No. 17384. LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 27 October. Tweede Blad. Anno 1916. ingezonden. FEUILLETON. Purper en Fijn Linnen. Algemeen Verslag van het VerhaitctelJte In de Secties van den gemeenteraad. IV (slot). Over Éeis c&dersvij-a, met maan© hot lager jqjfd'erwijs, wenden wadier verschillend© op- ïüerkingeaa gemaakt. Zoo "wa<£ één lid van è'owi'eeS, <iwfc de tweede klasse van de 'Meisjesschool isto kl. wegens het grcoot aantal leerlingen gesplitst moet worden. B. <ra "W. stsBen daarover advies in win ti en en daarna aal door hun college een beslissing in des© worden genomen. Een ander lid achtte de oprichting van *feta. handelsschool met 3-jarigen cursus in iiefc belang der gemeente. Andere leden w'ezen er op, da& Kennis is Macht" reeds ih de behasite aan dat onderwijs voorziet. iVolgeoa B. en W. bestaat aan een han- 'dedsschoöfl, alwaar overdag les wordt ge geven, in Leiden niet voldoende behoefte, aangezien do e%edijke handelsstand in dtoe geaneea/te daarvoor niet sterk genoeg ver.tegienmwwd^d is. 'Aan den cursus van het genootschap j,Kennis is Mao&tf" wordt aan een 325-tal mannelijke en vrouwelijke leerlingen, met een leeftijd van 13 tot 35 jaar, handelson derwijs gegeven. Verreweg het grootste gedeeÜte van die leerlingen is werkzaam op kantoren, in winkels en in fabrieken, ten gevolge waarvan zij slechts de avond aren voor hun stadie beschikbaar heb'bcn. Zij zouden dus seker geen dagschool kun nen bezoeken, al bestond die, en voor hen |pu „Eemads Macht" de aangewezen gelegenheid blijven, om zich verder te ont wikkelen en te bekwamen. Een lid vroeg of B. en W. in verband met het gebrek aan onderwijskrachten niet zronden wiBen overwegen om aan de hoof den van eukolo scholen het onderwijs in een klasse op te dragen en zich hiervan niet zouden laten weerhouden door te ver gedreven öefdo voor het ambulantisme. Zooals reeds bij de Algemeen© Beschou wingen werd opgemerkt, hebben B. en W. over het csnfculamtisane nogmaals advies gevraagd aan de Plaatselijke Schoolcommis sie. Een lid bracht hulde aan het hoofd der school 1ste klasse voor jongens, den heer Van Wamden. Ook van de hier gebrachte hulde nam het College van B. en W. met genoegen kennis. Een lid meende te weten, dat aan de kinderen op de»e school ook in de lagere passen scer veel huiswerk, wordt gegeven gevraagd werd naar het resultaat van het overleg zoet het hoofd der school, dat bij de Memorie van Antwoord ten vorlgen ja- i*e was in mfczaekfc gesteld. Op grond van ingewonnen inlichtingen meen en B. en W., dat niet met grond k/i.n Worden beweerd, dat op de Jongensschool lste klasse te veel huiswerk wordt opge geven. Tot verdere beperking of volledige afschaffing van het huiswerk kan bezwaar lijk worden overgegaan, aangezien de meeste leeriiageo opgeleid moeten worden voor de Hocgero Burgerschool of het Gymnasium. Gevraagd werd nog of 'door toevoeging yan een leerjaar aan den cursus de leerstof niet gemakkelijker door de leerlingen zou gunnen weden opgenomen en gaf dit denk beeld aan B, en W. in [ernstige, overwe eg- Over iet denkbeeld, om op de' Jongens school lste klasse de leerstof over 7 in fpliaafg van over 6 jaren te verdoelen, hebben B. en ,W. eveneens -het gevoelen der Plaat selijke Schoolcommissie ingewonnen. Haar rapport beeft hen uit den aard der zaak nog niet bereikt. Een lid woog of aan B. en Wl