De Eyropeesohe OoHog. No17442. LEIDSCR DAGBLAD, Zaterdag 6 Januari. Tweede Blad. Anno 1917. Bïievsn van een Lesdenaar. FEUILLETON. löo Zeovalls.. ■V DLXXXXII. I L 'j'jr, '3 f' Het jaan 191G, (lat thans at weer eenige flagen achter ons ligt, is ook voor onze ga- lm cents een zeer bijzonder jaar geweest en het heeft het gemeentebestuur heel wat taoeite gekost om alles ia hot goede spoor te doen loopen. Ik behoor niet tot hen, die fcü voorkeur over onze stad klaagtoonen Banketten. Leiden heeft bij vela andera ge meenten ook wel iets voor, maar bet kan toch niet worden ontkend, dat zij, mede door haar ligging dichtbij Den Haag, niet veel kapitaalkrachtige burgers heoft, waardoor de lasten voor de minder rijke en niet rijke ingezetenen worden verzwaard. Dat voelt men vooral in tij don als deze, waarin het meer dan gewono moeite kost, heb oeco- pomisch leven behoorlijk op gang te houden. Zoo is de regeers- en bestuurstaak in pnze gemeente vooral in het afgeloopen jaar piet gemakkelijk geweest. Zij heeft van den burgemeester en van het gemeentebestuur j 2eer veel gevergd. En zonder in vlcierjj to vervallen, mag gezegd, worden, dat Leiden in het nemen van crisismaatregelen niet bij andere gemeenten ten achter is geble ven. Zjj zullen ook hier wel eens misgetast hebben, er had misschien wel iets meer en iels beters gedaan kunnen worden; in ver gelijking echter met andere plaatsen, zelfs met grootere, maakt Leiden geen slecht figuur. Met b.t;ekking tot de lever.smid!elenvo»r- fciening, het vaststellen van maximumprijzen, Öe beschikbaarstelling van melk en eieren voor zieken en zwakken, stond Leiden steeds tneo vooraan. Wanneer er af en toe wel eens wat heeft gehaperd, dan lag dit niet in de leerste plaats aan de gemeentelijke regeling, Üoch meestal kwam het doordat het Rijks- distributiebureau ons in den steek liet. Ons Idistributiebureau met zijn fiinken directeur En een staf van werkzame beambten, func- tionneert in- den regel uitnemend. Ook da grensbewoners in de buitengemeenten pro- fitoeren er van. Leiden is ook in 191G aan de werklieden, fceambtan en lager bezoldigde ambtsnaren te gemoetgekomen door duurtetocslagen, er wer den en worden nog goedkoops brandstoffen beschikbaar gesteld voor de on- en min vermogenden; in één woord, het stadsoe- Etuur heeft ook in 1916 zjjn best gedaan, do gevolgen van den oorlogstoestand zoo dragelijk mogelijk te maken, in de eerste plaats voor hen, die bet minste weerstands vermogen hebben. Er is op het beleid' Van het gemeentebestuur in dezen ook wel criliek uitgeoefend en 't had hief en daar beter gekund, ongetwijfeld, maar vergelij kenderwijs en door vergelijking met fus- tergemeenten komt men in dit opzicht tot Een 'billijk© beoordeeling mag-Leidens bést uur' niet den lof van groote activiteit morden onthoudeD. Bedenkt men daarbij, dat ionzo stad niet tot de financieel sterke ge meenten behoort, dan verdient dit op heden nog meerdere waardecring. Maar ons gemeentebestuur heeft ondanks Be moeilijkheden, waarvoor liet tioor don Oorlogstoestand kwam te staan, bovendien nog gelegenheid' gevonden, om belangrijka maatregelen te nemen, die hun goeden in vloed zullen laten gelden in de toekomst, als Üe gemeente, raar wij hopen, de moeilijkhe den ran dezen tjjd reeds lang te boven is. In dit verband wijs ik op het belangrijk besluit, tot da bebouwing van het Kooiterrein en Iden aanlog van een volkspark. Het zal hot (stadsbestuur zeker tot een eer aangerekend tooiden, dat bet in dezen moeilijken crisis tijd, tofc zulk een gro&t3ck werk heeft dur ven besluiten. Moet ik nog herinneren, wat er in 1916 hog meer in het belang der volkshuisves ting tot stand kwam? Laat mij dan sloclito Jnoemen den huizenbouw van de vereenigia- jgen „De goede Woning" |en e,Qns Belang." 