Nederland en de Oorlof.
No. 17235.
LEiDSOH DAGBLAD, Donderdag 4 Mei.
Tweede Blad. Anno 1916.
Tvsmsde Kamer,
FEUILLETON.
Ie Vergissing van Vivien Eady.
Broodkaarten*
:De in rooster van Landbouw heeft aan de
iT-o-emeeaber een circulaire gericht, waar-
rr/e minister te kennen geeft, dat het hem
jhleken ie, dat in vele gemeenten het aan-
broodkaarten van 1/3 ©n meer is ver-
jbbeld.
Gt?cohstateerd kan worden, dat de hoe-
lihcid ongebuild meel, welke het Rijk
>'at* de goedkoopo broodvoorziening be-
Kbikbaar stelt, wettelijk met twee miillioen
I K.G, zoude moeten worden vermeerderd,
Kbtgeén. een verhooging der onkosten met
'/40.000 per week met zich zal brengen. De
luister verzoekt de burgemeesters da&r-
n in het vervolg slechts broodkaarten af
geven, of opnieuw of te geven, aan die-
men, van wie bij onderzoek is geble-
>,n, -dat zij den gewonen broodprijs niet
fuéen kunnen betalen.
Doorvoer van Vee door Duitsolilaiid.
De' doorvoer door Duitschland is verbe
en van levend rundvee, varkens, schapen,
*sck en toebereid vleesoh dezer dieren,
i voorts van alle soorten vlees/chwaren,
iek'. varkensvet, boter en uitgesmolten boter
iijtterschmalz).
Militair Geneeskundige Dienst,
ifear wij vernemen, zijn verschillende le-
n der Tweede Kamer voornemens de zaak
fen den militairen geneeskundigen dienst
ctvoerig ter sprake te brengen bg het wefe-
ctvrerp, betreffende het oorlogsorediet van
00 millioen gulden. Bij de behandeling
ervan, welke de volgende week plaats
eft, wordt een vermoedelijk langdurig de-
re over dat punt verwacht. (..Tel.")
De Tabaksprijzen.
De laatste dagen is meermalen de moge-
jkbeid overwogen, van de hier 'te lande
mgevoerde tabak een bepaald gedeelte ter;
?schikking van de bionenlandsche industrie;
i honden, ten einde op deze of op 'n an-
ïre wijze te geraken tot een verlaging dei'
itaks- en sigarenprijzen.
Met dit doel heeft de heer G. J. E- van
silst, president van de N. O. T. ygftien;
üisonen nit de tabaks- én sijgarenindustrie
een conferentie uitgenoodigd, die Dins-
:g ten kantore van de NederlandscKe Han-
•lmaatschappg heeft plaats gehad. De aan
wezigen behoorden tot kringen van handel,
tporteurs jen makelaars.
In beginsel is men het eens geworden
ver de wenschelijkheid van een maatregel
genoemden geest. Er is een commissie
,n vgftien personen benoemd, die het vraag
stuk i bijzonderheden zal uitwerken en op
>n volgende conferentie rapport ml uit-
cengen.
fT)c Amsterdamsche yer.eeniging van Siga-
ssdnkeRers, zal hoogstwaarschgnlgk be
ater, met ingang van Maandag 15 Mei,
ipang de prijzen van de sigaren te ver
ben. Aanvankelgk was de datum den 8ep
vastgesteld, maar om verschillende rede-
is die datum een week verschoven.
De vorige maal is de prgsverhooging op
ite .ni'0^oopen, doordat slechts1 weinig wSn-
iiers" er aan deelnamen, doch thans ié
eenheid en samenwerking tot stand geko-
tnsschen de fabrikanten en de winke-
Z& die met ingang van 15 Mei hun;
~w niet verhoogen, zullen daardoor last
traden bg hun nieuwe bestellingen.
Hei Laateto Interview met Dr. Kuyper.
