteld worden, en
gevaarlijke plaatsen in het .onder toezioht
gestelde gedoalto behooren gekenmerkt te
w&raen; wanneer plaatselijke vernontfmgeii
het noodig maken, dient dit onderzoek meer
malen to geschieden, vooral echter na storm,
.aangezien dan vaak veranderingen in den
bodem schijnen op te treden.
IV. Indien de zee het toolaat, moet in
elko badafdeeling godurende het boden een
bemande, van reddingmiddelen voorziene,
zeewaardige boat to water zijn.
V. Van gemeentewegel' behoort het ba
den bp gevaarlijke zee verboden te worden.
VI. In iedere badkoets worde duidelijk
zichtbaar een gedrukte waarschuwing ge
plaatst, waarin het publiek in zijn eigen
belang wordt aangemaand de ter plaatse
gegeven wenken lot beveiliging bij het ba
den in acht te nemen.
VII. Indien do gesteldheid van de zeo
het verblijf van een boot ia het water niet
toelaat, behoort do reddingboot op 't strand
zoodanig geplaatst te zijn, dat zij bij gevaar
onmiddellijk in zee gebracht kan worden;
van het strand af moet dan voor elke bad
afdeeling gedurende het baden toezicht ge
houden worden door een op eau verhoo
ging1) geplaatsten persoon, voorzien van
oen instrument, waarmee con schel, goed
hoorbaar geluid gegeven'kan worden ter
waarschuwing van degenen, dia volgens het
oordeel van 'den opzichter ,te ver gaan.
VIII. Hot personeel, dat aangewezen is
om in geval van nood hulp te verloonen,
moet uit krachtige personen bestaan, die in
het bezit zijn van een diploma als geoefend
zwemmer en lekend zijn met de metheden
om drenkelingen zvremmendo to redden.
(Handleiding van de Maatschappij tot Red
ding va.n Drenkelingen).
IX. G-durende het baden moet bij elke
fcadafdeeling ten minste één zwemmer steeds
aanwezig zijn, om in geval van nood direot
hulp te kunnen verleonen.
X. Gedurenda het baden moetan in de
onmiddellijke nabijheid van elko boriafdee-
ling steeds ter beschikking zijn twee redding
gordels mot lijn van pl.m. 100 meter, oen
lange stok met lijn en twee zwemvesten
(dit laatste tevens in het belang van de
veiligheid der voor het verleenen van hulp
aangewezen personen).
XI. Het sirandpersoneel moot door oen
geneeskundige grondig onderricht worden
in de toepassing van één methode van
kunstmatige ademhaling (bijv. di» van Syl
vester) en vóór den aanvang van het bad
seizoen dient steels een oefening gehouden
to worden, waarbij het redding-werk in zijn
geheelen omvang toegepast wordt.
XII. Aan het strand moet een gelegen
heid aanwezig zijn, waar een drenkeling be
hoorlijk behandeld kan worden, jn welke
gelegenheid steeds die benodigdheden aan
wezig moeten zijn, welke bij de behandeling
van den drenkeling noodig kunnen zijn (te
becordeelen door den badarts).
Do ervaring leert, dat .tal v.an malen ge
bruik wordt gemaakt van zeebaden buiten
het onder toezicht gestalde gedeelte; hier is
do kans op ongelukken het grootst,en in
derdaad komen daarbij dan ook telken jaro
vele gevallen van verdrinkt ig voor; scherpsc
politietoezicht zou hier van groot nut kun
nen zjjn'. Het ligt voor da hand, dat die
genen, voor wis de kosten van eon zeebad
in het vorpochto gedeelte te hoog zijn, zich
bij voorkeur buiten het onder toezicht ge-
st&ldo gedeelte in zeo begeven.
In hot op de vergadering uitgebrachte
verslag wordt melding gemaakt van de ge
legenheid, dia in Scheveningon aan ca- en
minvermogenden gegeven wordt, om zee
baden to nemen; eveneens van hetgeen op
dit gebied in Vlissjngen en Za-ndvoort wordt
gedaan.