1 B. en W. hebben ook nog den moed ge lhad, bet initiatief te nemen voor het voor stel, om over to gaan tot den bouw van leen nieuwo ontsmetLingsinrichting. De ge meenteraad is daarin niet medegegaan. De-zo meende, dat het niet aanging in dezen tijd, )nu er zooveel van der financiën der gemeen te on daardoor van 'de draagkracht der jgemeentenaren werd' gevergd, zulke kost bare inrichtingen te maken, hoe nuttig deze pp zichzelf mogen zijn. Ik aal mij hierover geen oordeel aanma tigen. Er is voor het voorstel van B. en W. Zoowel als Voor het besluit van den Raad iets te zeggen, maar ik meende er op te mogen wijzen, als een teeken van do activi teit en den durf van ons Dag. Bestuur, ook in deze zware en moeilijke jaren. Als di tijden weer beter worden, zal deze zaak, een maatregel van volkshygiëne bij uitnemend heid, zeker weder aan de orde komen. Een maatregel van vérstrekkend belang, al aullen er voor do gemeente ook weder verhoogde kosten uit voortvloeien, zal bla ken te ziijn, de benoeming van de Commissie ad hoe, voor bet ontwerpen yan een alge meen© salaris- en loonregeling voor de ge meenteambtenaren. Begrijp ik het wel, dan is het voornaamste doel er van, verband te leggen tusscken de bezoldigingen van de verschillende groepen van ambtenaren, waar door men niet meer zal hebben allerlei par- lieele loons- en salarisregelingen en zal voorkomen de herbaalde verzoeken om loons- verhooging van de afzonderlijke categorie in. Wanneer men te gelijk bepaalt dat na eenige jaren pen algemeene herziening moet wor den overwogen, krijgt men zeker ecu meer zuiverder en gezonder toestand. Aan het einde van het jaar zonden B. en W. ook nog hun voorstel tot herziening van de salarissen van het personeel der lagere scholen in zee, als een vervolg on besluit ran de herziening der jaarwedden van de leeraren bij het gymnasiaal- en mid delbaar-onderwijs. Ik krijg zoo juist oen adres van de afd. Leiden v. d. Bond van Onderw. in handen, en deze belanghebben den getuigen met gevoelens van voldoening en dankbaarheid van de verbeteringen, door B. en W. in de bestaande verordeningen aangebracht. Inderdaad zijn dan ook deze voorstellen in 't algemeen zeer royaal. In het begin van 1917 zal de Raad zich er over hebben uit te spreken, zooals ook na eenigen tijd het resultaat van den moei lijken arbeid der Iooncommissie ad hoe wel bij den Raad zal komen. Men ziet 't, spijt de moeilijkheden van don oorlogstoestand, die zich ook in deze gemeente blijvend doen ge voelen, vat het gemeentebestuur in den nieu wen jaarkring, den draad van zijn arbeid on middellijk weder op. Zo» behoort het ook. Laten de burgers zelf er een voorbeeld aan nemen, en, rekening houdende met alle mo gelijkheden, die uit den verwarden en moei lijken toestand van het duistere heden om ons heen kunnen voortkomen, aan hun taak voortwerken alsof er niets bijzonders ware te waohten en te vreezen. Ook on vooral in moeilijke omstandighe den, is getrouwe plichtsvervulling een eer ste eisch. Op die wijze zullen wij met elkaar het schip van Staat door de felle branding heen, ook jn 1917 veilig bewaren. Veiligheidsmaatregelen bij de zee baden in Neéerlandsche zeebadpiaaten. x in September lSlö-rrerden do herren