&ar aanleiding van het laatste interview
dr. Kuyper met „Der Tag." schrijft de
kW. Ot." wat betreft de uitlating over
steunen door Doitachera va/n de vrij-
^eiygeonden bij de verkiezingen tegen
profceofcionifptasche en Duit»cfeg>ezm<le
^terzijde" bet volgende
/W© vermoeden, dwb menig katholiek en
r;-historisch lid der rechterzijde er har
telijk voor bedanken zal om zoo maar in één
te werden ingedeeld bij de „protec-
jSonisten en Duitfwhgezinden..
Als men in Duitschland maar naet te
jteoï waarde aan die bewering gaofc hech
ten on in de meening komt dat een obean-
bus-ovcrwinning van rechts een triomf
voor de Duitsohgezindeu bebeekent. Dit
zou nog tot een gevaarlijk misverstand
kunnen leiden, misschien wel tot beden
kelijke Duitsahe intriges bij verkiezingen.
De Duitschers zijn immers toch al zoo
sterk gebleken in oompiotten.
Of is het dr. Kuyper te doen om voor
zijn eigen partij dien beweerden en zoo
zeer benijden financieel en steun van de
Duitsche industrie te krijgen 1
Het zou goed zijn, als dr. Kuyper maar
heel gauw terugkomt.
En nog beter "als op iederen buitenland-
schen pas werd gedrukt'Hoed u voor in
terviews Ze zijn nutteloos en kunnen staats
gevaarlijk zijn.
Een verbod uitvaardigen, gaat helaas
niet."
Teelt van Gewassen
voor Bnitenlandsche Rekening.
Hët blijtk, dat in sómmige streken des
lands buitenlanders contracten trachten af
te sluiten met land- en tuinbouwers voor
de teelt van peulvruchten en andere gewas-
sena. In verband hiermede wordt in de
„Sfc.-Crt." ter algemeen© kennis gebracht,
dat het bezit van zoodanige contracten gee
nerlei recht zal geven de betreffende pro
ducten uit te voeren, anders dan onder
daarvoor vast te stelen voorwaarden. Moch
ten de aldus geteelde producten door opslag
aan het gebruik worden onttrokken, zoo
zal, zoo dit noodig blijkt, tot inbeslagneming
worden overgegaan.
Regeerinssmeel geweigerd.
Te Enkbuazen hebben de broodbakken
geweigerd, de aangekomen zending regee-
ringsmeel in ontvangst te nemen, daar zij
■de kwaliteit van heb meel, voor heb doel,
waarvoor het gebruikt moet worden, onge
schikt achten.
Ook in Amsterdam is meel van onvol
doende kwaliteit afgeleverd.
Dc „Tubantia" on de Duhsoliè Torpedo's-
Ook de „Haagsche Oi" wijdt een artikel
aan de mededeelingen van het „Hbld." be
treffende de erkenning, dat de „Tubantia"
door een Duitsche torpedo in den grond
is geboord. Het blad schrijdt:
„De mededeelingen van het „Hbld." in
zake de „Tubantia" zijn inderdaad wel
zéér belangrijk!
Duitschland erkent dus, dat 'de onder
gang van dit neutrale schip te wijten is
aan een Duitsche torpedo, en het is
bereid schadevergoeding te geven. Voor
onze regeering, die niets onbeproefd heeft
gelaten om het „Tubantia"-geheim tot klaar
heid te brengen, een succes, dat een geluk-
wensch waard is!
Dat de schadevergoeding schijnt te zul
len worden gegeven in den vorm van een
Duitsch schip (een van de groote boo
ten van de Hamburg-Amerika-lgn) kan ons,
slechts verheugen, omdat inderdaad de ge
leden schade niet is te berekenen naar de
materieel© waarde van hetgeen naar den
zeebodem ging, maar veel meer bestond uit
't verlies-aan scheepsruimte, een
verlies, dat niet zoo; spoedig zou zijn aan
te vullen, indien als schadevergoeding een
bedrag in geld werd gegeven.
Het treffende in deze, mededeelingen is
echter, de erkentenis van schuld aan Duit
sche zgde.
