en de
Bij den grenspaal van 1918.
FEU3LLET9M
SBs Wa>lwis©Ias?sag\
Dc laatste dagen en inzonderheid de laat-
«to uren \an een scheidend jaar.wekken
vooral herinneringen van persoonlijken
aard. Nooit meer dan in die oogenblikken.
houden wij ons bij voorkeur bezig met ons
eigen intieme leven.
Later, als wij weer loopen in den ouden
tredmolen van ons bestaan, reiken onze her
inneringen ook naar de gebeurtenissen, die
anderen mede interesseeren, willen wij gaar
ne een overzicht van het oude jaar in zijn
geheel; op den Oudejaarsavond oleegt de
mensch ziéh liever terug to trekken in zijn
eigen intiem en kring, zondert hij zich ten
slotte liefst eenigo oogenblikken af, om al-
leep te zijn, geheel alleen, en te peinzen over
hetgeen aan hemzelf is voorbijgegaan en
hem is gebleven.
Aan het eindo vafi dit bijzondere en voor
do individuen en volkeren moeilijke jaar is
het den enkelen mensch echter wel zeer moei
lijk zich bij zijn eigen leven te bepalen of
bij dat_van zijn familiekring alleen.
Wij zijn toch ook een decl.^ij het een klein
deel, van de menschheid en van die volke
ren gemeenschappen, die sedert meer dan
twee jaren lang en voorn' dit laatste jaar
zoo ontzetten-el hebben geleden.
In onze verbeelding hcorpn wij het ka
nongebulder en zi:n wij de mot bloed ge
drenkte slagvelden, al hebben de meesten
onzer van de werkelijkheid dier verschrik
kingen geen flauw besef. Al de gruwelda
den, waarvan wij in den loop van het jaar
hebben gelezen, bijna gedachteloos soms,
rij-Ai-n nu weer bil ons op, on wij voelen,
dat ons eigen klein leed en de door ons zeif
gedragen smart, lioe zwaar geveeld, toch in
heb niet zinkt bij heb leed en de smart, die
door duizenden medcmenschen in de oorlog
voerende landen geleden en gedragen moe
ten worclen. Wij heseffen uicp, dat het th'aias
van een groot -egoïsme zou getuigen, wan
neer w;j ons enkel bezighielden met onzs
eigen orvaringen van de laatste* 305 dagen
alleen.
W er cén gevoel bij ons zou kun
nen t;;:domineer; 11, naast het gcvopl van
deer.:is en medelijden voor het leed der
bloed en do aarde, dan zal dat zijn dankbaar
heid daarvoor, dat wij, al voelden wij wel
iets van den weerslag dezer voor vele volken
ontzettende dingen, voor greote lijden
gespaard zijn gook ven.
En dan zal misschien ook over ons komen
oen gevoel van schaamte, omdat wij niet al
tijd doordrongen zijn geweest van den ernst
der tijden en hebben meegedaan aan, moge
lijk voorgingen in genietingen en vermaken,
die, zooals wij er nu van overtuigd zijn, niet
passen bij wr.t elders gebeurde cn gebeurt.
Vol van het wereldleed om ens heen, zal
door de duisternis van den nacht zonder
xterren, die niet wijkt, toch ook een licht
straal door ons worden waargenomen, dio
;>ns moed geven kan, dien wij op den Oude
jaarsavond van het vorig jaar niet vermoch
ten waar te nemen.
Het woord vrede heeft geklonken, eerst
uit clen mond van liet Staatshoofd van e?n
der oorlogvoerende landen, en om aan dien i
vrechklank meerdcro kracht bij te zetten,
wordt dat heerlijk woord herhaald van ver
schillende kanten.