dr.' J. do Hartogh Jr., arts. te Amsterdam, O. H. Hermanides, arts te Nöordwijk, en 1'. Varenkamp, arts te Zandveort, in de ver gadering der Ned. Vereeniging voor Thalas- sotherapia tot een commissie bonoomd, om onderzoek te doen naar de veiligheidsmaat regelen bij hot namen yan zeebaden in da 17 Nederiandsclie zeebadplaatsen. Van do werkzaamheden dezer commissie is door dr. J. do Hartogh Jr. .rapport uitgebracht. Do conclusie, waartoe da commiesia komt, ontleenen wij aan „Molescholt". De eischen z'rjn de Volgende: I. In allo gemeenten, waar de kust tot hét goven van zeebaden verpacht wordt, moeten in het pachtcontract nauwkeurig de eischen omschreven worden, waaraan do- pachter te voldoen heeft met betrekking tot da veiligheidsmaatregelen bij bat baden, cn gedurende het badseizoen dient van over heidswege herhaaldelijk een onderzek in gesteld te worden naar dg stipts naleving dezer voorschriften. II. Telkenmale, wanneer er een geval van verdrinking heeft plaats gevonden of ge dreigd heeft, moet aan hei dagelijksoh be stuur dér gemeente onverwijld hiervan ken nis werden gegeven, waarna dan een gron dig onderzoek dient te worden ingesteld naar 'de omstandigheden, waaronder, het ongeval plaats vond. III. Overal, waar do geaardheid van "den zeebodem of gevaarlijke stroomingen hier toe aanleiding geven, moet .ten minste één maal vóór don aanvang ran heb badseizoen een onderzoek hiernaar ingesteld worden, en gevaarlijke plaatsen in het .onder toezioht gestelde gedoalto behooren gekenmerkt te w&raen; wanneer plaatselijke vernontfmgeii het noodig maken, dient dit onderzoek meer malen to geschieden, vooral echter na storm, .aangezien dan vaak veranderingen in den bodem schijnen op te treden. IV. Indien de zee het toolaat, moet in elko badafdeeling godurende het boden een bemande, van reddingmiddelen voorziene, zeewaardige boat to water zijn. V. Van gemeentewegel' behoort het ba den bp gevaarlijke zee verboden te worden. VI. In iedere badkoets worde duidelijk zichtbaar een gedrukte waarschuwing ge plaatst, waarin het publiek in zijn eigen belang wordt aangemaand de ter plaatse gegeven wenken lot beveiliging bij het ba den in acht te nemen. VII. Indien do gesteldheid van de zeo het verblijf van een boot ia het water niet toelaat, behoort do reddingboot op 't strand zoodanig geplaatst te zijn, dat zij bij gevaar onmiddellijk in zee gebracht kan worden; van het strand af moet dan voor elke bad afdeeling gedurende het baden toezicht ge houden worden door een op eau verhoo ging1) geplaatsten persoon, voorzien van oen instrument, waarmee con schel, goed hoorbaar geluid gegeven'kan worden ter waarschuwing van degenen, dia volgens het oordeel van 'den opzichter ,te ver gaan. VIII. Hot personeel, dat aangewezen is om in geval van nood hulp te verloonen, moet uit krachtige personen bestaan, die in het bezit zijn van een diploma als geoefend zwemmer en lekend zijn met de metheden om drenkelingen zvremmendo to redden. (Handleiding van de Maatschappij tot Red ding va.n Drenkelingen). IX. G-durende het baden moet bij elke fcadafdeeling ten minste één zwemmer steeds aanwezig zijn, om in geval van nood direot hulp te kunnen verleonen. X. Gedurenda het baden moetan in de onmiddellijke nabijheid van elko boriafdee- ling steeds ter beschikking zijn twee redding gordels mot lijn van pl.m. 100 meter, oen lange stok met lijn en twee zwemvesten (dit laatste tevens in het belang van de veiligheid der voor het verleenen van hulp aangewezen