BOEKHOUDEN. ft Da „TyÜjaBitsa" getorpedeerd FEUILLETON. Violette of de Schoonzuster. V 'irpitz' hoengttnu. Do ct ss;. - ent-van „De Tijd" to Keulen meldt o \t set aftreden van den minister var, m a Tirpitz, liet volgende: „De v.s-rireir.TO reden van dit opzienba rende neengi.'ii, is een diep verschil van meening t'i. soiien den rijkskanselier en een éeoi van .lier? diplomatieke en parlemen taire -wereld aan de eene zijde, en aan de andere den in afgetreden marine-minister, een zeesoldaat van liet hoofd tot de voetzool, gesteund door een veel grooter deel van de openbare meening en iet par lement» Bee>!s lang is, vooral onder den druk van Amerika, de opinie van Beth- mann-Hoiiweg over de® duikbootoorlo» „ein- gleschiicbCort". Een oorlog met do Veree- nigde Staten in het verschiet, zelfs een dreigement van verwijdering op handelsge bied zon de maat volmeten van de tegen- heden, waarmee het Duitsche rjjk, ondanks zjju sterke organisatie en overwinningen te velde, op het oogenblik heeft te kampen. Zeker zou het voor de Duitsche handels- toekpmst noodlottig kunnen worden, vooral daar Duitschland toch al zoo weinig vrien den op de wereld bleek te bezitten, en de haat der volkeren straks nog ontaagljjk zal uitwerken. Dat onder zulke overwegingen de hoofd leider van Duitscblands wèl en wee gedwon gen is, ook de staatkundige tactiek mee te laten spfeken in het gebruiken van een zoo listig en veel gehaat zij het zeer werk zaam wapen pds de duikboot, ligt voor de hand. Maar tevens, dat een ook in het minst toegevende houding den tegenstand moest wekken van drie kringen, welke mot niet al te veel schuchterheid voor eischen en verlangens van, neutralen den Engelsehen zeeleeuw naar de keel willen grijpen, nu die leeuw door zijn afsluiting van de kusten het volk poogt uit te hongeren wat hem wis niet zal gelukken! dat hem toch reeds zoo diep haat wegens zijn dtelneming aan de Europeesche worsteling. Ook in de bekende Pruisische commissie werd de sla-d'r-op-politiek van den marine- minister goed, die van den rijkskanselier afgekeurd. Deze heeft echter den Bonds raad achter zich, en nu die zijn uitdrukke lijke goedkeuring aan de voorzichtige hou ding van Von Bethmann-Hoilweg hechtte, bleef den fieren Von Tirpitz niets anders over dan' heen te gaan. Admiraal Von Capelle is meer plooibaar en toonde zich ook vroeger reeds een meer ambtelijke geest". De „Köln. Ztg." meent echter, dat men gerust kan beweren, dat de meening, alsof het aftreden van Von Tirpitz de staking ran den duikbootoorlog zou beteekensn, onjuist is. Nog pas heeft men vernom:n, dat die duikbootoorlog in vollen gang is. Voorloó- pig kan men er echter niet over van ge dachten wisselen, of en in hoeverre het ge bruik van duikbooten met het aftreden van Von Tirpitz in verband staat. KORTE EERIGHTEIJ. Te Westerstede (Oost-friesland) zijn van Za terdag tot Maandag 900 krijgsgevangen Ser viërs in een nieuw gevangenkamp onderge bracht. Naar de Duitsche pers mededeelt, zullen OjJ den 20en Maart te Berlijn, aardappelkaar- Jen worden ingevoerd. Zooals bekend, jleerscht er in Duitscbland aardappelncod en "beoogt de nieuwe maatregel een meer 'gelijkmatige distributie van dit voedings- tniddel onder dc bevolking. De (Belgische) „Legerbode" schrijft: ledereen weet dat sedert een tiental ja ren de juffers van Ecaussines de vrijgezel len van gansch België op een diner te Ecaus sines uitnoodigden, ten einde dero in de strikken van het huwelijk te vangen. Het huwelijksinaal van tweeden Sinksen dag 1915, werd afgeschaft uit hoofde der af wezigheid