Binnenland.
Ingezonden.
Engelsche Brieven.
worclen gevraagd. Spreker ontkent,
dat liet leven op een dorp goedkooper ik
clan in een stad. Voor een ambtenaar en
een onderwijzer is het teginc.ee! waar.
Hij vindt de voorgestelde regeling onvol
doende, onbillijk c verkeer,. De onte
vredenheid onder de ambtenaren en de
beambten zal or nog grooter door worden.
De heer HELSDINGEN vindt een duur-
tetoeslag als een gunst-, zooals een kellner
een fooi als gunst ontvangt. Spr. zou de
voorkeur aan een salarisverbefcerïhg heb-
ben gegeven. De Regeering grijpt deze re
geling aan als een rniddol om te ontkomen
aan een blijvende loonsverhooging. Voor
een algemeen© loonsverhooging moet men
blijven ijveren. Eigenlijk kon spr. den
du urbobo er-lag als surrogaat niet aanvaar
den, maar spr. aanvaardt den toeslag
noodgedwongen, omdat den bet-Tokken en
anders dit kleine voordeel zou ontvallen.
Tegenover het besluit van den Onderwij
zersbond zegt spr,, mede na-menr zijn poli
tieke vrienden, tlafc hij niet bereid! ïr een
voorstel in dien geest te doen.
Spr. drong er—voorts bij de ICegeering
op aan de aangegeven loongrenzen to wij
zigen, zooals in tal van adressen is ge
vraagd, n.l. om do loongrens to brengen
op f 1500. Ook bepleit spr. voorts o.a.
wijziging van de klasse-indeeling.
Dc heer DUYMAER VAN TWIST dankt
de Regeering voor do toegezegde verbete
ringen. Dooh ook spreker is niet voldaan.
Het is de plicht vaft den werkgever den
werknemer een behoorlijk bestaan te ver
zekeren. Dit laatste is nu in de tegen
woordige omstandigheden niet het gevaJ.
Spr. bepleit voorts o.a. toekennihg van
den duurtetoeslag aan do onderofficie
ren. Hij dankt den Minister van Marihe
voor hetgeen dezo doet voor he'fc marine
personeel.
Ook voor de gemobiliseerde ambtena
ren houdt spr.een pleidooi.
Do heer KETELAAR komt op tegen de
meening, dat de duurtetoeslag een gunst
zou zijn. Spr. ziet er een bewijs is, dat de
Regeering ihziet, dat de loon en thans on
voldoende zijn.
Ook spreker is dankbaar, maar niet
voldaan. Hij wijst er op dat de geheelo
Commiaie van Rap pórt ours met klem
aandringt op verhooging van cle loongrens.
Wat den duurtetoeslag voor de onderwij
zers betreft-, betoogt spr., dat niemand ont
kent, dat de salarissen te laag zijn. Gok
de Minister heeft dit erkend. Hij zou de
kweetite bij deto duurtetoeslag onder do
oogen zien. Maar dat is dan zeer oppervlak
kig geweest. Men zal dan ook éën. kreet
van teleurstelling kunnen hooren ih alle
kringen van onderwijzers. Ook spr. zal
niet met een uitlichtiYigsvoorstel komen,
maar ziet in de houding van heb salaris-
comité een uiting van jaren verkropte
achteruitzetting. Het gaat niet aan den
wensch van 20,000 ambtenaren met een ge-
ba'ar voorbij te gaan.
Do heer VAN WIJNBERGEN wijst er.
evenals do vorige sprekers ook reecls
gedaan hadden op, dat amendeering
van hot ontwerp onmogelijk is. Alleen
lean het totaal cijfer worden verhoogd.
Ook spreker had gaarne gezien, dat de
loongrens van. 1200 op 150-0 was ge
bracht. Spreker wil het ontwerp aanvaar
den e-n dan do Regeering met aandrang
verzoeken, clat zij al haar krachten aan
wende om de duurte zelf te verminderen.
