Nederland en de Mog.
No. 17463.
LEEDSCH DAGBLAD, Dinsdag 21 November.
Tweede Blad.
Anno 1916.
ingezonden.
FEUiLLETON.
Ons slot üeelbach.
Het Pruisische Huis van Afgevaardig
den over het Poolsche vraagstuk.
x
Het Pruisische Huis van Afgevaardigden,
heeft gisteren beraadslaagd over liet voor
stel van de conservatieven, vrij-conservaüfi-
ven en nationaal-liberalen, in verband met
de aelfstandigverklaring van Polen. Het
luidt: „Het Huis van Afgevaardigden spreekt
de stellige verwachting uit, dat bij do de
finitieve regeling van zaken in den zijn cul
tureels en nationale aangelegenheden vrjj
behartigenden nieuwen staat, do militaire,
oeconomische en algemeen politieke belan
gen van Duitschland in het koninkrijk Polen
voor goed en doeltreffend verzekerd zullen
worden; Het Huis van Afgevaardigden ver
klaart echter reeds thans, dat geen regeling
van do toestanden, die dc binnenlandsche
politiek in de Duitscke Oostmark betreffen,
mogelijk is, welke het Duitsche karakter van
de met den Pruisischon staat onverbreek
baar verbonden en door het bestaan en
de machtspositie van Pruisen cn Duitsch
land onmisbare Oostelijke provincies op eeni-
gerlei wijze in gevaar zou kunnen brengen."
Minister Loebell stelde d.ra. op den voor
grond dat het geheele Huis, niet ter zijde
stelling van alle bedenkingen, zich plaatst
op den grondslag der feiten, waaraan het.
manifest van de twee keizers het aanzijn
heeft gegeven. Natuurlijk draagt de regee
ring haar deel van de verantwoordelijkheid
voor dezen stap van wereldhistorische be-
teekenis; zij vertrouwt en verwacht, dat
die s tap voor het heden en voor de toekomst
het Duitsche Rijk ten goede zal komen.
Doordat de staat, Po'.en zoo nauw mogelijk
met het Duitsche Rijk en de Oostenrijksch-
Hongaarsche monarchie wordt verbonden,
hopen wij stellig, dat de veiligheid ea de
wachtspositie van het Duitsche rijk tegen
het Oosten voorgoed is verzekerd.
Dc minister verklaarde niet in bijzonder
heden van do algemeene politiek te zullen
treden, doch legde er den nadruk op, dat
het staatsministerie vóór de afkondiging van
het manifest aan de beraadslaging daarom
trent behoorlijk heeft deelgenomen en bij
■verdere beraads'aging over deze aangele
genheid de Pruisische staatsbelangen in elk
opzicht zal behartigen. Het spreekt vanzelf,
dat voor Pruisen elke duimbreed gronds
van zijn grensmarken, -die zich in jarenlan-
gen moeilijken," doch vruchtbaren bestuurs-
arbeid tot hoogen bloei en beschaving heb
ben ontwikkeld, heilig en onvervreemdbaar
is. (Toej.)
Na deze rede, die door een deel der af
gevaardigden werd toegejuicht, volgde debat.
Pachniche (vrijzinnig): De voorstellers heb
ben tot dusver een politiek gevolgd, die wel
iswaar oeconomischen vooruitgang in het
Oosten heeft opgeleverd, maar den terugslag
op de buiteniandsche betrekkingen niet in
aanmerking nam. Het verbod van neder
zetting, de taalvoorschriften, de onteigening,
hebben alle tot vervreemding meegewerkt
en zijn nu onhoudbaar. Er is dringend be
hoefte aan een verzoenende politiek.
Het voorstel schijnt ons geen geschikt
middel voor het treffen van een vergelijk en
daarom zullen wjj er tegen stemmen.
