H*. 17231
Zaterdag SO April.
Eerste Blad.
A®. 1916.
jfficieele Kennisgevingen.
FEUILLETON.
Be Vergissing van Vivien Eady.
IDSCI
DAIfRTiAT)
KO STELOOZl!
J^NKES- EN HEELKUNDIGE HULP.
iB urge mees ter en Wethouders van Leiden
engen ter kennis van hen, die zich daar-
iftjc hebben aangemeld, dat de kaarten ter
Akoming van kosteloozo Genees- en llccl-
Htndigc Hnlp, voor het tijdvak 1 Mei 1916
l|Mei 1917, verkrijgbaar zijn ten Raad(mize
in liet lokaal naast de binnentrap (Trouw-
t,mer) op Maandag en Dinsdag 1 en 2 Mei
s„ van des voonniddags halfeïf tot des
jjniniddags drie uren.
Ifeiir gemeente r en Wethouders voornoemd,
N. C. DE GIJSELAAR,
Burgemeester.
VAN STRIJEN,
Secretaris.
Leiden, 27 April 191G.
Inschrijving
jan Leerlingen voor de Openbare Scholen
der 2o Klasse.
Burgemeester en Wethouders van Lei-
Ben
1;' Brengen tor algemeeno kennis:
3o. dat tot het doen inschrijven van loer-
I lingen voor alle klassen der openbare
h scholen 2o klasse gelegenheid zal gege-
I ven worden tusschcn den 2en on den
I I3en Mei a. s., in de gebouwen en op
I do dagen en uren hierna vermeld:
I voor de Jongensschool 3e klasse
I (hoofd dear sohool de heer P. A. Hlbma),
I in het gebouw der voormaligo Hoogere
I Burgerschool voor Jongens (ingang
jLokhoitstsfcraat No. 16), dagelijks (be-
halve des Zondags), des voormiddags van
halfnegon tot negen uren on op Ma-an-
dag, Dinzdag, Donderdag en Vrijdag
hovr ^ien van halftwee tot twee uren
's namiddags;
voor do Meitsjesschool 3e klasse
(hoofd der school mej. C. B. Renaud),
I in het perceel Heer-engraoht No. 24,
dagelijks (benalvo des Zondags), des
voormiddags van negen tot tien uren,
r -cd. op Maandag, Dinsdag, Donderdag
it en "Vrijdag bovendien van twee tob drie
ff uren des namiddags;
voor do school 2de nlasso voor jon
gens en meicjes No. 1, thans nog ge
vestigd in het schoolgebouw aan de
Oude Vest, doch eerlang over te bron
gen naar hot schoolgebouw aan de
Langebrug, (hoofd der school dc heer
D. J. M. de Hondt), in het schoolge-
I bouw aan do Oude Vest, dagelijks (be-
i halve des Zondags), des vjormiddags
u van halfncgen tot negen uren en op
Yymdag, Dinsdag, Donderdag en Vrij-
M lag Wondien van halftweo tot twee
iiroa des namiddags;
r voor de school 3o klasse voor jongens
B on meisjes, No. 2 (hoofd clcr schooi de
I' heor A. Wisse), in het schoolgebouw
If aan de Heerenstraafc, dagelij .;:s (bekal-
des Zondags), des voor middags van
halfncgen tot negen uren en op Maan
dag, Dinsdag, Donderdag en Vrijdag
bovendien van halftwee tot twee uren
des namiddags;
voor de eerlang, in het schoolgebouw
aan de Oudo Vest, to openen school 2e
klasse voor jongens en me.sjes No. 3
(benoemd hoofd der school do heer W.
Koops), in een der vertrekken ten Raad-
huizo, op Dinsdag 2 Mei, Woensdag 3
Mei on Vrijdag 5 Mei, des voormiddags
Uit het Engelsclï van Charles Marriott.
(Nadruk Verboden).
Oi ale hij als een vijand gekomen was,
wet een dwaze, melodramatische bedrei-
png het kwaad bekend' to maken, dat, vol-
jens hem, Stott hém godlaan had in den
Jjd van zijn vlucht naar Amerika^ zou Stott
i*em uitgelachen hebben, maar ofschoon hij
lom de deur zou uitgegooid hebben, zou
ten minste liet gevoel hebben gehad,
hij zoo iets als oen man wegschopte.