Wat den toeslag van de onderwijzers be-
treiftj, merkje spr. op, dat deze nu fn
sommige» onde-rjwijzerskringen wordt ver
worpen. Spr. critiseerb den oproep, hier
over door den onderwijzersbond tot de
leden gericht e-n vertrouwt-, dat de oncler-
wijzerfi zoo verfetandtjg zullen zijn den
toeslag te aanvaarden. Ten «lotte drong
hij er bij de Regeering op aan te verkla
ren hoe het staat met cle zaak van do ver
betering der onderwijzerssalarissen. De
Kamer moet daaromtrent worden inge^
licht. Of moeten eerst de belast-ingontwer-
pen worden aangenomenLaat dan de
RcgeerJng ruiterlijk verkllanen, dat het
niet- haar bedoeling is voor 1917 de herzie
ning der o d d er wijzer ss al a r i<s se n tot stand
to brengen.
De heer TER LAAN (Rotterdam) be
toogt o,a. dat ïn verschillende adressen
slechts zeer matige wensc-hen naar voren
zijn gebracht, vooral als men ziet hoezeer
de prijzen der cv ens middel en zijn geste
gen. Voor vele beduidende groepen van
personen is deze toeslag meer schijn clan
'wezen. Uitsluiting van de crgohuwHen is
onlogisch en inconsequent, i e toestand is,
volgens spreker's oordooi, \an cü'en aard,
dat een nieuwe loonregeling na l Januari
1917 niet zal kunnen uitblijven. Hij achtte
noodig een parlementaire commissie voor
een meer regelmatige salarislijn, üpreker
oordeelt, dat er nu verschillende wetsont
werpen op stapel st-aan, waarbij we maar
een weibig de schroef behoeven aan te
draaien, om er een paar milfioen meer
uit te halen voor de verbetering van de
tsa-larifesen. Spreker wcnschte voorts o.a.,
dat ook iets voor de gepensioneerden zou
worden gedaan en hij bepleitte ten slotte
uitbetaling van den toeslag te-gelijk met
het loon.
Do heer KOLKMAN verklaart, dat hij
wat betreft- het' ontwerp meegaat met de
Regeering, omdat hij gouvernementeel is
aangelegd, al zou hij niet door ciVx en
dun in alles meclegaan. Spr. is er tegen
om nog meer aan alle touwtjes te trek
ken, ten ednde voor nog de een of andere
categorie iets gedaan te krijgen.
Ru3m IhalftwaaKf word d a vergadering
verdaagd tob Donderdhg elf uren.
Drinku aterroorziening.
De heer Rutgers heeft een zestal schrif
telijke vragen ingezonden betreffende de
drinkwatervoorziening in Zuid-Holland1,
Noord-Holland en Utrecht, voornamelijk
ten doel hebbende een antwoord te ontvan
gen op de vraag, of de directeur van het
Rijksbureau voor Drd rik wa-torvoorzi enih g
de bevoegdheid heeft gehad om de gemeen
tebesturen va-n W a d d i n x v e e n en
Warmond af te houden van het nemen
van maatregelen in het belang der .water
voorziening van die gemeenten met het- oog
op do tot-stancl-koming van een centrale
drinkwater-voorziening voor genoemde pro
vinciën-
De Minister van Binnenlan-dsche Zaken
beeft in antwoord hierop medegedeeld,
dat hij aan genoemden directeur opdracht
heeft gegeven tot heb opmaken van de
plannen voor bedoelde centrale drinlcwar
te-rvoorziening en dat- uiteraard die op
dracht in zich sluit het voeren van onder
handelingen over levering van water aan
de in die plannen opgenomen gemeenten.
De directeur hee£t juist het zijne gedaan
om Waddinxveen aan goed drinkwater to
helpen, en wat Warmond betreft, heb ge
meentebestuur was van oordeel, dat een
centrale watervoorziening meer waarbor
gen voor deugdelijk water zal bieden en
zeer waarschijnlijk ook voordeeliger voor
waarden dan een aansluiting bij de Bos-
koopeche bropwaterleiding.
Schriftelijk beantwoorde vragen.
De heer Bogaarclt heeft den 23sten
Maart naar aanleiding van het adres d.d.
