Nederland en de Mog. No. 17463. LEEDSCH DAGBLAD, Dinsdag 21 November. Tweede Blad. Anno 1916. ingezonden. FEUiLLETON. Ons slot üeelbach. Het Pruisische Huis van Afgevaardig den over het Poolsche vraagstuk. x Het Pruisische Huis van Afgevaardigden, heeft gisteren beraadslaagd over liet voor stel van de conservatieven, vrij-conservaüfi- ven en nationaal-liberalen, in verband met de aelfstandigverklaring van Polen. Het luidt: „Het Huis van Afgevaardigden spreekt de stellige verwachting uit, dat bij do de finitieve regeling van zaken in den zijn cul tureels en nationale aangelegenheden vrjj behartigenden nieuwen staat, do militaire, oeconomische en algemeen politieke belan gen van Duitschland in het koninkrijk Polen voor goed en doeltreffend verzekerd zullen worden; Het Huis van Afgevaardigden ver klaart echter reeds thans, dat geen regeling van do toestanden, die dc binnenlandsche politiek in de Duitscke Oostmark betreffen, mogelijk is, welke het Duitsche karakter van de met den Pruisischon staat onverbreek baar verbonden en door het bestaan en de machtspositie van Pruisen cn Duitsch land onmisbare Oostelijke provincies op eeni- gerlei wijze in gevaar zou kunnen brengen." Minister Loebell stelde d.ra. op den voor grond dat het geheele Huis, niet ter zijde stelling van alle bedenkingen, zich plaatst op den grondslag der feiten, waaraan het. manifest van de twee keizers het aanzijn heeft gegeven. Natuurlijk draagt de regee ring haar deel van de verantwoordelijkheid voor dezen stap van wereldhistorische be- teekenis; zij vertrouwt en verwacht, dat die s tap voor het heden en voor de toekomst het Duitsche Rijk ten goede zal komen. Doordat de staat, Po'.en zoo nauw mogelijk met het Duitsche Rijk en de Oostenrijksch- Hongaarsche monarchie wordt verbonden, hopen wij stellig, dat de veiligheid ea de wachtspositie van het Duitsche rijk tegen het Oosten voorgoed is verzekerd. Dc minister verklaarde niet in bijzonder heden van do algemeene politiek te zullen treden, doch legde er den nadruk op, dat het staatsministerie vóór de afkondiging van het manifest aan de beraadslaging daarom trent behoorlijk heeft deelgenomen en bij ■verdere beraads'aging over deze aangele genheid de Pruisische staatsbelangen in elk opzicht zal behartigen. Het spreekt vanzelf, dat voor Pruisen elke duimbreed gronds van zijn grensmarken, -die zich in jarenlan- gen moeilijken," doch vruchtbaren bestuurs- arbeid tot hoogen bloei en beschaving heb ben ontwikkeld, heilig en onvervreemdbaar is. (Toej.) Na deze rede, die door een deel der af gevaardigden werd toegejuicht, volgde debat. Pachniche (vrijzinnig): De voorstellers heb ben tot dusver een politiek gevolgd, die wel iswaar oeconomischen vooruitgang in het Oosten heeft opgeleverd, maar den terugslag op de buiteniandsche betrekkingen niet in aanmerking nam. Het verbod van neder zetting, de taalvoorschriften, de onteigening, hebben alle tot vervreemding meegewerkt en zijn nu onhoudbaar. Er is dringend be hoefte aan een verzoenende politiek. Het voorstel schijnt ons geen geschikt middel voor het treffen van een vergelijk en daarom zullen wjj er tegen stemmen. Sheczynski (Pool): Thans wordt voor al tijd over het lot van het Poolsche volk, zoo mede de verhouding van dit Ivolk tot het Duit sche beslist. In weerwil van de afscheiding in staatkundig onderscheiden bestanddeelon, heeft 't Poolsche volk nimmer zijn gevoel van nationale saamhoorigheid verloren, 't Voerde zworen strijd, voor zijn nationale vrijheid en voor erkenning van zijn internationale be- teekenis. Het Poolsche vraagstuk i3 thans een stap verder gekomen. De noodzakelijkheid daar van is niet alleen een