De Europeesche Dorlog.
Wo, 1729©.
LEIOSCH DAGBLAD, Donderdag 20 Ju ft
TwëëcTë BracT. Anno 1916.
Eerste Kamer.
Tweede Kamer.
FEUILLETON,
De algemeen© tocslaud.
Ons vermoeden, dat Verdun gevaar loopt),
is bevestigd door de mededeeling in de Fran-
scho bladen, dat het gemeentebestuur van
deze zwaar geteisterde stad besloten hoeft,
de archieven naar Parijs over te brengen
en ook zijn zittingen daar te houden. Nu
zal het gemeente bestuur er ook wel nieb
veel te docu hebben gehad, omdat gene
raal Pabain er onbeperkt regeert. Maar
dab do censuur dit bericht niet heeft ge
schrapt, kan zijn doel hebben. De laatste
commumqué's dor Franschen spreken ech
ter alleen van granaatgeveenten, die wor
den afgeslagen. r-
De Entente-berichten over de actie aan
het Westelijk front zijn overigens
sober.
Aan het Engelsclie front wordt niettemin
harcl gevochten. Haig erkent, dat in den
nacht van Dinsdag op Woensdag de Duit-
schers met krachtige versterkingen en na
grooto verliezen te hebben geleden ge
deelten van het Delville-bosch veroverden,
alsook voet kregen in de noordelijke, buiten
wijken van Longueval. Het Duitsche com
muniqué is omtrent deze gevechten, dio
voor de Duitschers aauvankelijk een guns
tig verloop hadden, uitteraard uitvoeriger.
Het vermeldt ook do verovering van het
dorp Longueval en de gevangenneming van
een kleine 300 man. "Voorts werdén een aan
tal mitrailleurs buitgemaakt.
Van Engelsche zijde wordt later weer be
richt, dab het grootste deel van heb eerst
verlorene teruggenomen is. Zoo gaat net
over en weer.
Van groote beteckenis moge een en ander
niet zijn, er .blijkt? toch uit, dat de fut er bij
dö "Duitschers nog niet uit is, en het laatste
'Engelsche bericht, hetwelk gewaagt van de
heroveringen, doet aan het groote weer
standsvermogen, dat de vijand blijft too-
nen, niets af. Er blijkt alleen-uiit, hoe fel de
strijd woedt en hoeveel slachtoffers er val
len. Van weerskanten maakt men slechts
melding van de groote verliezen van den
vijand, het aan den on partij digen opmerker
overlatend de balans op te maken. Zij zul
len elkaar niet veel ontloop en. Wie het
grootst aantal menschen en het meeste oor
logsmateriaal heeft, zal het ten slotte win
nen'. Daarom zijn in Engeland dan ook do
vacantiedagerx in fabrieken en werkplaatsen
uitgesteld. In Duitschland zal men er oven-
min aan denken de fabricage te doen ver
slappen. Het gaat er nu öp of onder. Dit
voelon beide partijen.
Van de berichten van hetOostolijk
f r o n t is in het laatste halve etmaal dit
(uit -Petrograd) het belangrijkste, dat. do
Russen, na den vijand over de beneden-Lipa
te hebben gedreven, op een 10 mijl breed
front sterke stellingen bezet hebben, van
de uitmonding der Lip a in de Styr in Wes
telijke richting. Het verlies dezer
stellingen is onheilspellend
voor den linkervleugel van
hét leger van ge>n or a al Bökm
E r ra o 11 i, dat de toegangen tob Lemberg,
via Brody, verdedigt. De vijand houdt -zich
op den noordelijken oever van de midden-
Lip a nog staande. Vastgesteld is, dat ge
mengde Oostenrijksche en Duitsche troepen
de stellingen aan de Lip'a verdedigen.
Volgens de militaire beoordeelaars staan
er nu slechts 200. OCÖ Oostenrijkers tegenover
het-zuidelijke Russische front.
De Duitsch-Oostenrijksche communiqué-s
spreken slechts van afgeslagen aanvallen.