9 Februari door do Ned. R.-K. Vereenf-
ging Aan Directeuren en Commiezen bij
do Posterijen en Telegrafie aan den
Minister van Waterstaat gericht, cle
volgende vragen ingezonden:
lo. Is het waar, dab reeds in 1912 het
voornomen bestond, ook aan het hooger
peijsoneol der posterijen en telegrafie
kindertoelage te erleer.cn en dat voorne
men-niet ten uitvoer werd gebrachu, om-
dab bedoeld personeel zulk een toelage
niet zou wensohen, zooads beweerd wordt
in de aangehaalde motie der Vereeni-
ging van Directeuren en Commiezen
2o. Is de Minister bereid, om, indien hij,
in tegenstelling met hetgeen in het onder-
werpelijk adres beweerd wordt, van mëe-
ning is, dat kindertoelage door het hoo-
,ger personeel der poefter ij eln en te)le-
grafio niet gewenseht wordt, omtrent doze
aangelegenheid een enquête te doen in
stellen als in het adres gevraagd wordt.?
3o. Is cle Minister bereid, om, indien
hij de meening toegedaan is of verkregen
heeft, dat het hooger personeel bij dc pos
terijen en telegrafie, kindertoelage wenist-ht
te bevorderen, dat aan het verzoek, in
liet adres gedaan, voldaan wordt?
De Minister van Waterstaat heeft hier
op geantwoord:
lo. Ten aanzien van deze vraag kan do
ondergeteekende mededeele-n, clat bij be
schikking van 19 April 1913 door zijn .ambts
voorganger op een adres van den Roomsch-
K'athol? eken Bond van Directeuren en
Commiezen bij Posterijen en Telegrafie,
d.d. 19 November 1912, om verbetering
van positie o.m. door toekenning van ge-
zinstoelago afwijzend is beschikt.
Of genoemde ambtsvoorganger het voor
nemen heeft gehad op deze beschikking te
rug to komen, en zoo ja, om welke rede
nen hiertoe niet is overgegaan, daarom
trent kan de ondergeteekende geen in
lichtingen verstrekken.
2o. Het-ligt niet in het voornejnen van
ondergeteekende de toekenning van ge
zinstoelagen aan het hoogero personeel der
posterijen en telegrafie te bevorderen,
en mitsdien bestaat er voor hem geen
|*anlfed(ditog f!ot het fnstellen van de in
deze vraag bedoelde enquête.
3o. Deze vraag behoeft geen beantwoor
ding in verbaud met het antwooru op
vraag 2.
Twee kerkvoogden der Ned.-Herv. Ge
meente Sebaldeburen, (Groningen), zijn door,
het „Algemeen College van Toezicht" uit
hun ambt ontzet.
De Minister van Financiën maakt be
kend, dat ten kantore van den ontvanger det
successierechten, kantoor no. 1 te 's-Gra-
venhage, van iemand, "die onbekend wenSchl
te blijven, is ontvangen f 10,000, bestemd
als schenking aan 's Rijks schatkist.
Dezo schenking wordt door do Regeering
in dank' aanvaard.
Tot directeur der H. B. S. te Dor
drecht is benoemd dr. J. J. Prins, leeraar,
aan een H. B. S. to Rotterdam, met 13.
stemmen. Op dr. G. van Rij, leeraar aan een
H. B. S. te Amsterdam, waren 12 stemmen
uitgebracht. Eén lid stemde blanco.
De Algemeene Synode der Ned.-Herv.
Kerk is gisteren in buitengewone vergade
ring bijeen gekomen voor het benoemen van
eeu kerkelijk hoogleeraar aan de universi
teit te Utrecht:
Kennis werd genomen van een afscheids
groet van den hoogleoraar dr. C^nnegieter,
die wegens het bereiken van de leeftijds
grens zijn ambt aan het einde van dezen
cursus moet nederleggen.
Do commissie van voordracht heeft het
volgende drietal opgemaakt; dr. A. M. Brou
wer, rector van de Zendingsschool te Rotter,
dam; dr. A. II. do Hartog, pred. te Haar
lem; dr. J. R. Slotemaker de Bruine, pred.
te .Utrecht.
De benoeming heeft heden plaats
Benoemd zjjn tot burgemeester van
Prinsenliage jh'r. F. C. V. Dommer van Pol-
dersveldt; Arnhem: mr. A. J. A. A. baron
Van Heemstra, beiden met 1 Mei; Breuk'elen.
Nijenrodo en Breukëlen-St.-Pieters: mr. M.
