Nederland en de Oorlog.
No. 17291.
LE1DSCH DAGBLAD, Dinsdag 11 Juli.
Tweede Blad. Anno 1916.
Het 20-millioen-ontwerp.
FEUILLETON.
Ha lang*e Jaren.
Binnenland.
u.
Da winsten van den landbouw.
i>e minister heeft reeds eenigen tijd go
den last gegeven een zoo nauwkeurig mo
gelijke becijfering op te maken betreffende
de door den Nederlandsohen landbouw
over 1915 gemaakte winsten. D®e leerde,
dat, terwijl in normale tijden de waarde der
jaarlijks hier te lande geproduceerde' land-
bouwvoortbrengselen is te ramen op 650
toillioen galden, zij in 1915 ongeveer zal
hebben bedragen 932 millioen guldeD. Een
stijging alzoo met 282 millioen gulden öf
43,3 pCt.
Hier staat echter tegenover, dat vootf.
niet door den landbouw zelf geleverde grond
stoffen naar schatting meer pioest worden
betaald 60 millioen gulden en aan loon
ruim 40 millioen gulden, zoodat er overblijft
pl.m. 180 millioen gulden. Zuivere winst is
dit echter nog geenszins. Tal van andere
uitgaven, behalve grondstoffen en loon,
rijn mede gestegen, terwijl ook het leven
van den landbouwer, evenals van andere
burgers, duurder is geworden.
Deze winst is voorts niet te danken aan
regeeringsmaatregelen, maar is genoten on
danks die maatregelen. De minister licht
dit nader toe met een herinnering aan de
geschiedenis der ontwikkeling van onzen
landbouw-export.
De ontwikkeling van onzen export van
landbouwproducten hier te lande is voort
gekomen uit de zucht om de belangen der
binnenlandscka consumenten te beschermen.
Deze export gaat met voel risico gepaard.
De ongunstige kansen heeft de producent
indertijd moeten dragen. Men rake, met
uitzondering natuurlijk van hetgeen hjj als
oorlogsbelasting heeft bjj te dragen, zoo
weinig mogelijk aan de winst, welka wordt
gemaakt op iiet voor, uitvoer bestemde. Dit
is niet alleen in strijd met de billijkheid,,
inaar levert ook gevaar op voor da pro
ductie. Daardoor toch zal de gemiddelde prjjs
niet hoog genoeg blijven om vermindering
'der productie, met al da schadelijke gewof-
gen 'daarvan, voor het economisch' leven'
te voorkomen.
~Gewen3chte voorzieningen. -
Den minister is ook ter oora gekomen, dat
Ml pogingen in de richting van den aankoop
voor buitenlandsche rekening zijn gedaan
van vroege aardappelen, niet van late. In-
tusscben zijn maatregelen genomen oint te
'zorgen, dat voldoende vroege aardappelen
hier te lande beschikbaar blijven.
Wat de late aardappelen den eigenlijken
aardappeloogst dus betreft, kan, behalve
het in reserve houden van voorraden, moei
lijk meer worden gedaan dan te vorigen jaitej
is geschied, n.l. de grens dicht houden tot
het voorjaar. Blijken er dan nog te veel tel
zijn, zoo is uitvoer ook uit een oogpunt van
productiebelang noodzakelijk.
De prijsstijging van rijst heeft ook de aan
dacht van den minister getrokken en hjj
heeft daarover reeds herhaaldelijk met be
langhebbenden overleg gepleegd. Het is hem
intusschen gebleken, dat diê prijsstijging het
gevolg is van omstandigheden van interna
tionalen aard, waarop aanvoer door. de re-
f sering geen of weinig invloed zal hebben.
oor zooverl intusschen de prijsstijging, zoo
mede die van koffie en thee, het gevolg is
van hooge scheepsvrachten door Nederland-
sche schepen of door het gebrek aan Neder-
land3che schepen, zal het ontwerp van wet,
betreffende de vordering van sohepen,'dat
thans bij 'de Staten-Generaal aanhangig is,
verbetering kunnen brengen.
