Nederland en de Oorlog. LEiDSCH DAQBiLAÖ, Dirssdsg 29 Augustus. Tweede Blad. Anno 1918. FEUILLETON No. 17333. Roemenië In ©orïog- Een der verwachte 00,:'0S®ver't'a,™1§®" is al verschenen. De Duitsehe reg g heeft haar gezant te Boekarest boJeI Ven zijn ptepoorten to vragen en aan de Ebemeenache regeering te verklaren, dat Duitschland zich eveneens in staat van oor log acht met Koemenie. Dat was trouwens niet anders te wachten. De Duitsehe bla- I (fori schreven (reeds, voordat dit „ófficieele "f#t had plaats gevonden, dat de Centralen er een vijand hadden bijgekregen. Nu doet men het aan die zyde wel voorkomen, alsof dit geen feftflvM beteek'enis is. Daar schuilt) (le noodige overdrijving. NaJ mobilisatie heeft Roemenië 632.000 man op de been, jnten dance en geneeskundige dienst niet meege rekend. .Volgens den letter der Wet kunnen 't a millioen zjjn, maar voor zooveel plan zijn er geen wapenen beschikbaar. De cen tralen hopen nu pp munitiegebrek, maar van één ding kan men zeker'zijn, dat deze' zaken wel grondig besproken zijn met de geallieerden. Die zullen Roemenië Wel de noodige munitie en wapens leveren. 't Is anders pierkwaardig, hoe stil alles in .zijn Werk' is gegaan, hoe goed de regee ring haar plannen heeft kunnen geheimhou den. Daarover vooral is men in Oostenrijk éii Duitsohland ontstemd, want nog Zondag ochtend zou Bratianu aan "'den Qcstenrijlc'sch- Hongaarschen gezant hebben verklaard de neutraliteit te' willen handhaven en 's mid dags ftas de kroonraad. Het document der Oorlogsverklaring, van Welks inhoud We' nog" geheel onkundig zijn Was toen' al in han den van den Roemeenscheh gezant te Wee- nen. beweert de „Neue Freie Pr'esse". "Ook in Bulgarije vermoedde men niets, 'getuige de rede van RadoslaWof, waarvan de telegrammen voor weinige dagen melding mhakten.. ^Hier, kan ook nog herinnerd aan de ver dragen inzake de levering van handelswa ren van Roemenië met Duitschland, Oosten rijk en Bulgarije. In die rijken rekende inlen bij oogenblikken zelfs reeds' een beetje op Roemënië's steun. Een blad schreef bijv. eens, dat Roemenië de partij' der overwin ning zou kiezen. Dat blad zhl' zioh' die Woor den nu ook wel herinneren, maar ongetwij feld niet met genoegen. .Voor de Centralen is er nog een factor van gewicht. Roemenië leverde heel wat graan. Dat is nu afgelooRen. Beweerd Wordt wel, dat met invoer uit Roemenië geten reJ- kening is gehouden, toen men na'ging of eti voldoende voor de voeding wgs, maar inder tijd is toch gewezen op de overeenkomsten, (lie met Roemenië waren gemaakt'. De moening van de ,,IT nlversul", Roemenie heeft -aan Oostenrijk-Honga rije alleen den oorlog verklaard. Wat dit bèteekent ten opzichte van de venhouding tusschen Duitschland en Roemenië, daar- oyier heeft het blad „Uniyersul"- met stel- Iig(hieid Roemenië'a besluit kenbaar gen maakt. Iecïer Roemeen beseft, dat Roemenië's tijd gekomen is, schrijft het blad. Spoedig zullen de doodsvijanden van .Roemenië, de Hongaren en Bulgaren, de Roemeensche spldaten leéïen kennen. Hoe staat het echter met onze verhouding tot Duitsch land? Weliswaar bestaat er nog geen vij andschap tusschen Roemenië en Duitsch land. Maarwanneer dit land zich te- de verwezenlijking van Roemenië's ideaal mocht verzetten, dan zullen wij er met dezelfde woede legen strijden als te gen de Bv.lgaren