Engelsche Brieven. ingezonden. 11^ Jij A !- -7 i i -Mm Sfo aM'j wil tiÈÉ éS Él SPORT. Vragen en Antwoorden. HVaii onzen Lonóensohen medewerker.) (Nadruk verboden.) Londen, 27 Febr. De regeering iieefc zich noch door depu taties van onderwijs- en kunst-genootschap pen, noch door ernstige vertoogen in de dagbladen laten vermurwen met één Maart worden do meeste Londensehe musea voor het publiek gesloten De reden hiervoor is, dat in dezen tijd bezuiniging moet worden betracht en dat het niet aangaat duizenden ponden ster ling uit te geven voor publieke vermake lijkheden", terwijl er op grootc schaal geld moet worden geleend om de oorlogs-uit- gaven te dekken. „Dwaasheid T' zeggen de tegenstanders, .,de oorlog kost dit land om on bij vijt millioen -oond per dag. De besparing van die paar honderdduizend per jaar beteekent dus, dat de oorlog een paar uur langer kan worden gevoerd, dat is al 1" „Geen dwaasheid!" werpen de voorstan ders hier tegen in, „we moeten bezuinigen, laten, we dus beginnen, met die posten, welke de meest-overbodige uitgaven betref fen, te schrappen van de begrooting. De regeering geeft de gemeenschap er een goed en loffelijk voorbeeld mee Ik voor mij ben het hier volstrekt niet mee eens, i'k schaar mij geheel aa_ de zijde der tegenstanders. "Van de musea en vooral van de schitterende verzamelingen van hot Britsch Museum en het Plant- en Dierkunde-Museum in South Kensington gaat een zoo groote opvoedende kracht uit voor de jeugd-, dat ik het verlies daar van buiten alle verhouding hooger stel, dan de winst van die betrekkelijk kleine betuagen, welke in liet niet verzinken te genover de ontzaglijke sommen, die dj oorlog kost. Ik kan geen museum bezoeken of ik vind er heele scholen, die onder lei ding van onderwijzers een rondgang ma ken door de zalen, en de^ambtelijk aange stelde gidsen, die tweemaal daags ten be- hoeve van het publiek een voordracht ge ven over het een en ander onderdeel van de collecties, worden immer door drommen leergierige ouderen gevoegd. Die laatste instelling vooral -s een der meest gewaar deerde middelen voor de populariseering van wetenschap en kunst, welke ooit zijn beproc d en aan Engeland komt de eer toe vier jaar geledén die practische propagan da op touw te hebben gezet. Zooiets moesten wij in Nederland heb ben en de musea zouden niet zoo onbekend blijven, als zij dat ongelukkig nog zijn. Onbekend voor het eigen volk, want de vreemdeling weet ze wel te vinden 1 Zoo zal ook geen - Hollander verzuimen naar het Louvre en het Luxembourg te gaan, als hij Parijs bezoekt, of de National Gal lery en het' Britsch Museum als hij een uitstap naar Londen maakt. Maar het Mauritshuis en het ïtijksmu-' seum blijven gereserveerd voor plichtmatige bezoeken met logé's van buiten; men kan er immers altijd nog heen gaan ze zijn naast de deur! Vraagt eens aan Hage naars, hoo zij het Stadsgezicht van Van Goyen in het Stedelijk Museum op den Vijverberg vinden en hoevele malen zij het museum Meermanno-Vv estreenianum. heb ben bezocht., Men moet mij wel verstaan. De gidsen, waarover ik sprak, hebben alleen den naam gemeen met de internationale kunst beschouwers, die om musea en historische gebouwen dwalen en hun van buiten ge leerde kennis voor een fooi ter beschikking stellen van het reizend publiek. De gid sen, die ik bedeel, zijn beschaafde men- schen, gediplomeerd en grondig op de hoogte van hun onderwerp. Zij worden door de directie bezoldigd en hun dien sten worden kosteloos verstrekt. Hun voor dracht is nimmer oppervlakkig of onbelang rijk; zij trachten niet in een uur tijds al les te laten zien, wat er in het museum te zien is, maar verdeelen him stof over veertien