Ook de voorziening van visch is de aan
dacht der regeering niet ontgaan. Tot dus
ver stolde de Zeevischvereeniging in overleg
met do regeering voor binnenlandsch ge
bruik tegen lagen prijs beschiklyhr 30 pCt.
der aanvoeren van kleine schemsch en een
onbeperkt percentage der aanvoeren van
kleine kabeljauw, wijting, kleine schol, hors-
makreel, poon en pieterman. Daar, afge
zien van enkele andere moeilijkheden, die
zich in de praktijk ten gevolge van deze
regeling voordeden in verband met de zeer
wisselende aanvoeren niet steeds over de
gewenschte hoeveelheden van enkele soorten
visch kon beschikt worden, terwijl van
andere soorten menigwerf minder werd aan
gevraagd dan beschikbaar w»3 gestold, ia
met ingang van 22 Juni j.l. een verbod
Naar 't Engelsch, door L. G. MOBERLY.
(Nadruk Verboden).
•33)
De oude, knorrige blik vertoonde zich'
weer in Hetty's oogen; de oude, wantrou
wende trek om haar mond.
„Het kan moeder niets schelen wat er
met mij gebeurt," zei ze, „ze heeft mij altijd
gehaat."
„Lieve," Joycé sprak op heel vriendelij
ken toon jon ze sloeg haar arm om de schou
ders van het jonge meisje. „Lieve, je moe
der heeft zooveel verdriet in haar leven
gehad, dat moet een verontschuldiging voor
haar zijn; ik denk, dat je nauwelijks beseft
hoeveel verdriet rij gehad heeft. En ze was
heel echt ongerust over je, toen we niets
van je hoorden. Bedenk' wat dr. Bramptoa
je aanriden zou te doen," voegde zjj er als'
een plotselinge ingeving bij. „Verbeeld je,
dat hij hier. was en je .een raad gaf."
Do doffe oogen klaarden op, de uitdagende
mond glimlachte.
„Hij zou zeggen, geloof ik, dat ik alleen
aan moeder moest denken, en aan de onrust,
die ik' haar had veroorzaakt, ea in 't ge
heel niet aan mijzelf," zei ze langzaam'.
Joyce was ten hoogste verbaasd over al
W;it de" dokter, tot stand had gebracht, ge
durende den korten tijd, dat Hetty onder
zijn invloed was geweest. Hoe was het mo
gelijk, vroeg zij zich af, dat hij in dien een en'
namiddag zooveel volbracht had, terwijl zij
zich maanden lang had ingespannen met een
teleurstellend gemis pan succes? Zjj sag ai-
van uitvoer uitgevaardigd van „alle visch',
met uitzondering van zalm, aal of paling,
gecontroleerde ansjovis, spiering, grooten
dan 91 o.M., alle week- én schaaldieren én
alle zoetwatervisch'' en is daarbij tevens in
zake de hoeveelheden, die ten uitvoer kun
nen worden toegelaten, zoodanige regeling
getroffen, dat, naar verwacht mag worden,
bjj voldoenden aanvoer, regelmatig voldaan
zal kunnen worden aan de binnenlandsche
vraag van 'de voor volk3voedsel in de 'eerstei
plaats in aanmerking komende visohsoorten.
De beschikbaarstelling van varkensvleesch'
voor binnenlandsoli verbruik geschiedt óp
zoodanige wjjze, dat deWarkens belangrijk
beneden den productieprijs aan de slagers
geleverd worden.
Het onderzoek inzake de suiker heeft uit
gewezen, dat het onraadzaam moest worden
geacht, de nog ongebruikte certificaten van
uitvoer gedurende "de loopende oampagne
hun volle geldigheid te doen houden. Voor.
sniker in natura is die geldigheid geheel
opgeheven; voor suiker, verwerkt in suiker
houdende producten, is die geldigheid be
perkt tot 10 pCt. en bovendien bepaald, dat
door elke 'fabriek niet meer map worden
uitgevoerd dan haar. uitvoer-in de overeen
komstige maanden van 1913.
