BOEKHOUDEN.
ft
Da „TyÜjaBitsa" getorpedeerd
FEUILLETON.
Violette of de Schoonzuster.
V 'irpitz' hoengttnu.
Do ct ss;. - ent-van „De Tijd" to Keulen
meldt o \t set aftreden van den minister
var, m a Tirpitz, liet volgende:
„De v.s-rireir.TO reden van dit opzienba
rende neengi.'ii, is een diep verschil van
meening t'i. soiien den rijkskanselier en een
éeoi van .lier? diplomatieke en parlemen
taire -wereld aan de eene zijde, en aan de
andere den in afgetreden marine-minister,
een zeesoldaat van liet hoofd tot de
voetzool, gesteund door een veel grooter
deel van de openbare meening en iet par
lement» Bee>!s lang is, vooral onder den
druk van Amerika, de opinie van Beth-
mann-Hoiiweg over de® duikbootoorlo» „ein-
gleschiicbCort". Een oorlog met do Veree-
nigde Staten in het verschiet, zelfs een
dreigement van verwijdering op handelsge
bied zon de maat volmeten van de tegen-
heden, waarmee het Duitsche rjjk, ondanks
zjju sterke organisatie en overwinningen te
velde, op het oogenblik heeft te kampen.
Zeker zou het voor de Duitsche handels-
toekpmst noodlottig kunnen worden, vooral
daar Duitschland toch al zoo weinig vrien
den op de wereld bleek te bezitten, en de
haat der volkeren straks nog ontaagljjk zal
uitwerken.
Dat onder zulke overwegingen de hoofd
leider van Duitscblands wèl en wee gedwon
gen is, ook de staatkundige tactiek mee te
laten spfeken in het gebruiken van een zoo
listig en veel gehaat zij het zeer werk
zaam wapen pds de duikboot, ligt voor
de hand. Maar tevens, dat een ook in het
minst toegevende houding den tegenstand
moest wekken van drie kringen, welke mot
niet al te veel schuchterheid voor eischen
en verlangens van, neutralen den Engelsehen
zeeleeuw naar de keel willen grijpen, nu
die leeuw door zijn afsluiting van de kusten
het volk poogt uit te hongeren wat hem
wis niet zal gelukken! dat hem toch
reeds zoo diep haat wegens zijn dtelneming
aan de Europeesche worsteling.
Ook in de bekende Pruisische commissie
werd de sla-d'r-op-politiek van den marine-
minister goed, die van den rijkskanselier
afgekeurd. Deze heeft echter den Bonds
raad achter zich, en nu die zijn uitdrukke
lijke goedkeuring aan de voorzichtige hou
ding van Von Bethmann-Hoilweg hechtte,
bleef den fieren Von Tirpitz niets anders
over dan' heen te gaan.
Admiraal Von Capelle is meer plooibaar
en toonde zich ook vroeger reeds een meer
ambtelijke geest".
De „Köln. Ztg." meent echter, dat men
gerust kan beweren, dat de meening, alsof
het aftreden van Von Tirpitz de staking ran
den duikbootoorlog zou beteekensn, onjuist
is. Nog pas heeft men vernom:n, dat die
duikbootoorlog in vollen gang is. Voorloó-
pig kan men er echter niet over van ge
dachten wisselen, of en in hoeverre het ge
bruik van duikbooten met het aftreden van
Von Tirpitz in verband staat.
KORTE EERIGHTEIJ.
Te Westerstede (Oost-friesland) zijn van Za
terdag tot Maandag 900 krijgsgevangen Ser
viërs in een nieuw gevangenkamp onderge
bracht.
Naar de Duitsche pers mededeelt, zullen
OjJ den 20en Maart te Berlijn, aardappelkaar-
Jen worden ingevoerd. Zooals bekend,
jleerscht er in Duitscbland aardappelncod
en "beoogt de nieuwe maatregel een meer
'gelijkmatige distributie van dit voedings-
tniddel onder dc bevolking.
