No. 17384.
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 27 October.
Tweede Blad. Anno 1916.
ingezonden.
FEUILLETON.
Purper en Fijn Linnen.
Algemeen Verslag van het
VerhaitctelJte In de Secties van den
gemeenteraad.
IV (slot).
Over Éeis c&dersvij-a, met maan© hot lager
jqjfd'erwijs, wenden wadier verschillend© op-
ïüerkingeaa gemaakt. Zoo "wa<£ één lid van
è'owi'eeS, <iwfc de tweede klasse van de
'Meisjesschool isto kl. wegens het grcoot
aantal leerlingen gesplitst moet worden.
B. <ra "W. stsBen daarover advies in win
ti en en daarna aal door hun college een
beslissing in des© worden genomen.
Een ander lid achtte de oprichting van
*feta. handelsschool met 3-jarigen cursus in
iiefc belang der gemeente. Andere leden
w'ezen er op, da& Kennis is Macht" reeds
ih de behasite aan dat onderwijs voorziet.
iVolgeoa B. en W. bestaat aan een han-
'dedsschoöfl, alwaar overdag les wordt ge
geven, in Leiden niet voldoende behoefte,
aangezien do e%edijke handelsstand in
dtoe geaneea/te daarvoor niet sterk genoeg
ver.tegienmwwd^d is.
'Aan den cursus van het genootschap
j,Kennis is Mao&tf" wordt aan een 325-tal
mannelijke en vrouwelijke leerlingen, met
een leeftijd van 13 tot 35 jaar, handelson
derwijs gegeven. Verreweg het grootste
gedeeÜte van die leerlingen is werkzaam
op kantoren, in winkels en in fabrieken,
ten gevolge waarvan zij slechts de avond
aren voor hun stadie beschikbaar heb'bcn.
Zij zouden dus seker geen dagschool kun
nen bezoeken, al bestond die, en voor hen
|pu „Eemads Macht" de aangewezen
gelegenheid blijven, om zich verder te ont
wikkelen en te bekwamen.
Een lid vroeg of B. en W. in verband met
het gebrek aan onderwijskrachten niet
zronden wiBen overwegen om aan de hoof
den van eukolo scholen het onderwijs in
een klasse op te dragen en zich hiervan
niet zouden laten weerhouden door te ver
gedreven öefdo voor het ambulantisme.
Zooals reeds bij de Algemeen© Beschou
wingen werd opgemerkt, hebben B. en W.
over het csnfculamtisane nogmaals advies
gevraagd aan de Plaatselijke Schoolcommis
sie.
Een lid bracht hulde aan het hoofd der
school 1ste klasse voor jongens, den heer
Van Wamden.
Ook van de hier gebrachte hulde nam
het College van B. en W. met genoegen
kennis.
Een lid meende te weten, dat aan de
kinderen op de»e school ook in de lagere
passen scer veel huiswerk, wordt gegeven
gevraagd werd naar het resultaat van het
overleg zoet het hoofd der school, dat bij
de Memorie van Antwoord ten vorlgen ja-
i*e was in mfczaekfc gesteld.
Op grond van ingewonnen inlichtingen
meen en B. en W., dat niet met grond k/i.n
Worden beweerd, dat op de Jongensschool
lste klasse te veel huiswerk wordt opge
geven. Tot verdere beperking of volledige
afschaffing van het huiswerk kan bezwaar
lijk worden overgegaan, aangezien de
meeste leeriiageo opgeleid moeten worden
voor de Hocgero Burgerschool of het
Gymnasium.
Gevraagd werd nog of 'door toevoeging
yan een leerjaar aan den cursus de leerstof
niet gemakkelijker door de leerlingen zou
gunnen weden opgenomen en gaf dit denk
beeld aan B, en W. in [ernstige, overwe
eg-
Over iet denkbeeld, om op de' Jongens
school lste klasse de leerstof over 7 in
fpliaafg van over 6 jaren te verdoelen, hebben
B. en ,W. eveneens -het gevoelen der Plaat
selijke Schoolcommissie ingewonnen. Haar
rapport beeft hen uit den aard der zaak
nog niet bereikt.