.Voorts is het noodzakelijk gebleken, par
tijen suiker, die bhiten de consumptie wer
den gehouden, in beslag te nemen, .Verder!
is met het oog op de opgedane ervaring
noodig geoordeeld, voor de komende cam
pagne da distributie van de voor binnen-
landsch verbruik beschikbaar te stellen sui
ker niet vrij te laten, dooh deze onder con
trole te stellen.
Omtrent een organisatie inzake den ec<*-
nomischen toestand voor het gevab dat Ne
derland in 'den oorlog betrokken mocht wor
den, vindt de riftnister geen vrjjheid mede-
deeling te doen.
De jaarljjksche algemeene vergadering
vSn don Nederlandsohen Aannemersbond
Wordt te. Delft gehouden.
De Voorzitter opende de vergadering vap-
moigen met een rede.
Jhr. mr. dr. H Al Beresteyn weoscht
wegens rijh benoeming tot lid vain de Tweede
Earner niet voor een herbenoeming als bur-
femecster van Veendam in aanmerking te
omen. 16 Oct. a-S. treedt hij at Tegen diee(
datum zal ook de oudste Wethouder, mr. N«
F. .Wilkens, directeur der Ned. Hyp.-Bahk,
als wethouder en Raadslid bedanken, Mr.
m had nog zitting tot 1917:
Het hoofdbestuur van den Vrijzinnig-
Democratisehen Bond heeft, naar het „Hbl."-
meldt, tot voorzitter benoemd prof. Ph. Éohn-
Btamm, tol ondervoorzitter mr. J. Limburg).
Benoemd tot directrice van de H. BL
S. voor Meisjes te 's-Gravenhage, buiten da
voordracht, mej. dr. J. M. Graftdjjk, leerareS
aan die school.
Op de voordracht waren gebracht; 1. mej,
B. G. G. Nnman, directr. der H.B.S. voor
Meisjes te Beiden; 2. mej. J. HL Wenneked,
leerares aan de 2de H. B. S. met 5-jarigeff
cursus te Rotterdam.
Mej. dr. J. M. Graiftdjjk, leerares iiï dei
wis- en natuurkunde aan de school, verkreeg
17 stemmen. Mej. Numanverkreeg er 13,
mej. Wennekes 3.
Do gewone audiënties van de Ministers
van Koloniën en van Marine zullen deze week
niet plaat3 hebben.
get nieuwbenoemde lid van Gedep. Sla-
ten van Zuid-Holland, de heer. H." de Wilde,
heeft gisteren voor het eerst zitting gehad
in de openbare vergadering van dat college.
De Vereeniging voor Chr. Bewaar-
schoolonderwifs te Velsen, heeft in beginsel
besloten een Ned. Vereeniging van besturen
van Chr. Bewaarscholen op te richten en te
bevorderen, dat een Raad van Beroep, voor
het aan deze scholen werkzaam personeel
worde samengesteld,
Het was gisteren vijftig jaSr geleden,
dat de vereeniging „Mannenomgang" te
's-Hertogenbosch werd opgericht, ten doel
hebbende de openbare vereering van "het mi
raculeuze beeld der Zoete Lieve Vrouw van
Den Bosch' te bevorderen en grootscher luis
ter bij te zetten.
leen de resultaten. Zij had geen flauw begrip,
hoe uitstekend haar eigen werk den weg
had bereid voor die resultaten; zij besefte
niet welk een groote rol haar eigen on
wankelbare en geduldige liefde en vrien
delijkheid had gespeeld bjj het gereed ma
ken van den grond voor het zaad, dat ein
delijk door Christoffels hand was uitge
strooid.
HOOFDSTUK XV.
Een nieuwe Hetty.
„Het is mijn gewoonte niet ongelijk te er
kennen, maar'ik geloof, dat ik verkeerd te
genover je gehandeld heb," zei mevrouw,
Marshall op haar gewonen ruwen toon; de
woorden werden er uit gestooten, merkwaar
dig kortaf, maar de nieuwe, verteederde
Hetty, die met beschaamde oogen naast het
bed stond en öp; haar moeder neerzag, scheen
te begrijpen wat de spreekster trachtte nit
te drukken.