De (Belgische) „Legerbode" schrijft:
ledereen weet dat sedert een tiental ja
ren de juffers van Ecaussines de vrijgezel
len van gansch België op een diner te Ecaus
sines uitnoodigden, ten einde dero in de
strikken van het huwelijk te vangen.
Het huwelijksinaal van tweeden Sinksen
dag 1915, werd afgeschaft uit hoofde der af
wezigheid der „verloofden" die op het front
vertoeven, en meteen dewijl er geen vreug-
demaal diende plaats te grijpen terwijl onze
dapperen te velde staan.
Dat was een gepast besluit. Maar ziehier,
wat dien lieven juffers nog meer ter eere
strekt. Zij hebben een vergadering gehou
den, in de zaal, waar vroeger het zoogezegd
huwelijksmaal plaats greep en bij eenparige
-jtemmen een motie aangenomen, waarbij zij
voortaan onwaardigen verklaren, zij die een
embusqué zouden huwen.
De voorzitster legde bij een ieders toejui
chingen deze verklaring af:
I ij W-ij zullen een éénarm, of een man zon
der heenon huwen, maar nooit een verrader'
van het vaderland 1"
Het vlootverbond van Duitsche vrouwen
1 heelt aan graaf Dokna, den commandant
van do „Möwe" 3000 mark tor beschikking)
I gesteld ten behoeve van de bemanning.
Het plaatsvervangend legerbestuur van het
derde Beiersche korps, te Neurenberg, doet
in de volgende publidhtie een beroep op
de vaderlandsliefde der dames: In soherp
contrast met de vorige maanden, dragen de
vrouwen thans wijde, rgk geplooide rokken
en overdreven hooge laarzen, waardoor
groote hoeveelheden stoffen en leer, die
voor meer belangrijke doeleinden zeer wel
te gebruiken zijn, verkwist worden. Van de
vaderlandsliefde onzer vrouwen mag echter
wel verwacht worden, dat deze opmerking
voldoende is, om haar voortaan niet meer
dergelijke mode-dwaasheden te 'doen be
gaan, zoodat zijr zich op een wijze, meer iu
overeenstemming met dezen ernstigen tijd,
zullen kleedèn.
De oorlog zal de Nobelprijswinners van
't jaar een goede olf duizend gulden kos
ten. De prijs zal van het jaar nl. 131,739
kronen bedragen, tegen .149,222 verleden
jaar. Het verschil is een gevolg van de
nieuwe belasting ter verdediging van Zwe-
den's onzijdigheid, die dë instelling moet
opbrengen.
Om de stemming in Turkije en Bulgarije
te verbeteren, hebben de Duitschers in ver
scheidene Turksche en Bulgaarsohe steden
feesten en optochten georganiseerd ter eere
van de inneming van Verdun.
De Duitsche vliegers aan het. Russische
front hebben hevel gekregen om mitrail
leurs met ontplofbare kogels te gebruiken.
De pastoor van een van de voorsteden
van Brussel is door de Duitschers tot vier
maanden gevangenisstraf veroordeeld we
gens oen door hom in zijn kerk gehouden
preek.
Sinds het uitbreken van den oorlog zijn
de zinkprijzen in Engeland reeds meer dan
verviervoudigd wegens gebrek aan voorra-
den. Het grootste gedeelte van het ruwe
zink is afkomstig uit de Broken Hill-mijnen
in Australië. De bewerking geschiedde ech
ter voor den oorlog zoo goed als uitslui
tend in Duitschland en België. Na het uit
breken van den krijg werden in Engeland
plannen overwogen, om daar te lande
zinksmelterijcn voor het bewerken dezer
ertsen op te richten. Behalve op moeilijk
heden ten aanzien van het gebrek aan
werkkrachten is dit plan voorloopig afge
stuit op de kosten. Er zou n.l. met de op
richting een bedrag van 1.5 k 2 millioon
gemoeid geweest zijn, Achteraf gezien zou
het zeker de moeite hebben geloond, deze
kosten te maken .Immers heeft- de prijs-
verhooging thans aan Groot-B rittannië
naar schatting reeds 14 a 20 millioen ge
kost.