Een lid woog of aan B. en Wl de" reden
bekend is, waarom de resultaten van het
onderwijs aan do Kweekschool voor Onder
wijzers zoo ongunstig z$n; dit naar aan
leiding van Jtet feit,-, dat 50 pCt. van del
leerlingen bg bot laatst gehouden examen
niet is gedaagd.
De als een feit geuite bewering, dat
50 pCt van 'de leerlingen bij het laatst
gehouden examen niet is geslaagd, is vol
gens B. en iWv onjuist. Van de 22 leer
lingen 'der Gemeentelijke Kweekschool, die
dit jaar" in Haarlem, Utrecht en Amster
dam examen hebben afgelegd, zjjn er 8
afgewezen.
De reden, waarom ook' dezei 8 leerlin
gen niet zijn geslaagd, is moeilijk te zeggen.
Zooals zjj reeds in de Memorie van Ant
woord betreffende do begrooting voor het
jaar 1915 opmerkten, kunnen meerdere of
mindere aanleg der kweekelingen,meerdere of
mindere geschiktheid om examon te doen,
ziekte, huiselijke omstandigheden, het. niet-
slagen van een knappen leerling kort te
voren en zoovele andera faotoren oorzaak
zijn van minder goede resultaten.
Eèn lid vroeg of de post voor een loods
tot berging van rijwielen, niet kan worden
teruggenomen, tot de prijzen van materialen
tot een normaal peil zijn teruggekeerd.
De behoefte aan een rijwielloods voor do
school Aalmarkt, is, volgens B. en W., zóó
groot, dat zij meenen het maken niet tot
een volgend iaar. tel mogen uitstellen, te
minder, waar het niet waarschijnlijk is, dat
do prijzen van materialen in de eerstvol
gende jaren tot normale,hoogte zullen dalen.
Een der leden achttei do oprichting van
een Centraal-bureau voor leermiddelen en
schoolbehoeften een financieel voordeel voor.
de gemeente.
Het denkbeeld zal door, B'. en S3t worden!
overwogen.
De vraag, of het schoolgebouw voor de"
H. B.-S. voor Jongens bij gebruik reden tot
tevredenheid geeft en aan de gestelde ver
wachtingen voldoet, wordt door B. .en W.
bevestigend beantwoord.
Op het subsidie voor het Stedelijk Mu
ziekkorps werd ook weer een aanval' ge
daan. Er werd nu door een lid voorger
steld het met f 1000 te verminderen eni
het geleidelijk te doen vervallen.
Zooals B. en W. reeds mededeelden in de
Memorie van Antwoord betreffende de be-
grooting voor^ 1913, zal vermindering van
net subsidie opheffing van "het Muziekkorps
ten gevolge hebben, aangezien de geheele
opzet ia gebaseerd op oen subsidie van de
gemeente ten bedrage van f4000 en reeds
de uiterste zuinigheid wordt betracht, aldus
het antwoord.
Er wordt, volgens een lid, geklaagd oveï!
de werkzaamheden der stadsdoktoron; dit
lid vroeg of het niet wenschelijk zou zjjp
tot een andere richting der armenpraktijk
zijn toevlucht te nemen en niet aan de
doktoren zelf over te laten hoe zrj deze
praktijk zullen uitoefenen, doch' hen, zoo
mogelijk, onder controle te stellen.
Onderzoek naar de gegrondheid van 'del
hier geuite vage klachten, is B. en Wl
niet mogelijk, zoolang elke nadere aandui
ding en .vermelding van feiten gemist wordt.
In welk opzicht over de werkzaamheden:
der stadsgeneesheeren wordt geklaagd, op
welke gronden. <Jie klachten berusten en
waarom een andere inrichting der armen
praktijk gewenscht wordt, is in het ver
slag met geen enkel woord nader' toege
licht.
Zooals zij. het vorige jaar reeds in <Je
Memorie van Antwoord opmerkten, wordt
in do zorg voor armlastige ingezetenen, wat
betreft genees- en heelkundige hulp, naar.
de meenmg van hun College, door de zes
stadsgeneesheeren voldoende voorzien.