U'uir, daoht Stott bitter, het was duidelijk,
1 Lorraine gekomen was noch om boete
doen, noch om aan te klagen zelfs niet
openlijk tc bedelen. Hij was zeker van
Plan in de buurt rond te l'oopen en zijn
armoede te vertoonen, en, ofschoon niet
dreigend, or Stotfc door zijn tegenwoordig
heid altijd aan herinnerend, dat hij de bron-
hen van zijn liefde voor den jongen kon
Wgiftigonzoodat Stott genoodzaakt zou
zijn geweesb hem geld to geven, om zich te
verbergen, zooals men een bedelaar geld
sou geven om zijn wonden to laten verbin
den.
^mine's dood was door een ongeluk
zpoal® dc mannen uit den aan
win T*¥ opmaakten. Er was niets,
hov-!,lU^ vermoeden viel, dat hij van een
Kcvn.ii6' a>oa,k do kademuur, gesprongen of
!dcn f6D 7'?.9, blijkbaar was hij uitgegle-
Ein k^fri op fjlooning liep, had liij
- td zoe hard gestoofcen, dat hij be-
van halftfcn tot Kalfelf en des namid
dags vau halftweo tot halfdrie cn op
Maandag 8 Mei, Dinsdag 9 Mei en Don
derdag 11 Mei, des voormiddag»? van
halftion tot halfelf.
2o. dat bij do inschrijving hob bewijs van
geboort-ciuschrijving moet worden ver
toond.
Burgemeester en Wïofcliouders
voornoemd,
N. O. DE GIJSELAAR,
Burgemeester.
VAN STRIJEN,
Secretaris.
Leiden, 27 April 1916.
De Pers over het Rapport der
Bevredigingscommissie.
„HET VADERLAND" ^beantwoordt de
vraag of do linkerzijde door de concessie
van do financid-Io gelijkstelling het open
baar onderwijs in ongunstige conditie heeft
ge-bracht, in ontkennonden zin.
In het nieuwe Grondwetsartikel- woTdt
toch, behalve do financieele gelijkstelling,
in hoofdzaak neergeschreven wat voor het
bijzonder onderwijs reeds lang waarheid
was, en daartegenover wordt de positie
van het openbaar onderwijs door de
nieuwe redaotïö versterkt.
Het openbaar onderwijc was toch sinds
1SS9 on nog minder sinds 1905 niet uit
sluitend het voorwerp van do aaELfrou-
dende zorg der Riegeering; mot het sub
sidiestelsel was dat monopolie voor de
openbaro school geëindigd. En nu zal wel
is waar de Staatszorg voor beide takken
van het onderwijs, juister gezegd voor ons
volksonder wij s i'n zijn geheel
van Tien. aard zijn, dat voor alle scholen
gelijko greep uit de Overheidskas wordt
gedaan, maar het openbaar onderwijs houdt
in dien zin don voorrang, dat het voor
ieder verkrijgbaar gesteld moet worden
die er om vraagt, terwijl het bijzonder
onderwijs ni'et alleen üoor een bepaald ge-
rfcal leerlingen als minimum, aannemelijk
moet maken, dat zijn op te richten scholen
iu. een bepaaldo behoefte voorzien, maar
daarvoor zelfs geldelijke cautie zal moeten
worden gesteld.
Aangaande do waarborgen van deugde
lijkheid van het onderwijs, welke later bij
de wet geregeld zu^en worden, zegt het
blad, dat het wellicht een ander stand
punt inneemt, dan vele van zijn geest
verwanten.
Wij hebben nooit bijzondere waarde go-
hecht aan die waarborgen van deugdelijk
heid, die men van het gesubsidieerd bij
zonder onderwijs cdsclite, en wel om deze
eenvoudige reden, dat genoemd onderwijs
er het allergrootsto belang bij heeft en
voortdurend meer zal hebben om goed te
zijn, cn dat daarin voor ons de beste waar
borg ligt. De tijd ligt ver achter ons, dat
het lager onderwijs een afgesloten geheel
vormde, en dat het voor de meerderheid
der Nederlandsche kinderen het eenige
geestesvoedsel was wat zo kregen; de lage
re school fs thans in zoo menig opzicht
voorbereidende school geworden. En dat
niet alleen, omdat ze. zelfs op het platte
land, altijd een zeker quantum leerlingen
zal hebben op te leiden voor M. O. cn M.
