mfëmmms, No. 17218. LEiDSCH DAGBLAD, Woensdag 12 April. Tweede Blad. Anno 1916. Persoverzicht. Ingezonden. Eerste Kamer, FEUILLETON. Violette of de Schoonzuster. <fün.lt..lTnMr,H - *14.'- t,l Het mofgen versclignonó nuirnnof bevat M- Ate voorplaat: II. K. H. Prinses Juliana, na do lesuren, piet hofdames, wandelende door het Haag- sohe Dosoh. IJet Oooiité-Generaa! der Tweede Kamer Vpn 4 April. De Ministers zich begevend naar de vergader na!. Het Binnenhof te 'e-Grureatege met het gebouw der Tweede Kamer. Militaire oefeningen in onze dui nen «iter de kust. Wereldrevue, met afttueete foto's, op den oorlog betrekking hebbende. Portretten van Rosita C?aa- retti. f Wilhelmine Duymaer van Twist «n amterso. Het steeds duurder wordende lieven. Over dit onderwerp schrijft, de AOSCHE COURANT" in een drie- „Aïlee wordt duurder", is de algemeene Web*. Vooraf de huismoeders, die etee>db «veer moeite hebben om met haar huis houdgeld rond te komen, weten er van mee fe praten En éaM zij niet overdrijven, kan. blijken U&fc de in de jongste aflevering van het Öenta»ai-Buroau voor de Statistiek voor- Éomondo prijslijst van kruideniers- én grut- ^éeröware® in den kleinhandel. Als men de gemiddelde prijzen in 1893 <jip 100 afcetb, krijgt men die volgende ver- gMifWag: in ra m an Fob. 1893 1913 1915 1916 Bruinebooneai100 154 176 201 Wïtteboooen100 166 S00 210 ClLpnici jnero-100 150 178 175 Grauwe orwben100 125 159 157 Groeoe erwten100 167 197 213 <k>T»100 113 148 162 Boetroitengorb100 104 167 182 Havcndeeprb.100 103 140 140 hAdadbe kaas100 140 164 164 Zo;bnm. kaan100 124 133 124 Koffie.100 94 94 97 100 197 108 105 100 85 119 119 100 124 141 153 Boefoweit raieöl100 105 176 176 Boteroüe100 94 143 144 Blatenhpüe100 135 231 233 Èoapotóe100 136 169 199 ÏUjnt100 116 185 125 Soda100 83 167 283 HtyfeoB.100 103 137 137 Stroop100 100 136 143 BafitorAsuJkeir100 39 116 115 Wittio «niker100 85 100 100" wee100 1112 120 120 foranceffi100 121 907 207 Witte Bristol zeep 100 100 128 123 Groene seep100 87 121 142 Zout)100 80 80 90 De «omkktelde stijging eter prijzen in on geveer 36 pCt. Of be* leven in die laatste jaren, en in 't bijsonder gedurende <ten oorlog, ook duurder en daardoor voor zéér velen moei lijker. is geworden! Men menke op. dat in bovenstaande lijst niet voorkomen groenten, mel-k, boter, eie ren. vteeecih, vet, visob... artikelen, waar- I bij t«h óók wel eenige prijsverhooging ia I waar to nemen 1 Ondanks die o economische maatregelen dbr Eegeering! Het cijfer van 35 pOt. is dus sbellig niet orerdreren. En <San denke meu eens aan <te duurte eau adioenen, kleeding en allerlei andere beu-x,-ilr7dbedenAan de stijgende huis- taireode stijgende belastingen Het gg waarlijk wel een crisis, die ons jand doormaakt, waarvan 't einde nog niet h0 zisn ea waarvan niemand kan roggen hoeveel ernstiger de toestand nog üaa worden. Dori wie geeft niet verreweg de voorkeur aan nik een crisis boven de ellende van ■den oorlog! - 1 I Verbetering der Predikant s- traktemonten. Ds. T. Nierstrasz, te Leiderdorp, wil den radicalen weg op met de verbetering der prédikantstraktemrn- ten. „Eén of twee millioen bijeen te brengen is niet- afdoend, en in ieder geval een zeep- bel(l), die weldra bij het aanpakken uiteen spat", oordeelt hg in de „NIEUWE NEPER- LANDSCHE KERKBODE". „Mg wil het voorkomen, dat 'er maar één «enig middel is om afdoende verbete ring te brengen in den ellendigen toestand, en wel, dat de Regeering zich de zaak aan- trekke, en het voorbeeld volge van de Duit- sohe regeering. Deze heeft voor do Lan.ls- kerlc een uitnemende regeling vastgesteld. Daar geldt de bepaling, dat het aanvangs salaris niet lager mag zijn dan f 1440; na elke drie jaar komt hier f 240 bij, tot dat men na 24 dienstjaren een traktement ontvangt van f3600.