Nederland en de Oorlog.
LEiDSCH DAQBiLAÖ, Dirssdsg 29 Augustus.
Tweede Blad.
Anno 1918.
FEUILLETON
No. 17333.
Roemenië In ©orïog-
Een der verwachte 00,:'0S®ver't'a,™1§®"
is al verschenen. De Duitsehe reg g
heeft haar gezant te Boekarest boJeI
Ven zijn ptepoorten to vragen en aan de
Ebemeenache regeering te verklaren, dat
Duitschland zich eveneens in staat van oor
log acht met Koemenie. Dat was trouwens
niet anders te wachten. De Duitsehe bla-
I (fori schreven (reeds, voordat dit „ófficieele
"f#t had plaats gevonden, dat de Centralen
er een vijand hadden bijgekregen. Nu doet
men het aan die zyde wel voorkomen, alsof
dit geen feftflvM beteek'enis is. Daar schuilt)
(le noodige overdrijving. NaJ mobilisatie heeft
Roemenië 632.000 man op de been, jnten
dance en geneeskundige dienst niet meege
rekend. .Volgens den letter der Wet kunnen
't a millioen zjjn, maar voor zooveel plan
zijn er geen wapenen beschikbaar. De cen
tralen hopen nu pp munitiegebrek, maar
van één ding kan men zeker'zijn, dat deze'
zaken wel grondig besproken zijn met de
geallieerden. Die zullen Roemenië Wel de
noodige munitie en wapens leveren.
't Is anders pierkwaardig, hoe stil alles
in .zijn Werk' is gegaan, hoe goed de regee
ring haar plannen heeft kunnen geheimhou
den. Daarover vooral is men in Oostenrijk
éii Duitsohland ontstemd, want nog Zondag
ochtend zou Bratianu aan "'den Qcstenrijlc'sch-
Hongaarschen gezant hebben verklaard de
neutraliteit te' willen handhaven en 's mid
dags ftas de kroonraad. Het document der
Oorlogsverklaring, van Welks inhoud We' nog"
geheel onkundig zijn Was toen' al in han
den van den Roemeenscheh gezant te Wee-
nen. beweert de „Neue Freie Pr'esse".
"Ook in Bulgarije vermoedde men niets,
'getuige de rede van RadoslaWof, waarvan
de telegrammen voor weinige dagen melding
mhakten..
^Hier, kan ook nog herinnerd aan de ver
dragen inzake de levering van handelswa
ren van Roemenië met Duitschland, Oosten
rijk en Bulgarije. In die rijken rekende
inlen bij oogenblikken zelfs reeds' een beetje
op Roemënië's steun. Een blad schreef bijv.
eens, dat Roemenië de partij' der overwin
ning zou kiezen. Dat blad zhl' zioh' die Woor
den nu ook wel herinneren, maar ongetwij
feld niet met genoegen.
.Voor de Centralen is er nog een factor
van gewicht. Roemenië leverde heel wat
graan. Dat is nu afgelooRen. Beweerd Wordt
wel, dat met invoer uit Roemenië geten reJ-
kening is gehouden, toen men na'ging of eti
voldoende voor de voeding wgs, maar inder
tijd is toch gewezen op de overeenkomsten,
(lie met Roemenië waren gemaakt'.
De moening van de
,,IT nlversul",
Roemenie heeft -aan Oostenrijk-Honga
rije alleen den oorlog verklaard. Wat dit
bèteekent ten opzichte van de venhouding
tusschen Duitschland en Roemenië, daar-
oyier heeft het blad „Uniyersul"- met stel-
Iig(hieid Roemenië'a besluit kenbaar gen
maakt.
Iecïer Roemeen beseft, dat Roemenië's
tijd gekomen is, schrijft het blad. Spoedig
zullen de doodsvijanden van .Roemenië, de
Hongaren en Bulgaren, de Roemeensche
spldaten leéïen kennen. Hoe staat het
echter met onze verhouding tot Duitsch
land? Weliswaar bestaat er nog geen vij
andschap tusschen Roemenië en Duitsch
land. Maarwanneer dit land zich te-
de verwezenlijking van Roemenië's
ideaal mocht verzetten, dan zullen wij er
met dezelfde woede legen strijden als te
gen de Bv.lgaren en Hongaren.