U. L. O., waarvoor nog heel wat meer
gegadigden zullen komen, zood'ra dit wet
telijk is geregeld; maar omdat ze leerlin
gen en Steeds meer leerlitagen heeft af te
leveren aan allerlei vakscholen, aan land-
bouwcursussen, enz., zoodat zij haar eigen
doodvonnis zou teekonen door niet „bij"-
to zijn. Waarmee wij natuurlijk niet zeg
gen, dat wij eenïg bezwaar hebben om
waarborgen van deugdelijkheid in ac wet
neer te schrijven, al noeft heb ons dan ook
altijd getroffen, dat zij, die het meest ojn
dio waarborgon vroegen, doorgaans tevens
zij waren, die heb bijzonder onderwijs een
weinig goed hart toedroegen. Op hun
standpunt zou het consequent geweest
zijn, absoluut geen v.aarborgen to vragen;
want oen bijz. onderwijs beneden peil zou
het openbaar onderwijs buitengewoon ten
goede komen.
Ia het vooi'igeqteldeJ Grondwetsartikel
voor ons dus geen verslechtering, maar 'n
verbetering van de positie van het open
baar onderwijs, wij hechten daaraan toch
geen overdreven boteekenis. Geloofden wij
niet onvoorwaardelijk in de vitale kracht
van do openbare school, waren wij er niet
van overtuigd, dat juist do financieel e ge
lijkheid met do vrijheia van keuze ook do
onbevangenheid el aar van zon doen toene
men, wij zouden heb resultaat, waartoe de
,B evrecygingScomm'/ssie js ge-^.-.on, niet
met zooveel voldoening hebben begroet.
Het „HANDELSBLAD" begint met als
zijn oordeel uit te spreken, dat wij „een
heel eind dichter bij een onderwijsregeling
voor het gcheele land komen, waarmede een
overgroot deel der Nederlanders van alle
mogelijke richtingen genoegen zal kunnen
nemen." Hoe meer „bevrediging", hoe meer
kosten, vreest echter het blad.
Wij blijven in do neutrale school zien een
goed-bedoelde on erns-^g overdachte pogihg
om te komen tot cén nationalo volksschool.
Doch thans staan wij voor Eet feit, dat die
poging mislukt is en hebben wij slechts re
kening to houden met ernstige bezwaren,
die oen groot deel van ons volk tegen die
school heeft en te waken, dat oen tweede,
evengoed bedoelde poging, om algemeen te
bevredigen, niet eveneens schipbreuk lijdt.
Verschillende moeilijkheden doen zich bij
de regeling van nee vraagstuk voor.
Voor do sokto-scholen werken godsdiens
tige vereenigingen, die zorgen zullen over
al, waar maar 40 leerlingen voor een school
van hun richting bijeengebracht kunnen
worden, zulk een school te stichten. Een
groote vermeerdering van het aantal bij
zondere scholen kan dus wel zeker spoedig
verwacht worden het komt ons vreemd
voor, dat bij de kostenberekening met die
waarschijnlijkheid geen rekening is gehou
den.
Hot blad noemt de oplossing van de ver
schillende moeilijkheden door de commissie
welke oplossing nader onder de oogen zal
worden gezien, „een uitnemend en ernstig
stuk work, een merkwaardige poging om
den vrede op onderwijsgebied te vinden",
al meent het, „dat zij niet in alle opzieh-
fcon geslaagd is."
Voorloopïg geeft het blad slechts een oor
del over het voorstel tot wij rising van de
opleiding van onderwijzers, die men blijk
baar uit een beteren stand wil recruteercn.
Zij krijgen dus een groote mate van ken
nis veel meer kennis dan iemand, die bijv.
slechts op de lagere klassen van
een lagere school les geeft, in de
practijk van zijn werk noodig zal hebben.
