No. 17211. LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 4 April. Tweede Blad. Anno 1916. Binnenland. Ingezonden. FEUILLETON. Violette of de Schoonzuster. Door Let hoofdbestuur van den Vrij- ajnni- Chr. Studentenhom!, waarbij zjn aan gesloten de Vereenigingen van Vrijzinnige Ghr. Studenten te Leiden, Groningen en Utrecht, worden te Delft pogingen aange wend aldaar tot de oprichting van een ver- eeniging te geraken. Dc gewone audiënties van de Ministers Aan Marine en Waterstaat, zullen Vrijdag 7 April a.s. niet plaats hebben. Door Let bestuur der Ned. Vereeni- o-iug voor Gemeentebelangen is een commis sie benoemd, die van advies zal dienen om trent de vraag of een wettelijke voorziening jjoodig is ter bepaling in hoeverre door de lftgere wetgevende organen b"4 verordening liet genot van den eigendom en andere bur gerlijke rechten kan worden beperkt en of onder bepaalde omstandigheden aanspraak op vergoeding der uit deze beperking voort- Vloeiende schade behoort te worden gegeven- Bij Kon. besluit zijn benoemd tot bur gemeester de beeren H. M. J. M. Vroemen van Niouwstadt en A. F. van Rijswijk van Cromvorrt. Men schrijft uit Rotterdam: In den Doelen is gistermiddag een ver gadering van veehandelaars gehouden. Bij advertentie waren nadrukkelijk alle veehan delaars van Nederland opgeroepen, en er waren er dan ook uit verschillende pro vincies vertegenwoordigd. De bedoeling schjjnt de oprichting van een Bond van Ne- derlandsche Veehandelaars te zijn geweest. Inmiddels is, uitgaande van de" Provinciale bonden van veehandelaars uit Groningen, Friesland en Zuid-Limburg, een oproep ver schenen voor een Zaterdag a.s. te Utrecht te houden vergadering met bet doel daar tot .oen Nederlandschen Bond te komen. Om nu elkander niet in den weg te zitten, besloot het comité, dat voor de vergadering op he den verantwoordelijk was, warm te propagee- ren voor een Provincialen Zuid-Hollandschen Bond, die ook aanvankelijk met 74 leden tot stand kwam. Het gevolg was intuöschen, dat zij, die van buiten Zuid-Holland waren ge lsomen, onverrickterzake konden terugkee- ren. Ter vergadering bleek, dat zeer veel voor een nationale federatie wordt gevoeld, al had men van verschillende zijden toege staan, dat de Utrechtsdie vergadering op Saterdag wordt gehouden, als gevolg waar van velen ih ver rand met godsdienstige over wegingen niet' tegenwoordig kunnen zijn. De algemeen© opinie was, dat de veehandel, wil hïf niet worden uitgeschakeld, behoefte heelt '4ïui aaneensluiting,ten einde ook gehoor .te vinden bij de Regeering, die in de Pro vinciale Bonden niet de vertegenwoordiging van alle veehandelaars erkent. In de_n Haagsehen Raad werd gisteren behandeld het voorstel, om B. en W. te Juichtigen tot het verkoopen van strijkijzers aan do stroomverbruikers van hét Gemeen telijk Electrisch Bedrijf. De heer Crena de Jongli bracht een re dactiewijziging in zijn voorstel, om de strijk ijzers slechts voor houders van muntgasme ters en huurders van woningen van óen. be paalden huurprüs beschikbaar te stéllen. Nadat de wethouder zich bereid had ver- Jdaard, de redactiewijziging van den heer v0rena de Jongh over te nemen, werd het geameudeerde voorstel met 22 tegen 13 stemmen aangenomen. Lf De Ned. Verceriiginr to 11 clVcn en instandhouden van herstellingso jrden voor hauccis -en kaatoorbcuionuen, ua.KwiA- röizigers en handelsagenten, heeft te Botter dam haar jaarlijksche algemeene vergade