De Roemeensche troepen zullen de Kar
pathen overtrekken. Dan kunnen de Duit-
.jchers er zeker van zijn, dat koning Fer
dinand van Hohenzollern vastbesloten te-
jen Wilhelm II van Hohenzollern zal
strijden. De eerste der Roemenen zal aan
het hoofd van zijn troepen tégen de Duit
schers optrekken.
Een Roem. eensch.generaal
over de aanstaand eóampagne,
Ruim oen maand geleden schreef de mi
litaire medewerker van de „Adeverul" ge-
nor aal Gardesco, dat t-ot Roemenië's inter
ventie voornamelijk de doorslag zou wor
den gegeven door de kwestie of er genoeg
munitie voorradig zou zijn. Dit was even
nadat de eerste munitietreiji in Roemenië
was aangekomen en ongetwijfeld zal Bet wel
niet bij deze óéne levering gebleven zijn,
Wij mogen ons aldus de generaal
geen illusies maken, noch in verband met
de terrein-moeilijkheden van het gebied,
dat wij moéten doortrekken, noch in ver
band met den tegenstand, dien Oostenrijk-
Hongarije on9 op onzen veroveringsmarsch
zal bieden. Tweederden van den afstand van
500 kilometer, die Kronstadt van do Theisz
scheiden, zijn bergachtig en aan een ma
noeuvre op dit terrein zijn groote moeilijk
heden verbonden. Men herinnere zich de
campagne van 1848, toen de Russen en Oos
tenrijkers de Hongaren popgden te omsin
gelen. Yan do Karpathen tob de Galicische
grens is niét meer dan 250 kilometer, Hiet-
temin hebben de Oostenrijkers, Hongaren
en Duitschers zeven maanden noodig ge
had om de Russen uit Galicië te verdrijven.
Wij hebben volle vertrouwen in onze mid
delen en in do macht van onze bondgenoo-
ten, maar de leiders van het land, de
staatslieden en in het bijzonder de militai
ren hebben den heiligen plicht, door nauw
keurige navorsohingen vast te stellen, over
welke munitie-Voorraad Rusland en wij be
schikken, en alles aan te wenden om ons
voor een verrassing te bewaren, die het
grootste onheil en een misdaad zou zijn.
Do verwezenlijking van ons nationaal,
ideaal bezetting van het Roemeensche
gebied in Oostenrijk-Hongarije Kan na
tuurlijk niét geheel door onze eigen mid
delen bereikt worden on daarom is ieder
succes der Entente een stap voorwaarts
naar de vorming van een groot Roemenië,
naar de verwezenlijking van onzen droom.
Om echter met stelligheid afstand Van het
in Oostenrijk-Hongarije liggende Roemeen
sche gebied te kunnen eischen, moeten wij
bij" het sluiten van den vrede kunnen wijzen
op het feit, dat wij dit geheel© gebied mili
tair bezet en veroverd hebben. Naar allé
waarschijnlijkheid zullen wij, tegelijk met
dé troepen van Salonika en clie van Italië
de Oostenrijk-Hongaarsche kwestie moeten
oplossen.
Onder deze omstandigheden moeten wij al
onzo kracht benutten pm in het noorden te
opereer en. Yoor wij dua éen aanval togen
de Karpathen doen, moet dp actie van Salo-
niki begonnen zijn en moeten er Russische
troepen door de Dobroedsja kunnen trek
ken.
De indruk i n H o n gj a r ij e.
Van de oorlogsverklaring van Roemenië
is te Boedapest, naar ons Wolf meldt, zon
der veel opwinding kermis genomen, daar
de pers reelds langen tijd op de verdacht?
houding van Roemenië opmerkzaam had
gemaakt.
De Pester Lloyd" schrijft: ,,De oorlogs
verklaring treft ons niet onvoorbereid1.