personen). XI. Het sirandpersoneel moot door oen geneeskundige grondig onderricht worden in de toepassing van één methode van kunstmatige ademhaling (bijv. di» van Syl vester) en vóór den aanvang van het bad seizoen dient steels een oefening gehouden to worden, waarbij het redding-werk in zijn geheelen omvang toegepast wordt. XII. Aan het strand moet een gelegen heid aanwezig zijn, waar een drenkeling be hoorlijk behandeld kan worden, jn welke gelegenheid steeds die benodigdheden aan wezig moeten zijn, welke bij de behandeling van den drenkeling noodig kunnen zijn (te becordeelen door den badarts). Do ervaring leert, dat .tal v.an malen ge bruik wordt gemaakt van zeebaden buiten het onder toezicht gestalde gedeelte; hier is do kans op ongelukken het grootst,en in derdaad komen daarbij dan ook telken jaro vele gevallen van verdrinkt ig voor; scherpsc politietoezicht zou hier van groot nut kun nen zjjn'. Het ligt voor da hand, dat die genen, voor wis de kosten van eon zeebad in het vorpochto gedeelte te hoog zijn, zich bij voorkeur buiten het onder toezicht ge- st&ldo gedeelte in zeo begeven. In hot op de vergadering uitgebrachte verslag wordt melding gemaakt van de ge legenheid, dia in Scheveningon aan ca- en minvermogenden gegeven wordt, om zee baden to nemen; eveneens van hetgeen op dit gebied in Vlissjngen en Za-ndvoort wordt gedaan. De commissie acht het ten slotte van al gemeen belang, dat ook minderbedeelden in ruime mate gelegenheid hebban zeebaden te nemen, zonder daarbij aan gevaren te zijn blootgesteld. .Vooral bjj hoogo zes is dit voor jèen behoorlijk overzicht noodig. ©o versaïeliMg der föocmccuscïio petroleEiEavcMesi. Over de vernieling der Roemeensche pe- liroleumvelden, is evenveel gesproken als over de graanvoorraden. Want olie en benzine zijn voor de Cent-ralen even noodig als het graan. Een correspondentie uit Zü- rich in ons vorig nummer, heeft doen zien, dat de groote voordeelen den overwinnaars in deze gebieden zijn ontgaan. Wo'ff-berieh- ten uit de eerste dagen na de bezetting der oliegebieden wilden het doen voorkomen, dat er prachtige resultaten waren bereikt, dat wat vernield was, weer gauw in orde zou zijn. Maar schijnt toch v/el iets anders uitgepakt. Dal kon men ook nagaan uit een brief van den Hongaarschen 'correspondent van de ,,N. R. Ct.", die met toestemming van het legerbestuur aan deRoemeensche olie velden een bezoek heoft gebracht om eens te zien, welke nadeelen de in handen der Nederlanders zijnde bronnen hebben geleden. We ontkenen hi re an het volgen te: Na een beschrijving van h.-t grensgebied bij den Predealpas, zegt de correspondent: Voorbij Bustenari, waar het eigenlijke petrolcumgebied begint, zagen wij reeds, dat in zuidelijke richting zware zwarte wol ken den horizon verdonkerden, iets meer westelijk leek do brand nog veel erger en uitgebreider te zijn. Met spanning zag ik den brand grootar worden, naarmate ik meer in de nabijheid van het plaatsje kwam, waar zooveel buitenlandsch kapitaal in do petro leum is belegd. In Gampina zijn het de gevulde tanks, die nog branden, 11: ett-egens taan do Int reeds 10 dagen is geleden, dat de daartoe aangewezen commissie hier haar vernielingswerk begon. Hoe dat alle3 in zrja werk ging, vertellen mij do achtergebleven ambtenaren van een der Nederlandsc-lie ondernemingen. Vier dagen voordat het peiroleumgebied door do oprukkende legers der Centralen werd bezet, gelastte de Engelsche r.v.litairo attaché in Boekarest, luitenant-kolonel Thom