Nederland en de Oorlof. No. 17235. LEiDSOH DAGBLAD, Donderdag 4 Mei. Tweede Blad. Anno 1916. Tvsmsde Kamer, FEUILLETON. Ie Vergissing van Vivien Eady. Broodkaarten* :De in rooster van Landbouw heeft aan de iT-o-emeeaber een circulaire gericht, waar- rr/e minister te kennen geeft, dat het hem jhleken ie, dat in vele gemeenten het aan- broodkaarten van 1/3 ©n meer is ver- jbbeld. Gt?cohstateerd kan worden, dat de hoe- lihcid ongebuild meel, welke het Rijk >'at* de goedkoopo broodvoorziening be- Kbikbaar stelt, wettelijk met twee miillioen I K.G, zoude moeten worden vermeerderd, Kbtgeén. een verhooging der onkosten met '/40.000 per week met zich zal brengen. De luister verzoekt de burgemeesters da&r- n in het vervolg slechts broodkaarten af geven, of opnieuw of te geven, aan die- men, van wie bij onderzoek is geble- >,n, -dat zij den gewonen broodprijs niet fuéen kunnen betalen. Doorvoer van Vee door Duitsolilaiid. De' doorvoer door Duitschland is verbe en van levend rundvee, varkens, schapen, *sck en toebereid vleesoh dezer dieren, i voorts van alle soorten vlees/chwaren, iek'. varkensvet, boter en uitgesmolten boter iijtterschmalz). Militair Geneeskundige Dienst, ifear wij vernemen, zijn verschillende le- n der Tweede Kamer voornemens de zaak fen den militairen geneeskundigen dienst ctvoerig ter sprake te brengen bg het wefe- ctvrerp, betreffende het oorlogsorediet van 00 millioen gulden. Bij de behandeling ervan, welke de volgende week plaats eft, wordt een vermoedelijk langdurig de- re over dat punt verwacht. (..Tel.") De Tabaksprijzen. De laatste dagen is meermalen de moge- jkbeid overwogen, van de hier 'te lande mgevoerde tabak een bepaald gedeelte ter; ?schikking van de bionenlandsche industrie; i honden, ten einde op deze of op 'n an- ïre wijze te geraken tot een verlaging dei' itaks- en sigarenprijzen. Met dit doel heeft de heer G. J. E- van silst, president van de N. O. T. ygftien; üisonen nit de tabaks- én sijgarenindustrie een conferentie uitgenoodigd, die Dins- :g ten kantore van de NederlandscKe Han- •lmaatschappg heeft plaats gehad. De aan wezigen behoorden tot kringen van handel, tporteurs jen makelaars. In beginsel is men het eens geworden ver de wenschelijkheid van een maatregel genoemden geest. Er is een commissie ,n vgftien personen benoemd, die het vraag stuk i bijzonderheden zal uitwerken en op >n volgende conferentie rapport ml uit- cengen. fT)c Amsterdamsche yer.eeniging van Siga- ssdnkeRers, zal hoogstwaarschgnlgk be ater, met ingang van Maandag 15 Mei, ipang de prijzen van de sigaren te ver ben. Aanvankelgk was de datum den 8ep vastgesteld, maar om verschillende rede- is die datum een week verschoven. De vorige maal is de prgsverhooging op ite .ni'0^oopen, doordat slechts1 weinig wSn- iiers" er aan deelnamen, doch thans ié eenheid en samenwerking tot stand geko- tnsschen de fabrikanten en de winke- Z& die met ingang van 15 Mei hun; ~w niet verhoogen, zullen daardoor last traden bg hun nieuwe bestellingen. Hei Laateto Interview met Dr. Kuyper. &ar aanleiding van het laatste interview dr. Kuyper met „Der Tag." schrijft de kW. Ot." wat betreft de uitlating over steunen door Doitachera va/n de vrij- ^eiygeonden bij de verkiezingen tegen profceofcionifptasche en Duit»cfeg>ezm<le ^terzijde" bet volgende /W© vermoeden, dwb menig katholiek en r;-historisch lid der rechterzijde er har telijk voor bedanken zal om zoo maar in één te werden ingedeeld bij de „protec- jSonisten en Duitfwhgezinden.. Als men in Duitschland maar naet te jteoï waarde aan die bewering gaofc hech ten on in de meening komt dat een obean- bus-ovcrwinning van rechts een triomf voor de Duitsohgezindeu bebeekent. Dit zou nog tot een gevaarlijk misverstand kunnen leiden, misschien