Naar wij vernemen, is gebleken, dat de
geheel© bemanning van de „Tubantia" ge
red is.
Omtrent de passagiers bestond dienaan
gaande gistermiddag nog geen zekerheid.
Blijkens de lijsten der geredden, uit de
plaatsen ontvangen, waar dte schipbreuke
lingen werden aangebracht, zouden er nog
vijf passagiers ontbreken. Het bleqk even
wel reeds, dat van deze vijf als vermist op
gegeven passagiers er drie behouden hier
te lande waren teruggekeerd. De mogelijk
heid dat twee overigen de reis niet mee
gemaakt zouden hebben, wordt uitgesloten
geacht.
De Boliviaansohe gezant te Berlijn, de
heer Vega, die zich aan boord van de „Tu
bantia" bevond met eohtgenoote en drie
kinderen, heeft, naar door den secretaris
van het Peruaansche consulaat-generaal te
Amsterdam, die den gezant thans ter zijde
staat, werd meegedeeld, voor 'een waarde
van f 150.000 verloren en. de offioieele stuk
ken van de legatie, die hij in taeschen ge
borgen van het schip had mede kunnen ne
men, maar welke in de reddingboot zijn
blijven liggen en dus voorloopig als verlo
ren moeten worden beschouwd.
De Marconi-officier van de „Tubantia",
de heer J. E. Broeck, heeft, aan de „N. R.
Crt." vertelt, clat het schip beslist door een!
torpedo in den grond is geboord. De 4de
officier heeft cle bellenbaan van de torpe
do zien aankomen op zes streek en aan
stuurboordzijde. De uitkijk in het kraaien
nest en de uitkijk op den bok hebben beiden
eveneens de torpedow aargenomen en hun
scliatting van den koers komt overeen.
De ontploffing was geweldig. De torpedo
is in de bunkers, vlak achter de machine
kamer, gesmoord en daaraan is het te dan
ken, dat het schip op de schotten nog zoo
lang drijvende is gebleven. Om een denk
beeld te geven van den geweldigen lucht
druk, door de ontploffing teweeggebracht,
deelde de heer Broeok mede, dat de meer
dan oen vinger dikke glazen van de pa
trijspoorten van zijn waarnemongshut aan
splinters vlogen. Een groot stuk balk van
een voorluik hing in de antenne, maar" had
deze gelukkig niet beschadigd.
Do heer Broeck, die juist bezig was zijn
dienst over te dragen, kon toen dadelijk
het noodsignaal S. O. S. uitzenden. Hij
kreeg dadelijk antwoord van Scheveningen,
Vlissingen en Teneriffe. Tot het laatst toe
heeft hij do draadlooze gemeenschap kun
nen onderhouden. Hij behoorde tot de laat
ste 5 personen, die aan boord zijn geble
ven tegen half 6 moest men de „Tuban
tia" verlaten, die eerst over bakboordzijde
overhelcte en toen met het achterschip bo
ven water kwam, alvorens geheel ten onder
te gaan.
De „Tubantia" had bijzondere maatrege
len getroffen voor verlichting van den met
groote letters geschilderden naam op de
zijwanden.
Na de torpedeering waTen plotseling alle
lichten gedoofd, maar de hand-dynamo aan
dek was ongeschonden gebleven en deze
gaf voldoendë licht om het van boord bren
gen van passagiers en bemannnig gemakke
lijk te kunnen doen plaats grijpen.
De sloep, waarin de laatste vijf perso
nen van do „Tubantia" hadden plaats ge
nomen, heeft, daar het schip toen reeds
sterk helde, nog gevaar geloopen tegen dë
wanden stukgeslagen te worden en men
moest krachtig wegroeien om niet in den
draaikolk meegesleurd to worden.
Na ruim een uur roeien werd cle „Breda"
bereikt, waar de ontvangst ,koe primitief
ook, boven ie diere lof verheven was.
Het oordeel der N eder-
landsohe pe rs.