Men zal rich herinneren, dat aan die.
zgde aanvankelgk alle verantwoordelijk
heid werd afgewezen, in beleefde termen,
maar zeer zelfbewust: Van alle in aanmer
king komende Dmtaohe duikboofcen was
rapport ontvangen en gebleken was, dat
géén van haar de „TabantdaP getorpe
deerd had.
Waar wij aan de goede trouw van de
Duitsche autoriteiten niet mogen twijfelen,-
werpt thans de schuld-erkenning een eigen
aardig licht op de rapporten der duikboot-
kapiteins. Boren die hoeren maar in den
grond wat hun goeddunkt, zonder dat zg
rich tot verantwoording tegenover him
marinebes tuur verplicht achten? Men sou
het haast moeten denken.
Zullen we nu weldra hooren, dat het
Duitsche marine-bestuur den Schuldigen
commandant heeft opgespoord en strenge
zéér, streng bestraft voor zijn schier ange-
voor
supe-
looflijk onverantwoordelijke daatf e
de misleiding van zijn eigen hoog P
ricuren?
Die mededeeling zou in ons land althans
éénige voldoening geven, waarop men wel
aanspraak mag maken!
De veronderstelling, .lat ook de „Pa-
lembang" door een Duitsche torpedo
werd getroffen, wordt thans zeer aanmer
kelijk versterkt. Aan de verzekering, dat
het onderzoek der Duitsche marine niet
do schuld van een Duitsche duikboot heeft
vastgesteld, kan men nu niet veel waarde
meer hechten.
Helaas ontbreken in dit geval de sterke
aanwijzingen, welke in liet „Tubantia*-
geval ten slotte de waarheid nog hebben
aan licht gebracht. Maar nil in dit laat
ste geval de "volslagen onvoldoendheid van
het Duitsche marine-onderzoek ie geble
ken, zal van Nederlandsche zijde zeker wel
op een nieuw en scherper onderzoek van
het „Palembang"-geval worden aangedron
gen. En van Duitschen kant zal dit nu
bezwaarlijk kunnen worden geweigerd, wil
men daar niet den schijn van onwil op zich'
laden.
Mocht niettemin wat ons zeer wel
mogelijk lgkt, nu 't vertrouwen in de waar
heidsliefde der Duitsche -duikbootcomman
danten zoo gevoelig is geschokt het
„Palembang"-geval ook na een nieuw on
derzoek .onopgehelderd blijven, dan zal dit
thans, méér nog dan voorheen, in ons
land leiden tot een blgvenden wrok.
En wie denkt hierbij niet, tevens aan
'de „Eemdijk" en de „Rijndijk", die im
mers óók heeten te zijn getorpedeerd? En
a$n andere Nederlandsche schepen, welker
ondergang tot nu toe aan m ij n en werd
geweten?
Hetgeen nu pas weer met de „Berkei-
stroom" is gebeurd, is weinig geschikt om
den groeienden afkeer van de Duitsehë
duikboot-taktiek in ons land te verminde
ren. -
't Officieele onderzoek zal de juiste toe-
dr£cht van het gebeurde vaststellen, maar
er is' geen reden om te twijfelen aan het
reeds gepubliceerde verhaal van den ge
zagvoerder der „Berkélstroom", die heeft
verzekerd, dat slechts een heel klein Öeel
van de lading bestond uit contrabande*
zoodat er, géén recht was om het schip op
te brengen, laat sten: in den grond te
boren. Het zou dus een volkomen onrecht
matige handeling zgn, zélfs al zou men
rich" op 't«Duitsche standpunt plaatsen,
n.l., dat duikbooten, die doorgaans niet in
staat zgn om koopvaarders op te brengen,
als regel deze laatsten in den grond mogen
boren.
De commandant van 'één der beide
schuldige duikbooten zou verklaard heb
ben, dat het feit, dat neutrale schepen
levensmiddelen naar Engeland- brengen,
voldoende reden is om ze te terpedearen.
Als dit inderdaad het standpunt is van
de Duitsche duikboot-commandanten, dan
ziet het er, voor onze scheepvaart slecht
uit! Dan sou ;de neutrale handelsvloot een
voudig vogelvrg verklaard zgn!