„Het spijt my, dat ik u zoo ongerust
gemaakt heb, ik had niet weg moeten gaan,"
antwoordde rij, „maar
„Ik weet het wel," viel haar moeder
haar scherp in de rede. „je vondt het leven
hier onverdraaglijk. Jo dacht, dat je het
niet langer kon uithouden, en je verbeeldde
je een heel nieuw leven voor je zelf te
kunnen verzinnen als je heen ging. Wat was
jo van plan te Londen te gaan doen?"
„Ik dacht, dat ik er werk zon kunnen
vinden. Ik wist, dat andere meisjes werkten
en dat wou ik ook probeeren." Hetty liet
het hoofd zinken. „Ik wist niet, dat Looi
den zoo groot en zoo afschuwelijk was. "IK
had nooit gedacht, dat het zulk een vreese-
'rjke stad zou wezen. Ik' ging heen, omdat
omdat ik wat anders verlangde." Zjj hiel het
hoofd op en keek de kamer rond, plotseling
Dit jubiléfi Werd op zeer grootacbe wjjze
door 's-Hertogenbosch "gevierd, door het
houden van een plechtigen ommegang door;
de straten der stad, welke Zaterdagavond
reeds werd aangekondigd door het gelui van
de vijftien kerktorens der. stad.
LangB de straten, waardoor de optocht
trok, waren alle gevels versierd met bloe
men. Voor tal van vensters waren tevens
Mariabeelden geplaatst, beschenen door
kaarslicht. i
De reusachtige stoet Werd aangekondigd
door bazuingeschal van den Imogen toren
der Sint-Jan, welk! geschal werd overgeno
men door alle torens.
Langs den weg stonden ter weerszijden
der straten de kinderen der scholeD, in witte
kleederen, ten getale van 8000, bloe
men dragend.
Op de Groots Markt 'zong de Kon, Zang-
Tereeniging ,,'s-Hertogenbosch Mannenkoor"
met haar 150 zangers en met begeleiding
van het Stedeljjk Orkest.
Aan den stoet namen ruim veertig Corpo
raties deel.
Een menigte van duizenden was er ge
tuige van.
Toen de $toet weder in de kathedraal was
aangekomen, had de aanbieding der zilveren
kronen, bezet met kostbare steenen, plaats,
na een rede van pater Venantius der Capu-
cjjnen. Na de kroning strooide de jlOOO
kinderen, die den bidweg hadden omzoomd;
bloemen.
Des avond6 legden al de deelnemers aan
den plechtigen omgang den bidweg 'nog
maals at
In Juni bedroeg het aantal ongevals
aangiften krachtens de Ongevallenwet 6359,
tegen 6663 in Juni 1915.
De besturen van alle kiosvercenigingen
ta Utrecht zullen aan hun onderscheiden
lijke ledenvergaderingen voorstellen, de
Staten-verkiering in Utrecht I bij enkele
candidaatstelling te doen afloepen.
In DuUschlatuJ gevangen.
Een medewerker schrijft aan' de „N;
R. Gt.":
iWij hebben dezer dagen een vroeger in
gezetene van Rotterdam, ontmoet, die, se
dert drie jaren te Berlijn woonachtig, bij
zijn terugkeer naar bet vaderland hoogst
onaangename ervaringen heeft opgedaan
en geruimen tijd van zijnl vrijheid is beroofd
geweeot.
Den 31en Maart jl. wsa hij 'a morgens van
Berlijn vertrokken wet het doel riianzelf-
den dag te Bentheim de grens te passeereiu
.Voor zijn vertrek had hij aan het station
te Berlijn eenige Fransche couranten ge
kocht. Gedurende dezen oorlogstijd las hij
geregeld de Fransche couranten, zoodat het
koop en dezer couranten geenszins als een
bijzonderheid moet worden aangemerkt.
Te Stendal, waar de trein geruimen "tijd
stil hield, zag hij aan de ander© zijde v/anI
het perron een transport Fransche krijgs
gevangenenOnze lhndgenoot vroeg den
soldaat, die het transport bewaakte, of het
geoorloofd was de couranten aan de krijgs
gevangenen te geven, waarop do laatste)
terstond zeïde ,,geef maar hier."