Gisteren gaven we reeds ©enige persstem
men weer. Daaraan moeten we nog toevoe
gen het „Alg. Handelsblad", dat gister
avond zijn oordeel weergaf.
Dit blad schrijft:
„Zoo is het dfus wel zeker, dat de „Tu
bantia getorpedeerd is, en getorpedeerd
door een Duitschen onderzeeër. Niemand
heeft natuurlijk dë nationaliteit van dien
onderzeeër kunnen vaststellen, maar .geen
enkel- -werkelijk Nederlander -wij ver-
waar loozen de beruchte in -Nederland ge
boren pan-Germanen twijfelt er aan of
een Duitsche onderzeeër heeft de „Tuban
tia" vernietigd en de 3S0 opvarenden met
den dood bed'reigd. Wij'zijn er zeker van,
ook dë Duitsche regeering zal dat niet te
genspreken."
Het blad haalt daarop aan, wat het
schreef naar aanleiding van het tonpedee-
ren van de „Medea" en later van de
„Katwijk". Het wijst er op, dat het toen
niet tevreden was gesteld alleen met gelde
lijke vergoeding en het aanbieden van ver
ontschuldigingen. Dan vervolgt het artikel
„Deze woorden hebben allerminst instem
ming gevonden in Nederland. Wij werden
liefst oorlogszuchtig genoemd en met den
vinger nagewezen, wijl wij met de ruiter
lijke verontscbuildfi gingen van de Duitsohe
regccring niet tevreden waren.
Maar wat is thans bij dë „Tubantia" ge
bleken
Dat een Duitsche drikbootcommandant
een schip torpedeert, onversdhdllig of het
tot een neutrale dan wel tot een oorlogvoe
rende mogendheid behoort. Zondër ©enige,
zonder dë allergeringste aanwijzing om
trent do nationaliteit van het schip te heb
ben.
Wij vragen ons thans af: wat heeft de
regeering na het torpedeeren van „Kat~
RECLAMES h 40 ets. per Regel.
Eene gemakkelijke, goede méthode daarvoor vindt men in ons „SiucReblacpi
Weekblad voor Boekhouden. Behandeld wordt o. a.Enkel Boekhouden, ook mef
toepassing op kleinere zaken; dubbel Boekhouden; Berekeningen in den Goederen
handel; Muntstelsel; Berekeningen bij het beleggen van geld; Effecten; Prolongatie*
en Beleening; Wissel en Rekeningcourant met Interest; Handelskennis en Handelg
recht. Voor zelfstudie uitnemend geschikt. Prys per maand ƒ0.50. Proefnummer
gratis en franco. No. 1, dat als proefnummer gezonden wordt, begint met een bespre
kieg over inventaris en balans, gevolgd door practische opgaven. Vraagt dit nummer
nog heden aan. De Cursus begint 6 April a. a.
A. F. G. LEIDERITZ, D. H. SCHENK, Witte de Withstraat 23, Amsterdam
Telefoon Zuid 4072. 7865 28
wijk" en „Medea" met do Duitsche regee
ring besproken? Welke verzekeringen en
waarborgen heeft zij gekregen, dat derge
lijke daden niet herhaald zouden worden?
Of heeft zij, als zoovelen onzer landgenoo-
ten, toen gemeend, dat, als de Duitsohe re
geering toch verontschuldigingen aanbood
en de schade vergoedde, wij tevreden moes
ten zijn?
Want de regeering is mede verantwoor
delijk voor wat geschied is."
Wij schreven het reeds, nadat Duitsche
luchtschepen Nederlandsche visschers met
bommen geworpen 'hadden op 15 Mei van
't voorgaande jaar, zegt het „Bbld." en 't
haalt bedoelde passage uit dat artikel aan.