De commissie acht het ten slotte van al
gemeen belang, dat ook minderbedeelden
in ruime mate gelegenheid hebban zeebaden
te nemen, zonder daarbij aan gevaren te
zijn blootgesteld.
.Vooral bjj hoogo zes is dit voor jèen
behoorlijk overzicht noodig.
©o versaïeliMg der föocmccuscïio
petroleEiEavcMesi.
Over de vernieling der Roemeensche pe-
liroleumvelden, is evenveel gesproken als
over de graanvoorraden. Want olie en
benzine zijn voor de Cent-ralen even noodig
als het graan. Een correspondentie uit Zü-
rich in ons vorig nummer, heeft doen zien,
dat de groote voordeelen den overwinnaars
in deze gebieden zijn ontgaan. Wo'ff-berieh-
ten uit de eerste dagen na de bezetting der
oliegebieden wilden het doen voorkomen, dat
er prachtige resultaten waren bereikt, dat
wat vernield was, weer gauw in orde zou
zijn. Maar schijnt toch v/el iets anders
uitgepakt.
Dal kon men ook nagaan uit een brief
van den Hongaarschen 'correspondent van
de ,,N. R. Ct.", die met toestemming van
het legerbestuur aan deRoemeensche olie
velden een bezoek heoft gebracht om eens
te zien, welke nadeelen de in handen der
Nederlanders zijnde bronnen hebben geleden.
We ontkenen hi re an het volgen te:
Na een beschrijving van h.-t grensgebied
bij den Predealpas, zegt de correspondent:
Voorbij Bustenari, waar het eigenlijke
petrolcumgebied begint, zagen wij reeds,
dat in zuidelijke richting zware zwarte wol
ken den horizon verdonkerden, iets meer
westelijk leek do brand nog veel erger en
uitgebreider te zijn. Met spanning zag ik den
brand grootar worden, naarmate ik meer in
de nabijheid van het plaatsje kwam, waar
zooveel buitenlandsch kapitaal in do petro
leum is belegd.
In Gampina zijn het de gevulde tanks, die
nog branden, 11: ett-egens taan do Int reeds 10
dagen is geleden, dat de daartoe aangewezen
commissie hier haar vernielingswerk begon.
Hoe dat alle3 in zrja werk ging, vertellen
mij do achtergebleven ambtenaren van een
der Nederlandsc-lie ondernemingen.
Vier dagen voordat het peiroleumgebied
door do oprukkende legers der Centralen
werd bezet, gelastte de Engelsche r.v.litairo
attaché in Boekarest, luitenant-kolonel Thom
son, dat de heole petroleumnijverheid moest
woi den vernietigd.
Een commissie, fcestaar.de uit twee En
gelsche ingenieurs als luitenant en kapitein
van liet Engelsche leger en twee Rcemaen-
sche ingenieurs, waaraan a!s deskundige dc
heer Sadler, vice-consul van de Vereemgde
Staten van Amerika en gedelegeerd admini
strateur van de „Romano Americana", was
toegevoegd, bezocht achter elkaar alle on
dernemingen" en leidde zelvo het vernieti
gingswerk. De tanks werden in brand ge
stoken. De raffinaderijen <eh de kostbare
machinereparatiewerkplaatse 11 wérden eerst
vernietigd, d. w. z. de machines met zware
smiashajnei's kapot geslagen, zware stukken
afgemonteerd; en daarna getracht de ge
bouwen iu brand te steken. Het ergste was
evenwel, dat deze deskundigen alle boor
putten op een wijze onbruikbaar hebben
gemaakt, die elke poging zo weer spuitend
te maken, ten een en ma te uitsluit.- Zware bcor-
Stangen, beitels, stukken ijzer en wat dies
meer zij, werden in de putten gesmeten om
te verhinderen dat zij later weer in gebruik
kunnen worden genomen; spuitznfe"bronnen
werden aangestoken.