ring gehouden onder leiding van den heer Jac. F. Vogel. Uit het jaarverslag, loopende over twee ja»-en, bleek, dab het kapitaal der Vereeni- ging op heb einde van 1915 bedroeg f 22.824, terwijl heb aantal leden zioh meb enkele aan gesloten vereenigingen uitbreidde. Uit heb Reductie-fonds werd f 1781 betaald ten be hoeve van tien leden van aangesloten ver eenigingen, die in een bestaand herstellings oord werden verpleegd, van wie 7 herstel den, 1 overleed en 2 nog op heb einde des jaars nog in verpleging waren. Herkozen werden de aan de beurt van af treding zijnde leden van het. hoofdbestuur, de heer Jac. P. Vogel, te Wassenaar, N. A. A. Rampmap en H. C. Snel, de drie cerst- genoemden tevens in hün functies van voor zitter, penningmeester en secretaris, terwijl het bestuur werd uitgebreid met één lid, den heer P. Verbeek te Dordrecht. Ten slotte werd besloten wederom f 1000 te bestemmen voor het Reductiöfonds met dien verstande, dat bij gebleken noodzake lijkheid dit bedrag kan worden overschre den. De Wet op het Lager Onderwijs, Versohenen is het rapport van de Com missie uit den Vrijz.-Dein. Bond, betref fende herziening van art. 21 der Wet op het Lager Onderwijs. De Commissie komt tot de volgonde con- oluaies, formuloerende haar wonschen in zake wijziging artikelen 21 en 23-der L. O.- wet I. Xu de Wet worde vastgelegd, dat de regeling der schooltijden en der vacan- tiën, na ingewonnen advies van de school vergadering, aan de gemeentebesturen wor de opgedragen, onder goedkeuring van en met het recht van initiatief tot wijziging aanJiet Schooltoezicht. He regeling der interne sohoolzaken wor de aan de school gebracht of gelaten. II. He hoofdeloozeschool moet niet in het belang van heb onderwijs worden ge acht. Aan het hoofd der school staat iemand, door de autoriteiben benoemd. TTT. He wetgever verplichte de gemeen tebesturen schoolvergaderingen in te stel len en te reglementeeren naar de volgende grondslagen a. Alle leden van heb personeel zijn lid van de schoolvergadering, b. Zij hebben in die vergadering gelijke rechten, o, Zij zijn verplioht de vergaderingen bij te wonen (valkonderwijzers alleen, wanneer zaken in behandeling komen, waarbij hun vak be trokken ie), d. He schoolvergadering be stuurt de school. Haar besluiten moeten door alle leden van het personeel wor den gevolgd, e. Ieder lid der schoolverga dering kan van een besluit in hooger be roep komen bij het gemeentebest/uur oaeu quo het schooltoezicht. IV. hoofd der school is belast met het toezicht op de richtige uitvoering van de besluiten der schoolvergadering en op de naleving der wettelijke voorschriften. Voor zoover het handelingen naar buiten betreft, voert hij de besluiten uit. V. He uitvoerende macht mag dn geen enkel opzicht de schoolvergadering in haar wetgevende macht beperken. Er moeten wettelijke voorschriften wor den gegeven om dit te voorkomen. VI. He benoeming van den onderwijzer sta niet onder den invloed van bet hoofd der school. In haar slotwoord zegt de* Commissie o. a. „De Commissie is overtuigd, dat een re geling ala door haar wordt voorgesteld, een eind zal kunnen maken aan de wanver houdingen, die ten gevolge van de ver ouderde en steeds meer verouderende arti kelen 21 en 23 der L. O.