wel tot beden kelijke Duitsahe intriges bij verkiezingen. De Duitschers zijn immers toch al zoo sterk gebleken in oompiotten. Of is het dr. Kuyper te doen om voor zijn eigen partij dien beweerden en zoo zeer benijden financieel en steun van de Duitsche industrie te krijgen 1 Het zou goed zijn, als dr. Kuyper maar heel gauw terugkomt. En nog beter "als op iederen buitenland- schen pas werd gedrukt'Hoed u voor in terviews Ze zijn nutteloos en kunnen staats gevaarlijk zijn. Een verbod uitvaardigen, gaat helaas niet." Teelt van Gewassen voor Bnitenlandsche Rekening. Hët blijtk, dat in sómmige streken des lands buitenlanders contracten trachten af te sluiten met land- en tuinbouwers voor de teelt van peulvruchten en andere gewas- sena. In verband hiermede wordt in de „Sfc.-Crt." ter algemeen© kennis gebracht, dat het bezit van zoodanige contracten gee nerlei recht zal geven de betreffende pro ducten uit te voeren, anders dan onder daarvoor vast te stelen voorwaarden. Moch ten de aldus geteelde producten door opslag aan het gebruik worden onttrokken, zoo zal, zoo dit noodig blijkt, tot inbeslagneming worden overgegaan. Regeerinssmeel geweigerd. Te Enkbuazen hebben de broodbakken geweigerd, de aangekomen zending regee- ringsmeel in ontvangst te nemen, daar zij ■de kwaliteit van heb meel, voor heb doel, waarvoor het gebruikt moet worden, onge schikt achten. Ook in Amsterdam is meel van onvol doende kwaliteit afgeleverd. Dc „Tubantia" on de Duhsoliè Torpedo's- Ook de „Haagsche Oi" wijdt een artikel aan de mededeelingen van het „Hbld." be treffende de erkenning, dat de „Tubantia" door een Duitsche torpedo in den grond is geboord. Het blad schrijdt: „De mededeelingen van het „Hbld." in zake de „Tubantia" zijn inderdaad wel zéér belangrijk! Duitschland erkent dus, dat 'de onder gang van dit neutrale schip te wijten is aan een Duitsche torpedo, en het is bereid schadevergoeding te geven. Voor onze regeering, die niets onbeproefd heeft gelaten om het „Tubantia"-geheim tot klaar heid te brengen, een succes, dat een geluk- wensch waard is! Dat de schadevergoeding schijnt te zul len worden gegeven in den vorm van een Duitsch schip (een van de groote boo ten van de Hamburg-Amerika-lgn) kan ons, slechts verheugen, omdat inderdaad de ge leden schade niet is te berekenen naar de materieel© waarde van hetgeen naar den zeebodem ging, maar veel meer bestond uit 't verlies-aan scheepsruimte, een verlies, dat niet zoo; spoedig zou zijn aan te vullen, indien als schadevergoeding een bedrag in geld werd gegeven. Het treffende in deze, mededeelingen is echter, de erkentenis van schuld aan Duit sche zgde. Men zal rich herinneren, dat aan die. zgde aanvankelgk alle verantwoordelijk heid werd afgewezen, in beleefde termen, maar zeer zelfbewust: Van alle in aanmer king komende Dmtaohe duikboofcen was rapport ontvangen en gebleken was, dat géén van haar de „TabantdaP getorpe deerd had. Waar wij aan de goede trouw van de Duitsche autoriteiten niet mogen twijfelen,- werpt thans de schuld-erkenning een eigen aardig licht op de rapporten der duikboot- kapiteins. Boren die hoeren maar in den grond wat hun goeddunkt, zonder dat zg rich tot verantwoording tegenover him marinebes tuur verplicht achten? Men sou het haast moeten denken. Zullen we nu weldra hooren, dat het Duitsche marine-bestuur den Schuldigen commandant heeft opgespoord en strenge zéér, streng bestraft voor zijn schier ange- voor supe- looflijk onverantwoordelijke daatf e de misleiding van zijn eigen hoog P ricuren? Die mededeeling zou in ons land althans éénige voldoening geven, waarop men wel aanspraak mag maken! De veronderstelling, .lat ook de „Pa- lembang" door een Duitsche torpedo werd getroffen, wordt thans zeer aanmer