Aan de doktoren zelf wordt volstrekt niet
overgelaten, hoe zij de armenpraktijk uit
oefenen; zooals het lid toch bekend zal zijn,
is hun dienst geregeld in de verordening
van 20 December 1900 en voor zoover
hun bekend, wordt die verordening door del
stadsgeneesheeren behoorlijk nageleefd.
Eén lid vroeg wat gebeurt met armen,
die niet geheel hersteld zijn; hem was ge
bleken, dat in 1914 en 1915 op. "dezen post
niets is uitgegeven.
Na ontslag uit het Academisch Zieken
huis keeren verreweg de meeste armlastige
patiënten naar hun woning terug, zeggen
B. en W. en ontvangen dan, zoolang zij nog
niet in staat zijn door arbeid hun brood
te verdienen, van gemeentewege onder
steuning. Blijkt verpleging in een parti
culiere inrichting, na "het yertrek uit het
Academisch Ziekenhuis nog noodig, dan wor
den do patiënten, in oveieg met het des
betreffend armbestuur, naar een derge
lijke inrichting overgebracht. In 1915 was,
voor zoover hun bekend is, slechte In één
geval' naverpleging in 'een particulier zie
kenhuis noodig. Er bleek toen echter tijde
lijk nergens plaate te zijn.
Thans wordt echter in het St.-Elisabeths-
gesticht een patiënte verpleegd, voor wie
de verpleegkosten gedeeltelijk door de go-,
meen te worden betaald.
Een lid merkte op, dat de Stedelijke
Werkinrichting niet meer aan haar doel be-
antwoo|fc3b; van werkverschaffing, in den
modernen zin, is er geen sprake; de in
richting schijnt nog slechts te bestaan, om
dat zij er vanouds nu eenmaal is; zou het
geen aanbeveling verdienen de inrichting
in dezen vorm af te schaffen en bestaat er
niet veeleer behoefte aan een inrichting
ovoor onbèhuisden (nachtverblijf), waaraan
een werkinrichting in modernen zin ver
bonden is?
Het lid, hier aan het woord, ziet, naar de
meening van het Dag. Bestuur het vele nut
over het hoofd, dat door do Stedelijke Werk
inrichting aan tal van onze meest behoef
tige medeburgers wordt gebracht door Uot
Verschaffen van voedsel, onderdak en bo
vendien eenig geld, in ruil voor een weinig
arbeid hunnerzijds. De werkzaamheden, dio
in do Werkinrichting worden verricht zijn
overigens van denzelfden aard, als die in
soort.gellijke grootore jnrichftïngeA elders
ook in grootero steden.
Niettegenstaande de werkloosheid in de
laatste tijden in deze gemeente van zeer ge
ringen omvang is, melden zich thans nog da
gelijks ongeveer 40 volwassen personen en
12 kinderen voor opnemicvg aan. Opheffing
der inrichting in haa-r huldigen vorm zou
den zooevengenoemden steun aan vele onzer
arme medeburgers dus ontnemen, zonder,
bij omzetting in een nachtverblijf voor on-
behuisden, aan dezelfde categorie van per
sonen grooteren of meerderen ateun to ver-
leenen.
Onbehuisdo inwoners van Leiden zullen
or toch wol niet vele zijn; zwervers en door-
trekkenden vormen do groote meerderheid
der onbehuisden. De Stedelijke Werkin
richting is echter een inrichting ten be
hoeve van Leidsche ingezetenen. En als
zoodanig heeft zij haar nutv
E-on ander lid vroeg naar do herkomst
van don post: plaatsing en verzorgingskos-
ten in do gestichten dor Mij. van Welda
digheid.
Dit artikel, zoo liohten B. en W. dit lid
in, dateert uit den tijd, toen tal van per
sonen £Vfc deze gemeente in cfe gestichten
der M. v. W. verpleegd werden. Nog één
gezin is het eenig overgeblevene van deze
verpleegden. Deze post is vrijwel door tra
ditie gebleven.
Een der leden vroeg of de Armenraad vol
doet aan hetgeen men zich bij do oprichting
daarvan voorgesteld, heeft.
