Nederland en de Oorlog.
K«. 17343
2Üa£ei'cSag -O ©ejpteiA'afeeï:*
JSei'Sle JBladt. A0. 1910.
rsoverzicnt.
Pensioen voor IC aartc r 1 e d e n
I De Haagsche medewerker van „DE TELE
GRAAF" kan zijh vereenigen met de thans
in de Grondwetsherziening ingevoegde voor
stellen, om aan de Kamerleden vrij reizen
on vermeerdering hunner vergoeding van
2000 op 3000 gulden te geven, maar heelt
bezwaar tegen het voorgestelde pensioen jea
schrijft:
.Gaarne erkennen wij, dat de Voorgestelde
cijfers matig zijn. Het zullen er niei zoo
lu-el veel wezen, die het maximum halen
(op liet "c ogenblik hebben alleen de heeren
De Beaufort, Borgesius, Lieltinck, Rink,
Lohniann, Smeenge, Tydeman. Van der
A'élde en Van Vlijmen meer dan 20 jaar
dienst", terwijl de hoeren Molens, K'éte-
I laar en Brummelkamp er bijna aan toe
zijn), maar dit verandert niets aan liet
principe. Pensioen maakt, naar ons begrip,
van liet Kamerlidmaatschap veel te veel
baantje". Het maakt de functie veel
II ego er ens waardiger, dan uit een oogpunt
I van zuivere reden en landsbelang u-el good
I is. Politiek is tegenwoordig toch hl te zeer
een vak geworden en de menschen, die
laan hóór alles danken 'in materieelen
zin wat zo zijn, worden al talrijker. Z-.o
zal bet pensioen de collectie beroeps
politici stellig vermeerderen, zoo zal het
pensioen liet ambt van volksverteg'enwoor-
I digei steeds meer'tot pen vak maken."
,,HET VOLK" voegt hieraan toe:
AYij kunnen aan deze bezwaren niet Veel
Iknoht toekennen. Dezelfde argumenten, 'die
I leidden tot liet toekennen van eon geldelijke
I vergoeding gedurende de uitoefening van het
IKamerlidmaatschap, en thans tot de ver-
[iiOjping dier vergoeding, moeten ook logisch
I leiden tot het toekennen van een pensiosn-
I recht. Do vergoeding wordt toegekend, om-
I dat het Kamerlidmaatschap hoe langer hoe
I meer den geheeien rnenseh vergt, en aan
I het Kamerlid, dat zijn taak ernst'g opvat,
I meestal weinig gelegenheid laat om op an-
I derc wijze inkomen to verwerven, bijzonder
gunstige omstandigheden, zeoals het wonen
ia Den Haag, daargelaten. Erkent men dat
echter, dan moet men ook erkennen, dat aan
het Kamerlid weinig gelegenheid gelaten
l wordt om voor zijn ouderen dag te zorgen
|en dat dus de toekenning van een pensioen
recht .slechts billijk kan genoemd worden.
Dat liet pensioen van het Kamerlidmaat
schap een „baantje" of een „vak" zou ma
ken, en de geldelijke: vergoeding niet,
j het is duidelijk-, dat sea rodeneering, die
1 tot die conclusie komt, foutief moet zijn.
I -Niet do schadeloosstelling, tijdens of na
j de uitoefening van het ambt, maakt het
I tot een werkzaamheid, waarvan vélen nage-
I noeg hun geheelo bestaanskosten moeten
I dekken, maar de voortiurendo uitbreiding
I der parlementaire werkzaamheid.
Daarbij komt nog een factor, die niet u'.t
I het oog verloren moet worden. Er 'zijn ge
nvallen bekend van Jiamerleden, die, hoewel
[hun leeftijd hun de geschiktheid tot uitoefe-
[nin.g van hun ambt had doen verliezen, door
hun partij zijn gehandhaafd, omdat men er
egen opzag hen broodeloos te maken. De
Er. telling van het pensioenrecht maakt aan
ïie overweging een einde en verhoogt daar-
®ec het peil van het Parlement.
Wij voor ons bezien deze zaak geheel uit
(het oogpunt van de democratie. Het is een
hoog democratisch belang, dat liet Kamer
lidmaatschap ook bereikbaar wordt gesteld
voor. onbemiddelde personen. Alles, wat daar-
I .tóe meewerken kan, steunen wij. liet Ka-
imerlidmaatschap mag geen voorrecht zijn
.Voor meergegceden. Daarom juichen wij dé
verhooging der reeds iang dcor de stijgende
duurte in waarde gedaalde geldelijke ver
goeding toe, en daarom stemmen wij ook in
met de invoering van een pensioenrecht.