kelijk versterkt. Aan de verzekering, dat het onderzoek der Duitsche marine niet do schuld van een Duitsche duikboot heeft vastgesteld, kan men nu niet veel waarde meer hechten. Helaas ontbreken in dit geval de sterke aanwijzingen, welke in liet „Tubantia*- geval ten slotte de waarheid nog hebben aan licht gebracht. Maar nil in dit laat ste geval de "volslagen onvoldoendheid van het Duitsche marine-onderzoek ie geble ken, zal van Nederlandsche zijde zeker wel op een nieuw en scherper onderzoek van het „Palembang"-geval worden aangedron gen. En van Duitschen kant zal dit nu bezwaarlijk kunnen worden geweigerd, wil men daar niet den schijn van onwil op zich' laden. Mocht niettemin wat ons zeer wel mogelijk lgkt, nu 't vertrouwen in de waar heidsliefde der Duitsche -duikbootcomman danten zoo gevoelig is geschokt het „Palembang"-geval ook na een nieuw on derzoek .onopgehelderd blijven, dan zal dit thans, méér nog dan voorheen, in ons land leiden tot een blgvenden wrok. En wie denkt hierbij niet, tevens aan 'de „Eemdijk" en de „Rijndijk", die im mers óók heeten te zijn getorpedeerd? En a$n andere Nederlandsche schepen, welker ondergang tot nu toe aan m ij n en werd geweten? Hetgeen nu pas weer met de „Berkei- stroom" is gebeurd, is weinig geschikt om den groeienden afkeer van de Duitsehë duikboot-taktiek in ons land te verminde ren. - 't Officieele onderzoek zal de juiste toe- dr£cht van het gebeurde vaststellen, maar er is' geen reden om te twijfelen aan het reeds gepubliceerde verhaal van den ge zagvoerder der „Berkélstroom", die heeft verzekerd, dat slechts een heel klein Öeel van de lading bestond uit contrabande* zoodat er, géén recht was om het schip op te brengen, laat sten: in den grond te boren. Het zou dus een volkomen onrecht matige handeling zgn, zélfs al zou men rich" op 't«Duitsche standpunt plaatsen, n.l., dat duikbooten, die doorgaans niet in staat zgn om koopvaarders op te brengen, als regel deze laatsten in den grond mogen boren. De commandant van 'één der beide schuldige duikbooten zou verklaard heb ben, dat het feit, dat neutrale schepen levensmiddelen naar Engeland- brengen, voldoende reden is om ze te terpedearen. Als dit inderdaad het standpunt is van de Duitsche duikboot-commandanten, dan ziet het er, voor onze scheepvaart slecht uit! Dan sou ;de neutrale handelsvloot een voudig vogelvrg verklaard zgn! -Dat standpunt is natuurlgk volslagen onaannemelijk, en onze regeeriaig zal dan ook, wordt de desbetreffende mede deeling door, 't officieele onderzoek bevestigd, zeker wel een hartig woordje daarover tot onzen oostalgken buurman richten en er wellicht ook de aandacht op vestigen van de re geering der Tereenigde Staten, die juist bezig is In verband met de duikboot-woede met Dutteohland 'een appeltje te schillen Oorlogswlnstbel&sting. Betreffende het wetsontwerp tot Heffing een er oorlogs winstbelasting stelt de minis ter van Financiën voor het 3de en 4de lid van art. 28 te lezen als volgt r „Voor de heffing der belasting over een jaar, waartoe de 1ste Aug. 1914 behoorde, komt voor in het 1ste lid onder a en b ge noemde som van f 2500 in de plaats een som f 205 voor de in dat lid genoemde som van f 1000 een som van f 80 en voor de in dat lid genoemde som van f 2000 een som van f 165 voor iedere maand, die in dat jaar met of na dien datum eindigt. Wordt de belasting ingevolge art. 0 (2de Rd) geheven wegens vermeerdering van in komen of winst over een korter tijdvak dan een jaar, dan komt" voor de in het 1ste lid onder a en b genoemde som van 25*00 in de plaats een som van f 205 voor de in dat lid genoemde som van f 1000 een som van f 80 en voor de in dat lid genoemde som van f 2000 een som an 165 voor iedere maand of gedeelte daarvan in dat tijdperk begre pen. De toelichting luidt: ,,In do gevallen, waarvoor het 3de cn 1de lid zijn geschreven (berekening over minder maanden dan 12), heeft er bij den overgang van het heffingspercenlagc van l6 tot 30 een te groote vermeerdering van belasting plaate.