„Er zal niets van komen", hebben nuchte
re mcnschen gezegd. Straks zal met ver
nieuw do woede de strijd worclen hervat en
niet worden beëindigd voordat een der par
tijen overwonnen is. Wat zal dat nog l.ang
moeten duren Hoeveel dood en vernietiging
^al daaraan nog moeten voorafgaan En wat
zal er dan zijn overgebleven van Europa en
ran zijn welvaart cn beschaving? Zullen wij
cn andere kleine staten die nooit c n striid
hebben begeerd, er dan ook nog in betrok
ken worden
Is 'er dan nog niet genoeg geloden en ge
dragen zuchten cn vragen wij.
Gelukkig, het mensehcnliart is idealist;
idealist vooral, els de mensch alleen is met
zijn gedachten op den Oudejaarsavond.
Wij "hopen op en vervrachten den vrede
nog in het jaar, dat zoo strak zijn intrede
zal doen.
Verleden jaar durfden wij deze hoop niet
uSteprckeD. Thans gelukkig wel, en het geeft
ons weer den moed om straks het nieuwe
jaar in te gaan met' meer vertrouwen op heb
voortbestaan der menschheid en haar be
schaving, dan een jóar to voren.
En als Straks het zwaard is opgestoken en
do vrede is gesloten, laat deze dan zijn een
duurzame vrede.
Toen eenmaal de oorlogsmachines in wer
king waren gebracht en verwoestend over de
wereld gingen, was er geen .plaats voor ver
stand en rede. Als de machthebbers, gene
zen van hun machtswaan, straks bij elkaar
komen, om te redden wat er nog te redden
Valt, dan zullen de stemmen der gewone
menschen in Oost en West ook weder worden
gehoord. Laten dan al die steramen samen
klinken tob één' machtig accoörcl
Wij willen vrede; een vredo,
die nimmer weder zal kunnen
worden verbroken!
En het geeft ons een heerlijk gevoel van
zelfvoldoening, wanneer ook onze stem in
dien wereldkreet naar een duurzamen. vrede
mode zal mogen klinken.
Laat dit het zijn van ons aller Oude-
jaarsavondoveixlenkihg. die immers heb
kan niet anders zal worden beheerscht
door de thans aliosbeheerschende vraag:
Oorlog of vrede
KUNST, LETTEREN ENZ.
Knnstberichten uit Amsterdam.
flSeïgische TeutooaatcSSiujï.
Over deze tentoonstelling schrijft men
ons
De tentoonstelling van Belgische kunst
.is oJ&zo week in het Stedelijk Museum ge
opend. Er spreekt een uitbundige levens--
vrouigHle uit dc moeste werken kleurig cn
weelderig is alles, wart wij zien, soms wel
eens wat al to druk voor ons, die ge
wend zijn aan ©b gedampte kleuren clcr
Kol1 andödho schilderkunst, aan oen bezadig
de, kalme, wol is waar ook nuchtere le-
vcnsorvvaifcbiiig.
De tentoonstelling- borat schilderijen,
beeldhouwwerk, teeke:ringen en prenten.
To betreuren is hot, club er geoa werken
van Victor Rousseau, Bacriscen, Minne,
Laernmns, Claus cn vele andere belang-
rijko Belgische kunstenaren to vinden zijn
daarentegen zijn de-g'encn, dio de laatste ja
ren oen woonplaats in ons land zochten,
ba 1 rijk vertegenwoo rcJlgrl.