de" reden bekend is, waarom de resultaten van het onderwijs aan do Kweekschool voor Onder wijzers zoo ongunstig z$n; dit naar aan leiding van Jtet feit,-, dat 50 pCt. van del leerlingen bg bot laatst gehouden examen niet is gedaagd. De als een feit geuite bewering, dat 50 pCt van 'de leerlingen bij het laatst gehouden examen niet is geslaagd, is vol gens B. en iWv onjuist. Van de 22 leer lingen 'der Gemeentelijke Kweekschool, die dit jaar" in Haarlem, Utrecht en Amster dam examen hebben afgelegd, zjjn er 8 afgewezen. De reden, waarom ook' dezei 8 leerlin gen niet zijn geslaagd, is moeilijk te zeggen. Zooals zjj reeds in de Memorie van Ant woord betreffende do begrooting voor het jaar 1915 opmerkten, kunnen meerdere of mindere aanleg der kweekelingen,meerdere of mindere geschiktheid om examon te doen, ziekte, huiselijke omstandigheden, het. niet- slagen van een knappen leerling kort te voren en zoovele andera faotoren oorzaak zijn van minder goede resultaten. Eèn lid vroeg of de post voor een loods tot berging van rijwielen, niet kan worden teruggenomen, tot de prijzen van materialen tot een normaal peil zijn teruggekeerd. De behoefte aan een rijwielloods voor do school Aalmarkt, is, volgens B. en W., zóó groot, dat zij meenen het maken niet tot een volgend iaar. tel mogen uitstellen, te minder, waar het niet waarschijnlijk is, dat do prijzen van materialen in de eerstvol gende jaren tot normale,hoogte zullen dalen. Een der leden achttei do oprichting van een Centraal-bureau voor leermiddelen en schoolbehoeften een financieel voordeel voor. de gemeente. Het denkbeeld zal door, B'. en S3t worden! overwogen. De vraag, of het schoolgebouw voor de" H. B.-S. voor Jongens bij gebruik reden tot tevredenheid geeft en aan de gestelde ver wachtingen voldoet, wordt door B. .en W. bevestigend beantwoord. Op het subsidie voor het Stedelijk Mu ziekkorps werd ook weer een aanval' ge daan. Er werd nu door een lid voorger steld het met f 1000 te verminderen eni het geleidelijk te doen vervallen. Zooals B. en W. reeds mededeelden in de Memorie van Antwoord betreffende de be- grooting voor^ 1913, zal vermindering van net subsidie opheffing van "het Muziekkorps ten gevolge hebben, aangezien de geheele opzet ia gebaseerd op oen subsidie van de gemeente ten bedrage van f4000 en reeds de uiterste zuinigheid wordt betracht, aldus het antwoord. Er wordt, volgens een lid, geklaagd oveï! de werkzaamheden der stadsdoktoron; dit lid vroeg of het niet wenschelijk zou zjjp tot een andere richting der armenpraktijk zijn toevlucht te nemen en niet aan de doktoren zelf over te laten hoe zrj deze praktijk zullen uitoefenen, doch' hen, zoo mogelijk, onder controle te stellen. Onderzoek naar de gegrondheid van 'del hier geuite vage klachten, is B. en Wl niet mogelijk, zoolang elke nadere aandui ding en .vermelding van feiten gemist wordt. In welk opzicht over de werkzaamheden: der stadsgeneesheeren wordt geklaagd, op welke gronden. <Jie klachten berusten en waarom een andere inrichting der armen praktijk gewenscht wordt, is in het ver slag met geen enkel woord nader' toege licht. Zooals zij. het vorige jaar reeds in <Je Memorie van Antwoord opmerkten, wordt in do zorg voor armlastige ingezetenen, wat betreft genees- en heelkundige hulp, naar. de meenmg van hun College, door de zes stadsgeneesheeren voldoende voorzien. Aan de