Nederland en de Oorlog. K«. 17343 2Üa£ei'cSag -O ©ejpteiA'afeeï:* JSei'Sle JBladt. A0. 1910. rsoverzicnt. Pensioen voor IC aartc r 1 e d e n I De Haagsche medewerker van „DE TELE GRAAF" kan zijh vereenigen met de thans in de Grondwetsherziening ingevoegde voor stellen, om aan de Kamerleden vrij reizen on vermeerdering hunner vergoeding van 2000 op 3000 gulden te geven, maar heelt bezwaar tegen het voorgestelde pensioen jea schrijft: .Gaarne erkennen wij, dat de Voorgestelde cijfers matig zijn. Het zullen er niei zoo lu-el veel wezen, die het maximum halen (op liet "c ogenblik hebben alleen de heeren De Beaufort, Borgesius, Lieltinck, Rink, Lohniann, Smeenge, Tydeman. Van der A'élde en Van Vlijmen meer dan 20 jaar dienst", terwijl de hoeren Molens, K'éte- I laar en Brummelkamp er bijna aan toe zijn), maar dit verandert niets aan liet principe. Pensioen maakt, naar ons begrip, van liet Kamerlidmaatschap veel te veel baantje". Het maakt de functie veel II ego er ens waardiger, dan uit een oogpunt I van zuivere reden en landsbelang u-el good I is. Politiek is tegenwoordig toch hl te zeer een vak geworden en de menschen, die laan hóór alles danken 'in materieelen zin wat zo zijn, worden al talrijker. Z-.o zal bet pensioen de collectie beroeps politici stellig vermeerderen, zoo zal het pensioen liet ambt van volksverteg'enwoor- I digei steeds meer'tot pen vak maken." ,,HET VOLK" voegt hieraan toe: AYij kunnen aan deze bezwaren niet Veel Iknoht toekennen. Dezelfde argumenten, 'die I leidden tot liet toekennen van eon geldelijke I vergoeding gedurende de uitoefening van het IKamerlidmaatschap, en thans tot de ver- [iiOjping dier vergoeding, moeten ook logisch I leiden tot het toekennen van een pensiosn- I recht. Do vergoeding wordt toegekend, om- I dat het Kamerlidmaatschap hoe langer hoe I meer den geheeien rnenseh vergt, en aan I het Kamerlid, dat zijn taak ernst'g opvat, I meestal weinig gelegenheid laat om op an- I derc wijze inkomen to verwerven, bijzonder gunstige omstandigheden, zeoals het wonen ia Den Haag, daargelaten. Erkent men dat echter, dan moet men ook erkennen, dat aan het Kamerlid weinig gelegenheid gelaten l wordt om voor zijn ouderen dag te zorgen |en dat dus de toekenning van een pensioen recht .slechts billijk kan genoemd worden. Dat liet pensioen van het Kamerlidmaat schap een „baantje" of een „vak" zou ma ken, en de geldelijke: vergoeding niet, j het is duidelijk-, dat sea rodeneering, die 1 tot die conclusie komt, foutief moet zijn. I -Niet do schadeloosstelling, tijdens of na j de uitoefening van het ambt, maakt het I tot een werkzaamheid, waarvan vélen nage- I noeg hun geheelo bestaanskosten moeten I dekken, maar de voortiurendo uitbreiding I der parlementaire werkzaamheid. Daarbij komt nog een factor, die niet u'.t I het oog verloren moet worden. Er 'zijn ge nvallen bekend van Jiamerleden, die, hoewel [hun leeftijd hun de geschiktheid tot uitoefe- [nin.g van hun ambt had doen verliezen, door hun partij zijn gehandhaafd, omdat men er egen opzag hen broodeloos te maken. De Er. telling van het pensioenrecht maakt aan ïie overweging een einde en verhoogt daar- ®ec het peil van het Parlement. Wij voor ons bezien deze zaak geheel uit (het oogpunt van de democratie. Het is een hoog democratisch belang, dat liet Kamer lidmaatschap ook bereikbaar wordt gesteld voor. onbemiddelde personen. Alles, wat daar- I .tóe meewerken kan, steunen wij. liet Ka- imerlidmaatschap mag geen voorrecht zijn .Voor meergegceden. Daarom juichen wij dé