Engelsche Brieven.
ingezonden.
11^ Jij
A !- -7
i
i
-Mm
Sfo
aM'j
wil tiÈÉ
éS Él
SPORT.
Vragen en Antwoorden.
HVaii onzen Lonóensohen medewerker.)
(Nadruk verboden.)
Londen, 27 Febr.
De regeering iieefc zich noch door depu
taties van onderwijs- en kunst-genootschap
pen, noch door ernstige vertoogen in de
dagbladen laten vermurwen met één
Maart worden do meeste Londensehe musea
voor het publiek gesloten
De reden hiervoor is, dat in dezen tijd
bezuiniging moet worden betracht en dat
het niet aangaat duizenden ponden ster
ling uit te geven voor publieke vermake
lijkheden", terwijl er op grootc schaal geld
moet worden geleend om de oorlogs-uit-
gaven te dekken. „Dwaasheid T' zeggen de
tegenstanders, .,de oorlog kost dit land
om on bij vijt millioen -oond per dag. De
besparing van die paar honderdduizend
per jaar beteekent dus, dat de oorlog een
paar uur langer kan worden gevoerd, dat
is al 1"
„Geen dwaasheid!" werpen de voorstan
ders hier tegen in, „we moeten bezuinigen,
laten, we dus beginnen, met die posten,
welke de meest-overbodige uitgaven betref
fen, te schrappen van de begrooting. De
regeering geeft de gemeenschap er een
goed en loffelijk voorbeeld mee
Ik voor mij ben het hier volstrekt niet
mee eens, i'k schaar mij geheel aa_ de zijde
der tegenstanders. "Van de musea en
vooral van de schitterende verzamelingen
van hot Britsch Museum en het Plant- en
Dierkunde-Museum in South Kensington
gaat een zoo groote opvoedende kracht
uit voor de jeugd-, dat ik het verlies daar
van buiten alle verhouding hooger stel,
dan de winst van die betrekkelijk kleine
betuagen, welke in liet niet verzinken te
genover de ontzaglijke sommen, die dj
oorlog kost. Ik kan geen museum bezoeken
of ik vind er heele scholen, die onder lei
ding van onderwijzers een rondgang ma
ken door de zalen, en de^ambtelijk aange
stelde gidsen, die tweemaal daags ten be-
hoeve van het publiek een voordracht ge
ven over het een en ander onderdeel van
de collecties, worden immer door drommen
leergierige ouderen gevoegd. Die laatste
instelling vooral -s een der meest gewaar
deerde middelen voor de populariseering
van wetenschap en kunst, welke ooit zijn
beproc d en aan Engeland komt de eer toe
vier jaar geledén die practische propagan
da op touw te hebben gezet.
Zooiets moesten wij in Nederland heb
ben en de musea zouden niet zoo onbekend
blijven, als zij dat ongelukkig nog zijn.
Onbekend voor het eigen volk, want de
vreemdeling weet ze wel te vinden 1 Zoo
zal ook geen - Hollander verzuimen naar
het Louvre en het Luxembourg te gaan,
als hij Parijs bezoekt, of de National Gal
lery en het' Britsch Museum als hij een
uitstap naar Londen maakt.
Maar het Mauritshuis en het ïtijksmu-'
seum blijven gereserveerd voor plichtmatige
bezoeken met logé's van buiten; men kan
er immers altijd nog heen gaan ze zijn
naast de deur! Vraagt eens aan Hage
naars, hoo zij het Stadsgezicht van Van
Goyen in het Stedelijk Museum op den
Vijverberg vinden en hoevele malen zij het
museum Meermanno-Vv estreenianum. heb
ben bezocht.,
Men moet mij wel verstaan. De gidsen,
waarover ik sprak, hebben alleen den
naam gemeen met de internationale kunst
beschouwers, die om musea en historische
gebouwen dwalen en hun van buiten ge
leerde kennis voor een fooi ter beschikking
stellen van het reizend publiek. De gid
sen, die ik bedeel, zijn beschaafde men-
schen, gediplomeerd en grondig op de
hoogte van hun onderwerp. Zij worden
door de directie bezoldigd en hun dien
sten worden kosteloos verstrekt. Hun voor
dracht is nimmer oppervlakkig of onbelang
rijk; zij trachten niet in een uur tijds al
les te laten zien, wat er in het museum
te zien is, maar verdeelen him stof over
veertien of meer voordrachten en staan
klaar om alle vragen van het leergierig
publiek te beantwoorden. Werkelijk zij
voorzien in een „lang gevoelde be
hoefte".