Ou mijn vraag of de miat»cliappijen niets
hadaen gedaan om dit onheil te voorkomen,
werd mij geantwoord dat de directeuren van
enkele ondernemingen met een dergelijke
handeling rekening he/Iden gehouden, en der
halve in de beste' boorputten buizen naar
beneden hadden gelaten die van onderen
gesloten waren en waarin dus al het ijzer
dat in de put werd gesmeten, zou blijven
zitten. Later souden die buizen gemakkelijk
kunnen worden omhoog getrokken. De inge
nieurs van de Orion" waren zelfs zoo voor
zichtig geweest de bedrijfsmachines in dio
boorputten af- te monteeren, om op die wijze
te verhinderen, dat men die buis zou ver
wijderen cn eerst daarna het vernielingswerk
beginnen. Doch ook zij hadden buiten den
waard gerekend. Want de heer Sadler liet
eerst do groote schijf, waarover de staal
kabel bij het boren loopt opnieuw aanbren
gen, en daarna met hulp van een voldoende
aantal mannen de buizen omhoog halen; toen
dit gebeurd was werden de zware boorstangen
en beitels omgekeerd in de putten gewor
pen.
Of heb aan deze vernielingscom'mjssie
lukt i3, werkelijk alle putten onbruikbaar
maken, durf ik niet zeggen. De direoteurenv
der Nedcrlandsche ondernemingen meenden^
dab dit op hun terreinen inderdaad bot ge
val is. En of de deskundige vernielers wel*
licht de putten der Engelsche, Amerikaan*
scho en Fransche maatschappijen hebben
gespaard,-althans niet zoo vernield, dat aan
een herstelling niet kan worden gedacht,
is op het oogenblik nog niet vastgesteld;
Vast slaat, volgens het oordeel der Ne-
derlandsche ingenieurs, dat deze putten nief
meer kunnen worden hersteld, daar het eei*
onbegonnen werk zou z'jn te trachten de
zware stukken ijzer nanr omhoog te brengen.
Nieuwe putten zullen derhalve moeten worg
den geboord.
De poging om alle raffinaderijen door
brand te vernielen, is niet overal gelakt; de.
groote instelling der „Steaua Romana" in
Gampina werd o.a. door den directeur gered,
die "tijdig na de brandstichting verscheen
om het vuur in zijn fabriek te blusschen.
Ook van de benzir.e- en petroleum voorraden
kon nog heel wat worden gered.
©3 'Aaaterifeaanscltc Sossaai eai
het Vredesvoorstel
De mo'.ie van den prc-Diiitsoben senator
RiteucorSc, waai::) deao zdjn^jpstégnimiTig
met \Yi!?c<n's nobn bc-buigd, is in den Ame-
riknnnsahe Senaat behandeld. Nadab eenige
sprekers vcor di.zo motie hadden gepleit,
kantte hob Sónaatslid Lodge zich in de vol
gende bc-woordingea tegen hot aannemen,
van de motie
„Wij dienen om te herinneren, dab het
Congrc.s voor zaken van zo odartig groot ge
wicht niet hancteUcad kan of mag optrocbn
in verband met den roep om vrede, oen vre
de, die nie-i'3 anders zou kunnen betcekenen
dan óen rustpoos, gedurende welko de na-
li es nieuwo krachten kunnen verznmeler
'tot hervatting van den strijd, waarin dbn
ook onzo natie zou kunnen betrokken wor
den. Aan zulk oen vredo hobbon wij niets."'
In hun antwoord voerden de tegenstan
ders yan Lodge aan, dat er eon precedent
beatond voor die handelwijze van Pre&Lclerrfc
Wilson, en wol in Roosovclta bemiddeling
tijdens eten Russisch-Japansolien oorlog.
Lodge bracht daarop in het midden, d'af»
het hier niet gaat om het recht van bemid
deling, welk Tócht speciaal is erkend door
do Haagscho Canrvemtiio die, naar men weet,
met voeten getreden zijn en volkomen g&-
minacht, van heb oogenblik af, rov» cB
oorlog begon.