Het „Hbld." wijst op dë houding van de
Vereenigde Staten, die meer succes zou
hebben gehad z. i. indien andere staten een
zelfde lijn hadden getrokken en ver
volgt dan:
„Wat heeft de Nederlandsche regeering
gedaan, om in samenwerking met de A/me-
rikaanschë naar dat doel te streven
Hier komt thans nog een geheel andere
kwestie en voor vele Nederlanders een
veel belangrijker kwestie bij. Hoe zal het
met de verzorging van ons laakt gaan, indien
Duitschland op deze wijze oorlog dlenkt te
mogen en kunnen voeren
De redactie van het „Nieuws van den
Dag" wijst in eea hoofdartikel op de Duit
sche methode om mijnen in de scheepvaart-,
routes te strooien
„Het is een ieder bekend, dat de vaart
van Nederland op Engeland over Noord-
Hinder en Galloper-lichtschip gaat; dit
vaarwater is nu klaarblijkelijk door de
Duitsohers onveilig gemaakt met mijnen..."
En naar aanleiding daarvan vraagt het
blad„Moet onze regeering zich nu bij
dezen toestand neerleggen?"
Wij gaan iets verder en vragenKan
onze regeering zich bij dien toestand neer
leggen Kan de regeering bijv. de mogelijk
heid van den aanvoer der zestigduizend
tonnen graan, die wij maandelijks behoe
ven, garandeeren indien een naburige mo
gendheid onze scheepvaartroutes met mij
nen best-rooit? In strijd natuurlijk meti ©Ik
recht, met alle internationale overeenkom
sten.
De toestand is zeer, zeer ernstig. Niet
aleen voor ons land, ook voor andlere lan
den. En -wij vragen ons afis -er oonige
poging tot samenwerking gedaan, niet al
leen met Amerika daarover zeiden wij
reeds iets maar ook met andëre neutrale
landen
Aan het slot herhaalt het blad
„Van de Nederlandsche, die medo ver
antwoordelijk is voor de wijze waarop Ne
derlandsche schepen behandeld worden,
moet gëëischt worden, dat rij allee doet om
dte Vereenigde Staten in dit streven, te
steunen.'
Duitsche stemmen.
Naar aanleiding van de ramp verneemt de
„Kiorreepondenz Norden" van welingelichte
rijde, dat het- reeds bij voorbaat vaststaat,
dat geen Duitsche duikboot bij de scheeps
ramp betrokken is geweest Gelftk te Ber
lijn moet worden aangenomen, is de „Tu
bantia" waarschijnlijk op een Engelsehe mijn
geloopen.
De „Korrespondenz Norden" onder
beheer van den bekenden Noor Björnsom
is geen officieel bureau en het boven
staande bericht is niet officieel. Tegenover
deze mededeeling staat de beëedigde verkla
ring van onze Nederlandsche zeelieden om
trent de torpedeering. Een ieder voelt, dat
het ten «enenmale uitgesloten is, dat eenige
andere duikboot dan een Duitsche nabij En
geland in de Noordzee een groofcen mail-
stoomer van onbekende nationaliteit zou io
den grond boren.
De „Köln. Ztg." bevat een WolH-telegram,
waarin in enkele woorden van de torpe-
deering der „Tubantia" melding wordt g?.
maakt en waaraan tusschen haakjes de vol
gende opmerking van Wolffs bureau wordt
toegevoegd: „Het is hoogst waarschijnlijk
dat de „Tubantia" op een mjjn geloopen is.J
De „Voss. Ztg." bevat een telegram uit
Amsterdam over de torpedeering van do
„Tubantia", waarin o.a. gezegd wordt:
„Op de hoeken £er winkelstraten van Am-
sterdam staan groepen monschen, die de
extra-nummers van verschillende dagbladea
over het vergaan van het stoomschip „Tu
bantia" lezen. Deze gebeurtenis wordt nu
nog kalm besproken, maar het schijnt, dat c
opwinding geleidelijk toeneemt.
Volgens de mededeelingen van den kapi
tein zou het schip getorpedeerd zijn. Er
worden echter omtrent de nationaliteit van
den onderzeeër nog geen vermoedens geuit.