Maar dat is nu alles laat ons hopen
tijdelijk ten einde.' Met 1 Maart worden
Britsch Museum, Tate Gallery, het straks
^genoemde Plant- en Dierkunde-Museum
en enkele andere instellingen gesloten. De
National Portrait Gallery is al twee maan
den lang dicht eil liet London Museum in
Stafford House -"volgde dat slechte voor
beeld een kleine maand geleden. Van de
National Gallery1 is de ,eheele oostelijke
vleugel voor regeerings-bureaux ingericht,
maar de rest zal waarschijnlijk open blij
ven en de tentoonstellingszalen zullen zoo
danig worden verschikt, dat ook goede1"
schilderijen van uit die oost-e'ijke helft in
den westelijken vleugel zullen te zien zijn.
Wat blijft ons? Niet veel meer dan het
Victoria and Albert Museum, dat minst
gekande en meest belangrijke van alle ver
zamelingen vax. toegepaste kunst der we
reld. Het kan raar loopen. Zoo komt de
ellcudige oorlog en de zuinigheidsmaatre
gel der regeering'zoowaar ten goede aan
de reputatie van dat sclfcöone museum in
South KensingtonIk heb het vroeger wel
eens gezegd. Het Victoria and Albert Mu
seum, dat tweemaa-l zoo groot is als het
Britsch Museum en een zoo unieke verza
meling kunstschatten bevat, dat geen an
der Europeeseh museum het in rijkheid en
verscheidenheid kan evenaren, wordt noch
door de Engelschen zelf', noch door vreem
delingen gewaardeerd. Het zou mij zelfs
verwonderen als het tiende deel van dé
Londen bezoekende Nederlanders zijn be
staan vermoedde.
Dat gaat nu evenwel veranderen. Elke
provinciaal en vreemdeling, die nu naar
Londen komt, zal wel dadelijk door zijn
hotelportier (van wien men zijn kennis ge
woonlijk opdoet) naar het Victoria and
Albert-Museum verwezen worden, wijl alle
andere gesloten zijn. En zoo hebben pro
vinciaal en vreemdeling dan eindelijk gele
genheid om kennis te maken met die over-
schoone collectie kunstschatten.
Juist deze en de volgende week even
wel, ligt het museum Ieelijk overhoop. Het
grootste gedeelte van de benedenzalen is
afgeschoten, de glazen kasten zijn eruit ge
dragen en opgesteld, overal waar in de
overige gallerijen een plaatsje kon wor
den gevonden, en in dc zóó gewonn3n ruim
te zijn houten kramen en huizen en
plankieren opgesteld voor een tentoonstel
ling, die weinig ofmiets met 't doel van het
Museum te maken heeft, n.l. de „British
Industries Fair", een tentoonstelling voor
den handel, die niet toegankelijk is voor
het publiek.
Die Britsche Nijverheids-markt, welke
nog wel niet de vergelijking kan doorstaan
met de wereldvermaarde jaarmarkt te
Leipzig, is sinds den oorlog ingesteld met
eenzelfde doel. Britsche firma's, die door
het ministe-rie van Handel sinds het afbre
ken van de betrekkingen met Duitschland
zijn iiu,ngeiLiuw.Jlg"Cl um Oie varTikt:ii vau nij
verheid, waarin Duitschland uitmuntte, te
gaan beoefenen, komen hier to zamen, om
to toonen in hoeverre zijn daarin geslaagd
zijn. Het gaat ronduit om Duitschland's
monopolie m tal van industrieën te breken,
om dit land en zijn afnemers onafhankelijk
te maken van Duitschland de Duitsche
nijverheid.