„DE RESIDENTIEBODE" zegt:
Meer tegenstand zal nrsscliier. lu-t
pensioen ontmoeten'. Toch valt er, althans
voor. leden, dio lang in de Kamer zetelen,
wel voor te pleiten. Zou het echter geen [aan
beveling verdienen, een grens to stellen
van bijv. acht jaar minimum, zoodat niet
ieder, die een blauwen 'Maartdag Kamerlid
was,-heel zijn leven met pensioen gaat strij-
,.DÈ TUD" acht de wijziging niet be-
j trekking tot lrt pensioen billijk. i
Gr ondwe tsh erzienia g. „HET
VOLK" schrijft niar aanleiding van de Me-
morie van Antwoord in zake de Grondwets-
I herziening p.m.:
'Wij kunnc-n in het algemeen d-t standpunt
der Regeering, dat de Grondwetsherziening
op een compromis tusschen de verschillende
partijen zal moeten berusten, als een nueh-
ieren en verstandigen grondslag voor het
groote wc-rk der Grondwetsherziening wel
aanvaarden. Het is de penigo grondslag,
waarop, in eén land met zoo scherpe en oude
politieks verdeeldheid ais liet onze en dat
niet over ee.i overweldigende meerdirheids-
meening in het Volk beschikt, een Grond
wetsherziening slagen kan, welke juist die
punten betrelt, waarop de verdeeldheid
kunstmatig dan o£ werkelijk het grootst
is. Het blad maakt dan drieërlei voorbe
houd, waaruit het de volgende .conclusie
trekt:
Het zal voor den vorm, die ten slotte
.de Grondwetsherziening zal hebben, wanneer
zij den parlementairen smeltkroes verlaat,
van de allergrootste beteekenis zijn, hoe
krachtig zich juist in dezen Grondwetsher»
zieningstijd de beweging uit, die de politieke
verhoudingen vooruit wil brengen, en in nbo
sterke mate zij ér in slaagt, zieh nieuwe
aanhangers te werven. Wat ons het stand
punt der Regeering, gelijk zij dat voor het
tegin van liet laatste bedrijf der Grond
wetsherziening nogmaals uiteenzet, mét drin
gende vermaning inscherpt, is, dat het we
zen der Grondwet, zooals zij thans staat to
worden, iu belangrijke mate afhankelijk is
van do kracht die juist in deze dagen <le
arbeidersbeweging ontwikkelt.
„DE GELDERLANDER".
Do Grondwetsherziening heeft, dunkt ons,
aan kans van slagen niet onbelangrijk gé-
wonnen. ,Van de meest linksche zijde, bij
sociaal-democraten, vrijzinnig-democraten, en
hier en daar ook- bij de Unie-liberalen, werd
er met toenemende kracht op aangedrongen
liet vrouwenkiesrecht posit'ef in de Grond
wet vast te leggen. Op zoo'n eiscli echter;
moest de herziening beslist schipbreuk lij
den: Rechts zou daarmee nooit accoord gaan.
Minister Cort van der Linden heeft dat
gelukkig tijdig ingezien en al zal het nu
wel wat rommelen bij de radicalen, nu 'de
Minister weigert verder te gaan dan de be
letselen vcor vrouwenkiesrecht uit de Grond
wet weg te nemen, ook daar zal men wel
inzien, dat het beter is niet beide handen
aan te grjjpen, wat thans geboden wordt, dan
de kans, die in 'misschien geen kwart-eeuw
meer, terugkeert, te laten ontglippen.
„HET HUISGEZIN", c-Veneens over het
kiesrecht voor de vrouw:
Do Minister ziet zeer goed in, dat eert
blanco-artikel voor het vrouwenkiesrecht de
uiterste concessie is, waarvoor de rechter
zijde zich zal laten vinden.
Het zal reeds moeite kost-en, haar daar
mee vrede te doen hebben.
iWie meer eiscli t, stuit zeker op niet ,te.
breken verzet.