„Doao vernietigkbg'J, zoo vervol-ck Lod
ge, „wordt blijkbaar met onvcrsDhilligheid
aanschouwd, zoowel door ons zelven als
door do andere- neutralen, cYl© hun volle
gcodlkcu ring hechtten aan do jnot-a van -den
President, die echter veel vorder gaat dan
.oen voorstel, hetwelk eenvoudig ten -l
zou hebbende strijder .'(e partijen tot elkaar'
to brengen. IHj hacl inbusahon stellig hot
recht tot het zenden van do nota, cm oens
oen proef to nomen, in hoe-verre hij zo-u
skygen in heb samenbrengen der bal-lc.g'e-ren*
ten; Dio proefneming ia, wat een eter oot-
1 ogvee-rendö partijetn betreft, reeds mis
lukt, cn wij hebben geen re-d'en om te vor-
candleratellein, dat liij bij do andere paitfiq
«meer succes zal hebben."
Lodge adel vervolgens Bernstorff aan,
wijl hij een interview had toegestaan aan
<le dagbladen, onmddde-llijk na cte aonkondd-
digsng dat Wilson zijn beuniddeiin.g£-noba
had verzonden, in welk interview cte Duit-
sche gezant zulks had goedgekeurd,
„Hoo kan then er zich over verwonderen,
als algemeen liet geloof heerschb. cla.t cte
nota was opgemaakt en te juister tijd ver
zonden om Daiitedh'land to helpen bij bet'
verkrijgen van een vrede op voor waarden,
welke het zelf wensahto op to leggen.
Als dezo verkoerdb opvatting van cèe no
ta algemeen wordt, •dan loopen wij gevaar
ora, als wij haar zander amendement o-f wij
ziging aanvaarden, tot de geheele wereld
te roepen dat het Congres zich aan do zijde
stelt van een eter oó-rlo-gvoeroncte partijen,
bij het herstel van den vrede. En ik wenseih.
dat land zich ni-et aan de zijde van een cle-r
oorlogvoerenden te zien stollen terwijl ik
persoonlijk niet verlang, gerangschikt te
worden onder dog-enen die tegen de partij
zijn, welke-, naar ik vast geloof, strijden,
voor de zaak der vrijheid tegen die dei
Autocratic."
Romou uit liet laatst Her lGde Eeuw,
Ettat het Engelssh van Rafael Sabatini.
(S)
„Rijk öc'or do roiverycn op z?a; rijk doof
'l 0o schatten van in don grond goboorda
Schepen en den prijs van slaven, dia in
'Afrika g'avrmgongt'iioruon on aan do plantages
verkocht z'(jn; -rijk, zoonis tte vampyr zich
Verzadigt mot hét blood dor doodën!"
11 „Zegt Sir John dat?" yroeg Sir Olivier,
"•Bu.t zaehto, klanklooza slem.
„Ik aeg li'ot." J j
„Dat boord3 ik; maar ik vraag, waar go
1 'dat mooia ka je geloerd hebt. ïs Sir John
óuw laeymoeotor? Ja, hij is het. Ga behoeft
het mij niot to vertollen. Ik zal mot hem
afrokeiien. Laat ik intusschen de zuivere en
helangloozo bron van Sir John's wrok voor
ti blootleggen. Gij zult zion, welk een op-
keolit en eerlijk man Sir John "ia, dia uws
^yadera vriend én uw voogd is geweest."
v „Ik wil niet luisteren Baar hetgeen gij
yan bent zegt."
N „Gij moot, in ruil 'er voor, dat ik heb'
»oéten luisteren naair wat hij van mij zegt.
Sir John verlangt vergunning 'te krijgoh,
oiii to bouwen aan den mond van Üe Fal.