P. Thomassen A. Thuessink' v. d. Hoopi van
Slachteren, met 3 Mei; Vrijenban: mr. W.
J. Saaymans Vader, met 6 Mei; Slenakën:
W. H. Speetjens, mot 10 Mei; Delft: mr. L.
W. 0. V. d. Berg; Oirsbeek: F. J. Mau-
nens, beiden met 14 Mei; Gassel: A. M. Hu
berts, met 13 Mei.
Men 'schrijft aan de ,,N. R. Ct.":
De Minister van Financiën heeft nu aan:
den kerkéraad der Herv. Gem. van'Den Hel
der de definitieve regeling der marinepredi-
kanlstraktementen gezonden, onder uitdruk
kelijk voorbehoud, (lat van de twee predi
kanten één steeds moet belmoren tol de
vrijzinnige en één tot de orthodoxe richting.:
Zooals men weet, zijn de beide marine-
predikanten onlangs als leeraar der gemeente
Den Helder bevestigd.
Voortaan zal dus, buiten de" wetten der,
Ned.-Herv. Kerk' onï, de kerkeraad van Den
Helder één vrijzinnig en één orthodox Re-
geerir.gspredikant aanstellen, ofbehoon de
Ned.-Herv. Kerk officieel gben vrijzinnige
of orthodoxe predikanten ként.
Do gewone audiëntie van den Minister
van Marine zal Vrijdag 23 April niet plaats
heiben.
Kauievverktexiiig Weert.
Voor de Tweede-Kanier-veikiezing in het
district Weert (vacature-De Stuers) zijn uit
gebracht 4793 geldige stemmen. De vol
strekte meerderheid was dus 2397. Mr. dr.
Henri van Groenendael, te Zwolle, verkreeg
1245 stemmen, A. Kellenaers, uit Leiden,
719, mr. W. F. W. Kolkman, burgemeester
van Weert, 1850, G. .T. H. Peters, burge
meester van Bergen (L.) 979 stemmen, zoo.
dat een herstemming moet plaats hebben
tusschen de heeren Van Groenendael en
Kolkman, beiden R.-K.
Peetgevalleu op Java.
Ten vervolge op het bericht, opgenomen
in de „Staatscourant" van 11 dezer, wordt
bekend gemaakt, dat bij het Departement
van Koloniën het volgende telegram van den
fouvernenr-generaal van Ned.-Indië, d.d. 22
ezer, betreffende pestgevallen op Java van,
24 Maart tot en met 6 dezer is ontvangen.
Djombang 1 nieuw geval, geen dooden.
Lamongan geen nieuwe gevaflgn, 1 doode.
Pasoeroean 4, Kediri 2, Toeïoengagoeng
1, Madioen 2, Magetan 1, Soerabaja (stad)
13, Soerabaja (afdeeling) 1, Sidoardjo 1 en;
Soerakarta 9 doodelijke gevallen.
Hierbjj wordt aangeteek'end, dat de to
taalcijfers over bovenbedoeld tijdvak zjjn:
35 gevilen en 55 dooden, en "dat zaj over
het nagenoeg overeenkomstig 14-daagsche
tjjdvak van het vorige jaar (26 Maart tot
en met 8 April 1915) bedroegen 206 ge
vallen ?n 180 dooden.
Vogelnesten.
Mijnheer de Redacteur 1
Gelieve opneming van onderstaande re
gelen in Uw veelgelezen Blad.
Nu de tijd \freer aangebroken is, dat do
vogels hun kunstige neeten bouwen, met
veel moeite en zorg hun eieren uitbroeden
en de jongen opvoeden, meen ik langs de
zen weg nogmaals te moeten wijzen op bet
zich steeds uitbreidende kwaad van nesten
verstoren en de hulp van iedereen in te
moeten roepen om dit wreed© bedrijf te
bestrijden. De geduehtste vijanden van onze
vogels zijn in do eerste plaats opgeschoten
jongens en scholieren uifc de hoogste klasse
der lagere scholen; hefris'ongelooflijk hoe
veel eieren er jaarlijks door dezo heeren
meegenomen worden. Maar meen niet, dat
alleen jongens op het lijstje van eieren-
roovers staan, volstrekt niet; er zijn nog
vele volwassenen, die zich niet schamen om
eitjes uit to halen; zelfs militairen, die na
oen vermocienden marsch een kwartiertje
pauzeoren, besteden dezo rust, om door
Struikgewas dwalend of in hoornen klijm-
rdend, nesten op te zoeken, natuurlijk met
minder goede bedoelingen. Het moge voor
den geaehten lezer vreemd lijken toch is
het con voldongen feit.