plicht der rechtvaar digheid, doch ze is tevens gegrond op het in ternationale belang, als algemeene waarborg VGor den viede. Het manifest der twee kei zers schenkt ons voldoening, daar het is ontstaan uit het besef der noodzakelijkheid en van het recht. Friedberg (nat. lib.): De Polen hadden d© uitroeping van het koninkrijk Polen, die den droom hunner vaderen in vervuling doet gaan, meer moeten waardeuren. Mijn partij is verheugd over de verklaring van den mi nister en hoopt dat het Poolsche volk, aan deze en aan gene zijde van onze grens ons gerechtigheid zal laten wedervaren. Herold (centrum) zegt, dat uit het debat blijkt, dat ze nu juist geen nut zal stichten. De scherpe Polen-politiek was voor den Prui- sischen staat niet heilzaam. Men heeft steeds verlangd, dat de Polen in hun pers elke ge dachte aan afscheiding van Pruisen zouden opgeven. Wanneer de Polen nu aan de zjjde van Duitschland zullen hebben gestreden, kan men stellig verwachten dat zij zich ook de bondgenooten van het Duitsche Rijk zuilen voelen, Spr. deelt niet de vroes, die ten aanzien der in 't Poolsch gestelde bladen is geuit en verwacht dat deze zich ten eenmalo Pruisisch zal voelen. Wij moeten onze Polenpolitiek zoo voeren, dat een vreed zaam samenleven met de Polen mogelijk is. Daarom hebben wij gewenscht dat het voorstel niet ware ingediend. Strobel (soc.): De uitroeping van een zoo genaamd onafhankelijk Polen, over het hoofd der Duitsche volksvcrtegenwcor.'i ,ing heen, ls een daad van alleenheerschappij. Ook wij zijn voor do bevrijding van Polen, doch voor een zelfbevrijding zonder vreemde hulp. Men wil de Polen vast in toom houden. Zulk eon bevrijding beteckent niets anders dan een inlijving. De Polen vreezen, dat Jolen slechts een wingewest van Pruisen en Duitsch land zal worden en dat bun nieuwe leger de gapingen in ons leger zal moeten vullen. D© oorlog noemt door deze proclamatie toe aan scherpte, aan duur, aan onrust. Wij wen- schen vrede, doch niet het opwerpen van nieuwe stof tot strijd. Minister Löbel: Ik zou mij vernederen door den vorigen spreker ook maar met een enkel woord te beantwoorden (levendig© in stemming). Het is diep beschamend dat over zulk een vraagstuk in zulk een parlement zulke redevoeringen worden gehouden (be weging bij deaoc.-democraten). Het Duitsche volk zal zich tegen zulke uitingen verzetten (nieuwe instemming). Ik stel dit vast, opdat zulke redevoeringen, die slechts, de zaak van het buitenland dienen (instemming), niet zon der protest do wereld ingaan (levendige toe juichingen). Bij hoofdelijke stemming wordt het voor stel met 180 tegen 104 stemmen (die van het centrum, de Polen,, vrijzinnigen, sociaal democraten en Denen) en 3 blanco, aange nomen. De Toekomst vnn Leiden. Geachte Redactie. Vergun mij naar aanleiding van bovenge noemd onderwerp in Uw blad van Zaterdag j.i. do volgende ruimte. Ik neem aan, dat het schrijven van don heer W. van Rossum du Chattel bij velen instemming gevonden heeft; ofschoon de daarin genoemdo misstanden bij 't gemeen tebestuur wel al te zeer bekend, en del verbeberings- en uitbreidingsplannen reeds meermalen overwogen zullen zijn, hoop ik, als Oud-Lcidenaar, dat genoemd schrijven het Gemeentebestuur tob een spoedig en energiek ingrijpen zal leiden. Bij a.l deze plannen, om Leiden tot oen aangename, groote stad te maken, zou het zeer aanbevelenswaardig zijn, eens eenige kleinere schadelijke en ondragelijke mis standen tegen te gaan. Ik wil een paar der vele ongerieven op noemen. Als mep als vreemdeling of als buiten lander onze oude Sleutelstad bezoekt, moet ieder de smerigo en iotwat onbetrouwbare verschijning der dienstmannen