doktoren zelf wordt volstrekt niet overgelaten, hoe zij de armenpraktijk uit oefenen; zooals het lid toch bekend zal zijn, is hun dienst geregeld in de verordening van 20 December 1900 en voor zoover hun bekend, wordt die verordening door del stadsgeneesheeren behoorlijk nageleefd. Eén lid vroeg wat gebeurt met armen, die niet geheel hersteld zijn; hem was ge bleken, dat in 1914 en 1915 op. "dezen post niets is uitgegeven. Na ontslag uit het Academisch Zieken huis keeren verreweg de meeste armlastige patiënten naar hun woning terug, zeggen B. en W. en ontvangen dan, zoolang zij nog niet in staat zijn door arbeid hun brood te verdienen, van gemeentewege onder steuning. Blijkt verpleging in een parti culiere inrichting, na "het yertrek uit het Academisch Ziekenhuis nog noodig, dan wor den do patiënten, in oveieg met het des betreffend armbestuur, naar een derge lijke inrichting overgebracht. In 1915 was, voor zoover hun bekend is, slechte In één geval' naverpleging in 'een particulier zie kenhuis noodig. Er bleek toen echter tijde lijk nergens plaate te zijn. Thans wordt echter in het St.-Elisabeths- gesticht een patiënte verpleegd, voor wie de verpleegkosten gedeeltelijk door de go-, meen te worden betaald. Een lid merkte op, dat de Stedelijke Werkinrichting niet meer aan haar doel be- antwoo|fc3b; van werkverschaffing, in den modernen zin, is er geen sprake; de in richting schijnt nog slechts te bestaan, om dat zij er vanouds nu eenmaal is; zou het geen aanbeveling verdienen de inrichting in dezen vorm af te schaffen en bestaat er niet veeleer behoefte aan een inrichting ovoor onbèhuisden (nachtverblijf), waaraan een werkinrichting in modernen zin ver bonden is? Het lid, hier aan het woord, ziet, naar de meening van het Dag. Bestuur het vele nut over het hoofd, dat door do Stedelijke Werk inrichting aan tal van onze meest behoef tige medeburgers wordt gebracht door Uot Verschaffen van voedsel, onderdak en bo vendien eenig geld, in ruil voor een weinig arbeid hunnerzijds. De werkzaamheden, dio in do Werkinrichting worden verricht zijn overigens van denzelfden aard, als die in soort.gellijke grootore jnrichftïngeA elders ook in grootero steden. Niettegenstaande de werkloosheid in de laatste tijden in deze gemeente van zeer ge ringen omvang is, melden zich thans nog da gelijks ongeveer 40 volwassen personen en 12 kinderen voor opnemicvg aan. Opheffing der inrichting in haa-r huldigen vorm zou den zooevengenoemden steun aan vele onzer arme medeburgers dus ontnemen, zonder, bij omzetting in een nachtverblijf voor on- behuisden, aan dezelfde categorie van per sonen grooteren of meerderen ateun to ver- leenen. Onbehuisdo inwoners van Leiden zullen or toch wol niet vele zijn; zwervers en door- trekkenden vormen do groote meerderheid der onbehuisden. De Stedelijke Werkin richting is echter een inrichting ten be hoeve van Leidsche ingezetenen. En als zoodanig heeft zij haar nutv E-on ander lid vroeg naar do herkomst van don post: plaatsing en verzorgingskos- ten in do gestichten dor Mij. van Welda digheid. Dit artikel, zoo liohten B. en W. dit lid in, dateert uit den tijd, toen tal van per sonen £Vfc deze gemeente in cfe gestichten der M. v. W. verpleegd werden. Nog één gezin is het eenig overgeblevene van deze verpleegden. Deze post is vrijwel door tra ditie gebleven. Een der leden vroeg of de Armenraad