Waarschijnlijk nadeft de oorjog met dé
deelneming van Roemenië zijn hoogte
punt. De onzijdigheidsvertooning, die men
te Boekarest tot dusver heeït gespeeld,
zal vruchtelooze moeite blijken. Wij heb
ben het spel steeds doorzien en hebbed
alïe maatregelen tijdig' en grondig genp-
mien om dezen nieüwén aanslag te verij
delen'
De ,,Magyarer Yzag" schrijft: ,,Wdj heb
ben de ontwikkeling van Roemenië steeds
krachtig bevorderd; wij waren de sterk
ste waarborg voor zijh veiligheid1; onze
diplomatie heeft Roemenië worbelijk ver
troeteld, maar zijn grootheidswaan heeft
verhinderd, dat gevoelens van vriendschap
en goede buurschap in Roemenië wortel
schoten.
De verraderlijke pp^ing om ons Zeven
burgen te ontwringen, dat door een ge
schiedenis van 1000 jaar met ons verbon
den is, zal alle Hongaren tot dapperen
tegenweer bereid vinden".
,,Az Ést" zegt: Ze venburgen kan ge
rust zijnHongarije zal tot den laatsten
man vechten, om dezen roofzuchtigen
overval op zijn grenzen af te slaan'
De indruk in Oostenrijk.
Het „Fremdenblatb" schrijft naar aan
leiding van Roemenië's oorlogsverklaring t
„De gisteren overhahdïgde nota van aé
Roemeeusohe regeering is een document van
ongehoorde schaamteloosheid cn Roemenië
is de treurige room ten deel gevallen, zelfs
Italië in gemeenheid te hebben overtroffen,
dat ten minste eenigo weken voor de oor
logsverklaring het bondsverdrag met Oos
tenrijk-Hongarije zijnerzijds buiten kra'cht
stelde. Roemenië echter was tob gisteravond
negen uur nog onze bondgenoot. Het Roe
meensche kabinet hief het bondsverdrag
eenvoudig door de oorlogsverklaring op. In
do geschiedenis is,'deze onmiddellijke sprong
van verbond haar oorlog een unicum. Ook
de omstandigheid, clat het begin van den
oorlog met de overhandiging van de oorlogs
verklaring samenvalt, is een gebeurtenis
zonder voorbeeld in de annalen der diplo
matie. Roemenië heeft alle consideraties,
welk© fatsoen, zelfrespect en zedelijkheid
eisehen, met voeten getreden en is men
had het niet meer voor mogelijk gehouden
nog dieper gezonken dan zelfs Italië.
Het is duidelijk, dat tusschen Italic's oor
logsverklaring aan Duitschland en Roeme
nië's oorlogsverklaring aan Oostenrijk-Hon
garije verband bestaat en dat het gemeen
schappelijk optreden van beide verraders
het resultaat is van complotten. Par nobile
fratrum 1 Zooals de hulp van Italia het vo
rig jaar den zegetocht der Oostenrijkers en
Duitschers in heb oosten niet vermocht te
gen te houden, zooals ondanks den eed
breuk van koning Victor Emanuel de bevrij
ding van Polen van de heerschappij der
Russen niet verhinderd kon borden, zoo zai
ook de verraderlijke, nietswaardige overval
van Roemenië niet instaat zijn de balans
van den oorlog te onzen nadeele te doen
everslaan. Wij hebben ons reeds lang ver
trouwd gemaakt met de mogelijkheid van
oen oorlog met Roemenië. Alle voorberei
dingen zijn goed getrofffen om den nieu
wen vijand met succes te gemoet té treden.
Met bitterheid in het hart en gerechten
toorn, maar ook met kalmte en vertrouwen
gaan wij dezen nieuwen, ons opgedrongen
strijd aan, vast besloten ook dezen verra
derlijken bondgenoot te verélaan.''
Het oordeel der Franschen.
Parijs heeft het bericht der oorlogsver
klaringen van Italië en Roemenië ontvan
gen met de indrukwekkende kalmte en het'
mooie zedelijke evenwicht, die het sedert
heb begin van den oorlog hepft getoond,
seint de Parijsehe correspondent van de
„N. R. Ot.":
Natuurlijk heerseht daar groote voldoe
ning en versterkt vertrouwen, echter géén
uitbundigheid.