son, dat de heole petroleumnijverheid moest woi den vernietigd. Een commissie, fcestaar.de uit twee En gelsche ingenieurs als luitenant en kapitein van liet Engelsche leger en twee Rcemaen- sche ingenieurs, waaraan a!s deskundige dc heer Sadler, vice-consul van de Vereemgde Staten van Amerika en gedelegeerd admini strateur van de „Romano Americana", was toegevoegd, bezocht achter elkaar alle on dernemingen" en leidde zelvo het vernieti gingswerk. De tanks werden in brand ge stoken. De raffinaderijen <eh de kostbare machinereparatiewerkplaatse 11 wérden eerst vernietigd, d. w. z. de machines met zware smiashajnei's kapot geslagen, zware stukken afgemonteerd; en daarna getracht de ge bouwen iu brand te steken. Het ergste was evenwel, dat deze deskundigen alle boor putten op een wijze onbruikbaar hebben gemaakt, die elke poging zo weer spuitend te maken, ten een en ma te uitsluit.- Zware bcor- Stangen, beitels, stukken ijzer en wat dies meer zij, werden in de putten gesmeten om te verhinderen dat zij later weer in gebruik kunnen worden genomen; spuitznfe"bronnen werden aangestoken. Ou mijn vraag of de miat»cliappijen niets hadaen gedaan om dit onheil te voorkomen, werd mij geantwoord dat de directeuren van enkele ondernemingen met een dergelijke handeling rekening he/Iden gehouden, en der halve in de beste' boorputten buizen naar beneden hadden gelaten die van onderen gesloten waren en waarin dus al het ijzer dat in de put werd gesmeten, zou blijven zitten. Later souden die buizen gemakkelijk kunnen worden omhoog getrokken. De inge nieurs van de Orion" waren zelfs zoo voor zichtig geweest de bedrijfsmachines in dio boorputten af- te monteeren, om op die wijze te verhinderen, dat men die buis zou ver wijderen cn eerst daarna het vernielingswerk beginnen. Doch ook zij hadden buiten den waard gerekend. Want de heer Sadler liet eerst do groote schijf, waarover de staal kabel bij het boren loopt opnieuw aanbren gen, en daarna met hulp van een voldoende aantal mannen de buizen omhoog halen; toen dit gebeurd was werden de zware boorstangen en beitels omgekeerd in de putten gewor pen. Of heb aan deze vernielingscom'mjssie lukt i3, werkelijk alle putten onbruikbaar maken, durf ik niet zeggen. De direoteurenv der Nedcrlandsche ondernemingen meenden^ dab dit op hun terreinen inderdaad bot ge val is. En of de deskundige vernielers wel* licht de putten der Engelsche, Amerikaan* scho en Fransche maatschappijen hebben gespaard,-althans niet zoo vernield, dat aan een herstelling niet kan worden gedacht, is op het oogenblik nog niet vastgesteld; Vast slaat, volgens het oordeel der Ne- derlandsche ingenieurs, dat deze putten nief meer kunnen worden hersteld, daar het eei* onbegonnen werk zou z'jn te trachten de zware stukken ijzer nanr omhoog te brengen. Nieuwe putten zullen derhalve moeten worg den geboord. De poging om alle raffinaderijen door brand te vernielen, is niet overal gelakt; de. groote instelling der „Steaua Romana" in Gampina werd o.a. door den directeur gered, die "tijdig na de brandstichting verscheen om het vuur in zijn fabriek te blusschen. Ook van de benzir.e- en petroleum voorraden kon nog heel wat worden gered. ©3 'Aaaterifeaanscltc Sossaai eai het Vredesvoorstel De mo'.ie van den prc-Diiitsoben senator RiteucorSc, waai::) deao zdjn^jpstégnimiTig met \Yi!?c<n's nobn bc-buigd, is in den Ame- riknnnsahe Senaat behandeld. Nadab eenige sprekers vcor di.zo motie hadden gepleit, kantte hob Sónaatslid Lodge zich in de