Het overgeven der couranten aan den
soldaat was opgemerkt door eenige reizi
gers in den trein naar Bentheim. Zij maak
ten onzen vriend daarovor eenige aanmer
kingen en vroegen den conducteur rap
port op te maken. Deze verklaarde echter
niets gezien te hebben, zoodat onze land
genoot aan het geval vertier geen aandacht
meer schonk.
Groot was evenwel zijn verbazing toen
hem 's avonds te Bentheim bij het passee-
ren der douane beduid werd, dab hij niot
verder mocht reizen.
Zijn pas werd ingehouden; hem werd me
degedeeld, dat hij, in afwachting van een
luider© beschikking, een nachtverblijf! in)
een hotel moest opzoeken.
Toen hij zich den volgenden dag opnieuw
aan het station melddo, werd hem aange
zegd, dab hij gevangen moest genomen
worden, wijl men hem van spionnage ver
dacht. Onder geleide van een soldaat, die
een geladen geweer in de hand droeg, werd
haar, adem inhoudende, „maar, liet spijt mij,*
zei ze eindelijk met doffe stem.
Gver mevrouw Marshalls koud gelaat
kwam even een waas van ongewone aandoe
ning, die even spoedig verdween als ze ge
komen was, ,en liaan stern had niets van
de gewone strengheid verloren, toeu zc zei:
..Het spijt mij ook, d^t ik gedeeltelijk de
oorzaak geweest ben, dat je weg wou loopen
wan hui8. Als ik verkeerd gedaan heb, dan
spijt het mq, en op veel punten ben ik b©-
reid te erkennen, dat ik ongeljjk gehad heb.
Maar ik geloof niet, 'dat ik er veel pssi
doen kan; ik kau mq zelf niet beheerschen,
en evenmin 'geloof ik; dat jij" er; veef £*an doen
kunt. Jjj 'en ik verschillen tef veel va& el
kaar, om' werkelijk ögoed mJet elkaar öpj te
schieten.' Z$ sprak op_ een vreemden toott
alsof het buiten 'haar omging, maar. weden
scheen Hetty haar tei begrijpen.
„Ja, dat zijn wij", antwoordde zij.
„Het ia mqn gewoonte niet er om heen
te draaien," mompelde mevrouw Marshall.
„Al ben ik niets andecs, ik bén ten minste
openhartig en oprecht en het dient nergens
toe de waarheid te verbloemen en te bedek
ken, ale je weet, dat het zoo is. ,W:q zouden
altijd onaangenaamheden hebben, jij en 3c,
al zijn 'wij moeder! en dochter. Wij hebben
niets gemeen, wij zien alle dingen verschil
lend in, 'wij! komen in niets met élkaaïi
overeen en fwjj kunnen niert beweren, dat wtq
ooit veel van elkaar gebonden hebben. ;Waar
dient hét voor, te beweren wat me# waar j3?
iWSI moesten h'eveT openhartig tegëto. elkaar
zijn.* I
„J& veel liever,* mompelde Hetty, fcseU
mevrouw! Mars hél t op antwoiord scheen te
wachten. i
„Ik heb hooi# echt van iemand gehouden,
behalve vaq je vader, Mtewhien heb pd
onze landgenoot naar de gevangenis over
gebracht, waar hij ais arrestant van het
Xe legerkorps (te Hannover) werd vast
gehouden. Na drie en een halve week, zon
der ook maar eenmaal gehoerd te zijn, werd
hij van Bentheim overgebracht naar Sten
dal. Van den cipier had hij vernomen, dat
men tot de conclusie gekomen was, dat,
waar het „misdrijf" gepleegd was te Sten
dal, de bevoegdheid om de zaak-te berech
ten toekwam aan den commandant van het
IVe legercorps te Maagdenburg en niet aan
'dien van het Xe te Hannover.
Met een soldaat als geleider werd hij
van Bentheim naar Stendal gevoerd.