Zullen, vragen wij ons af, aldus onderlegde
onderwijzers steeds bevrediging vinden bij
een arbeid, waarbij zij de door hen verkre
gen kennis en bekwaamheden niet ten yollo
kunnen benutten1? Zullen zij werk, dat wel
de hoogere mate van kennis noodzakelijk
maakt, niet ten onrechte beter en
mooier werk gaan achten, vooral als dab
wer^ beter gesalarieerd wordt1? Mocht de
vrees bewaarheid worden, dan zou het ver
loop groot zijn en dus zeker ook de -kosten
van de gewijzigdo onderwijzersopleiding
veel te laag geschat.
Verder vraagt het blad: Zou liet niet
overweging verdienen van de' ouders, die hun
kinderen als leerling voor een o p' t e r i c K-
ten bijzondere school opgeven, te eischeu
een verklaring, dat zij ernstige gemoedsbe-
bezwaren tegen het bezoeken van de open
bare school of van een andere bijzondere
school door hun kinderen hebben?
Wij geven toe: als vrienden of kennissen
zulk een gematigd onverschillige overhalen
om zijn kind voor een bijzondere school te
doen inschrijven, zal hij zulk' een verkla-
ringsf-ormnlier wellicht met dezelfde" gema3
tigde onverschilligheid teek'enen. klaar dan
kan er ook weinig bezwaar tegen zulk een
maatregel zijn en ons lijkt de vorm toch'
beter.
En wij wijzen hier tevens op' een andere'
mogelijkheid: in een groote stad worden met
propagandistische bedoelingen veel bijzon
dere scholen van één richting in verschil
lende stadsdeelen opgericht daarvoor
worden goed gevulde bijzondere scholen fei
telijk gesplitst. Wft zien in het nieuwe art.
59 niets, dat zoo iets zou verhinderen; een
bepaling als hierboven aangegeven zou al
thans in geringe mate daartegen waken.
Het blad geelt verder in overweging, om
in „Overal in het Rijk wordt van overheids
wege de gelegenheid gegeven tot het ont
vangen van voldoende openbaar algemeen
vormend lager onderwijs'" (ontwerp-nrt. 192
G.-W.), in plaats van „overal" te lezen „in
elke gemeente"; anders zou het mets bêtee-
kenen.
Er zg'n eenige bezwaren van den heer-
Tydeman, die het „HANDELSBLAD" niet on
gegrond acht.
Ten slotte schrijft het blad met betrek
trekking tot de exploitatiekosten, dat, ató
er overschotten zijn, de schoolvereeniging!
een prikkel krijgt het onderwijs op kost
baarder voet in te richten dan oorspron
kelijk wenschelïjk of noodig werd geacht
Anders immers zou zrj. geregeld winst
maken. Hiertegen schgnen toch bezwaren
te bestaan.
Nog meer moeilijkheden vreezen wij ech
ter van de regeling, die de commissie wil
treffen, ten einde bijzondere scholen, wier
„voortvarendheid om de ontwikkeling van'
het onderwijs te bevorderen'' groofcer is dan'
<jie der besturen van jiaar gemeeuteu, tot
het aanbrengen van verbeteringen in staat
te stellen. Deze voortvarendheid van de bij
zondere. schoolbesturen is een zeer goea-
koope voor de besturen. De gemeente
heeft de kosten van de „verbeteringen" van
het voortvarende bestuur te betalen op de
basis per kind als wordt vastgesteld
iu gemeenten, waar de gemeentebesturen
even voortvarend zijn.
En in .zulk een geval kunnen Gedepu
teerde Statpn der provincie op aanvrage
van een ingezetene der gemeente cn de
Onderwijsraad gehoord de gemeente voor
schrijven dezelfdo „verbeteringen" toe te'
passen.
De bedoelingen dezer bera'ingen jijn uit
nemend: men wil zooveel mogelijk waar
borgen hebben, dat het openbaar onderwijs
in gemeenten, waar het bijzonder onder
wijs overheerschl, niet wordt achtergesteld.
Er zijn echter twee groote bezwaren. Ten'
eerste, dat die zekerheid, als Gedeputeerde'
Staten de beslissing hebben, er nog niet is.