verhooging der reeds iang dcor de stijgende duurte in waarde gedaalde geldelijke ver goeding toe, en daarom stemmen wij ook in met de invoering van een pensioenrecht. „DE RESIDENTIEBODE" zegt: Meer tegenstand zal nrsscliier. lu-t pensioen ontmoeten'. Toch valt er, althans voor. leden, dio lang in de Kamer zetelen, wel voor te pleiten. Zou het echter geen [aan beveling verdienen, een grens to stellen van bijv. acht jaar minimum, zoodat niet ieder, die een blauwen 'Maartdag Kamerlid was,-heel zijn leven met pensioen gaat strij- ,.DÈ TUD" acht de wijziging niet be- j trekking tot lrt pensioen billijk. i Gr ondwe tsh erzienia g. „HET VOLK" schrijft niar aanleiding van de Me- morie van Antwoord in zake de Grondwets- I herziening p.m.: 'Wij kunnc-n in het algemeen d-t standpunt der Regeering, dat de Grondwetsherziening op een compromis tusschen de verschillende partijen zal moeten berusten, als een nueh- ieren en verstandigen grondslag voor het groote wc-rk der Grondwetsherziening wel aanvaarden. Het is de penigo grondslag, waarop, in eén land met zoo scherpe en oude politieks verdeeldheid ais liet onze en dat niet over ee.i overweldigende meerdirheids- meening in het Volk beschikt, een Grond wetsherziening slagen kan, welke juist die punten betrelt, waarop de verdeeldheid kunstmatig dan o£ werkelijk het grootst is. Het blad maakt dan drieërlei voorbe houd, waaruit het de volgende .conclusie trekt: Het zal voor den vorm, die ten slotte .de Grondwetsherziening zal hebben, wanneer zij den parlementairen smeltkroes verlaat, van de allergrootste beteekenis zijn, hoe krachtig zich juist in dezen Grondwetsher» zieningstijd de beweging uit, die de politieke verhoudingen vooruit wil brengen, en in nbo sterke mate zij ér in slaagt, zieh nieuwe aanhangers te werven. Wat ons het stand punt der Regeering, gelijk zij dat voor het tegin van liet laatste bedrijf der Grond wetsherziening nogmaals uiteenzet, mét drin gende vermaning inscherpt, is, dat het we zen der Grondwet, zooals zij thans staat to worden, iu belangrijke mate afhankelijk is van do kracht die juist in deze dagen <le arbeidersbeweging ontwikkelt. „DE GELDERLANDER". Do Grondwetsherziening heeft, dunkt ons, aan kans van slagen niet onbelangrijk gé- wonnen. ,Van de meest linksche zijde, bij sociaal-democraten, vrijzinnig-democraten, en hier en daar ook- bij de Unie-liberalen, werd er met toenemende kracht op aangedrongen liet vrouwenkiesrecht posit'ef in de Grond wet vast te leggen. Op zoo'n eiscli echter; moest de herziening beslist schipbreuk lij den: Rechts zou daarmee nooit accoord gaan. Minister Cort van der Linden heeft dat gelukkig tijdig ingezien en al zal het nu wel wat rommelen bij de radicalen, nu 'de Minister weigert verder te gaan dan de be letselen vcor vrouwenkiesrecht uit de Grond wet weg te nemen, ook daar zal men wel inzien, dat het beter is niet beide handen aan te grjjpen, wat thans geboden wordt, dan de kans, die in 'misschien geen kwart-eeuw meer, terugkeert, te laten ontglippen. „HET HUISGEZIN", c-Veneens over het kiesrecht voor de vrouw: Do Minister ziet zeer goed in, dat eert blanco-artikel voor het vrouwenkiesrecht de uiterste concessie is, waarvoor de rechter zijde zich zal laten vinden. Het zal reeds moeite kost-en, haar daar mee vrede te doen hebben. iWie meer eiscli t, stuit zeker op niet ,te. breken verzet. „DE RESIDENTIEBODE" mant. d.il do verduidelijking van de aan het kiesrecht' voor de .vrouw gewijde zinsnede van net ontwerp-art. 30 Grondwet (de b'epaühg luidt thans, dat vrouwen liet kiesrecht krijgen „i 11- dien 'en voorzoover" de wet lioar bevoegd verklaart) niet in de smaak zal vallen van de radicale elementen, maar zogt het blad: -Trachtte men het vrouwenkiesrecht er nu in eens door te. jagen, dan kwam het er zeker niet. „HET -.VADERLAND" sohrijTv. De Memorie van Antwoord op het Vo.