Sheczynski (Pool): Thans wordt voor al
tijd over het lot van het Poolsche volk, zoo
mede de verhouding van dit Ivolk tot het Duit
sche beslist. In weerwil van de afscheiding in
staatkundig onderscheiden bestanddeelon,
heeft 't Poolsche volk nimmer zijn gevoel van
nationale saamhoorigheid verloren, 't Voerde
zworen strijd, voor zijn nationale vrijheid en
voor erkenning van zijn internationale be-
teekenis.
Het Poolsche vraagstuk i3 thans een stap
verder gekomen. De noodzakelijkheid daar
van is niet alleen een plicht der rechtvaar
digheid, doch ze is tevens gegrond op het in
ternationale belang, als algemeene waarborg
VGor den viede. Het manifest der twee kei
zers schenkt ons voldoening, daar het is
ontstaan uit het besef der noodzakelijkheid
en van het recht.
Friedberg (nat. lib.): De Polen hadden d©
uitroeping van het koninkrijk Polen, die den
droom hunner vaderen in vervuling doet
gaan, meer moeten waardeuren. Mijn partij
is verheugd over de verklaring van den mi
nister en hoopt dat het Poolsche volk, aan
deze en aan gene zijde van onze grens ons
gerechtigheid zal laten wedervaren.
Herold (centrum) zegt, dat uit het debat
blijkt, dat ze nu juist geen nut zal stichten.
De scherpe Polen-politiek was voor den Prui-
sischen staat niet heilzaam. Men heeft steeds
verlangd, dat de Polen in hun pers elke ge
dachte aan afscheiding van Pruisen zouden
opgeven.
Wanneer de Polen nu aan de zjjde van
Duitschland zullen hebben gestreden, kan
men stellig verwachten dat zij zich ook de
bondgenooten van het Duitsche Rijk zuilen
voelen, Spr. deelt niet de vroes, die ten
aanzien der in 't Poolsch gestelde bladen
is geuit en verwacht dat deze zich ten
eenmalo Pruisisch zal voelen. Wij moeten
onze Polenpolitiek zoo voeren, dat een vreed
zaam samenleven met de Polen mogelijk
is. Daarom hebben wij gewenscht dat het
voorstel niet ware ingediend.
Strobel (soc.): De uitroeping van een zoo
genaamd onafhankelijk Polen, over het hoofd
der Duitsche volksvcrtegenwcor.'i ,ing heen,
ls een daad van alleenheerschappij. Ook wij
zijn voor do bevrijding van Polen, doch voor
een zelfbevrijding zonder vreemde hulp. Men
wil de Polen vast in toom houden. Zulk
eon bevrijding beteckent niets anders dan
een inlijving. De Polen vreezen, dat Jolen
slechts een wingewest van Pruisen en Duitsch
land zal worden en dat bun nieuwe leger de
gapingen in ons leger zal moeten vullen. D©
oorlog noemt door deze proclamatie toe aan
scherpte, aan duur, aan onrust. Wij wen-
schen vrede, doch niet het opwerpen van
nieuwe stof tot strijd.
Minister Löbel: Ik zou mij vernederen
door den vorigen spreker ook maar met een
enkel woord te beantwoorden (levendig© in
stemming). Het is diep beschamend dat over
zulk een vraagstuk in zulk een parlement
zulke redevoeringen worden gehouden (be
weging bij deaoc.-democraten). Het Duitsche
volk zal zich tegen zulke uitingen verzetten
(nieuwe instemming). Ik stel dit vast, opdat
zulke redevoeringen, die slechts, de zaak van
het buitenland dienen (instemming), niet zon
der protest do wereld ingaan (levendige toe
juichingen).
Bij hoofdelijke stemming wordt het voor
stel met 180 tegen 104 stemmen (die van
het centrum, de Polen,, vrijzinnigen, sociaal
democraten en Denen) en 3 blanco, aange
nomen.
De Toekomst vnn Leiden.
Geachte Redactie.
Vergun mij naar aanleiding van bovenge
noemd onderwerp in Uw blad van Zaterdag
j.i. do volgende ruimte.
