De Eurepeesslie Oorlog.
No. 17389.
LEIDSCH DAGBLAD Dondercfóg 3 November.
Tweede Blad. Anno 1916.
Staatsbegrooting 1917.
Gemengd Nieuws,
Tweede Kamer.
Algemeene Beschouwingen.
I I. 1 1 II
De bi nil en land 3 ciïêi
politiek.
Vele leden waren van meening, dat e'p
'ditmaal reden bestaat, van de gewoonte,
om bij de algemeene beschouwingen over
de Staatsbegrooting voor het jaar, waarin
de algemeene verkiezingen zullen plaats
vinden, de politieke balans van het zittend
ministerie op te maften, af te wijken, om-
öa't de aanstaande verkiezingen zuilen wor
den beheerscht door de Grondwetsvoorstel
len, zoowel wanneer die voorstellen in de
loopende zitting in eerste lezing; worden aan
genomen, als wanneer zij verworpen of niet
afgedaan worden. Ook werd aangevoerd,
dat het oogenblik om aan het staatkundig
leven verdere leiding te geven, eerst zal
aanbreken, wanneer, na aanneming der
Grondwetsherziening, nieuwe verkiezingen
op den grondslag der gewijzigde Grondwet
worden gehouden.
Algemeen werd de buitenlandsche politiek
der regeering geprezen. Men waardeerde het
ten zeerste, dat zij tegenover de oorlog
voerende mogendheden onze rechten en be
langen met kracht en waardigheid heeft
[Verdedigd.
Tegen het binnenlandsch beleid van het
kabinet werden verschillende grieven inge
bracht.
Eenige leden betoogden, dat het minis
terie zich wel heeft aangediend als een
extra-parlementair kabinet en, den indruk
heeft' willen vestigen, alsof het, steunende
op den volkswil een. onvindbare macht
naar eigen inzicht, vrij van parlementaire
Invloeden, het schip van staat bestuurt,
maar dat het in werkelijkheid zich gedraagt
naar de wenschen van de groep der lin
kerzijde, en meenden, dat na het uitbreken
van den oorlog vertegenwoordigers van de
rechterzijde in het Kabinet hadden behoo-
ren to zijn opgenomeb, waardoor dit het
karakter van een nationaal ministerie zou
hebben verkregen en do eenheid des volks
zou zijn versterkt.
Zoolang do oorlog duurt, zou het Kar
binet buiten den politieken strijd kunnen
zijn gebleven en door de rechterzijde ook
bij de verkiezingen niet zijn bestreden.
Deze leden achtten het verkeerd in de be
staande omstandigheden een herziening van
de grondwettelijke bepalingen omtrent het
kiesrecht en het onderwijs ter hand to
[nemen. Meenende, dat de internationale po
sitie'van ons land met den dag gevaarlijker
wordt, betoogden, zij, 'dat men er niet toe
moet overgaan de fundamenten van zijn huis
te verbeteren op het oogenblik, %dat oen
overstrooming dreigt.
In de hachelijke omstandigheden, waarin
ons land. verkeert, is het in de eerste plaats
de taak der Regeering te zorgen voor de
defensie, do volksvoeding en de financiën.
Deze leden hadden inzonderheid bezwaar
tegen de wijze, 'waarop de rogeering heeft
gehandeld met betrekking tot de sociale
wetten, onder het bewind van minister
Tal ma tot stand gekomen.
Sommige leden konden niet goedkeuren,
'dat de tijdelijke voorzitter van den minis
terraad er toe bijgedragen heeft, dat de mi
nister Treub heenging, wegens een zaak,
waarvoor hij niet had behoeven af te treden.
Eenigo leden waren verder van oordeel,
dat do 'Regeering niet genoeg deed voor
de defensie des land3.
Andere leden zouden gaarne inlichtingcQ
ontvangen ten aanzien van den aanmaak'
van ammunitie en de aanschaffing van
geschut.
In de Troonrede wordt gezwegen over de
versterking der weermacht in Indië. Ver
scheidene leden achtten het noodig, dat hier
voor zoo spoedig doenlijk het mogelijke
zou worden gedaan.