der „verloofden" die op het front vertoeven, en meteen dewijl er geen vreug- demaal diende plaats te grijpen terwijl onze dapperen te velde staan. Dat was een gepast besluit. Maar ziehier, wat dien lieven juffers nog meer ter eere strekt. Zij hebben een vergadering gehou den, in de zaal, waar vroeger het zoogezegd huwelijksmaal plaats greep en bij eenparige -jtemmen een motie aangenomen, waarbij zij voortaan onwaardigen verklaren, zij die een embusqué zouden huwen. De voorzitster legde bij een ieders toejui chingen deze verklaring af: I ij W-ij zullen een éénarm, of een man zon der heenon huwen, maar nooit een verrader' van het vaderland 1" Het vlootverbond van Duitsche vrouwen 1 heelt aan graaf Dokna, den commandant van do „Möwe" 3000 mark tor beschikking) I gesteld ten behoeve van de bemanning. Het plaatsvervangend legerbestuur van het derde Beiersche korps, te Neurenberg, doet in de volgende publidhtie een beroep op de vaderlandsliefde der dames: In soherp contrast met de vorige maanden, dragen de vrouwen thans wijde, rgk geplooide rokken en overdreven hooge laarzen, waardoor groote hoeveelheden stoffen en leer, die voor meer belangrijke doeleinden zeer wel te gebruiken zijn, verkwist worden. Van de vaderlandsliefde onzer vrouwen mag echter wel verwacht worden, dat deze opmerking voldoende is, om haar voortaan niet meer dergelijke mode-dwaasheden te 'doen be gaan, zoodat zijr zich op een wijze, meer iu overeenstemming met dezen ernstigen tijd, zullen kleedèn. De oorlog zal de Nobelprijswinners van 't jaar een goede olf duizend gulden kos ten. De prijs zal van het jaar nl. 131,739 kronen bedragen, tegen .149,222 verleden jaar. Het verschil is een gevolg van de nieuwe belasting ter verdediging van Zwe- den's onzijdigheid, die dë instelling moet opbrengen. Om de stemming in Turkije en Bulgarije te verbeteren, hebben de Duitschers in ver scheidene Turksche en Bulgaarsohe steden feesten en optochten georganiseerd ter eere van de inneming van Verdun. De Duitsche vliegers aan het. Russische front hebben hevel gekregen om mitrail leurs met ontplofbare kogels te gebruiken. De pastoor van een van de voorsteden van Brussel is door de Duitschers tot vier maanden gevangenisstraf veroordeeld we gens oen door hom in zijn kerk gehouden preek. Sinds het uitbreken van den oorlog zijn de zinkprijzen in Engeland reeds meer dan verviervoudigd wegens gebrek aan voorra- den. Het grootste gedeelte van het ruwe zink is afkomstig uit de Broken Hill-mijnen in Australië. De bewerking geschiedde ech ter voor den oorlog zoo goed als uitslui tend in Duitschland en België. Na het uit breken van den krijg werden in Engeland plannen overwogen, om daar te lande zinksmelterijcn voor het bewerken dezer ertsen op te richten. Behalve op moeilijk heden ten aanzien van het gebrek aan werkkrachten is dit plan voorloopig afge stuit op de kosten. Er zou n.l. met de op richting een bedrag van 1.5 k 2 millioon gemoeid geweest zijn, Achteraf gezien zou het zeker de moeite hebben geloond, deze kosten te maken .Immers heeft- de prijs- verhooging thans aan Groot-B rittannië naar schatting reeds 14 a 20 millioen ge kost. Naar wij vernemen, is gebleken, dat de geheel© bemanning van de „Tubantia" ge red is. Omtrent de passagiers bestond dienaan gaande gistermiddag nog geen zekerheid. Blijkens de lijsten der geredden, uit de plaatsen ontvangen, waar dte schipbreuke lingen werden aangebracht, zouden er nog vijf passagiers ontbreken. Het bleqk even wel reeds, dat van deze vijf als vermist op gegeven passagiers er drie behouden hier