-riDe ontworpen wijziging strekt om dit bezwaar wpg te nemeja door de grens van dien overgang beweeglijk te maken, evenals het vrijgestelde bedrag. De hoer Van Vuuren heeft op liet wets ontwerp-tot heffing eener oorlo-gswinstbelas- ting als amendement voorgesteld het eerste lid van art. 7 te lezen: „Als vermeerdering van inkomen of winst wordt, behoudens het bepaalde bij het tweede lid, beschouwd het bedrag, waarmede het zuivere winst over eenïg jaar bedoeld brj art. 5 te boven gaat bet hoogste bedrag aan zuiver inkomen of zuivere winst gemaakt in een der jaren waar toe de eerste Aug. 191}, 1912 of 1913 be hoorde." De toelichting luidt als volgt: Men kan moeilijk beweren, dat een winst, door een bedrijf gemaakt in een der drie jaren van den oorlog voorafgaande, een zoodanig ab normaal karakter draagt, dat zij als oorlogs winst is te beschouwen. In ieder geval gaat het niet aan bij. een belasting als de voor gestelde, die bestemd is over meerdere ja ren, het gemiddeld winstcijfer over 3 jaren voor den oorlog te beschouwen als een. zoodanig normaal winstcijfer, dat alle over schrijding daarvan wordt gelijkgesteld met het maken van oorlogswinst. In verband met de omstandigheid, dat in een bloeiend be-: drijf de winst jaarlijks toeneemt, ware het daarom rationeel, de normale winst, voor elk jaar dat de oorlog duurt, op een hooger bedrag te stellen. Met het oog op de moei lijkheid dezer regeling lgkt het althans bil lijk het hoogste winstcijfer in een der drie aan den oorlog voorafgaande jaren als nor maal winsfccijïer te beschouwen. Voorts wordt door dp heeren J. ter Laan c.s. als amendement voorgesteld art 26 te' lezen pis volgt: „De belasting wegens vermeerdering van inkomen of winst wordt slechts ^gelieven over het bedrag, waarmee de vermeerdering over eenig jaar f 1000 te boven gaat. Dat bedrag wordt zoo noodig, naar bene den op 'een geheel veelvoud van £100 af gerond. Voor de heffing der belasting over een jaar waartoe de eerste Aug. 1914 behoor de komt voor de in het eerste Hd genoemde som van f1000 in de plaats oen som van f80 voor iedere maand, die in dat jaar met of na dien datum1 eindigt. Wordt, de belasting ingevolge a-rti 6 tweede lid geheven wegens vermeerdering van inkomen of winst over een korter tijd vak dan een jaar, dan komt voor de in het eerste lid genoemde som van f1000 in plaats van fzOOO, een som van fSO, voor iedere maand of een gedeelte daarvan, in dat tgdvak begrepen. De belasting bedraagt 50 pCt. van het bij het 1ste lid bedoelde; bedrag. Indien voor de belastingplichtigen, be doeld bij art. 2, ohder lo. het bedrag der vermeerdering van het inkomen, verminderd ingevolge h'et 1ste lid, kleiner is dan f 20.000 wordt het percentage genoemd in het 4de lid, verminderd met 0.15 pCt voor elke som van f100, waarmede dat bedrag blijft beneden f20.000. De heeren A nkermao c.s. hebben op het wetsontwerp tot heffing eener oorlogswinst- belasting, een amendement voorgesteld, om de oorspronkelijke redactie van artikel 26 te herstellen én dat artikel dus als volgt te doen luiden: „De belasting wegens vermeerdering van inkomen of winst wordt slechts geheven, over het bedrag, waarmede die vermeerde ring over eenig jaar £2000 te boven gaat. Dat bedrag wordt zoo noodig, naar beneden op een geheel veelvoud van f100 afgerond. Voor de heffing der belasting over een jaar waartoe de eerste Augustus 1914 be hoorde, komt voor de in het eerste lid ge noemde som van f2000 in de plaats een som van tl 65 