Eenige leden hadden overwegend bezwaar
tegen de hooge bedragen op de marinebe-
grooting voor aanbouw van sohepen uitge
trokken.
Deze leden vestigden vorder de aandacht
op do verschillende tactiek door de mi
nisters van Oorlog en van Marine tegen
over do vakbonden gevolgd. De houding door
den minister van Oorlog aangenomen tegen
over do organisaties, zelfs tegenover die
met een politieke strekking, steekt, naar de
meening dezer leden, gunstig af bij die,
welke de minister van Marine en de opper
bevelhebber der land- en zeemacht tegen
over den Bond van Minder Marinepersoneel'
en dien van Zeemiliciens hebben gevolgd.
Met betrekking tot de lijkverbranding ver
klaarden sommige leden, dat, al bewon
derden zij de houding der regeering niet in
allen deele, haar daarvan toch kwalijk eon
grief kan worden gemaakt, omdat de machts
verhoudingen der partijen in de beide Kar
mers het treffen van een goede regeling
onmogelijk maken.
De buitenlandsche
politiek.
In de Troonrede verklaarde de koningin
ook in het vervolg do plichten to zullen
nakomen, die een neutrale natie door het
volkenrecht zijn opgelegd, maar vast beslo
ten te zijn onze onafhankelijkheid te verde
digen en naar vermogen, tegenover wien het
ook zij, onze rechten te handhaven.
Deze verklaring had bij verse':o'done loden
den indruk gemaakt, dat de regeering het
gevaar voor het betrokken van ons land
in den oorlog bijzonder groot acht. Men
was echter van oordeel, dat dit gevaar
geringer wordt naarmate de oorlog langer
duurt en zou daarom gaarne vernemen, we ke
redenen er voor deze sombere uitlating heb
ben bestaan. Men merkte overigons naar
naar aanleiding van hetgeen in het voor
jaar is geschied op, dat de regeering wel
licht het oorlogsgevaar grooter heeft ge
acht dan het in werkeljkheid was. Te meer
had de verklaring dor Troonrede verwon
dering gewekt, omdat daarin tevens wordt
gewaagd van de mogelijkheid Om den druk
der mobilisatie te verlichten.
Ten aanzien van de modedeeling der
.troonrede omtrent de verlichting van den
druk der mobilisatie, werd verder, opge-.
merkt, dat die verlichting mogeljk ia zon
der vermindering der weerbaarheid.
Algemeen wenschte men te vernemen, tot
welk resultaat de overwegingen der Regee
ring omtrent dit punt hebben geleid.
Gewezen werd op de de moral igeerendei
werking van de langdurige, schatten ver
slindende mobilisatie op de troepen.
Een organisatie van de regeling der ver
loven, welke bepaalde troependeelen voor
geruimén tijd in het genob van verlof stelt,
werd door sommigen dringend noodig ge
acht. Het had verder de aandacht getrok
ken, dat ondanks de verklaring van ide. Troon
rede, steeds met de oproeping van landstorm-
plichtigen werd voortgegaan.
Vele leden vonden in de vragen, welke
de vermelde uitlatingen der Troonrede uit
lokten, aanleiding tot'het opnieuw uitspre
ken van den wensch, dat de Regeering
de Kamer in ruimere mate
en geregeld, mededeeling zou
doen omtrent onze betrek
kingen met het buitenland
en mét haar omtrent de buitenlandsche po
litiek in overleg zou treden.
Men wees verder op de wenschen, ook
in andere landen geuit ten einde tot werke-
lijko controle van het Parlement op de bui
tenlandsche politiek te geraken.
Hiertegenover werd aangevoerd, dat heb
doen van bedoelde mededeelingen ook als
dit in comité-generaal geschiedde, onrust
zou wekken en dat het aan een goede op
lossing van geschillen met buitenlandsche
mogendheden niet bevorderlijk zou zijn,
daarover in de Kamer te debatteeren.