te lande waren teruggekeerd. De mogelijk heid dat twee overigen de reis niet mee gemaakt zouden hebben, wordt uitgesloten geacht. De Boliviaansohe gezant te Berlijn, de heer Vega, die zich aan boord van de „Tu bantia" bevond met eohtgenoote en drie kinderen, heeft, naar door den secretaris van het Peruaansche consulaat-generaal te Amsterdam, die den gezant thans ter zijde staat, werd meegedeeld, voor 'een waarde van f 150.000 verloren en. de offioieele stuk ken van de legatie, die hij in taeschen ge borgen van het schip had mede kunnen ne men, maar welke in de reddingboot zijn blijven liggen en dus voorloopig als verlo ren moeten worden beschouwd. De Marconi-officier van de „Tubantia", de heer J. E. Broeck, heeft, aan de „N. R. Crt." vertelt, clat het schip beslist door een! torpedo in den grond is geboord. De 4de officier heeft cle bellenbaan van de torpe do zien aankomen op zes streek en aan stuurboordzijde. De uitkijk in het kraaien nest en de uitkijk op den bok hebben beiden eveneens de torpedow aargenomen en hun scliatting van den koers komt overeen. De ontploffing was geweldig. De torpedo is in de bunkers, vlak achter de machine kamer, gesmoord en daaraan is het te dan ken, dat het schip op de schotten nog zoo lang drijvende is gebleven. Om een denk beeld te geven van den geweldigen lucht druk, door de ontploffing teweeggebracht, deelde de heer Broeok mede, dat de meer dan oen vinger dikke glazen van de pa trijspoorten van zijn waarnemongshut aan splinters vlogen. Een groot stuk balk van een voorluik hing in de antenne, maar" had deze gelukkig niet beschadigd. Do heer Broeck, die juist bezig was zijn dienst over te dragen, kon toen dadelijk het noodsignaal S. O. S. uitzenden. Hij kreeg dadelijk antwoord van Scheveningen, Vlissingen en Teneriffe. Tot het laatst toe heeft hij do draadlooze gemeenschap kun nen onderhouden. Hij behoorde tot de laat ste 5 personen, die aan boord zijn geble ven tegen half 6 moest men de „Tuban tia" verlaten, die eerst over bakboordzijde overhelcte en toen met het achterschip bo ven water kwam, alvorens geheel ten onder te gaan. De „Tubantia" had bijzondere maatrege len getroffen voor verlichting van den met groote letters geschilderden naam op de zijwanden. Na de torpedeering waTen plotseling alle lichten gedoofd, maar de hand-dynamo aan dek was ongeschonden gebleven en deze gaf voldoendë licht om het van boord bren gen van passagiers en bemannnig gemakke lijk te kunnen doen plaats grijpen. De sloep, waarin de laatste vijf perso nen van do „Tubantia" hadden plaats ge nomen, heeft, daar het schip toen reeds sterk helde, nog gevaar geloopen tegen dë wanden stukgeslagen te worden en men moest krachtig wegroeien om niet in den draaikolk meegesleurd to worden. Na ruim een uur roeien werd cle „Breda" bereikt, waar de ontvangst ,koe primitief ook, boven ie diere lof verheven was. Het oordeel der N eder- landsohe pe rs. Gisteren gaven we reeds ©enige persstem men weer. Daaraan moeten we nog toevoe gen het „Alg. Handelsblad", dat gister avond zijn oordeel weergaf. Dit blad schrijft: „Zoo is het dfus wel zeker, dat de „Tu bantia getorpedeerd is, en getorpedeerd door een Duitschen onderzeeër. Niemand heeft natuurlijk dë nationaliteit van dien onderzeeër kunnen vaststellen, maar .geen enkel- -werkelijk Nederlander -wij ver- waar loozen de beruchte in -Nederland ge boren pan-Germanen twijfelt er aan of een Duitsche onderzeeër heeft de „Tuban tia" vernietigd en de 3S0 opvarenden met den dood bed'reigd. Wij'zijn er zeker van, ook dë Duitsche regeering zal