Sedert 1913 hebben wij een uitstekende
en strenge vogelwet, welke, behoudens en
kele uitzonderingen, uitdrukkelijk ver
biedt het verstoren van vogelnesten en zelfs
het vervoer van eieren van in 't wild le
vende vogels; maar uit den aard der zaak
worden de strafbepalingen dezer wet zoo
weinig toegepast, da-ar do overtreders voor
het meerendeel minderjarig zijn. Volgens
den jachtopziener helpt een pak slaag be
ter dan een proces-verbaal en wel om cle
eenvoudig© reden, dat dc ouders van de
kwade praktijken van liun. kroost meestal
nicfc afweten en juist deze moeten do ovcri-
tueelo geldboeten betalen. Een flinke tuch
tiging is daarom de meest toegepaste re
medie. Wanneer, ouderen daarentegen op
heeterdand betrapt worden (en dat gebeurt
zeer zelden)', willen de beambten „voor
zoo'n kleinigheid" geen proces-verbaal op
maken er staat immers toch geen premie
op
En waarom worden nesten uitgehaald,
zult ge vragen? Vaak uft pure baldadigheid,
waardoor do jonge vogels op de plaat-s
doodgegooid of wel do eieren direct ver
nietigd worden. Doch er is meer. Dikwijls
worden do eieren uitgeblazen en de dop
pen aan Oen draadje gö'regenvoor
versiering van een spiegel of iets dergelijks.
Onnoodig te zeggen, dat na enkele weken
dc kleur geheel verdwenen is en do eieren
door den draad zakken. Velen houden zich
bezig met het aanleggen van eierverzame
lingen; do dopjes worden dan zorgvuldig
in een kistje of doosje gedeponeerd. Niet
zelden valt door een of ander ongelukkig
toeval de verzameling eens op don grond,
alle doppen breken en met frisschcn moed
wordt'weer van voren aan begonnen.
Is het nie-t treurig, dat hierdoor jaar
lijks de vogelstand achteruitgaat; mag een
dergelijke wantoestand blijven bestaan T
Laat ieder daarom allereerst-in zijn naaste
weer, om niet tc spreken van weken van
menschclijk zwoegen, in mijn hand is. Hier
is stof voor droomen voor een half dozijn
dichters en de grond van alles is aarde, aar-
do en zonlicht."
Mevrouw JEady zei, dat zij, als een zuinige
huisvrouw, de poëzie op fleSschcn voor Vi
vien zou overlaten, en zij vroeg naar dc
beste manier om bessenjenever to maken.
Stott vertelde het haar, en voegde er bij
„Er zijn eea menigte dranken, die men zou-
der bijzondere hulpmiddelen kan maken.
Ik weet niet, of u het gewone vooroordeel
tegen Engelsche wijnen en likeuren deelt.
Meestal is het wel verdiend, en eigen ge
maakte nabootsingen van vreemde likeuren
zijn in den regel akelige kost."
Zijn opgewektheid werkte aanstekelijk
en zij gingen ronu, hier en claar kijkende,
daar proevende, totdat mevrouw Eady er
YJien aan herinnerd©, dat de tijd op
schoot.
,,Nu begrijpt u waarom ik zooveel ruim
te noodig hob. juffrouw Eady", zei Stott,
toen hij do dein* achter hen s'oot.
Vivien zei, dat zij vermoedde, dat hij
probeerde de boeren uit do str^ ^k op te
voeden.