-Dat standpunt is natuurlgk volslagen
onaannemelijk, en onze regeeriaig zal dan
ook, wordt de desbetreffende mede deeling
door, 't officieele onderzoek bevestigd, zeker
wel een hartig woordje daarover tot onzen
oostalgken buurman richten en er wellicht
ook de aandacht op vestigen van de re
geering der Tereenigde Staten, die juist
bezig is In verband met de duikboot-woede
met Dutteohland 'een appeltje te schillen
Oorlogswlnstbel&sting.
Betreffende het wetsontwerp tot Heffing
een er oorlogs winstbelasting stelt de minis
ter van Financiën voor het 3de en 4de lid
van art. 28 te lezen als volgt r
„Voor de heffing der belasting over een
jaar, waartoe de 1ste Aug. 1914 behoorde,
komt voor in het 1ste lid onder a en b ge
noemde som van f 2500 in de plaats een som
f 205 voor de in dat lid genoemde som van
f 1000 een som van f 80 en voor de in dat lid
genoemde som van f 2000 een som van f 165
voor iedere maand, die in dat jaar met of
na dien datum eindigt.
Wordt de belasting ingevolge art. 0 (2de
Rd) geheven wegens vermeerdering van in
komen of winst over een korter tijdvak dan
een jaar, dan komt" voor de in het 1ste lid
onder a en b genoemde som van 25*00 in de
plaats een som van f 205 voor de in dat lid
genoemde som van f 1000 een som van f 80
en voor de in dat lid genoemde som van
f 2000 een som an 165 voor iedere maand
of gedeelte daarvan in dat tijdperk begre
pen.
De toelichting luidt:
,,In do gevallen, waarvoor het 3de cn 1de
lid zijn geschreven (berekening over minder
maanden dan 12), heeft er bij den overgang
van het heffingspercenlagc van l6 tot 30 een
te groote vermeerdering van belasting
plaate.-riDe ontworpen wijziging strekt om
dit bezwaar wpg te nemeja door de grens
van dien overgang beweeglijk te maken,
evenals het vrijgestelde bedrag.
De hoer Van Vuuren heeft op liet wets
ontwerp-tot heffing eener oorlo-gswinstbelas-
ting als amendement voorgesteld het eerste
lid van art. 7 te lezen: „Als vermeerdering
van inkomen of winst wordt, behoudens het
bepaalde bij het tweede lid, beschouwd het
bedrag, waarmede het zuivere winst over
eenïg jaar bedoeld brj art. 5 te boven gaat
bet hoogste bedrag aan zuiver inkomen of
zuivere winst gemaakt in een der jaren waar
toe de eerste Aug. 191}, 1912 of 1913 be
hoorde."
De toelichting luidt als volgt: Men kan
moeilijk beweren, dat een winst, door een
bedrijf gemaakt in een der drie jaren van
den oorlog voorafgaande, een zoodanig ab
normaal karakter draagt, dat zij als oorlogs
winst is te beschouwen. In ieder geval gaat
het niet aan bij. een belasting als de voor
gestelde, die bestemd is over meerdere ja
ren, het gemiddeld winstcijfer over 3 jaren
voor den oorlog te beschouwen als een.
zoodanig normaal winstcijfer, dat alle over
schrijding daarvan wordt gelijkgesteld met
het maken van oorlogswinst. In verband met
de omstandigheid, dat in een bloeiend be-:
drijf de winst jaarlijks toeneemt, ware het
daarom rationeel, de normale winst, voor
elk jaar dat de oorlog duurt, op een hooger
bedrag te stellen. Met het oog op de moei
lijkheid dezer regeling lgkt het althans bil
lijk het hoogste winstcijfer in een der drie
aan den oorlog voorafgaande jaren als nor
maal winsfccijïer te beschouwen.
Voorts wordt door dp heeren J. ter Laan
c.s. als amendement voorgesteld art 26
te' lezen pis volgt:
„De belasting wegens vermeerdering van
inkomen of winst wordt slechts ^gelieven
over het bedrag, waarmee de vermeerdering
over eenig jaar f 1000 te boven gaat.