Naar de meening van het Dag. Bestuur
van den Armenraad, waarbij B. en W. zioh
aansluiten voldoet do Armenraad aan het
geen men zich bij de oprichting heeft voor
gesteld. Dit kan o.a. blijken uit het verslag
over het jaar 1915 Evenals de~ Armenraden
in andere gemeenten, moot ook de Armen
raad te Leiden zich bij het publiek inwer
ken. Dit geschiedt langzamerhand, getuige
do inlichtingsdienst, waarvan zoowel door
particulieren als door instellingen van wel
dadigheid hoe langer hoo meer gebruik
wordt gemaakt.
Opgemerkt werd ook, dat het lokaal van
de Arbeidsbeurs niet voldoende ruimte biedt
en dat uitbreiding hier wel noodig is.
B. on W. antwoorden, dat plannen voor
een beteite huisvesting der gemeentelijke
Arbeidsbeurs bij hun College in ernstige
overweging zijn.
Een lidi sprak zijn bevreemding uit over
het. feit, dat omtrent de nadere regelingen
inzake do verzekeringen tegen geldelijke ge
volgen van werkloosheid nog niets naders
bekend is.
Ook B. en W, hebben zich verwonderd,
dat do van Rijkswege toegezegde regeling
nog steeds uitblijft, al door den Minister
indertijd de mogelijkheid opengelaten, dat
de tusschenregoling nog tot 31 Deo. a.s. zou
kunnen voortduren.
Een lid bracht huldo aan den secretaris
van het Werkloozenfonds, nrr. Draayer,
wegens zijn uitstekende werkzaamheden,
waarbij B. en W. zich gaarne aansluiten.
Een lid vroeg, of do z.g.n. vrije paarden
markt bijdraagt tot den bloei van de ge
meente, of zij aan do verwachtingen be
antwoordt en het geld, dat er voor wordt
uitgegeven, goed besteed kan worden ge
noemd 1
De vrijo paardenmarkten bezorgen aan
verschillende neringdoenden, eöi 'dus ook
indirect aan de gemeente, voordeel, zeg
gen B. en W., aangezien bij gelegenheid
van die markten steeds veel mensohen van
buiten-de gemeente bezoeken en alhier hun
verteringen maken.
In den regel worden op de paardenmark
ten ruim 200 paarden aangevoerd. Slechts
in September 1914, toen er, in verband met
de mobilisatie, kort te voren vele paarden
door ;t Rijk waren aangekocht, en in Juni
j.l., toen kort voor den marktdag een groot
aantal paarden naar het buitenland was uit
gevoerd, bedroeg do aanvoer niet meer dan
resp. 164 en 105 paarden.
Met het oog op de gunstige ligging van
Leiden voor hot vervoer, zoowel te water
als te land, is het volstrekt niet uitgeslo
ten, dat de levensvatbaarheid der markt
hoe langer hoe meer zal toenemen. Yoor'oo-
pig is het echter nog niet gewenscht tct
het heffen van marktgeld over te gaai. De
uitgaven, aan do markt verbonden, zijn niet
groot; in 1916 bedroegen zij ruim f 225.
Door meerdere leden werd in verband
met de distributie van levensmiddelen hulde
gebracht aan dr. Yan Eek en met voldoe
ning geconstateerd, dat juist is gebteken t
steeds door den burgemeester ingenomen
standpunt, dat verzoekschriften betreffen
de het beschikbaar stellen van goedkoope
levensmiddelen niet bij den R^-ad thuis be-
hooren, en dat de meerdere kosten dier be
schikbaarstelling komen ten lasto van het
Rijk.
De vraag werd gesteld, of da uitgaven
voor deze posten tegenover de geraamde
inkomsten, niet te laag getaxeerd zjjn en
of de kosten voor de gemeente niet aan
zienlijk hooger zullen blijken te zijn.
Blijkens voorstel van B. en W., opgei-
nomen onder No. 213 der Ingekomen Stuk
ken, wordt het nadeelig slot der exploitatie
van het levensmiddelenbedrijf over de mnan-
den October, November en December 1916
zeer globaal geraamd op f 16,000, terwijl
de kosten wegens de varkensvlesschvoor-
ziening en die van de brandstoffenvoorzie-
ning over hetzelfde tijdvak resp. op f 10,000
en f 11,000 zijn begroot.