-wet in de scholen bestaan, en die vaak een geest in de scho len hebben gebracht, welke niet bevorder lijk is aan de hoog noodige samenwerking van alle leden van het personeel. Jarenlang is aangedrongen op wijziging van genoemde artikelenmet kracht ia daarvan de urgentie door de onderwijzers en ook door velen, buiten het onderwijs staande, bepleit. He Oommnssie acht heb gelukkig, dat de teekenen wijzen op een naaT-voren-schuiven van dit voor het on derwijs zoo hoogst belangrijk punt in'de po litieke organisaties. Want per slot van re kening zal door haar invloed de lang ge- wenschte wijziging moeten worden ge bracht. He Commissie vertrouwt, dat die wijzi ging eenerzijdb een eind zal malken aan dé nog maar al te vaak gehuldigde opvatting, dat -de onderwijzer niets anders is dan een helper, een werkkracht onder de bevelen van een ,chefHet kan en mag in een school nu eenmaal niét gaan, zooals in een bedrijf of op een kamfboor. He onderwijzer moet zelfstandig voor zijn klasse kunnen staan, eigen gevoel en gemoed! in zijn on derwijs leggen, de methoden kunnen doen aanpassen aan de behoeften van rijn klasse, rekening kunnen houdefi met de eigen schappen van zijn leerlingenhij kan niet alleen op voorschrift of order werken. Maar anderzijds zal bij de voorgestelde regeling de school als organisch geheel, als opvoedingsinstituut, meer cn beter tot haar recht komen dan thans het geval is. Eerst als in elke 6ckool 't hoofd en de onderwij zers zich naar waarheid elkanders ambtge- nootcn en onderlinge medewerkers gevoe len aan éénzelfde taak en tot éénzelfde doel, zullen ook alle -krachten ten bate van opvoeding cn onderwijs tot dc meest productieve samenwerking worden ge bracht. Het onderling overleg, niet 7.00 maar nu en dan to hooi on to gras vóór of na den schooltijd maar in behoorlijk georgani seerde schoolvergaderingen, zal leiden tot overeenstemming omtrent de te volgen me thoden, omtrent maatregelen van orde en tucht, tot nauwer verband tussckcn heb onderwijs in do verschillende klassen het zal, ook bij verschil van inzicht, tot over eenstemming van handelen kunnen leiden, telkens als met behoud van elks zelfstan digheid, toch eenheid in het noodige ver- eischt is. Het meedeelen van wederzijdsche ervaringen zal allen ten goede komen daardoor zal een nooddg cn heilzaam cor rectief worden verschaft tegen eenzijdigheid en sleur, zelfgenoegzaamheid cn bekrom penheid van den enkelingfouten, die bij 't onderwijs nog meer dan elders, nadeelig werken. He onderwijzers zullen gevoelen, dat zij allen te zam-en en ieder voor zioh mede verantwoordelijk zijn voor den goe den gang van zaken in de geheel e school en voor de goede resultaten van het gekee- le onderwijs. En het zal voor hot hoofd dor school, on der de nieuwe regeling, een hoogere, meer sympathieke taak zijn, als voorzitter der schoolvergadering met kennis en tact alles in goede banen te leiden en de na behoor lijke voorbereiding on bespreking geno men besluiten uit te voeren, dan om als een „machthebbende" te willen trachten zijn wil en zijn wenschen te decreteeren. Ten slotte zal door dit alles het onderwijs zelf het meest gebaat zijn en zal dus de ge- wenschto hervorming ten goede komen aan de opvoeding van het gansche volk." Een Laige Weg inet Onvoldoenden Leeftocht. Het voorstijl, door B. cn ,W. d.d. 22 Maart bjj den Gemeenteraad ingediend, be doelt tweeërlei Eenerzijds willen zij een Raadsbesluit uitlokken om een oommissie van 6 Raadsleden te benoemen, die een verbete ring in de loonregeling van het gansche Ge- meentepersoneel, met uitzondering van de onderwijzers, zal hebben voor te