Ik neem aan, dat het schrijven van don
heer W. van Rossum du Chattel bij velen
instemming gevonden heeft; ofschoon de
daarin genoemdo misstanden bij 't gemeen
tebestuur wel al te zeer bekend, en del
verbeberings- en uitbreidingsplannen reeds
meermalen overwogen zullen zijn, hoop ik,
als Oud-Lcidenaar, dat genoemd schrijven
het Gemeentebestuur tob een spoedig en
energiek ingrijpen zal leiden.
Bij a.l deze plannen, om Leiden tot oen
aangename, groote stad te maken, zou het
zeer aanbevelenswaardig zijn, eens eenige
kleinere schadelijke en ondragelijke mis
standen tegen te gaan.
Ik wil een paar der vele ongerieven op
noemen.
Als mep als vreemdeling of als buiten
lander onze oude Sleutelstad bezoekt, moet
ieder de smerigo en iotwat onbetrouwbare
verschijning der dienstmannen aan het sta
tion opvallen.
Kan do Gemeente niet daarvoor zorgen,
dat dio lieden behoorlijk gekleed gaan
Laten zij, volgens gemeente-voorschrift, bijv.
een langen blauwen Idel met dienstpet dra
gen deze kleine onkosten zouden hun zon
der twijfel- veel meer vortrouwen en daar
door meer verdiensten verschaffendenk
aan het spreekwoorddc kleeren maken
den man.
Bij het doorwandelen der stad stoot men
zich dikwijls aan de vele slecht en onge-
veegeto stralen. Een groote ploeg straatve
gers, die meerdere malen per dag decolfdo
straten moesten schoonhouden, zouden daar
in een verandoring kunnen brengen.
Hoe zien de urinoirs or uit 1 Men veraf
schuwt het gedeelte der straat, waar zoo'n
ding is geplaatst. Groote re, reukvrije, over
dekte inrichtingen verdienen wel een plaats
je op do Gemeente-begrooting.
Men pleegt gaarne over de z.g.n. Holland-
sche zindelijkheid te roemen, doqh in werke
lijkheid laat dat, helaas, voel te wenschen
over, en zijn Hollandsche steden met vele
buiteniandsche steden op het gebied van
zindelijkheid en hygiëne nog veel ten achter.
Wanneer men 's avonds over do Haarlem
merstraat loopt, kan men van geluk spre
ken, niet met een of ander vuil bevlekt te
worden. Niet alleen de Leidsche straatjeugd
doch ook jonge mannen vinden schijnbaar
vermaak de voorbijgangers met allerlei vuil
te werpen, en liederlijke taal te uiten. En
strengere, met vele in civiel gekleede poli
tie zou ook daarin wellicht verandering
kunnon brengon,
Zoo zijn er nog vele andere ongerieven
meer, die Leiden tegen zouden houden voor
de ontwikkelng eener aangename woon- en
grooto stad, dooli denkende aan het spreek
woord Keulen en Aken-zijn niet Op 66n dag
gebouwd, koop ik, dat vele kleine misstan
den en ongerieven, die met kleine uitgaven
bestreden kunnen worden, spoedig zullen
verdwijnen.
Met dank voor de plaatsing
Hoogachtend,
G. J. H.
Lisse, 19 Nov. 1916.
OÏT ONZE STAD.
STEUNCOMITÉ LEIDEN.
Oorlogstoestand 1914.
In de afgeloopen week meld-
desn ziöh om steun aan. 2 pers.
Maakt met het totaal der
vorige week ad. 2876
2878 pers.
Hiervan werden direct afge
wezen 322 tr
Tot 18 Nov. waren behandeld 2554
Thans worden ondersteund 40 personen.
LEÜ>SCHE DESTUURDERSBöND.