Dat bedrag wordt zoo noodig, naar bene
den op 'een geheel veelvoud van £100 af
gerond.
Voor de heffing der belasting over een
jaar waartoe de eerste Aug. 1914 behoor
de komt voor de in het eerste Hd genoemde
som van f1000 in de plaats oen som van
f80 voor iedere maand, die in dat jaar
met of na dien datum1 eindigt.
Wordt, de belasting ingevolge a-rti 6
tweede lid geheven wegens vermeerdering
van inkomen of winst over een korter tijd
vak dan een jaar, dan komt voor de in het
eerste lid genoemde som van f1000 in
plaats van fzOOO, een som van fSO, voor
iedere maand of een gedeelte daarvan, in
dat tgdvak begrepen. De belasting bedraagt
50 pCt. van het bij het 1ste lid bedoelde;
bedrag.
Indien voor de belastingplichtigen, be
doeld bij art. 2, ohder lo. het bedrag der
vermeerdering van het inkomen, verminderd
ingevolge h'et 1ste lid, kleiner is dan f 20.000
wordt het percentage genoemd in het 4de
lid, verminderd met 0.15 pCt voor elke
som van f100, waarmede dat bedrag blijft
beneden f20.000.
De heeren A nkermao c.s. hebben op het
wetsontwerp tot heffing eener oorlogswinst-
belasting, een amendement voorgesteld, om
de oorspronkelijke redactie van artikel 26
te herstellen én dat artikel dus als volgt
te doen luiden:
„De belasting wegens vermeerdering van
inkomen of winst wordt slechts geheven,
over het bedrag, waarmede die vermeerde
ring over eenig jaar £2000 te boven gaat.
Dat bedrag wordt zoo noodig, naar beneden
op een geheel veelvoud van f100 afgerond.
Voor de heffing der belasting over een
jaar waartoe de eerste Augustus 1914 be
hoorde, komt voor de in het eerste lid ge
noemde som van f2000 in de plaats een
som van tl 65 voor iedere maand, die in
dat jaar of na dien datum eindigt.
Wordt de belasting ingevolge artikel 6,
tweede lid, geheven wegens vermeerdering
van inkomen of winst over een korter tijd
perk een jaar, dan komt voor dc in het
eerste lid genoemde som van £2000 irt de.
plaats.een som van 'f165 van iedere maand
of gedeelte daarvan, in dat tijdperk begre-
pen. De belasting bedraagt 30 pCt. vaa
het bij het eerste lid bedoelde bedrag.
Eet socialistische amendement om het h -f-
fingspercentage te verhoogen, van 30 bal -50,
zal volgens de „Tel." geen steun van andere
zijde krijgen. Het getal 30, zal noch ver
hoogd noch verlaagd worden.
In lVpt adres aan 'de Tweede tuner van
de lleedersvereeniging voor do JSeder-
landsohe Ha.ringvissch.erij wordt betoogd,
dat in het ontwerp niet voldocndo reke
ning is gehouden met de wijze, waarop do
winsten, die voor de heffing der belading
in aanmerking komen, verkregen werden,
j De wijze, waarop een groot aantal perso-
i non en libhamen, hetzij "als tusschenpersoon
1 hetzij als commissionair of fabrikant, extra-
winsten genoten, die uitsluitend het ge
volg waren van den oorfoglstoestand, ter-
I wijl daarvoor dikwijls geen' kapitaal be-
j hoefde to worden aangewend en in tal van
gevallen eenig risico of een meer dan ge-
i woon rifiico uitgesloten was. kan en mag
h. i. niet vergeleken worden met de wijze
j waarop de resultaten, speciaal de extra-
winsten met het visscherij-bedrijf in 1015,
werden veriercgen.
Vergadering van giètornaraiddag.
Ouderdomsrente.
De heer SANNES verklaarde het donk
beeld, dat aan het amendement-Van Veen
ten grondslag ligt., sympathiek te vinden.
Echter behoudt hij zich zijn stem nog voor.