bereiden; anderzijds willen zij, al is hot dan ook ©enigszins geleidelijk, van den Idndcr-loe- slag ai Wij zouden het voorstel van ganseher harte kunnen toejuichen, indien na afloop van den termijn van don kinder-toeslag do nieuwe loonregeling in werking zou kun nen treden. Dat is, helaas, niet hot geval. B. en W. willen den kindertoeslag terugne men, zonder de voorstellen van de Oommis sie af te wachten. Gaat de Raad daarmee accoord, dan zien We voor het personeel in dienst der Ge meente een donkeren tjd te gemoet. Vvaar toch moet het heen, wanneer het gemeen- tepersoneel de komende tijden zal moeten rondkomen met loonen, welke in normale tij den reeds te laag zjjn, om daarvan behoor- ljk te kunnen leven V Dn lang zal het duren voordat daarin verbetering komt. De te be noemen Commissie krjgt opdraoht een on derzoek in be stellen naar de loonen, zoo wel in als buiten Leiden; zj moet loonre gelingen ontwerpen; zj moet berekenen wat oat tailles zal kosten en, zeggen B. pn W, Woordelijk in hun toelichting: „Het 4<*>r de commissie uit te brengen rapport zou te zjjner tjd door u in handen van ons Ooilege ter fine van plaeadviea kunnen worden gesteld, ten einde nis! ver gadering ook met het gevoelen van ons College te dezer zake in kennis te stellen, terwjl dan door ons College op1 zijn beurt ook het gevoelen der Commissie van Finan ciën zou kunnen inwinnen." Wj willen er op wijzen, dat hier met geen enkel woord gesproken wordt van de me dewerking, welke in deze, voor het perso neel zoo belangrjke, kwestie door de orga nisaties zal moeten worden verleend. Waar schijnlijk zullen B. en W. hébben gedacht, dat de Commissie vanzelf-sgrekend de or ganisaties daarin zal betrekken, maar toch hadden wj liever gezien, dat het maar in de toelichting stond. Dit echter slechts terloops. Waar wj de aandacht op willen vestigen, dat is op den langen wegj dien zarl moeten worden afge legd vóór en aleer de aldus voorbereide loonregeling door den Raad in behandeling zal worden genomen. Waarom, zoo vragen wj ons af, willen B. en W. dezen langen en moeizamen weg? Wj mogen bet natuurlijk niet veronderstel len, maar zjj wekken zeer sterk den sohjjn, dat deze weg gekozen is, om voor langen tjd (van verzoeken om hooger loon of een duurte-toeslag verschoond to blijven. Maar wat ook de reden moge zijn, of het College het to druk heeft om het zc-lf to doen, of wel, dat B. cn W. dezen omslach- tigen weg om andere redenen doelmatiger achten, zeker is het, dat het lang zal du ren voordat de Raad de loonregeling in behandeling zal krijgen. Nu zou het nog' niet zoo org zjn. dien langen weg te howandelen, wanneer het ge meente-personeel maar over voldoenden leef tocht beschikt. Maar daarvan is geen sprake. Bij den aanvang van dit artikel wezen we er reeds opj dat do loonen der werklieden, behoudens enkele gunstige uitzonderingen, reeds voor normale jijden onvoldoende moe ten worden geacht. Hoe zal het dan moe ten gaan in de komende tijden, waarin een nog grooter stijging van de prijzen der eerste levensbenoodigdheden dreigend voor de deur staat? Sinds het uitbreken van den oorlog ste gen de prijzen van de bekende 29 veir- bruiksartikelen, waarvan het verhou lingscj- fer iu 1900,op 100 is gesteld, van 114 tot 153. Daarbj komen dah nog de scherp stijgen de prijzen van schoeisel en kleediug. Dat de nood hoog is gestegen, wordt ook in de 8ste Regeerings-nota erkend, waarin wordt gezegd „Is er