Tot heb belangrijkste, wat er ten toonge
steld is, behoort het schilderwerk van Rik
Wouters. Zijn kunst *3 buitengemeen lc-
ui dig en toch rustig. Heb zijn zeer eenvou
dige gegevens: een vrouw, htfar hand ou
der het. hoofd steunend, zittend in evn hoek
van de kamer, dicüit bij een raam, of een
vrouw, die zich wasoht, een man, die pren
ten 'kijkt, een stilleven of wat kunst-bloe
men. Het is een rustig bozig-zijn, een rus
tig staan in cle stille omgeving. Zoo is onze
oerste indruk. Bij na:l:re beschouwing be
merken wij, da-t de rurt, d-ic uit deze schil
derijen spreekt, ontstaan is door het vol
komen boheercchon van een buitengewoon
groote levendigheid va ai doen. Hoewel or
op één schilderij een groot aantal verschil
lende kleuren voorkomen, zijn dezo nóóit
bont; do kleuren zelf altijd hekier en
warm. Het is alsof Wouters meer kleuren
op zijn palet had dan nien gowoonlijlc ge
bruikt, cn zoo is het ook met het wcorgo-
vcn van hou dia gen on stand-on.hot lijkt
on a alsof alle schilders te zaan en nog nie-t
die variaties van houding en stand w ten uit
te drukken, welke Wouters alléén c«ns weet
to geven. Ook eenigo beolliouwerken van
dozc-n kunstenaarr kunnen wij bewonderen
heb zijn moer dan levensgroot© bo-rstbeol-
dcai, zóó veil leven en c'Jan indnik van één
oogen-blök wcergci rend, 'dut luet is alsof
wij ia een wereld Verdwaald zijn van <grco-
t- re mcnschen met greote re gevoelens ook
dan de meestem onzer schijnen te bezitten.
Vergelijkt men het werk van W. Baercls
met dat van Rik Wouters, dan moeten wij
dat van den eerstgenoemde wc-1 veel
minder knap vindon; heb zijn dezelfde on
der wei-pen, doch do kleuren zijn grover,
alles is minder grootsch cn vooral veel min
der levendig.
Van James Ensor zijn er een achttal
uiterst fijne etsen. Dc fantasie van dezen
Iru ruien aar is ongelooflijk groottelkens
ontdekken wij weer een naouw détail, (lat
het geheel steeds rijker voor ons maakt. Hij
is in dit opzicht onuitputtelijk en vrijgevig,
zooals Wouters vrijgevig is in vele opzich
ten.
In de landi^happen, geschilderd cloor
Theo v. Rijsseiberghe, treffen ons vooral 't
heldere en velo licht, do Wairmé kleuren.
Uit do wijze-, waarp deze schilder werkt,
blijkt, dat hij volkomen bekend is mot Al o
theorie der kleuren.
Armand Russcnfosse is vertegenwoordigd
door drie werken, waarvan die met den
rugfiguur oeotór naakte vrouw het- belang
rijkst is. Ver-dor noemen wij do inzendin
gen van Van Opscmer, Guilbert, Férd.
Knopfr, M.elle A. Bcoh, C. Donnay, de et
sen van J. do Bruychere, W. Dogouve dc
Nuncques toont een anderen kant van den
Belgischen gosst dan wij gewoonlijk te zien
krijgencr spreekt een sterke droefheid
uit zijn schilderijen met vergezichten over
eenzame, besneeuwde velden.
Jules Vermeiren stolt, behalve enkele
i kunstnijvcrheidövcorwerpcn, een beeld
houwwerk in marmer ten te-on, weergeven
de een achteroverliggend© naakte vrouwen
figuur, wier lichaam strak gespannen is als
een boog én wier' armen cn bééiien gelei
delijk overgaan in de vormloozo ma-rmer-
nreisaa, clie den grond weergeeft. „Het Lem
met" heat dit werk cn het verzinken van
angst, het willen wegkruipen voor het na
derend gevaar is hier zeer 'goed uitge
drukt.
Eess Jiietiw gczelscbap nnnr 'fmlië.
Men deelt ons mede, dat zich' in Am-'
sterdam een klein toone?lgeze-schap lieeft
gevormd, dat binnenkort naar Indië zal
vertrekken om aldaar onder leiding van den
hier welbekenden .Duit-sc-hen komiek Poldï
Rei ff werkzaam te ziin. Het repatoir© zal
voornamelijk uit vertaald Franscho klucht
spelen bestaan.
Als leden van het gezelschap worden ge
noemd de 'dames Glirispijn-Van Mecei'en,
Dora BronVogelsang, Henrietta Hulsman
Ruys, Ada van Duyl en do heeren Rienk
Brouwer, Pierre My in Jr. en Willy van
Duyn. („IIb!dte)
Een onderscheiding.