„Schoolvos!" dacht hij bij zichzelf,
toen hij den sleutel met een ruk om
draaide, maar hij zei hardop:
..Daar heb ik geen haast mee. Het is
niet goed om tc pi -ken. Als ok in de
dorpsherberg kan gaan, waar zij over hun
glas zitten te brommen over den 'agen
prij? van spruitkool, o.i uit mijn een en zak
een buidel met goud kan halen en zeggen
,,difc zijn ingelegde viooltjes" en uit mijn
anderen zak nog een buidel met goud te
voorschijn kan fcrdngen c f zeggen: ,,en
dit zijn zwart© bcasen", cfan zullen zij
mfèsohien beginnen hun ooren op te zet
ten en vragen gaan doen. En dat is heel
goed ook. Zij hebben tijd, geld noch ken
nis, om zelf nieuwe dingen uit te vïnden,
ci) zij zijn te wijs, om veel aandacht te
schenken aan een vriendelijken jongen
man uit den Graafschapsraad, die hun
vertelt, dat de ware manier van handelen
niet die is, d'ie zijzei ven, hun vaders en
grootvaders, ïhm leven lang gevolgd heb
ben. Natuurlijk heeft de jonge man uit den
Gwaafse!ïapsraa-d wel eens gelijk; maar
gewoonlijk heeft hij de plaatselijke om
standigheden niet genoeg bestudeerd en
er steekt meer in plaatselijke omstandig
heden dan men. denkt. Daarenboven ge
loof ik, dat hij niet genoeg waarde hecht
aan de groot© vraag: Brengt het wat
op
D© laatste opmerking hinderde Vivien,
ca zij begon over idealen te praten. Stott
luisterde geduldig- en keek met heimelijke
"bewondering naar haar ernstig gelaat. Hij
geloofde, dat hij haar nu wat begon to be
grijpen. Hij dacht, dat zij in sommige op
zichten haar gevoelens geweld aandeed
en het meeete in de wereld
beklaagde hij Iemand, die met zichzelf in
strijd Was.
„Ja. dat is goed e-n wèl, juffrouw Eady",
zei hij ,t<>en hij 'uitgesproken IiaeC; „maar
men moet beginnen met de stof en daar
naar uw idealen uitwerken. Men kan
geen stelregels, die in de studeerkamer,
buiten de wereld, zijn uitgedacht, toepas
sen op menselielijke wezens. Hier zijn wij,
mannen en vrouwen met behoeften, be
geerten neigingen, en hier is de wereld vol
van ruw materiaal voor onze ontwikkeling.
Men kan een edel karakter noch geluk
krijgen door direct op het doe1, af te gaan
zonder te letten op datgene, waartoe men
in staat 18. Het helpt niet te gaan zitten
en to zeggen: ..Ik wil goed, groot, geluk
kig of edel zijn." Dio dingen behooren bij
onzo betrekking tot het .heelal. Natuurlijk
is cr nog een andere weg dc weg van
verzaking."
Vivien- was er zeker van, dat, als Har-
pur hier geweest was, hij Stott bewezen
zou hebben, dat zijn philosophic geheel
verkeerd was. Zij was niet voorbereid om
zelf met hem te debatteereo en daarom
gaf zij alleen vage algemeenheden ten
best© over materialisme en het verval der
poëzie.
Stotft keek, of hij wilde aanvallen;
maar om een of andere redeai, misschien,
omdat hij zich bewust was, dat haar voor-
oordeelen te diep geworteld waren, om
voor de vuibt weg bestreden te worden,
zag hij er van af tegen te spreken.
Hij was ook altijd wat bang voor een
twistgesprek, dat persoonlijke eigenschap
pen kón verraden. Hij was zeer goedé
vrienden met verschillende vrouwen, maar
waarschijnlijk, omdat hij begreep, dat eenige
intiemere betrekking een onaangename uit
legging zou meebrengen, was zijn manier
van spreken met haar een soort van goed
aardige meerderheid een haar op een
afstand houden, niet uit egoïsme, maar óm!
zuiver practische redenen. Hij zou niemand
hebben willen trouwen, zonder haar de waar
heid omtrent Hugo te vertellen, en dus
kon hij eigenlijk niet trouwen. Vivien prik
kelde hem tot grooter oprechtheid dan de"
meeste vrouwen, en omdat hij. niet "met
haar redeneeren kon, zonder meor van zich
zelf en zijn geschiedenis te Zéggen, dan
hij raadzaam achtte, zeidé hij in het gé-
heel biets.