-.r- loopig Verslag ever 'de Grondwetsvoorstellen' is den eersten van deze maand verschenen, en nu ligt het aan de Tweede Kamer zelve, wanneer of de openbare behandeling van die voorstellen zal kunnen plaat; Hebben. Wij voor ons hopen, dat dit zoo spoedig moge lijk' zal zijn, liefst reeds na de behandeling van de Staatsbegrootipg in fleiafdeelingen. Dan zou men de maanden Getater en No vember voor de'openbare behandeling van 'de Grondwetsherziening vrij kunnen honden, en dezen keer móeten afzien (van uitge breide discussies Over de Staetsbegrooting, uit do overweging, dat wat het zwaarste is ook inderdaad het zwaarste moet wegen. Na op de buitengewone positie van dit kabinet gewezen te heiben," vervolgt het blad: 1 i De Tweede Kamer dcoriringe zieh toch Wel van de waarheid, dat, pis zij vóór Ja nuari a.s. niet met de Grondwetsherziening gereed is, het gansche werk gevaar loopt liet in de Tweede Kamer; aanVnom'en wets- vooiStel tot Grond-wetsherzieatg moet dé Eerste Kamer zóó tijdig bereik», dat ook in' dien tak van de volksvertegenwóudiging af doening van de zaak vóór de verkiezingen' van 1917 verzekerd zij"; opdat deWbiudiug van de Tweede Kamer na afkonïging der wet met de periodieke aftredmg\vin°haar leden samen valle. "Zou de Jooj) der zaken andjs zg'n, dan komt de Grondwetsherziening ernstig in ge vaar. Men moet toch met allerlelomstandig- heden rekenen. De Indische" totaooting is ?on gevolge van moeilijkhean, die da oorlog voor de correspondentie tsschen do koloniën en het Moederland oplevert, niet' op tijd, en zal, waar juist Indiëóns thans' voor zoo gewichtige" vraagstukkenpte'.t, wel tot een uitgebreid Atoorloopig V-rslag en vanzelf dus tot een allerminst bek opt; Me-' morio van Antwoord leiden, el daarom hoogstwaarschijnlijk eerst begin 1:17 kun nen worden behandeld. Verder is het niet onmogelijk, dat de' tijdsomstandighden den Minister van Financiën zouden kunnn-dwin- gen, wederom naar versterking de midde len uit te zien, zoodat opnieuw een ;reep in liet dossier-Treub zou moeten wordergedaan, en dan zal do: Kamer daaraan zelor meer' tijd besteden, dan toen zij Juli I.L inder de 'pressie zat van een steeds kleiner wordend zomerreces. Waarbij niet moet vergeten wor den, dat de wijze, waarop de Eerii; Kamer; met de. wet op de successiebelasting han delt, allerminst wijst op veel geneigdheid om de 8 millioen meer, die delRegeering' daaruit wil putten, toe to stain; en de staat van dienst van dit hooge Sf atscolle'gö is gedurende den oorlog.niel var dien aard geweest, dat men het voor ohmjsgelijk kan houden, dat het zou aandurven de gelden om de door den oorlogstoestand noodig ge worden uitgaven te bestrij en, aan de Re geering to weigeren. En ifstjmming van de Successiewet door de Earsfe Kamer zou natuurlijk buitengewone stagnate in het af doen der werkzaamheden ïrït zieh brengen, daar die verwerping onvermijdelijk een mi nisterieels crisis ten gevolde zou hebben. Het parool zal dus niet piders kunnen wezen dan: de Grondwetsherziening voor- Óg.,.i l i r.;i7;l.;.l ;js .J- Een parool, betoogt het blad verder, voor al voor de Concentratie, iq zal moeten, toonen goed werk te kunnen 'leveren en'de vrijzinnige idee