Eenige leden stelden de vraag of de re-
georing maatregelen neemt voor het ver
zamelen van het noodige historische, volken
rechtelijke en oéconomische materiaal voor
heb geval, dat zj heeft mede te werken
tot heb voeren van vredesonderhandelingen
of van internationale conferenties omtrent
hetgeen ten opzichte van de na den vrede
ontstaande internationale verhoudingen, bij
voorbeeld ten aanzien der oorlogswapening,
zal geschieden.
De redders beloond. Aan do
bemanning van de reddingboot te Eierland
is door de N.- en Z.-Holl. Redding-Maat
schappij f 135 uitgekeerd, als belooning
voor het redden van de bemanning van de
Katwijk 4, genaamd Adriento".
Gistcïen wand het baanvak'
Edam-Volendam van de Noord-Hollandscho
Tram wederom voor het verkeer geopend
en daarmee is thans de volledige dienst
KwadijkYolendam hervat.
Op het geheel'e net dor Maatschappij1
is nu het bedrijf, dat door en na den waters
nood voor de helft stil stond, weder normaal
Op 1 Juli waren reeds de lijnen naar Am
sterdam voltooid het gedeelte EdamYo
lendam eischte echter omvangrijke voorzie
ningen. Ongeveer 31 kilometer baan zijn
hersteld.
De Ce Amsterdam uit een pak-
huis aan het Prinseneiland gestolen zes
halve en twee heele vaten ansjovis zijn door
de politie uit het water van do Noordhaven
opgeviseht. Blijkbaar hebben de dieven er
geen weg mee geweton, en ze toen maar
ever boord gegooid.
Men meldt uit Hoe k-v an Hol
land Yan den te uren gisteravond bin
nengekomen goederentrein hing de achter
ste wagen zonder wielen aan den trein.
Deze was blijkbaar over een afstand van 2
K.M. zoo meegetrokken. Daar de rails over
dien afstand ontzet zijn, kon de personen
trein niet verder komen dan de hal to Haak.
Bij Scheen, onder Jou re, ont
spoorde gisteravond halfacht de tram
Joure-Lemmer, grootendeels bestaande uit
goederenwagens, doordat een op hol gesla
gen paard tegen de locomotief opbotste. Het
paard werd overreden en vermorzeld. De
materieele schade is aanzienlijk.
De stamboek li engst „Cicero''
van de vereeniging „Yooruit", te Haarlem
mermeer, is voor 1900 verkocht aan den
heer P. Moordam, aldaar.
In de te Laren gehouden
Raadsvergadering kon men zich riet vcr-
oenigen met een 9-uur-winkelsluitdng en
werd het verzoek van winkeliers niet ge
steund en bijgevolg deze verordening niet
vastgesteld.
„Hot Huis des gebods een huis
van koophandel." Men schrijft aan de
„Rott." In verschillende gemeenten heeft
er jaarlijks een verhuring van zitplaatsen
in de kerk plaats. Vooral vindt men da-t in
de Geref. Kerken. In uw rubriek „Kerk
nieuws" is dat meor dan eens scherp afge
keurd, daar men het „Huis des Gebcds" op
deze wijze tot een plaats van koophandel
verlaagt..
Voor het eerst heb ik nu zulk oen ver
huring meegemaakt, n.l. in de Geref. Kerk
to N. (N.-B.). Nooit had ik kunnen denkon,
dat dit zoo geschiedde.
Hier heeft die verhuring plaats bij op
bod. Op meer dan ergerlijke wijze staat men
om eikaars plaatsen te bemachtigen, te
gen elkaar op l© bieden. Families, die lan
gen tijd in eenzelfde bank gezeten hebben
worden (niet zelden uit wangunst) ©r ,.uit-
geboden".
Een diaken staat voor den lessenaar en
vraagt telkens wie er meer biodt. De kerk
zolve verteont volslagen het aanzien van
een verkoop lokaal. Men rookt en spuwt er
vaak of men er in ©en herberg is.
En welke gevolgen heeft die verhuring in
hot gemeentelijk leven? In menig huisgezin
ontstaat er ongenoegen over de wijze, waar
op het hoofd des gezins heeft gepacht. De
een heeft geen plaats naar zijn zin en de
ander betaalt te veel en wat dies meer zij.