In Duitschland wordt Groot-Brittanje
gewoonlijk uitgekreten als het land, dat
den oorlog heeft veroorzaakt, omdat cle
Duitsche nijverheid de Britsche overvleu
gelde. Ik behoef daar niet op in te gaan;'
elk land heeft takken van nijverheid, waar
in het uitmunt en Duitschland betrekt in
vredestijd ook enorme hoeveelheden arti
kelen, die het eigen land niet voortbrengt.
De British Industries Fair is dus mijns
inziens geen bewijs voor die stelling van
Duitschland, want niets zou dwazer zijn,
dan dat Duitschland niet op het oogenblik
reeds alles in het werk stelde om den Brit^
schen handel op Bulgarije, Turkije en de
neutrale landen te overvleugelen en even
min kan er dus Engeland een verwijt van
worden gemaakt, dat het precies hetzelf
de doet.
In hoeverre is Engeland er nu in ge
slaagd om even goede, even goedkoope en
even aantrekkelijke artikelen te vervaar
digen als Duitschland
Vóór deze vraag te beantwoorden, wil
ik eerst mededeelen, dat de tentoonstel
ling beperkt is tot vijf takken van industrie.;
Speelgoed en Spelen,
Aardewerk en porselein,
Glas en glaswerk,
Papier- en drukwerk,
Galanterieën.
Dit is gedaan met de bedoeling den han
del in oorlogsmaterialen en munitie er bui
ten te laten, daar die voor de regeering
alle krachten in moet spannen en dus geen
ten met andere afnemers zou kun-
sluifen. Alles, wat dus maar in de
verte op oorlogsbehoefte lijkt, is geweerd.
Die beperking schaadt de tentoonstel
ling niet, want nu reeds is alle beschikbare
ruimte geheel ingenomen en er is genoeg
te zien.om den bezoeker dagen bezig te
houden, x behoef niet in bijzonderheden
te gaan, te meer daar de Nederlandsche
handelaars, die op Engeland zaken -doen,
zelf zijn uitgenoodigd, maar wel kan ik
zeggen, dat er voor alle smaken wat is:
van het „cheap and nast.y"-artikel, dat het
beste verkoopt, tot het dure- en artistieke,
da-t slechts door weinigen wordt gewaar
deerd. De Britsche nijverheid heeft in de
duurdere en betere artikelen altijd haar
reputatie weten c j te houden. Het was nu
aan haar om de honderd-en-een „made in
Germany"-artikelen te produeeerengoed
en goedkoop. Het schijnt, dat het haar ge
lukt is; er is véél van liet guldens- en
shillingsbazaargedoe, dat als twee drup
pels water gelijkt op de bekende galante
rieën made-in-Germany en er zijn heele
reeksen kramen met prentbriefkaarten
,,printed-in-England" en andere boordevol
met nieuw en grappig speelgoed. Weinig
blikgoed, weinig mekaniek-werk, maar dat
wat er is, mag gezien worden.
Eén pop' of marionet, of hoe men het'
noemen wil, staat mij nog steeds voor
oogen. Denk u een cellist met artistieke
krullen en een welgedaan voorkomen.
Langzaam begint het mekaniek te wer
ken. Met zwier n correcte polsbeweging
sliert de strijkstok over de snaren en in
het dikblozend gelaat slaan langzaam de
oogen zich dwepend omhoog. Het is on
weerstaanbaar komiek; een geestig en ar
tistiek stuk speelgoed, waar jong en oud,
ja vooral oud, zich uren mee kan verma
ken. Ik moet bekennen, dat ik alleen van
de Fransehen, Caran d'Ache bijvoorbeeld,
iets dergelijks gezien heb van de Duit-
schers nooit.
KatfcesiverdLelgifiigo
Mijnheer de Itedacteur.
Zoudt U zoo goed willen zijn, cut stuk
je voor mij to plaatsen? Bij voorbaat mijn
dank.