vol doet aan hetgeen men zich bij do oprichting daarvan voorgesteld, heeft. Naar de meening van het Dag. Bestuur van den Armenraad, waarbij B. en W. zioh aansluiten voldoet do Armenraad aan het geen men zich bij de oprichting heeft voor gesteld. Dit kan o.a. blijken uit het verslag over het jaar 1915 Evenals de~ Armenraden in andere gemeenten, moot ook de Armen raad te Leiden zich bij het publiek inwer ken. Dit geschiedt langzamerhand, getuige do inlichtingsdienst, waarvan zoowel door particulieren als door instellingen van wel dadigheid hoe langer hoo meer gebruik wordt gemaakt. Opgemerkt werd ook, dat het lokaal van de Arbeidsbeurs niet voldoende ruimte biedt en dat uitbreiding hier wel noodig is. B. on W. antwoorden, dat plannen voor een beteite huisvesting der gemeentelijke Arbeidsbeurs bij hun College in ernstige overweging zijn. Een lidi sprak zijn bevreemding uit over het. feit, dat omtrent de nadere regelingen inzake do verzekeringen tegen geldelijke ge volgen van werkloosheid nog niets naders bekend is. Ook B. en W, hebben zich verwonderd, dat do van Rijkswege toegezegde regeling nog steeds uitblijft, al door den Minister indertijd de mogelijkheid opengelaten, dat de tusschenregoling nog tot 31 Deo. a.s. zou kunnen voortduren. Een lid bracht huldo aan den secretaris van het Werkloozenfonds, nrr. Draayer, wegens zijn uitstekende werkzaamheden, waarbij B. en W. zich gaarne aansluiten. Een lid vroeg, of do z.g.n. vrije paarden markt bijdraagt tot den bloei van de ge meente, of zij aan do verwachtingen be antwoordt en het geld, dat er voor wordt uitgegeven, goed besteed kan worden ge noemd 1 De vrijo paardenmarkten bezorgen aan verschillende neringdoenden, eöi 'dus ook indirect aan de gemeente, voordeel, zeg gen B. en W., aangezien bij gelegenheid van die markten steeds veel mensohen van buiten-de gemeente bezoeken en alhier hun verteringen maken. In den regel worden op de paardenmark ten ruim 200 paarden aangevoerd. Slechts in September 1914, toen er, in verband met de mobilisatie, kort te voren vele paarden door ;t Rijk waren aangekocht, en in Juni j.l., toen kort voor den marktdag een groot aantal paarden naar het buitenland was uit gevoerd, bedroeg do aanvoer niet meer dan resp. 164 en 105 paarden. Met het oog op de gunstige ligging van Leiden voor hot vervoer, zoowel te water als te land, is het volstrekt niet uitgeslo ten, dat de levensvatbaarheid der markt hoe langer hoe meer zal toenemen. Yoor'oo- pig is het echter nog niet gewenscht tct het heffen van marktgeld over te gaai. De uitgaven, aan do markt verbonden, zijn niet groot; in 1916 bedroegen zij ruim f 225. Door meerdere leden werd in verband met de distributie van levensmiddelen hulde gebracht aan dr. Yan Eek en met voldoe ning geconstateerd, dat juist is gebteken t steeds door den burgemeester ingenomen standpunt, dat verzoekschriften betreffen de het beschikbaar stellen van goedkoope levensmiddelen niet bij den R^-ad thuis be- hooren, en dat de meerdere kosten dier be schikbaarstelling komen ten lasto van het Rijk. De vraag werd gesteld, of da uitgaven voor deze posten tegenover de geraamde inkomsten, niet te laag getaxeerd zjjn en of de kosten voor de gemeente niet aan zienlijk hooger zullen blijken te zijn. Blijkens voorstel van B. en W., opgei- nomen onder No. 213 der Ingekomen Stuk ken, wordt het nadeelig slot der