Nog erger is, dat er velo heethoofden ge
maakt zijn. De eon is op den ander gebeten,
dat men hem heeft „opgejaagd" of uit zijn
broederlijke liefde? Hoe zullen dezulken
mest vrucht Avondmaal vieren of onder
den dienst des Woords zitten
Bovendien bevordert men onkerkelijkheid
Mensclien, die geen plaats naar hun zin kun
nen bekomen, zijn geneigd thuis te blijven.
Is de verantwoordelijkheid van een keric-
raad, die zoo iets aan de hand houdt, niet
zéér groot?
Een weldoener der huisvrou
wen. W. R. schreef in het „Maandblad
der Ned. Vereen, van Huisvrouwen"
Dat zou diegene (man of vrouw) zijn, die
een eenvoudige, practische cn hygiënische
methode of een dito werktuig uitvond om
het vaatwerk te wasschen. J.k geloof niet,
dab eenige werkzaamheid in een huishou
ding zoo dikwijls voorkomt als „omwas-
schen", en geen work wordt op meer ouder -
wetsche manier gedaan dan dit.
In een teiltje, (klein, en sierlijk, omdat het
in do kamer thuis behoort) wordt hept
water gegoten, al of niet met wat zeep cr
door geklutst cn daarin .worden kopjes,
glazen, bordjes, vorken, enz., kortom alles,
w^t op de koffietafel gebruikt is, gedom
peld, een afwaschkwast er in omgedraaid
en het zoo behandelde stuk, 21a al of niet
uitdruipen, afgedroogd. In het- gunstigste
geval wordt elk voorwerp eerst even omge
spoeld en dat omspoelsel in een tweede
tijlt-je weggegooid, waarin ook restjes van de
borden, enz. worden opgezameld. Maar dit
zelfs ls voor de huisvrouwen met een druk
gezin te tijdroovend; zij bepalen zich er toe
de restjes van de borden in het tweede
teiltje te schudden, daarna wordt het bord
„gewassch'en" in het schamele beetje water,
(inkusscheii niet meer dan lauw) waarin
reeds alle kopjes, schoteltjes, enz. een bad
nameh.
Heb vatenwassehen gaat op dezelfde wijze.
Alleen is de teil hier wat grooter en ge
beurt het werk dikwijls met wat minder
zorg door de die2istboclc, zoodat do laatste
stukken een allesbehalve „frisoh" bad ne
men. Soda en zeep zijn duur tegenwoordig
dus die worden maar spaarzaam toegevoegd.
Is het wonder, dat een verkoudheid^ een
maal in huis, alle leden van het gezin ach
tereenvolgens aantast, om van ernstiger
ongesteldheden als keelaandoeningen mob
te spreken
Hoe heerlijk zou het zijn, wanneer in
ieder huis een spoelgelegenheid kon aan
gebracht worden, waar men 't va-atwerk aan
een krachtigo straal van kokend water kon
blootstellen! Hoeveel tijd en verveling zou
zulk een inrichting onzen huisvrouwen be
sparen Ik heb eens iemand kooren zeggen
„Voor dat eeuwige uitwasschen moesten we
gedresseerde apen hebben". Daarin sprak
die iemand uit, hoe vervelend dat tijdroo-
vende werk is.
Waarlijk, wie een goede afwasch-mefcho de
uitvindt, (die gemakkelijk in ieder huis is
aan te brengen) maakt zich onsterfelijk.
Twee meisjes vermist. De
commissaris van politie in dc 2d© afdceling
te Utrecht verzoekt, namens de respectieve
in die gemeente woonachtige ouders, op
sporing, aanhouding en overbrenging der
waarts van de 16-jarig© Geertruida Elias,
fabrieksarbeidster, geboren te Utrecht, lang
pl.m. 1.75 M., rond aangezicht, hoog voor
hoofd, blauwe oogen, breede neus, zwart
haar, gezonde kleur, gekleed met-, zwarten
mantel, groenkleurigen rok, zwart fluwee-
len hoed, lage zwarte schoenen, bruin bont
zoomede van de 14-jarige Mathilda van den
Brink, fabrieksarbeidster, geboren te
Utrecht, lang 1.65 M., rond en eenigszLns
vol aangezicht, bruine oogen, gezonde kleur
gekleed met blauwen mantel, donker ge-
ruiten rok, met dito blouse, zwart flu woe
len hoed'met blauw lint-, zwarte kousen en
lage zwarte schoenen.