dus geen twijfel aan, dat in som mige kringen het oorlogsjaar welvaart heeft gebracht, groote, niet t onderschatten be zwaren blijft de huidige toestand medebren gen voor de ambtenaren en werklieden. De velo uitgaven, die de crisis voor 's Rijks schatkist ca voor -andere publieke leassen medebrengt, zijn aanleiding, dat van lotsver betering voer ambtenaren zoo goed als geen sprake kon zjn. Dezen, en wel in het bjzonder degenen met kleine sa larissen ondervinden in hooge mate de na deden van de prijsstijging der eerste levens behoeften. Niet mihder treft deze de ar beiders. Gelukkig hebben dezen in eenige streken 6f duurte-toeslag óf loonsver'nooging ontvangen, o.a. de mijnarbeiders, de arbei ders in de wolindustrie, de veenarbeiders, enz. Iu de verkoopsprijzen van kruidenierswa ren kwam sedert de vorige Nota geen ver andering. Algemeene genotmiddelen als thee en kof fie bijven echter langzaam in prjs stijgen de. Belangrjk gaan omhoog de prjzen van erwten en boonen. Het budget der weke- Ijksche uitgaven, iu de 6de Nota gepubli ceerd, steeg over het algemeen opnieuw. In belangrjke mate worden de uitgaven der minder bemiddelden beïnvloed door de stjging ran de uitgaven voor kleeding. De zeer goedkoope Meedingstukken zijn niet meer te krjgen; de gewone kleederen zjn Jnet 10 of 20 pCt verhoogd» de betere soorten van 15 tót 100 pCt gestegen, Eet is te voorzien, dat de confectie nog, belangrjk in prjjs zal stijgen. Ten gevolge van de ongekende stjging der wolprjzen geraakt wollen onderkleeding buiten imreik van velen, die juist dit artikel bj voorkeur dragen." Niet alleen echter onze landsregoering, ook tal van Gemeentebesturen erkennen, dat er in dezen benarden tjd voor het gc- meentepersoneel iets moet worden gedaan. In tal van plaatsen is een loönsverhooging ingevoerd, niettegenstaande de loonen daar reed3 hooger waren dan in Leiden. Weer andere steden garen een duurtj-toeslag en verlengden den tarmiju als die was nfge- loopen. De „Kamer van Arbeid" voor dc Voedings middelen te Leiden, wekte in dit blad de werkgevers op om in verband met de slechte ttjden de loonen van de werklieden te ver hoogen. In plaats, dat de Gemeente hier een navolgingsWpardig voorbeeld stelt voor de particuliere werkgevers, worde juist in "tegenovergestelde richting gehandeld. B. cn V.'. stellen voor, na Mei den kindertoeslag terug te nemen. Gedurende den langen, hangen tjd, die: het gemeente}: .Töoneel te gemoet gaat, wh het Ooilege van B. en IV. geen kindertoeslag meer uitkeeren, geen duartetoeslag geven, geen tjee jjkc loonsvezhooging toestaan. Wanneer we hier mededeolen, dat nog oen zeer belangr jk aantal werklieden met loonen van 10, 11 en 12 gulden per we ek moeten rondkomen; loonen, die in normale tijden on voldoende zijn, dan zal men ons moeter toegeven, dat het onmogelgk is in dezen abnormaal duren tjjd daarmede toe "te komen B. en W. leggen er den nadruk op, dat ds Raad 2 December besloot een kindertoe slag toe te staan in verband met den win ter; er word i zelfs een beginsel-kwestie var gemaakt Wij voelen geen roeping om over dat beginsel den strijd te gaan voeren. Maar dit Willen we met grooten nadruk consta- teeren, dat liet er op '3t oogenblik zeker niet minder slecht uitziet als in December. B. en W. mogen dan van oordeel zijn, dat het oontueeren van den kindertoeslag een verkapte loonsverhooging is, wij van" onzer kant zeggen: er moet ook verder worden geholpen, want