Prof. dr. J. W. van .Wyhe; to Gronin
gen, js benoemd tob huitenlandsch' lid van
Tho Zoological Society of Londen.
Een nieuw gezelschap van Louis dc Vries.
Louis de Vries, bekomen van zijn Indi
sche vermoeienissen, zal weldra weder hier.
to lando zijn kansen beproeven. Hij heeft
voor eenigo maanden avonden besproken in
den Hellandsohen Schouwburg t> Amsterdam.
11 Jan. do openingsvoorstellingen van het
Engclsch-Chineesche stuk „Mr. Woe".
Tot dp roe-dsgeëngageerde arlhten be
hoort Caroline van Dommelen.
Een nieuw stuk van Frcdcrik van Ecdeti.
Door de Kon. Ver. Heb Ned. Tconeel
is Ier opvoering aangenomen een -nieuw stuk
van dr. Frederik van Eeden, getiteld ,,Het
Skelet." ,,11,,
Standbeeld van Joban do Wiét.
Men deelt ons mede, dat binnenkort het
beeld voor Johan do Witt te Brussel zal
worden gegoten.
Verschillend© .oorzakén vertraagden het
gieten.
Hoewel hier te lande bijv. in de vroegere'
fabriek van Enlhoven op het Zieke, boelden
zijn gegoten (Koster en Rembrandt, waar
van do vormen nog jarenlang hebben gestaan
vóór het woonhuis der firma), lieeft de heer
Jeltsema, do beeldhouwer, gemeend niet te
kunnen overgaan tot het doen.gieten van
het beeld in ons land. („Avondpi")
GEEN UITVOER VAN IJZER
EN STAALDRAAD.
De minister van Landbouw brengt ter
kennis, dat, met het oog op de behoefte
aan ijzer- en staaldraad hier te lande, geen
uitvoervergunningen zullen worden ver
leend voor dit draad, of voor artikelen uit
dit draad vervaardigd, ook niet voor zoo
ver betreft uitvoer naar de Nederlandsohe
Koloniën..
GEBREK 'AAN GENEESMIDDELEN
OP JAVA.
Do gezamenlijke apothekers op Java
hebben zidh, zoo meldt het ,,Vad.", in
verband met het nijpende gebrek aan ge
neesmiddelen en artikelen voor ziekenver
pleging, enz., per telegram tot den Minis
ter van Koloniën gewend met verzoek om
hulp.
VERSTERKINGEN AAN DE
NEDERLANDSCHE GRENS.
Uit Zevcnaar wordt geméld Het nabu
rige Duitscho grensplaatsje Elten, alwaar
thans militaire versterkingen worden aan
gelegd is sedert eenige dagen het toon
beeld cener onrustige drukte. Behalve toch,
dat langs de grenslijn loopgraven en draad
versperringen worden gemaakt, is het
vooral ook de bekende Elterberg, waar nu
stevige fundeeringen van' betond geheele
rijen loopgraven e.d. aangelegd zijn. Bo
vendien is de geheele hoogte door prikkel
draad omgeven.
DE DOODELIJKE DRAAD.
In de afgejoopen week hebben, naar uit
ambtelijke berichten te Neerpelt blijkt,
weer elfv Belgen den dood gevonden aan
den electrischen draad. In de Noord-Bra
bant «olie grensgemeenten zijn er meer dan
200 aangekomen, die daar een vriendelijk
onthaal vinden. Behalve de Belgen zijn nog
zes andere slachtoffers aan den draad ge
bleven drie Duitsche deserteurs, één Rus
en tweeontsnapte Fransche gevangenen.
KWALITEITSVERMINDERING.
Als eeJi staaltje, hoe door den oorlog
sommige voortbrengselen met veel minder
zorg moeten worden behandeld, vinden we
in „Do Gids, ten dienste van winkeliers
in heeren-mode-artikelen" 'b-volgende ver
meld
Vakgenooten worden gewaarschuwd zwar
te nocli gekleurde hoeden den klanten te
garandseren. De moeilijkheid met de verf
stoffen is nog lang niet ten einde en even
min als de fabrikant voor de kleuren in
staat, kunt gij als verkooper het doen.