Alleen al hieruit zal duidelijk zijn, dat het
op den dienst 1917 "geraamde nadeelig
saldo ad f 60,000 veel te laag is. Een
raming, die ook maar eenigszins de wer
kelijkheid nabijkomt, is echter thans nog
niet te maken, aangezien geheel onbekend
is, hoever de voorziening van reeds gedistri
bueerd wordende waren zal worden uitge
breid en over welke andere artikelen het
levensmiddelenbedrijf zijn bemoeiingen nog
zal gaan uitstrekken.
Vóór de vaststelling van Eet percentage
van den hOofdelijken omslag, d. i. dus uiter
lijk in de maand Mei van het volgend jaar,
zullen B. en Wl den Raad een nadere
regeling ter vaststelling aanbieden.
Een lid oordeelde, dat het ramen van een
zoo hoogen post voor Onvoorziene Uitga
ven, getuigde van 'een gr cot optimisme bn
B. en Wl Hij meende, dat de Raad moet
Zorgen voor de belangen van alle ingezete
nen en niet ia een vereeniging tot bevor
dering van de belangen der ambtenaren. Dit
lid achtte het zeer onvoorzichtig allerlei loo-
nen te gaan verhoogen, zonder dat wij
weten wat de toekomst voor. ons in den
schoot bergt.
Onder cieza oeconomische zoo' verwarde
omstandigheden zou hrj geen algemeene sa-
larisverhooging willen ter hand nemen.
Een ander lid zeide, dat de levenseischen
weel hooger geworden zijn.
Naar zijn meening komt de oude" toestand
niet meer terug; dat kan niet, meende liij»
Deze laatste meening vond bestrijding.
De hoogo raming van dezen po3t houdt,
zooals trouwens In de toelichting gezegd is,
niet alleen verband met nog te voteeren
salarisverhoogingen, doch dient tevens, om
de toekenning van duurtetoeslagen ook in
1917, wanneer zulks noodig mocht blijken,
mogeljjk te maken. Met een en ander be
hoort bjj het samenstellen der begrooting
rekening te worden gehouden, zoggen K,
en W. Dit neemt echter niet weg, dat hier-»
door in geen enkel opzicht wordt gepreju*
dicieerd op, nog door den Raad te dezer
zake te némen besluiten. De Raad blijfl
daarin, gelijk vanzelf spreekt, volkomen vrij.
Brj onveranderde vaststelling van de bij
deze Memorie voorgestelde wijzigingen, zul*
len do gewone ontvangsten vermeerderen
met f 33,438.40V* en verminderen mét
f 870,889.40V2, derhalve een vermindering}
ondergaan van f 837,451.
De gewoneuitgaven zullen met f72,324"
worden verhoogd en met f 908,948 worden
verlaagd, zoodat zjj met f 836,624 zullen
dalen.
Alles te zarnen genomen zal derhalve
in een bedrag van f 837,451f 836,624
f 827 moeten worden voorzien.
B. en W. stellen voor den post „OnvoorV
ziene Uitgaven" hiervoor niet te' vermint
dereü, doch den post „Hoofdelijke Omslag'2
met f 827 te verhoogen. j
Dierenmishandeling.
Zeer geachte Heer RedacteurI i r
u mij eenige plaatsruimte willen scheid
ken in uw veel gelezen blad? Ik betuig
brj vcorbaat mijn dank.
Reeds meerdere malen de Hooglandsch©
Kerkgracht passeereade, was ik getuige va©
de daar plaats hebbende stuitende mishandel
ling der daar gestalde, meestal oude en af,
gewerkte bodepaardjes. Vooral de jongens,
zonen of knechtjes van Jrode .Verlaan, vei»,
dienen een berisping. i
Zee zag ik 1.1. Dinsdag, en meerderen
met mjj, hoe bij het uitspannen de eene jon»
gen het paard een schop met den klompl
tegen de acht-erpooten gaf, waarop het een
paar stappen vooruit deed. De tweede, vook
aan bezig, gaf het dier een Blag tegeüt
den kop, die het terug deed gaan. Weea
kreeg het een ruwen schop en toen het
daarop weer vooruit wilde, pakte do voort-
aanstaande jongen het arme bruintje bjj
den neus en bleef daarin knijpen, met in<
spanning van alle krachten. Toen kwam IH
tusschenbeide, en zeide den jongen terstond
het paard los te laten, waaraan ten slotta
voldaan werd. Los gemaakt, werd het paard!»
je toen z<5ó woest naar zijn o! zoo viezen, doiW
keren stal gejaagd, dat het uit -freas vooo
slaag en pchoppen, zoo hard trachtte ta
rennen, dat het bijna yiel.