- Bovendien heeft de predikant vrije woning of schadeloosstelling voor huishuur, ten bedrage van" f 480. In de grootere steden ontvangt de predikant nog een hooger bedrag, dat verschilt van f180 tot f1200. Bovenbedoeld salaris ont vangt de predikant onverschillig waar hij ook staat, onafhankelijk van de grootte der gemeente. Na volbrachten 40-jarigen dienst kan de predikant emeritaat krggen, en zijn pensioen bedraagt van het laatst genoten trak tement, waarbij de huurwaarde h f 480 wordt meegerekend. Wie dus f8600 trak tement had, krjjgb van f3600 -jj f 480, en alzoo een pensioen van f 3060. Iedere gemeente geeft op wat zg, "geeft, of geven kan en uit de llgkakaa wordt aan gevuld tot het bedrag, dat de predikant krachtens zgn diensttöd ontvangen moet. Daartoe heft de Regeering belasting, welk» op het belastingbiljet als kerkgeld wordt vermeld, en de predikant ontvangt zijn trak tement bij, den Rijksontvanger. Mjj dunkb dat dit een hoogst fatsoenlijke en hoogst gewenschte manier van doen is. Waarom zullen wjj niet bjj de Regeering aandringen om een dergelijke regeling te treffen? Dan waren wjj uit den nood. Dan hield voor velen de levenslange ellende op. O, ik weet zeer goed, ik ken onze Kerk na 40 jaren dienst opperbest, dat hier tegen weer honderd en één bezwaren zal worden ingebracht-, vooral van de zijde der prinoipenridders. Maar laten zij dan maar stichtelijk bedanken voorhet Staats-trakte- ment en vrijwillig» armoe lijden. Wat ik begeer voor onze Ned.-Herv. Kerk, begeer ik evenzeer voor alle andere Kerken en Kerkgenootschappen. Van harte gun ik aan alle collega's een bestaan vrij van levens zorgen. Er moet echter niet gedraald worden. Tot de voorgestelde regeling is Grondwetsher ziening noodig. Waar nu toch het plan be staat om binnen afzienbaren tijd Grondwets- wijziging te ohdernemen, zou tevens dei» zaak geregeld kunnen worden." De Onderwijzers. In oen krula- kopje zegt „DE MAASBODE": Op de Haagsche meelang van den Bond van Nederiandsche Onderwijzers ls even nog de politiek om den hoek komen gluren. Tus- sohen alle betooging door, bij alle betuiging van spijt en teleurstelling over de salaris sen der onderwijzers in het algemeen en over den beraamden dnurtetoeslag in het bij zonder is nog even de politiek aan hef woord geweest. Steeds nog, verzekerde de heer Ossen- dorp, bestaat het vertrouwen van den Bond in de linksohe partijen. Die uiting zal toch menigeen verwonderen. Zij doet denken aan den hond, van wien wel eens wordt gezegd, dat hjj des te trouwer wordt naarmate hit meer slaag van zjjn meester krjjgt Daar staan nn, drie jaren na de verkie zingen van 1913, de onderwijzers. Wanneer van één groep van'kiezers verwacht worden mooht, dat zg den politieken toestand over zien kan, dan zjjn dat (och de onderwijzers. Zjj kunnen inzien, wanneer zjj slechts wil len, dat de partgen van de linkerzijde on machtig zijn geweest te doen wat zjj be loofd hebben. Dat is in 1913 door rechte algemeen voorspeld. Niet alleen, dat alle koeien mot gouden horens niet gebracht zouden kunnen wor den door hef linksohe bloc, wanneer het al de Regeering had kunnen aanvaarden. Doch.' het stond vast <3at links geen levensvatbaar bewind zon kunnen brengen. Al de misère van regeeronmacht die de crisismaanden hebben verto -nd, was te voorzien geweest en is voorspeld. 