te. bevorderen, „DE TIJD" merkt omtrent do wijziging in zake liet kiesrecht voor do vrouwen voorloopig óp Best-uur overeenkomstig - c3en volkswil elscht overtuigde bewindslieden, geen vil- j loozo werktuigen, klinkt het fier. Atol- komen juist en wij hopen, dat menig Mi nister zich deze ware woorden te gele gener tijd' zal w'ctc-n to herinneren. Deze verklaring bracht ons echter onwillekeurig do woorden to binnen, waarmede dezelfde Minister zijn woorden betreffende vrou wenkiesrecht motivec-rdedo praetisohe staatsman heeft -met het feit, dat in toe nemende mate de vrouwen zelveh begeerig zijn deel te nemen aan het politieke lieven, rekening te houden, óók ala hij van mec- ning mocht zijn, dat do vrouwenbeweging naar een verkeerd doel leidt! Aldus de Mem. v. Tool. op pag. 3. Gelukkig is do -Minister ten aanzien van vrouwenkiesrecht ton slotte niet zoo'n „willoos werktuig" geworden, als men redlen liacl te vreezen. Duidelijk toch geeft liij to verstaan, dat zijn voorstel slechts do strekking heeft, do beletsolen tegen hot invoeren van het vrouwenkiesrecht uit do Grondwet weg to nemen en niet-, om oain den gewonen wet gever voor to schrijven, het .vrouwenkies recht in to voeren, t) 1 j... ".7! Cl jat» Compromis S 6 o i a 1 a X e r z 'e k 0- r"ing. „DE TIJD" vestigt met de vol gende' woorden de aandacht op een z. i. aanbevelenswaardig voorstel van prof. mr. P. J. M'. Aalberse in het „KATHOLIEK SOCIAAL AA'EEKBLAD," tot een compro mis tusschen linker- en rechterzijde in zaks 'de sociale verzekering. Om te ontkomen aan de moeilijkheid, dat ïnen door do verplichte sociale verzeke ring wel de arbeiders, maar nog niet de niet-arbeiders helpt, sïe't hij voor, naast en in verband met de verplichte arbéideïsver- zekering, een onverplichte, maar ter aan moediging van Rijkswege gesteunde, verz;- kering in te voeren van on- en minver mogende niet-arbeiders, in dat stelsel van sociale verzekering kan dam een over gang s-bepaling worden opgenomen, in wer- Jhua- onjacw oplek mm artikel 3G9 van de Invaliditeitswét-Talma'. Inderdaad kan aic voorstel leiden tot een vruchtbaar compro mis jbusschen 'Rechts ert de: vrijzinnigen'. Rechts kan dit aanvaarden' jpet behoud en eerbiediging/harer beginselen ert voor de vrijzinnigen is alleen noodig, 'dat zij tcrug- keéren van de' dwalingen hunrt weegs en hurt éigen inconsequentie inzake; de Staats- pensionneering inzien. i Ervaringen van Nodcrlandsclic visschers in Biiitschland. Men sohrijffc uit 's-G ravenhage aan da „Tel." Den 5on Juli werd de drifter „Geertrui- da", Sch. 103, op do Noordzee door een Duitsone duikboot in den grond geboord. Woensdagmiddag eindelijk zijn kapi tein D. Taal, uit Schcveningen, 2e machi nist F. van Kooven, uit Velsen, en matroos A. Visser, eveneens uit Scheveningen, na twee maanden in Duitsclie gevangenschap te hebben doorgebracht, hier te lande te ruggekeerd. Hun wedervaren is in overeen stemming met. dat van velen, die orn volko men willekeurige reden in Duitschland vast gehouden zijn. Maar zonder twijfel vormfe' deze geschiedenis een der meest krass© staaltjes van de volkomen hulpeloosheid- van den Nederlander, die het ongeluk heeft op eenigerlci \wijze de aandacht der. militaire autoriteiten tot zich te trekken. ,Uit zeer goede bron yernaimn wij het volgende over hun gevangenschap: De „Geertruida", van de reederij J. den Duik, keerde van haar eerste reis terug, toen zij, na verschillende ontmoetingen met Duitsclie onderzeeërs, op 5 Juli bij helder licht, de „U 4" ontmoett?, die zonder, 'eonig