Omtrent de actie in de Kat pathen zeggen
de Oostenrijksche berichten, dat allo pogin
gen der Russen om de BoekowinascITe" Ivar-
pathen te forceer en, mislukten door den te
genstand van de Oostenrijksche landweer-
troeven. Vijfmaal deden de Russen eon
stormloop tegen de Oostenrijksche stellin
gen, doch telkenmale werd de stormloop af
geslagen met zware, verliezen. De Russen
brachten ontelbare formaties tegen de Oos
tenrijkers in het veld, die echter volkomen
gedecimeerd werden, zoo eindigt het al to
trïumfeerend bericht, dat via het „Berl.
Tageblatt" uit heb Oostenrijksch oorlogs-
perskwartïer tot ons komt. Misschien krijgen
we spoedig een Russische lezing van deae
worsteling, dio een ander licht over het coo-
neel zal werpen.
Als men de laatste Italiaansche en Ooa-
benrijksohe communiqué's naast elkaar legt,
over de laatste operaties, d&n blijkt ook
daaruit dab men er vrijwel op dezelfde hoog
te blijft. Beide partijen spreken van afge
slagen aanvallen. Beiden zullen wel gelijk
hebben.
De Oostenrijkers vermelden de verovering
van...... één. machinegeweer. Dat is wel zeer
miniem.
MciledeClingcii uit Luik.
Alle kanonnen uit de forten zijn naar
het front vervoerd. Groote affiches hebben
de bevolking bekend gemaakt., dat Luik
„une ville libre" is, daar de forten niet.
meer bewapend zijn.
De doorvoer van gewonden van 'b Wes
telijk front is enorm.
Op sommige nachten passeeren
tot. dertig groote treinen met. gewonden.
Allo gaan echter door naar Duitschland.
Ook te Luik zijn de successen der geal
lieerden aan Oost- en Wcstfronb bekend
en doen de hoop der Luikenaars herleven.
Nog niets is er gedaan om de voor twee
jaar verwoeste gebouwen te herstellen. Al
les ligt er nog zoo als de dag na het bom
bardement.
Voor degenen, die veel geld hebben, is
-het leven er nog uit te houden. Een pond
spek kast frs. 12, en een ons rundvleesoh
10 k 11 frs.
Hóogc belasting in Engeland.
Minister Asquith heeft aan een arbeiders-
afvaardiging, die op een hoog welvaartsbe
lasting aandrong, bijzonderheden meege
deeld omtrent de ontzaglijke hooge inkom
sten- en andere, belastingen, die thans reeds
drukken op inkomens boven de 500 pd.sb.
•en iu sommige gevallen wel 60 procent be
dragen.
Hij zeide, dat stellig geen ander land ter
wereld ook maar bij benadering zooveel
heeft geheven van de welgestelde klasse,
ajs Engeland sedert hét uitbreken van den
oorlog van haar hoeft geheven.
Asquith geloofde intussehen niet, dat de
verhoogde belasting, hoe zwaar zij ook was,
de nijverheid heeft belemmerd. Zij is met
de grootste blijmoedigheid, gelatenheid en
trouw gedragen door allen, die er aan on
derworpen waren.
De „Dcutscklaml."
Volgens den ,,Times"-correspon(lent fce
Washington zijn er aanwijzingen, dat de
„Deutschland" spoedig zal vertrekken. De
boeg is wit geschilderd, om de witte koppen
van golven na te bootsen.
Niet officieel wordt op het Departement
van Biiitenlandsche Zaken verka.rM dat de
„Deutschland" de grens van drie mijlen on
der water zalverlaten. Baar zij' aldus een
gevaar voor de scheepvaart zou vormen, zou
zij misbruik maken van Arnerika's gastvrij
heid. De Regeering verwondert z'cli over de
versleeping van het geïnterneerde schip; van
den N'orddeutsclien Llovd „Neckor", naar een
ligplaats vlak bij' de „Deutechlancl", in een
deel van de haven, dat niet door groote
sc-liepen wordt bezocht. De kapitein van de
j,Deutschland", König, was officier van de
„Neekar", en werd oók genoemd in de- offi
cieel© papieren in verband met de affaire
van het W'elland-kanaal.