en Hongaren. De Roemeensche troepen zullen de Kar pathen overtrekken. Dan kunnen de Duit- .jchers er zeker van zijn, dat koning Fer dinand van Hohenzollern vastbesloten te- jen Wilhelm II van Hohenzollern zal strijden. De eerste der Roemenen zal aan het hoofd van zijn troepen tégen de Duit schers optrekken. Een Roem. eensch.generaal over de aanstaand eóampagne, Ruim oen maand geleden schreef de mi litaire medewerker van de „Adeverul" ge- nor aal Gardesco, dat t-ot Roemenië's inter ventie voornamelijk de doorslag zou wor den gegeven door de kwestie of er genoeg munitie voorradig zou zijn. Dit was even nadat de eerste munitietreiji in Roemenië was aangekomen en ongetwijfeld zal Bet wel niet bij deze óéne levering gebleven zijn, Wij mogen ons aldus de generaal geen illusies maken, noch in verband met de terrein-moeilijkheden van het gebied, dat wij moéten doortrekken, noch in ver band met den tegenstand, dien Oostenrijk- Hongarije on9 op onzen veroveringsmarsch zal bieden. Tweederden van den afstand van 500 kilometer, die Kronstadt van do Theisz scheiden, zijn bergachtig en aan een ma noeuvre op dit terrein zijn groote moeilijk heden verbonden. Men herinnere zich de campagne van 1848, toen de Russen en Oos tenrijkers de Hongaren popgden te omsin gelen. Yan do Karpathen tob de Galicische grens is niét meer dan 250 kilometer, Hiet- temin hebben de Oostenrijkers, Hongaren en Duitschers zeven maanden noodig ge had om de Russen uit Galicië te verdrijven. Wij hebben volle vertrouwen in onze mid delen en in do macht van onze bondgenoo- ten, maar de leiders van het land, de staatslieden en in het bijzonder de militai ren hebben den heiligen plicht, door nauw keurige navorsohingen vast te stellen, over welke munitie-Voorraad Rusland en wij be schikken, en alles aan te wenden om ons voor een verrassing te bewaren, die het grootste onheil en een misdaad zou zijn. Do verwezenlijking van ons nationaal, ideaal bezetting van het Roemeensche gebied in Oostenrijk-Hongarije Kan na tuurlijk niét geheel door onze eigen mid delen bereikt worden on daarom is ieder succes der Entente een stap voorwaarts naar de vorming van een groot Roemenië, naar de verwezenlijking van onzen droom. Om echter met stelligheid afstand Van het in Oostenrijk-Hongarije liggende Roemeen sche gebied te kunnen eischen, moeten wij bij" het sluiten van den vrede kunnen wijzen op het feit, dat wij dit geheel© gebied mili tair bezet en veroverd hebben. Naar allé waarschijnlijkheid zullen wij, tegelijk met dé troepen van Salonika en clie van Italië de Oostenrijk-Hongaarsche kwestie moeten oplossen. Onder deze omstandigheden moeten wij al onzo kracht benutten pm in het noorden te opereer en. Yoor wij dua éen aanval togen de Karpathen doen, moet dp actie van Salo- niki begonnen zijn en moeten er Russische troepen door de Dobroedsja kunnen trek ken. De indruk i n H o n gj a r ij e. Van de oorlogsverklaring van Roemenië is te Boedapest, naar ons Wolf meldt, zon der veel opwinding kermis genomen, daar de pers reelds langen tijd op de verdacht? houding van Roemenië opmerkzaam had gemaakt. De Pester Lloyd" schrijft: ,,De oorlogs verklaring treft ons niet onvoorbereid1. Waarschijnlijk nadeft de oorjog met dé deelneming van Roemenië zijn hoogte punt. De onzijdigheidsvertooning, die men te Boekarest tot dusver