ILeu öinicjo vale j.o crezer over de katten-
verdlelging noopt mij hieromtrent mijn
meoning uit te spreken.
Zeker, ik ben hefc met den inzender eens,
dat het nikt prettig is, als men zijn dieren,
waar men van houdt', op do manier als
in het stukje geschreven is, moet verlie
zen; maar ieder, die rechtvaardig zijn mee
ning uitspreekt, zal mij toegeven, dat het
ook niet prettig is, als men een tuintje
heeft en men wil er wat bloemen of groen
ten in planten, en men ziet dit tuintje
heel den 'dag gebruiken als kattenbak, en
den boel omkrabbelen door do poesjes van
de buren. Is er iéts, dat vuiler is Vooral,
als men er groenten in heeft staan.
Er zijn menschen, die zóó van poesjes
houden dat zij er 6 k 8 stuks op na hon
den; dat 5}s natuurlijk iets, dat zij zelf
moeten weten, maar laten zij dan de poes
jes bij zichs houden, of in een overdekten
ren zetten"Dat kunnen zij uit liefde tot
de dieren er wel voor over hebben. Maar
zo moeten zo niét heel den dag op- straat
laten loopen. Poesjes zijn huisdieren.
Hopendé, dat zij den raad ter harte zul
len nemen, neem ix toch do vrijheid nüj
een dierenvriend to noemen, maar een, die
er niet enkel het lief maar ook het leed van
wil velen. De G.
Leiden, 17 Maart 1916.
SCHAAKBUBRIEK vAn hot SCHAAKGEZELSCHAP
„PNA LEMEDES'.
Opgecioht 1846.
Speelavond; lederen Maandag
In 'dc Bovenzaal van Cafó t)Central", Broestraat.
Aanvanp: S uren..
Eedactie i L. BIEEMASn en B. J. v. d. KBOQT.
Probleem Nb. 97. j- P0SPIS1L'. -
Zwart. (7)
SP
IB
aö!
WM
L
m
ÉI m
SpP pip
wm, ?<>-■&,
a b c d e i g h
.Wit. (8)
WitE. g 7, D, b 2, T. it 4. P. f 5
feil g 5, L. o 5, p: i 2 en g 8.
Zwart: K. d 5, P.: c 4 en c 6, L: a 7
feil o 2, p: ai G en h 4:
Wit speelt en geeft in 3 zetten mat
Oplossing Probleem No. 96L'. f 4, enz.
Goede oplossingen ontvangen van de liee-
ren B. S. van Kloeten Sr., J. W. 'Schüss,
J. C. Sjardijn, J. E. Stolte, en W: J. Woes-
tenburg, allen te Leiden; H. J. Broekveldt,
te Oegstgeest; A. Baljeu en G. Vooys Gzn.
te Katwijk aan den ïjijn; E. Haasnoot, te
Katwijk-aan-Zee: J. J. Vooys, te Halfweg;
J. van Os, te Voorschoten, en T. G. v. d.
Tang, te Oudewetering.
Correspondentie: Mej. P. V. te H.: D e 4,
foutief wegens: P e 6, terwijl P. d 3 ver
boden is wegens het dan schaak geven bij
den eersten zet.
Aan eenige oplossers van Probleem No.
95 (uit 777 Chess Miniatures in three):
T. a 1 is de eenige zet, die altijd tot
mat leidt, en die vragen wij. Dat mat met
hulp van zwart in 2 zetten kan geschie
den maakt van het probleem geen 2 zet.
Het kan den aandachtige» beschouwer ook
niet ontgaan zijn, dat p. d 3 en g 7 juist
dienen om T. a 2,' a 3, a 4 en a 5 on
mogelijk te maken en dus duidelijk maak
ten, dat het juist Tal moest zijn.
L. R. da H. te L.: Uw zet voldeed niet
aan de eischen van sleiltelzet, d. w. z.
maakte mat niet bij alle tegenzetten van
zwart mogelijk. U hadt dus eerst uw sleu-
telzet moeten toetsen aan andere zetten van
Bwart en dan aan de gevraagde.