Maar ten tweede, en dit lijkt ons wel
het voornaamste omdat op die wijze een
overwegende invloed op de ontwikkeling van
het onderwijs en op de kosten yan liét on
derwijs voor de gemeente, wordt toegekend
aan vereenigingen, die met de financieele
gevolgen niets, volstrekt niets, te maken
hebben.
Het blad betoogt dit nader en vraagt dan:
Vertrouwt men de gemeenten niet? Meent/
men, dat z\j onvoldoende zorg voor de volks
opvoeding dragen zullen? Dan zijn er naar
onze meening andere middelen tot redres.
Het Rjjk bepalo bijv. welke „verbeteringen"1
in verschillende klassen vau gemeenten moe
ten worden aangebracht evenals het Rijk
met de onderwgzerssalarissen heeft gedaan»
Het 'instellen van schoolbladen, schoolart
sen, 'schoolvoeding en wat dies meer zij,
wordt fdan door het Rijk verplicht gesteld,
in Uic 'gemeenten, die naar het oordeel van
het Rijk daarvoor In aanmerking komen. Of
men kan ook het toezicht op de gemeente
lijke zorg voor het onderwijs verscherpen.
Geschiedt dat niet, meent men. dat er
dan te weinig elasticiteit is, te weinig ge
legenheid om plaatselijke pogingen tot ver-»
betering van liet onderwijs tot stand te bren-j
gen, en wil men in dit opzicht den bestaan-
den 'toestand handhaven, dan late men elke!
gemeente voor zichzelve vaststellen welke'
„verbeteringen" noodzakelijk zijn "en ver
plichte 'men de gemeente slechts op de.
basis Van de kosten van haar eigen open
bare Scholen de exploitatiekosten der bij
zondere te bepalen. Wat de bijzondere school
dan meer wil doen), geschiede" uit eigen
middelen.
Het blad geeft vervolgens de andere re
denen 'aan,v waarom het de regeling van dei
gemeente-uitkeeringen, zooals de commissie
zich die denkt, minder goed oordeelt, ter
wijl het blad hetzelfde bezwaar, dat tegen'
de regeling van de verbeteringeu bij bij
zondere scholen werd aangevoerd, ook voor;
de instelling van M. U. L. O.-scholen aaaJ
wezjg acht.
Dc Wedstrijden van Zondag.
Dc strijd om het - kampioenschap van No
de rland, uitgeschreven door den Neder-
landteohen Kolfbal-Bond kan morgen be
slist worden. We hopen het -echter niet,
want indien de beslissing viel, zou dat be-
tcekenen, dat Vitesse" dien titel niet zou.
dragen.
Na „Vitesse's" nederlaag in Amsterdam
zullen de Leiden aars thuis moeten winnen
om hun aanspraken te doen blijven gelden.
Het doelgemiddclde heeft in deze compe
titie geen beslissen den invloed, zoo dat,
wanneer „D. V. D." op zijn beurt geslagen
wordt, de Amsterdamsche en de Leidsahe
club met -een gelijk aantal punten op de
eerste plaats zullen staan. Een. wedstrijd
op onzijdig terrein zal dan de beslissing
brengen. „Vitesse" mag dfus morgen niet
verliezen en niet gelijk spelen, dat is een
zware taak, maar de zuidelijke kampioe
nen hebben een moeilijk seizoen achter dcc
rug. Dat geeft ons goedén moed
Voor het kampioenschap derde klasse
Zuid gaat „Fluks II" in Rotterdam tege-n
„De Spartaan" spelen -en waar „Fluks''
het in Leiden niet verder dan een gelijk
spel kon brengen, daar ziet men met wei
nig hoop de Leidenaars naar de Maasstad
gaan.
Do „N. V. B." is thans ook zoover, da£
de competitie voor het kampioenschap van
Nederland een aanvang kan nemen. Dc
Zuidelijke en Oostelijke kampioen ontmoe
ten elkander morgen in Tilburg. We ge
ven den Zuidelijken wel een kans. In het
westen valt morgen dc beslissing, wie do
derde -mededinger zal zijn.
Voor de promotie naar do Westelijke
eerste klasse kornt morgen „Haarlem" ic
het veld tegen „D. V. S.". Of „Haarlem"-
zich zal kunnen staande houdenWe geloo-
ven dat de tweedeklassers wel een anderen
tegenstander- uit do eerste klasse hadden
willen kiezen.