Hij l'.oopt oen stad te zien verrijzen bij do
haten, daar onder de schaduw vaïi zijn
hc-zittmg te Arweuack. Hij doét zich' zeer
édel, belangloos voor en (tllean vervuld van
vH,°Izijn, W W. en h» vergeet te
3 ertellen, dat hot land zijn eigendom is, en
dat hij bezig' is .to zorgen voor zijn eigert
welvaart en dia van z'jn familie. Door een
gelukkig toeral ontmoetten wij elkander in
Lenden, terwijl Sir John voor deza zaak
Aan het Hof was. Nu heb ik toevallig ook
belangen in Trurd en Penryn; maar ik boa
niet als Sir John, ik ben oorljk in da zaak,
en kom er rond voor uit. Indien Smithliok
zich uitbreidt, volgt uit zrja voordoeligef
ligging, dat Truro en Penryn moeten lijdon,
cn dat lijkt mjj .ovenmin als hot andere Sir
John zou lijken. Dat zeide ik hom, want
ik kan lomp zijn en ik zoida hot de Ko
ningin in tien yorm van eon verzoekschrift
tegen dat van Sir John." Hij haalde de
schouders op. „Hot oogenblik was gunstig
voor rnij. Ik was eon dor zeelieden, dia ge
holpen had do onoverwinnelijke Armada van
Kening Philips te overwinnen. Ik lfreag
daarom mijn zin, en Sir John ging naar
huis nïel even le'ega handen, als hij naar
liet Hof gegaan was. Verwondert het u,
dat hij mij haat? Hom kennende Voor het
geen hij is, verwondert liet u dan, dut hij
mij uitmaakt vcor zseroover en erger? Het
is heel natuurlijk, dat hy mijn daden ter
zea in zoo'n varkeerd daglicht stelt, daar
juist dio daden mij tl» macht gegeven heb
ben, z'jn belangen te benotteeW. Hij beeft
Vcor dozen strijd de wapens van den laster
gekozen, maar dio wapens zijn de mijne
niet, zooals ik Item nog heden toonen zal.
Indien gij niot gelooft, wat ik zeg, kom
dan toot mij meo fcn wees tegenwoordig
bij het korta Ettderhoud, dat ilc met dien
gierigaard hoop te hebben."
„Go vergeét," zei Go-dolphin. „dat ik ook
belangen jn de buurt van Smithliok. heb, en
dat 'gë dia solihn'dt."
„Zco," riep Sir Olivier uit. „Nu breékt
eindelijk de zbn der waarheid doof deze
wolk van edelo verontwaardiging over thiin
slechte Tressilian-bloed en zoerooversmanie-
ron! Gij zrjt ook maar Een handelaar. Wat
oen dwaas was ik, te denken, dat ge oprecht
waart, en met u te sproken als met een
eerlijk man." Zrjn stom verhief zioh en zijn
lip krulde zich van pen veraohting, die den
ander als een slag trof. „Ik zweer, dat ik
geen woord aan u verspild zou hébben, als
ik goweten had, dat ge zoo'n lago on ge-
taoene kerel waart."
„Dia woordenbegon GocMphin, zich
strak oprichtende.
„Z(jn voel minder dan uw handelingen,"
viol do andor in, én hyj verhief zjjn stent pta
t» roepnn: „Niookvos!"
„Go zult er verantwoording yan gsven,"
zei zijn besoekor.
„Dat doe ik nu," was het str'enga
antwoord. I
„Hier t» k'otnen praten over d» losbandig
heid van mijn do'oden vader En ovor eon
oudon- twist tusschen hem ;ön den uwen;
t« bewersn, dat mijn zoogenaamde seoroc-
veralcopbann' cn mijn eigon manier van leven
een billijke reden is, waarom ik niet tnst
uw zustor mag trouwen, terwijl de war»
grond, do webkelijk» reden yoor uw vijan
digheid-niets anders is dan dat ik u bok-t
eenige guldéns per. jaar meer in hw zak
to steken! Ga' hoen!"
Op dit oogenblik kwattt Nicobas binnen.
,;Ge zult neg van mij hoeren. Sir Olivier,"
zei,da ander, bleek van woede. „Go zult
mij van die woorden rekenschap geven."
„Ik vocht niet metmet marskra
mers", stiet Sir Olivier uit.
„Durft go mé zoo noemen?"
„Het is inderdaad een fatsoenlijken Sland
schande aandoen, dat beken ik. Nicolaas,
laat Jonker' Godolpkiu uit.",- i «i y -,y
1 HOOFDSTUK II.
Rosamunde. 'I'" I
Nadat zijn bezoeker vertrokken was, werd
Sir Olivier weer kalm. Toen hij door zijn
kalmto in staat was zijn tosstand te over
denken, werd hij weer boos ajloon bij do ge
dachte aan zijn woede; .een woede, dis bent
zóó beheeracht lint, dat hij nieuwe hinder
palen gevoegkl had bij do roads aanzienlijke,
dio tusschen Rosamunds en hem stonden.