'En wie zijn het meest mis schien van allen, die zich door de linksche belotten hebben laten paaic-n, de dupes ge worden? De onderwijzers. Maar... zij heb ben hun vertrouwen in de partijen van links behouden! Vertrouwen in de partijen van rechts zou dan ook wel misplaatst we zen. Deze immers hebben wel is waar de laatste praetische en steeds meer gewaar deerde verbetering gebracht, den kinder toeslag; deze hebben wel is waar getoond te willen doen, wat mogelijk was, doch zjj hebben niet zooveel beloofd, bij lange na niet, als de partijen ran links. En aangezien liet btf de B.ondsonderwij- zers.vooral onr beloften te doen is, heb ben de mannen van den Bond nog steeds vertrouwen in de linksche partijen. Toen onlangs de aandrang in dc Kamer word uitgeoefend om duurtetoeslag«vo.pr be ambten en Rijkswerklioden, was het de heer Ketelaar, die de onderwijzers nagenoeg ver gat en in zijn motie niet vermeldde. Wie het eigenlijk pleidooi voor de onder wijzers hield? Het was de heer Van Wijn bergen. Aangezien echter deze laatste zijn kracht zoekt in doen en niet in beloven, heeft de „Bond" zijn vertrouwen nog maar steeds gevestigd op de linksche partijen. Wanneer de onderwijzers van den „Bond" hun rooden of rosen partijbril wilden afzet ten, zonden zij ook zien, dat de eenige. straal van hoep, welke thans over hun toe stand schijnt, zijn oorsprong heeft in de aanstaande onderwija-pacificatie. Tot hen zal toch hok reeds zijn doorge drongen de wetenschap, dat de regeling der salarissen een belangrijk deel der te ver wachten voorstellen uitmaakt. Zou de „Bond" nu alleen vertrouwen hebben in links, dan zou zgu hoop op het tot-stand-komen der pacificatie verre van volkomen kunnen zijn. Zelfs schijnt het vaak, alsof rechts op de onderwijsbevrediging veel meer gesteld is dan de partjjen van links. En nog op dit «ogenblik is de rech terzijde werkzaam niet het minst in het be lang der onderwijzers, lagere ambtenaren en beambten; doordat zij zich met hand en tand verzet tegen het besteden van enkele tientallen millioenen aan een anti-socialen maatregel als de Staatepensionneering. Met een deel dier millioenen toch zullen de sinds lang als te laag erkende salarissen van verschillende groepen verhoogd moe ten worden. Wellicht belet de partij-zucht do heeren van, den Bond in te rien, dat zij bij1 een reusachtig tekort op den jaarlijkboheu dienst geen belang hebben, maar wel het tegen deel. Willen zij den toestand totaal miskennen en den bovengenoemde^. Bond tot voor beeld nemen, dan alleen kunnen zijvoort gaan nog steeds vertrouwen te hebben in de linksche partijen- Rechte zal naar hun gunst dan maar piet dingen. Want onze partgen blgven liever trouw aan het „doen", wars van gdel beloven. Ben pleidooi voor den molen „De Stier". In een van de laatst versohenen „Gids"- nuinmers heeft men knnnen lezen hoe wel sprekend onze groote portretschilder, Jan Veth, pleit voor het behoud van het Hol- landsche" stedenschoon. Die vernieling van eerwaardige bouw werken en mooie stadsgedeelten, in den tegenwoordigen oorlog geschiedt tot zooveler smart en verontwaardiging het is een proces, dat in vollen vredestijd voor onze oogen zijn geregeldèn gang g3at en dat de gemiddelde burger zelfs in de stad zijner inwoning met volslagen onverschil ligheid aanziet. Waarop het vooral aankomt, aldus het betoog van Jan "Veth, het is niet het behoud van die enkele wgdvermaarde kerken en stadhuizen (want tegenwoordig zal niemand er aan denken die klakkeloos te sloopen), maar wel de zorg voor die oude woonhuizen en andere burgerlijke ge bouw en, die, op zichzelf genomen, nu niet juist van overbluffende kunstwaardo zgn, maar toch een onmisbaar bestanddeel vormen van liet eigenaardig schoon der Hol'andsche steden. Tot deze soort bouwwerken behoort on getwijfeld de molen „De Stier" aan de Hout markt, dien naar uit de jongste raadszit tingen is gebleken, het dagelijksch bestuur dezer gemeente van zins is, te sloopen, om het terrein te benutten voor «en ontsmet- tingsoven. Al op grond van zjjn leeftijd(hjj draagt