aan het sta tion opvallen. Kan do Gemeente niet daarvoor zorgen, dat dio lieden behoorlijk gekleed gaan Laten zij, volgens gemeente-voorschrift, bijv. een langen blauwen Idel met dienstpet dra gen deze kleine onkosten zouden hun zon der twijfel- veel meer vortrouwen en daar door meer verdiensten verschaffendenk aan het spreekwoorddc kleeren maken den man. Bij het doorwandelen der stad stoot men zich dikwijls aan de vele slecht en onge- veegeto stralen. Een groote ploeg straatve gers, die meerdere malen per dag decolfdo straten moesten schoonhouden, zouden daar in een verandoring kunnen brengen. Hoe zien de urinoirs or uit 1 Men veraf schuwt het gedeelte der straat, waar zoo'n ding is geplaatst. Groote re, reukvrije, over dekte inrichtingen verdienen wel een plaats je op do Gemeente-begrooting. Men pleegt gaarne over de z.g.n. Holland- sche zindelijkheid te roemen, doqh in werke lijkheid laat dat, helaas, voel te wenschen over, en zijn Hollandsche steden met vele buiteniandsche steden op het gebied van zindelijkheid en hygiëne nog veel ten achter. Wanneer men 's avonds over do Haarlem merstraat loopt, kan men van geluk spre ken, niet met een of ander vuil bevlekt te worden. Niet alleen de Leidsche straatjeugd doch ook jonge mannen vinden schijnbaar vermaak de voorbijgangers met allerlei vuil te werpen, en liederlijke taal te uiten. En strengere, met vele in civiel gekleede poli tie zou ook daarin wellicht verandering kunnon brengon, Zoo zijn er nog vele andere ongerieven meer, die Leiden tegen zouden houden voor de ontwikkelng eener aangename woon- en grooto stad, dooli denkende aan het spreek woord Keulen en Aken-zijn niet Op 66n dag gebouwd, koop ik, dat vele kleine misstan den en ongerieven, die met kleine uitgaven bestreden kunnen worden, spoedig zullen verdwijnen. Met dank voor de plaatsing Hoogachtend, G. J. H. Lisse, 19 Nov. 1916. OÏT ONZE STAD. STEUNCOMITÉ LEIDEN. Oorlogstoestand 1914. In de afgeloopen week meld- desn ziöh om steun aan. 2 pers. Maakt met het totaal der vorige week ad. 2876 2878 pers. Hiervan werden direct afge wezen 322 tr Tot 18 Nov. waren behandeld 2554 Thans worden ondersteund 40 personen. LEÜ>SCHE DESTUURDERSBöND. Opgave vaai cLe week van 6 tot 11 Now. 1Ö16 Toflfe] ledental 2403, Werklooze leden 10 Aantal kinderen be neden do 16 jaar... 8 Loonv6nli«3 per week f 128,40 Vors. v. d. patroon f, f-.- Verg. v. Steunoomitó TJitk. Werkloozcnkas 11.— 11.— Loouyoriie3 por vreok —f 117.40 Gedeeltelijk werklooze loden 67 Aantal minder werk uren per week 1148 Aantal kinderen be den do 16 jaar 148 Loonverlies per week f 273,-? Terg. t. d. patroon f, r-.~ Yerg. v. Steuncomité tl TJitk. Workloozenkaa i Loonverlies per week 273.— Aantal onder de wapenen 302*) Aantal kinderen bo neden do 16 Jaar 131 Loonverlies por wc>ok f 3375-475 Vorg. v. d. patroon f 136.18® Vorg. van' heb Rijk 754.09 Verg. v. Steuncomité 940.27® Loonverlies per week f 243A20 Totaal loonverlies, waarbij betrokken 379 leden f SS25.00 Dit getft. wordt gevormd doori Gehuwden en - kostwinners welke vergom ding ontvangen 104 Workzaam bij Gemeento, Rijk en 8poor« wegmaatschappij 19 Ongehuwden. welke geen loon 6r geen" vergoeding ontvangen179 Totaal 302 DIT ONS LAND. BUITENGEWOON 00RL0GSCRED1ET 1916. Blijkens het afdeelingsverslag verklaarden verscheidene leden ernstig bezwaar te heb ben tegen de wijze, waarop de regeering bij voortduring de credieten blijft aanvra gen, noodig om in de door de buitenge wone omstandigheden ontstane behoeften te voorzien. Dat men in den aanvang niet an ders kon doen dan een willekeurig totaal be drag aanvragen, gaf men gereedeljjk toe. Maar thans, in het derde jaar