Aldaar gekomen hoerde hij op 26 April,
dat zijn zaak naar het nafkefc verwezen
was en dat hij beschuldigd werd van over
treding yan de wet, die verbiedt een „Ver-
kehr mit Gefangenen". Op 29 April werd
hij gehoord door den kantonrechter, ter
wijl hij voortdurend „Militar Sicherheita
Gefangener" bleef. Weken lang heeft het
verdere onderzoek geduurd, waarbij hij zelf
nooit meer gehoord werd.
Plotseling, op Zondag 4 Juni gewerd
hem in de gevangenis de mededeeling, dat
er geen termen voor rechtsvervolging be
stonden, aangezien duidelijk gebleken v/as,
dat hij zelf geen verkeer met de krijgsge
vangenen gehad had. Twee dagen later
op Dinsdag 6 Juni kwam een Leufcnanfc-
Feldwebel hem 's morgens in de gevange
nis afhalen met de opdracht hem tot de
gre-na to begeleiden. Te Bentheim -kreeg
onze landgenoot tevens heb verbod mede,
om, zoolang de oorlog duurt, niet in.
Duifcschla-nd te komen.
Onze vriend was gedurende al dien tijd
van communicatie met het buitenland ge
heel verstoken. Zijn familie hier te lande»
had toevallig van zijn lot kennis gekregen,
en terstond alle pogingen in het work ge
steld, om hem de vrijheid te doen hergeven,
maar welke medewerking men ook van het
Duitscho gezantschap to 's-Gravenhage of
van onze legatie te Berlijn mocht ondervin
den, niets kon baten, daar men geheel af
hankelijk scheen van de willekeur der be
trokken militaire autoriteiten.
Tot zijn verbazing heeft onze landgenoot
naderhand vernomen, dat men in zijn wo
ning te Berlijn, waar hij gedurende drie
jaren gewoond had, niet naar hem geïnfor
meerd had. Evenmin bij degenen, die door
hem voor referenties waren opgegeven.
In de gevangenis had hq het betrekkelijk
goed gehad; althans wat het eten betrof.
Yoor 4 Mark per dag kon hij extra eten
krijgen. Het rooken en het lezen van een
courant en boeken werden hem toegestaan.
Te Bentheim in de gevangenis was het
een geregeld komen en gaan van Franse ie,
Russisohe, Engelsche en Belgische krijgsge
vangenon, die aan de grens wilden deser-
teeren. De Belgen, die in een kamp bij
Munster geïnterneerd zijn, hebben het er
volgens hun verklaring zeer slecht. Zij moé
ten hard werken in de mijnen. De pakjes,
welke aan hun adres worden toegezonden,
schijnen hun bestemming niet altijd te be
reiken.
Neder J ah ilgefce trawler in den
grond geboord.
Men meldt uit 's-Gravenhage:
Gisteravond bij hoog water van 9^ uur
"kwam met de Sch. 307, schipper Baak, de
bemanning binnen van de door de Duitsche
duikboot ,,U 4'" op 58 gr. 15 min. N.B. en
1 gr. 15 m. O.L. getorpedeerde stoomdrif-
ter „Geertruida" Sch. 103, schipper Dirk
Taal, welk vaartuig ongeveer voor 6 we
ken ter haringvisscherij was vertrokken.
Van de bemanning werden op de duikboot
medegenomen laatstgenoemden schipper,
de tweede machinist Yan Rooyen en de
matroos Arie Visser, teneinde, volgens
mededeelilig van den duikbootcommandant
getuigenis af te leggen ter plaatse van te
rugkeer, waar men Zondagavond dacht aan
te komen. De overige bemanning werd, na
dat" het schip met meer dan 20 schoten
vernield was on zij overboord was gespron
gen, in de uitgezette sloep door den onder
zeeër op sleeptouw genomen tot zij aan de
Sch. 307 werd overgegeven.