Zij waren nu bóven in de Rosemorran-
Vallei, en keken neer op velden en tuinen,
omlijst door brem- en vlierfcoomen, slapen
de in do ondergaande zon. Het voortdu
rend geruisch van de zee steeg tot hen
op als het verwijderde gedruisch 'eeiier
I groote stad. De yissohörssohuiten van Tre-
1 venen gingen naar het westen, met de
ebbe, gelijk een vlucht bruine vlinders in
de richting van den Wolfvuurtoren. Zij
namen hun weg door de velden met nar
cissen, muurbloemen eb viooltjes; door aard
beienbedden en lange rijen frambozenstrui-
ken, tot bóogjes gevormd; tusschen heggen
van vlier en èereprijs. Stott keek mot een
scherp oog rond, en stond nu en dan stil,
om iets te zeggen tegen een der manneb,
die in het veld werkten.
„Het boerenbedrijf, ziet u," zei hij, ,,is
evenals Sam Welber's „swarry", vleesch
met versieringen. Hier is het vleesch
de veestapel ossenvleescb, boter, 'en
varkensvloesch. Dat geeft maar een schrale
broodwinning, maar de versieringen zrjb van
allerlei aara: De soort versiering veran
dert met don toestand van de markt. Vroe
ger was het koren; maar ik geloof niet.
dat eenig tarief koren nog weer, dé moeité
zal doen loonen. Toen kwamen vroege aard
appelen, maar Jersey en het vasteland kwa
men er. bij en bedierven dé markt, en het-
zelldé gebeurt nu met de -bloemen. Mijn
plan is mijn „vleesch" mijn veestapel
zoo goed mogelijk te maken, en proe
ven te nemen met de versieringen, bijen,
spruitkool, kaas, pluimgedierte, vruchten,
bloemen, van alles. Ik beweer niet, dat ik
een ontdekker, hen. Gladstone begreep het
beginsel, maar zijn voorstel was te echt
Engelsch en te veel omvattend. Jam: laat
alles loopen en maak jam. Nu, Jam is een
omgeving voor de vogels pleiten; wij kuQ.
nen allen meehelpen om deze dieren, diq
toch van zoo'n onberekenbaar nut zijn voor
bosch-, tuin- en landbouw, te beschermen.
Laat vooral op de scholen telkens en tel!
kens hiérop gewezen worden (enkele on<
derwijzerg gaven reeds het goedo voorbeeld)
en ten slotte mij den wensch uitspreken
dat door de meewerking van het publiek
het getal der zangers, die ons innemen door;
hun vroolijk lied, ons bewondering af
dwingen en onze liefde opwekken voor de
heerlijke natuur, binnen enkele jaren ver.
dubbeld moge wezen.
U, Redacteur, dankend voor opnominc
EEN VOGELVRIEND.
(Van onzon Londenschen medewerker.)
(Nadruk verboden).
Londen, 26 Maart.
Naar wij vernemen, zal de oorlog 1"
Juni beëindigd zijn.
.Wanneer ik met een dergelijke opzien
barende mededeeling voor den dag kom,
geef ik er de voorkeur aan het onpersoon
lik-journalistieke \v jj te gebruiken. Men zou,
landers allicht denken dat ik zelf aan die
voorspelling geloof hecht.
Toch gaat het praatje heel Londen door.
Iedereen, die het hoort, zegt het voort en
daarom zie ook ik niet in, waarom: ik het
den lezers Van dit blad zou onthouden. Dei
bewering steunt op de volgende geschiede
nis, die, «aar piï van talloöze verschillende
2/(jden verzekerd wordt, volstrekt waar ge
beurd moet zijn. Het\wordt mij zoo stellig
verzekerd, dat ik niet anders kan doen,
dan in mijn diepste binnenste te verbergen,
dat ik er geen woord van geloof.
Een jong officier, op het punt naar Frank
rijk te vertrekken, bezocht zijn bankier. Bij
het afscheid nemen zegt de officier, dat
dit mogelijk een afscheid voor altijd zijn.
zal. Neen, zpgt de bankier, ik zal
u binnenkort terugzien, want u zult terug
komen met een schot in de hand.
Hetgeen gebeurt.