of meer voordrachten en staan klaar om alle vragen van het leergierig publiek te beantwoorden. Werkelijk zij voorzien in een „lang gevoelde be hoefte". Maar dat is nu alles laat ons hopen tijdelijk ten einde.' Met 1 Maart worden Britsch Museum, Tate Gallery, het straks ^genoemde Plant- en Dierkunde-Museum en enkele andere instellingen gesloten. De National Portrait Gallery is al twee maan den lang dicht eil liet London Museum in Stafford House -"volgde dat slechte voor beeld een kleine maand geleden. Van de National Gallery1 is de ,eheele oostelijke vleugel voor regeerings-bureaux ingericht, maar de rest zal waarschijnlijk open blij ven en de tentoonstellingszalen zullen zoo danig worden verschikt, dat ook goede1" schilderijen van uit die oost-e'ijke helft in den westelijken vleugel zullen te zien zijn. Wat blijft ons? Niet veel meer dan het Victoria and Albert Museum, dat minst gekande en meest belangrijke van alle ver zamelingen vax. toegepaste kunst der we reld. Het kan raar loopen. Zoo komt de ellcudige oorlog en de zuinigheidsmaatre gel der regeering'zoowaar ten goede aan de reputatie van dat sclfcöone museum in South KensingtonIk heb het vroeger wel eens gezegd. Het Victoria and Albert Mu seum, dat tweemaa-l zoo groot is als het Britsch Museum en een zoo unieke verza meling kunstschatten bevat, dat geen an der Europeeseh museum het in rijkheid en verscheidenheid kan evenaren, wordt noch door de Engelschen zelf', noch door vreem delingen gewaardeerd. Het zou mij zelfs verwonderen als het tiende deel van dé Londen bezoekende Nederlanders zijn be staan vermoedde. Dat gaat nu evenwel veranderen. Elke provinciaal en vreemdeling, die nu naar Londen komt, zal wel dadelijk door zijn hotelportier (van wien men zijn kennis ge woonlijk opdoet) naar het Victoria and Albert-Museum verwezen worden, wijl alle andere gesloten zijn. En zoo hebben pro vinciaal en vreemdeling dan eindelijk gele genheid om kennis te maken met die over- schoone collectie kunstschatten. Juist deze en de volgende week even wel, ligt het museum Ieelijk overhoop. Het grootste gedeelte van de benedenzalen is afgeschoten, de glazen kasten zijn eruit ge dragen en opgesteld, overal waar in de overige gallerijen een plaatsje kon wor den gevonden, en in dc zóó gewonn3n ruim te zijn houten kramen en huizen en plankieren opgesteld voor een tentoonstel ling, die weinig ofmiets met 't doel van het Museum te maken heeft, n.l. de „British Industries Fair", een tentoonstelling voor den handel, die niet toegankelijk is voor het publiek. Die Britsche Nijverheids-markt, welke nog wel niet de vergelijking kan doorstaan met de wereldvermaarde jaarmarkt te Leipzig, is sinds den oorlog ingesteld met eenzelfde doel. Britsche firma's, die door het ministe-rie van Handel sinds het afbre ken van de betrekkingen met Duitschland zijn iiu,ngeiLiuw.Jlg"Cl um Oie varTikt:ii vau nij verheid, waarin Duitschland uitmuntte, te gaan beoefenen, komen hier to zamen, om to toonen in hoeverre zijn daarin geslaagd zijn. Het gaat ronduit om Duitschland's monopolie m tal van industrieën te breken, om dit land en zijn afnemers onafhankelijk te maken van Duitschland de Duitsche nijverheid. In Duitschland wordt Groot-Brittanje gewoonlijk uitgekreten als het land, dat den oorlog heeft veroorzaakt, omdat cle Duitsche nijverheid de Britsche overvleu gelde. Ik behoef daar niet op in te gaan;' elk land heeft takken van nijverheid, waar in het uitmunt en Duitschland betrekt in vredestijd ook enorme hoeveelheden arti kelen, die het eigen land niet voortbrengt. De British Industries Fair is dus mijns inziens geen bewijs voor die stelling van Duitschland, want niets zou dwazer