De Duikboot- cl Mijn en-oorlog
Naar Lloyd meldt, vermoedt men, dat het
stoomschip „Evangelistria" in den grond is
geboord.
De Italiaansche stoomer „■Angel©" is door
een duikboot tot zinken gebracht- De beman
ning is gered.
De te Malta gelande bemanning van het
door een vijandelijke duikboot in den grond
geboorde Engelsche stoomschip „Virginia"
vertelt: Op 16 -Tuli, 's middag? om 1 uur,
toen het meerendeel der pit 50 koppen be
staande bemanning zich aan dek bevond, ver
scheen de duikboot aan de oppervlakte, on
geveer op kanonschots afstand. Zonder waar
schuwing opende de duikboot, een verwoed
vuur op db „Virginia", die niet de minste
kans had om te ontkomen. De „Virginia",
die onbewapend was, stopte onmiddellijk en
de bemanning maakte zich gereed het schip
te verlaten. Desniettegenstaande bleef de
duikboot het w,as er een van groot tyi>fy
een Oostenrijksche, denkt de bemanning
voortgaan het schip onafgebroken te' be
schieten. De duikboot bleef niet alleen vu
ren, terwijl de bemanning de sloepen streek,
doch schijnt op de mannen zelf te hebben
gericht, want 5 hunner werden getroffen.
De eerste officier en nog een man zijn .om
gekomen. De eersto officier werd dóodelijk
gewond, terwijl hij nog aan boord was; hij
werd in-een boot opgenomen, die echter
volliep en verdween. Het andere slachtoffer,
stierf aan boord vap het schip, dab hem 'had
opgenomen, en is in de golven begraven.
De gewonde overlevenden bevinden zich
thans in het hospitaal te Malta.
Het geheele..voorval heeft drie kwartier
geduurd. Al dien tijd bleef de duikboot vu
ren. De „Virginia" bleef echter drijvende en
de duikboot schoot ten slotte kort na' elkan
der twee torpedo's op haar af. Daarna ver
dween de duikboot.
De Britsche s toomboot „Adam", die, ko
mende van Finland, ter hoogte van Alius
door een Duitschen torpedojager werd buit
gemaakt, is zuidwaarts gebracht.
fl>© s4e2Mï5ïiii£ 5» öraekemlaiid.
De bijzondere correspondent van de
„Corriere della Sera" in Griekenland
seint
Ondanks de. aanzienlijke strijdkrachten,
die do geallieerden in Macedonië hebben
geconcentreerd, schijnt het, dat hun offen
sief is uitgesteld, terwijl alle offensieve po
gingen der Bulgaren zijn opgehouden. De
Grieksehe demobilisatie in Macedonië gaat
geregeld voort, hoewel de transporten met
groote moeilijkheden gepaard gaan, daar
geregelde zeeverbinding tusschen Salonika
eu Athene ontbreekt. Men transporteert
thans de soldaten langs' den zeeweg tot Ca-
tarini, van waar zij, na ee-n lange reis, in
ongemakkelijke treinen Athene bereiken.
Toen in een station mijn trein, die geheel
gevuld was met gedemobiliseerde soldaten,
een anderen trein met gedemobiliseerden
voorbijreed, groetten allen elkander met de
«kreet van „Mavrohet Grieksohe woord
voor zwart". Op cUeze wijze geven zij -el
kander liet wachtwoord uit voor de as.
verkiezingen, om dan n.L Venizelos te
blackbouleeren, m. a. w. er uit te wer
pen, omdat zij meen en, dat hij hen weer
onder de wapenen zou roepen om in den
oorlog tusschen'beide te komen.
I>© Sscvig© geveehteaa aam
d© Stochod.
Washburn, -de bijzondere correspondent
van de Times" aan het Kowelfront, be
schrijft dé hevige gevechten langs de
Stochod .van Kowel en den spoorweg van
Sary tot den weg KowelRowno. Zij stoor
den zioli niet aan dé Duitsche granaten en
trokken op 'zeker punt de Stochod over,
ondanks hefc geconcentreerd vuur van acht
Duitsche batterijen.