Oplossingen worden ingewacht tot uiter
lijk Diusdag 28 Maart, 's namiddags 5 uren,
aan het Bureel van dit Blad.
Dc Wedstrijden van Zondag.
Voor „Ajax" vindt morgen de laatste com
petitiewedstrijd plaats. „A. P. C." kan door
te winnen de derde plaats bereiken en bo
vendien zullen de Amsterdammers nog wel
revanche willen nemen voor de nederlaag
in Amsterdam. „A. F. C." behoort tot de
weinige slachtoffers, die „Ajax" dit jaar
gemaakt heeft Om dezfe twee redenen is
van Amsterdamsche zijde goed spel te wach
ten.
In de eerste klasse van den „L. V. B."
is de spanning om de eerste plaats vrijwel
geweken. „D. L. V." heeft spelers verloren
en is verzwakt; ook „Lugdnnum" lijdt aan
hetzelfde euvel. De eerste wedstrijd was een
kleine nederlaag voor „Lugdunum"; morgen
kan het we) eens anders om zjjn.
De tweede ontmoeting is belangrijker. „De
Sportman H" speelt zijn iaatsten thuiswed
strijd tegen „Alphen II" en kan hieruit mis
schien nog een paar punten rijker worden.
Daardoor zou het ook waarschijnlijk veilig
voor do laatste plaats zijn.
In de tweede klasse van den ,L. V. B."
komen alle elftallen in het veld. Het is
niet waarschijnlijk, dat „Ajax III'' het„Li:se"
moeilijk zal" maken. Het kan trouwens „Lisse'>
weinig deren. Deze wedstrijd, met hct'be-
zoek aan „L. F. C. II", is voor „Lisse"
nog de zwaarste.
,L. F. C. II" schijnt in goeden vorm en
zal daarom voor de tweede maal vau „Lugdn.
num n" winnen.
^Tegen „Lisse" heeft „Norvicus" zich f|in;J
gehouden en het zou van „Beresteyn II
kunnen winnen, indien de Noormannen maar
eens met een goed leger er op uittrokken.
Het derde ,L. V. V." wacht nog op üia j
eerste succes; ook morgen is de gelegenheid j
niet gunstig, hoewel „D. L. V. II" natuur"
lijk ook verzwakt is. Het gevaar schuilt vorm I
„L. V. V. III" hierin, dat het eerste en hst
tweede elftal eenige krachten aan het derde
zullen onttrekken;
In de derde klasse hebben wij de best,,
verwachtingen van de thuis spelende elf-
tellen, dus van „Noordwrjkerhont" en „r
y, s."
De loting voor de vierde bekerronde heelt I
„L. V. V, I en II", weer tegenover elkar.
der gebracht. Wanneer het w eer geen ge
spel wordt, dan zal „L. V. V. I" moeten
winnen, want anders komt de bekercompetili.
nooit aan haar eind.
Met zijn Iaatsten competitiewedstrijd tI
gen „A. L. 0." in Den Haag zal .,Vitess6'
zich het kampioenschap moeten verzekeren.
Wanneer met een overwinning of een ge_
spel de kroon op het werk gezet wordt, dan I
heeft de Leidsche club zich schitterend naar
boven gewerkt uit een drietal concurrenten,
w aarvan zij aanvankelijk de minst gunstige
positie innam.
Vraag: Kunt u mij ook zeggen, waa
neer .de lichting 1916 onder de wapenea I
moet komen? Ik ben van het 15de Reg-
ment Infanterie, Depót Gouda.
Antwoord: De tweed® bataljons tus- I
sc-hen 16 en 20 Aprildfe derde bataljon;
vermoedelijk begin October.
Vraag: Kunt u mij ook zeggen, war-
neer de lichting 1907, bereden wapens, met
klein verlqf gaat?
Antwoord: Neen; de lichting 1906
gaat eerst, op 28 Maart, met verlof.