anders zal ondervoeding, inel al "do slechte gevolgen daarvan, in de ge zinnen haar intrede doen. Wij durven, geachte Redactie, van uw kostbare ruimte niet meer in beslag nemen. .Veel, zeer veel zon er nog over het voo stel vam B. en W. te zeggen zijn. We moe ten dit echter nalat ?n en met onze con clusie komen. Gaat de Raad met het voorst A van en W. mede, om dien langen weg, naai' een hetero loonregeling 'te volgen, dan zal hjj toch zeker moeten zorgen, dat"er voor do gezinnen voldoende leeftocht 'aanwezig is. M. a. w.: wordt de Commissie benoemd Z'Yj- als B. en W. dat wenscben, dan moet een tijdelijke maatregel worden genomen, hetzj door een duurte- of kindertoeslag te ver strekken, hetzij door een tijdelijke loons verhooging. Zonder dat zal het niet gaan; zullen do organisaties opnieuw moeten adresseeren en zich gereed maken voor den strijd voor hooger loon. -Ze rijn dat verplicht aan Jiun gezinnen, aan hun vrouwen en kinderen. Zo mogen niet aanzien, dat gebrek rijn intrede doet in de huishoudens van het ^gemeente- personeel. N. VAN HINTE, Voorzitter van den Ned. Bond van Werklieden in Openb. diensten en Bedrijven. Dc Dag is Dagende? Geachte Redactie l Vergun mij een kleine plaatsruimte in. uw veel gelezen Dagblad. In Uw Blad d.d. 1 April 1916 stond (de agenda vermeld van de aanstaande Ge meenteraadsvergadering, die gehouden zal worden a.s. Donderdag 6 ApriL O.a. komt or een voorstel op voor (voor stel 22), hetgeen handelt over duurte-toe slag en loonslierziening. Menig beamb te juioht dit toe, want de levensstandaard stijgt bij den dag, zoodat eon duurte-toeslag en loonslierziening dringend noodig zijn. Verschillende categorieën van beambten staan, wtxt salaris betreft, verre teil achter bij andere gemeenten. Het ia te botreuren, dat de Gemeenteraad steeds de beambton van het gfsticht „Endegoaid.", wanneer der gelijke punten behandeld worden, er bui ten sluit. Men hoort in de inlichting verschillende argumcDten cn den geheelen dag klagen, dat men hen ten achter zet, hetgeen hun toesband oog erger maakt. Eveneens is het dringend noodig, dat do salarissen van de vorplegenden worden herzien. De salaris sen in andere inrichtingen rijn veel hoo ger, o. a. „Maasoord", te Poortugaial, Uit het Engelscli van Miss YONGE. (Nadruk Vdrboden). 138) „Ik heb uitgerekend, Idati wj nog drie ■Weken hier zouden kunnen bl jVen, voordat wj naar Brogrfen gaan; en als gjj er niet tegen hadt, zou ik wel gaarne den ver jaardag van ona huweljik hier vieren," voeg de zj ar op dien schuwen, verlegen toon bj, die haar eigen was wanneer zg een verzoek deed, hetwelk haar eigen genoe gen gold. „Ik had e3n ander plan voor dien ver jaardag. Wat zoudt_ gg er van zeggen, als wij 'dien dag te Wrangertan gingen vieren?" Zj tag hem oplettend aan, als om te zien iof H) fcet inderdaad meende, kreeg een kleur van blijdschap, en met een ■vreugde kreet gel pk dien van een land, riep zjj bijna sniktowndt: ,,0, Arthur, Arthur, ik dank u." liar.r kinderlijke blijdschap vermaakte hem, 0n het waa hem een genei haar verruk king te zien. „Dus vindt g$ het goéd, me. vrouw Martindalo?" „O, naar mama te gaan! De kinderen bjj uaar^ te brengen! Annette en ons huis weder *3 zien! Johnnie den üalvellvn fo toocenl Mgn zusters, en Clivia's Hndjel" riep Vio- toblSw'h?m<ïnll:mgond9 Etooepiagea» daar blrjdschap tiaar stean belemmerde. an™ Violettel" zedde Arthur ver- E S ^ca meJ berouw, „Sr wist niet, JÜ vurig