Het weer is buitengewoon warm lede
ren dag. Dit is vermoedelijk ook een reden,
waarom de Oostenrijkers en.Duitschers zioli
uitgeput in zoo grooten getale overgeven
en niet uit de loopgraven vluchten, wan
neer de Russen diezen veroveren
De Oostenrijkers zeggen mopperend
„Als alles verloren is, waarom zouden wij
dan iiog voqrtgaan met vechten 1 De Beier-
sche en andere Duitschei gevangenen zien
in, dab de z.g. onoverwinnelijkheid van de
Duitschers ten opzichte van de Russen een
fictie is. De verliezen aan beide zijden zijn
-hevig. Maar voor de Russen beteeken en zij
niet veel, omdat Rusland beschikt over een
enorme hoeveelheid reserves en con meer
dan voldoende hoeveelheid geweren en
munitie bezit.
Men deelt mede, dat een groot aantal ci
viele gevangenen dag en naolit werken aan
het maken van uitgebreide verdedigings
werken bij Kowel, waarop de vijand mis
schien moet terugtrekken.
In Servic.
Naar het Balkan agentschap uit Sofia
verneemt, heeft de Minister van Landbouw
aldaar bevel gegeven aan de houtvesters
te Tsjoepria en te Bajagne iu het bijzon
der te zorgen voor een krachtige exploita
tie van het Woud van Boc'kwitsj, dat het
grootste deel opleverde van de dwarslig
gers, gebruikt voor de Servische spoorwe
gen.
Op heb oogenblik is in en bezig onder lei-
Hing van Duitsche en Oostenrijksche inge
nieurs zeer groote deelen van het bosch
om te kappen. Aan den andoren kant heb
ben de burgerlijke en militaire autoritei
ten .in de bozotte Servische gebieden van
do Bulgaarsche Ministers van Binnenland-
sohe Zaken en van Oorlog order gekregen
alle mogelijke hulp te verleenen aan de
landbouwbevolking van het Morawa-dal,
ten einde zooveel als in hun vermogen is
in heb gebrek aan arbeidskrachten te voor
zien. Op wensch van de Duitsche-autoritei
ten heeft' de Bulgaarsche regeering de
hooi- en spurrie-oogsten en do tweede gras-
ooèsten in de door de Bulgaarsche troepen
bezette Servische districten geheel opge-
eischt, Hetzelfde is gebeurd door de Oos
tenrijkers in de door hen bezette provin
cies en de eerste uitvoeren van hooi zijn
begonnen zij zijn bestemd voor Duitsch
land.
Distributie van 'voedingsmiddelen
iu Duitschland.
Aan verschillende omst and ighedleu is
merkbaar, dat de distributie der voedings
middelen in Duitschland niet meer door
de aigemeene voorschriften volkomen be-
heerscht wordt. Terwijl tot voor kort bo
ter en andere artikelen slechts door be
middeling der Zentrale Einkaufsgesel-
schatt in Duitschland konden worden iugc-
voerd langs bepaald aangegeven punten,
wordt thans bijv. boter zonder bemiddeling
van dit lichaam'op willekeurige punten
over de grens gebracht. De aandrang der
burgerlijke autoriteiten in Pruisen sohijnt
deze concessies bij de militaire cftr^ptie te
hebben afgedwongen.
De toekomst van Bulgarije.
De correspondent van de „Frankf. Ztg."
te Sofia begint -en reeks artikelen onder
den titel„Ons bondgenootschap met Bul
garije."