Vraag: In uw blad las ik onder „Vra- I
gen eu Antwoorden" cnrtrent militie-
licbting 1908 uw antwoord, dat echter niet I
juist is. Ik ben zelf van genoemde licht in,
(1908) infanterie, dU9 niet bereden. Be
leefd verzoek ik u deze vraag nogmaals te
willen beantwoorden.
Antwoord: Dc militiclichting 190S, I
althans een gedeelte daarvan zal vormou J
delijk tegen 12 April a.s. naar do lani.l
weer overgaan. Wanneer deze lichting
daarna met klein verlof gaat, is nog ni:'
bekend.
Vraag: Mijn schoonzoon is den 19ikn I
October 1915 in dienst gegaan. Zijn vrout'
heeft toen dadelijk vergoeding, als hoofd
van het gezin, aangevraagd. Toen, einde
lijk na 9 weken gewacht to hebben, kr.eg I
zij ƒ0 50 vergoeding. Zij was daarmede niet
tevreden en heeft een reques' ingedied.
bij de Kamer van Voorlichting in _D( I
Haag. Den 8sten Maart- kreeg zij eind-1
lijk uitslag, en dit was, dat haar vergoc-j
ding geheel werd ingetrokken. Wat moet
zij hiermee aan?
Antwoord: Aan het geval zal niet I
veel te doen zijn. Het onderzoek zal wel- I
licht hebben uitgemaakt, dat vergoeding
voor het gezin niet noodig is. Is uw schoor.- I
zoon soms ondierofficier of verdient hij tv f
in dienst zooveel bij, dat- hij zijn gezin kar j
onderhouden
Litusschen, als met bewijzen kan wordca
gestaafd, dat vergoeding noodig is, dan
moet nog maar eens naar de Commissie
van Voorlichting worden geschreven, zoo
neen, dan is aan de zaak niets tq doen.
Vraag: Heb ik mij tot iets verbondon I
als ik, dagmeisje zijnde, van een paar in-
wonende beerep Niouwjaavsgeld heb aan
genomen
Antwoord: Neen, dat- moog geruit I
aannemen. U verbindt U daarmede tot f
niets.
V raag: Gaarne zou ik willen weten of I
het. waar is, dat de Kwattasoldaatjes gee:
waarde meer hebben
Antwoord: Dat is niet waar, de
Kwattasoldaten behouden hun waarde.
veel door dien brand geleden heeft, en toen
zei Sara...."
„Neen, toen zei ik," viel Helena weer
in, „dat neef Hugo gezegd heeft, dat het
een'eer en een roem is, zoo gebrand te zijn
als u, en toen vertelde ik hem, dat ik de
karaf mc-t water gehaald had, en dat ik
het vuur zou hebben uitgemaakt, als die
akelige Simmonds mij niet" opgenomen had;
ik wou, dat hij. mrj maar ha-1 laten be
gaan, ten minste als ik mijn krullen niet
verbrand had," voegde zij er bij. terwijl zij
een harer g.anzige, kas anjebruine lokken
naar voren haaide en uie bekeek met het
air Van een schoonhei 1, die van de waarde
barer bekooriijkheien bewust is.
,.Hij vroeg Sara naar alles, wat er bij
dc-n brand gebeurd was," hernam Johnnie
weder, „cn zeitlo, dat wij. een heel goede
tante hadden, en dat hebben wij ook!" ver
volgde hot kind, terwijl hij op hiar schoot
"klom en haar streelde. „Toen kwam groot
papa hem tegen, en nu wandelen zij. te
zamen op .het plein."
Dus had Fc.heringham eigenlijk zulk e:n
haast niet gehad om te vertrekken, en dit
3iechts voorgegeven om Theodora te ont
wijken. Hoe dit zij, er was g?en tijd om er
langer over t peinzen; het middagmaal der
kindoren was gereed, en zij, ging juist met
d9 kleine meisjs3 naar hgneden, toen haar
vader binnenkwam, en vroog: „Hoe is heb
me; Arthur?"
Die vraag werd beantwoord door Johnnie,
die met vlugge schreden, doch zon Ier go-
druisch to maken, Jo t;ap afsnelde; op zijn
geheel, wezen lag een glans van vergenoe
gen ovri J goedo tijding, die hij bracht.