Opgave vaai cLe week van 6 tot 11 Now. 1Ö16
Toflfe] ledental 2403,
Werklooze leden 10
Aantal kinderen be
neden do 16 jaar... 8
Loonv6nli«3 per week f 128,40
Vors. v. d. patroon f, f-.-
Verg. v. Steunoomitó
TJitk. Werkloozcnkas 11.—
11.—
Loouyoriie3 por vreok —f 117.40
Gedeeltelijk werklooze
loden 67
Aantal minder werk
uren per week 1148
Aantal kinderen be
den do 16 jaar 148
Loonverlies per week f 273,-?
Terg. t. d. patroon f, r-.~
Yerg. v. Steuncomité tl
TJitk. Workloozenkaa i
Loonverlies per week 273.—
Aantal onder de
wapenen 302*)
Aantal kinderen bo
neden do 16 Jaar 131
Loonverlies por wc>ok f 3375-475
Vorg. v. d. patroon f 136.18®
Vorg. van' heb Rijk 754.09
Verg. v. Steuncomité
940.27®
Loonverlies per week f 243A20
Totaal loonverlies, waarbij betrokken
379 leden f SS25.00
Dit getft. wordt gevormd doori
Gehuwden en - kostwinners welke vergom
ding ontvangen 104
Workzaam bij Gemeento, Rijk en 8poor«
wegmaatschappij 19
Ongehuwden. welke geen loon 6r geen"
vergoeding ontvangen179
Totaal 302
DIT ONS LAND.
BUITENGEWOON 00RL0GSCRED1ET 1916.
Blijkens het afdeelingsverslag verklaarden
verscheidene leden ernstig bezwaar te heb
ben tegen de wijze, waarop de regeering
bij voortduring de credieten blijft aanvra
gen, noodig om in de door de buitenge
wone omstandigheden ontstane behoeften te
voorzien. Dat men in den aanvang niet an
ders kon doen dan een willekeurig totaal be
drag aanvragen, gaf men gereedeljjk toe.
Maar thans, in het derde jaar der mobili
satie, behoort het departement in staat
ta zijn do groote rubriek der benoodigde
uitgaven bij benadering te ramen.
Zooals het nu sinds eenige jaren gaat,
geeft het departemeat van Oorlog sommen
uit, die allengs in de honderden miliioenen
loopen en ten aanzien waarvan ieiere con
trole behalve die tegen fraudo ten
«enenmale ontbreekt. Ncch de volksverte
genwoordiging, noch de Rekenkamer, noch
zelfs de minister van Finauoiën, is in staat,
de militaire crisis-uitgaven binnen eenige
perken te houden of zich rekenschap te ge
ven, dat de kosten niet bovenmate worden
opgedreven. Beschikt het departement van
Oorlog eenmaal over ©en crediet van ette
lijke tientallen van millioenen met een zo©
ruime omschrijving als die van art. 182
der Oorlogsbegro-" ting, dan is elke prikkel
om zich tot het werkelijk noodzakelijk© te
beperken en om met hot bestede geld het
maximum nuttig effect t© bereiken, verval
len. Alle diensten van het leger putten dan
naar hartelust uit de schatkist, wel weten-
do, dat geen autoriteit in Nederland in
staat is op de besteding van de gelden
binnen do grenzen van den éênen jeus-
achtigen begrootiagspost toe te zien.
En mocht de minister meenen, dat hij
zelf tegen geldverspilling kan waken, en
ook inderdaad waakt, dan geeft hjj -zich
aan een illusie over. Zijn vele beslomme
ringen op heb uitgebreide gebied van 's lands
defensie, maken hem dat onmogelijk.
Deze leden meenden on do Commissie
ïan Rapporteurs oordeelt het gewenscht ta
doen blijken, dat zij het hiermede geheel
eens is dat deze toestand niet langer
kan voortduren. Zij drongen met klem aan
op splitsing van het aangevraagde bedrag
in een zeker aantal rubrieken van uitgaaf,
opdat allengs weder eenige controle op de
besteding van de ongewoon groote som
men, die thans door het departement van
Oorlog worden uitgegeven en vermoedelijk
nog geruimen tijd zullen uitgegeven wor
den, kunne intreden. Een zoo gespecificeer
de begrooting ais in gewone 'trjdea werd
niet gevraagd, men begreep, dat daze Onder
de huidige omstandigheden niet kan wor
den opgemaakt. Maar togen het lijven vo-
teeren "althans van een buitensporig groot
bedrag in eens, met een omschrijving zoo
ruim, dat feitelijk elke band "ten aanzien
van de besteding ontbreekt, opperde men
ernstige bedenking. Men sprak het ver
trouwen uit, dat de minister alsnogaan
deze bedenking zou willen tegemoet komen.