voor iedere maand, die in dat jaar of na dien datum eindigt. Wordt de belasting ingevolge artikel 6, tweede lid, geheven wegens vermeerdering van inkomen of winst over een korter tijd perk een jaar, dan komt voor dc in het eerste lid genoemde som van £2000 irt de. plaats.een som van 'f165 van iedere maand of gedeelte daarvan, in dat tijdperk begre- pen. De belasting bedraagt 30 pCt. vaa het bij het eerste lid bedoelde bedrag. Eet socialistische amendement om het h -f- fingspercentage te verhoogen, van 30 bal -50, zal volgens de „Tel." geen steun van andere zijde krijgen. Het getal 30, zal noch ver hoogd noch verlaagd worden. In lVpt adres aan 'de Tweede tuner van de lleedersvereeniging voor do JSeder- landsohe Ha.ringvissch.erij wordt betoogd, dat in het ontwerp niet voldocndo reke ning is gehouden met de wijze, waarop do winsten, die voor de heffing der belading in aanmerking komen, verkregen werden, j De wijze, waarop een groot aantal perso- i non en libhamen, hetzij "als tusschenpersoon 1 hetzij als commissionair of fabrikant, extra- winsten genoten, die uitsluitend het ge volg waren van den oorfoglstoestand, ter- I wijl daarvoor dikwijls geen' kapitaal be- j hoefde to worden aangewend en in tal van gevallen eenig risico of een meer dan ge- i woon rifiico uitgesloten was. kan en mag h. i. niet vergeleken worden met de wijze j waarop de resultaten, speciaal de extra- winsten met het visscherij-bedrijf in 1015, werden veriercgen. Vergadering van giètornaraiddag. Ouderdomsrente. De heer SANNES verklaarde het donk beeld, dat aan het amendement-Van Veen ten grondslag ligt., sympathiek te vinden. Echter behoudt hij zich zijn stem nog voor. De heer LIMBURG betoogde, dat de voorkeur voor Ged. Staten of Baden van Beroep een kwestie is van gevoel. Nu het ontwerp is geschoeid op Ged. Staten, moet men z. i. aan dit stelsel vasthouden. De heer BEU MER- vroeg of de amende- j menten-Van Veen wel noodig zijn. Spr. j steunde het denkbeeld-Van Idsinga en wees er op, dat de Kroon altijd nog kan ingrij pen. Do MÏNLSTER verdedigde de regeling, in het ontwerp voorgesteld. De Gemeente raden, die over tal van plaatselijke gege vens beschikken, moeten in eerste instantie beslissen. Voorts geeft spr. do voorkeur aan Ged. Staten boven de Raden van Be roep, die met hefc oog op gevallen tusschen werkgevers en werklieden werden samen gesteld. De heer VAN VEEN repliceerde. Daarna de heeren BEUMER en DE WY- KERSLOOTH. Het amendemont-VAN VEEN werd ver volgens met. 56^t-egeD 13 stemmen verwor pen. De VOORZITTER, de artfc. 7a16 voor- loopig aanhoudende,, stelde aan de orde art. 17 (vergooding aan gemeenten). De heer DUY8 verdedigde zijn amende ment, strekkende om den gemeenten alle kosten te vergoeden. Spr. vreest anders verhuizingen van ouden van dagen van gemeente met een zeer scherpe contróle naar gemeenten met milder opvatting. De heer SNOECK HENKEMANS licht te zijn amendement toe, strekkende om 20 pCt. der kosten door de gemeenten en 80 pCt. door het Rijk te doen betalen. De ge meenten hebben dan belang bij een bedacht zame, beleidvolle toepassing van 't ontwerp. De hoer DE WYKERSLOOTH licht rijn amendement toe, strekkende, dat het Rijk ook aan gemeenten, clie geen tekort heb ben, kan suppleeren. Spr. bestreed hoi amendement-Snoeck Henkemans. De MINISTER repliceerde, best-reed dc amondementen-Duys en Snoeck Henkemaus en nam het amendement-Do Wykerelootb over. Daarna repliceerde de heer DDYS. De vergadering werd ten 6lotte verdaagd tot Donderdagochtend 11 uur. Uit het Engelsch van Charles Marriott (Nadruk Vorboden). „Ik heb van Exeter af met den jongen &>tt gereisd", vervolgde H<arpur. ,,*t Ie fesn aardig© jongen. We konden heb best fcmen vinden en ik wilde zijn uitnoodiging >Sefc