Van deskundige zijde verneem ik, „dat
het zeer twijfelachtig is, of de „Tubantia"
getorpedeerd is. Het is veel waarschijnlijker
dat het schip op een mijn is geloopen,
omdat er op de plaats waar het ongeluk
plaats had, reeds wekenlang vele drijvende
mijnen gezien zijn. Ook wordt mij uit be
trouwbare bron medegedeeld, dat er zich
reeds verscheidene dagen twee Engelsehe
onderzeeërs, die gisteren nog een Zweedaca
schip achtervolgden, in de buurt van de
plek des onheils bevonden."
Het „Berl. Tagebi." zegt, dat het bij het
ministerie van marine ingekomen bericht
mogelijkheid niet uitfluit, dat de „Tubantia"
opi een mijn geloopen is.
Ook „Der Tag" en de „Frankfurter Zei-
tung" leggen nadruk op de mogelijkheid, dat
de „Tubantia" op een rajjn geloopen is.
Volgens een Wolff-telegram uit Amster
dam aan de Duitsohe bladen, wordt uit IJinui-
den bericht, dalTde- ambtenaren, die bij
uitklaring van het schip aan boord van de
„Tubantia" kwamen, verklaren, dat er zich'
geen Noord-Amerikanen aan boord bevonden.
Dit bericht is ir. strijd met de opgaven
van den „Kon. Hoil. Lloyd", die den codsu!
der Vereenigde Staten te Stuttgart en twee
leden van zijn gezin als Noord-Amerikaan
aanduidt.
De middag-editie van de ^,Köln. Ztg." "te-
vat een „Wolff-bericht, waarin gcz?gd woiA
dat de Nederlandsche pers in opgewonden
artikelen de neiging vertoont om de Duitsche
militaire overheid de schuld voor het ver
gaan van de „Tubantia" in de schoenen te
schuiven.
In een eigen telegram uit Amsterdam
beweert de Tg-correspondent van de „Köln,
Ztg." naar aanleiding van de mededeeling
van ons ministerie van marine, dat de „Tu
bantia" getorpedeerd is geworden: „De ge
gevens, Zie hier voor de torpedeering van het
schip opgesomd worden, lijken ons onvol
doende. De ontploffing heeft in den stikdon-
keren nacht tusschen 2 uur en halfdrie
plaats gehad. Hoe kan men nu onder de»?
omstandigheden met zekerheid de bellenbaan
van een torpedo waarnemen? Bovendien is
het bericht, dat de torpedo het schip mid
scheeps trof, in strjjd met de vroegere, vol
gens welke de ontploffing aan het achterst?
gedeelte van het schip plaats had."
Uit het feit, dat de Duitsche pers ziel
groote moeite geeft, om nadruk te leggen op
ae mogeljjkheid, dat de „Tubantia" op een
m^ln geloopen is en niet getorpedeerd werd,
blftkt wel, zegt het „Hold.", dat ook
vreest, dat zoo dit laatstè inderdaad waar ie,
de aanvaller waarschijnlijk een Duilsche on
derzeeër was.
Uïb het Engelsch van Miss Y0NGE.
(Nadruk Verboden).
119)
- Toen Violette tegen den nacht de zieke-
kamér verliet, verhelderde een glans van
dankbare vreugde haar gelaat, dat tot hier
toe slechts geduldige onderwerping had ge-
teekend, en terwijl zij zich gereed maakte
onr te gaan rusten, vroeg zij weder naar
haar kleine meisjes. Theodora begreep, dat
tij thans haar geschiedenis wel mocht yer-
tellen; en terwijl zij ging zitten op haar ge
liefkoosd plaatsje, op het voetenbankje van
Violette, deelde zij haar met neergéslagen
öogen mede, hoe men omtrent die beide i
neven in een dwaling verkèerd had.
„Wat ben ik daar blijde om!" sprak de
liefelijke stem, die altijd gereed was in
laar vreugde te doelen. „Ik weet waarlijk
zelve niet hoe het komt, maar ik had nog
veen oogenblik aan dat huwelijk gedacht;
hij was ook zoo geheel dezelfde als vroe-
ypr. Het doet mij veel genoegen!"