der mobili satie, behoort het departement in staat ta zijn do groote rubriek der benoodigde uitgaven bij benadering te ramen. Zooals het nu sinds eenige jaren gaat, geeft het departemeat van Oorlog sommen uit, die allengs in de honderden miliioenen loopen en ten aanzien waarvan ieiere con trole behalve die tegen fraudo ten «enenmale ontbreekt. Ncch de volksverte genwoordiging, noch de Rekenkamer, noch zelfs de minister van Finauoiën, is in staat, de militaire crisis-uitgaven binnen eenige perken te houden of zich rekenschap te ge ven, dat de kosten niet bovenmate worden opgedreven. Beschikt het departement van Oorlog eenmaal over ©en crediet van ette lijke tientallen van millioenen met een zo© ruime omschrijving als die van art. 182 der Oorlogsbegro-" ting, dan is elke prikkel om zich tot het werkelijk noodzakelijk© te beperken en om met hot bestede geld het maximum nuttig effect t© bereiken, verval len. Alle diensten van het leger putten dan naar hartelust uit de schatkist, wel weten- do, dat geen autoriteit in Nederland in staat is op de besteding van de gelden binnen do grenzen van den éênen jeus- achtigen begrootiagspost toe te zien. En mocht de minister meenen, dat hij zelf tegen geldverspilling kan waken, en ook inderdaad waakt, dan geeft hjj -zich aan een illusie over. Zijn vele beslomme ringen op heb uitgebreide gebied van 's lands defensie, maken hem dat onmogelijk. Deze leden meenden on do Commissie ïan Rapporteurs oordeelt het gewenscht ta doen blijken, dat zij het hiermede geheel eens is dat deze toestand niet langer kan voortduren. Zij drongen met klem aan op splitsing van het aangevraagde bedrag in een zeker aantal rubrieken van uitgaaf, opdat allengs weder eenige controle op de besteding van de ongewoon groote som men, die thans door het departement van Oorlog worden uitgegeven en vermoedelijk nog geruimen tijd zullen uitgegeven wor den, kunne intreden. Een zoo gespecificeer de begrooting ais in gewone 'trjdea werd niet gevraagd, men begreep, dat daze Onder de huidige omstandigheden niet kan wor den opgemaakt. Maar togen het lijven vo- teeren "althans van een buitensporig groot bedrag in eens, met een omschrijving zoo ruim, dat feitelijk elke band "ten aanzien van de besteding ontbreekt, opperde men ernstige bedenking. Men sprak het ver trouwen uit, dat de minister alsnogaan deze bedenking zou willen tegemoet komen. ONTVLUCHTE KRIJGSGEVANGENEN. In Limburg zijn in de laatste dagen de volgende krijgsgevangenen over de grens gekomen: Bij Mook werden drie ontsnapte Russen aangetroffen en te Gennep kwamen drie Russen aan. Bij Gennep zijn ook twee uit eon Duitsch interneeringskamp ontvluchte Mcntenegrijn- scha burgergevangenen over de grens ge komen. Eén hunner, die vloeiend Duiissh sprak, vertelde o. m.. dat zich in hetzelfde kamp een Nederlander van 75 jaar be vindt, die hun gesmeekt had de Ne.lerland- sche autoriteiten van zijn aanwezigheid al daar in kennis te stollen, wat zij beloofd hadden to zullen doen. Nabij Melick zijn vjjf uit Duitsche krijgs gevangenschap ontvluchte Russen ever de grens gekomen. Te Kessel zjjn zeven ontvluchte Russi sche krijgsgevangenen over do grens ge komen, te Vlodrop vier en te Tegelen twee. Te Venlo is een Fransche krijgsgevangene over de grens gekomen. Hij was ran het 41ste regiment artillerie en werd gevan gengenomen bjj Maulieuge. Hij was ge vlucht uit het kamp te Munster. 