afslaan. Daardoor moest ik een kist *>ekon in Porthlew achterlaten, maar die kn ik morgen zeker wel laten halen?" .0 zeker", zei Vivien; het woord, „boe- nsn" klonk lunar verwijtend in do oor en. 5)«Ie zult, denk ik, wel trelc in wtat eten ^bben hé?" zei mevrouw Eady, opstaande, rik zal Jaantje wat aansporen," -Alleen gelaten, waren de gelieven een verlegen. Harpur roemde de ka- t> °n vertelde van rijn reis en den jon- Stott. Vivien, met een diep bewust- van verwaarloosde plichten, was nede- "9? onderworpen. j»Je riet eT veel beter uit, Vivien", zei Oh hoa,T toodor aanziende. „Ik hoop, dat ^nueens echt vacantie neemt, en zooveel "gelijk in de buitenlucht bent." In i!{^aamBer^ genomen, dat., toen de Craj)dering werd aanbevolen, Sel- y1 Scmrigd was de doctoren oude wijven - noemen, vond Vivien dit zeer giootmoe- boek op, waarin torrTL- ^ezoiL» on bladerde er met een ^keurenden glimlach in. zeker, dat is beet", zei hij, „maar 00116 10011 Pta?vr "weken Vivien vond zich verschrikkelijk laag en oneerlijk. Zij was bijna geneigd nog meer dan de waarheid te bekennen dat zij het boek alleen m handen had genomen, om indruk op hem te maken. Ala Selwyn begonnen was, haar te berispen over haar luiheid, zou rij een gangbare verdediging beproefd hebben, maar rijn vriendelijkheid ontwapende haar. Toen rij haor hand naar het boek uitstak, nam hij haar bdj den pols en kuste haar hónd. Zij draaide haar hoofd af, om de tranen te verbergen, dae haar in de oogen kwamen. „Lieveling!" fhrisborde hij vurig, en sloeg rijn arm om haar mid del. Zij leunde een oogenbiik tegen hem aan, beschaamd dat hij de oorzaak van haar ontroering verkeerd begreep. Zij wist zel ve niet precies, waarom rij zoo zenuwach tig was, maar rij had een vaag gewoel, dat rij iets bekennen moest. Het souper verliep vrooHjk. Mevrouw" Eady, die zag, dat Vivien onrustig was, kwam ijverig te hulp, en babbelde onop houdelijk, om te voorkomen, dat een of on der lastig onderwerp ter sprake kwam. „Penolver hoeft b paaild eea noodlobti- gen invloed op mij', «ei rij. Op rijn best ben ik toch ailtijd maar een soort Sanoho Panzo, en op mijn' geboortegrond ga ik heel en el achteruit. Vivien zou je een heel ver haal kunnen doen over die moeilijkheid om moeders in het goede spoor te houden. Als ik alleen hier gekomen was, zou zeker al holbewoner geworden rijn. Ik geloof, dbfc ik al een eoht accent gekregen heb." „Nu, als dit de pla&tselgke manier om forellen klaar te maken, hoop' ik, dat |tf hog verder achteruit zult gaan," zei Sefwyö. „Een slimme list, om de onderworpen heid van de vrouw te verzekeren," ïter- nam mevrouw Eady, bang, dat Vivien het als een eerezaak beschouwen acra, te ver tellen, waar. de forellen vandaan gekomen' 5raren. „Hg tel denken, dat wij ons aan Stott verkooht hebben," dacht rij met schuldge voel. Met fijnen tact begon over dë Harlow's te spreken. „A propos", zeide Selwyn, „is mijnheer Marlow niet een broer van mgn vriendin mevrouw Fleming?"- „Ja," antwoordde Vivien; „hg verlangt erg je te ontmoeten. Hjj is bang, dat je: hier geen intellectueel gezelschap viudeöi' zult." j Selwyn keek haar vluchtig aan. Spot was iets nieuws in haar toon. „Ik had er over gedacht, mevrouw Fle ming op weg hierheen een bezoek' te bron. gen," zed hg; „maar het is zoo vervelend een reis 1af te breken, als men eenmaal goed rit/* Vivien wist niet zeken, of dé «moodigé aangedikte opmerking over üpervrouw Fle ming een „zet" was, een kleine wenk aan; haar adres, dat zij niet de eenig© vrouw) in de Wereld 'was; of een grootmoedig© er kenning, dat hg ook' een vriendschap had; die tot misverstand aanleiding kan geven. Zg vermoedde het laatete. Selwyn overlaadd© haar met Vriendelgkheid, die zg niet ver diende. 