De officier geneest, staaj op het punt
naar Frankrijk terug te gaan, bezoekt weer
dien bankier. Nu voorspelt de oude heer,
hem, dat hij terug zal komen met een schot
in zijn been.
Dus weer geen afscheid voor altjjd,
lacht de officier.
Jawel, zegt de bankier, want ik' zal
overleden zijn voor u terugkomt.
U schijnt in de toekomst te kunnen
lezen, schertst de ander. Kunt u me mis
schien ook zeggen, wanneer de oorlog
over is?
Jawel, 17 Juni van dit jaar.
De officier komt terug met een schot in
zijn been, de bankier is overleden en wij
hebben dus niets anders te doen, dan te
trachten zoo. goed mogelijk den tijd tot 17
Juni door te komen. Dan kan het leveh her
beginnen
Ik weet niet, ot ik gr goed of kwaad
aan doe, dit ongeloofwaardig verhaal nog
verder te verbreiden. Voor wie er aan ge
looft, zni de teleurstelling waarschijnlijk bit
ter zijn; men gelooft^ graag, wat nren hcopt
en al zegt het spreekwoord: „Ho/ip doet
leven", er zou een daarmee contrasteere'nd
spreekwoord kunnen worden gemaakt dat
met „Ontgoocheling of Teleurstelling" be
gint.
Het ziet er nog niet erg naar vrede
uit. Het krijgsbedrijf te land en ter zep
gaat onverminderd voort, hoe laugerV>
oorlog duurt, hoe heftiger en verbitter»
er wordt gestreden. Te land en ook te
zee, van krijgsbedrijf ter zee hooren ivij
echter zoo veel niet. Wel 'worden er voort
durend passagiers- en vrachtbooten getorpe
deerd, maar mon zal mij toegeven, dat dfc
sluiksche vechterij tegen non-combattanta
nu niet precies krijgsbedrijf is te uoernen.
Ik ml ter wille van de neutraliteit het
woord terughouden, dat bijna uit miju pea
gevloeid was.
Van het doen en laten der Britsclie
Het hier volgend verhaal hebben \\e
onz^n lezers reeds gedaan. De dateering van
dezen brief, doet zien, hoe lang die opge
houden is. Aan het verband van den brief
hebben we geen scliade willen toebrengen,
door dit relaas er nit te lichten. Ned. „L.D.")
I Lest ding. maar lenzjj de gelsele wereld
haar. voedingsgewoonten Verandert, zal de
Engelsche boer zijn heil niet vinden in du
jampot aliten. Gladstone was op uen goe
den weg, maar hij was te willekeurig, le
weinig rekbaar in zij:i bc-sluiten."
Vivien vermoedde, dat Stott met het boe
renbedrijf begonnen was als een soort van
spel, en dat hij naderhand gezien had, dat
er geld mee te verdienen viel, en nu na
tuurlijk zijn best deed om te slagen. Zij
werd half aangetrokken, half afgestooten
door zijn openhartig materialisme, zooals
zij het noemde. Nog niet in staat te be
grijpen, dat de aarde haar. intiemste- ge
heimen alleen ontsluiert voor den stout-
moedigen minnaar, geloofde zij, dat hij on
gevoelig én oneerbiedig was. Zij, zou het
niet in woorden bekend hebben, maar zij
vereenzelvigde poëzie en geheimzinnigheid
met duisternis, of ten minste met schemer
licht; met een aarzelend aanraken én voor
zichtig ontwijken van 'do hardheden van
het leven. Zij benijdde Stott zijn blijkbare
tevredenheid, maar omdat hij niet over plicht
sprak, besloot zij, dat hij geen begrip yan
plicht had.
Zij staken het landhoofd over, en daaluën
af óp het pad op de klip, 'dat Vivien gé-
gaan was op dien morgen, toen Stott haar
verlost had uit de moeilijkheid met oen
ezel. Zij kon niet ontkennen, dat het plot
seling opdoemen der zee uit het gesprek
over dagelijkecli leven en werken meer ver
heffend was, dan toen zij haar met opzet
voor overpeinzingen had opgezocht. |'jJ
denkbeeld, zoo volmaakt het tegengesteld*
van de levensbeschouwing van haar. en h'nar
aanstaande, bracht baar wel wat in dc var-
(Wjoïdt Vërvolgi)-