dat niet te genspreken." Het blad haalt daarop aan, wat het schreef naar aanleiding van het tonpedee- ren van de „Medea" en later van de „Katwijk". Het wijst er op, dat het toen niet tevreden was gesteld alleen met gelde lijke vergoeding en het aanbieden van ver ontschuldigingen. Dan vervolgt het artikel „Deze woorden hebben allerminst instem ming gevonden in Nederland. Wij werden liefst oorlogszuchtig genoemd en met den vinger nagewezen, wijl wij met de ruiter lijke verontscbuildfi gingen van de Duitsohe regccring niet tevreden waren. Maar wat is thans bij dë „Tubantia" ge bleken Dat een Duitsche drikbootcommandant een schip torpedeert, onversdhdllig of het tot een neutrale dan wel tot een oorlogvoe rende mogendheid behoort. Zondër ©enige, zonder dë allergeringste aanwijzing om trent do nationaliteit van het schip te heb ben. Wij vragen ons thans af: wat heeft de regeering na het torpedeeren van „Kat~ RECLAMES h 40 ets. per Regel. Eene gemakkelijke, goede méthode daarvoor vindt men in ons „SiucReblacpi Weekblad voor Boekhouden. Behandeld wordt o. a.Enkel Boekhouden, ook mef toepassing op kleinere zaken; dubbel Boekhouden; Berekeningen in den Goederen handel; Muntstelsel; Berekeningen bij het beleggen van geld; Effecten; Prolongatie* en Beleening; Wissel en Rekeningcourant met Interest; Handelskennis en Handelg recht. Voor zelfstudie uitnemend geschikt. Prys per maand ƒ0.50. Proefnummer gratis en franco. No. 1, dat als proefnummer gezonden wordt, begint met een bespre kieg over inventaris en balans, gevolgd door practische opgaven. Vraagt dit nummer nog heden aan. De Cursus begint 6 April a. a. A. F. G. LEIDERITZ, D. H. SCHENK, Witte de Withstraat 23, Amsterdam Telefoon Zuid 4072. 7865 28 wijk" en „Medea" met do Duitsche regee ring besproken? Welke verzekeringen en waarborgen heeft zij gekregen, dat derge lijke daden niet herhaald zouden worden? Of heeft zij, als zoovelen onzer landgenoo- ten, toen gemeend, dat, als de Duitsohe re geering toch verontschuldigingen aanbood en de schade vergoedde, wij tevreden moes ten zijn? Want de regeering is mede verantwoor delijk voor wat geschied is." Wij schreven het reeds, nadat Duitsche luchtschepen Nederlandsche visschers met bommen geworpen 'hadden op 15 Mei van 't voorgaande jaar, zegt het „Bbld." en 't haalt bedoelde passage uit dat artikel aan. Het „Hbld." wijst op dë houding van de Vereenigde Staten, die meer succes zou hebben gehad z. i. indien andere staten een zelfde lijn hadden getrokken en ver volgt dan: „Wat heeft de Nederlandsche regeering gedaan, om in samenwerking met de A/me- rikaanschë naar dat doel te streven Hier komt thans nog een geheel andere kwestie en voor vele Nederlanders een veel belangrijker kwestie bij. Hoe zal het met de verzorging van ons laakt gaan, indien Duitschland op deze wijze oorlog dlenkt te mogen en kunnen voeren De redactie van het „Nieuws van den Dag" wijst in eea hoofdartikel op de Duit sche methode om mijnen in de scheepvaart-, routes te strooien „Het is een ieder bekend, dat de vaart van Nederland op Engeland over Noord- Hinder en Galloper-lichtschip gaat; dit vaarwater is nu klaarblijkelijk door de Duitsohers onveilig gemaakt met mijnen..." En naar aanleiding daarvan vraagt het blad„Moet onze regeering zich nu bij dezen toestand neerleggen?" Wij gaan iets verder en vragenKan onze regeering zich bij dien toestand neer leggen Kan de regeering bijv. de mogelijk heid van den aanvoer der zestigduizend tonnen graan, die wij maandelijks behoe ven, garandeeren indien een naburige mo gendheid onze