's Avonds kwam er nog een Fransche krijgsgovangene over de grens, die tegelijk met bovengenoemden en nog twintig an. deren ontvlucht was. Later kwamen er nog twee Russen aan. Dezen hadden zich verstopt in jjzeren huw zen op een goederenwagen, de 1 atsten had den de reis van de plaats hunner tewerk, stolling, Oberhausen, te voet volbracht ia zes dagen. En weer een poos later pas. seerdon acht gevluchte Russen. Te Maastricht zijn in een paar dagen negen Russen naar de hoofdwacht geleid. Verder werden nog t'-vee te 0ir3bsek aan- getroffen en kwamen er drie over de grena bij Leus-Simpelveld. De marechaussees brachten-te Maastricht nog vijf Russen aan. Drie werden in Oud- Valkenburg opgevangen. Ze hadden in de' mijnen gewerkt en bewoorden niets anders te eten te hebban gehad als broei en soap. De twee anderen waren uit Warschau en wilden, nu Polen onder Duiischiand kwam, niet meer terug. Ze zijn bij- Brnussum over de grens gekomen. Gisteren zijn onder Groesbeok over de grens gekomen een Russisch officier (A. So lomon) en een reservist (A. P. Dobrowo- lez), die uit Duitschland zijn ontvlucht Gisterochtend kwamen te Did un aan twe© Serviërs, die uit DuLsche krijgsgevangen schap hadden weten te ontsnappen. Zij kwa men nabjj Stokkum over de grens en toon den zich zeer verheugd, "toen zrj ontdekten, dat zij in ons land waren. Te Winterswijk kwamen twee Fransche krijgsgevangenen aan, die Vrijdagavond uit Hieltrüp, waar ze in een verffibrlek waren, kans zagon te ontvluchten. Twoe uit Frieirichs'ekl ontsnapte Russen kwamen -te Doetinchem aan en een Engel- scho en een Canadeasche krijgsgevangene arriveerden te Haaksbergen. Te Hengelo zijn vier Polen aange komen, die over de grens wisten te komen. Tot voor enkele dagen hadden zo in do kolenmijnen der Rijnprovincie gewerkt. N u z© soldaat moesten worden, nar men ze de vluoht. WAGENS VISCH AANGEHOUDEN. Een Poolsche vischhandciaar, die tijde lijk te Heerenveen woont en geregeld zaet- watervisck naar Polen vtrzendt, kreeg heden fcerichL fiat 14 Wagens visch, voor Polen bestemd* door de Duitsche douanen zijn aan. gehouden. WEESHUIS VOOR BELGISCHE OOR LOGSWEEZEN. Sedert geruimen tijd bestaan hier te Ian, de plannen om gelden bijeen te brengen voor het bouwen van een Noderlandrch pa viljoen in een door koningin Elisabeth van België te stichten weeshuis voor Belgische oorlogswees en. De ontzettende watersnood ia Januari, j.i., die den' onmiddeüijken en krachtdadige© steun van alle Nederlanders vereischte, heeft deze plannen tijdelijk op d©n achtergrond gedrongen, doch eerstdaags zal door het voorloopig comité, dat zich tot het bovenver melde dool heeft gevormd, een vergadering worden -gehouden, ten einde met spoed de be gonnen werkzaamheden voort te zeLti-n. Het voorloopig comité meldt nog, dat ook Ame rika en andere landen zich de stichting van een paviljoen in genoemd weeshuis ten doe,' stellen, waarvoor uit de betrokken landen reeds belangrijke giften zjjn ontvangen er het vertrouwt, dat ook Nolerknd niet ral achterblijven om door de stichting van een Nederlandsch paviljoen blijk to geven van zjjn groote sympathie met het door koningin Elisabeth opgevatte plan. PAKKETTEN NAAR DUITSCHLAND. Het Duitsche gezantschap te 's-Graven- hage deelt het volgend© mede: Het Duitsche legerbestuur heeft zich ven eenigd mot de blijvende toelating van da tot dusver reeds toegestane verzending van gewone pakketten tot een gewicht van L kilogram uit het onajjdige buitenland nau tot het Duitsche veldleger behoorende, of daaraan toebedeelde personen. Voor het verkeer gelden do verzending» voorwaarden, in 't bijzonder de regelen vooi het internationale postpakketten-verdrag en het postpakketten tarief. De pakketten moe ten buitendien, wat uiterlrjkon vorm en iu- Roman naar hot Duitsch. DOOR HERMINE VILLINGER. 