signaal een bombardement begon. Hel relaas van deze gebeurtenissen is be kend. Op 5 tot 7 mijl afstands opende de „U 4" het vuur, en toen zij, na een kwar tier haar zevende projectiel had afgescho ten, op het spiksplinternieuwe, ruimschoots van „nationale" kenmerken voorziene; schip, zonk het. De onderzeeër nam de be manning op en gaf allen, op de drie ge noemden na, aan een passeerenden Hol- landschen logger over. Hoewel de bcveD voerder van de „TJ 4" toen klaarblijkelijk reeds tot de gevolgtrekking gekomen was, niet met een vermomd Engelsch vaartuig te doen te hebben, oordeelde hij heb niette min noodig, de drie rnan, die de wacht aan boord hadden, in verzekerde bewaring to houden en wel, gelijk een der officieren mededeelde, omdat de driftergewapendi was., Spoedig werden de drie lotgenooten ge scheiden; an-dero U's namen Visser en Van Kooyen over. V. kwam t© land op de „U 45", cn maakte op zijn reis aanvallen óp Engelschc treilers en een kruiser mede. Na 9 dagen nam de „Beauwulf" de gevangenen over cn zette ze te Einden aan wal. Van dit tijdstip af werden ze als misdadigers be handeld tot dusverre was alleen den kapi tein dit lot beschoren geweest. Hoewel ge legenheid werd gegeven te telegrafeeren, bereikte alleen een bericht vain don Neder- landschei> consul, dat geen enkele bijzon derheid gaf,- zijn doel. Spoedig werden Taal en zijn kameraden naar Withelmshafen overgebracht. De be schuldiging tegen deze eerlijke visscherlui bleek toen inderdaad te bestaan uit misvat tingen van de U-officieren, die de op een hoog voetstuk geplaatste spil voor een ma chinegeweer, en de brails voor een veertien cM. kanon namteu a.<xu.s zichtigheid had den Hollanders intusschen bijna het leven gekost, want het O.M. eisch- te niets meer of minder dan de doodstraf Intusschen, de krijgsraad sprak hen van deze beschuldiging vrij, maar bleek voor. kapitein Taal nog wat in 't zout te hebben. Deze had zich toen n.l. nog te verantwoor den voor eeA poging tob rammen van de U 4. En dat, terwijl, volgens zijn verkla ring, de Geertruida, toen ze zonk, zich nog op ongeveer 3 mijl afstands van de duik boot bevond. Ook thans werd de doodstraf geëiseht, en toen de krijgsraad opnieuw een vrijsprekend vonnis velde, ging het O.M. in hooger beroep. Juist op het oogenblik, dat in tweede in stantie uitspraak zou worden gedaan, arri veerde tc. Wdlbelmchafen ©en vertegenwoor diger der reederij, die eindelijk, midden Augustus van dit alles in kennis was ge steld. Hoewel deze reeds 17 Aug. in Duitschland was, moest hij tot dien datum wachten op verlof, om naar Wilhelmshafen door te reizen. Hij kwam nog juist op tijd, om Taal's vrijspraak ook in tweede instan tie uit de eerste hand te vernemen. Geluk kiger was overste Canters geweest, die op last van de regeering naar Wilhelmshafen was getogen en het geheele proces had mê'e'- Hei aS te g©ad@ hart. Roman naar het Duitsch van MARIE DIERS. (Nadruk Verboden). Hij had nu toch ten laatste met dc ge- J oefende handigheid van een viervoudige leader het tcere bundeltje tamelijk goed aangepakt cn uit het bed genomen. Het be- f gon zacht te schreien, maar werd weer rus- I tig. En nu bracht hij het naar de aangren- zonde kamer. In de deur keerde hij zieh nog Poons om. „Zul je'slapen? Ook aan niet3 j denken Den onzin vergeten, dien ik jc [wijsgemaakt heb?" „Ja, ja, dwaze jongen. Jullie bent allebei [.domme jongens. Ga. maar." I Do deur werd behoedzaam, aarzelend gc- I sloten. En nu begon een strijd, zooals de 1 kleine. Nate nog nooit had gestreden, zoo [oud zij was geworden. Want do strijd'ging zonder voorbehoud om dood of leven. Zij wist immers heel goed, dat hefc geen onzin was, wat Max haar had verteld; dab |Vi nu honderdduizend woorden Icon ver- |&pillon en dat liet toch niet te herroepen l^as. En zij had ook heel duidelijk gemerkt, ■toe het bericht haar als een slag in het ge- I Zicht had getroffenhoe nu de angst, door' I 'uortszwakte vermeerderd, haar in het I oofd raasde, haar bloed in onstuimigó gis- |W bracht. I l"^et tehuis voor haar kinderen met één If,® u'co- Dc^ tuin stond haar voor oogen, I ct ruime, ruiino veld, dc zon, de blauwe lucht. Oncïer haar waggelde de bodem, week, scheurde vaneen de angst nam boe, nam steeds toe, werd reusachtig- verplet terend. En daarnaast de gedachte, vlammend en dreigend „Je moogb je niot laten omver halen! Houd 't uit! Houd 't uit. Als je nu toegeeft, als je er nu in verzinkt, is alles voorbij. De koorts jaagt immers reeds door hefc lichaam. Dat gaat niet. Dat gaat niefc. Ik moet blijven leven. Alles moet mij on verschillig laten, onverschillig, onverschil lig. Ik moet er over heen. Koorts, jij er onderIk moet blijven levenIk mag niet ton onder gaan. Het dbet er niet toe. Kin deren leven op dc hcele wereld, waarom moet heb dus juist Brcitendamm zijn? Ik mag niet- sterven, dus nu niet zwak woi'- den voorwaarts, voorwaarts, hefc docfc er niet toe Zij kon de koorts niet overwinnen, maar de gejaagdheid verdween. Alle levensener gie, dio ooit in dit taaie persoontje had geschuild, concentreerde zich in- dit beslis sende uur op dat ééno punt. Zij klemde de tanden opeen en balde krampachtig haar handen. Zij lag onbeweeglijk, met- gesloten oogen, zacht gloeiende wangen en glimlach te. Eerst een strijd voeren, zich wanhopig verzetten tegen den vijand den doodsvij and den dood zelf dan kalmer, kal mer en dan reeds ©enigszins de meerdere. Nog een paar maal wilde het bloed weer opbruisen, het hart in opstand komen zij verroerde zich niet. 5Weg, weg, alles komfc immers bp het zelfde neer weg met den onzin Geen dokter hielp haar, geen man, geen moeder, zijzolf worstelde cr zioli doorheen, geheel alleen, enkel met behulp van de bracht der overtuiging, die echter 9teiJk was lals een levensstroom, uit de msdicijnfleseh van onzen Lieven Heer zelf dab zij een voudig volkomen onmisbaar Cn niet to ver vangen was in haar kleinen krng op deze aarde. Toen Max na een kwartier veer op "de teenen naar binnen sloop, lag zij daar altijd nog met een weinig kleur, maar met stille, gesloten oogleden, als slapende, en zij glim lachte. Hij beschouwde haar van hefc voeteneind zonder ook maar liet ledikant ajin to raken. In dat oogenblik waren zijn ziptuigen uiterst gevoelig gespannen. Dan voelt) ook de krachtige, aan de aarde gebonden raensoh den geheimzinnigen" samenhang met de onbekende dingen, die daar waren voor dat hij binnentrad, welker (trilling nog in de lucht hangt cn op hem vergaat als de veel besprokene en nooifc tc begrijpen aanraking met het wonderbaarlijke. Heb „wonderbaarlijke" echter, dat hier weer eens in zijn bestaan was getredeil en hem nu nog onder een stil omhulsel zacht tegenbee-fde, dat was het leven, dat nu weer de plaats innam, waar de dood zich bijna had neergezet. NEGENDE HOOFDSTUK. Hefc gaf niets of men al lang achterom zag en beschouwingen hield. De zaken ston den, zooals zij stonden. Met Breitendamm was het uit cn het uit genade geschonken jaargeld van zes duizend mark lag op dc tafel. Renate kende nu don brief van. oom Zacharias reeds geheel van