Leiden is morgen door den „N. V. B.";
met twee promotiewedstrijden voor de re
serve 1ste klasse begunstigd. Of „De Sporb-
dwelmd was en was toen door den -opko
menden vloed verdronken. Hij moesb hoog
stens in drie voet water verdronken zijn.
Het sabecn ongelooflijk, dat oe-n mensoh
zoo zijn leven kon verliezen, zonder er voor
te strijdenmen zon denken, dat de aan
raking van het water hom moesb opgewekt
hebben, al was zijn bedwelming ook nóg zoo
diep maar er was niets van oen worsteling
te bespeuren, noch in do uitdrukking van
zijn gezicht, nooh in de houdfing der lede
maten. Zijn dOod was, evenals zijn leven,
onbeduidend en onbepaald1: wat een val
had begonnen, werd door heb water vol
tooid. De wetenschap alleen, diat Lorraine
dood was, zou Stott s-leohts verlichting ge
geven hebben. Een man, zooals hij, de bron
van niets dan kwaad voor zijn medemen-
schen, wiens heele leven slecht was ge
weest, was beter niet in de wereld. Maar
de manier van sterven was zóó ergerlijk,
alsof hij zelfs dit ni-eb kon doen, zande-r het
leven van anderen te bevlekken.
Ofschoon Stott zioli niets te verwijten had
in zijn vroegere verhouding bot Lorraine,
gaf zijn lijk aan zijn gezonde natuur de idee
van vroegere schande alsof een bedor
ven voorwerp op zijn drempel was gelegd.
Wat den meesten indruk op hem maakte,
was misschien do ironische trek in Lorrai
ne's gezicht, nu, clat heb verzacht was door
den dood, zoo sprekend gelijkend op dab
van zijn zoon, en hij dacht aan de moge
lijke erfelijkheid, die ondanks zijn her
haaldelijk uitgedrukte minaohting voor clo
theorie, altijd schuilde op den achter
grond van zijn liefde voor Hugo. Het was
alsof, terwijl mon aan een roo3 dacht, op
eens de aandacht werd getrokken door do
verrotting bij haar wortel.
Toen de twee mannen cwoegcnde over do
steenenglooiing kwamen met een oude deur
als geïmproviseerde baar, keerde Stott zich
af met een hart vol bitterheid. Zijn zorg
voor den levende verhinderde alle natuur
lijk medelij don, dat hij voor den -doode ge
voeld kon hebben. De mannen hadden er
aan gedacht een laken mede te brengen,
om het lijk mee to bedekken, cn deze eer
biedige zorg voor den onccblen doode stond
hem tegen. Het zou billijker geweest zijn,
vond hij, het lijk gauw onder den. grond te
stoppon en zorgvuldig alle teekenen uit te
wisschen van de plaats, waar hij begraven
dag. Iedere zoig voor den doode was een
kans te meer om den levende to bonadee-
Ien.
Stott probeerde niet voor zichzelf te ver
bergen, clat hij blij was over den dood van
Lorraine. Als hij maar ergens anders go-
storven was of ten minste den jongen niet
gezien had! Stott was ook boos op zichzelf,
dat hij aan zijn nieuwsgierigheid had toege
geven, om naar het lijk te kijken. Als hij
Lorrane's gezicht maar niet gezien en
herkend had in het bijzijn van andere men-
schen, zou geen ondervragen, geen zeker
heid voor zichzelf er hem toe gebracht heb
ben te zeggen, dat hij hem kende. Dat was
het ergste van alleshet was alles zoo noo-
delooshet had zoo gemakkelijk voorkomen
kunnen worden.