Volgens eenparige opgaven van de elf
man, die gisteravond binnenkwamen, heeft
de ,,U 4", na het eerste schot zonder waar
schuwing te hebben gelost, geen respijt ge-
hémtot een afgod gemaakt en daarom werd
hij van mij weggenomen." Mevrouw Marshall
zei de laatste woorden peinzend; jde bitterheid
van dit geloof beantwoordde aan de' wrang
heid van haar karakter; „men mag uiet be
houden iets, waar men zrjn hart te veel op
gezet heeft"
„Bleef er dan in 't geheel geen liefde
zfieeii over voor mij?" vroeg Hetty en hpar
stem beefde van een ernst, die haar tot nu.
vreemd was geweest, terwijl dezelfde ernst
in haar oogen vertoonde. „Ik behoorde u bei
den toe, aan vader en aan u; kon u niet vaal
rnjj houden .evengoed als van hem, daar ik'
zip dochter toch ook was? En toen hij
stierf kon ik znn liefde toen niet een, wei
nig vergoed hebben?"-
„Niemand kon hem voor, mij vergoeden,*
riepi mevrouw Marshall heftig uit; „hij, was
de héele wereld voor mij. Maar waarom zou
ik zeggen Ihij was; h$ is het nog. Ik kan je
nu 'de waarheid wel vertellen. Ik heb je jn
'de meening gebracht, dat je vader dood
Was, inaar dat is niet waar. Hij Is piet
dood, hq leeft nog en en ik kan er
niet meer over spreken.* Zij zweeg eensklaps
en uitgeput zag zq op naar Hetty's ver
schrikt en verbaasd gezicht „Vraag het aan
juffrouw Dane, zq zal je alles vertellen,
zjj ként de waarheid, ik heb het haar ver
teld, en indien iemand ons allen helpen' kau,
'dan ïs' zq! het, het is een. goede vrouw."
Dé verbazing, die Hetty op het punt was
opdetl woorden te brengen, Meld zij in, toen
sq| '2ag! hoe een1 vale tint zich op haar; moe-
deta gezicht vertoonde», en terwijl alles rond-
dwarrelde In haar hoofd en met een gevoel
of zQ een benauwde nachtmerrie had, lieg
hé# jonge meisje haastig naar de leerkamer/
Waar Joyce; een ^pscneurd tafelkleed zal
te stoppen.
geven, maar dit schot doen volgen door,
ruim een 20-tal schoten, waarvan ver
scheidene de maften, den schoorsteen» de
brug en andere belangrijke deelen van heb
schip raakten, tot bij het laatste schot dat'
van veel zwaarder kaliber was en door de
machinekamer heenging, het schip binnen
drie minuten zonk. Gelukkig werd niemand
van de bemanning gewond.
Héb schip droeg alle kenteekenen van zijn
nationaliteitten eerste had het de kleine
Nederlandsche vlag in top en na het eerste
schob werd de groote Nederlandsche vlag
geheschen.
Inmiddels was de duikboot, die op 1000
M. afstand had gevuurd, de sloepen gena
derd..De schipper van den drifter maakte
er den duikboot-commandant opmerkzaam
op, dal het hier een Nederlandsch schip
betrof, hetwelk zich van niets bewust was
en reeds vier duikbooten was gepasseerd.
De commandant antwoordde, dab hij in
de meening verkeerde, dat de koers van den
drifter noord-west was, alzoo in de rich
ting van Engeland.
De bemanning verklaart verder eenparig
dat het schip, dat op weg naar huis was-
omdat de kolen op waren, dadelijk wa3 stil
büjven liggen.
Het vaartuig was geladen met 70 kantjes
haring.
De bemanning kon voor de daad van den
duikbootcommandant slechts deze verkla
ring vinden, dat hij de stoomspil voor een
mitrailleur had aangezien. Toen hij op zijn
vergissing opmerkzaam werd gemaakt zei-
de de commandant „Duïfeschland zal heb
wel betalen."
Enkele leden van de bemanning kregen
op hun verzoek iets te drinken.
Een belooniug toegelegd.
De minister van. landbouw, nijverheid ea
handel brengt ter Icennis van de Nederland
sche scheepvaartkringen, dat de weduwe
van den in den zeeslag van 31 Mei goval-^
len Duitschen marinestaf-ingenieur Harpt
grooten prijs stelt op het vinden van Eet lijk
van haar echtgenoot en op de eventuesle
overbrenging daarvan, naar Wilhelmshaf en.