Ik wilde deze zaak onder de aandacht vad
het weldenkende publiek brengen, opdat die»
renvrienden, daar voorbjjgaande, eenige aan
dacht schenken aan de behandeling dier arma
paarden, die, bij hun meestal overdadig zwa^
ren arbeid, een dergelijk lijden moeten ver»
duren, zonder zich te kunnen beklagen oi
verweren. Mogelijk, dat dan door het inbrea»
gen van klachten ter bevoegder plaatse eens
eenige verbetering kome in hun lot.
U, Mijnheer de Redacteur, dankzeggend
voor uwwelwillendheid,
Leiden, 26 Oct. 1916. H S.
Ondanks eerevroord ontvluchte
Du&tsche geïnterneerden.
Men schrijft aan cle „Nieuwa Ct.":
In het midden van September 1.1. keerde
da Einjahriger (onderofficier) O. Petersen,
geïnterneerd ta Wicrickerschans, niet van
verlof terug, ofschoon hij alvorens met ver»
/of ta gaan, schriftelijk had verklaard, dij
wel ta zullen doen. Nu is uit Duitschlaud
bericht ontvangen, dat h(j aldaar behouden!
Is aangekomen.
Vóórdat geïnterneerde officieren met ver»
lof gaan geven zjj schriftelijk han eerei»
woord, niet te zullen ontvluchten, militairen
beneden den officiersrang geven daartoe eau
schriftelijke belofte, dia even bindend is.
In het berjln van 1915 ontvluchtten eeu
Duitsche officier en oen Duitscha onder»
officier uit- het interneeringskamp ta Ber»
gen na schriftelijk verklarü-d ta hebben,
ferug ta -zullen komen.
Zij braken daardoor hun eerewoord eS
werden door de Duitsoha regeering naai!
Nederland terug gezonden. Men mag nrt
NAAR HET engelsoh
door
IJLLIAS CAMPBELL DAVIDSON.
(Nadruk Verboden),
M
„Wol, i& bedoel, dal) etl m'aifr jeen kor to
Jêg tot geluk bestaat voor zoover ik ooit
leb gebeerd. En daarbij zulk oen gemakke
lijke. 't Is grappig, dat de menschen er naar
moeten zoeken om dien te vinden. Het is
gen natuurwet, anders niet. Men kan niet
gelukkig werden, als men andere menschen
met gelukkig maakt. Ik weet niet waarom
het zoo moet zon, maar de wereld is nu
Eenmaal zoo gesobapen. Als u andereu tracht
fe. heIp-.oi, dan zult u zich nooit vervelen of
rampzalig veelei) en uw eigen verdriete-
lfklieden schenen van geen beteekenis. Heeft
u 't 'nooit ggprobeord?"
„Nooit. Ik heb zelfs nooit van zoo iels
gehoord."
- En toeh begon vaag, heel vaag, in zjjn
'gemoed de vraag op fe rijzen o£ zjj geen
'gelijk koa hebben. Haar rein, kalm gelaat
had zulk ee» uitdrukking van opgewektheid',
van een los van zichzelf zjjn. Als dat het
geheim er van was, dan kon men zeker niets
B9ters deen dam haar levenspad te volgen.
„U heelt dat zeker gedaan, denk ik. Daar
om' woet n betf' barstte hij plotseling uit,
half bwebaamd over zijn eigen stoutmoedig
heid.
Zjj kreeg een weinig kleur, maar lraa'r
zbchfe oogen- bloveu op de zjjne gevestigd.
Zq Ontmoetten bedaard zjjn vurigon blik.