De heer LIMBURG betoogde, dat de
voorkeur voor Ged. Staten of Baden van
Beroep een kwestie is van gevoel. Nu het
ontwerp is geschoeid op Ged. Staten, moet
men z. i. aan dit stelsel vasthouden.
De heer BEU MER- vroeg of de amende-
j menten-Van Veen wel noodig zijn. Spr.
j steunde het denkbeeld-Van Idsinga en wees
er op, dat de Kroon altijd nog kan ingrij
pen.
Do MÏNLSTER verdedigde de regeling,
in het ontwerp voorgesteld. De Gemeente
raden, die over tal van plaatselijke gege
vens beschikken, moeten in eerste instantie
beslissen. Voorts geeft spr. do voorkeur
aan Ged. Staten boven de Raden van Be
roep, die met hefc oog op gevallen tusschen
werkgevers en werklieden werden samen
gesteld. De heer VAN VEEN repliceerde.
Daarna de heeren BEUMER en DE WY-
KERSLOOTH.
Het amendemont-VAN VEEN werd ver
volgens met. 56^t-egeD 13 stemmen verwor
pen.
De VOORZITTER, de artfc. 7a16 voor-
loopig aanhoudende,, stelde aan de orde
art. 17 (vergooding aan gemeenten).
De heer DUY8 verdedigde zijn amende
ment, strekkende om den gemeenten alle
kosten te vergoeden.
Spr. vreest anders verhuizingen van
ouden van dagen van gemeente met een
zeer scherpe contróle naar gemeenten met
milder opvatting.
De heer SNOECK HENKEMANS licht
te zijn amendement toe, strekkende om 20
pCt. der kosten door de gemeenten en 80
pCt. door het Rijk te doen betalen. De ge
meenten hebben dan belang bij een bedacht
zame, beleidvolle toepassing van 't ontwerp.
De hoer DE WYKERSLOOTH licht rijn
amendement toe, strekkende, dat het Rijk
ook aan gemeenten, clie geen tekort heb
ben, kan suppleeren. Spr. bestreed hoi
amendement-Snoeck Henkemans.
De MINISTER repliceerde, best-reed dc
amondementen-Duys en Snoeck Henkemaus
en nam het amendement-Do Wykerelootb
over.
Daarna repliceerde de heer DDYS.
De vergadering werd ten 6lotte verdaagd
tot Donderdagochtend 11 uur.
Uit het Engelsch van Charles Marriott
(Nadruk Vorboden).
„Ik heb van Exeter af met den jongen
&>tt gereisd", vervolgde H<arpur. ,,*t Ie
fesn aardig© jongen. We konden heb best
fcmen vinden en ik wilde zijn uitnoodiging
>Sefc afslaan. Daardoor moest ik een kist
*>ekon in Porthlew achterlaten, maar die
kn ik morgen zeker wel laten halen?"
.0 zeker", zei Vivien; het woord, „boe-
nsn" klonk lunar verwijtend in do oor en.
5)«Ie zult, denk ik, wel trelc in wtat eten
^bben hé?" zei mevrouw Eady, opstaande,
rik zal Jaantje wat aansporen,"
-Alleen gelaten, waren de gelieven een
verlegen. Harpur roemde de ka-
t> °n vertelde van rijn reis en den jon-
Stott. Vivien, met een diep bewust-
van verwaarloosde plichten, was nede-
"9? onderworpen.
j»Je riet eT veel beter uit, Vivien", zei
Oh hoa,T toodor aanziende. „Ik hoop, dat
^nueens echt vacantie neemt, en zooveel
"gelijk in de buitenlucht bent."