Zij verlieten in den morgen van 2d dezer
de ouderlijke woning met het doel zich naar
de fabriek, waarop zij werkzaam zijn, te
begeren, waar zij niet zijn aangekomen, se
dert wanneer men omtrent beiden niets'
meer vernam.
Vermoed wordt, dat zij zich in elkanders
gezelschap ophouden.
Mond- ehi klauwzeer. Na de
laa'stvermelde twee gevallen van mond- en
klauwzeer, op 27 October j.l. geconstateerd
te Eysden en t© Berg en Terblijb, kwamen
alsnog voor: te Eysden 1 geval, aangren
zend aan het eorsle; te Berg en Terblijt 4
gevallente Houthem 4 gevallen, en te
Bemelen 1 geval.
De gevallen in laatstgenocmdo drie ge
meenten houden eveneens verband met el
kaar en werden veroprzaakt door het afle
veren von niet-gepasteuriseerde ondermelk
door do zuivelfabriek te Berg en Terblijt.
De zieke en verdachte dioren zijn afge
maakt.
Behalve de gebruikelijke plaatselijke be
strijdingsmaatregelen is bovendien uitge
vaardigd verbod van uitvoer van herkau
wende dieren en varkens uit en van het
houden van markten, openbar© verkoopin-
gen, enz. dezer dieren binnen het zuidelijk
deel der provincie Limburg.
Vergadering van gisteten.
GRONDWETSHERZIENING.
De heer TYDEMAN is van meening, dat
rle basis van de wettelijke regeling van het
L. O. in do Grondwet moet voorkomen, al
is hij het niet eens met de Regeering over
den omvang dezer bepaling.
Spr. betoogt, dat tegenover de openbare
school, die steeds meerderen onbevredigd
liet, een machtig confess'oneel onderwijs ont
stond door do krachtigo propaganda.
Spr. zegt, dat hij reeds in 1912 voor wij
ziging van art. 192 was. Hieruit blijkt, dat
spr. met financieels gelijkstelling in de lijn
blijft.
Tegenover den Staat moet de openbare
school iets anders blijven dan de bijzondere
school. Het verschil moet in de wet tot uit
drukking
- „-.-O-,—o- komen. Verantwoording van do
bank geboden. Waar blijft op die wijze do gelden aal in de wet geregeld moeten wor
den.
Spr. is ten opzichte van de gevolgen
van de wijziging pessimistisch gestemd, wat
hjj uitvoerig uiteenzet.
Hij bespreekt dan het standpunt der Re
geering, ingenomen ten opzichte van de
viaag of zij niet vreest een verdwijning ran
de openbare school.
De gelijkstelling der levensvoorwaarden
voor beide scholen écht spr. onhoudbaar.
De openbare school moet als overheidsin
stituut behouden blijven.
Ten slotte zet spr. zijn in zijn nota inge
nomen standpunt uiteen.
Spr. wenscht, dat in de Grondwet zal
neergelegd worden de eisch van gelijk peil
voor de beide scholen.
Spr. verklaart niet te kunnen gelooven,
dat pacificatie het gevolg zal zijn.
Ten slotte zegt spr., dat hij bereid is tot
de gelijkstelling mede te werken, als de
Grondwet ook in het nieuwe stelsel waar
borgt, dat de openbare school het hoofdele
ment blijft.
De heer KETELAAR herinnert er aan. dat
hij vroeger meermalen voor sübsidieering
van de bijzondere school stemde. Zijn. strijd
richtte zich niet tegen de bijzondere school,
maar tegen de wijze, waarop ze.bevolkt werd.