ONTVLUCHTE KRIJGSGEVANGENEN.
In Limburg zijn in de laatste dagen de
volgende krijgsgevangenen over de grens
gekomen:
Bij Mook werden drie ontsnapte Russen
aangetroffen en te Gennep kwamen drie
Russen aan.
Bij Gennep zijn ook twee uit eon Duitsch
interneeringskamp ontvluchte Mcntenegrijn-
scha burgergevangenen over de grens ge
komen. Eén hunner, die vloeiend Duiissh
sprak, vertelde o. m.. dat zich in hetzelfde
kamp een Nederlander van 75 jaar be
vindt, die hun gesmeekt had de Ne.lerland-
sche autoriteiten van zijn aanwezigheid al
daar in kennis te stollen, wat zij beloofd
hadden to zullen doen.
Nabij Melick zijn vjjf uit Duitsche krijgs
gevangenschap ontvluchte Russen ever de
grens gekomen.
Te Kessel zjjn zeven ontvluchte Russi
sche krijgsgevangenen over do grens ge
komen, te Vlodrop vier en te Tegelen twee.
Te Venlo is een Fransche krijgsgevangene
over de grens gekomen. Hij was ran het
41ste regiment artillerie en werd gevan
gengenomen bjj Maulieuge. Hij was ge
vlucht uit het kamp te Munster.
's Avonds kwam er nog een Fransche
krijgsgovangene over de grens, die tegelijk
met bovengenoemden en nog twintig an.
deren ontvlucht was.
Later kwamen er nog twee Russen aan.
Dezen hadden zich verstopt in jjzeren huw
zen op een goederenwagen, de 1 atsten had
den de reis van de plaats hunner tewerk,
stolling, Oberhausen, te voet volbracht ia
zes dagen. En weer een poos later pas.
seerdon acht gevluchte Russen.
Te Maastricht zijn in een paar dagen
negen Russen naar de hoofdwacht geleid.
Verder werden nog t'-vee te 0ir3bsek aan-
getroffen en kwamen er drie over de grena
bij Leus-Simpelveld.
De marechaussees brachten-te Maastricht
nog vijf Russen aan. Drie werden in Oud-
Valkenburg opgevangen. Ze hadden in de'
mijnen gewerkt en bewoorden niets anders
te eten te hebban gehad als broei en soap.
De twee anderen waren uit Warschau en
wilden, nu Polen onder Duiischiand kwam,
niet meer terug. Ze zijn bij- Brnussum over
de grens gekomen.
Gisteren zijn onder Groesbeok over de
grens gekomen een Russisch officier (A. So
lomon) en een reservist (A. P. Dobrowo-
lez), die uit Duitschland zijn ontvlucht
Gisterochtend kwamen te Did un aan twe©
Serviërs, die uit DuLsche krijgsgevangen
schap hadden weten te ontsnappen. Zij kwa
men nabjj Stokkum over de grens en toon
den zich zeer verheugd, "toen zrj ontdekten,
dat zij in ons land waren.
Te Winterswijk kwamen twee Fransche
krijgsgevangenen aan, die Vrijdagavond uit
Hieltrüp, waar ze in een verffibrlek waren,
kans zagon te ontvluchten.
Twoe uit Frieirichs'ekl ontsnapte Russen
kwamen -te Doetinchem aan en een Engel-
scho en een Canadeasche krijgsgevangene
arriveerden te Haaksbergen.