scheepvaartroutes met mij nen best-rooit? In strijd natuurlijk meti ©Ik recht, met alle internationale overeenkom sten. De toestand is zeer, zeer ernstig. Niet aleen voor ons land, ook voor andlere lan den. En -wij vragen ons afis -er oonige poging tot samenwerking gedaan, niet al leen met Amerika daarover zeiden wij reeds iets maar ook met andëre neutrale landen Aan het slot herhaalt het blad „Van de Nederlandsche, die medo ver antwoordelijk is voor de wijze waarop Ne derlandsche schepen behandeld worden, moet gëëischt worden, dat rij allee doet om dte Vereenigde Staten in dit streven, te steunen.' Duitsche stemmen. Naar aanleiding van de ramp verneemt de „Kiorreepondenz Norden" van welingelichte rijde, dat het- reeds bij voorbaat vaststaat, dat geen Duitsche duikboot bij de scheeps ramp betrokken is geweest Gelftk te Ber lijn moet worden aangenomen, is de „Tu bantia" waarschijnlijk op een Engelsehe mijn geloopen. De „Korrespondenz Norden" onder beheer van den bekenden Noor Björnsom is geen officieel bureau en het boven staande bericht is niet officieel. Tegenover deze mededeeling staat de beëedigde verkla ring van onze Nederlandsche zeelieden om trent de torpedeering. Een ieder voelt, dat het ten «enenmale uitgesloten is, dat eenige andere duikboot dan een Duitsche nabij En geland in de Noordzee een groofcen mail- stoomer van onbekende nationaliteit zou io den grond boren. De „Köln. Ztg." bevat een WolH-telegram, waarin in enkele woorden van de torpe- deering der „Tubantia" melding wordt g?. maakt en waaraan tusschen haakjes de vol gende opmerking van Wolffs bureau wordt toegevoegd: „Het is hoogst waarschijnlijk dat de „Tubantia" op een mjjn geloopen is.J De „Voss. Ztg." bevat een telegram uit Amsterdam over de torpedeering van do „Tubantia", waarin o.a. gezegd wordt: „Op de hoeken £er winkelstraten van Am- sterdam staan groepen monschen, die de extra-nummers van verschillende dagbladea over het vergaan van het stoomschip „Tu bantia" lezen. Deze gebeurtenis wordt nu nog kalm besproken, maar het schijnt, dat c opwinding geleidelijk toeneemt. Volgens de mededeelingen van den kapi tein zou het schip getorpedeerd zijn. Er worden echter omtrent de nationaliteit van den onderzeeër nog geen vermoedens geuit. Van deskundige zijde verneem ik, „dat het zeer twijfelachtig is, of de „Tubantia" getorpedeerd is. Het is veel waarschijnlijker dat het schip op een mijn is geloopen, omdat er op de plaats waar het ongeluk plaats had, reeds wekenlang vele drijvende mijnen gezien zijn. Ook wordt mij uit be trouwbare bron medegedeeld, dat er zich reeds verscheidene dagen twee Engelsehe onderzeeërs, die gisteren nog een Zweedaca schip achtervolgden, in de buurt van de plek des onheils bevonden." Het „Berl. Tagebi." zegt, dat het bij het ministerie van marine ingekomen bericht mogelijkheid niet uitfluit, dat de „Tubantia" opi een mijn geloopen is. Ook „Der Tag" en de „Frankfurter Zei- tung" leggen nadruk op de mogelijkheid, dat de „Tubantia" op een rajjn geloopen is. Volgens een Wolff-telegram uit Amster dam aan de Duitsohe bladen, wordt uit IJinui- den bericht, dalTde- ambtenaren, die bij uitklaring van het schip aan boord van de „Tubantia" kwamen, verklaren, dat er zich' geen Noord-Amerikanen aan boord bevonden. Dit bericht is ir. strijd met de opgaven van den „Kon. Hoil. Lloyd", die den codsu! der Vereenigde Staten te Stuttgart en twee leden van zijn gezin als Noord-Amerikaan aanduidt. De middag-editie van de ^,Köln. Ztg." "te- vat een „Wolff-bericht, waarin gcz?gd woiA dat de Nederlandsche pers in