heeït gespeeld, zal vruchtelooze moeite blijken. Wij heb ben het spel steeds doorzien en hebbed alïe maatregelen tijdig' en grondig genp- mien om dezen nieüwén aanslag te verij delen' De ,,Magyarer Yzag" schrijft: ,,Wdj heb ben de ontwikkeling van Roemenië steeds krachtig bevorderd; wij waren de sterk ste waarborg voor zijh veiligheid1; onze diplomatie heeft Roemenië worbelijk ver troeteld, maar zijn grootheidswaan heeft verhinderd, dat gevoelens van vriendschap en goede buurschap in Roemenië wortel schoten. De verraderlijke pp^ing om ons Zeven burgen te ontwringen, dat door een ge schiedenis van 1000 jaar met ons verbon den is, zal alle Hongaren tot dapperen tegenweer bereid vinden". ,,Az Ést" zegt: Ze venburgen kan ge rust zijnHongarije zal tot den laatsten man vechten, om dezen roofzuchtigen overval op zijn grenzen af te slaan' De indruk in Oostenrijk. Het „Fremdenblatb" schrijft naar aan leiding van Roemenië's oorlogsverklaring t „De gisteren overhahdïgde nota van aé Roemeeusohe regeering is een document van ongehoorde schaamteloosheid cn Roemenië is de treurige room ten deel gevallen, zelfs Italië in gemeenheid te hebben overtroffen, dat ten minste eenigo weken voor de oor logsverklaring het bondsverdrag met Oos tenrijk-Hongarije zijnerzijds buiten kra'cht stelde. Roemenië echter was tob gisteravond negen uur nog onze bondgenoot. Het Roe meensche kabinet hief het bondsverdrag eenvoudig door de oorlogsverklaring op. In do geschiedenis is,'deze onmiddellijke sprong van verbond haar oorlog een unicum. Ook de omstandigheid, clat het begin van den oorlog met de overhandiging van de oorlogs verklaring samenvalt, is een gebeurtenis zonder voorbeeld in de annalen der diplo matie. Roemenië heeft alle consideraties, welk© fatsoen, zelfrespect en zedelijkheid eisehen, met voeten getreden en is men had het niet meer voor mogelijk gehouden nog dieper gezonken dan zelfs Italië. Het is duidelijk, dat tusschen Italic's oor logsverklaring aan Duitschland en Roeme nië's oorlogsverklaring aan Oostenrijk-Hon garije verband bestaat en dat het gemeen schappelijk optreden van beide verraders het resultaat is van complotten. Par nobile fratrum 1 Zooals de hulp van Italia het vo rig jaar den zegetocht der Oostenrijkers en Duitschers in heb oosten niet vermocht te gen te houden, zooals ondanks den eed breuk van koning Victor Emanuel de bevrij ding van Polen van de heerschappij der Russen niet verhinderd kon borden, zoo zai ook de verraderlijke, nietswaardige overval van Roemenië niet instaat zijn de balans van den oorlog te onzen nadeele te doen everslaan. Wij hebben ons reeds lang ver trouwd gemaakt met de mogelijkheid van oen oorlog met Roemenië. Alle voorberei dingen zijn goed getrofffen om den nieu wen vijand met succes te gemoet té treden. Met bitterheid in het hart en gerechten toorn, maar ook met kalmte en vertrouwen gaan wij dezen nieuwen, ons opgedrongen strijd aan, vast besloten ook dezen verra derlijken bondgenoot te verélaan.'' Het oordeel der Franschen. Parijs heeft het bericht der oorlogsver klaringen van Italië en Roemenië ontvan gen met de indrukwekkende kalmte en het' mooie zedelijke evenwicht, die het sedert heb begin van den oorlog hepft getoond, seint de Parijsehe correspondent van de „N. R. Ot.": Natuurlijk heerseht daar groote voldoe ning en