het jaartal 1687, is 'dus ruim een halve eeuw ouder dan „De Valk", de mooie molen bij de Beestenmarkt, die van 1743 dateert), heeft „De Stier" recht op onzen eerbied. Maar liet is vooral om zijn schilderachtige ligging aan den hoek van Heerengracht en Heerensingel en door zijn passende omge ving, dat deze oude molen Verdient te wor den gespaard. Men bekijke hem eens van den kant van het station H. B. S. M. of van de zgde der Havenbrug. Vóór de mees te burgers van Leiden, is hij misschien een onbekende; de noordelijke singels wor- nn eenmaal niet beschouwd als wandelweg. Een deel van het publiek verdringt zich liever in een „fraaie" straat als de Sta tionsweg. Maar voor hen, die een oog hebben voor de intieme schoonheid van onze Holland- sche steden, is het beangstigend waar te nemen, hoe voortdurend wat oud en mooi is, plaats moet maken voor het moderne, dat. helaas! maar al te vaak leelijk is. Vraag het den oprechten, ouden Leidenaar, die iets voelt voor- deze veste, en- hjj zal n vertellen, datzooayeL stad als. omstreken vroeger heel wat- mooier waren dan thans. Waar moet dat heen? Ja, ik weet het wel, men beroept zich op de eisoben van ver keer en hygiëne, en men heeft gelijk. Wij kunnen van een zich steeds ontwikkelende stad geen museum van oudheden maken. Maar laat men tevens de meer ideale belangen van schoonheid en kuns'fn behar tigen. Laat men geen oud en typisch ge bouw opofferen, tenzij ear dringende uoodzaak bestaat. Laat men bedenken, dat een oude molen wat meer is dan een curiosum voor den Amerikaanschen globe-trotter, dat het een van de eigenaardigste elementen is van het Hollandsche stadsbeeld en landschap. Velen zullen misschien thans piet inzien wat voor aesthetische waarde er ligt in zoo'n ouden windmolen, en pas onze nakomelingen zullen hel beseffen, wanneer zjj dergelijke gebouwen nog slechts op plaat of schilderij zullen kunnen aanschouwen, waar ran die molens zelf alleen de gevelsteenen in do Lakenhal te zien zullen zijn. Moge het niet zoo ver komen! X. Wantoestand. Geachte Redactie. Wanneer men, na den Zondag aangenaam aan Zee doorgebracht te hebben, 's Maan dagsmorgens 6.05 uit Noordwjjk-aan-Zee ver trekt, kan men zgn pleizier spoedig op. In Rijnsburg arriveert men met een volle tram, meest militaire verlofgangers. Daar is het overstappen in de Katwijkscbe tram. Men begint niet wachten, wat bij. regenachtig weer al zeer onaangenaam is, want het wachthuisje biedt voor slechts enkelen plaats. Na oen minuut of tien wachten komt dan eindelijk de tram uit Katwijk, alle zit plaatsen bezet en ook de balkons gedeel telijk gevuld. Met moeite worden de Noord- wijkers geladen en als haringen gepakt, gaat het vorder. Volgende haltes passagiers, er wordt van voren naar aohteren en terug geloopen, hier of daar nog iemanl bjjgepakt of bjj den wagenbestuurder gestuwd. Deze belading kost tijd, en waar men Re ge wone reis in 30 minuten kan doen, komt men nu na 50 minuten reis in Leiden, dus 5 min. vóór 7 uur. Om 7 uur vertrekt de. trein richting Rotterdam, waarvoor de meeste reizigers bestemd zjjn. Voor den spooroverweg verlaten verscheidene pas sagiers de tram, rennen naar het station, en is de trein binnen, dan volgt een alge- meene wedloop naat de stations-loketten. Gedrang, geduw, gestomp, gescheld voor de loketten en op het nipje, hoe weet men soms zelf niet, krjjgt men ten slotte den trein. De Directie der Electrisohe-Tramweg-Mij. en de Vereonlgingen van Vreemdelingenver keer te Noordwjjk en Katwijk heb Ik al eens op de wantoestanden gewezen en daar op verbetering aangedrongen, doch zonder resultaat. Toch is het werkelijk voor beide bad plaatsen van het grootste belang, dal de vele badgasten, die 's Zondags aan zee vertoe