Te Hengelo zijn vier Polen aange
komen, die over de grens wisten te komen.
Tot voor enkele dagen hadden zo in do
kolenmijnen der Rijnprovincie gewerkt. N u
z© soldaat moesten worden, nar
men ze de vluoht.
WAGENS VISCH AANGEHOUDEN.
Een Poolsche vischhandciaar, die tijde
lijk te Heerenveen woont en geregeld zaet-
watervisck naar Polen vtrzendt, kreeg heden
fcerichL fiat 14 Wagens visch, voor Polen
bestemd* door de Duitsche douanen zijn aan.
gehouden.
WEESHUIS VOOR BELGISCHE OOR
LOGSWEEZEN.
Sedert geruimen tijd bestaan hier te Ian,
de plannen om gelden bijeen te brengen
voor het bouwen van een Noderlandrch pa
viljoen in een door koningin Elisabeth van
België te stichten weeshuis voor Belgische
oorlogswees en.
De ontzettende watersnood ia Januari, j.i.,
die den' onmiddeüijken en krachtdadige©
steun van alle Nederlanders vereischte, heeft
deze plannen tijdelijk op d©n achtergrond
gedrongen, doch eerstdaags zal door het
voorloopig comité, dat zich tot het bovenver
melde dool heeft gevormd, een vergadering
worden -gehouden, ten einde met spoed de be
gonnen werkzaamheden voort te zeLti-n. Het
voorloopig comité meldt nog, dat ook Ame
rika en andere landen zich de stichting van
een paviljoen in genoemd weeshuis ten doe,'
stellen, waarvoor uit de betrokken landen
reeds belangrijke giften zjjn ontvangen er
het vertrouwt, dat ook Nolerknd niet ral
achterblijven om door de stichting van een
Nederlandsch paviljoen blijk to geven van
zjjn groote sympathie met het door koningin
Elisabeth opgevatte plan.
PAKKETTEN NAAR DUITSCHLAND.
Het Duitsche gezantschap te 's-Graven-
hage deelt het volgend© mede:
Het Duitsche legerbestuur heeft zich ven
eenigd mot de blijvende toelating van da
tot dusver reeds toegestane verzending van
gewone pakketten tot een gewicht van L
kilogram uit het onajjdige buitenland nau
tot het Duitsche veldleger behoorende, of
daaraan toebedeelde personen.
Voor het verkeer gelden do verzending»
voorwaarden, in 't bijzonder de regelen vooi
het internationale postpakketten-verdrag en
het postpakketten tarief. De pakketten moe
ten buitendien, wat uiterlrjkon vorm en iu-
Roman naar hot Duitsch.
DOOR
HERMINE VILLINGER.
7)
Daar zjj echter iets waarnam op het ge
acht van haar moeder, dat ook haar niet
feheel pluis scheen, ontwaakte zij plotse-
ng uit haar apathischen toestand cn vroeg:
„Mademoiselle, hebben de kinderen genoeg
vleesch gehad?"
„Maar Mama," antwoordde Belhamel in
plaats van de Frangaise, ,,u weet toch wel,
dat we nooit gebraden vleesch krijgen, om
dat er anders niet genoeg i3."
Grootmama kreeg ineens een bostel^ke
tooneelboestbui, terwijl de baron Mademoi
selle een lesje g3f: „Een kind hoort aan tafel
niet te prateu," aei hij. „B$ mijn ouders
mochten wij nooit een mond opendoen, als
ons niets gevraagd werd, mijn susje en
ik
„Dat kau men nog wel ïnerken," dacht
mevrouw Grossi.
„Mijn vrouw is te 23wak", ging de baron
voort, „om zich den heelen dag met de kin
deren to kunnen bezighouden. Daardoor ont
aarden 2iij."
„Alice zuchtte: ,?Ik weet niet hoe dat
komt, ik kom nooit klaar
„Ik weet het wel, Mama," riep de kleine
Onnut uit, „omdat u nooit uw klosje garen
kunt vinden, daar komt het van
En zij sloeg de oogen zegepralend, tnaaa?