Het „Journal des Débats" schrijft o.m.
„Wij weten dat 1de Duitsohers niemand
dan God vreezen. Zij moeten echter wel
denken, dat mén Kun een al te schoonQ
gelegenheid geeft om het te bewijzen. Öe
oorlogsverklaring van Roemenië bewijst,
dat zulke berekende monschen als Bratia
nu en zijn oollegsa's van oordeel zijn, dat
dé oorlog duidelijk begint te „rijpen".
Dit is voor ons niet de minst belangrijke,
kant van hun besluit. Bratianu heeft altijd
gemeehd, dat het Roemeensche leger on
voldoend gewicht in jde schaal legde om
dé weegschaal, te doen overslaan.
Heb meende, dat het noéh in 't belang,
noch in 't vermogen van Roemenië was,
om ee® zeer langen oorlog te voeren. Het
feit, dat een met zoo koele berekening
bestuurd land, waarvan de krachten zoo
goed vallen te meten, zich in den oorlog
begeeft, brengt ons niet alleen eeh hulp van
groQte waarde, doch vormt tevens een al
leszins aanmoedigend teëken".
Het blad besluit: „De expeditie naar
Saloniki was een laat toegediend, maar
•noodzakelijk geneesmiddel voor vele op
dep Balkan door de geallieerden begane
fouten. De deelneming van Roemenië aan
den oorlog is een beloonmgf en rechtvaardi
ging voor hen, die de expeditie naar Sa
loniki wilden en die verder zagen dan zij,
die angstig waren om iets op den Balkan
te ondernemen, zoolang de Pruisen nog
te Noyon waren.
Toch zou het verkeerd zijn te meen en,
dat de deelneming van Roemenië aan den
oorlog ons zeer dicht bij het doel brengt.
Zij vóegt aan de taak der geallieerden do
noodzakelijkheid toe om de Magyaren vol
komen te verpletteren en zij wakkert in
Hongarije den tegenstand aan, maar zij
zal ook de taak van de geallieerden ten
zeerste vergemakkelijken. Er komen
500.000 bajonetten méér op de oostelijke
hellingen van de Karpathen en het besluit
van Roemenië zal ook een deprimeerenden
invloed op den vijand oef (men".
Alle bladen begroeten met geestdrift de
dubbele oorlogsverklaring.
Uit militair oogpunt beschouwd, zal, oor-
deelen ze, de intree van heb Roemeensche
leger in 't strijdperk den voor de mid
denrijken zoo kachelijken toestand nog
moeilijker maken. Het offensief der bond-
genooten in Macedonië baart hun reeds
nu, begrijpelijk© ongerustheid. Anderzijds
klemt de oeconomische blokkade steeds
meer, doordat o.m. alle graantoevo.er
voortaan voor de Duitschers zal zijn afge
sneden. Bovendien vormt Roemenië's mee
doen een voorteeken. De Duitsehe pers
heeft -onlangs geschreven, dat liet Roe
meensche volk de partij der overwinning
zal kiezen. In dat geval kunnen de Oosten
rijkers en Duitschers zich geen droom
beelden meer maken omtrent den afloop
lan den oorlog. De bladen zien in Roe
menië's besluit mede een bekroning voor.
de diplomatie der entente, die door haar
volharding heb programma, dat Briamd
ter Parijsehe conferentie wist te doen goed
keuren, heeft weten uit te voeren.
De indruk in Zwitserland.
De dubbele oorlogsverklaring werd Zon
dagavond laat te Genève bekend. De spe
ciale edities werden gretig gekocht. De
indruk is enorm, al beschouwde men daar
sedert eenige dagen de interventie van
Roemenië als zeker. Twee dagbladen, een
te Lausa-nnc, 't andere te Genève, wisten
mede te deelen, dat aan de interventie
niet meer getwijfeld kon worden, maar dat
men nog wachtte op de oorlogsverklaring
van Italië.
Te Genève houdt men Briand voor den
bewerker van de beide belangrijke gebeur
tenissen, die zich thans hebben voorge
daan.