-ONZE LINNENINDUSTRIE IN NCOD. I
Van bolangihcbende zijde worJt aan het
Haagsehe correspondentiebureau geschre
ven
Het ziet er in de linnenmdiistries Tiaar
uit dat indien de hoögDoodige grondstoffen
voor dit bedrijf niet spoedig komen, hierin
slachtoffers zullen vallen. Wel hebben na
genoeg alle linnenfabrikanlén door tijdig en
koop van grondstoffen in Engeland ge
tracht zich te dekken, om de vele orders
zoowei vcor het Rijk als voor pa-tic u lie ren
te kunnen uitvoeren, maar ondanks N. O.
T.-consenten 'bleven garens, waarvan \c.'e
partijen reeds lang betaald en dus Neder-
landsch eigendom zijn, in Engeland, om
dat de Britsehe autoriteiten weigeren toe
stemming tot 'uitvoer to geven. Wanneer
deze toestand neg eenigen tijd aanhoudt
zal ook in dezo industrie de weikioosccid
hand over hand toenemen.
ONTVLUCHTE KRIJGSGEVANGENEN.
Te Haaksbergen zijn drie ontvluchte Rus
sische' krijgsgevangenen aangekomen.
Te Winterswijk kwamen twee Belgische
krijgsgevangenen aan, die uit Herne ont
vlucht waren. De een had als soldaat bij 't
vierde regiment lanciers gediend en was
hij Yperen gevangengenomen. De ander ge
raakte in krijgsgevangenschap, toen hij pro
beerde de Belgische grens te overschrijden.
Hun ontvluchting hadden z? gedeeltelijk per
spoor uitgevoerd. Dienzelfden dag gelukte
het vie?! Poolschen Russöd, die in de mijnen
gewerkt hadden, daar ter plaatse over de
grens te komen. Twee hunner waren uit
Calisch afkomstig.
Vier Russen en één Italiaan kwamen te
Aal ten aan.
Te Maastricht zijn Donderdagmiddag eerst
acht en daarnS nog twee ontvluchte Rassen
aangekomen. De eersten hadden bij Njjswil-
Ier en Simpel veld de grens overschreden CX
zagen er erg gehavend' uit; de laatsten kwaé
men uit do richting Obbioht. Twee Russen'
arriveerden nog, die in de buurt van Eysden
over de grens waren gekomen en één Rus.
die uit Frankrijk was gevlucht, .waar 'hij aan
de loopgraven had moeten werken.
MOSSELEN-OORLOGSWINST. _j QJ
't Is te Enkhuizen met de mosselenvangsl
éen waro „geldschepperij". Roekeloos, zon-'
der 'eenige gedachte aan do toekomst, wordfl
aïïes wat mossel fs, klein of groot, voD
wassen of zaad, gevischt, gepeld, gekookl
en naar D uil-sekt and verzonden. „Geld-
scheppen",- zoo heet de mosselvangst in ded
volksmond en groote winsten levért dit bëH
'drijf op.
Er zijn gezinnen, waar de vrouw met del
kinderen, door mosselen te pellen, geregeld-
meer dan dertig gulden per week verdienen.
Tot welke 'excessen dit léidt, blijkt uit k'eti
feit, dat jonge, schoolgaande kinderen'
's morgens vóór vijven reeds met karren
naar de liaven gaan pin de mosselen té
halen. Als die kinderen om negen uur op!
sohool komen, hebben z'j reéds ettelijke uren
ingespannen moeten arbeiden, met liet ge-"
volg, dat ze in "de school moe en slaperig
zijn. Algemeen wordt door de onderwqzersl
der volksscholen over. dit feit geklaagd,,
maar alle pogingen om verbetering aan té
brengen zijn mislukt.