opgewonden artikelen de neiging vertoont om de Duitsche militaire overheid de schuld voor het ver gaan van de „Tubantia" in de schoenen te schuiven. In een eigen telegram uit Amsterdam beweert de Tg-correspondent van de „Köln, Ztg." naar aanleiding van de mededeeling van ons ministerie van marine, dat de „Tu bantia" getorpedeerd is geworden: „De ge gevens, Zie hier voor de torpedeering van het schip opgesomd worden, lijken ons onvol doende. De ontploffing heeft in den stikdon- keren nacht tusschen 2 uur en halfdrie plaats gehad. Hoe kan men nu onder de»? omstandigheden met zekerheid de bellenbaan van een torpedo waarnemen? Bovendien is het bericht, dat de torpedo het schip mid scheeps trof, in strjjd met de vroegere, vol gens welke de ontploffing aan het achterst? gedeelte van het schip plaats had." Uit het feit, dat de Duitsche pers ziel groote moeite geeft, om nadruk te leggen op ae mogeljjkheid, dat de „Tubantia" op een m^ln geloopen is en niet getorpedeerd werd, blftkt wel, zegt het „Hold.", dat ook vreest, dat zoo dit laatstè inderdaad waar ie, de aanvaller waarschijnlijk een Duilsche on derzeeër was. Uïb het Engelsch van Miss Y0NGE. (Nadruk Verboden). 119) - Toen Violette tegen den nacht de zieke- kamér verliet, verhelderde een glans van dankbare vreugde haar gelaat, dat tot hier toe slechts geduldige onderwerping had ge- teekend, en terwijl zij zich gereed maakte onr te gaan rusten, vroeg zij weder naar haar kleine meisjes. Theodora begreep, dat tij thans haar geschiedenis wel mocht yer- tellen; en terwijl zij ging zitten op haar ge liefkoosd plaatsje, op het voetenbankje van Violette, deelde zij haar met neergéslagen öogen mede, hoe men omtrent die beide i neven in een dwaling verkèerd had. „Wat ben ik daar blijde om!" sprak de liefelijke stem, die altijd gereed was in laar vreugde te doelen. „Ik weet waarlijk zelve niet hoe het komt, maar ik had nog veen oogenblik aan dat huwelijk gedacht; hij was ook zoo geheel dezelfde als vroe- ypr. Het doet mij veel genoegen!" „Beschouw het nu niet uit het oogpunt, alsof ik er nog belang brj had," zdde Theo dora. „Het is( mij genoegf te weten, dat bij steeds een der edelste men- echen gebleven is." „Dat is hij inderdaad." „Wensch nu niets anders en denk ook niet, dat ik het doe," hervatte Theodora. •^Heb is tijd, dat ik die gekheid uit mijn hoofd zet, wanneer ik zie, dat rnen mij niet eens herkent." „Hoe meent gij het? Herkende Lp xt niet?" Niet voordat ik sprak. Het is ook geen wonder, en 't is beter, dat het zoo blijft; ik ben hem om allerlei redenen niet meer waardig. 0! Violette, nu zult gij mjj toch wel willen toestaan, dat ik u vergiffenis vrage." „Wat bedoelt gij, liefste?* „Dk wedrennen." Violette huiverde niet terug voor dat woord, neen, zij kuste Theodora op het voorhoofd, terwijl de tranen, die zij te midden van haar zielsangst had weten te bodwingen, haar thans, in dit oogenblik van verademing, rijkelijk langs de wangen vloeider. „Arme Theodora 1sprak rijf „hoeveel moet gij geleden hebben Er was een oogenblük vam stilteTheo dora deed al wat in haar vermogen was, om haar aandoening te matigen en in stilte te schreien, zooals haar zuster deed. „Ik denk", zei Violette op eenvoudigen en zachten toon, „dat wij nu eerst gelukkig kndnon worden." Wederom zweeg zij een pooeje, en hernam toen„Komaan, als wij zoo voortgaan, zullen wij morgen geen van beiden tot ieta in staat zijnen gij hebt slechts een hal ven nacht om te rusten. Liefste, ik wensch- te wel, dat ik u cöit waken besparen kon. Als hij morgen wat beter is, moet- gij met