2g voelde, dat zelfs hét dulden vasf personen van ©en lagere: orde iHoyaal te genover hem Was geweest Hun verbond was of moest althans zgn, een verdediging) tegen het aardsche, doellooze jon alledaag- scha Stottie naam Werd niet meer genoemd,, maar er Wend aan hem gedacht, met als een grief, maar als een verborgen onderWem Vivien had nooit te voren zoo sterk gevoeld,; hoe knap SelWyn eigeolgk was. Zonder toe gevend tel eoognéu, trachtte h^ haar te laten voelen, dat hg niet verwachtte, dat rij dadelgk begrgpen zou. Toch zou de^cherpstë criticus hem niet „hoog" genoemd hebben. Hij vroeg naar Jaantje en toen Vivien rich' lachend verontschuldigde voor een gewoon verhaaltje over de kinderen te Penolver, zed hg warm: „Neen, heusch; ik "stel groot belang in alles, wat je overkomt. Ik zou mij diep scha men, zoo ik wist, dat je me iets, wat je' amuseert of belang inboezemt, niet vertelde, omdat je 'dacht, dat het te aUeda&gsch was. Ik heb van je brieven genoten." En hg had een uitstekeode manier om met haar moeder om te gaan, terwgl hg haar geestelgke bekrompenheid met liet uitko men en haar met veel tact aan den gang bracht, praatte zg alleraardigst over onder werpen, waarvan Vivien altijd gedacht had, dat ze te hoog voor haar waren. Hij hielp' haar hour eigen moeder wa&rdeeren. Toen hg opstond om heen te gaan, sprak' h|j met oprechte bewondering over de schet sen, die aan de wanden hingen. „Prachtig!" zei hg. Het bewgst alweer, dat, als je idealen maar hoog genoeg rijm, er weinig gevaar is, dat men dalen zal tot het peü der omgeving. Maar ik zal niet preeken," zei hg opgewekt, toen hg mevrouw Eady de^ hand gat „want ik ben alleen' om te Meren in uw; mooi Corn wal lis geko men." Toen hg weg. was, hadden zoowel moeder als dochter hét gevoel van ondeugende kin deren, die nog niet gesnapt zgn. Mevrouw' Eady was zeer geneigd zichzelve te felica- fceeren, maar Vivien, had hevige wroeging. 2Jg raten nog wel een uur over Selwyn te praten, beiden wilden de andere wat vra gen, maar durfden niet, en beiden waren benieuwd hoe Stott en Selwyn samen opige- schofcen waren gedurende hun rit van Porth lew. Selwyn was den volgendon morgen te' tien uren bjj Vivien, om haar voor een' wandeling af te halen. Hij was voor dit doel uitstekend gekleed in een Norfolk-pak van zware stof, schoenen met spijkers ep een stevigen wandelstok. Hij zag er een' beetje al te goed uitgerust uiö, alsof hi£ wilde zeggen: „Voor mg is niets een kleinigheid.1 Voordat Selwyn zgn knevel liet staan,- hadden de dames gezegd, "dat zgn vërschg- ning engelachtig was volgens de op vatting van Milton. Een hateljjk oeoordoelaar beweerde, dat hij om die reden uit beschei denheid zijn knevel liet staan; evenals hg van tii<i tot trjd volksuitdrukkingen gebruik^ te, whiskey -en soda dronk, om zijn mede- menschen cüet te verpletteren. Zijn blond haar was niet krullend, maar mooi gegold, en zijn bleek, fijn besneden gelaat had dié edele uitdrukking, waardoor een man mét zachte trekken er niet verwijfd uitziet.' „Ik ben in je handen," zei hüj tot Vivien, na hun innige en stille begroeting; „jo; moet m!e al je lievelingsplekjes wijzen. Je' kimt zeker wel tien mfjlem loopen voor het koffiedrinken Zjj hamen het klippad rechts van de baai. Het was een vochtige dag met gedempt zon-i licht, regenbogen eo een zachben westen-' wind. Echt een dag om te slenteren, voor! vertrouwelijkheden meer in "blikken dan in' woorden, en lange intieme stilten. Op zulk een dag gevoelde Vivien iets ia rich weerklinken, en zij was op haar best; een beetje in de war, niet v&r van tranen, en toch innig gelukkig. Haar zóó ziende met vochtige oogen on teedere lippen, zou een .verstandig minnaar tevreden zgn go-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1916 | | pagina 5