„DE RESIDENTIEBODE" mant. d.il do
verduidelijking van de aan het kiesrecht'
voor de .vrouw gewijde zinsnede van net
ontwerp-art. 30 Grondwet (de b'epaühg luidt
thans, dat vrouwen liet kiesrecht krijgen „i 11-
dien 'en voorzoover" de wet lioar bevoegd
verklaart) niet in de smaak zal vallen van
de radicale elementen, maar zogt het blad:
-Trachtte men het vrouwenkiesrecht er nu
in eens door te. jagen, dan kwam het er
zeker niet.
„HET -.VADERLAND" sohrijTv.
De Memorie van Antwoord op het Vo.-.r-
loopig Verslag ever 'de Grondwetsvoorstellen'
is den eersten van deze maand verschenen,
en nu ligt het aan de Tweede Kamer zelve,
wanneer of de openbare behandeling van die
voorstellen zal kunnen plaat; Hebben. Wij
voor ons hopen, dat dit zoo spoedig moge
lijk' zal zijn, liefst reeds na de behandeling
van de Staatsbegrootipg in fleiafdeelingen.
Dan zou men de maanden Getater en No
vember voor de'openbare behandeling van
'de Grondwetsherziening vrij kunnen honden,
en dezen keer móeten afzien (van uitge
breide discussies Over de Staetsbegrooting,
uit do overweging, dat wat het zwaarste
is ook inderdaad het zwaarste moet wegen.
Na op de buitengewone positie van dit
kabinet gewezen te heiben," vervolgt het
blad: 1 i
De Tweede Kamer dcoriringe zieh toch
Wel van de waarheid, dat, pis zij vóór Ja
nuari a.s. niet met de Grondwetsherziening
gereed is, het gansche werk gevaar loopt
liet in de Tweede Kamer; aanVnom'en wets-
vooiStel tot Grond-wetsherzieatg moet dé
Eerste Kamer zóó tijdig bereik», dat ook in'
dien tak van de volksvertegenwóudiging af
doening van de zaak vóór de verkiezingen'
van 1917 verzekerd zij"; opdat deWbiudiug
van de Tweede Kamer na afkonïging der
wet met de periodieke aftredmg\vin°haar
leden samen valle.
"Zou de Jooj) der zaken andjs zg'n, dan
komt de Grondwetsherziening ernstig in ge
vaar. Men moet toch met allerlelomstandig-
heden rekenen. De Indische" totaooting is
?on gevolge van moeilijkhean, die da
oorlog voor de correspondentie tsschen do
koloniën en het Moederland oplevert, niet'
op tijd, en zal, waar juist Indiëóns thans'
voor zoo gewichtige" vraagstukkenpte'.t, wel
tot een uitgebreid Atoorloopig V-rslag en
vanzelf dus tot een allerminst bek opt; Me-'
morio van Antwoord leiden, el daarom
hoogstwaarschijnlijk eerst begin 1:17 kun
nen worden behandeld. Verder is het niet
onmogelijk, dat de' tijdsomstandighden den
Minister van Financiën zouden kunnn-dwin-
gen, wederom naar versterking de midde
len uit te zien, zoodat opnieuw een ;reep in
liet dossier-Treub zou moeten wordergedaan,
en dan zal do: Kamer daaraan zelor meer'
tijd besteden, dan toen zij Juli I.L inder de
'pressie zat van een steeds kleiner wordend
zomerreces. Waarbij niet moet vergeten wor
den, dat de wijze, waarop de Eerii; Kamer;
met de. wet op de successiebelasting han
delt, allerminst wijst op veel geneigdheid
om de 8 millioen meer, die delRegeering'
daaruit wil putten, toe to stain; en de
staat van dienst van dit hooge Sf atscolle'gö
is gedurende den oorlog.niel var dien aard
geweest, dat men het voor ohmjsgelijk kan
houden, dat het zou aandurven de gelden
om de door den oorlogstoestand noodig ge
worden uitgaven te bestrij en, aan de Re
geering to weigeren. En ifstjmming van
de Successiewet door de Earsfe Kamer zou
natuurlijk buitengewone stagnate in het af
doen der werkzaamheden ïrït zieh brengen,
daar die verwerping onvermijdelijk een mi
nisterieels crisis ten gevolde zou hebben.