zijn, dan dat Duitschland niet op het oogenblik reeds alles in het werk stelde om den Brit^ schen handel op Bulgarije, Turkije en de neutrale landen te overvleugelen en even min kan er dus Engeland een verwijt van worden gemaakt, dat het precies hetzelf de doet. In hoeverre is Engeland er nu in ge slaagd om even goede, even goedkoope en even aantrekkelijke artikelen te vervaar digen als Duitschland Vóór deze vraag te beantwoorden, wil ik eerst mededeelen, dat de tentoonstel ling beperkt is tot vijf takken van industrie.; Speelgoed en Spelen, Aardewerk en porselein, Glas en glaswerk, Papier- en drukwerk, Galanterieën. Dit is gedaan met de bedoeling den han del in oorlogsmaterialen en munitie er bui ten te laten, daar die voor de regeering alle krachten in moet spannen en dus geen ten met andere afnemers zou kun- sluifen. Alles, wat dus maar in de verte op oorlogsbehoefte lijkt, is geweerd. Die beperking schaadt de tentoonstel ling niet, want nu reeds is alle beschikbare ruimte geheel ingenomen en er is genoeg te zien.om den bezoeker dagen bezig te houden, x behoef niet in bijzonderheden te gaan, te meer daar de Nederlandsche handelaars, die op Engeland zaken -doen, zelf zijn uitgenoodigd, maar wel kan ik zeggen, dat er voor alle smaken wat is: van het „cheap and nast.y"-artikel, dat het beste verkoopt, tot het dure- en artistieke, da-t slechts door weinigen wordt gewaar deerd. De Britsche nijverheid heeft in de duurdere en betere artikelen altijd haar reputatie weten c j te houden. Het was nu aan haar om de honderd-en-een „made in Germany"-artikelen te produeeerengoed en goedkoop. Het schijnt, dat het haar ge lukt is; er is véél van liet guldens- en shillingsbazaargedoe, dat als twee drup pels water gelijkt op de bekende galante rieën made-in-Germany en er zijn heele reeksen kramen met prentbriefkaarten ,,printed-in-England" en andere boordevol met nieuw en grappig speelgoed. Weinig blikgoed, weinig mekaniek-werk, maar dat wat er is, mag gezien worden. Eén pop' of marionet, of hoe men het' noemen wil, staat mij nog steeds voor oogen. Denk u een cellist met artistieke krullen en een welgedaan voorkomen. Langzaam begint het mekaniek te wer ken. Met zwier n correcte polsbeweging sliert de strijkstok over de snaren en in het dikblozend gelaat slaan langzaam de oogen zich dwepend omhoog. Het is on weerstaanbaar komiek; een geestig en ar tistiek stuk speelgoed, waar jong en oud, ja vooral oud, zich uren mee kan verma ken. Ik moet bekennen, dat ik alleen van de Fransehen, Caran d'Ache bijvoorbeeld, iets dergelijks gezien heb van de Duit- schers nooit. KatfcesiverdLelgifiigo Mijnheer de Itedacteur. Zoudt U zoo goed willen zijn, cut stuk je voor mij to plaatsen? Bij voorbaat mijn dank. ILeu öinicjo vale j.o crezer over de katten- verdlelging noopt mij hieromtrent mijn meoning uit te spreken. Zeker, ik ben hefc met den inzender eens, dat het nikt prettig is, als men zijn dieren, waar men van houdt', op do manier als in het stukje geschreven is, moet verlie zen; maar ieder, die rechtvaardig zijn mee ning uitspreekt, zal mij toegeven, dat het ook niet prettig is, als men een tuintje heeft en men wil er wat bloemen of groen ten in planten, en men ziet dit tuintje heel den 'dag gebruiken als kattenbak, en den boel omkrabbelen door do poesjes van de buren. Is er iéts, dat vuiler is Vooral, als men er groenten in heeft staan. Er zijn menschen, die zóó van poesjes houden dat zij er 6 k 8 stuks op na hon den; dat 5}s natuurlijk iets, dat zij zelf moeten weten, maar laten zij dan de poes jes bij zichs houden, of in een overdekten ren zetten"Dat kunnen zij uit liefde tot de dieren er wel voor over hebben. Maar zo