Werden de schelpen eerst weggeworpen,,
thans kunnen ook deze nog .geld opleveren.-
Zo worden nu gedroogd 'en voor; do wegén!
en paden in de tuinen gebruikt. i
DE VREDE VERZEKERD!
Do heer J. Kuiper te Leeuwarden, heeft
zicky naar hij aan d!e „Leeuw. Ct.'r mee
deelt, per gefrankeerd schrijven tob den
koning van Engeland, den tsaar van Rus
land en den president van Frankrijk ge-"
wend met het vriendelijk, doch dringend!
verzoek, de vredesvoorstellen der Centrale
mogendheden in welwiltende overweging té
nemen; hft heeft daarbij de vrees^ uitge^
sproken, „dat, als die vredesvoorstellen ver*
worpen worden, de oorlog (inzonderheid de!
duikbootenoorlog) op nog on mensch el ijker;
wijze zal worden voortgezet, dan dit „tptf
nu toe het geval was." t
Do „Leeuw. Ct." zégt pndeügencf, '<Tafj
dit gelukkige initiatief haar een pak van het
hart neemt; dab het toch ondenkbaar is, dat
door de genoemde staatshoofden deze ge
frankeerde Wenk niet ernstig .ter harte ge
nomen zou worden. f
EEN VORDERING TEGEN DEN j
DUITSfCHEN STAAT.
De vennootschap Limburgsch Landbouw-
syndicaat, verkocht aan" een Belgische sui
kerfabriek te Mtoerbeke in België, plm. If
millóoen K.G. suikerbieten. Die fabriek
moest daarvoor leveren plm. 1.5 miHioen!
K.G. pulp. Do Duitsche staat nam de bie
ten in beslag en leverde slechts plm^
80.000 K.G. pulp voor een waard© van'
34.000 Mark. De Duitsche staat leverde
dus voor 5G.000 M. te weinig aan pulp.
Vandaar, dat mr. F. Tripels, namens heli
Limb. Landbouwsyndicaat, betaling van
den Duitschcn staat vorderde van 55.SOO M..
Dé rechtbank tc Maastricht, bij vonnis van'
23 Nov. i.l., verklaarde zich in dezen onbe
voegd; de Duitsdhe staat verscheen niet,,
cn het syndicaat kan fRuten gaan naar zijn;'
55.S00 Mark.
BESTRIJDING DER SMOKKELARIJ.
Dat het don Staatsmijnen in Limburg}
ernst is mét het tegengaan van den smok- j
kelhandel en met de gemaakte bepaling,,
dat ieder, die op smokkelarij betrapt wordt,
ook zelfs huisgenooten of dienstmeid, onver-
biddelijk uit den dienst der Staatsmijnen
ontslagen wordt, heeft reeds menigeen on-1
der vonden. Verscheidene tientallen zijn
reeds ontslagen. Verschillende meester-» I
houwers, wier aantal feitelijk op elke mijn;
gering i3, js aangezegd, dat zij met 1 Ja-»;
nuari de mijn moeten verlaten, 't Zijnmen-»
schen, die een prachtige verdienste makeoiy
en waarlijk niet behoeven fce smokkelen.
Een verhaaltje uit ouden tijd van
JOHAN C. W. JUUHL.
Uit het Noorsch vertaald door M. A. Z.
5)
Toen li l t- gen den avond liep en liet
schemerig wercl', zc-i liij tegen zijn vrouw
„We Tpoylen zien, dat wc 'n dJak boven
ons 'ooid krijgen voor den nacht."
„Dat zullen we wel moeten," was haar
antwoord, cn als met moeite stond zij op.
Toon zij d'en kleinen inham wg.ren uitge
roeid, dlie naar' dc aanlegplaats op dis
oahoer leidde, en den hack ombogen, waar
zij naar het Ihland moe-ton ©veretriken,
kreeg Adno eon eohok
„Al z'n jever: riop ze.
Austen wierp een blik naar land.