De openbare neutrale school blijft even
wel zijn liefde wegdragen; zij is het tehuis
voor de kinderen van het volk. Spr. betoogt
dan, dat de openbare school door de onder
wijzers nooit is beschouwd als een over-
heidsschco], maar een school, waar de kin
deren geschikt worden gemaakt voor de
maatschappij.
Komende tot de wijziging van ari. 192,
zegt spr., dat do commissie zich zeker niet
bij het artikel zou hebben neergelegd, wan
neer zij niet van een gc-ede werking was
overtuigd geweest.
Spr. bestrijdt de rede van den heer Tyde-
man en vraagt van waar die groote bewe
ging tegen de nieuwe lezing tegen het ar
tikel.
Spr. geelt den raad: Tracht een goede
lezing van het 4de lid van art. 192 te vin
den, en hij zal er mee meegaan.
Nopens een additioneel artikel met ter-
mijnfcepaling merkt spr. op: Laat men van
beide zijden iets toegeven.
Om tot overeenstemming t? komen, geeft
spr. den raad: Laat do Oommissie van Rap
porteurs en de Minister overleg plegen; mis
schien kunnen zij liet tooverwoord vinden.
De heer VAN NISPEN accepteert het al
gemeen kiesrecht, hoewel hij betreurt, dat
tiet organisch kiesrecht niet in het stelsel is
opgenomen.
Hij is tegen vrouwenkiesrecht. Over het
onderwijsartikel levert hij histor.scire be
schouwingen, ten einde de opvatting te be
strijden, dat het verzet tegen neutraliteit
eerst van latere jaren zou dagteekenen.
Spreker zal om de pacificatie wellicht ook
vcor da kiesrèchtvoorsteUéh stemmen, on
danks zjjn bezwaren tegen vrouwenkiesrecht.
Te vijf uren werden de beraadslagingen
verdaagd tot Donderdag ha'.ftwaalf.
De algemeene toestand.
D© Duilschers prebeeren op het westelijk
front iets terug te winnen. Eer3t ten zuiden
van de Som me, nu ten noorden dior ri
vier. Maar bij Sailly-Saiilisel, wrar dezep>
gingen werden aangewend, was het succes
volgens het Eransche' communiqué van gis
termiddag nihil. De Fransellen s'aagden er
in ten noorden en ten oostan van Les Boeufs
nog wat vooruit te komen, 't Is alweer een
heel pcosje geleden, dat hier aanvallen van
beteekenis plaats hadden.
Aan het Oostenrijksch-Italiaa n -
se he front wordt een verwoede geschuts-
strijd geveerd. Verder wordt er veel in de
lucht gewerkt. Misschien dat dit weer voor
boden zijn van een offensief.
Aan het oostelijk front treden belde
partijen aanvallend op. De Russen waarschijn
lijk met de bedoeling Hindenburg te bewe
gen troepen uit Roemsulë te ha'en,
de Gentralen om Rusland te beletten d© Roe
menen te hulp te komen. Alles draait voor
alsnog om Roemenië.
Ten westen van het Prcdea'.dal zijn de
Centralen weer oen vijandelijke stelling bin
nengerukt, wat hen 10 infanterie-kanonnen
en 17 machine-geweren aan buit opleverde.
In het Jiuldal blijven de Roemeniërs in het
voordeel. Ze hebben hun vijanden verder
teruggedrongen en 6 officieren en 606 man
gevangen gemaakt, doch ten zuiden van den
Rooden Torenpis zrjn ze raoct-on terugtrek
ken en moesten de dorpen Ralcovita en Fi-
techti ontruimen. Het gevaar is voor do
Roemeniërs nog lang niet gewoken. Dat kun
nen zo eerst zeggen, wanneer ze den vijand
weer over "de grenzen hebben. Deze rust
periode kan hun goed doen, maar ook de
Centralen zullen niet stil zitten.
In de Ocstenrijksche pers komen verhalen
voor, die er op wijzen, dat de Roemeniërs
zelf de zaak niet erg rooskleurig vinden.