„Beschouw het nu niet uit het oogpunt,
alsof ik er nog belang brj had," zdde Theo
dora. „Het is( mij genoegf te weten, dat
bij steeds een der edelste men-
echen gebleven is."
„Dat is hij inderdaad."
„Wensch nu niets anders en denk ook
niet, dat ik het doe," hervatte Theodora.
•^Heb is tijd, dat ik die gekheid uit mijn
hoofd zet, wanneer ik zie, dat rnen mij niet
eens herkent."
„Hoe meent gij het? Herkende Lp xt
niet?"
Niet voordat ik sprak. Het is ook geen
wonder, en 't is beter, dat het zoo blijft;
ik ben hem om allerlei redenen niet meer
waardig. 0! Violette, nu zult gij mjj toch
wel willen toestaan, dat ik u vergiffenis
vrage."
„Wat bedoelt gij, liefste?*
„Dk wedrennen."
Violette huiverde niet terug voor dat
woord, neen, zij kuste Theodora op het
voorhoofd, terwijl de tranen, die zij te
midden van haar zielsangst had weten te
bodwingen, haar thans, in dit oogenblik van
verademing, rijkelijk langs de wangen
vloeider.
„Arme Theodora 1sprak rijf „hoeveel
moet gij geleden hebben
Er was een oogenblük vam stilteTheo
dora deed al wat in haar vermogen was, om
haar aandoening te matigen en in stilte
te schreien, zooals haar zuster deed.
„Ik denk", zei Violette op eenvoudigen
en zachten toon, „dat wij nu eerst gelukkig
kndnon worden."
Wederom zweeg zij een pooeje, en hernam
toen„Komaan, als wij zoo voortgaan,
zullen wij morgen geen van beiden tot ieta
in staat zijnen gij hebt slechts een hal
ven nacht om te rusten. Liefste, ik wensch-
te wel, dat ik u cöit waken besparen kon.
Als hij morgen wat beter is, moet- gij met
Johnnie een wandeling doen."
Hij was iets beter, ofschoon de doctoren,
geheel verschrikt dOor de onvoorzichtig
heid, die men den vorigen dlag begaan had,
een strenge predikatie hieldten over zijn
hoogst bedënkelijken toestand, en met na
druk aandrongen op stilte en het vermij
den van al wat hem kon opwinden. Ook
was zijn toestand inderdaad nog zóó, 'dat de
beterschap slechte bij enkele flikkeringen
als het ware te bespeuren wasen daar
hij thans van don angst, die zijn gemoed
bezwaard had, bevrijd was, had hij meer
gevoel voor het lijdfen, dat dë kwaal hem
veroorzaakte, eai was hij vreeselijk neer
slachtig en ongerust en beweerde, dat hij
niet de geringste 'beterschap kon bespeuren.
De proef, om zijn kleine meisjes bij hem
te brengen, werd nog eens herhaald, dlooh
met even weinig goeden uitslag, hetgeen
niet vreemd was, dlaor zijn akelig uitricht
in de laatste week natuurlijk nog was toe
genomen en Theodora vertelde, dat
Johnnie haar in .vertrouwen als een vree
selijk geheim had medegedeeld, dët Helena
niet bij papa durfde gaan, omdat hij zoo
precies op den wolf van Roodkapje ge
leeik.
Violette was blijde, dat zij dit vertelsel
deed, daar het voor het eerst aan Arthur
een glimlach ontlokte. Hij begon er thans
een zeker belang in te stellen om het Mnd
voor zich te winnen en dit gaf hem een be
zigheid, die rijn gedachten vau zijn eigen
toestand afleidden. Het tvas treffend te
rien, hoe hij haar, wanneer zij in- en uit
liep, met rijn blikken volgde, hoe hij poog
de haar aandacht te trekken, nu eens de
hand naar haar uitstekende, om hiaar te
noodigen bij hem te komen, dan weer haar
een trosje druiven of een stukje peer voor
houdende om haar to lokken, terwijl hij
met een teederen, trotschen en tevens wee
moedigen blik dte frisscbe kleur en de
bloeiende schoonheid van het kind gade
sloeg. Zij deed gemeenlijk alsof zij hem
niet opmerkte, liep op een drafje voorbij
zijn bed en keerde hem den rug toe, als rij
tets aan haar mama wilde «eggen, doëh
langzamerhand begon die zwijgende ge
daante eten geheimzinnige aantrekkings
kracht op haar uit te oefeneneerst waag
de zij het slteohts in het voorbijgaan een
vluohtdgen blik op hem te werpen daar
op bleef zij telkens een oogenblik langer
vertoeven, om hem, op haar teenen staan
de en de handen op haar hoofdje houden
de, met den schuwen blik eener jonge
hinde aan te rien, tot opeens de gedachte
aan den Wolf weer boven scheen te komen
en zij rich omkeerde en wegliep, alsof het
am haar leven te doen was.