In i!{^aamBer^ genomen, dat., toen de
Craj)dering werd aanbevolen, Sel-
y1 Scmrigd was de doctoren oude wijven
- noemen, vond Vivien dit zeer giootmoe-
boek op, waarin
torrTL- ^ezoiL» on bladerde er met een
^keurenden glimlach in.
zeker, dat is beet", zei hij, „maar
00116 10011 Pta?vr "weken
Vivien vond zich verschrikkelijk laag en
oneerlijk. Zij was bijna geneigd nog meer
dan de waarheid te bekennen dat zij
het boek alleen m handen had genomen,
om indruk op hem te maken. Ala Selwyn
begonnen was, haar te berispen over haar
luiheid, zou rij een gangbare verdediging
beproefd hebben, maar rijn vriendelijkheid
ontwapende haar. Toen rij haor hand naar
het boek uitstak, nam hij haar bdj den pols
en kuste haar hónd. Zij draaide haar hoofd
af, om de tranen te verbergen, dae haar in
de oogen kwamen. „Lieveling!" fhrisborde
hij vurig, en sloeg rijn arm om haar mid
del. Zij leunde een oogenbiik tegen hem
aan, beschaamd dat hij de oorzaak van haar
ontroering verkeerd begreep. Zij wist zel
ve niet precies, waarom rij zoo zenuwach
tig was, maar rij had een vaag gewoel, dat
rij iets bekennen moest.
Het souper verliep vrooHjk. Mevrouw"
Eady, die zag, dat Vivien onrustig was,
kwam ijverig te hulp, en babbelde onop
houdelijk, om te voorkomen, dat een of on
der lastig onderwerp ter sprake kwam.
„Penolver hoeft b paaild eea noodlobti-
gen invloed op mij', «ei rij. Op rijn best
ben ik toch ailtijd maar een soort Sanoho
Panzo, en op mijn' geboortegrond ga ik heel
en el achteruit. Vivien zou je een heel ver
haal kunnen doen over die moeilijkheid om
moeders in het goede spoor te houden. Als
ik alleen hier gekomen was, zou zeker
al holbewoner geworden rijn. Ik geloof, dbfc
ik al een eoht accent gekregen heb."
„Nu, als dit de pla&tselgke manier
om forellen klaar te maken, hoop' ik, dat |tf
hog verder achteruit zult gaan," zei Sefwyö.
„Een slimme list, om de onderworpen
heid van de vrouw te verzekeren," ïter-
nam mevrouw Eady, bang, dat Vivien het
als een eerezaak beschouwen acra, te ver
tellen, waar. de forellen vandaan gekomen'
5raren.
„Hg tel denken, dat wij ons aan Stott
verkooht hebben," dacht rij met schuldge
voel. Met fijnen tact begon over dë
Harlow's te spreken.
„A propos", zeide Selwyn, „is mijnheer
Marlow niet een broer van mgn vriendin
mevrouw Fleming?"-
„Ja," antwoordde Vivien; „hg verlangt
erg je te ontmoeten. Hjj is bang, dat je:
hier geen intellectueel gezelschap viudeöi'
zult." j
Selwyn keek haar vluchtig aan. Spot was
iets nieuws in haar toon.
„Ik had er over gedacht, mevrouw Fle
ming op weg hierheen een bezoek' te bron.
gen," zed hg; „maar het is zoo vervelend
een reis 1af te breken, als men eenmaal
goed rit/*
Vivien wist niet zeken, of dé «moodigé
aangedikte opmerking over üpervrouw Fle
ming een „zet" was, een kleine wenk aan;
haar adres, dat zij niet de eenig© vrouw)
in de Wereld 'was; of een grootmoedig© er
kenning, dat hg ook' een vriendschap had;
die tot misverstand aanleiding kan geven.
Zg vermoedde het laatete. Selwyn overlaadd©
haar met Vriendelgkheid, die zg niet ver
diende. 2g voelde, dat zelfs hét dulden vasf
personen van ©en lagere: orde iHoyaal te
genover hem Was geweest Hun verbond
was of moest althans zgn, een verdediging)
tegen het aardsche, doellooze jon alledaag-
scha Stottie naam Werd niet meer genoemd,,
maar er Wend aan hem gedacht, met als een
grief, maar als een verborgen onderWem
Vivien had nooit te voren zoo sterk gevoeld,;
hoe knap SelWyn eigeolgk was. Zonder toe
gevend tel eoognéu, trachtte h^ haar te
laten voelen, dat hg niet verwachtte, dat rij
dadelgk begrgpen zou. Toch zou de^cherpstë
criticus hem niet „hoog" genoemd hebben.