Do „Neue Freie Presse" vertelt, dat met do
ontruiming van Boekarest een begin is gpc
maakt. De treinen zijn vol vluchtelingen; ook
do departementen beginnen da stad ts ont
ruimen. Da ontruiming van Boekarest mag
niet worden verward met het prijsgeven van
stad cn vesting, zegt" het blad en het vertelt
dan:
„In do Dobroedsja wordt het verslageu
overschot van het Russisch-Roemeensche Io-
ger meed oogenloos vervolgd. Zoo bevinden
zich daar do Roemeniërs ten noorden van
den Donau in de verdrukking; en ten zui
den daarvan is hun leger weggevaagd."
Van Rc-emenië's deelneming hebben de ge
allieerden, we zeidon dit al eerder, slechts
een paar weken genoegen beleefd, maar
daarna hebben ze er niets dan verdriet van
gehad. Wat hier gebeurd is, had n'cmand
verwacht. En nu mag men komen met ver
haaltjes, dat de 20.000 gevangenen, die de
Roemenen hebben gemaakt, er zoo jammer
lik uitzien, dat 't meest knapen en mannen
boven de 50 jaar zijn, die slecht gekleed
en uitgehongerd zijn. dat alles i erandert
niets aan 't feit, dat de Roemenen tot nu toe
het onderspit moeten delven, te erger, als de
legers tegenover hen van zoo slechte kwa>
liteit zrjn. Iets waar niemand geloof aan
hecht.
Hoe groot zijn de legers, die zooveel
successen boeken reeds weken achtereen!
Uit Genève komen nu eenige cijfers en
die doen toch inderdaad versteld staan. Vod
Mackensen zou over 220.000 man beschik
ken. Is dat nu een leger, dat niet kon wor
den tegengehouden door machten, die hier
toch tijdelijk wel eenige honderdduizenden
tegenover kunnen stellen. Nu hebben ze, ge
steld dat een terugtocht noodzakelijk is,
altijd nog de korte linie ConstanzaCzer-
nawoda, en oni een leger, onder Duitscho
aanvoering, achteruit te gooien is niet ge
makkelijk. Op dat punt geven Duitschers,
Franschen', Engelsehen en Belgen iets ander3
te zien dan Iiussen en Oostenrijkers.
Von Falkenhayn zou 250.000 man ondett
zich hebben en aartshertog Carl, die naar de
buurt van Orsowa is gegaan, om het bevel
op zich te nemen, heeft 150.000 onder zijn
hevelen. Daar komen steeds meer (roeper
bij. Doch de Roemeniërs hadden een weer
macht van één millioen man, waar zijn dïö
dan? De Russen zouden helpen. Is daar dan
niets van gekomen. We vinden nu vermeld,
dat 600.000 man waren toegezegd, maar dat
24.000 gezonden zijn. Als dat zoo is, zal do
Russische staf wel spijt hebben ran deze
daad.
Ei worden nu bespiegelingen gehouden of
cn Mackensen over den Donau zal gaan
en zal pcgen dwars door Roemenië
zich te vereenigen met Von Falkenhayn'?
leger.
Als dat hot plan is en wanneer dit wordf
Uitgevoerd, zou geheel Walachye, Boekarest
er hij zijn ingesloten en voor de Eoemeen-
scho troepen zou do toestand onmogelrjk
zijn geworden. Bovendien zon hot front ver
bazend ingekort zijn.
Nu is 't zoover nog niet, maar 't is we?
merkwaardig, dat 'do Russische militaire
schrijvers aan deze mogelijkheid hun aan
dacht schenken.
Aan het Macedonïsch front heb
ben de Engelschen bij de jJtrooma den Bul
garen Barkli Dzoema ontnomen en daarbij
615 gevangenen gemaakt. B(j Monaslir wor
den krachtige gevechten geleverd, maar iets
vermeldenswaardig is er verder niet. Is
het leger der Ent-ent© er zoo klein, dat tegen
do Bulgaren, versterkt door ivat Duitsc'uer?
en lurken, niet kan worden opgetrokken?
Waar wacht Sarrail op?