Do melkvoorzieniDg Ld gevaar.
In het „Ned. Tijdschrift voor Melkhy
giëne'' leest men:
„Tot 1 October bljjit de toes^ni geregeld
en, zal de melk niet duurder, >vorden, door
dat de KaasVereeriging haar -besluit heelt
ingetrokken .en alsnog tot dien datum' een
cent toeslag og de consumptie-melk zal blij
ven geven. Maar dan begint de moeilijk
heid van 'de melkVoorziening voor 'dezen
winter.
Wanneer, de. prijzen voor, het krachtvoer
van het vee bleven, zooals die nu zijn eh
genoemd worden, zou do prijs der melk' ter
prodnotieplaats worden 1214 h 15 cent
en verkocht aan den consument IS19 ct.
per liter. Dat is wel 'een enorme verhooging
van verkoopprijs, maar in overeenstemming
met den prijs der voeder-artikelen, nl. lijn
koek (voor den oorlog) f85190, lijnkoek
(naar geruchten) nu f176Ï213. Om dezen
enormen Verkoopprijs voor het publiek te
ontgaan en "toch voldoende tuelk te hebben
(wanneer de zoetboer geen loonend bbdrjjf
heeft, scheidt hij nit met hët houden van
melkvee), zijn twee middelen mogelijk, n.!.:
lo. toeslag 'geven;
2o. beschikbaarstelling van krachtvee aan
dé zoetboeren, tegen niet fe h'ooge prijzen
en hun de Verplichting opleggen, melk tegen
behoorlijken prijs te leveren.
Het geven van toeslag is een dure zaak.
De 1 cent toesia'g voor consumptieffl'elk,
die dezen zomer gegeven is, wordt berekénd
aan de kaasvereemging te kosten 6 ton
per maand; (dit klopt ook met een ruwe
berekening: 5 millioen "menscben en 0.4 L.
per dag). Zou de regeering 3 cent toeslag
geven, het minste bedrag, waarmede ietó
te bereiken valt, melkopbrengst 10 cent plus
3 cent is 13 cent voor den producent, melk
prijs 10 'Cent plu3 4 cent dlstribufiekosten
is l<i cent voor den consument, dan zon dit
de regeering kosten 3 keer '6 ton is 18
ton per maand of 11 millioen in het yin-,
terseizoen. Van de 20 millioen (distributie-
Wet) is noodig voor de bruinbroodregeling
5 millioen 7 ton (minister Posthuma, Eerste
Kamen 18 Aug.), en het is Sus noodig, ,dat
de regeering, wil zjj dezen weg van toeslag
geven inslaan, tevens maar. direct een ver
hooging van dat bedrag van 20 millioen
aanvraagt.
Maar met dien toeslag komt men er niet,
want dan blijft het feit, dat het krachtvoer
op de open markt wordt gekocht en de zoeit-
boer .op moet bieden tegen den kaasboer,
tl. w. z. wanneer deze voor zij® melk meer
kan maken clan de zoetboer, kan hp meer
betalen voor het krachtvoer, en hij zal het
dan lfaopen en den zoetboer laten modde
ren. De groote afnemer yan kaas 13 op het
eegenblik Duitschland; deze heeft dus de
kpasprijzen maar zoo te zetten, dat de kaas
boer meer krijgt dan de zoetboer, en niet
tegenstaande den toesiag komen de moeilijk
heden.
Dit alles is alleen te voorkomen door dei
toepassing van het tweede middel: bet ver
strekken van het krachtvoer, dat de regee
ring in handen heeft, m dé eerste piaató
aan de zoetboeren.
Op een aanvraag, gedaan door melkleve-
ranciers van "Arnhem aan den minister tot
beschikbaarstelling van krachtvoer tot be
reikbaren prijs, werd het antwoord ontvan
gen, dat de regeling omtrent de wjjze, waar
op de distributie yan veevoeder zal plaats
hebben, thans nog in voorbereiding is. p£
veevoeder in den a'.s. winter in groote hoe
veelheden beschikbaar zal zijn en hoe hoog
de prijzen daarvan zullen zijn, kan thans niet
worden gezegd.