Op de kale rotspunt stond hun kat niet
hóóg f-pgotrokken rug. De geelgroene oogon
in uien zwarten kuttekop glinsterden zoo
val-'h cn zoo griezelig. En Austen, het
beest, ziende, schreeuwde hard
„kilo je dc "kavel, jou zwart monster!"
Hc»t kkmk alsof pen berg instortte. Todli
stuurde Austen naar cb puut, cm do kat in
«le boot te nernrn. Ilct was immers,oen le
vend dier, cn dat kon men niet op die kale
steen en laten vcdho-ngcreu.
Maar toen ltij de kat hcetpaikite, blies ze
f,n sloeg haar klauw uit naar*zij>n hand.
Macr later werd zo kalm cn kroop ondier
Aduo's rok cn vond om zich te warmen een
Plaatsje tuzHcllic.n do voeten van do vrouw,
dier bleef ze liggen cn begon te spinnen,
alsof ze heel bijzonder tevreden wais over
wat zo had gedaan
Austen ging naar zijn vriend Lars „van
den kalen berg."
„Jc moet me vannacht een onderdak ge
ven, Lars."-
„Wkt zeg je?"
Lars sprong op. Hij zat met zijn vrouw en
kinderen bij het avondeten.
„Mijn 'uis is afgebrand," zei Au stem.
Hij viel neer op de bank.
,,:t Is toch niet waar?" riep Lars' vrouw
met con langen uithaal, ,,'t is toch niet
waar?" En zij legde haar "lepel neer.
Ach ja, mensch, 't is maar al te waar."
Austen zuchtte diep.
„Neen, 'oo is cbé. gekomen?" vroeg dc
vrouw nieuwsgierig. Haar oogen schonen ub
haar hoofcl te willen springen.
En de kinderen gaapten hem aan en ver
gaten de pap.
Opeens ontdekte Lars' vrouw bij de deur
een gestalte, die daar stil bleef {liaan met
een kat in haar armen.
Zc ging dadolijk haar haar toe.
„O Adno, lcom toch binnen.kom bin
nen, kind Neen, wat is jullie gebeurd
'b Is toch meer dan erg, kinderen. Ach
ach ach
Zoo klaagde zij op zangerigen toon, terwijl
zij Adno plaats deed nemen.
„Jelui moetezkn, dat je wat eet."
Zij maakte ruimte op tafel.
„Jelui hebt zeker vandaag noch eten, noch
drinken-gehad, denk ik."
Austen en zijn vrouw gingen aaai die tafel
zitten. En de kinderen lieten zich van dc
bank glijden en begonnen niet de poes te
spelen.
Terwijl zij aten, zat Lars' vrouw al maarte
schudden en te jammeren. „Neen maar, 'dat
was toch al te erg, kinderen."
Toen zei Lars
,,'t Is nog mooi, dat ze er zelf levend afge
komen zijn."
„Voor Adno was 't op een 'aar na te laat,"
zei Austen met zijn mond vol gruttenpap.
„Dat geloof ik graag."
In de oogen van Lars' vrouw stond dc be
geerte om er meer van to hooren.
„Zij sliep," zei Austen.
De gastvrouw bleef nog lang haar hoofd
schudden.
Maar Lars ging naar hc-t voorraadskamer-
tjo en kwam terug met ©en ficsch cn een be
kertje. Hij dronk Austen's gezondheid en
reikte toon zijn gast liet bekertje boordevol
toe. Austen ledigde het in één teug, kuchte,
sinakto cn zei
„Lof en dank k1
Lars pToft'o op dc bs-uk neer en zei be
drukt
„Ach ja, een ongeluk is zoo gauw ge
beurd."
Austen slaokte nog een diepen zucht:
Maar toen zei hij
„We moeten 't.maar weer wagen."
Hij en zijn vrouw bicven dien nacht in 't
hub van Lars.
VII.
De zon gloeide en stak. Eri de waterspie
gel was helder en blauw.