Hij zegt, dat het land, hoewel de oorlog
op deu Balkan reeds sedert maanden stil
staat, nog meer dan Duitschland belang
heeft bij een beslissing. Bulgarije staat
voor tallooze problemen in de toekomst,
maar moet, zoolang de oorlog niet beslist
is, alle definitieve werkzaamheden opschor
ten. Daarom heeft ook de Regeering aan
het juist bijieéngkomen parlement geen be
groeting kunnen voorleggen. Overal merkt
men de uitwerking van den oorlog. Zoo
wachten te Sofia groote nieuwe gebouwen
op metselaars of op credicteu. Beide kan
men thans niet krijgen. Wie door de nieu
we wijken van de stad gaat, kan dit duide
lijk zien. Men heeft plannen gemaakt voor
een nieuwe academie, een nieuw koninklijk
paleis en een nieuw Duit-sok gezantschap,
maar met geen enkelen arbeid kon men
beginnen. Do correspondent wijst er op,
hoe een overwinning van de Entente Bul
garije ineen zou doen storten, terwijl een
overwinning cBer Midden-Europeesohe mo
gendheden hefc land tot den grootsten bloei
zou brengenZoo komt het, dat degenen,
die indertijd slechts schoorvoetend dé Re
geering volgden, op den ingeslagen weg,
thans wel wensohen moeten, dat Bulgarije
te samen met de MideJen-Europee-scbe mo
gendheden de overwinning behaalt.
OUDERDOMSRENTE.
Versohenen is het Vqorioopig Verslag deï
Eerste Kamer nopens het wetsontwerp tot
verleening van de Ouderdomsrente.
Gevraagd werd o£ de Regearing nog prijs
stelt op de verdere behandeling. De uitslag
der Statenverkiezing, die stond in Jiet tee-
ken der Sfcaatspensioneering, heeft zich, vol
gens de leden, die deze vraag stelden, dui
delijk tegen Staatspensioen en voor het
stelsel-Talm» uitgesproken.
Ook vroegen onderscheidene leden naar de
door den Minister van Waterstaat aan te
nemen houding, wanneer de Kamer het wets
ontwerp mocht verwerpen. Verschillende le
den betoogden de wensch el ijkh eid te ge
raken of te trachten te geraken tot over-1
.eonstemming. j
Ook leden, gekant tegen het ontwerp,
verklaarden, dat dit hun aangenaam zoif
zjjn, als dit mogelijk zou blijken met hand-*
liaving en verbetering der wetten van Tal ma,
Zij hadden geen bezwaar eventueel ook aar
dere dan loonarbeiders in de wet te beo
trekken, mits het syateem der verzekering)
bleef gehandhaafd. Onderscheidene ledetnl
waren tegen elk compromis. I
Vele leden hebben onoverkomelijke beo
zwaren tegen het ontwerp, omdat daarini
gehuldigd wordt het beginsel van Staatefc
pensioen. Van andere zijde werd het ont
werp verdedigd.
De Commissie van Rapporteurs heeft, ger
lijk zij mededeelt, gemeend althans voort
loopig geen gevolg te kunnen geven aan!
het verzoek, om de Regeering een onderhoud
te verzoeken, ten einde te vernemen opi
welko wijze men tot een compromis zon
kunnen geraken.
De vergadering^ der Tweede Kamer werd]
Dinsdagmiddag afgebroken wegens onvol faJA
iïgfieid, terwijl zij gisteren zelfs in 't gen
heel niet kon plaats hebben.
Er zijn op het oogenblik 3 vacatures, alfcef
van reehtsche leden (Almelo, Bruten en OofiH
terhout). Blijven jover 97 leden.
Dinsdagmiddag was 'de presentielijst doorl
vele leden geteekend, n.I. 81, met het ©ogj
op de eindstemming der Successiewet. Toen
echter in den loop van den middag opmeuwi
een stemming moest plaats hebben, wareö:
er nog slechts 46, zoodat niet minder dan
35 leden intussehen de vergadering hadden!
verlaten, en wel 18 van links en 17 vam
rechts.
Gisteren, Woensdag, waren slechts aanweh
zig 49 leden, afwezig dus 48, n.L van!
links 27, te weten de heeren: AlbardaV
Boissevain, Delk, Buys, Fock, v. For^esfy
Gerhard, v. Hamel, Helsdingen, Hubrecht,
Hugenholtz, Ketelaar, Kleerekoper, "TeJö
Laan (Den Haag), Van Leeuwen, Lief thick,
De Meester, Roodhuijzen, Smeenge, Teij
Spill, Troelstra, Tydeman, Visser van IJzenn
doorn, v. d. Tempel en Van Vollenhoven;
en van rechts 21, te weten do hoeren:
Ankeripan, Arts. Bekkers, v. Best, BeumerV
Dnymaer van Twist, De Geer, Van Ids inga,
Kooien, Loef, De Savornin Lobman, Ooster*
baan, Rutgers, Schiminelpennrnck, Van Groen
nedaal, De Visser, Van Vliet. Van Vlijmen^
v. d. VooFt van Zijp, Van Vuuren en Vap!