exploitatie van het levensmiddelenbedrijf over de mnan- den October, November en December 1916 zeer globaal geraamd op f 16,000, terwijl de kosten wegens de varkensvlesschvoor- ziening en die van de brandstoffenvoorzie- ning over hetzelfde tijdvak resp. op f 10,000 en f 11,000 zijn begroot. Alleen al hieruit zal duidelijk zijn, dat het op den dienst 1917 "geraamde nadeelig saldo ad f 60,000 veel te laag is. Een raming, die ook maar eenigszins de wer kelijkheid nabijkomt, is echter thans nog niet te maken, aangezien geheel onbekend is, hoever de voorziening van reeds gedistri bueerd wordende waren zal worden uitge breid en over welke andere artikelen het levensmiddelenbedrijf zijn bemoeiingen nog zal gaan uitstrekken. Vóór de vaststelling van Eet percentage van den hOofdelijken omslag, d. i. dus uiter lijk in de maand Mei van het volgend jaar, zullen B. en Wl den Raad een nadere regeling ter vaststelling aanbieden. Een lid oordeelde, dat het ramen van een zoo hoogen post voor Onvoorziene Uitga ven, getuigde van 'een gr cot optimisme bn B. en Wl Hij meende, dat de Raad moet Zorgen voor de belangen van alle ingezete nen en niet ia een vereeniging tot bevor dering van de belangen der ambtenaren. Dit lid achtte het zeer onvoorzichtig allerlei loo- nen te gaan verhoogen, zonder dat wij weten wat de toekomst voor. ons in den schoot bergt. Onder cieza oeconomische zoo' verwarde omstandigheden zou hrj geen algemeene sa- larisverhooging willen ter hand nemen. Een ander lid zeide, dat de levenseischen weel hooger geworden zijn. Naar zijn meening komt de oude" toestand niet meer terug; dat kan niet, meende liij» Deze laatste meening vond bestrijding. De hoogo raming van dezen po3t houdt, zooals trouwens In de toelichting gezegd is, niet alleen verband met nog te voteeren salarisverhoogingen, doch dient tevens, om de toekenning van duurtetoeslagen ook in 1917, wanneer zulks noodig mocht blijken, mogeljjk te maken. Met een en ander be hoort bjj het samenstellen der begrooting rekening te worden gehouden, zoggen K, en W. Dit neemt echter niet weg, dat hier-» door in geen enkel opzicht wordt gepreju* dicieerd op, nog door den Raad te dezer zake te némen besluiten. De Raad blijfl daarin, gelijk vanzelf spreekt, volkomen vrij. Brj onveranderde vaststelling van de bij deze Memorie voorgestelde wijzigingen, zul* len do gewone ontvangsten vermeerderen met f 33,438.40V* en verminderen mét f 870,889.40V2, derhalve een vermindering} ondergaan van f 837,451. De gewoneuitgaven zullen met f72,324" worden verhoogd en met f 908,948 worden verlaagd, zoodat zjj met f 836,624 zullen dalen. Alles te zarnen genomen zal derhalve in een bedrag van f 837,451f 836,624 f 827 moeten worden voorzien. B. en W. stellen voor den post „OnvoorV ziene Uitgaven" hiervoor niet te' vermint dereü, doch den post „Hoofdelijke Omslag'2 met f 827 te verhoogen. j Dierenmishandeling. Zeer geachte Heer RedacteurI i r u mij eenige plaatsruimte willen scheid ken in uw veel gelezen blad? Ik betuig brj vcorbaat mijn dank. Reeds meerdere malen de Hooglandsch© Kerkgracht passeereade, was ik getuige va© de daar plaats hebbende stuitende mishandel ling der daar gestalde, meestal oude en af, gewerkte bodepaardjes. Vooral de jongens, zonen of knechtjes van Jrode .Verlaan, vei», dienen een berisping. i Zee zag ik 1.1. Dinsdag, en meerderen met mjj, hoe bij het