Maar eindelijk verraste zij hem, door
eensklaps ap het bed te klimmen en haar
gezichtje te midden der zwarte stoppels
van den baard, waarvoor rij zoo bang was,
te begraven en ,toenweder op den grond
springende, liep zij zoo hard rij kon naar
de deur, alsof rij vreesde, dat men haair
achterhalen zou. Tegen zulk een onsbuii-
maigen aanval waren de krachten van Ar
thur nog niet bestand, en Violette, die da-
cDelijk opstond om zijn dekens in orde te
leggen, begon de kleine dan ook te verma
nen, in het vervolg wat zachter te werk te
gaanmaar hoe geschokt Arthur ook wa
re, hij was tto zeer verheugd, dan dat bij
zou hebben kunnen toelaten, dat rij bestraft
werd, en lachende hield hij een tros drui
ven in de hoogte, om do kleine meid uit te
noocTigen weer terug to komen. Maar dat
nam het kleine ding als een beleediging
opzij hield haar handen achter den rug,
richtte met waardigheid het hoofd op en
zedde: Ik geef geen zoen voor een trosje
druiven. Ik heb het gedaan, omdat John
nie mij zoo plaagde enzeide, dat ik niet
lief was, als ik het niet deed."
„Theodorai op en top!" riép hteor var-
der junltl.
Het was een groote schrede tot zijn ver
genoegen, nu hij ontdekt had, d)a,t rijn kin
deren hem afleiding kooiden geven, voorna
melijk nu hij zich met niets mocht bezig
houden, om dien vervelend langen tijd door
te brengen. Hij kon niet verdragen, <&c
iemand hem iets voorlas, uitgezonderd
Johnnie, wden hij het nimmer weigerde;
naar hem luisterde hij en scheen troteci
te wezen op zijn verstand, dat hij riph in
derdaad! als verbazend voorstelde, teiW
de oenvoudligc zeden/lessen, in die kinder
boekjes vervat, zonder rijn aandacht to ver
moeien, echter rijn geest herig hielden en
mcnigmalen zelfs in zijn Irarfc doordron
gen. Als1 hij hijgende en doodmoede van be
nauwdheid daar nederlag, trokken dc be-1
wegingen van het kleine kind soms rijn ong
of wekte het gesnap zijner kleine meisjc3
aan den schoot harer moeder een zekere
nieuwsgierigheid in hem op, die hem be
lette te veel oVer zichzelf te denken. Som
tijds gaf dat kinderlijk gepraat hem s*0*
tot nadenken, zooals op zekeren dag, t©€n
de kinderen in de naaste kamer gezonden
waren, om er ëén schaaltje met vruchten,
die zij hun gegeven had, te verdeelen, elJ
men Helena hoorde zeggen„Ik wou,
papa altijd ziek bleef."
„Helena, Helena, hoe kunt gij dat
gen?" riep haar broertje verontwaardig
uit.
„Wel, omdat hjj zoo ^Oed op ons is,
hjj ziele is," voerde Helena! tot haar ve -
dediging aan. „Ik vind hem nu heel IF
ën ik hond niets van hem, als h\j Jyy.'
wand dan is hij altijd zoo boos. Vma-j
dat ook niet. Tolmme?"
(Wordt vervolgd)'