Het is jammer, dat dé regeering een der
gelijk antwoord moet geven.
De zoetboer regelt nu reeds zjjn bedrijf
voor dezen winter én past natuurlijk' onbe
wust den regel toe; In geval ran twijfel,
onthoud u. Hij zal zich gaan inrichten voor
het piet leveren van «nelk en dat is (hef grootej
gevaar voor dezen winter en het is daarom!
te hopen, dat da regeering binnen zeer kor
ten tjjd wel zal zeggen, wat zfij voor den
winter wil."
Ontvluchte geinterneertle officieren
gearresteerd.
Aan het station te Arnhem is gistermid
dag even voor het vertrek van trein 1.39
naar Elten door marechaussees gearres
teerd een Duitsch officier, in politiek, ont
vlucht uit eon intemeeringakamp. Eon col
lega, die eveneens was ontvlucht, was
reeds met een vorigen trein naar Zevo-
naar vertrokken, naar men zegt als non
verkleed. Ook deze is te Zevenaar gear
resteerd.
Gistervoormiddag is een der Duitsehe
geïnterneerde officieren van het fort Wie-
rikerechans ontvlucht, n.l. de luitenant'
Eicesloch, die reeds vroeger een poging
tot ontvluchting deod.
Door de militairen en de politie, die on
middellijk gewaarschuwd werd, is een uit
gebreid onderzoek begonnen. Hij is spoe
dig gepakt.
In den middag werd de officier door twee
vrouwen ontdekt in het gras-aan de oude
spoorlijn GoudaKotterdam. Deze meld
den dit direct aan de stationswacht, waar
na de Duitsoher spoedig was gesnapt. Hij
werd direct naar het depót teruggebracht.
De ontvluchting heeft zich als volgt toe
gedragen Een der geïnterneerde officieren
kon 't depót verlaten, omdat de autori
teiten van meening waren, dat deze mi
litair-vlieger onrechtmatig was geïnter
neerd. Gisteren vertrok deze met zijn kof
fers per auto. De ontvluchte officier was
in een der koffers gekropen, liad onder
weg zijn schuilplaats verlaten en was bij
het station Gouda uitgestapt, vanwaar hij
te voet verder is gegnan, tot hij aan de
oude spoorlijn kwam en daar verder ge6U
weg meer wist.
Smokkelaar doodgeschoten.
De Hederlandsche grenswacht heeft gis
teravond te Veclerveen, in de provincie
Groningen, den smokkelaar J. Gruis al
daar, doodgeschoten. Do getroffene liep
nog over do grens, zoodat zijn lijk op
Duitsch grondgebied ligt.
Het ai I© g©©d© hart.
Roman naar het Duitsch. van
MARIE DIERS.
(Nadruk Verboden).
24)
„\\at heb je?" zei Max. Hij zat o.w zoo te
zéggen niet vast in. den zadel. Het nieuwe
beroep, waarin hij zich reeds begon in te
werken, stond hem voorloopig nog niet aan.
's Morgens vroeg in de kou op te staan en
naar paarden- en koeienstallen te gaan,
kwam hem nog vreemd voor. Menigmaal,
wanneer hij bij het hakselsnijden stond, of
van den rentmeester inlichtingen omtrent
bestellingen van zaad kreeg, overviel hem,
een gevoel van verzet. Het gaat toch niet
aan, dat ik mij nu eiken dag en steeds door
met dit vervelende gedoe afgeef.
Hij kwam dan neerslachtig en innerlijk
onrustig bij zijn meisje en hoopte dan zon
der to klagen want dat verbood zijn fat
eoen hem door haar opgebeurd te wor
den. Maar zij was in een toestand, dat zij
zelf mpest opgebeurd worden. Zij was al
tijd gewend, clat men vriendelijk jegens haar,
was, zij had onbewust behoefte aan een
grooto portie liefde, want zij had die nooit
10öven to ontberen, en gevoelde zich' nu
'niwAt^i' ?ron. en verraden, toen men zioh.