moeten zo niét heel den dag op- straat laten loopen. Poesjes zijn huisdieren. Hopendé, dat zij den raad ter harte zul len nemen, neem ix toch do vrijheid nüj een dierenvriend to noemen, maar een, die er niet enkel het lief maar ook het leed van wil velen. De G. Leiden, 17 Maart 1916. SCHAAKBUBRIEK vAn hot SCHAAKGEZELSCHAP „PNA LEMEDES'. Opgecioht 1846. Speelavond; lederen Maandag In 'dc Bovenzaal van Cafó t)Central", Broestraat. Aanvanp: S uren.. Eedactie i L. BIEEMASn en B. J. v. d. KBOQT. Probleem Nb. 97. j- P0SPIS1L'. - Zwart. (7) SP IB aö! WM L m ÉI m SpP pip wm, ?<>-■&, a b c d e i g h .Wit. (8) WitE. g 7, D, b 2, T. it 4. P. f 5 feil g 5, L. o 5, p: i 2 en g 8. Zwart: K. d 5, P.: c 4 en c 6, L: a 7 feil o 2, p: ai G en h 4: Wit speelt en geeft in 3 zetten mat Oplossing Probleem No. 96L'. f 4, enz. Goede oplossingen ontvangen van de liee- ren B. S. van Kloeten Sr., J. W. 'Schüss, J. C. Sjardijn, J. E. Stolte, en W: J. Woes- tenburg, allen te Leiden; H. J. Broekveldt, te Oegstgeest; A. Baljeu en G. Vooys Gzn. te Katwijk aan den ïjijn; E. Haasnoot, te Katwijk-aan-Zee: J. J. Vooys, te Halfweg; J. van Os, te Voorschoten, en T. G. v. d. Tang, te Oudewetering. Correspondentie: Mej. P. V. te H.: D e 4, foutief wegens: P e 6, terwijl P. d 3 ver boden is wegens het dan schaak geven bij den eersten zet. Aan eenige oplossers van Probleem No. 95 (uit 777 Chess Miniatures in three): T. a 1 is de eenige zet, die altijd tot mat leidt, en die vragen wij. Dat mat met hulp van zwart in 2 zetten kan geschie den maakt van het probleem geen 2 zet. Het kan den aandachtige» beschouwer ook niet ontgaan zijn, dat p. d 3 en g 7 juist dienen om T. a 2,' a 3, a 4 en a 5 on mogelijk te maken en dus duidelijk maak ten, dat het juist Tal moest zijn. L. R. da H. te L.: Uw zet voldeed niet aan de eischen van sleiltelzet, d. w. z. maakte mat niet bij alle tegenzetten van zwart mogelijk. U hadt dus eerst uw sleu- telzet moeten toetsen aan andere zetten van Bwart en dan aan de gevraagde. Oplossingen worden ingewacht tot uiter lijk Diusdag 28 Maart, 's namiddags 5 uren, aan het Bureel van dit Blad. Dc Wedstrijden van Zondag. Voor „Ajax" vindt morgen de laatste com petitiewedstrijd plaats. „A. P. C." kan door te winnen de derde plaats bereiken en bo vendien zullen de Amsterdammers nog wel revanche willen nemen voor de nederlaag in Amsterdam. „A. F. C." behoort tot de weinige slachtoffers, die „Ajax" dit jaar gemaakt heeft Om dezfe twee redenen is van Amsterdamsche zijde goed spel te wach ten. In de eerste klasse van den „L. V. B." is de spanning om de eerste plaats vrijwel geweken. „D. L. V." heeft spelers verloren en is verzwakt; ook „Lugdnnum" lijdt aan hetzelfde euvel. De eerste wedstrijd was een kleine nederlaag voor „Lugdunum"; morgen kan het we) eens anders om zjjn. De tweede ontmoeting is belangrijker. „De Sportman H" speelt zijn iaatsten thuiswed strijd tegen „Alphen II" en kan hieruit mis schien nog een paar punten rijker worden. Daardoor zou het ook waarschijnlijk veilig voor do laatste plaats zijn. In de tweede klasse van den ,L. V. B." komen alle elftallen in het veld. Het is niet waarschijnlijk, dat „Ajax III'' het„Li:se" moeilijk zal" maken. Het kan trouwens „Lisse'> weinig deren. Deze wedstrijd, met hct'be- zoek aan „L. F. C. II", is voor „Lisse" nog de zwaarste. ,L. F. C. II" schijnt in goeden vorm en zal daarom voor de tweede maal vau „Lugdn. num n" winnen. ^Tegen „Lisse" heeft „Norvicus" zich f|in;J gehouden en het zou van „Beresteyn II kunnen winnen, indien de Noormannen maar eens met een goed leger er op uittrokken. Het derde ,L. V. V." wacht nog op üia j eerste succes; ook morgen is de gelegenheid j niet