Opeens koerde zijn toorn, on kreeg Sir John
ICilligTew tot voorwerp. "Hij wi'de dadelijk
met hém afrekenen. J», dal zou hij doen!
Hij schalde ent Nioolaas on zijn laarzen.
„Waar is Jonker Lionel?" vroog hij, toon
zijn laarzen gehaaid waren.
„Hij is juist thuis gatomen, Sk Olivier."
„Verzoek bent hier té komen."
In antwoord op dat verzoek kwam Sif
Oliyier's halfbroeder dadoijjk, feat klank»
jongo, di» op z'jn moeder gehook, de tweede
vrouw van don lusbandigen Rudolf Treosi-
liati. Hij geleek niets op Sir Olivier, noch'
lichamelijk, noch goeeielijk. Ilij was zeer
teer, bijna Vrcnw^rjk mooi; zijn gelmta-
klour .was blaBk én fijn, zijn haar goudb'ond,
en zijn oogett donkerblauw. Hij had pen
zeef bekoorlijke, jengdiga bevalligheid, want
hij was éérst in zijn één-cn-twintigste jaar
én hij kleedde zich me» al de zorg Tan
een hoveling.
„Is dio Godolphin jo komon bézoekën?"
vroeg hij bij liet binnenkomen. 1
„Ja," gronido Sir Olivier. „Ilij kwam, Om
mij eenige dingen te vertellen en in ruil
eenigo andere 'té hoorett."
„Ik ontmoette hem juist buiten de poort,
'en hij beantwoordde mijn groet niet. Hot is
een Onuitstaanbare hond!"
„J"é bent éen ffiettsckenkohnér, Liohel."
Sk Olivier stond op. „Ik ga maar Arwouack,
om een paar beleefdheden met Sir John ta
wisselen."
Zijn vastgesloten lippen en vastberaden
uiterlijk voltookleii zijn woorden zoo goed,;
dat Lionel hem bij den arnj groep. „Jé
gaat toch niet...."
„Ja." En als om den blijkbaren scliriki
van den jongen ta knlmeeren, klopto hij
hem vriendelijk op den schouder. „Sir John,"
zei hij, „piraat to veel. Dat is oon 'fout, dié
verbeterd moot worden. Ik zal hem da
deugd van zwijgen laoron."
„Daar zullen moeilijkheden komen. Oli
vier."
„Dat zullen ér voor hom. Ars iemand!
van mij zegt, dat ik een zeeroover, slaven-
liajidelaar, moordenaar, en dé Hemel weet
wat mear, ben; dan moet hij da gevolgen
er van dragen. Maar je bont laat, Lionel.
.Waar ben ja gewéeat?"
„Ik ben naar Malpas geve-ten
„Naar Mslpas?" Sir Olivier kneep zjjn'
öogen samen, spools zjjn gewoonte was. „Ik
heb hooren fluisteren, welke magneet jé
daar heon trekt/' zei hij. „Wees voorzichtig,
jongen. Je gaat té dikwijls naar Malpas.''
„Hoezoo?" vroeg Lionel een Jpeetjo koel.
„Ik bedoel, dat j« dé zoon van jé vadér
bent. Denk daaraan en probeer zijn voet
stappen niet te volgen, opdat je niet het
zelfde eind vindt. Onze vriend Pioter heeft
mo juist de lielliebberijen van onzen vader
herinnerd. Ik herhaal, ga niet zoo dikwijls
haar Malpas. Meer zeg ik niet."
Da arm, dien hij om de schouders van
zijn jongeren broeder sloeg en de wnrmta
van zjjn omhelzing maakten het onmogelijk,
boos te zjjn over zjjn waarschuwing.
Toen hij heengegaan was, ging Lionet'
Aan tafel,- bediend door Nicolaas. Hij $t ropAT.