&et een uitdrukking" van onwrikbare be
wondering op tot haar schoone moeder, die
een vuurroode kleur kroeg.
Beljhaimols ocigon drukten wat anders uit.
In baar tot nu toe zoo kinderlijk vertrou
wend hart was door Grootmaam'a leugen
plotseling twijfel gerezen aan die volmaakt
heid dle<r vodw-aeson menschen. En diezo twij
fel nam in eon oogiwenk een merkwaardige
afmeting aan. Die twijfel word een licht,
dat de moest verborgen hoekon, waarin nog
nooit oen lichtstraaltje was doorgedrongen,
plotseling met eon holder licht overgoot.
Had Mama eigenlijk ooat iets uitgevoerd?
Als zij aucihtend iu de kinde-rkamor kwam
om een zekor aantal klecdlingsbukken te ha
len, worden al die dingen daai niet op een
goeden dag door Mademoiselle terugge
haald en opgeknapt, daar er nog niets aan
gedatoji was? Of als Mademoiselle Mama in
dó kindetrkaimer liet blijven en haar het
versloten Linnengoed liet zien on van nood
zakelijke inkoopon sprak, hiekl Mama dan
niet de handen voor de ooren of barstte zij
niet in tranen uit met de woorden„O
Mademoiselle, lieve Mademoiselle, wtilb u
oven aan Grootmama sabrijven
En dan kwam er op een dag ©en groot
pak met kousen on schoenen en nieuw lin
nengoed on bovenop prijkte de zak vol heer
lijke óbocokadebonbo-ns. Die zak lekkers was
voor de kinderen bij allo mogelijke bezon-
c'Cngen steeds hot voornaamste geweest;
over het nut van al die and'ero dingen bra
ken ze hun hoofd ndefc.
Eed zuchtje ontsnapte aan Belhamels lip
pen. Achtor het schoon gewelfdo voorhoofd
van het elfjarig meisje had' in alle stailto een
zware inspanning v-an gedachten plaats. Zij
begreep plotseling, dat er nog andere din
gen op de wereld zijn dan zakken vol lek
kernijen er waren ook bittere, troebele
cT.ngen, die verbaaend op de zaal drukten en
niet onder woorden te brengen waren.
'.a Middags moest Grootmama met d'e kin
deren naar den buroht. Zij verhieven zich
achter den tuiin, op bosobrijke heuvels, de
overblijfselen van den ouden faimilieburcht
van heb geslacht van en tob Reebaoh. JEen
stedilo, ongemakkelijke weg voerde naar die
smalle hoogvlakte. O, die wegl Grootma-*
ma legde hom telkens af onder verborgen
zuchten, wamt noch haar voeten, noch haar
laarsjes waren op moeilijke weigen bere
kend. Maar den kinderen een pledzierbje
bederven 1 Grootmama liet zich dan maar
voortslepen, rechts en links door haar
kleindochters gesteund. Yam achteren duw
de Mademoiselle.
Daar bcaven in don famildeburoht bevond
zich een merkwaardig vertrek met zware
muren en een eveu zwaren zoldering. „Het
Zwaluwnest" noemden de kinderen dfit toe
vluchtsoord, waar weer en wind tot nu toe
geen vat op schenen te hebben.
Een girovo tafel stond midden in en
daaromheen eon aantal gladgeschaafde
boomstompen. Alles door do kinderen met
de hulp van den meester Teoht en slecht in
•elkaar getimmerd. Een hoog, geheel en ad
met wildon wingerd begroeid venster zag
uit op heb westen. Do groene takjes kro
pen naar binnen en hechtten zich vast aan
den zolder en de muren. Vogels en vleer
muizen bouwden hun nest in de groene om
lijsting. In den herfst was de wingerd schit
terend rood.