vol gende bc-woordingea tegen hot aannemen, van de motie „Wij dienen om te herinneren, dab het Congrc.s voor zaken van zo odartig groot ge wicht niet hancteUcad kan of mag optrocbn in verband met den roep om vrede, oen vre de, die nie-i'3 anders zou kunnen betcekenen dan óen rustpoos, gedurende welko de na- li es nieuwo krachten kunnen verznmeler 'tot hervatting van den strijd, waarin dbn ook onzo natie zou kunnen betrokken wor den. Aan zulk oen vredo hobbon wij niets."' In hun antwoord voerden de tegenstan ders yan Lodge aan, dat er eon precedent beatond voor die handelwijze van Pre&Lclerrfc Wilson, en wol in Roosovclta bemiddeling tijdens eten Russisch-Japansolien oorlog. Lodge bracht daarop in het midden, d'af» het hier niet gaat om het recht van bemid deling, welk Tócht speciaal is erkend door do Haagscho Canrvemtiio die, naar men weet, met voeten getreden zijn en volkomen g&- minacht, van heb oogenblik af, rov» cB oorlog begon. „Doao vernietigkbg'J, zoo vervol-ck Lod ge, „wordt blijkbaar met onvcrsDhilligheid aanschouwd, zoowel door ons zelven als door do andere- neutralen, cYl© hun volle gcodlkcu ring hechtten aan do jnot-a van -den President, die echter veel vorder gaat dan .oen voorstel, hetwelk eenvoudig ten -l zou hebbende strijder .'(e partijen tot elkaar' to brengen. IHj hacl inbusahon stellig hot recht tot het zenden van do nota, cm oens oen proef to nomen, in hoe-verre hij zo-u skygen in heb samenbrengen der bal-lc.g'e-ren* ten; Dio proefneming ia, wat een eter oot- 1 ogvee-rendö partijetn betreft, reeds mis lukt, cn wij hebben geen re-d'en om te vor- candleratellein, dat liij bij do andere paitfiq «meer succes zal hebben." Lodge adel vervolgens Bernstorff aan, wijl hij een interview had toegestaan aan <le dagbladen, onmddde-llijk na cte aonkondd- digsng dat Wilson zijn beuniddeiin.g£-noba had verzonden, in welk interview cte Duit- sche gezant zulks had goedgekeurd, „Hoo kan then er zich over verwonderen, als algemeen liet geloof heerschb. cla.t cte nota was opgemaakt en te juister tijd ver zonden om Daiitedh'land to helpen bij bet' verkrijgen van een vrede op voor waarden, welke het zelf wensahto op to leggen. Als dezo verkoerdb opvatting van cèe no ta algemeen wordt, •dan loopen wij gevaar ora, als wij haar zander amendement o-f wij ziging aanvaarden, tot de geheele wereld te roepen dat het Congres zich aan do zijde stelt van een eter oó-rlo-gvoeroncte partijen, bij het herstel van den vrede. En ik wenseih. dat land zich ni-et aan de zijde van een cle-r oorlogvoerenden te zien stollen terwijl ik persoonlijk niet verlang, gerangschikt te worden onder dog-enen die tegen de partij zijn, welke-, naar ik vast geloof, strijden, voor de zaak der vrijheid tegen die dei Autocratic." Romou uit liet laatst Her lGde Eeuw, Ettat het Engelssh van Rafael Sabatini. (S) „Rijk öc'or do roiverycn op z?a; rijk doof 'l 0o schatten van in don grond goboorda Schepen en den prijs van slaven, dia in 'Afrika g'avrmgongt'iioruon on aan do plantages verkocht z'(jn; -rijk, zoonis tte vampyr zich Verzadigt mot hét blood dor doodën!" 