„Ik was niet gelukkig, geloof ik, totdat
ik dat uitvond," zei ze zacht, terwijl zij
de tjilpende, huppelende vogeltjes op den
jveg weer een handvol kruimels toewierp.
„Ik placht het leven oen moeilijk iets te
vindeD.Zjj liet haar kin in haar hand rus
ten, klie mooi en gevuld was, al miste zjj
ook de blankheid van die van Rosamund.
„Totdat ik begreep, flat er niets was, dat
het suffer en eentoniger maakte dan het
voortdurend denken aan zichzelf. Als men
aan anderen denkt en voor hen iets doet, dan
verandert dat, op dezelfde manier als wan
neer men door eon rood stuk glas kijkt
nadat men door een blauw heeft gekeken.
Wat koud en huiverig en droevig was, ver
andert dadelijk en wordt vrooljjk, warm en
mooi. 't Is verwonderlijk, hoe alles dan an
ders lijkt. Ik ben overtuigd, volkomen over
tuigd, dat 't het wars geheim is. 't Is al
leen maar jammor, dab het ons zooveel tjjd
kost om dat te ontdekken."
En toen, toen opeens overkwam Wynrb
Stanley iets wonderbaarlijks. Hot was alsof
iemand de kurk had afgetrokken van eea
flesch, die nooit eer was geopend. De opbor
relende vloeistof daar binnen in rees in een
verlichtend schuim naar de oppervlakte en
begon met kracht naar buiten fe ptroomen;
XXVII,
>iBliliJseri, die 't eerat den hemel zoeJcen'j
Uw g-elieele ziel Llg-t In uw oogen",-
IL PENSEROSOj
Hij vertelde haar alles omtrent Zichzelf.
Dat wil zeggen, alles, behalve het geval met
den sigarettenkoker. Dat liet hj) achter
wege. Hij voelde dien in zijn zak branden,
terwjjl hjj met haar sprak; naar het hem
voorkwom was het een werkelijk lichamelijke
Warmte, zooals de ^cdachtejkraiaan in zijn
hart brandde'. Maan hij sprak er niet over.
Hp gaf aan zijn gemoed lucht, door haar
alles te vertellen van zjjn eenzame, ellendige
jongensjaren, van al zijn strjjd, al zjn ont
beringen. Dingen, waarvan hij altjjfl lïad ge
meend, dat hij zich zou schamen die aan
eenig menschelijk wezen te vertellen, kwa
men als vanzelf over zijn ontboeide tong en
vloeiden in haar gebogen en aandachtig oor.
Sylvia had iefe over zioh, sommige
vrouwen hebb'en dat dat tot vertrouwen
uitnoodigt; meer nog: daartoe aandrijft. Aan
die vrouwen worden door vreemdelingen in
spoorwegcoupé's of door hun toevallige dan
sers op een bal wonderlijke tragedies en
drama's toevertrouwd. Het is alsof zij èen
talisman bezitten, die iemand aanraakt en
aan wiens aanraking niemand weerstand kan
bieden.
.Wynnsfanloy had nooit gedacht, dat hij',
Zoolang hij leefde, zalke- openhartige ont
boezemingen zou doen, zijn innerlijk leven,
zijn verdriet, zjjn nooden aan eenig levend
Hezen zou blootleggen.
Hjj vertelde haar alles, Zelfe dat hij1 eeü
vrouw had liefgehad o-f meende lief te heb
ben, totdat haar verachting voor hem den
dunnen sluier had verscheurd en hem: yas
geblekem dat de behoefte aan liefde Jtem had
gedreven. Hij spaarde zichzelf niet. Do mis
dadiger, die het geheim van zijn misdaad
te lang met zioh heeft rondgedragen, om
dat nog langer te kunnen bewaren, ontbloot
met een verlicht gevoel z^'n rug voor de
zweepslagen. Zelfs, al wist zg hét ergste van
hem,, 'dan verlangde hjt toch, dat zij het
Weten zou. l 1 -
Alleen hield hjj nog die episode van den
Sigarettenkoker voor. moh, H j zou haar niet
kunnen zien opstaan en hem" een gelaat toe-
keeren, 'dat Rosamunds vernietigende, woory
den weerspiegelde. Hij kon de belangstel
ling, die zjj hem toonde, niet in haar dooden,
die heerlpke, kostbare belangstelling, die
plotseling op zichzelf meer waarde hrrn ver
kregen, dan hij ooit aan iets in zijn leven
had toegekend. En toch voelde hij opeens een
steek in zijn gemoed bij de gedachte, dat
zij hem om zijn oprechtheid zou verachten.