Austcn zat op een rotshoogte met over "el
kaar gelegde handen dof en somber voor zich
ujfb to staren. Het leek heelemaal niet ÖP
Austen zulk een houding aan to nemen,
Austen, dio nooit zijn handen over elkaar
had gelegd en nooit suf gekeken had op een
werkdag.
„Neen maar, Austen toch, je bent zoo ter
neergeslagen. Dait gaat zoo nooit goed op
den duur."
Adno had gebogen en klein, lang stil ach
ter liaars mans breeden rug gestaan en on
der clroewig hoofdschudden naar hem geke
ken. Het was erg zooals zijn haar begon te
grijzen.
Nu waagde zij zich dichterbij. En troos
tend lei zij haar hand op zijn opgetrokken
schouder. Maar Austen verroerde zich niet.
En hij sloeg" zijn oogen niet op naar zijn
vrouw en sprak geen woorcl Bewoog alleen
maar zijn tabakspruim heen en weer iu zijn
mond, spuwde het vocht uit cn staarde dan
weer zwaarmoedig over de watervlakte,
waar een tipje van den Walvischrug tus-
sclien kaal grijs gesteente zich vertoonde, al
les omsluierd door een waas van warmte.
En in zijn vermoeide, nu zoo geheel luste-
looze oogen lag diep heimwee, 't Was wel to
SiéR, kij h§t niet goed had.
„Jo moest 't een^i" Li de and ne
men, vind ik," zei Adno.
Auston gaf eerst geen antwoord.
Eindelijk kwam cr langzaam uit
„Wtó in 's 'emelsch naam kan ik doen?"
Dut v ras do eerste keer, dat zoo iets over
Austen's lippen kwam.
„Zij vinden, dat jeer lui bij neer gaat zit
ten. Zij zeggen, dat jo een 'outen klaas b?nt
geworden. En sommigen zeggen ook, dat jo
zoo suf doet," waagde zij'1"1 vrouw.
„Wie zegt dat?" riep Austen.
„De anderen."
„O ja, or is reden genoeg om suf t© wor
den en erger, zooals het nu geteeld is."
Hij spuwde en bleef somber zitten waar hij
zat. „Ik vind. dat ze 't je 'cel gemakkelijk
maken, zoowel Thomas en Griinsen als Lars
en allemaal. Jc mag net doen alsof je t'uia
was."
„ITot is tocli geen t'uis," hernam Austeei
met een dïcpen zucht.
„Neen, dat is 't niet," moest Adno toegeK
ven.
Daar hoorden ze achter zich zware stap-*
pen.
Op klompen kwam 'er een van do hoogte»
op.
„Zeg, Austen, jij 'ebt er tijd voor, wil jë
meo makreel gaan visschen in do nieuwe
sloep van Grimseh? Ik ga, ook mee. 'ij 'eefü
'ulp noodig, 'oor ik. 'ij geeCt jo een flink
aandeel in de vangst. Daar is geld bij té
verdienen."
't. M as Lars „van den kalen borg", di<?
hem da^ toeriep. Met zijn handen op zij»»!
rug kwam hij aanzetten.
Austen zei niets.
Bleef al maar staren onafgewend en
somber. Zijn vrouw zocht zijn aandacht t©
trekken en haar moedige, stem ld k zachö
aan y.ïjn oor
„Da ïT.CD 'AuaiSüJ je zal zien, dat or dan
veel anders wordt.
Austen stogd op.
Hij stond breed en forsch, maar moedeè.
loos. Zoo weinig opgewekt om to wérken, zoo
zwaarmoedig cn onvriendelijk was hij nooid
geweest.
Even keek bij naar Adno.
Haar oogen hadden zoo'n lieve uitdruk
king. En nooit had Adno hem verkeerd gefc
raden. Fon gedachte kwam in Auston op.
E\on maar on nog heel ongevormd.
Daarovor bleef hij staan soezen.
En onderwijl groeide die. gedachte, r.lj
leefde. Dat gaf horn een zweem van hoop;
in 't verschiet.