versterkt vertrouwen, echter géén uitbundigheid. Het „Journal des Débats" schrijft o.m. „Wij weten dat 1de Duitsohers niemand dan God vreezen. Zij moeten echter wel denken, dat mén Kun een al te schoonQ gelegenheid geeft om het te bewijzen. Öe oorlogsverklaring van Roemenië bewijst, dat zulke berekende monschen als Bratia nu en zijn oollegsa's van oordeel zijn, dat dé oorlog duidelijk begint te „rijpen". Dit is voor ons niet de minst belangrijke, kant van hun besluit. Bratianu heeft altijd gemeehd, dat het Roemeensche leger on voldoend gewicht in jde schaal legde om dé weegschaal, te doen overslaan. Heb meende, dat het noéh in 't belang, noch in 't vermogen van Roemenië was, om ee® zeer langen oorlog te voeren. Het feit, dat een met zoo koele berekening bestuurd land, waarvan de krachten zoo goed vallen te meten, zich in den oorlog begeeft, brengt ons niet alleen eeh hulp van groQte waarde, doch vormt tevens een al leszins aanmoedigend teëken". Het blad besluit: „De expeditie naar Saloniki was een laat toegediend, maar •noodzakelijk geneesmiddel voor vele op dep Balkan door de geallieerden begane fouten. De deelneming van Roemenië aan den oorlog is een beloonmgf en rechtvaardi ging voor hen, die de expeditie naar Sa loniki wilden en die verder zagen dan zij, die angstig waren om iets op den Balkan te ondernemen, zoolang de Pruisen nog te Noyon waren. Toch zou het verkeerd zijn te meen en, dat de deelneming van Roemenië aan den oorlog ons zeer dicht bij het doel brengt. Zij vóegt aan de taak der geallieerden do noodzakelijkheid toe om de Magyaren vol komen te verpletteren en zij wakkert in Hongarije den tegenstand aan, maar zij zal ook de taak van de geallieerden ten zeerste vergemakkelijken. Er komen 500.000 bajonetten méér op de oostelijke hellingen van de Karpathen en het besluit van Roemenië zal ook een deprimeerenden invloed op den vijand oef (men". Alle bladen begroeten met geestdrift de dubbele oorlogsverklaring. Uit militair oogpunt beschouwd, zal, oor- deelen ze, de intree van heb Roemeensche leger in 't strijdperk den voor de mid denrijken zoo kachelijken toestand nog moeilijker maken. Het offensief der bond- genooten in Macedonië baart hun reeds nu, begrijpelijk© ongerustheid. Anderzijds klemt de oeconomische blokkade steeds meer, doordat o.m. alle graantoevo.er voortaan voor de Duitschers zal zijn afge sneden. Bovendien vormt Roemenië's mee doen een voorteeken. De Duitsehe pers heeft -onlangs geschreven, dat liet Roe meensche volk de partij der overwinning zal kiezen. In dat geval kunnen de Oosten rijkers en Duitschers zich geen droom beelden meer maken omtrent den afloop lan den oorlog. De bladen zien in Roe menië's besluit mede een bekroning voor. de diplomatie der entente, die door haar volharding heb programma, dat Briamd ter Parijsehe conferentie wist te doen goed keuren, heeft weten uit te voeren. De indruk in Zwitserland. De dubbele oorlogsverklaring werd Zon dagavond laat te Genève bekend. De spe ciale edities werden gretig gekocht. De indruk is enorm, al beschouwde men daar sedert eenige dagen de interventie van Roemenië als zeker. Twee dagbladen, een te Lausa-nnc, 't andere te Genève, wisten mede te deelen, dat aan de interventie niet meer getwijfeld kon worden, maar dat men nog wachtte op de oorlogsverklaring van Italië. Te