gunstig, hoewel „D. L. V. II" natuur" lijk ook verzwakt is. Het gevaar schuilt vorm I „L. V. V. III" hierin, dat het eerste en hst tweede elftal eenige krachten aan het derde zullen onttrekken; In de derde klasse hebben wij de best,, verwachtingen van de thuis spelende elf- tellen, dus van „Noordwrjkerhont" en „r y, s." De loting voor de vierde bekerronde heelt I „L. V. V, I en II", weer tegenover elkar. der gebracht. Wanneer het w eer geen ge spel wordt, dan zal „L. V. V. I" moeten winnen, want anders komt de bekercompetili. nooit aan haar eind. Met zijn Iaatsten competitiewedstrijd tI gen „A. L. 0." in Den Haag zal .,Vitess6' zich het kampioenschap moeten verzekeren. Wanneer met een overwinning of een ge_ spel de kroon op het werk gezet wordt, dan I heeft de Leidsche club zich schitterend naar boven gewerkt uit een drietal concurrenten, w aarvan zij aanvankelijk de minst gunstige positie innam. Vraag: Kunt u mij ook zeggen, waa neer .de lichting 1916 onder de wapenea I moet komen? Ik ben van het 15de Reg- ment Infanterie, Depót Gouda. Antwoord: De tweed® bataljons tus- I sc-hen 16 en 20 Aprildfe derde bataljon; vermoedelijk begin October. Vraag: Kunt u mij ook zeggen, war- neer de lichting 1907, bereden wapens, met klein verlqf gaat? Antwoord: Neen; de lichting 1906 gaat eerst, op 28 Maart, met verlof. Vraag: In uw blad las ik onder „Vra- I gen eu Antwoorden" cnrtrent militie- licbting 1908 uw antwoord, dat echter niet I juist is. Ik ben zelf van genoemde licht in, (1908) infanterie, dU9 niet bereden. Be leefd verzoek ik u deze vraag nogmaals te willen beantwoorden. Antwoord: Dc militiclichting 190S, I althans een gedeelte daarvan zal vormou J delijk tegen 12 April a.s. naar do lani.l weer overgaan. Wanneer deze lichting daarna met klein verlof gaat, is nog ni:' bekend. Vraag: Mijn schoonzoon is den 19ikn I October 1915 in dienst gegaan. Zijn vrout' heeft toen dadelijk vergoeding, als hoofd van het gezin, aangevraagd. Toen, einde lijk na 9 weken gewacht to hebben, kr.eg I zij ƒ0 50 vergoeding. Zij was daarmede niet tevreden en heeft een reques' ingedied. bij de Kamer van Voorlichting in _D( I Haag. Den 8sten Maart- kreeg zij eind-1 lijk uitslag, en dit was, dat haar vergoc-j ding geheel werd ingetrokken. Wat moet zij hiermee aan? Antwoord: Aan het geval zal niet I veel te doen zijn. Het onderzoek zal wel- I licht hebben uitgemaakt, dat vergoeding voor het gezin niet noodig is. Is uw schoor.- I zoon soms ondierofficier of verdient hij tv f in dienst zooveel bij, dat- hij zijn gezin kar j onderhouden Litusschen, als met bewijzen kan wordca gestaafd, dat vergoeding noodig is, dan moet nog maar eens naar de Commissie van Voorlichting worden geschreven, zoo neen, dan is aan de zaak niets tq doen. Vraag: Heb ik mij tot iets verbondon I als ik, dagmeisje zijnde, van een paar in- wonende beerep Niouwjaavsgeld heb aan genomen Antwoord: Neen, dat- moog geruit I aannemen. U verbindt U daarmede tot f niets. V raag: Gaarne zou ik willen weten of I het. waar is, dat de Kwattasoldaatjes gee: waarde meer hebben Antwoord: Dat is niet waar, de Kwattasoldaten behouden hun waarde. veel door dien brand geleden heeft, en toen zei Sara...." „Neen, toen zei ik," viel Helena weer in, „dat neef Hugo gezegd heeft, dat het een'eer en een roem is, zoo gebrand te zijn als u, en toen vertelde ik hem, dat ik de karaf mc-t water gehaald had, en dat ik het vuur zou hebben uitgemaakt, als die akelige Simmonds mij niet" opgenomen had; ik wou, dat hij. mrj maar ha-1 laten be gaan, ten minste als ik mijn krullen niet verbrand had," voegde zij er bij. terwijl zij een harer g.anzige, kas anjebruine lokken naar voren haaide en