11 „Zegt Sir John dat?" yroeg Sir Olivier, "•Bu.t zaehto, klanklooza slem. „Ik aeg li'ot." J j „Dat boord3 ik; maar ik vraag, waar go 1 'dat mooia ka je geloerd hebt. ïs Sir John óuw laeymoeotor? Ja, hij is het. Ga behoeft het mij niot to vertollen. Ik zal mot hem afrokeiien. Laat ik intusschen de zuivere en helangloozo bron van Sir John's wrok voor ti blootleggen. Gij zult zion, welk een op- keolit en eerlijk man Sir John "ia, dia uws ^yadera vriend én uw voogd is geweest." v „Ik wil niet luisteren Baar hetgeen gij yan bent zegt." N „Gij moot, in ruil 'er voor, dat ik heb' »oéten luisteren naair wat hij van mij zegt. Sir John verlangt vergunning 'te krijgoh, oiii to bouwen aan den mond van Üe Fal. Hij l'.oopt oen stad te zien verrijzen bij do haten, daar onder de schaduw vaïi zijn hc-zittmg te Arweuack. Hij doét zich' zeer édel, belangloos voor en (tllean vervuld van vH,°Izijn, W W. en h» vergeet te 3 ertellen, dat hot land zijn eigendom is, en dat hij bezig' is .to zorgen voor zijn eigert welvaart en dia van z'jn familie. Door een gelukkig toeral ontmoetten wij elkander in Lenden, terwijl Sir John voor deza zaak Aan het Hof was. Nu heb ik toevallig ook belangen in Trurd en Penryn; maar ik boa niet als Sir John, ik ben oorljk in da zaak, en kom er rond voor uit. Indien Smithliok zich uitbreidt, volgt uit zrja voordoeligef ligging, dat Truro en Penryn moeten lijdon, cn dat lijkt mjj .ovenmin als hot andere Sir John zou lijken. Dat zeide ik hom, want ik kan lomp zijn en ik zoida hot de Ko ningin in tien yorm van eon verzoekschrift tegen dat van Sir John." Hij haalde de schouders op. „Hot oogenblik was gunstig voor rnij. Ik was eon dor zeelieden, dia ge holpen had do onoverwinnelijke Armada van Kening Philips te overwinnen. Ik lfreag daarom mijn zin, en Sir John ging naar huis nïel even le'ega handen, als hij naar liet Hof gegaan was. Verwondert het u, dat hij mij haat? Hom kennende Voor het geen hij is, verwondert liet u dan, dut hij mij uitmaakt vcor zseroover en erger? Het is heel natuurlijk, dat hy mijn daden ter zea in zoo'n varkeerd daglicht stelt, daar juist dio daden mij tl» macht gegeven heb ben, z'jn belangen te benotteeW. Hij beeft Vcor dozen strijd de wapens van den laster gekozen, maar dio wapens zijn de mijne niet, zooals ik Item nog heden toonen zal. Indien gij niot gelooft, wat ik zeg, kom dan toot mij meo fcn wees tegenwoordig bij het korta Ettderhoud, dat ilc met dien gierigaard hoop te hebben." „Go vergeét," zei Go-dolphin. „dat ik ook belangen jn de buurt van Smithliok. heb, en dat 'gë dia solihn'dt." „Zco," riep Sir Olivier uit. „Nu breékt eindelijk de zbn der waarheid doof deze wolk van edelo verontwaardiging over thiin slechte Tressilian-bloed en zoerooversmanie- ron! Gij zrjt ook maar Een handelaar. Wat oen dwaas was ik, te denken, dat ge oprecht waart, en met u te sproken als met een eerlijk man." Zrjn stom verhief zioh en zijn lip krulde zich van pen veraohting, die den ander als een slag trof. „Ik zweer, dat ik geen woord aan u verspild zou hébben, als ik goweten had, dat ge zoo'n lago on ge- taoene kerel waart." „Dia woordenbegon GocMphin, zich strak oprichtende. „Z(jn voel minder dan uw handelingen," viol do andor in, én hyj verhief zjjn stent pta t» roepnn: „Niookvos!" „Go zult er verantwoording yan gsven," zei zijn besoekor. „Dat doe ik nu," was het str'enga antwoord. I „Hier t» k'otnen praten over d» losbandig heid van mijn do'oden vader En ovor eon oudon- twist tusschen hem ;ön den uwen; t« bewersn, dat mijn zoogenaamde seoroc- veralcopbann' cn mijn eigon manier van leven een billijke reden is, waarom ik niet tnst uw zustor mag trouwen, terwijl de war» grond, do webkelijk» reden yoor uw vijan digheid-niets anders is dan dat ik u bok-t eenige guldéns per. jaar meer in hw zak to steken! Ga' hoen!" Op dit oogenblik kwattt Nicobas binnen. ,;Ge zult neg van mij hoeren. Sir Olivier," zei,da ander, bleek van woede. „Go zult mij van die woorden rekenschap geven." „Ik vocht niet metmet marskra mers", stiet Sir Olivier uit. „Durft go mé zoo noemen?" „Het is inderdaad een fatsoenlijken Sland schande aandoen, dat beken ik. Nicolaas, laat Jonker' Godolpkiu uit.",- i «i y -,y 1 HOOFDSTUK II. Rosamunde. 