Genève houdt men Briand voor den bewerker van de beide belangrijke gebeur tenissen, die zich thans hebben voorge daan. Do melkvoorzieniDg Ld gevaar. In het „Ned. Tijdschrift voor Melkhy giëne'' leest men: „Tot 1 October bljjit de toes^ni geregeld en, zal de melk niet duurder, >vorden, door dat de KaasVereeriging haar -besluit heelt ingetrokken .en alsnog tot dien datum' een cent toeslag og de consumptie-melk zal blij ven geven. Maar dan begint de moeilijk heid van 'de melkVoorziening voor 'dezen winter. Wanneer, de. prijzen voor, het krachtvoer van het vee bleven, zooals die nu zijn eh genoemd worden, zou do prijs der melk' ter prodnotieplaats worden 1214 h 15 cent en verkocht aan den consument IS19 ct. per liter. Dat is wel 'een enorme verhooging van verkoopprijs, maar in overeenstemming met den prijs der voeder-artikelen, nl. lijn koek (voor den oorlog) f85190, lijnkoek (naar geruchten) nu f176Ï213. Om dezen enormen Verkoopprijs voor het publiek te ontgaan en "toch voldoende tuelk te hebben (wanneer de zoetboer geen loonend bbdrjjf heeft, scheidt hij nit met hët houden van melkvee), zijn twee middelen mogelijk, n.!.: lo. toeslag 'geven; 2o. beschikbaarstelling van krachtvee aan dé zoetboeren, tegen niet fe h'ooge prijzen en hun de Verplichting opleggen, melk tegen behoorlijken prijs te leveren. Het geven van toeslag is een dure zaak. De 1 cent toesia'g voor consumptieffl'elk, die dezen zomer gegeven is, wordt berekénd aan de kaasvereemging te kosten 6 ton per maand; (dit klopt ook met een ruwe berekening: 5 millioen "menscben en 0.4 L. per dag). Zou de regeering 3 cent toeslag geven, het minste bedrag, waarmede ietó te bereiken valt, melkopbrengst 10 cent plus 3 cent is 13 cent voor den producent, melk prijs 10 'Cent plu3 4 cent dlstribufiekosten is l<i cent voor den consument, dan zon dit de regeering kosten 3 keer '6 ton is 18 ton per maand of 11 millioen in het yin-, terseizoen. Van de 20 millioen (distributie- Wet) is noodig voor de bruinbroodregeling 5 millioen 7 ton (minister Posthuma, Eerste Kamen 18 Aug.), en het is Sus noodig, ,dat de regeering, wil zjj dezen weg van toeslag geven inslaan, tevens maar. direct een ver hooging van dat bedrag van 20 millioen aanvraagt. Maar met dien toeslag komt men er niet, want dan blijft het feit, dat het krachtvoer op de open markt wordt gekocht en de zoeit- boer .op moet bieden tegen den kaasboer, tl. w. z. wanneer deze voor zij® melk meer kan maken clan de zoetboer, kan hp meer betalen voor het krachtvoer, en hij zal het dan lfaopen en den zoetboer laten modde ren. De groote afnemer yan kaas 13 op het eegenblik Duitschland; deze heeft dus de kpasprijzen maar zoo te zetten, dat de kaas boer meer krijgt dan de zoetboer, en niet tegenstaande den toesiag komen de moeilijk heden. Dit alles is alleen te voorkomen door dei toepassing van het tweede middel: bet ver strekken van het krachtvoer, dat de regee ring in handen heeft, m dé eerste piaató aan de zoetboeren. Op een aanvraag, gedaan door melkleve- ranciers van "Arnhem aan den minister tot beschikbaarstelling van krachtvoer tot be reikbaren prijs, werd het antwoord ontvan gen, dat de regeling omtrent de wjjze, waar op de distributie yan veevoeder zal plaats hebben, thans nog in voorbereiding is. p£ veevoeder in den a'.s. winter in groote hoe veelheden