7) Daar zjj echter iets waarnam op het ge acht van haar moeder, dat ook haar niet feheel pluis scheen, ontwaakte zij plotse- ng uit haar apathischen toestand cn vroeg: „Mademoiselle, hebben de kinderen genoeg vleesch gehad?" „Maar Mama," antwoordde Belhamel in plaats van de Frangaise, ,,u weet toch wel, dat we nooit gebraden vleesch krijgen, om dat er anders niet genoeg i3." Grootmama kreeg ineens een bostel^ke tooneelboestbui, terwijl de baron Mademoi selle een lesje g3f: „Een kind hoort aan tafel niet te prateu," aei hij. „B$ mijn ouders mochten wij nooit een mond opendoen, als ons niets gevraagd werd, mijn susje en ik „Dat kau men nog wel ïnerken," dacht mevrouw Grossi. „Mijn vrouw is te 23wak", ging de baron voort, „om zich den heelen dag met de kin deren to kunnen bezighouden. Daardoor ont aarden 2iij." „Alice zuchtte: ,?Ik weet niet hoe dat komt, ik kom nooit klaar „Ik weet het wel, Mama," riep de kleine Onnut uit, „omdat u nooit uw klosje garen kunt vinden, daar komt het van En zij sloeg de oogen zegepralend, tnaaa? &et een uitdrukking" van onwrikbare be wondering op tot haar schoone moeder, die een vuurroode kleur kroeg. Beljhaimols ocigon drukten wat anders uit. In baar tot nu toe zoo kinderlijk vertrou wend hart was door Grootmaam'a leugen plotseling twijfel gerezen aan die volmaakt heid dle<r vodw-aeson menschen. En diezo twij fel nam in eon oogiwenk een merkwaardige afmeting aan. Die twijfel word een licht, dat de moest verborgen hoekon, waarin nog nooit oen lichtstraaltje was doorgedrongen, plotseling met eon holder licht overgoot. Had Mama eigenlijk ooat iets uitgevoerd? Als zij aucihtend iu de kinde-rkamor kwam om een zekor aantal klecdlingsbukken te ha len, worden al die dingen daai niet op een goeden dag door Mademoiselle terugge haald en opgeknapt, daar er nog niets aan gedatoji was? Of als Mademoiselle Mama in dó kindetrkaimer liet blijven en haar het versloten Linnengoed liet zien on van nood zakelijke inkoopon sprak, hiekl Mama dan niet de handen voor de ooren of barstte zij niet in tranen uit met de woorden„O Mademoiselle, lieve Mademoiselle, wtilb u oven aan Grootmama sabrijven En dan kwam er op een dag ©en groot pak met kousen on schoenen en nieuw lin nengoed on bovenop prijkte de zak vol heer lijke óbocokadebonbo-ns. Die zak lekkers was voor de kinderen bij allo mogelijke bezon- c'Cngen steeds hot voornaamste geweest; over het nut van al die and'ero dingen bra ken ze hun hoofd ndefc. Eed zuchtje ontsnapte aan Belhamels lip pen. Achtor het schoon gewelfdo voorhoofd van het elfjarig meisje had' in alle stailto een zware inspanning v-an gedachten plaats. Zij begreep plotseling, dat er nog andere din gen op de wereld zijn dan zakken vol lek kernijen er waren ook bittere, troebele cT.ngen, die verbaaend op de zaal drukten en niet onder woorden te brengen waren. '.a Middags moest Grootmama met d'e kin deren naar den buroht. Zij verhieven zich achter den tuiin, op bosobrijke heuvels, de overblijfselen van den ouden faimilieburcht van heb geslacht van en tob Reebaoh. JEen stedilo, ongemakkelijke weg voerde naar die smalle hoogvlakte. O, die wegl Grootma-* ma legde hom telkens af onder verborgen zuchten, wamt noch haar voeten, noch haar laarsjes waren op moeilijke weigen bere kend. Maar den kinderen een pledzierbje bederven 1 Grootmama liet zich dan maar voortslepen, rechts en links door haar kleindochters gesteund. Yam achteren duw de Mademoiselle. Daar bcaven in don famildeburoht bevond zich een merkwaardig vertrek met zware muren en een eveu zwaren zoldering. „Het Zwaluwnest" noemden de kinderen dfit toe vluchtsoord, waar weer en wind tot nu toe geen vat op schenen te hebben. Een girovo tafel stond midden in en daaromheen eon aantal gladgeschaafde