„Papa slaapt! Grootpapa, p^.pa staapt ge
rust!"
„Zijt gij in de kamer geweest?"
„Neen, grootpa-; mama kwam even aan
do deur, en zeide het mij. Broertje is naar
boven gebracht op onze kinderkamer en nie
mand mag het geringste leven, maken, want
papa slaapt zoo lekker!"
De knaap had zooveel blijdschap uit den
blik zijner moeder opgevangen, dat hij_ het
belang van dis eerste rust hjjoa geheel
scheen to begrijpen. Zjjn grootvader streek
hem liefkoozënd over de blonde haren, en
deed gelijktijdig met Theodora den uitroept
„Dat hebben wij aan Percy te danken."
„Heeft hij, u inlichtingen gegeven?' vroeg
Theodora.
„Ja, zooveel weet lk althans, dat Arthur
voorgoed gebroken heeft met dien bedrie
ger, dien Gardner. Dat is ten minste één
troost! Percy vertelde mij, dat zij te zamen
een soort van compagnieschap hadden, waar
van Arthur zich had willen ontslaan; doch
Gardner was hem te slim geweest; en had
hem schandelijk bedrogen. De bijzonderhe
den heeft Percy mij, eigenlijk niet verteld;
die zullen wij later wei vernemen. Dat
Percy Arthur op de stoomboot ontmoet heeft
en hem thais gebracht, zal hij u zelf wel
verhaald hebben; maar'hij heeft u er niet
bij gezegd, dat hij den volgenden dag, hier
aan huis komende, vernam, in welk doo-
delrjk gevaar Arthur zich bevond, en dat
hij toen, vreezende, dat er wellicht drin
gende schuldvorderingen mochten opkomen,
deed, wat van de duizend menschen er nau
welijks één zou gedaan hebben: hjj maakte,
geheel op zijn eigen verantwoording, die
zaken van Arthur in orde, en wist Gardner
tot goedkeuring daarvan over te haien of
te dwingen. Hij meldde mij tevens, dat hij
verheugd was te vernemen, niet te ver te
zij" gegaan, daar Arthur alles
keurd had."
„En vertelde hij er niets meer van?"
„Neen, hij zei slechts, dat alles in orde
was, en dat wij nu geen tijd hadden om
ons met détails op te houden. Ik vroeg
hem of er ook eenig voorschot noodig was,
maar hij zeide van neen, dat wel gelukkig
is, want ik zou niet weten hoe ik op dit
oogenblik aan geld zou gekomen zijn. Over
hetgeen er verder mocht hebben plaats ge
had, heb ik hem maar geen vragen gedaan.
Het zal wel weder de oude geschiedeuis
zjjn, cn daar hjj Arthurs vriend is, zou
hjj er wellicht iets tegen gehad hebben mij
het rechte te vertellen. Ik ben maar Blijde,
dat Arthur nu in zulke goede handen is. Het
ls mj) alsof hij er Arthurs leven mede ge
red heeft."
Theodora hukte zich om do kleine Anna
te helpen, en zeide: „U weet, dat het de
zoon van Sir Antony Fotheringham is, diein
Jane Gardner gehuwd heeft?"
„Zoo!" sprak Lord Martindaife, wiens ge
dachten zoo vervuld waren met zip zoon,
dat hij geheel vergat, welk belang zijn doch
ter in Percy Fotheringham kon stellen. „Hij
zegt, dat Arthur minder Ieelijk hoest, dan
toen hij hem thuisbracht, en zelfs, dat hij
verscheidene malen.eenige woorden gespro
ken heeft; en toch vrees ik maar al te zeer,
dal het te veel gewaagd was, Percy b§
hem te brengen."
„Arthur wilde het volstrekt," antwoordde
Theodora, wiens gevoel nog verdeeld was
tnsschen teleurstelling ever dat gebrek aam
sympathie en schaamte, dat 2gj die verwacht
had, en zij legde hem nit, waarom Violette
noch zij, dat onderhoud hadden kunuen be
letten.