uie bekeek met het air Van een schoonhei 1, die van de waarde barer bekooriijkheien bewust is. ,.Hij vroeg Sara naar alles, wat er bij dc-n brand gebeurd was," hernam Johnnie weder, „cn zeitlo, dat wij. een heel goede tante hadden, en dat hebben wij ook!" ver volgde hot kind, terwijl hij op hiar schoot "klom en haar streelde. „Toen kwam groot papa hem tegen, en nu wandelen zij. te zamen op .het plein." Dus had Fc.heringham eigenlijk zulk e:n haast niet gehad om te vertrekken, en dit 3iechts voorgegeven om Theodora te ont wijken. Hoe dit zij, er was g?en tijd om er langer over t peinzen; het middagmaal der kindoren was gereed, en zij, ging juist met d9 kleine meisjs3 naar hgneden, toen haar vader binnenkwam, en vroog: „Hoe is heb me; Arthur?" Die vraag werd beantwoord door Johnnie, die met vlugge schreden, doch zon Ier go- druisch to maken, Jo t;ap afsnelde; op zijn geheel, wezen lag een glans van vergenoe gen ovri J goedo tijding, die hij bracht. „Papa slaapt! Grootpapa, p^.pa staapt ge rust!" „Zijt gij in de kamer geweest?" „Neen, grootpa-; mama kwam even aan do deur, en zeide het mij. Broertje is naar boven gebracht op onze kinderkamer en nie mand mag het geringste leven, maken, want papa slaapt zoo lekker!" De knaap had zooveel blijdschap uit den blik zijner moeder opgevangen, dat hij_ het belang van dis eerste rust hjjoa geheel scheen to begrijpen. Zjjn grootvader streek hem liefkoozënd over de blonde haren, en deed gelijktijdig met Theodora den uitroept „Dat hebben wij aan Percy te danken." „Heeft hij, u inlichtingen gegeven?' vroeg Theodora. „Ja, zooveel weet lk althans, dat Arthur voorgoed gebroken heeft met dien bedrie ger, dien Gardner. Dat is ten minste één troost! Percy vertelde mij, dat zij te zamen een soort van compagnieschap hadden, waar van Arthur zich had willen ontslaan; doch Gardner was hem te slim geweest; en had hem schandelijk bedrogen. De bijzonderhe den heeft Percy mij, eigenlijk niet verteld; die zullen wij later wei vernemen. Dat Percy Arthur op de stoomboot ontmoet heeft en hem thais gebracht, zal hij u zelf wel verhaald hebben; maar'hij heeft u er niet bij gezegd, dat hij den volgenden dag, hier aan huis komende, vernam, in welk doo- delrjk gevaar Arthur zich bevond, en dat hij toen, vreezende, dat er wellicht drin gende schuldvorderingen mochten opkomen, deed, wat van de duizend menschen er nau welijks één zou gedaan hebben: hjj maakte, geheel op zijn eigen verantwoording, die zaken van Arthur in orde, en wist Gardner tot goedkeuring daarvan over te haien of te dwingen. Hij meldde mij tevens, dat hij verheugd was te vernemen, niet te ver te zij" gegaan, daar Arthur alles keurd had." „En vertelde hij er niets meer van?" „Neen, hij zei slechts, dat alles in orde was, en dat wij nu geen tijd hadden om ons met détails op te houden. Ik vroeg hem of er ook eenig voorschot noodig was, maar hij zeide van neen, dat wel gelukkig is, want ik zou niet weten hoe ik op dit oogenblik aan geld zou gekomen zijn. Over hetgeen er verder mocht hebben plaats ge had, heb ik hem maar geen vragen gedaan. Het zal wel weder de oude geschiedeuis zjjn, cn daar hjj Arthurs vriend is, zou hjj er wellicht iets tegen gehad hebben mij het rechte te vertellen. Ik ben maar Blijde, dat Arthur nu in zulke goede handen is. Het ls mj) alsof hij er Arthurs leven mede ge red heeft." Theodora hukte zich om do kleine Anna te helpen, en zeide: „U weet, dat het de zoon van Sir Antony Fotheringham is, diein Jane Gardner gehuwd heeft?" „Zoo!" sprak Lord Martindaife, wiens ge dachten zoo vervuld waren met zip zoon, dat hij geheel vergat, welk belang zijn doch ter in Percy Fotheringham kon stellen. „Hij zegt, dat