beschikbaar zal zijn en hoe hoog de prijzen daarvan zullen zijn, kan thans niet worden gezegd. Het is jammer, dat dé regeering een der gelijk antwoord moet geven. De zoetboer regelt nu reeds zjjn bedrijf voor dezen winter én past natuurlijk' onbe wust den regel toe; In geval ran twijfel, onthoud u. Hij zal zich gaan inrichten voor het piet leveren van «nelk en dat is (hef grootej gevaar voor dezen winter en het is daarom! te hopen, dat da regeering binnen zeer kor ten tjjd wel zal zeggen, wat zfij voor den winter wil." Ontvluchte geinterneertle officieren gearresteerd. Aan het station te Arnhem is gistermid dag even voor het vertrek van trein 1.39 naar Elten door marechaussees gearres teerd een Duitsch officier, in politiek, ont vlucht uit eon intemeeringakamp. Eon col lega, die eveneens was ontvlucht, was reeds met een vorigen trein naar Zevo- naar vertrokken, naar men zegt als non verkleed. Ook deze is te Zevenaar gear resteerd. Gistervoormiddag is een der Duitsehe geïnterneerde officieren van het fort Wie- rikerechans ontvlucht, n.l. de luitenant' Eicesloch, die reeds vroeger een poging tot ontvluchting deod. Door de militairen en de politie, die on middellijk gewaarschuwd werd, is een uit gebreid onderzoek begonnen. Hij is spoe dig gepakt. In den middag werd de officier door twee vrouwen ontdekt in het gras-aan de oude spoorlijn GoudaKotterdam. Deze meld den dit direct aan de stationswacht, waar na de Duitsoher spoedig was gesnapt. Hij werd direct naar het depót teruggebracht. De ontvluchting heeft zich als volgt toe gedragen Een der geïnterneerde officieren kon 't depót verlaten, omdat de autori teiten van meening waren, dat deze mi litair-vlieger onrechtmatig was geïnter neerd. Gisteren vertrok deze met zijn kof fers per auto. De ontvluchte officier was in een der koffers gekropen, liad onder weg zijn schuilplaats verlaten en was bij het station Gouda uitgestapt, vanwaar hij te voet verder is gegnan, tot hij aan de oude spoorlijn kwam en daar verder ge6U weg meer wist. Smokkelaar doodgeschoten. De Hederlandsche grenswacht heeft gis teravond te Veclerveen, in de provincie Groningen, den smokkelaar J. Gruis al daar, doodgeschoten. Do getroffene liep nog over do grens, zoodat zijn lijk op Duitsch grondgebied ligt. Het ai I© g©©d© hart. Roman naar het Duitsch. van MARIE DIERS. (Nadruk Verboden). 24) „\\at heb je?" zei Max. Hij zat o.w zoo te zéggen niet vast in. den zadel. Het nieuwe beroep, waarin hij zich reeds begon in te werken, stond hem voorloopig nog niet aan. 's Morgens vroeg in de kou op te staan en naar paarden- en koeienstallen te gaan, kwam hem nog vreemd voor. Menigmaal, wanneer hij bij het hakselsnijden stond, of van den rentmeester inlichtingen omtrent bestellingen van zaad kreeg, overviel hem, een gevoel van verzet. Het gaat toch niet aan, dat ik mij nu eiken dag en steeds door met dit vervelende gedoe afgeef. Hij kwam dan neerslachtig en innerlijk onrustig bij zijn meisje en hoopte dan zon der to klagen want dat verbood zijn fat eoen hem door haar opgebeurd te wor den. Maar zij was in een toestand, dat zij zelf mpest opgebeurd worden. Zij was al tijd gewend, clat men vriendelijk jegens haar, was, zij had onbewust behoefte aan een grooto portie liefde, want zij had die nooit 10öven to ontberen, en gevoelde zich' nu 'niwAt^i' ?ron. en