uitspannen de eene jon» gen het paard een schop met den klompl tegen de acht-erpooten gaf, waarop het een paar stappen vooruit deed. De tweede, vook aan bezig, gaf het dier een Blag tegeüt den kop, die het terug deed gaan. Weea kreeg het een ruwen schop en toen het daarop weer vooruit wilde, pakte do voort- aanstaande jongen het arme bruintje bjj den neus en bleef daarin knijpen, met in< spanning van alle krachten. Toen kwam IH tusschenbeide, en zeide den jongen terstond het paard los te laten, waaraan ten slotta voldaan werd. Los gemaakt, werd het paard!» je toen z<5ó woest naar zijn o! zoo viezen, doiW keren stal gejaagd, dat het uit -freas vooo slaag en pchoppen, zoo hard trachtte ta rennen, dat het bijna yiel. Ik wilde deze zaak onder de aandacht vad het weldenkende publiek brengen, opdat die» renvrienden, daar voorbjjgaande, eenige aan dacht schenken aan de behandeling dier arma paarden, die, bij hun meestal overdadig zwa^ ren arbeid, een dergelijk lijden moeten ver» duren, zonder zich te kunnen beklagen oi verweren. Mogelijk, dat dan door het inbrea» gen van klachten ter bevoegder plaatse eens eenige verbetering kome in hun lot. U, Mijnheer de Redacteur, dankzeggend voor uwwelwillendheid, Leiden, 26 Oct. 1916. H S. Ondanks eerevroord ontvluchte Du&tsche geïnterneerden. Men schrijft aan cle „Nieuwa Ct.": In het midden van September 1.1. keerde da Einjahriger (onderofficier) O. Petersen, geïnterneerd ta Wicrickerschans, niet van verlof terug, ofschoon hij alvorens met ver» /of ta gaan, schriftelijk had verklaard, dij wel ta zullen doen. Nu is uit Duitschlaud bericht ontvangen, dat h(j aldaar behouden! Is aangekomen. Vóórdat geïnterneerde officieren met ver» lof gaan geven zjj schriftelijk han eerei» woord, niet te zullen ontvluchten, militairen beneden den officiersrang geven daartoe eau schriftelijke belofte, dia even bindend is. In het berjln van 1915 ontvluchtten eeu Duitsche officier en oen Duitscha onder» officier uit- het interneeringskamp ta Ber» gen na schriftelijk verklarü-d ta hebben, ferug ta -zullen komen. Zij braken daardoor hun eerewoord eS werden door de Duitsoha regeering naai! Nederland terug gezonden. Men mag nrt NAAR HET engelsoh door IJLLIAS CAMPBELL DAVIDSON. (Nadruk Verboden), M „Wol, i& bedoel, dal) etl m'aifr jeen kor to Jêg tot geluk bestaat voor zoover ik ooit leb gebeerd. En daarbij zulk oen gemakke lijke. 't Is grappig, dat de menschen er naar moeten zoeken om dien te vinden. Het is gen natuurwet, anders niet. Men kan niet gelukkig werden, als men andere menschen met gelukkig maakt. Ik weet niet waarom het zoo moet zon, maar de wereld is nu Eenmaal zoo gesobapen. Als u andereu tracht fe. heIp-.oi, dan zult u zich nooit vervelen of rampzalig veelei) en uw eigen verdriete- lfklieden schenen van geen beteekenis. Heeft u 't 'nooit ggprobeord?" „Nooit. Ik heb zelfs nooit van zoo iels gehoord." - En toeh begon vaag, heel vaag, in zjjn 'gemoed de vraag op fe rijzen o£ zjj geen 'gelijk koa hebben. Haar rein, kalm gelaat had zulk ee» uitdrukking van opgewektheid', van een los van zichzelf zjjn. Als dat het geheim er van was, dan kon men zeker niets B9ters deen dam haar levenspad te volgen. „U heelt dat zeker gedaan, denk ik. Daar om' woet n betf' barstte hij plotseling uit, half bwebaamd over zijn eigen stoutmoedig heid. Zjj kreeg een weinig kleur, maar lraa'r zbchfe