verlangd hadt" ,-,Ik glaloaf baast 3»t Ik er reeds niei meer aan daoht," zeide zij, „maar ik Ken er n toch zoo heel dankbaar voor, beste Arthur hoe goed zi>t gij tooh!" Het kwam haar niet in de gBdaohtè, zoo als met hem het geval was, dat hjj die goedheid wel wat vroeger had kunnen too- nen. „Ik hoop nu maar, dat gü er ook pleizier in hebt," voegde zij er een poosje daarna bij. „Zou ik geen pleizier hebben in iets, waar over gij zoo verblijd schijnt te zjfo?" zeide hij lachend. „Het zal mij ook genoegen doen onza oude kwartieren weder te zien. En bovendien," voegde hi) er zeer ernstig bij „al had Ik er geen vermaak ln, zouden er ©venwel heengaan, want het komt rechtmatig toe, en ik weet, dat ik niet wèi gedaan heb tegenover mevrouw Moss, met a zoo lang van haar verwijderd te houden. Gn moet haar schrijven, dat dit Buiten nw schuld was." „Mag ik dan sclirijv«i, dat wij komen? O, Arthur, beste liefste Arthur! kan ik slechts woorden vinden om u te zeggen hoe geluk kig gij mfl hebt gemaakt!" Het bleek, dat dit plan geen plotselinge inval was, want hij haalde een relswjjzaj uit den zak, waarin al de versohillende we- gOn en treinen, welke zj noodig hadden, met potlood onderschrapt waren, alles perfect sluitende, en ep den omslag een berekening van de kosten, die in het geheel niet sloot want Arthur had nog nooit van Zfln leven een optelling zonder fontein gemankt "Vio lette zou zoo spoedig ij .maar kon sohr$. ven, en den dag en het uur bepalen, Misschien was zjj gedurende haar geheels leven nog niet zoo gelukkig geweest ais toen zjj, dienzelfden namiddag op een kleinen afstand van de Overigen bngs het strand dwalend^ zioh rekenschap gat vso haar vreugde en zioh' in dit nieuwe geluk verblijdde. Arthur 'en de kinderen waren aan 't plas sen in 'tzacd en 't zeewater en brachten de meisjesjurken in een toestand, die Sara waa> hopig zou gemaakt hebben, indien zjj zich niet getroost had met do opmerking, „dat het haar hart goed deed, als zjj zag, dat de kolonel zooveel werk van 'de kinderen maakte, Otachoon hij aflet beter met hen to vertrouwen was (tin een zeemeeuw, en zj was verzekerd, dat als "de jonge heer John er niet bjj was, zjj hen eeins op een goe den dag allemaal verdronken Ürais zou zien komen. Zoodra de lente in het land waa, had Lord Martindalo het geheele gezin tot herstel vaa Cluiheid naar den zeekant gezonden, naar eigen dierbaar Vor,trior, en aldaar had den zi) de laatste zes weken doorgebracht zioh dagelijks verheugende in de toenemende gezondheid van Arthur, zoodat er op het oogenblik, waarvan wfl nu spreken, geen merkbare gevolgen van zijn aekte meer tg bespeuren waren, dan dat hij eenigszins zwak en spoedig vermoeid was, van ttfd tot tjjd oog hoestte, en vooral fa ujja uiterlijk zee*; was veranderd. Hoewel men dus niet kou zeggen, dat hj volkomen hersteld was, had zijn vrouw tooh zooveel reden van dank- regging en hoop op de toekomst, dat haar hart van dnnkbaorheW overvloeide, 'en bo venal wanneer zjj de blijken ontwaarde vaa Oen gezegends verandering tn zflb binnenste. Zijn vroolnkhetd was met zfln gezondheid teruggekeerd. Mogelijk was het wél aan rijn jongensachtig karakter toe te schrijven, dót zijn mnart «ver zjtn afdwalingen, boe op. recht en ernstig ook hem niet op dien dutx nederdrukte, Indien Mj er niet door de een of andere omstandigheid aan Herinnerd we«4 terwijl daarentegen het bewustzijn van wsl te handelen, hem vanzelf tot vroolijkhaki