Hij vroeg naar Jaantje en toen Vivien rich'
lachend verontschuldigde voor een gewoon
verhaaltje over de kinderen te Penolver, zed
hg warm:
„Neen, heusch; ik "stel groot belang in
alles, wat je overkomt. Ik zou mij diep scha
men, zoo ik wist, dat je me iets, wat je'
amuseert of belang inboezemt, niet vertelde,
omdat je 'dacht, dat het te aUeda&gsch was.
Ik heb van je brieven genoten."
En hg had een uitstekeode manier om met
haar moeder om te gaan, terwgl hg haar
geestelgke bekrompenheid met liet uitko
men en haar met veel tact aan den gang
bracht, praatte zg alleraardigst over onder
werpen, waarvan Vivien altijd gedacht had,
dat ze te hoog voor haar waren. Hij hielp'
haar hour eigen moeder wa&rdeeren.
Toen hg opstond om heen te gaan, sprak'
h|j met oprechte bewondering over de schet
sen, die aan de wanden hingen.
„Prachtig!" zei hg. Het bewgst alweer,
dat, als je idealen maar hoog genoeg rijm,
er weinig gevaar is, dat men dalen zal tot
het peü der omgeving. Maar ik zal niet
preeken," zei hg opgewekt, toen hg mevrouw
Eady de^ hand gat „want ik ben alleen'
om te Meren in uw; mooi Corn wal lis geko
men."
Toen hg weg. was, hadden zoowel moeder
als dochter hét gevoel van ondeugende kin
deren, die nog niet gesnapt zgn. Mevrouw'
Eady was zeer geneigd zichzelve te felica-
fceeren, maar Vivien, had hevige wroeging.
2Jg raten nog wel een uur over Selwyn te
praten, beiden wilden de andere wat vra
gen, maar durfden niet, en beiden waren
benieuwd hoe Stott en Selwyn samen opige-
schofcen waren gedurende hun rit van Porth
lew.
Selwyn was den volgendon morgen te'
tien uren bjj Vivien, om haar voor een'
wandeling af te halen. Hij was voor dit
doel uitstekend gekleed in een Norfolk-pak
van zware stof, schoenen met spijkers ep
een stevigen wandelstok. Hij zag er een'
beetje al te goed uitgerust uiö, alsof hi£
wilde zeggen:
„Voor mg is niets een kleinigheid.1
Voordat Selwyn zgn knevel liet staan,-
hadden de dames gezegd, "dat zgn vërschg-
ning engelachtig was volgens de op
vatting van Milton. Een hateljjk oeoordoelaar
beweerde, dat hij om die reden uit beschei
denheid zijn knevel liet staan; evenals hg
van tii<i tot trjd volksuitdrukkingen gebruik^
te, whiskey -en soda dronk, om zijn mede-
menschen cüet te verpletteren. Zijn blond
haar was niet krullend, maar mooi gegold,
en zijn bleek, fijn besneden gelaat had dié
edele uitdrukking, waardoor een man mét
zachte trekken er niet verwijfd uitziet.'
„Ik ben in je handen," zei hüj tot Vivien,
na hun innige en stille begroeting; „jo;
moet m!e al je lievelingsplekjes wijzen. Je'
kimt zeker wel tien mfjlem loopen voor het
koffiedrinken
Zjj hamen het klippad rechts van de baai.
Het was een vochtige dag met gedempt zon-i
licht, regenbogen eo een zachben westen-'
wind. Echt een dag om te slenteren, voor!
vertrouwelijkheden meer in "blikken dan in'
woorden, en lange intieme stilten.
Op zulk een dag gevoelde Vivien iets ia
rich weerklinken, en zij was op haar best;
een beetje in de war, niet v&r van tranen,
en toch innig gelukkig. Haar zóó ziende
met vochtige oogen on teedere lippen, zou
een .verstandig minnaar tevreden zgn go-