,a terwijl zij gelukkig wou zijn^koel
KW* r,ai' airendd°' Alleen haar oudé dokter
onL- w aai' ,ro.uw .cn hoe zonderling dat
on (-a y *laar beter te troosten
verw/iBen dan d0 jonge Max, clie zelf nog
11 hoofcl was en zich nog niet in
zijn nieuwen toestand thuis gevoelde. Hij
kon haar, wanuééFzij bedrukt en wanhopig
was, toespreken, op de „domme menschen-
scheldon, die niets begrepen, niets inzagen,
baar Max prijzen en haar toekomst zoo mooi
en zooJieerlijb in kernachtige bewoordingen
voorschilderen, dat haar zwaarmoedigheid
verdween en haar. hart lichter begon te
kloppen.
Maar Max kon dat niet. Hij geraakte bui
ten zichzelf, als zij niet opgewekt en vroolijk'
was. Eens begon zij hartverscheurend te
snikken. „Neem je malle bloemen weer mee,
zij liegen immers toch maar. Niemand houdt
meer van mij,"
ln plaat-s van haar uit te lachen, hield
hij dan ook zulke echte malle redenaties als
„Ja, ja, ik zie wel. clat ik ongbluk over jé
breng. Ik ben jou natuurlijk niét waard
en dergelijk prikkelénd en kwellend ge
praat.'-'
Als twee geheel in het bosch verdwaalde
kinderen gedroegen beiden zich. De een was
steeds meer in do war en van streek dan cfë
ander. Max leed bijna nog meor> omdat hij
uit eergevoel absoluut niet over zijn inner
lijke moeilijkheden in Breitendamm sprak,
en toch waa voor zijn mededeelzame, lucht
hartige natuur verzwegen leed dubbel leea.
Maar hij zou zich als een hond geschaamd
hebben, dat te bekennen. Hij zag slechts vol
verlangen vooruitals hij Nate maar eerst
daar had, dan zou alles vanzelf wel betel"
worden. Hij was zoo afhankelijk als een
kind, nu hij ziéh onzeker en ellendig voelde.
Maar toch menigmaal en eigenlijk ze
ker dagelijks één keer was het. alsof hun
wederzijdsch groot verdriet, dat hun bei
den veel groofcér voorkwam dan hot wer
kelijk was, kon in heb plotseling opkomend
gevoel„Ik heb jou immers!" samenbracht.,
Dan hielden zij elkaar omvat als twee vluch
telingen, die voor liet hooge water of een
dergelijke verschrikking naar een bergtop
waren gevlucht, en voelden zioh voor kor
ten tijd geborgen in hun wonderbaarlijk,
maar door stormen verontrust jong liefdes
geluk.
Eena vroeg Max aan zijn verloofde hoe
zich eigenlijk de zaak met haar eerste ver
loving had toegedragen. Ondanks haar me-
décleelingen, waarbij zij hem altijd de hoofd
zaak had verzwegen, woa hij er niet aohter
gekomen. Hij leed ook eigenlijk niet aan
ijverzuoht. In zijn mooi, jong leven had hij
daarvoor tob dusver belachelijk weinig ge
legenheid gehad, zoodat hij ook weinig be
lang stelde in die vroegere verbintenis. Hij
had vaag zoo iets als par dépit veronder
steld. Dit scheen hem toch niet met Rena-
te's aard overeen te komen. Hij drong bij
haar aan, kreeg plotselihg, toen hij be
merkte, dab zij eeni.gszins bevangen werd,
een ongewooien steek in het Hart. én dreef
haar nu niet meer oiigeduld tót oen be
kentenis.
En nu vertelde zij hem, tegen zijn schou
der geleund, het gebeurde, zooals het zich
in haar had afgespeeld.
Max von Quistorp wilde haar met een
sohatorlaéh in do rede vallen: „Zou cue
niet van je gehouden hebben? Domme, klei
ne meid! Begrijp je niet, dab hij je dat
voorgelogen heeft Maar plotseling be
dacht hij zich, wat iet-s zeldzaams bij zijn
impulsieven aard was. „Neen, dat' mag mén
haar niet zeggen. Zij is in staat geheel van
mij af to zien en hem dan haar openhartige
brieven na te sturen. Zooals zij dat bij mij
gedaan heeft. Drommels, men moet voor
zichtig met' haar zijn' 1 Dat moet ik, om het
niet té vergeten, op allé muren schrijven,
ten minste totdat de trouwdag aohter den
rug is. En ook dan nog. Als ik dat maar kan
volhouden! Maar dat moet toch!"