Het parool zal dus niet piders kunnen
wezen dan: de Grondwetsherziening voor-
Óg.,.i l i r.;i7;l.;.l ;js .J-
Een parool, betoogt het blad verder, voor
al voor de Concentratie, iq zal moeten,
toonen goed werk te kunnen 'leveren en'de
vrijzinnige idee te. bevorderen,
„DE TIJD" merkt omtrent do wijziging
in zake liet kiesrecht voor do vrouwen
voorloopig óp
Best-uur overeenkomstig - c3en volkswil
elscht overtuigde bewindslieden, geen vil-
j loozo werktuigen, klinkt het fier. Atol-
komen juist en wij hopen, dat menig Mi
nister zich deze ware woorden te gele
gener tijd' zal w'ctc-n to herinneren. Deze
verklaring bracht ons echter onwillekeurig
do woorden to binnen, waarmede dezelfde
Minister zijn woorden betreffende vrou
wenkiesrecht motivec-rdedo praetisohe
staatsman heeft -met het feit, dat in toe
nemende mate de vrouwen zelveh begeerig
zijn deel te nemen aan het politieke lieven,
rekening te houden, óók ala hij van mec-
ning mocht zijn, dat do vrouwenbeweging
naar een verkeerd doel leidt! Aldus de
Mem. v. Tool. op pag. 3. Gelukkig is do
-Minister ten aanzien van vrouwenkiesrecht
ton slotte niet zoo'n „willoos werktuig"
geworden, als men redlen liacl te vreezen.
Duidelijk toch geeft liij to verstaan, dat
zijn voorstel slechts do strekking heeft, do
beletsolen tegen hot invoeren van het
vrouwenkiesrecht uit do Grondwet weg to
nemen en niet-, om oain den gewonen wet
gever voor to schrijven, het .vrouwenkies
recht in to voeren,
t) 1 j... ".7! Cl jat»
Compromis S 6 o i a 1 a X e r z 'e k 0-
r"ing. „DE TIJD" vestigt met de vol
gende' woorden de aandacht op een z. i.
aanbevelenswaardig voorstel van prof. mr.
P. J. M'. Aalberse in het „KATHOLIEK
SOCIAAL AA'EEKBLAD," tot een compro
mis tusschen linker- en rechterzijde in zaks
'de sociale verzekering.
Om te ontkomen aan de moeilijkheid, dat
ïnen door do verplichte sociale verzeke
ring wel de arbeiders, maar nog niet de
niet-arbeiders helpt, sïe't hij voor, naast en
in verband met de verplichte arbéideïsver-
zekering, een onverplichte, maar ter aan
moediging van Rijkswege gesteunde, verz;-
kering in te voeren van on- en minver
mogende niet-arbeiders, in dat stelsel van
sociale verzekering kan dam een over
gang s-bepaling worden opgenomen, in wer-
Jhua- onjacw oplek mm artikel 3G9 van de
Invaliditeitswét-Talma'. Inderdaad kan aic
voorstel leiden tot een vruchtbaar compro
mis jbusschen 'Rechts ert de: vrijzinnigen'.
Rechts kan dit aanvaarden' jpet behoud en
eerbiediging/harer beginselen ert voor de
vrijzinnigen is alleen noodig, 'dat zij tcrug-
keéren van de' dwalingen hunrt weegs en
hurt éigen inconsequentie inzake; de Staats-
pensionneering inzien. i
Ervaringen van Nodcrlandsclic visschers
in Biiitschland.
Men sohrijffc uit 's-G ravenhage aan da
„Tel."
Den 5on Juli werd de drifter „Geertrui-
da", Sch. 103, op do Noordzee door een
Duitsone duikboot in den grond geboord.
Woensdagmiddag eindelijk zijn kapi
tein D. Taal, uit Schcveningen, 2e machi
nist F. van Kooven, uit Velsen, en matroos
A. Visser, eveneens uit Scheveningen, na
twee maanden in Duitsclie gevangenschap
te hebben doorgebracht, hier te lande te
ruggekeerd. Hun wedervaren is in overeen
stemming met. dat van velen, die orn volko
men willekeurige reden in Duitschland vast
gehouden zijn. Maar zonder twijfel vormfe'
deze geschiedenis een der meest krass©
staaltjes van de volkomen hulpeloosheid-
van den Nederlander, die het ongeluk
heeft op eenigerlci \wijze de aandacht der.
militaire autoriteiten tot zich te trekken.