ven en 'b Maandags vroeg willen reizen, van een behoorlijk tramverkeer verzekerd kunnen zijn. Ik hoop, dat, misschien laegs dezen weg, verbetering in den bestaandeti "toestand verkregen zal kunnen worden. Met dank voor de plaatsing. Hoogachtend, C, BACKX. Rotterdam, 11 April 1916. VergaderiDg van gïüfcernamiddag. Voorzitter S. .J. G. baron van Voorst tot Voorst. Aanwezig alle Ministers, beliaho die van Waterstaat. Oomitc-Cïeuoraal. Do VOORZITTER doelt, mode, dat ia ingekomen een brief van die heeren Kuy- per c.s. met verzoek om In een spoedig te beieggen vergadering een voorstel te doen, om een comité-gcnera-al te beleggen^ teD einde de Regeenng in de gelegenheau te stellen de Eertste Kamer dezelfde mededee- lingen te cloen als aan do Tweede "Kamer. De heer Kuyper licht dfft voorstel tob. Buiten schuld der Kamer zijn we in een conjunctuur tot de Regeering geraakt, die een min aangenaam karakter draagt. De verklaringen der oorlogvoerende .Tteg-ee- ringon gaven zeker een indruk van gerust heid. Ook doet spr. niets af aan de hulde, die de Rogeerin^ toeicomt voor haar optre den op internationaal gebied, .ox hier loos alarm was, doet niet ter zake. Éen brand wacht moet uitrukken op het eerste ge rucht. Maar het is de vraag of de Regee ring wel uit constitutioneel oogpunt heeft in acht genomen wat eisch van het oogen- bli{c was. Spr. legt niet den nadruk op het kwetsend karakter daarvan voor de Ka nier. Do Eerste Kamer staat te hoog, oöi gunst of gratie af te bedelen. Maar het is de vraag of cle Regeering wel genoegzaam gewaakt heeft oor haar eigen constitutio neole waardigheid. De Regeering heeft eigener initiatief dadelijk de Tweede Ka mer gewenkt en geroepen en haar geheï- imemVsen medegedeeld. Maar terwijl de volksvertegenwoordiging bestaat uit. twee Kamers, heeft do Regeering dadelijk dit erschil tussehen clie beide tafiaxen gemaakt, dat. zij de Eerste Kamer buiten de poort liet staan, terwijl de Regeering uit eigen initiatief dit generaa-I-comité in het leveü riep. Dit ondersoheid strijdt met de con tkiftutonifcele beginsel on. De E'erste Kamer draagt ckonalfe de I Tweede een hooge verantwoordelijkheid. I De Regeering zag. in, dat het. belang van den Staat, easolite, ciat de Tweede Kamer j mededeelingen ontving, idoch aciitte dit voor de Eerste Kamer niet noodig. Dit mag de Eerste Kamer niet dhlden zonder protest. Ook de Eerste Kamer rhoe?b de noodige gegevens bezitten, om naar in staat te stellen een rijp oordeel te vellen over de RegeeringsvooratellenMaar zij keefti ook een actieve v erantwoordeiijkhea'd en moet in staat zip een oordeel te vellen over de Rcgeeriaig en haar optreden, door een interpellatie, als anderszins. Om dat te kunnen doen, heeft zij inlichtingen noo dig. Die moeteu haar bovenal gegeven worden waar het geldt internationale be langen, waar de Regeering heeft verklaard gegevens te bezitten, die een toenemihg cler gevaren voor ons land doen duahten. Juki) in een tijd, waarin zoo vaak op hol croüiet dier Kamer wordt afgedrongen, moet de Regeering zulk een houding niet aannemen tegenover de Eerste Kamer. Yandaar sprekers voorstel op gronu van ait. 10 van het Reglement van Orde. De VOORZITTER stelt voor aan dit ver zoek het vereisóhte gevolg te geven «en vraagt de Regeering of zij beTeid is daar aan te voldoen. De Minister van Binnonland- so he Zaken, de heer GORT VAN DER Uit het Engelsck van Miss ÏONGE. (Nadruk Vorbodcn). 