Wijnbergen.
Van links was dus gisteren 50 pCt. af
wezig en van rechts 49 pCt.
Seh rille lijk beantwoorde vragen.
De heer, Knobel heeft betreffende de in
diening van plannen voor een militie onder*
Europeanen en een uitgebreide militie onder
inlanders in Nederlandsch-Indië de volgendei
vraag ingezonden 13 Juli 1916.
Nadat, in 1914, blijkens No. 50 van het
„Orgaan der Indische Krijgskundige Vereen
niging", 1915, aan het legerbestuur op-
dra cht was verstrekt, om, zonder verhoor
ging van leger uitgaven, de weermacht te
land op te voeren, bijwijze ran vervanging!
van een gedeelte van het staande leger doofl
een militie van Europeanen. Menadoneezeh
en ontwikkelde inlanders, ontleende „De
Nieuwe Courant" van 3 dezer (ochtendblad)
aan %de „Sumatra-Post" eeu bericht, hou
dende: dat in Indië het ambtelijk 'verzoek!
jvas ontvangen, om, met spoed, uitgewerkte:
militieplannen in te dienen, namefrjk voofl
een militie onder Europeanen en een uitgeH
breide militie onder inlanders.
Terwijl met een maatregel, als vermeld
in de „Sumatra-Post", klaarblijkelijk iets ge
heel anders zou wordeu beoogd dan met di^
in 1914 gegeven, opdracht, veroorlooft de'
heer Knobel zich den Minister van Koloniën;
te vragen of de desbetreffende nieuwsblad-!
berichten juist zijn, en, zoo ja, of Zijne QBxceD
lentie bereid is mede te deelen: welke d&
aanleiding is geweest tot de jongste opdracht
aan de Indische Regeering.
De heer Pleyte, Minister van Koloniëq1
heeft daarop d.d. 18 Juli 1916 het volgende
geantwoord:
Naar aanleiding van uw brief van 13 Juli
ïffa l&sag'© Jaren.
Naar 'i Engelsch, door L. G. MOBERLY.
(Nadruk Verboden),
Goed voor haar? Zij had kunnen lachen
en de waarheid zeggen, de naakte, afschu
welijke waarheid. Zrj had lust om te vertellen
aani dal vrouwtje, de echtgenoot© van Jem,
hoe' Jem in de jaren van weleer het leven
v,an een andere vrouw had vernietigd. Maar
Üe bezorgdheid in mevrouw Tracey's ern
stige oogen, de. fiere verzekerdheid van de
goedheid van haar echtgenoot, die geklon
ken had in de stem van Jem's vrouw, scheen
dadelijk deze beelden uit het verleden uit te
wisschen; zij zag niets meer dan de kleine,
ongelukkige vtouw voor haar en haar eig.en
stem was volkomen kalm, toen zij ant
woordde
„Het is volkomen waar, dat ik hier naar
toe gekomen ben om een heroep te doen
op mijnheer Tracey's goedheid. Ik wou 'hem'
vragen iemand te heljgen, die in groote el
lende verkeert; iemand, dien hij vroeger
gekend heeft. En ik geloof, dht hij de ©enige'
persoon is, die den armen man nu helpen
kan. De zaak is van levensbelang, anders
zou ik u niet op zulk een oogenblik ^JrjTi
komen storen, maar ik voelde, dat ik moest
trachten den heer Tracey te spreken, juist
omdat de zaak zoo'dringend is."