,Uit zeer goede bron yernaimn wij het
volgende over hun gevangenschap:
De „Geertruida", van de reederij J. den
Duik, keerde van haar eerste reis terug,
toen zij, na verschillende ontmoetingen met
Duitsclie onderzeeërs, op 5 Juli bij helder
licht, de „U 4" ontmoett?, die zonder,
'eonig signaal een bombardement begon.
Hel relaas van deze gebeurtenissen is be
kend. Op 5 tot 7 mijl afstands opende de
„U 4" het vuur, en toen zij, na een kwar
tier haar zevende projectiel had afgescho
ten, op het spiksplinternieuwe, ruimschoots
van „nationale" kenmerken voorziene;
schip, zonk het. De onderzeeër nam de be
manning op en gaf allen, op de drie ge
noemden na, aan een passeerenden Hol-
landschen logger over. Hoewel de bcveD
voerder van de „TJ 4" toen klaarblijkelijk
reeds tot de gevolgtrekking gekomen was,
niet met een vermomd Engelsch vaartuig
te doen te hebben, oordeelde hij heb niette
min noodig, de drie rnan, die de wacht aan
boord hadden, in verzekerde bewaring to
houden en wel, gelijk een der officieren
mededeelde, omdat de driftergewapendi
was.,
Spoedig werden de drie lotgenooten ge
scheiden; an-dero U's namen Visser en Van
Kooyen over. V. kwam t© land op de „U
45", cn maakte op zijn reis aanvallen óp
Engelschc treilers en een kruiser mede. Na
9 dagen nam de „Beauwulf" de gevangenen
over cn zette ze te Einden aan wal. Van
dit tijdstip af werden ze als misdadigers be
handeld tot dusverre was alleen den kapi
tein dit lot beschoren geweest. Hoewel ge
legenheid werd gegeven te telegrafeeren,
bereikte alleen een bericht vain don Neder-
landschei> consul, dat geen enkele bijzon
derheid gaf,- zijn doel.
Spoedig werden Taal en zijn kameraden
naar Withelmshafen overgebracht. De be
schuldiging tegen deze eerlijke visscherlui
bleek toen inderdaad te bestaan uit misvat
tingen van de U-officieren, die de op een
hoog voetstuk geplaatste spil voor een ma
chinegeweer, en de brails voor een veertien
cM. kanon namteu a.<xu.s
zichtigheid had den Hollanders intusschen
bijna het leven gekost, want het O.M. eisch-
te niets meer of minder dan de doodstraf
Intusschen, de krijgsraad sprak hen van
deze beschuldiging vrij, maar bleek voor.
kapitein Taal nog wat in 't zout te hebben.
Deze had zich toen n.l. nog te verantwoor
den voor eeA poging tob rammen van de
U 4. En dat, terwijl, volgens zijn verkla
ring, de Geertruida, toen ze zonk, zich nog
op ongeveer 3 mijl afstands van de duik
boot bevond. Ook thans werd de doodstraf
geëiseht, en toen de krijgsraad opnieuw een
vrijsprekend vonnis velde, ging het O.M.
in hooger beroep.
Juist op het oogenblik, dat in tweede in
stantie uitspraak zou worden gedaan, arri
veerde tc. Wdlbelmchafen ©en vertegenwoor
diger der reederij, die eindelijk, midden
Augustus van dit alles in kennis was ge
steld. Hoewel deze reeds 17 Aug. in
Duitschland was, moest hij tot dien datum
wachten op verlof, om naar Wilhelmshafen
door te reizen. Hij kwam nog juist op tijd,
om Taal's vrijspraak ook in tweede instan
tie uit de eerste hand te vernemen. Geluk
kiger was overste Canters geweest, die op
last van de regeering naar Wilhelmshafen
was getogen en het geheele proces had mê'e'-
Hei aS te g©ad@ hart.
Roman naar het Duitsch van
MARIE DIERS.
(Nadruk Verboden).
Hij had nu toch ten laatste met dc ge-
J oefende handigheid van een viervoudige
leader het tcere bundeltje tamelijk goed
aangepakt cn uit het bed genomen. Het be-
f gon zacht te schreien, maar werd weer rus-
I tig. En nu bracht hij het naar de aangren-
zonde kamer. In de deur keerde hij zieh nog
Poons om. „Zul je'slapen? Ook aan niet3
j denken Den onzin vergeten, dien ik jc
[wijsgemaakt heb?"
„Ja, ja, dwaze jongen. Jullie bent allebei
[.domme jongens. Ga. maar."