Arthur minder Ieelijk hoest, dan toen hij hem thuisbracht, en zelfs, dat hij verscheidene malen.eenige woorden gespro ken heeft; en toch vrees ik maar al te zeer, dal het te veel gewaagd was, Percy b§ hem te brengen." „Arthur wilde het volstrekt," antwoordde Theodora, wiens gevoel nog verdeeld was tnsschen teleurstelling ever dat gebrek aam sympathie en schaamte, dat 2gj die verwacht had, en zij legde hem nit, waarom Violette noch zij, dat onderhoud hadden kunuen be letten. „Nu, het is eenmaal gebeurd, fen wij wil len er maar het beste van hopen," ging Lord Martfodalfe voari Hij zweeg een oogen blik, en hernam toen opeens: „Wat zeidet gij daar straks? Is die jonge simpele Fothe ringham getrouwd?" „Ja, met Jane Gardner." „En mij docht, men had ons verteld, dat zjj met Percy zelf getrouwd was." „Dat had Violette op Rickworth verno men." Lord Martindale scheen zich thans plot seling alles te herinneren; ten minste, het scheen, dat hij, om zijn contehajice te hou den, Helena ging beknorren, omdat zij in het zoutvaatje roerde. Daarop zeide hij: „Hebt gij gehoord, dat de andere zuster, da weduwe hoe heet zij ook weer?" „Mevrouw Finch." „Zoo dwaas is. om met dien Gardner ie gaan trouwen? Zij was een groot vriendin van n, nietwaar?" „Ja, dat arme schepsel; hebt gij, bijzon derheden aangaande haar vernomen?" „Volgens Percy moet zij, altijd zeer lief en zorgvuldig voor haar ouden echtgenoot geblerven zijn, ofschoon zjj toch zeer veel uitging, en niet in de fatsoenlijkste kringen verkeerde. De oude Finch heeft haar zijn geheele vermogen nagelaten, hetgeen Gardner wel te pas zal komen. Hel schijnt, dat er vroeger reeds een liaison tussohen hen bestaan heeft, en nu is zjj bepaald met hem verloofd. Men kan haar bijna niet be klagen, daar zjj weet wie hij is." Theodora gevoelde diep medelijden met haar. Het had haar altijd leed gedaan, dat, toen de familie Finch op reis was gegaan, alle betrekking, ja zelfs alle briefwisseling tnsschen haar beiden geheel opgehouden had, en zjj vond, dat Georgina achting verdien de, omdat zjj zich van Mark gescheiden had, terwijl zjj, zooals thans bleek, hem immer een geheime liefde had blijven toe dragen, een liefde, die nog 6terk genoeg I scheen, om haar té nopen haar persoon ea I al haar schatten weg te schenken aai I iemand, wiens slecht gedrag en verkwistend!' I levenswijze zoo- algemeen bokend waren-1 Welk een ellendig leven ging zij te gemoet! I Theodora's hart bloedde bij do gedachte aai I haar rampzalig lot, dat niet verzacht wer-1 idoor den troost, die alleen in staat tel ous onder de beproevingen des levens staai-1 de te houden en licht nit duisternis tel scheppen. Zjj kon slechts bidden, dat_<k| eens zoo vrooijjke gezellin harer meisjes-1 jaren, wier lichtzinnigheid zij had aaage-l moedigd, toch eenmaal, al moest het daö ook door lijden geschieden, haar schredwl mocht leeren zetten op den moe lijken weg, I dien Theodora sedert eenigea tijd als JwJ waren-weg tot vrede en gemoedsrust ®c| leeren kennen. Arthur ontwaakte thans door een nieuwe" I aanval van hoest, en zoodra hij de oogeul opslo'eg, ontwaarde men weder den zelfde" I trek van onrust en angst op zijn Keja„'| doch het eerste woord, waarmede Violette I hem aan Percy's bezoek herinnerde, brac™, I hem aanstonds tot kalmte ea tevrêdenheiO, 1 Dr. Harding was bjj zijn avoadvisite rt'r"l wonderd over de beterschap, die bil ^'l speurde, en Johnnie deed zijn grootvanej lachen door de vraag, of de heer vau uf 1 uil ook een dokter was, en of het v-n'Q I was, hetgeen Sara zeide, dat hjj pap" zijn valies uit een dievenhol gered hau. (Woïdt v?rvolid).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1916 | | pagina 6