buiten. Er was niets aan te doen, maar er viel veel uit to loeren. Zi.i waren 'dus beiden slechte beheerders van heb landgoed geweest, zooab Max in de laatste weken al gezegd had. Max had met zijn impulsieven aard de domheden van. een leek begaan en zij had zich om niets anders bekommerd dan om hetgeen met haar smaak overeenkwam. Zij hadden als kinderen op dit groote landgoed rondge speeld, in plaats van het goed te bcheeren. cn nu werden zij er afgezet, wat hun ver diende loon was. Maar daarbij was een kleine troost en dat was de kleine neef, dio op komst was; de jongeheer Pagel, die als een kleine guit uit het veelbeteekcnende „Senior" van zijn papa te voorschijn piepte. Die nam aan de beide met schuld beladen groote kinderen, die zelf reeds zooveel kinderen hadden, een groot deel van hun schuld af. Want wie kon zeggen of hij niet misschien een even groot hoofdmotief vormde voor den terug keer in het oude vaderland, als het slechte' beheer, waarin toch door 'n anderen plaats vervanger verbetering had kunnen worden gebracht? In elk geval, het kniezen en berouw heb ben cn terugdenken gaf niets. Maar nu la gen daar1 die zes duizend mark. Die waren goed, dio hadden een gerust stellende uitwerking, die maalden de toe komst veilig voor de kinderen. Zij waren een soort afkoopsom, zij waren misschien direct noodig maar zi j hinderdéh Renate. Reeds had haar geest, die in deze clagen van ziekte bijna onnatuurlijk hoog gespannen was, znch over tuin, veld, woud en blauwe lucht heengezëb en zich verplaatst naar de ingeslotenheid van een stad, die tJepcrking van vrijheid voor de kinderen meebrengt, terwijl zij toch vroolijk en gezond moeston blijven. Haar geest had merkwaardig veel klaar gekregen en was door eigen werk ge sterkt maar aan dit geldgeschenk dreigde hij zich telkens weer lam te stooteDc- Rcnate kende haar Max. Hij was een rnaa vol pit en kracht, maar hij was nieb aan werken gewend, niet gewoon aan de taaie, tamme, eentonige en saaie plichtsvervul ling. Hij was wispelturig, nu eens overdre ven vlijtig en dan weer vrceselijk lui. Yoor het gewone, dagelijksche leven was hij nieb grootgebracht. En nu lag daar het jaargeld, 'dat hem van de dreigende noodzakelijkheid om te wer ken onthief. Het was een vreeselijke ge dachte, zich voor te stellen, dat men op de ze genade-peluw liggen cn rusten moest* .Van aalmoezen leven! Renate riep met gloeiende wangen 'en schitterende oogen: „Ik wou wol, dat wij al dafc malle, voddige geld wegsmeten. Wij wil len het zelf verdienen!" Max staarde ernstig voor zich uit. Hij zei „Wegsmijten, neen, dat niet. Het is ook geen aalmoes, het is ooms plicht. Hij heeffc mij van jongsaf verwend; hij heeft den rij ken jongen in mij aangekweekt. Hij heeft mij er toe gebracht met het oog op heb be zit van het landgoed te trouwen. Ik heb na tuurlijk schuld, maar hij" ook. Ik ben geon stille, onvermoeide daglooner. Maar één ding is waar, Nateik wil toch verdienen t Ik wil liet gonop smaken in jullie onder houd te voorzien, wil jullie kostwiuner zijn. Mijn jongens zullen eens achting voor mij hebben. Werkelijk! Kijk mij aan, ik beioof je dat!" ,,Nu ja, dat bedoelde ik immers, -' zei Re nate, een beetje droger dan hij en, slechts half tevreden gesteld. En nu niet meer achterom zien en betreu ren Hefc leven wacht. Er is ontzettend veel te overleggen, te schrijven, in te richten. Deze of gene" woonplaats, deze of gene werk kring mocfc overwogen worden. Lieve hemel,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1916 | | pagina 5