verraden, toen men zioh. ,a terwijl zij gelukkig wou zijn^koel KW* r,ai' airendd°' Alleen haar oudé dokter onL- w aai' ,ro.uw .cn hoe zonderling dat on (-a y *laar beter te troosten verw/iBen dan d0 jonge Max, clie zelf nog 11 hoofcl was en zich nog niet in zijn nieuwen toestand thuis gevoelde. Hij kon haar, wanuééFzij bedrukt en wanhopig was, toespreken, op de „domme menschen- scheldon, die niets begrepen, niets inzagen, baar Max prijzen en haar toekomst zoo mooi en zooJieerlijb in kernachtige bewoordingen voorschilderen, dat haar zwaarmoedigheid verdween en haar. hart lichter begon te kloppen. Maar Max kon dat niet. Hij geraakte bui ten zichzelf, als zij niet opgewekt en vroolijk' was. Eens begon zij hartverscheurend te snikken. „Neem je malle bloemen weer mee, zij liegen immers toch maar. Niemand houdt meer van mij," ln plaat-s van haar uit te lachen, hield hij dan ook zulke echte malle redenaties als „Ja, ja, ik zie wel. clat ik ongbluk over jé breng. Ik ben jou natuurlijk niét waard en dergelijk prikkelénd en kwellend ge praat.'-' Als twee geheel in het bosch verdwaalde kinderen gedroegen beiden zich. De een was steeds meer in do war en van streek dan cfë ander. Max leed bijna nog meor> omdat hij uit eergevoel absoluut niet over zijn inner lijke moeilijkheden in Breitendamm sprak, en toch waa voor zijn mededeelzame, lucht hartige natuur verzwegen leed dubbel leea. Maar hij zou zich als een hond geschaamd hebben, dat te bekennen. Hij zag slechts vol verlangen vooruitals hij Nate maar eerst daar had, dan zou alles vanzelf wel betel" worden. Hij was zoo afhankelijk als een kind, nu hij ziéh onzeker en ellendig voelde. Maar toch menigmaal en eigenlijk ze ker dagelijks één keer was het. alsof hun wederzijdsch groot verdriet, dat hun bei den veel groofcér voorkwam dan hot wer kelijk was, kon in heb plotseling opkomend gevoel„Ik heb jou immers!" samenbracht., Dan hielden zij elkaar omvat als twee vluch telingen, die voor liet hooge water of een dergelijke verschrikking naar een bergtop waren gevlucht, en voelden zioh voor kor ten tijd geborgen in hun wonderbaarlijk, maar door stormen verontrust jong liefdes geluk. Eena vroeg Max aan zijn verloofde hoe zich eigenlijk de zaak met haar eerste ver loving had toegedragen. Ondanks haar me- décleelingen, waarbij zij hem altijd de hoofd zaak had verzwegen, woa hij er niet aohter gekomen. Hij leed ook eigenlijk niet aan ijverzuoht. In zijn mooi, jong leven had hij daarvoor tob dusver belachelijk weinig ge legenheid gehad, zoodat hij ook weinig be lang stelde in die vroegere verbintenis. Hij had vaag zoo iets als par dépit veronder steld. Dit scheen hem toch niet met Rena- te's aard overeen te komen. Hij drong bij haar aan, kreeg plotselihg, toen hij be merkte, dab zij eeni.gszins bevangen werd, een ongewooien steek in het Hart. én dreef haar nu niet meer oiigeduld tót oen be kentenis. En nu vertelde zij hem, tegen zijn schou der geleund, het gebeurde, zooals het zich in haar had afgespeeld. Max von Quistorp wilde haar met een sohatorlaéh in do rede vallen: „Zou cue niet van je gehouden hebben? Domme, klei ne meid! Begrijp je niet, dab hij je dat voorgelogen heeft Maar plotseling be dacht hij zich, wat iet-s zeldzaams bij zijn impulsieven aard was. „Neen, dat' mag mén haar niet zeggen. Zij is in staat geheel