140) „Daa* kunt gij op rekenen", gaf John ten antwoord. ,,Ik wenschbe, dai ik u kon keipen, maar in Barbados Sieb ik vele za ken op touw gezet, die eigenlijk meer voor niijn oigen genoegen waren, zoodat ik va- d aiefc kon vragen, die voor zijn rekening te neinoa, en daarom bon ik nu slecht bij kas." <jHoê is dwaasheid om u daaromtrent bij mii te verontöohuldigen"zeide Arthur lachend, doch met een eenigazins bewogen teen John zich" met de noodlottige portefcnüke onder den arm naar het ka binet rijna vaders begaf, hopende iets ten Toordeoie van zijn broeder te zullen uit werken, en als de beste inleiding daartoe begon loeh den brief voor te lozon, dit Ar- tih/ur hem op Kerstmis geschreven had. Bord Martin dale was zeer getroffen over den aanhef, dooh nog meer verwonderd', toen hij, verder lezende, ontdekte welk een Bora Percy had voorgeschoten. Waarom kon Percy mij niet schrijven? Dacht hij da.n, datfe ik "mijn eigen zoon nie<t zou willen helpen?" ..Het schijnt noodig geweest te zijn zon der tijdverlies te handelen." ..Indien het al noodig geweest ware die som dadelijk uit, te betalen, waarom wend- e hij rich dan niet tot mij, in plaats van door Arthur een schuldbekentenis te Eatoa g'cwen, die niets waard is?" ,,Ik verbeeld mij, dat, daar hij plan had om Theodora's hand te vragen, hdj het niet aangenaam vond!, dafc gij of rij zoudt we ten, hoe veel verplichting Arthur aan hem had." ,,Het doet mij genoegen, dat ik het üxl weet. Ik was er eigenlijk niet zeer over te vreden, dat Peroy volstrekt geen geld scheen te hebben en dat wel ondanks al de beweging, die er over zijn boeken genaakt is. Ik begon te vreezen, d'at het ook ail een treurig ambacht zou wezen; maar nu lijkt het er beter naar. Vijf duizend pond! Hij is toch een knappe vent." „Ik hoop, dat hij weldra het dubbele van die som zal gewonnen hebben", zoide John, die zioh zeer vermaakte met de wijze, waar op men de talenten rijns vriends schatte. „Nu, ik moet zeg«gen, hij heeft als een vriend gehandeld" hernam Lord Marbinda- le, „ofschoon de wijze, waarop hij het ge daan hoefb, wel een weinigje misplaatst wasmaar indien gij den boestand gezien hadt, waarin de ongelukkige Arthur ver keerde „Zou ik het Peroy wellich(t vergeven heb ben?" merkte John aan, terwijl hij een zóó spotachtig gericht zette, dat rijn vader er om begon te lachen. „Denk niet, dat ik het hem ten kwade duid", zed de hij; „ik bedoelde slechts, dat ik hem dadelijk betalen wil, zoodra wij Wyelands verkocht hebben. Gij begrijpt, dat ik geen verplichting kan hebben aan een jongmensch, dien ik onder mijn oogen heb zien opgroeien." „Misschien wenschbe hdj, d'at men het be- sóhoiiwd© alsof het in de familie bleef." „Dat is het juist. Dat vind ik het erg ste. Dat vermindert dan alweer de sexm, die ik aan Theodora had toegedacht, en er blijft toch weinig genoeg voor haar over. Het ia nietö dan verlies! Kon Arthur op zijn leeftijd en met zooveel kinderen dan ook niet beter zijn verstand gebruiken? Wat is dat nu weder?" riep hdj vol schrik uit, toen hij verder had gelezen. „Nog min stens zeven duizend pond. bovendienMet die schulden kan ik mij met inlaten." Een uur daarna kwam John in «de veranda, waar Peroy zat te lezen, en vroeg of hij wist waar Arthur was. „Hij is gaan wandelen. Hij was in zuilk een spanning, dat hij bijna de koorts kreeg vaai angst, zoodat Violette hem bepraat heeft rich een weinig te verzetten, en nu ia hij met Johnnie en Helena op het pad. Wel, hoe is het af geloop en?" „Niet zoo goed als ik verwacht had. Papa wil niets betalen buiten dé schuld, dÜé Ar thur aan u heeft." „Ei ed, hij vindt toch niet, «dat ik al te vrijpostig gehandeld heb te zijnen aanzien en hem beleedigd heb?" John begon hartelijk te lachen en Percy vervolgdeIn ernst, idle soort van belee- ■digiiig is het moeilijkst te vergevenik zal blijde zijn als die afgedaan is. Dat zou een pak van Arthurs hart rijn." „Dat geloof ik, maar waarlijk, had weinig gedachte, dat wij zoo slecht bij kas waren. Al hetgeen ik van papa heb kun