oogen- bloveu op de zjjne gevestigd. Zq Ontmoetten bedaard zjjn vurigon blik. „Ik was niet gelukkig, geloof ik, totdat ik dat uitvond," zei ze zacht, terwijl zij de tjilpende, huppelende vogeltjes op den jveg weer een handvol kruimels toewierp. „Ik placht het leven oen moeilijk iets te vindeD.Zjj liet haar kin in haar hand rus ten, klie mooi en gevuld was, al miste zjj ook de blankheid van die van Rosamund. „Totdat ik begreep, flat er niets was, dat het suffer en eentoniger maakte dan het voortdurend denken aan zichzelf. Als men aan anderen denkt en voor hen iets doet, dan verandert dat, op dezelfde manier als wan neer men door eon rood stuk glas kijkt nadat men door een blauw heeft gekeken. Wat koud en huiverig en droevig was, ver andert dadelijk en wordt vrooljjk, warm en mooi. 't Is verwonderlijk, hoe alles dan an ders lijkt. Ik ben overtuigd, volkomen over tuigd, dat 't het wars geheim is. 't Is al leen maar jammor, dab het ons zooveel tjjd kost om dat te ontdekken." En toen, toen opeens overkwam Wynrb Stanley iets wonderbaarlijks. Hot was alsof iemand de kurk had afgetrokken van eea flesch, die nooit eer was geopend. De opbor relende vloeistof daar binnen in rees in een verlichtend schuim naar de oppervlakte en begon met kracht naar buiten fe ptroomen; XXVII, >iBliliJseri, die 't eerat den hemel zoeJcen'j Uw g-elieele ziel Llg-t In uw oogen",- IL PENSEROSOj Hij vertelde haar alles omtrent Zichzelf. Dat wil zeggen, alles, behalve het geval met den sigarettenkoker. Dat liet hj) achter wege. Hij voelde dien in zijn zak branden, terwjjl hjj met haar sprak; naar het hem voorkwom was het een werkelijk lichamelijke Warmte, zooals de ^cdachtejkraiaan in zijn hart brandde'. Maan hij sprak er niet over. Hp gaf aan zijn gemoed lucht, door haar alles te vertellen van zjjn eenzame, ellendige jongensjaren, van al zijn strjjd, al zjn ont beringen. Dingen, waarvan hij altjjfl lïad ge meend, dat hij zich zou schamen die aan eenig menschelijk wezen te vertellen, kwa men als vanzelf over zijn ontboeide tong en vloeiden in haar gebogen en aandachtig oor. Sylvia had iefe over zioh, sommige vrouwen hebb'en dat dat tot vertrouwen uitnoodigt; meer nog: daartoe aandrijft. Aan die vrouwen worden door vreemdelingen in spoorwegcoupé's of door hun toevallige dan sers op een bal wonderlijke tragedies en drama's toevertrouwd. Het is alsof zij èen talisman bezitten, die iemand aanraakt en aan wiens aanraking niemand weerstand kan bieden. .Wynnsfanloy had nooit gedacht, dat hij', Zoolang hij leefde, zalke- openhartige ont boezemingen zou doen, zijn innerlijk leven, zijn verdriet, zjjn nooden aan eenig levend Hezen zou blootleggen. Hjj vertelde haar alles, Zelfe dat hij1 eeü vrouw had liefgehad o-f meende lief te heb ben, totdat haar verachting voor hem den dunnen sluier had verscheurd en hem: yas geblekem dat de behoefte aan liefde Jtem had gedreven. Hij spaarde zichzelf niet. Do mis dadiger, die het geheim van zijn misdaad te lang met zioh heeft rondgedragen, om dat nog langer te kunnen bewaren, ontbloot met een verlicht gevoel z^'n rug voor de zweepslagen. Zelfs, al wist zg hét ergste van hem,, 'dan verlangde hjt toch, dat zij het Weten zou. l 1 - Alleen hield hjj nog die episode van den Sigarettenkoker voor. moh, H j zou haar niet kunnen zien opstaan en hem" een gelaat toe- keeren, 'dat Rosamunds vernietigende, woory