„Dringend en van levensbelang? Zou ik
d© boodschap niet aan mrjn man kunnen
overbrengen? H$ ts~zoo ziek. De~ziekte, die
wij dachten, dat geweken wasj is 'weer terug
gekomen. Wij! hadden hoop, dat zij nooit zou-
terugkomen, maar James is onvoorzichtig
geweest, liet hinderde hem zich in allerlei
opdichten te moeten ontzien, hij had er een
hekel aan invalide te wezen en verschillende,
'dingen niet te mogen doen. Hij wilde de
bevelen van den dokter niet zoo strikt op
volgen, aks hij had moeten doen hij was
roekeloos juist doordat hij1 voortearend van
aard is, jen dan kan (hij het niet .uitstaan zich
te moeten ontzien." Er was een weinig vrou
welijke trots in die woorden, „en nu is hij
zoo vreeselijk ziek, alle verschijnselen van
vroeger zijn teruggekomen." Haar stem brak,
de zielesmart in haar oogen werd dieper.
„Het spijt mij zoo voor u", zei Joyce-een
voudig, - „het spijt mij zoo."
„Hij is alles 'ter wereld voor mij," ging
het arme vrouwtje vööHf met een doffe stem
i van diepe wanhoop, „hij is zoo goed. voor
mij geweest, het doet. mij zooveel verdriet
hem te zien lijden. Wat zou ik dankbaar
zijn, als ik zijn lijden vóór hem kon duagen.
Als je zoo heel veel van iemand houdt, dau is
het zoo vreeselijk hem pqn te zien lijden.
Hij is mijn lieele wereld en ik ben er zoo
trotsch op1 zijn vrouw te zijn."
Trötscli do vrouw van James Douglaö
te zijn. Joyce's hart kromp ineen; o! beter,
veel beter dacht zij1 als hij' nu' stierf, terwijl
zijn vrouw dat verwonderlijk geloof in zijn
goedheid nog koesterde, dan in leven te
blijven en baar geloof en hoop en liefde
te do oden. En hardop zei zrj vrieudelrjk':
„Wilt n aan manheer Tracey vragen of
hij1 juffrouw Trevor, Joyce Trevor, een oogen
blik zou kunnen ontvangen, een paar minu
ten slechts? Ik kan de zaak beter mondeling
afdoen dan door een boodschap. Het is'
een moeilijk geval om uit ttej 'leggen, maar
de zaak' is werkeljjk van levensgewicht, bftöss
een kwestie van leven of dood", voegde zij
er bij, denkende aan mevrouw Marshall en
aan de wreede onzekerheid en verdriet, die
de ziekte verhaastten, waardoor haar leven
wérd bedreigd. „Ik zal trachten mijn bezoek
aan uw' man zoo kort mogelijk te laien duren
en hem zoo Weinig mogelijk' op te winden'.
Maar ik geloof, dat het het beste zou we
zen als ik hem even zien mocht."
„Ik zal het hem zeggen," zei mevrouw
Tracey met eenigen tegenzin; zij was bang,
dat het den geliefden patiënt bovenmate
zou agiteeren; maar er was iets in de sckoe
ne, overheerschende persoonlijkheid van
Joyce, dat haar tegenzin overwon. „Het is,
dunkt mij. niet waarschijnlijk, dat hij u ont
vangen zal," ging zij voort, „maar ik zal
hem precies vertellen wat u zegt."
Zij ging de kamer uit op dezelfde onhoor
bare, sombere manier, als zij was binnen
gekomen, en Joyce bleef eenige minuten al
leen, alleen om haar gedachten te verzame
len omtrent w,at zij zoo even van James Dou
glas gehoord had. Hij was getrouwd. Hij
moest dus reeds getrouwd geweest zijn, toen
hij' haar bij toeval ontmoet had op dat kan
toor in Londen en hij haar vervolgde met zijn
hatelijke, Onwelkome attenties. Hij was toen
getrouwd met dat vrouwtje, met de droevige,
donkere oogen, en toch had hij op dat kan
toor, met haar gesptoken alsof hij een vrij
man was. En mevrouw Tracey beschouwde
hem als de goedheid zelve; zg Was er trotsch'
op zijn.vrouw te zijn. Trotsch. Hij was de
geheele wereld voor haar en zij geloofde in
hem met een absoluut vettrouwen.