De politieagent,voegde zich bij hem, toen
hij peinzend voor den kleinen stoet den weg
opging. Berriman werd blijkbaar geslin
gerd tusschen officieele terughoudendheid
en menschelijko nieuwsgierigheid zooveel
mogelijk te weten te komen omtrent de af
schuwelijke vondst. Met dat al was hjj hin
derlijk vroolijk, als iemand, die door zijn
werk opgewekt wordt, ora de grootere
moeilijkheden van het leven oavervaard on
der de oogen te zien. Zijn rond, rood gezicht
met do kleine, Blonde snor, straalde van
welwillende gewichtigheid, teen hij bijna
vroolijk zich verontschuldigde over de nood
zakelijkheid om Stotfc op te roepen als ge
tuige bij het onderzoek' naar de identiteit
van Lorraine. „Hefc is alleen maar voor don
vorm", stolde hij hem gerusfc.
Hij bosprak incfc Stotfc do termen, waarin
hij zijn officieel rapport aan den rechter
van instructie zou stellen. „Het lijk van
een man", was niet meer dan de waarheid;
maar misschien was „een lijk" beter voor de
wet. Intusschen hoopte hij eerbiedig, maar
vurig, dat Stotfc liem eenige inlichtingen
zou geven omtrent, zijn verhouding tot den
cloodo. Terwijl Stott met een half oor luis
terde, en zoo kort mogelijk antwoordde, was
hij zich tot zijn ergernis bewust-, dat do ge
beurtenis zijn naam in de „Baai" niefc beter
zou maken. De -dood, dlie van Lorraine's
gezicht iets van zijn verval had uitgcwischt;
kon niet geheel clc niet te beschrijven,^aar
onmiskenbare teekenen van een lage na
tuur wegnemen; en zoo waar is liet, dat
iemand wordt beoordeeld naar de menschcn,
met wie hij omgaat, dat hij in clo oogen van
de wereld nooit geheel los komfc van zijn
vrienden van het verleden. Het trof Stott
niet, zooals het een meer fantastisch of zelf
zuchtiger man zou getroffen hebben, dat,
als bij hefc onderzoek de geheele sombere
geschiedenis van Lorraine en zijn eigen
vroegere betrekking tot hem en zijn vrouw,
en zijn aanneming van hefc kind bekend
werden, er oen vreeselijk vermoeden tegen
hem rijzen kon. Er zijn monschen voor
moord veroordeeld met minder bewijs en
onder schijnbaar geen sterker ver-denlcing.
Maar Stot/fc dacht ternauwernood aan zich
zelf zijn voornaamste zorg was, hoe'hij kon i
voorkomen, dafc Hugo hoorde, dat do man,
die hem op school opgezocht had, zijn vader
was. Er hing veel af van de hoeveelheid
modder, die Lorraine in Londen en op zijn
reis. naar Penolver omgewoeld had, hoeveel
en welke getuigen opgeroepen zouden wor
den en welke praatjes er zouden ontstaan
door de vaststelling van Lorraine's identi
teit.
Als in antwoord op Stofct's gedachten zei
Berriman
„Rechter Trelcar is ccn goed inensch, c3Io
er niefc van houdt, noodclooze moeilijkhe
den te maken, om zijn eigen gewichtigheid
te toonen, zooals sommigen doen. Hij weet
uitstekend om te gaan met jury's, en zij
zullen zeggen, wat hij hun kalm'zegt. Als
cr maar eenige mogelijkheid is, hst voor
een ongeluk tc doen doorgaan, waaraan nie
mand schuld heeft, zal hij liet doen. En hij
heeft volgens mij gelijk," zei de politieagent
met een zwaai van zijn handschoen, alsof hij
liet cons was met de menschlievende uitleg
ging der wet.
„Als een man dood is, is hij dood, en
daarmee uit, dat zeg ik; maar do levenden
moeten voortgaan. Als iemand bijzondere
redenen heeft, z.ich van kant te maken,"
ging hij voort, zijn helm oplichtend, om zijn
vol blond haar te krabben, „dafc strijdt,
zooals ieder weet tegen de wetmaar welk
nut heeft het zijn bloedverwanten en vrien
den de schande aan te doen van een vonnis
van zelfmoord, en zijn weduwe misschien 'fc
geld van de verzekering tc doen verliezen i"
Stotfc wilde echter niets loslaten, cn zei
alleen, dat hij hot geheel met den politie
agent eens was. Om de maat vol te maken,
zag Stott den heer Mar low, predikant van
St.-Adriaan den weg afkomen. De vijandöv
lijko stemming tusschen do twee mannen