Hij hield plotseling met een 'zonderlingen,
pijnlijken schroom' og.
„U zal hel mogelijk dwaas van mij1 vin
den, dat ik u dit alles vertel."
En zij met haar grooten tact begreep
alles; zulk een 'tact is een geschenk van
God, een soort van extra zintuig. Zrj wist,
dat slechts op één manier die plotselinge
vrees kon weggenomen wordeD, en zij wend
de die dadelijk aan,
„Neen. Ik vind het aardig van u'. Het
toont, dat u mij als uw vriendin beschouwt.
Neem nu eens aan, dat ik op mrjn beurt
iots van mijzelf vertel. Dan zqn yif gelijk,
nietwaar?"
En zij 'deed op ©en aardig© manier en
opgewekt een ander verhaal van armoede en
strijd en zorg en onzekerheid; maar zij ver
telde dat met een glimlachend gezicht.
Men kwam ternauwernood op het ideëy
dat het zooveel treurigs en sombera be
vatte, terwijl haar welluidende stem van
zooveel tevredenheid getuigde on haar ge.
laat zoo rustte on kalm was.
„Ik was ook anm Ik ben altijd arm ge
weest. Het doet mij niet vreemd aan, als
ik en oven hoor. Mijn moeder kende dat
alles, waarover; u spreekt ook die din
gen, die u nu heeft. Zij placht mij er van
te Vertellen. Maar zö moest er van afzien,
toen zjj mot mijn vader trouwde; Hij was
ook arm. Zij was gouvernante geweest na
dat haar vader stierf ©n hun geld op was,
Zij heeft mij alles geleerd, wat ik weoü..
Maar hij mijn vader was niet goedl
voor haar. Hij had een sleoht humeur en
haar maniereu wekten zijn ergernis op. Hij
dacht, dat zij op hem neerzag. Maar wer
kelijk, zij zou dat nooit hebben geiaanl
Mijn arm moedertje! Hij keerde zioh. meen
en meer tegen haar. Ik heb nooit hot fijna
van de zaak geweten, maar in 't laatst
kibbelden zij vreeselijk. Het is een geheim
huwelijk geweest en lrjj beweerde, dat zjj
niet kon bewijzen, dat zjj getrouwd waren.
Zij wist niet eens, waar zrj getrouwd waren.
Z(j waren daarvoor naar een verwijderd©
stad gegaan. Zij kon niets inbrengen tegen,
da wreeds verwaarlooring, waarmee hij haar
behandelde. Op een nacht, midlen ia don
winter, zette hg haar do deur uit. Zjj had
geen geld en wist niet waar heen ta gaan,
Hjj was altijd zoo, vertelde zij mij, hard»
vochtig, brutaal en haatdragend. Zjj had
kunnen sterven en hg zou zioh er nieta
van hebben aangetrokken. En het was alles
ellendige hoogmoed on misverstand van hei
begin tot het eind. Hij zei tegen haar, daj
zij dood voor hem was en hij, zelfs haas
zjj dood voor hora was en hjj
zelfs haar naam wilde vergeten. Mjjj.
moeder was, denk ik, ook trotsoh'. Zjj
wilde den naam niet dragen, dien hrj haai
misguade. Zjj was weduwe, toen zij met'
hem in het huweljjk trad, en zjj nam haas
ouden naam weer aan, haar eigen naaipf
voordat zjj trouwde. Zjj was een mis3 Mar»
tin. Toen werd ik geboren en zij gaf Ie©
om in ons beider onderhoud te voorzien»
totdat zij or langzamerhand, te ziek vooi
werd. Zij was langen tjjd ziek en ik wa©
nog niet heel oud, toen zij stierf en mjf
alleen liet. Ik moest toen voor mjjzelj
morgen. (Wordt vervolgd.).