„Zg~ma'g de waarheid nooit* te weten ko
men". Dat besluit fees op uit den chao$ van
Joyce's gedachten. „Wat er ook gebeurö,
sM bhjvenf l^elooven in de goedheid van
haar man, indien het mogelijk' is de waar
heid voor baar te verbergen. Arm zieltje,
o, arm zieltje! Maar zij zal haar geloof in
hem behouden, indien ik haar daarin kan
helpen. Zij mag de waarheid nooit te welen
komen."
HOOFDSTUK XXV.
Wilt go haar leven
ve r n i e tig e n 1
Eenige oogen blikken nadat mevrouw
Tracey-de bibliotheek had verlaten, werd
de deur weer opengedaan en dezen keer
kwam een man binnen, en Joyce herken c3e
dadelijk het mooie, losbandige gezicht. En
dat herkennen was wederzijds. Sir Hum
phry kwam naar haar toe met een uitroep
van verbazing.
„Juffrouw Trevor"? U hier", zoi hij. „U
ziet, ik ben u niet vergeten en evenmin on
ze gezamenlijke reis in den trein." Hij
lachte haar toe. „Komt u mij opzoeken?
Misschien komt u mij Duleie's adres, bren
gen. Maar ik heb haar reeds zonder üw hulp
gevondenik heb haar gevonden eri weer
gezien."
„Dat weet ik", sprak Joyce ernstig, „ik
ben vandaag bij haar geweest, maar het is
niet om Duleie, dat- ik hiér kom, het is om
oen heel andere reden, en ik was zoo ver
vuld van die zaak, dat ik er niej. aan ge
dacht had u hier misschien te zullen ont
moeten. Ik had het mij niet ingedacht. Ik
weet zelfs nu nog niet goed hoe u met
dit landgoed in verband staat en met mijn
heer James Douglas indien u ten minste
met hem in betrekking staat". Dit zeggen
de keek zij Humphry vragend aan.
„Ik sta in conneotie met den persoon,
dié eens James Douglas heette, in zooverre,
dat hij getrouwd is met mijn-tante eu haar
naam heeft aangenomen. Ik ben de neef
van mevrouw Tracey en haar erfgenaam.
De Tracey's waren zoo vriendelijk mij dtti
als mijn tehuis te laten beschouwen. enJ
Dulcie zou vandaag hier gekomen zijn,
maar mijnheer Tracey is zoo ernstig ziek, 'dat
wij haar aftelegrafeerden. Ik zal morgen
naar do stad gaan, om maatregelen voor
haar te nemen zij moet die ellendige ka
mers verlaten en een beter pension zoe^
ken. Ik schrikte er van, t-oen ik zag waar
•zij woonde; zij moet daar dadelijk vandaan,
ik kan mjjn aanstaande vrouw niet op zulk
een plaats dulden. U weet, dat wij gaan!
trouwen, nietwaar? Zij heeft u misschien
verteld, dat de zaak definitief bepaald is",
©n hij zag Joyce aan met een zegevierend
glimlachje.
„Ja, dat weet ik", zij herhaalde haar.
woorden van zoeven en voegde -er lang
zaam bij„Dulcie heeft mij alles ver
teld." Ze zei dat woord alles met naa
druk en' ©en knorrig© blik "verdreef het ze
gevierende glimlachje.
,.Tk zal haar gelukkig maken", zei hij
bijna tartend, alsof hij op ©en bepaalde
uitdaging antwoordde, „ik kan haar alles
verschaffen, wat zij begeert. Zij zal rijk we
zen, ze kan reizen, ze aal geen enkelen
wensch hebben, die niet. vcrvxfïS 'wordt. Zij
zal zulk een goed löfc hebben als ©en vrouw
maar begeer en kan en ik zal haaT geluk
kig makenals ze mijn vrouw is, zal z© al
les hebben wat geluk verschaft."
„Is u er zeker van, dat u in stam zaS
zijn haar gelukkig te maken?"
ïWolfdt VërvoIgdjH f