van mij af to zien en hem dan haar openhartige brieven na te sturen. Zooals zij dat bij mij gedaan heeft. Drommels, men moet voor zichtig met' haar zijn' 1 Dat moet ik, om het niet té vergeten, op allé muren schrijven, ten minste totdat de trouwdag aohter den rug is. En ook dan nog. Als ik dat maar kan volhouden! Maar dat moet toch!" Hardop zei hij: „Jo bent een problema tisch persoontje éh kuste haar op het haar. „Hoezoo?" vroeg zij onbestemd. „Omdat men niet zeker van je is. Je zelf bont 't immers niet eens. J"e verlooft je, om dat een ander dat gaarne wil. Je hebt im mers in 't geheel geen richtsnoer in je" „Je preekt altijd allemaal," zei Renate klagend. „Zoo?" Hij lachte plotseling. „Preek ik? Dat heeft mij nog niemand gezegd! Dat' moet dan uit angst om jou zijn, jij, onbe trouwbaar kind." Renate zei niet, dat hij geen angst om haar behoefde te hebben. Zij hief slechts een weinig haar hoofd op en keek hem aan. Een lief, grappig, verbaasd lachje lag op haar gezicht. Nu werd hij als 'dol. Hij had geen zweem angst meer om liaar. Mogelijk om dien Bob? Mogelijk om wien ook? En al die mooie voornemens.al de wijsheid, die hij op cle muren had willen schrijven, ver vlogen in den wind. Hij boog zich overmoedig öaar haar toe en zei: „Meisje, de man heeft je natuurlijk wat voorgelogen. Hij houdt razend veel van je. Öaarop zou ik durven zweren. „Je bent dom," zei Renate rondweg en onverstoorbaar. „Je weet er toch niets an ders van dan wat ik je verteld heb." „Nu, hoor eens, ik bezft toch mijn com binatievermogen en dat is beter dan dat van jou," zei hij geërgerd. Nu was hij er op uit, om haar juist datgene aan het ver stand te brengen, wat hij voor twee minuten angstig voor haar had willen verzwijgen. „Wat heb je nog meor," zei zij spottend, terwijl zij hem aan de punt van zijn. neus naar zich toe trok en hem een allesbehalve eerbiedigen kus gaf. Hij zei half boos: „Ik heb zoo'n kina als jij bent nog nooit gezien. Je bent "aller liefst in je driestheid. Maar hoe dat nog met ons huwelijk worden moet, dat weet ik keuècli niet." „Hoe zal het dan worden?" vroeg Renate verbaasd. Do opinie der menschen was toch niet zulk een onoverkomelijk ongeluk als Renate had gedacht. Reeds op haar verjaardag in November kwamen do vriendinnen, brach ten bloemen en lekkernijen on waren weer hartelijk jegens haar. Een paar begonnen te schreien, toen zij Renate's blijdschap za gen. „Wij dachten, dat. je heelemaal harte loos was geworden." Er had langzaam, maar zeker een omkeer plaats. De oude voorliefde voor heb dappere dokters-doch tertje kwam weer boven. Zelfs de oude, strenge dames waren nu gezind haar beur onbezonnenheid, de snelle verwisseling vaji verloofde, te vergeven. „Zij is ook nog zoo piepjong,'Uwerd er toegevend gezegd. Men knikte haar weer toe. Haar gelukkig, blo^ zend gezichtje ontroerde oucl en jong. Haarf dé leermeesteres, die altijd ronduit zeit zooals zij het meende, beweerde; „Als de man maaT goed voor haar is. Hel is een-verwende bengel. De ander zou be ter geweest zijn. Maar wie kan tegen d£ liefdé' 1" Zij zei, dat het „eerlijk" van! Nate Was, om liever snel een on gewent oké to verbintenis to verbrekon, den uitvroeg voor een nschandaal haar levenlang to lie* gen. (Wrj'rrlt vervolgd^/

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1916 | | pagina 5