stemde. Hqj had nu niets meer te verbergen; zijn geweten was gerust, terwijl hij de vrees voor de toekomst zooveal mogelijk verbande. Hjj was aangenamer dan ooit in den om gang, en voor zfln vrouw, die na zijn her stelling, ten gevolge van haar vermoeienissen zeer ongesteld was geweest, toonde hij "da hartelijkste oplettendheid; zijn kinderen wa ren zjn grootste vermaak, em kleine Johnnie, die thans vol leven en vroolijkheid wac, ont wikkelde zich als een plant, «Se herleeft in den zonneschijn. Arthur ging' met zijn vrouw haar oude lievelingsplekjes nog eens opzoeken, en zij maakte er zioh een genoegen van hem in de gewaarwordingen te doen deelen, welke het terugzien van de tooneelen, welke zij met zijn broeder aanschouwd had, in haar op wekten. John werd dien zomer thuis ver wacht» maar zelfs dit vooruitzioht verbleekte in vergelijking met haar tegenwoordig geluk. Hel verlangen naar haar ouderlijk huis had zjj in znlk een verwijderd hoekje van haar hart teruggedrongen, dat zjj geen denkbeeld had hoe sterk het nog was, tot op het oogen blik, dat het weder te voorschijn modht komen, om aan al wat haar omringde nieuwe kleur en glans te geven. Zfl wandelde langs het strand ia het ge zicht vpn hel landhuisje, jat zjj met John bewoond had, doch dat hun thans te kiein en ook te duur was; en een blik op de veranda werpende» verzamelde Hjj nog een- Waal d« herinneringen, welke zich aan die woning hechtten. Het was een volmaakte vrc ^de. Het kwam niet in haar op, dat haar o'iiiarljjk huis Hcii nds9ehien anders aan h#n zou voordoen, als het in haar herinnering of in Johnnie's verbeelding bestond; en zjj- hield de kinde ren zoo onophoudelijk bezig met voorstel lingen van alles, wat zij zien zouden, dat hun vader betuigde, de kleine Annie in het vaste geloof te hebben gevonden, d3t de Helvcl- ljjn haar grootvader was. ■Arthur was >M tevreden zjjn vrouwtje zoo gelukkig te zien, dat hjj al zjjn vrees zich op die reis te zullen vervelen vergat, en zich bjjna evenzeer als zij, in het vooruitzicht daarvan verheugde. Hjj was de eerste, die, toen zjj' ;een berg in het gezicht kregen, John nie oplichtte en uitriep, dat dit nu de Hel- velljjn was, en mama's verontwaardiging over die grove vergissing was een der vrooïjjkste. en aardigste voorvallen van de reis. Doch toen de Hel vel! (ja inderdaad in het gezicht kwam, en zjj zich werkelijk in de nahjjheid van haar huis gevoelde, werd zij stil en gevoelde zich angstig en beklemd. Wat was zij veranderd, nadat zij dat huis ver laten hnd! En zouden haar moeder cn Ma. tliilde niet vinden, dat zij veel tweinig in kennis en beschaving gevorderd was? Zjj kon ternauwernood antwoorden, toen Arthhr de Hoogstraat herkende, die in Haar verbeelding veel breeder geweest was, c-n haar hart klopt9 hevig, toen do tdu en het grasperk voor haar lagen. Bg de huisdeur ja! daar stond zjj, daar stond dc moeder, naar wier orahoi3ing zj zoo lang gesmacht had! Liefhebbend, maar vertegen, eu in een zenuwachtige ontroering, Lon zjj nauwelijks eeu ooger.Uikjo aan kaar .dochter wijden, zulk eon Laasl maakte njj om haar schoon zoon to verwelkomen, 'lie nog lang niet go- reed was met al de kinderen uit het rij tuig to helpen. Daar stonden de heer tfose en Annette; de andere jongedames bevonden zich in het salon, alv.xar zjj, volgens ht», Ihüde's regelen van étiquette, het gezelschap

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1916 | | pagina 5