Griekenland zal toch niet meedoen,
is de algemeene gedachte. Waarborgen voor
de veiligheid heeft men nu en zelfs wordt
verzekerd, dat de betrekkingen met de re
geering te Athene weer op normale wiizo
zijn hervat. Er zjjn er in Engeland on Frank1
rijk zelfs, die de thans gevolgdf taktiek
een groote fout achten, een onbiüpkheïd
jegens Venizelos tevens.
Er is nu echter nog iets uitgelekt, dat
toch wel een aangenamen indruk moet ma
ken op do geallieerden. De „Patris"
Venizelislisch gezind komt nu met een
officieel stuk, dat een eigenaardig licht
werpt op de houding der regeering onder
Skdeloedis, die 't meest in den geest van
den koning was, en duidelijk do Duitsch-
gezindheid zou aantconen. Skoe'oedis hal iu
de Kamer verklaard, dat de Griekschs re
geering niets wist van de overgave van de
forten bij Rupel aan Duitschers en B elgaxan.
En nu komt voornoemd blad met dan tekst
van een door Skoeloeiis en dsn minister
van oorlog uit zijn kabinet twee maanden
vóór d9 overgave geieokend stuk, waarin
de commandant orders Krijgs de forter
zoo noodig over te geven a in Buigarc-n en
Duitschers, doch ncoit aan de geallieerden.
Het is zeer begrijpelijk, dat- dit te Athene
opwinding veroorzaakt. Een wel merkwaar-
digo houding tegenover wat worden ge
noemd Griekenlands erfvijanden.
Vragen en Antweoröea
V raag: Zou u mij ook kunnen zoggen
op v.elken singel het eerst de proof voo-
veiharding genomen is?
Antwoord: Op- don Morssingel h.:sP
men do eersts proef genomen, die^cit besl
is gelukt. Ware de proef op don Witte-Sir.gel
ook zoo good geweest, dan zou men er moo
zijju doorgegaan wellicht.
Vraag: Op de vraag: Ik ben g boreu
11 Febr. 189S; wanneer moet ik mij aange
ven en wanueor moot ik opkomen voor'do
mi.it.o? werd mij jjet volgende antwoord ge
geven: Aangeven in de maand Janua-i 191?
en opkc-men tusschen 16 en 20 Januari,
maar dat hangt af van welk wapon ge Ejt, -
Nu zou ik gaarnes wil'en weten welk jaar
ik moet opkomen, 1917 of 1918?
Antwoord:!! moet opkomen volgens dc
bepalingen der mi. tiewet, in 1918. In dit
tijdstip kan in verband met ds omstandig
heden verandering g.brac t w rden, i.oxat
gij b.v. ook in December 1917 zou kunnev
worden opgeroepen.
Vraag: Mjjn zoon is van dce iichtJig
1917 en moet dus met Dec. of Januari on
der de wapenen komen. Hij is in den winter
cnao kostwinner, daar ik dan zoo goed a!\
g#en werk heb. Is daar v rgoeding voor
te krjjgeu, tot het voorjaar, Maart bijv.?
Antwoord: Gaat u eens naar bet bu
reau van militaire zakon, daar licht men v
wel voldoende in en is men u behulpzaam in
hot verkrijgen van de gewen-cht-e vergoe
ding.
Vraag: Tot wien moet ik mij wenden ('r
militairen dienst zijnde) om I ij den étappen-
dienst geplaatst te worden?
Antwoord: Tot den Opperbevel, .bber
van Land- en Zeemacht, met oen verzoek, op
ongezege'd papier. Het verroek niet recht
streeks ts zenden, doch aan uw compagni.s-
commandant te geven.
Vraag: Ik ben in Augustus 1S97 ge
boren. Kunt u mjj ook zegen, wanneer dio
lichting opgeroepen wordt? ik heb aange
vraagd voor do vesting.
Antwoord: Vermoode'.jjk tusschen 1 ea
5 Maart 1917 (eerste gedeelte) of tussci.en
16 en 20 October 1917 (tweeds gedc. ie).
De omstandigheden kunnen hkr'.a nog v.jj-
zigiiig brengen.