I Do deur werd behoedzaam, aarzelend gc-
I sloten. En nu begon een strijd, zooals de
1 kleine. Nate nog nooit had gestreden, zoo
[oud zij was geworden. Want do strijd'ging
zonder voorbehoud om dood of leven.
Zij wist immers heel goed, dat hefc geen
onzin was, wat Max haar had verteld; dab
|Vi nu honderdduizend woorden Icon ver-
|&pillon en dat liet toch niet te herroepen
l^as. En zij had ook heel duidelijk gemerkt,
■toe het bericht haar als een slag in het ge-
I Zicht had getroffenhoe nu de angst, door'
I 'uortszwakte vermeerderd, haar in het
I oofd raasde, haar bloed in onstuimigó gis-
|W bracht.
I l"^et tehuis voor haar kinderen met één
If,® u'co- Dc^ tuin stond haar voor oogen,
I ct ruime, ruiino veld, dc zon, de blauwe
lucht. Oncïer haar waggelde de bodem,
week, scheurde vaneen de angst nam boe,
nam steeds toe, werd reusachtig- verplet
terend.
En daarnaast de gedachte, vlammend en
dreigend „Je moogb je niot laten omver
halen! Houd 't uit! Houd 't uit. Als je nu
toegeeft, als je er nu in verzinkt, is alles
voorbij. De koorts jaagt immers reeds door
hefc lichaam. Dat gaat niet. Dat gaat niefc.
Ik moet blijven leven. Alles moet mij on
verschillig laten, onverschillig, onverschil
lig. Ik moet er over heen. Koorts, jij er
onderIk moet blijven levenIk mag niet
ton onder gaan. Het dbet er niet toe. Kin
deren leven op dc hcele wereld, waarom
moet heb dus juist Brcitendamm zijn? Ik
mag niet- sterven, dus nu niet zwak woi'-
den voorwaarts, voorwaarts, hefc docfc er
niet toe
Zij kon de koorts niet overwinnen, maar
de gejaagdheid verdween. Alle levensener
gie, dio ooit in dit taaie persoontje had
geschuild, concentreerde zich in- dit beslis
sende uur op dat ééno punt. Zij klemde de
tanden opeen en balde krampachtig haar
handen. Zij lag onbeweeglijk, met- gesloten
oogen, zacht gloeiende wangen en glimlach
te. Eerst een strijd voeren, zich wanhopig
verzetten tegen den vijand den doodsvij
and den dood zelf dan kalmer, kal
mer en dan reeds ©enigszins de meerdere.
Nog een paar maal wilde het bloed weer
opbruisen, het hart in opstand komen zij
verroerde zich niet.
5Weg, weg, alles komfc immers bp het
zelfde neer weg met den onzin
Geen dokter hielp haar, geen man, geen
moeder, zijzolf worstelde cr zioli doorheen,
geheel alleen, enkel met behulp van de
bracht der overtuiging, die echter 9teiJk was
lals een levensstroom, uit de msdicijnfleseh
van onzen Lieven Heer zelf dab zij een
voudig volkomen onmisbaar Cn niet to ver
vangen was in haar kleinen krng op deze
aarde.
Toen Max na een kwartier veer op "de
teenen naar binnen sloop, lag zij daar altijd
nog met een weinig kleur, maar met stille,
gesloten oogleden, als slapende, en zij glim
lachte.
Hij beschouwde haar van hefc voeteneind
zonder ook maar liet ledikant ajin to raken.
In dat oogenblik waren zijn ziptuigen
uiterst gevoelig gespannen. Dan voelt)
ook de krachtige, aan de aarde gebonden
raensoh den geheimzinnigen" samenhang met
de onbekende dingen, die daar waren voor
dat hij binnentrad, welker (trilling nog
in de lucht hangt cn op hem vergaat als
de veel besprokene en nooifc tc begrijpen
aanraking met het wonderbaarlijke.
Heb „wonderbaarlijke" echter, dat hier
weer eens in zijn bestaan was getredeil en
hem nu nog onder een stil omhulsel zacht
tegenbee-fde, dat was het leven, dat nu weer
de plaats innam, waar de dood zich bijna
had neergezet.
NEGENDE HOOFDSTUK.