'I'" I Nadat zijn bezoeker vertrokken was, werd Sir Olivier weer kalm. Toen hij door zijn kalmto in staat was zijn tosstand te over denken, werd hij weer boos ajloon bij do ge dachte aan zijn woede; .een woede, dis bent zóó beheeracht lint, dat hij nieuwe hinder palen gevoegkl had bij do roads aanzienlijke, dio tusschen Rosamunds en hem stonden. Opeens koerde zijn toorn, on kreeg Sir John ICilligTew tot voorwerp. "Hij wi'de dadelijk met hém afrekenen. J», dal zou hij doen! Hij schalde ent Nioolaas on zijn laarzen. „Waar is Jonker Lionel?" vroog hij, toon zijn laarzen gehaaid waren. „Hij is juist thuis gatomen, Sk Olivier." „Verzoek bent hier té komen." In antwoord op dat verzoek kwam Sif Oliyier's halfbroeder dadoijjk, feat klank» jongo, di» op z'jn moeder gehook, de tweede vrouw van don lusbandigen Rudolf Treosi- liati. Hij geleek niets op Sir Olivier, noch' lichamelijk, noch goeeielijk. Ilij was zeer teer, bijna Vrcnw^rjk mooi; zijn gelmta- klour .was blaBk én fijn, zijn haar goudb'ond, en zijn oogett donkerblauw. Hij had pen zeef bekoorlijke, jengdiga bevalligheid, want hij was éérst in zijn één-cn-twintigste jaar én hij kleedde zich me» al de zorg Tan een hoveling. „Is dio Godolphin jo komon bézoekën?" vroeg hij bij liet binnenkomen. 1 „Ja," gronido Sir Olivier. „Ilij kwam, Om mij eenige dingen te vertellen en in ruil eenigo andere 'té hoorett." „Ik ontmoette hem juist buiten de poort, 'en hij beantwoordde mijn groet niet. Hot is een Onuitstaanbare hond!" „J"é bent éen ffiettsckenkohnér, Liohel." Sk Olivier stond op. „Ik ga maar Arwouack, om een paar beleefdheden met Sir John ta wisselen." Zijn vastgesloten lippen en vastberaden uiterlijk voltookleii zijn woorden zoo goed,; dat Lionel hem bij den arnj groep. „Jé gaat toch niet...." „Ja." En als om den blijkbaren scliriki van den jongen ta knlmeeren, klopto hij hem vriendelijk op den schouder. „Sir John," zei hij, „piraat to veel. Dat is oon 'fout, dié verbeterd moot worden. Ik zal hem da deugd van zwijgen laoron." „Daar zullen moeilijkheden komen. Oli vier." „Dat zullen ér voor hom. Ars iemand! van mij zegt, dat ik een zeeroover, slaven- liajidelaar, moordenaar, en dé Hemel weet wat mear, ben; dan moet hij da gevolgen er van dragen. Maar je bont laat, Lionel. .Waar ben ja gewéeat?" „Ik ben naar Malpas geve-ten „Naar Mslpas?" Sir Olivier kneep zjjn' öogen samen, spools zjjn gewoonte was. „Ik heb hooren fluisteren, welke magneet jé daar heon trekt/' zei hij. „Wees voorzichtig, jongen. Je gaat té dikwijls naar Malpas.'' „Hoezoo?" vroeg Lionel een Jpeetjo koel. „Ik bedoel, dat j« dé zoon van jé vadér bent. Denk daaraan en probeer zijn voet stappen niet te volgen, opdat je niet het zelfde eind vindt. Onze vriend Pioter heeft mo juist de lielliebberijen van onzen vader herinnerd. Ik herhaal, ga niet zoo dikwijls haar Malpas. Meer zeg ik niet." Da arm, dien hij om de schouders van zijn jongeren broeder sloeg en de wnrmta van zjjn omhelzing maakten het onmogelijk, boos te zjjn over zjjn waarschuwing. Toen hij heengegaan was, ging Lionet' Aan tafel,- bediend door Nicolaas. Hij $t ropAT.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1917 | | pagina 5