nen verkrijgen, is, dat het landgoed met vijf honderd pond 's Jaars zal bezwaard worden om oen inkomen aan Violette te ge ven ingeval haar man komt te sterven, tor- wijl de vijf duizend pond van Arthurs hu welijksgift voor de kinderen bewaard zul len blijven; miaia/r wat de tegenwoordige schulden aangaat, wil mijn vader zich tot niets verbinden, en zegt alleen, dat hij hem weiücbt een weinig, helpen sal indien hdj riet, dat Arthur zelf zijn besfc doet om zui nig te leven en zijn schulden te betalen." „Dat is juist zooveel als men met rede lijkheid kan verlangen. Die harde tucht,.zal hem zeer veel goed doen." „Als hij er niet onder bezwijkt", zeide John zuchtende. „Mijn vader-neemt, dunkt mij, niet in aanmerking, welk een schok rijn gezondheid gehad heeft. Hij is in den zelfden toestand waarin ik mij bevond, toen ik buitenslands ging en „En ik houd mij verzekerd, dat, indien gij iets anders te doen hadt gehad dan op uw hoest te letten, gij veel spoediger uw gezondheid teruggekregen zoudt hebben." „Maar heb ie niet alleen voor Arthur, dat ik bezorgd ben. Kan er iets treuriigers rijn dan rich in hun stand, te Londen zoo te moeten behelpen? Wat zal Violette be ginnen zonder rijtuig, zonder - Peroy lachte. „En zonder balkostuum en gepoederde lakeien? Neen, neen, John, ge loof mij, zoolang Arthur rustig bij haar thuis blijft, heeft Violette geen behoefte aan vermaken en zal zij rich veel neter dan wij schikken in het ontberen van de ge makken des levens." „Nu, ik hoop er het beste "\an, ik weet er ook niéts aan te veranderen.-' Arthur was beter tevreden dan John.. Hij was zeer dankbaar voor de vergiffenis en hulp zijns vaders en dubbel erken telijk voor de beschikking welke hij ten aanzien van Violette geno men had. Lord Martandale w. ook beter over hem tevreden bij gelegenheid van dat onderhoud, dan hij ooit bij dergelijke za ken geweest was. Met dat al waren er nog vele zwarigheden te overwinnen; heb geld xnoest er wezen en de keus tussohen ver- koopen, irijn (göederten bezwiaren, of rijn bosschen te laten vellen, scheen - _>rd Mar- tindale zeer ter harte te gaan. Hij wal er zoo trot soli op geweest, dat het land goed jaarlijks in waarde toenam. Hij ver< langde niets liever dan zijn stallen te ver minderen en de bloementuinen minder kostbaar te maken; maar, zooals hij John zeide, hij wist met hoe hij de enorme koe ten van do laatste zou inkrimpen zondei Lady Martindale verdriet aan te doen. John bood aan zijn moeder eens te pol ken, om te ontdekken of de gedachte aan liet afdanken van Armstrong met rijn ben de tuinknechts inueruaad zoo verschrikke lijk voor. haar wezen zou. Hij merite op, dat zij zeer treurig werd, toen hij van haar cactussen en erica's gewag maakte; zij be gon er cladelijk over uit te .weiden, dat haar tante zooveel van die bloemen hield, en zeide, dat zij sedert maanden niet in de trekkassen geweest was. J ohn sprak als terloops van do kosten, welke die verza meling bloemen vereiachte, en dat het Jwellicht voorzichtiger zou zijn die uitga- Ven te beperken, als men ten mimc-e eoni'g kapitaal voor Arthurs kinderen wemekte over te houden. a,u had hij de r-echfco snaar getroffen! Zij zag hem vol verbazing aan; want ofschoon zij zeer ver in de hoogere rekenkunde was, had zij rich nimmer ver waardigd tob ponden, schellingen en pen ningen af te dalen. „Is er geldgebrek? Ik" meende toch, dat mijn lievo tante haar geheel© vermogen aan den lieven, kleinei. Johnnie had ver maakt 1" „Dat is ook zoo, moeder, maar dan eerst, wanneer hij deoi titel erft, en cle anderen krijgen Jn het geheel niets dan do vijf dui zend pond van Arthur, om onder zioh te verdoelen." (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1916 | | pagina 5