Hefc gaf niets of men al lang achterom
zag en beschouwingen hield. De zaken ston
den, zooals zij stonden. Met Breitendamm
was het uit cn het uit genade geschonken
jaargeld van zes duizend mark lag op dc
tafel. Renate kende nu don brief van. oom
Zacharias reeds geheel van buiten. Er was
niets aan te doen, maar er viel veel uit to
loeren.
Zi.i waren 'dus beiden slechte beheerders
van heb landgoed geweest, zooab Max in
de laatste weken al gezegd had. Max had
met zijn impulsieven aard de domheden van.
een leek begaan en zij had zich om niets
anders bekommerd dan om hetgeen met
haar smaak overeenkwam. Zij hadden als
kinderen op dit groote landgoed rondge
speeld, in plaats van het goed te bcheeren.
cn nu werden zij er afgezet, wat hun ver
diende loon was.
Maar daarbij was een kleine troost en dat
was de kleine neef, dio op komst was; de
jongeheer Pagel, die als een kleine guit
uit het veelbeteekcnende „Senior" van zijn
papa te voorschijn piepte. Die nam aan de
beide met schuld beladen groote kinderen,
die zelf reeds zooveel kinderen hadden, een
groot deel van hun schuld af. Want wie
kon zeggen of hij niet misschien een even
groot hoofdmotief vormde voor den terug
keer in het oude vaderland, als het slechte'
beheer, waarin toch door 'n anderen plaats
vervanger verbetering had kunnen worden
gebracht?
In elk geval, het kniezen en berouw heb
ben cn terugdenken gaf niets. Maar nu la
gen daar1 die zes duizend mark.
Die waren goed, dio hadden een gerust
stellende uitwerking, die maalden de toe
komst veilig voor de kinderen. Zij waren
een soort afkoopsom, zij waren misschien
direct noodig maar zi j hinderdéh Renate.
Reeds had haar geest, die in deze clagen van
ziekte bijna onnatuurlijk hoog gespannen
was, znch over tuin, veld, woud en blauwe
lucht heengezëb en zich verplaatst naar de
ingeslotenheid van een stad, die tJepcrking
van vrijheid voor de kinderen meebrengt,
terwijl zij toch vroolijk en gezond moeston
blijven. Haar geest had merkwaardig veel
klaar gekregen en was door eigen werk ge
sterkt maar aan dit geldgeschenk dreigde
hij zich telkens weer lam te stooteDc-
Rcnate kende haar Max. Hij was een rnaa
vol pit en kracht, maar hij was nieb aan
werken gewend, niet gewoon aan de taaie,
tamme, eentonige en saaie plichtsvervul
ling. Hij was wispelturig, nu eens overdre
ven vlijtig en dan weer vrceselijk lui. Yoor
het gewone, dagelijksche leven was hij nieb
grootgebracht.
En nu lag daar het jaargeld, 'dat hem van
de dreigende noodzakelijkheid om te wer
ken onthief. Het was een vreeselijke ge
dachte, zich voor te stellen, dat men op de
ze genade-peluw liggen cn rusten moest*
.Van aalmoezen leven!
Renate riep met gloeiende wangen 'en
schitterende oogen: „Ik wou wol, dat wij al
dafc malle, voddige geld wegsmeten. Wij wil
len het zelf verdienen!"
Max staarde ernstig voor zich uit. Hij zei
„Wegsmijten, neen, dat niet. Het is ook
geen aalmoes, het is ooms plicht. Hij heeffc
mij van jongsaf verwend; hij heeft den rij
ken jongen in mij aangekweekt. Hij heeft
mij er toe gebracht met het oog op heb be
zit van het landgoed te trouwen. Ik heb na
tuurlijk schuld, maar hij" ook. Ik ben geon
stille, onvermoeide daglooner. Maar één
ding is waar, Nateik wil toch verdienen t
Ik wil liet gonop smaken in jullie onder
houd te voorzien, wil jullie kostwiuner zijn.
Mijn jongens zullen eens achting voor mij
hebben. Werkelijk! Kijk mij aan, ik beioof
je dat!"
,,Nu ja, dat bedoelde ik immers, -' zei Re
nate, een beetje droger dan hij en, slechts
half tevreden gesteld.
En nu niet meer achterom zien en betreu
ren Hefc leven wacht. Er is ontzettend veel
te overleggen, te schrijven, in te richten.
Deze of gene" woonplaats, deze of gene werk
kring mocfc overwogen worden. Lieve hemel,