„Nu, het is eenmaal gebeurd, fen wij wil
len er maar het beste van hopen," ging
Lord Martfodalfe voari Hij zweeg een oogen
blik, en hernam toen opeens: „Wat zeidet
gij daar straks? Is die jonge simpele Fothe
ringham getrouwd?"
„Ja, met Jane Gardner."
„En mij docht, men had ons verteld,
dat zjj met Percy zelf getrouwd was."
„Dat had Violette op Rickworth verno
men."
Lord Martindale scheen zich thans plot
seling alles te herinneren; ten minste, het
scheen, dat hij, om zijn contehajice te hou
den, Helena ging beknorren, omdat zij in
het zoutvaatje roerde. Daarop zeide hij:
„Hebt gij gehoord, dat de andere zuster,
da weduwe hoe heet zij ook weer?"
„Mevrouw Finch."
„Zoo dwaas is. om met dien Gardner ie
gaan trouwen? Zij was een groot vriendin
van n, nietwaar?"
„Ja, dat arme schepsel; hebt gij, bijzon
derheden aangaande haar vernomen?"
„Volgens Percy moet zij, altijd zeer lief
en zorgvuldig voor haar ouden echtgenoot
geblerven zijn, ofschoon zjj toch zeer veel
uitging, en niet in de fatsoenlijkste kringen
verkeerde. De oude Finch heeft haar zijn
geheele vermogen nagelaten, hetgeen
Gardner wel te pas zal komen. Hel schijnt,
dat er vroeger reeds een liaison tussohen
hen bestaan heeft, en nu is zjj bepaald met
hem verloofd. Men kan haar bijna niet be
klagen, daar zjj weet wie hij is."
Theodora gevoelde diep medelijden met
haar. Het had haar altijd leed gedaan, dat,
toen de familie Finch op reis was gegaan,
alle betrekking, ja zelfs alle briefwisseling
tnsschen haar beiden geheel opgehouden had,
en zjj vond, dat Georgina achting verdien
de, omdat zjj zich van Mark gescheiden
had, terwijl zjj, zooals thans bleek, hem
immer een geheime liefde had blijven toe
dragen, een liefde, die nog 6terk genoeg I
scheen, om haar té nopen haar persoon ea I
al haar schatten weg te schenken aai I
iemand, wiens slecht gedrag en verkwistend!' I
levenswijze zoo- algemeen bokend waren-1
Welk een ellendig leven ging zij te gemoet! I
Theodora's hart bloedde bij do gedachte aai I
haar rampzalig lot, dat niet verzacht wer-1
idoor den troost, die alleen in staat tel
ous onder de beproevingen des levens staai-1
de te houden en licht nit duisternis tel
scheppen. Zjj kon slechts bidden, dat_<k|
eens zoo vrooijjke gezellin harer meisjes-1
jaren, wier lichtzinnigheid zij had aaage-l
moedigd, toch eenmaal, al moest het daö
ook door lijden geschieden, haar schredwl
mocht leeren zetten op den moe lijken weg, I
dien Theodora sedert eenigea tijd als JwJ
waren-weg tot vrede en gemoedsrust ®c|
leeren kennen.
Arthur ontwaakte thans door een nieuwe" I
aanval van hoest, en zoodra hij de oogeul
opslo'eg, ontwaarde men weder den zelfde" I
trek van onrust en angst op zijn Keja„'|
doch het eerste woord, waarmede Violette I
hem aan Percy's bezoek herinnerde, brac™, I
hem aanstonds tot kalmte ea tevrêdenheiO, 1
Dr. Harding was bjj zijn avoadvisite rt'r"l
wonderd over de beterschap, die bil ^'l
speurde, en Johnnie deed zijn grootvanej
lachen door de vraag, of de heer vau uf 1
uil ook een dokter was, en of het v-n'Q I
was, hetgeen Sara zeide, dat hjj pap"
zijn valies uit een dievenhol gered hau.
(Woïdt v?rvolid).