De daaraan verbonden kosten, zoomede oea
gepaste belooning, welke evenredig zal
worden verhoogd, indien het lijk door een
vaartuig in volle zee wordt geborgen, zul
len door de echtgenoot©, wonende te Wil-
helmshavc-n, Prinz-Heinrichstrasse 41, wor
den gedragen. De marinestaf-ingenieur!
Haupfc was vau middelbare lengte, vrij ge
zet, had een kleinen zwarten knevel on.
baard. Zijn hoofdhaar was donker en van.
voren zeer sterk gedund. Hij was gekleed
in de Duitsche marine-officiersuniform op
eiken jasarm waren twee gouden armstre-
pen op zwart fluweel aangebracht. Hij
droeg een jas met zwart fluweelen kraag;
en waarschijnlijk bruine handschoenen. Aan
de rechterhand droeg hij een trouwring,
aan de binnenzijde waarvan gegraveerd
was Dorle (of Dora) 18.12 '0622.4 '07. Bo
vendien droeg hij bij zich een gouden hor-;
loge en een beurs, waarin een briljanten
ring
De welwillende medewerking der scheep
vaart kringen welke zou kunnen loiden tot
eenig resultaat ten deze, zal dezerzijds op
prij3 worden gesteld.
Bi'ievdasmokkelnar doodgeschoten.
Nabij Ommel hebben do Duitschers gis
teren een Belgisch brievensmokkelaar dood
geschoten. -t Lijk is naar Ommel vervoerd.
EngeLsehc documenten opgeyisekt.
Door een visscher van' Texel zijn uit do
Noordzee aangebracht en bij de strand'-,1
vonderij gedeponeerd een aantal Engelsche;
brieven en documenten, waaronder ver
scheidene gezegelde stukken. Een en ander'
was in een doek geknoopt en werd met
het vischnefc opgehaald.
Trawlers opgebracht.
De twee van IJsland thuisvarende stoom
trawlers „Eveline" en „Eendracht Twee"
zijn, volgens bij de betrokken reederijea'
te IJmuidea ontvangen bericht, door Brib-
sche marine-vaartuigen naar Lerwick op
gebracht.
„Wat kan moeder bedoelen?" riep Hetty];
uit-op; haar. oudé, onstuimige manier, „zei:
Tegt, idat u mrj alles vertellen zult; ze zegV,
dat mijn vader leeft. Waar is hrj? ïs het
waar, dat hij leeft? Waarom maakte ze mij
dan wijs, dat hij dood was? Ik begrijp jenj
niets van. Het is net een droom. Isjnoederj
niet goed bij het hoofd? Zij kan de waar
heid niet spreken."
Zeer zacht, zeer omzichtig vertelde Joyce
de heeïe tragisch© geschiedenis aan het .jon-'
ge meisje en het deed haar liefhebbend hart
pijn, om te zien hoe Hetty ontstelde, toen
do feiten haar 'werden medegedeeld; hoe
erbarmelijk bleek zij werd en welk een pijn
lijke uitdrukking er in haar oogen kwam.'
„Dus mryn vader zit in do gevangenis;
hbo innig droevig, dat hq daar zit, als hij
er niet behoefde te zijn," zei ze stamelend/
„en ik heb altqd gedacht, dat hij dood v as.
Moeder gaf een reden op, waarom wij van]'
naam veranderd waren, en ik geloofde na-
tuurlqk wat ze zei. Het is niet bq mij op*
gekomen, dat vader nog in leven wa-3. Ik
hield zooveel van hem, hij is altqd soo goed'
voor niq geweest Ik geloof, dat hq ook veel
van mij hield; maar móeder scheen het
niet prettig te vinden, dat hij dol op mij
scheen te zqn; ik'geloof, dat zij bang was,
dat ik mij tusschen hen beiden zou drin
gen. Maar ik zie 'niet in lioe ik dat zou
kunnen. Het was dwaas zoo iets te ver-'
onderstellen, nietwaar? Ik' was immers vau'
hen beiden? Ik behoor hen beiden toe." èïj
herhaalde de Voorden, die ze tot haar moe
der gesproken had. Joyce besefte ten vollef
he# aandoenlijke daarvan. L
(Wordt vervolgd),