den weerspiegelde. Hij kon de belangstel ling, die zjj hem toonde, niet in haar dooden, die heerlpke, kostbare belangstelling, die plotseling op zichzelf meer waarde hrrn ver kregen, dan hij ooit aan iets in zijn leven had toegekend. En toch voelde hij opeens een steek in zijn gemoed bij de gedachte, dat zij hem om zijn oprechtheid zou verachten. Hij hield plotseling met een 'zonderlingen, pijnlijken schroom' og. „U zal hel mogelijk dwaas van mij1 vin den, dat ik u dit alles vertel." En zij met haar grooten tact begreep alles; zulk een 'tact is een geschenk van God, een soort van extra zintuig. Zrj wist, dat slechts op één manier die plotselinge vrees kon weggenomen wordeD, en zij wend de die dadelijk aan, „Neen. Ik vind het aardig van u'. Het toont, dat u mij als uw vriendin beschouwt. Neem nu eens aan, dat ik op mrjn beurt iots van mijzelf vertel. Dan zqn yif gelijk, nietwaar?" En zij 'deed op ©en aardig© manier en opgewekt een ander verhaal van armoede en strijd en zorg en onzekerheid; maar zij ver telde dat met een glimlachend gezicht. Men kwam ternauwernood op het ideëy dat het zooveel treurigs en sombera be vatte, terwijl haar welluidende stem van zooveel tevredenheid getuigde on haar ge. laat zoo rustte on kalm was. „Ik was ook anm Ik ben altijd arm ge weest. Het doet mij niet vreemd aan, als ik en oven hoor. Mijn moeder kende dat alles, waarover; u spreekt ook die din gen, die u nu heeft. Zij placht mij er van te Vertellen. Maar zö moest er van afzien, toen zjj mot mijn vader trouwde; Hij was ook arm. Zij was gouvernante geweest na dat haar vader stierf ©n hun geld op was, Zij heeft mij alles geleerd, wat ik weoü.. Maar hij mijn vader was niet goedl voor haar. Hij had een sleoht humeur en haar maniereu wekten zijn ergernis op. Hij dacht, dat zij op hem neerzag. Maar wer kelijk, zij zou dat nooit hebben geiaanl Mijn arm moedertje! Hij keerde zioh. meen en meer tegen haar. Ik heb nooit hot fijna van de zaak geweten, maar in 't laatst kibbelden zij vreeselijk. Het is een geheim huwelijk geweest en lrjj beweerde, dat zjj niet kon bewijzen, dat zjj getrouwd waren. Zij wist niet eens, waar zrj getrouwd waren. Z(j waren daarvoor naar een verwijderd© stad gegaan. Zij kon niets inbrengen tegen, da wreeds verwaarlooring, waarmee hij haar behandelde. Op een nacht, midlen ia don winter, zette hg haar do deur uit. Zjj had geen geld en wist niet waar heen ta gaan, Hjj was altijd zoo, vertelde zij mij, hard» vochtig, brutaal en haatdragend. Zjj had kunnen sterven en hg zou zioh er nieta van hebben aangetrokken. En het was alles ellendige hoogmoed on misverstand van hei begin tot het eind. Hij zei tegen haar, daj zij dood voor hem was en hij, zelfs haas zjj dood voor hora was en hjj zelfs haar naam wilde vergeten. Mjjj. moeder was, denk ik, ook trotsoh'. Zjj wilde den naam niet dragen, dien hrj haai misguade. Zjj was weduwe, toen zij met' hem in het huweljjk trad, en zjj nam haas ouden naam weer aan, haar eigen naaipf voordat zjj trouwde. Zjj was een mis3 Mar» tin. Toen werd ik geboren en zij gaf Ie© om in ons beider onderhoud te voorzien» totdat zij or langzamerhand, te ziek vooi werd. Zij was langen tjjd ziek en ik wa© nog niet heel oud, toen zij stierf en mjf alleen liet. Ik moest toen voor mjjzelj morgen. (Wordt vervolgd.).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1916 | | pagina 5