Hardop zei hij: „Jo bent een problema
tisch persoontje éh kuste haar op het
haar.
„Hoezoo?" vroeg zij onbestemd.
„Omdat men niet zeker van je is. Je zelf
bont 't immers niet eens. J"e verlooft je, om
dat een ander dat gaarne wil. Je hebt im
mers in 't geheel geen richtsnoer in je"
„Je preekt altijd allemaal," zei Renate
klagend.
„Zoo?" Hij lachte plotseling. „Preek ik?
Dat heeft mij nog niemand gezegd! Dat'
moet dan uit angst om jou zijn, jij, onbe
trouwbaar kind."
Renate zei niet, dat hij geen angst om
haar behoefde te hebben. Zij hief slechts een
weinig haar hoofd op en keek hem aan. Een
lief, grappig, verbaasd lachje lag op haar
gezicht. Nu werd hij als 'dol. Hij had geen
zweem angst meer om liaar. Mogelijk om
dien Bob? Mogelijk om wien ook? En al
die mooie voornemens.al de wijsheid, die
hij op cle muren had willen schrijven, ver
vlogen in den wind.
Hij boog zich overmoedig öaar haar toe
en zei: „Meisje, de man heeft je natuurlijk
wat voorgelogen. Hij houdt razend veel van
je. Öaarop zou ik durven zweren.
„Je bent dom," zei Renate rondweg en
onverstoorbaar. „Je weet er toch niets an
ders van dan wat ik je verteld heb."
„Nu, hoor eens, ik bezft toch mijn com
binatievermogen en dat is beter dan dat
van jou," zei hij geërgerd. Nu was hij er
op uit, om haar juist datgene aan het ver
stand te brengen, wat hij voor twee minuten
angstig voor haar had willen verzwijgen.
„Wat heb je nog meor," zei zij spottend,
terwijl zij hem aan de punt van zijn. neus
naar zich toe trok en hem een allesbehalve
eerbiedigen kus gaf.
Hij zei half boos: „Ik heb zoo'n kina als
jij bent nog nooit gezien. Je bent "aller
liefst in je driestheid. Maar hoe dat nog met
ons huwelijk worden moet, dat weet ik
keuècli niet."
„Hoe zal het dan worden?" vroeg Renate
verbaasd.
Do opinie der menschen was toch niet
zulk een onoverkomelijk ongeluk als Renate
had gedacht. Reeds op haar verjaardag in
November kwamen do vriendinnen, brach
ten bloemen en lekkernijen on waren weer
hartelijk jegens haar. Een paar begonnen
te schreien, toen zij Renate's blijdschap za
gen. „Wij dachten, dat. je heelemaal harte
loos was geworden." Er had langzaam,
maar zeker een omkeer plaats. De oude
voorliefde voor heb dappere dokters-doch
tertje kwam weer boven. Zelfs de oude,
strenge dames waren nu gezind haar beur
onbezonnenheid, de snelle verwisseling vaji
verloofde, te vergeven. „Zij is ook nog zoo
piepjong,'Uwerd er toegevend gezegd. Men
knikte haar weer toe. Haar gelukkig, blo^
zend gezichtje ontroerde oucl en jong. Haarf
dé leermeesteres, die altijd ronduit zeit
zooals zij het meende, beweerde;
„Als de man maaT goed voor haar is. Hel
is een-verwende bengel. De ander zou be
ter geweest zijn. Maar wie kan tegen d£
liefdé' 1" Zij zei, dat het „eerlijk" van!
Nate Was, om liever snel een on gewent oké
to verbintenis to verbrekon, den uitvroeg
voor een nschandaal haar levenlang to lie*
gen.
(Wrj'rrlt vervolgd^/