De kinderen genoten altijd weer van het
heerl ij ke uitzicht uit hun toren venster zij
kenden ieder en berg en ieder dorp, dat te
zien was, en zij wilden maar niet begrijpen',
dat Grootmama's oogen den Straatsburger
dam niet konden onderscheiden, die zich als
c-en donkore streep verhief op do lachte
Rijnvlakte.
„Bij zonsondergang lean men heel goed
in den hemel kijken," beweerde Onnut; „eens
héb ik zelfs ëen 'engeltje gcz'en. Het had
gouden laarsjes aan en eon scM iter enden
appel in do hand. Het was prach'.ig mooi,
toon het de groote, gouden zonnetrap
afdaalde."
Het kleine ding koek een beetje angstig
naar Belhamel, die haar anders altijd de
mooiste verhaaltjes bedierf met haar: „Och,
daar is niets"* van waar."
Maar Belhamel had er dezen keer niefc
eens naar geluisterd. Zjj hing aan Groot
mama's arm, toen deze zich haastte die
modderige plek te verlaten.
„Grootmama," zei ze, „ik weet ook een
verhaal, maar het is echt gebeuld. De bak
ker, die aan de beek woont, heeft zeven
jonge eendjes, nog heel klein, met gele
veertjes. Ik heb er een heelen tijd naar ge
keken nu eens loopen zo hals-over-kop
de beek in, dan plotseling den stal in of
dè weiop geen ogenblik hebben zrj-
rust. Telkens verliezen zij elkaar en piepen
en jammeren, totdat zij elkaar weer alle
maal gevonden hebben. De bakker heeft
gezegd: „Ze hebben ook geen moeder, nou
wete de Öierke3 niet waar ze thuus hoore,
nou loopo ze maar heen en weer en ze
zoeke, ze zoeke
Onnut keek haar zuster met gespannen
aandacht aan. Haar hartje klopte tot a-an
haar keel toe, terwql haa> heel znchtjis:
„Wat zoeken ze dan?" over de lippen kwam.
„Grootmama," zei Belhamel op gekeiin-
zinnigen toon, „toen heb ik opeens begre
pen ons gaat bet precies zóó als de
arme eendjes wij loopen pok maar in
't wilde rona en weten niet waar wij b$
hooren
„Maar, kind," riep Grootmama ton hoogste
verbaasd, „boe kom je er bjj jullie
hebt toch jo ouder3
„Ja, aan den anderen kant van de gang/'
kreeg zij ten antwoord.
Grootmama keerde zich haastig, bjj-na;
heftig, om.
Dit gebeurde op een plek van de hoog
vlakte, waar het losse gesteente plotseling
steil en hellend naar de diepte voerde.
Grootmama verloor haar evenwicht, en viel
op do knieën. Zrj zou zonder twijfel naar
beneden gegledeu zijn, als Belhamel, aan
wier arm zij zich vasthield, niet z o stevig
op haar beenen gestaan had. Ei M d m< i-
selle was er ook reeds bij. Met ijzeren
greep pakte z<j haar ge'.ieï Ma/lame bij
de rokken vast en kni^de ze1: 01 den grond
zonder op eigen gevaar te letten.
Do kinderen gilden luid. 0 nu. rend'3 ala
een bezetene weg.
Grootmama, die bjj het vallen doodsbleek
geworden was, stond een oogenbiik d a:na
met de hulp van MaJein iselle eu de kin
deren -weer overeind. Zij haaldo diep adem.
Fen blik in de diepte zei 'liaar, dat het
gevaar groot was geweest.
Plotseling over toog een rcod9 kleur het
zooeven nog zoo bleeke gezicht der .vrouw*
Zy spreidde de arrüen uit.
„Goldne Sonne, leihe mir.
Die schönste Strahlen, lege sio zum Dank,
Yor Jovis Tliron
„Kionder, kiender, 't was bijna met mij
'daan 'weest. Ach, och, wat is het leve
toch schoon nog eens zoo schoon, wan
neer het niet veel gesoheeld heeft of het
was 'daan."
(Wordt v.ervolgdi*