boomstompen. Alles door do kinderen met de hulp van den meester Teoht en slecht in •elkaar getimmerd. Een hoog, geheel en ad met wildon wingerd begroeid venster zag uit op heb westen. Do groene takjes kro pen naar binnen en hechtten zich vast aan den zolder en de muren. Vogels en vleer muizen bouwden hun nest in de groene om lijsting. In den herfst was de wingerd schit terend rood. De kinderen genoten altijd weer van het heerl ij ke uitzicht uit hun toren venster zij kenden ieder en berg en ieder dorp, dat te zien was, en zij wilden maar niet begrijpen', dat Grootmama's oogen den Straatsburger dam niet konden onderscheiden, die zich als c-en donkore streep verhief op do lachte Rijnvlakte. „Bij zonsondergang lean men heel goed in den hemel kijken," beweerde Onnut; „eens héb ik zelfs ëen 'engeltje gcz'en. Het had gouden laarsjes aan en eon scM iter enden appel in do hand. Het was prach'.ig mooi, toon het de groote, gouden zonnetrap afdaalde." Het kleine ding koek een beetje angstig naar Belhamel, die haar anders altijd de mooiste verhaaltjes bedierf met haar: „Och, daar is niets"* van waar." Maar Belhamel had er dezen keer niefc eens naar geluisterd. Zjj hing aan Groot mama's arm, toen deze zich haastte die modderige plek te verlaten. „Grootmama," zei ze, „ik weet ook een verhaal, maar het is echt gebeuld. De bak ker, die aan de beek woont, heeft zeven jonge eendjes, nog heel klein, met gele veertjes. Ik heb er een heelen tijd naar ge keken nu eens loopen zo hals-over-kop de beek in, dan plotseling den stal in of dè weiop geen ogenblik hebben zrj- rust. Telkens verliezen zij elkaar en piepen en jammeren, totdat zij elkaar weer alle maal gevonden hebben. De bakker heeft gezegd: „Ze hebben ook geen moeder, nou wete de Öierke3 niet waar ze thuus hoore, nou loopo ze maar heen en weer en ze zoeke, ze zoeke Onnut keek haar zuster met gespannen aandacht aan. Haar hartje klopte tot a-an haar keel toe, terwql haa> heel znchtjis: „Wat zoeken ze dan?" over de lippen kwam. „Grootmama," zei Belhamel op gekeiin- zinnigen toon, „toen heb ik opeens begre pen ons gaat bet precies zóó als de arme eendjes wij loopen pok maar in 't wilde rona en weten niet waar wij b$ hooren „Maar, kind," riep Grootmama ton hoogste verbaasd, „boe kom je er bjj jullie hebt toch jo ouder3 „Ja, aan den anderen kant van de gang/' kreeg zij ten antwoord. Grootmama keerde zich haastig, bjj-na; heftig, om. Dit gebeurde op een plek van de hoog vlakte, waar het losse gesteente plotseling steil en hellend naar de diepte voerde. Grootmama verloor haar evenwicht, en viel op do knieën. Zrj zou zonder twijfel naar beneden gegledeu zijn, als Belhamel, aan wier arm zij zich vasthield, niet z o stevig op haar beenen gestaan had. Ei M d m< i- selle was er ook reeds bij. Met ijzeren greep pakte z<j haar ge'.ieï Ma/lame bij de rokken vast en kni^de ze1: 01 den grond zonder op eigen gevaar te letten. Do kinderen gilden luid. 0 nu. rend'3 ala een bezetene weg. Grootmama, die bjj het vallen doodsbleek geworden was, stond een oogenbiik d a:na met de hulp van MaJein iselle eu de kin deren -weer overeind. Zij haaldo diep adem. Fen blik in de diepte zei 'liaar, dat het gevaar groot was geweest. Plotseling over toog een rcod9 kleur het zooeven nog zoo bleeke gezicht der .vrouw* Zy spreidde de arrüen uit. „Goldne Sonne, leihe mir. Die schönste Strahlen, lege sio zum Dank, Yor Jovis Tliron „Kionder, kiender, 't was bijna met mij 'daan 'weest. Ach, och, wat is het leve toch schoon nog eens zoo schoon, wan neer het niet veel gesoheeld heeft of het was 'daan." (Wordt v.ervolgdi*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1916 | | pagina 5