Johnnie een wandeling doen." Hij was iets beter, ofschoon de doctoren, geheel verschrikt dOor de onvoorzichtig heid, die men den vorigen dlag begaan had, een strenge predikatie hieldten over zijn hoogst bedënkelijken toestand, en met na druk aandrongen op stilte en het vermij den van al wat hem kon opwinden. Ook was zijn toestand inderdaad nog zóó, 'dat de beterschap slechte bij enkele flikkeringen als het ware te bespeuren wasen daar hij thans van don angst, die zijn gemoed bezwaard had, bevrijd was, had hij meer gevoel voor het lijdfen, dat dë kwaal hem veroorzaakte, eai was hij vreeselijk neer slachtig en ongerust en beweerde, dat hij niet de geringste 'beterschap kon bespeuren. De proef, om zijn kleine meisjes bij hem te brengen, werd nog eens herhaald, dlooh met even weinig goeden uitslag, hetgeen niet vreemd was, dlaor zijn akelig uitricht in de laatste week natuurlijk nog was toe genomen en Theodora vertelde, dat Johnnie haar in .vertrouwen als een vree selijk geheim had medegedeeld, dët Helena niet bij papa durfde gaan, omdat hij zoo precies op den wolf van Roodkapje ge leeik. Violette was blijde, dat zij dit vertelsel deed, daar het voor het eerst aan Arthur een glimlach ontlokte. Hij begon er thans een zeker belang in te stellen om het Mnd voor zich te winnen en dit gaf hem een be zigheid, die rijn gedachten vau zijn eigen toestand afleidden. Het tvas treffend te rien, hoe hij haar, wanneer zij in- en uit liep, met rijn blikken volgde, hoe hij poog de haar aandacht te trekken, nu eens de hand naar haar uitstekende, om hiaar te noodigen bij hem te komen, dan weer haar een trosje druiven of een stukje peer voor houdende om haar to lokken, terwijl hij met een teederen, trotschen en tevens wee moedigen blik dte frisscbe kleur en de bloeiende schoonheid van het kind gade sloeg. Zij deed gemeenlijk alsof zij hem niet opmerkte, liep op een drafje voorbij zijn bed en keerde hem den rug toe, als rij tets aan haar mama wilde «eggen, doëh langzamerhand begon die zwijgende ge daante eten geheimzinnige aantrekkings kracht op haar uit te oefeneneerst waag de zij het slteohts in het voorbijgaan een vluohtdgen blik op hem te werpen daar op bleef zij telkens een oogenblik langer vertoeven, om hem, op haar teenen staan de en de handen op haar hoofdje houden de, met den schuwen blik eener jonge hinde aan te rien, tot opeens de gedachte aan den Wolf weer boven scheen te komen en zij rich omkeerde en wegliep, alsof het am haar leven te doen was. Maar eindelijk verraste zij hem, door eensklaps ap het bed te klimmen en haar gezichtje te midden der zwarte stoppels van den baard, waarvoor rij zoo bang was, te begraven en ,toenweder op den grond springende, liep zij zoo hard rij kon naar de deur, alsof rij vreesde, dat men haair achterhalen zou. Tegen zulk een onsbuii- maigen aanval waren de krachten van Ar thur nog niet bestand, en Violette, die da- cDelijk opstond om zijn dekens in orde te leggen, begon de kleine dan ook te verma nen, in het vervolg wat zachter te werk te gaanmaar hoe geschokt Arthur ook wa re, hij was tto zeer verheugd, dan dat bij zou hebben kunnen toelaten, dat rij bestraft werd, en lachende hield hij een tros drui ven in de hoogte, om do kleine meid uit te noocTigen weer terug to komen. Maar dat nam het kleine ding als een beleediging opzij hield haar handen achter den rug, richtte met waardigheid het hoofd op en zedde: Ik geef geen zoen voor een trosje druiven. Ik heb het gedaan, omdat John nie mij zoo plaagde enzeide, dat ik niet lief was, als ik het niet deed." „Theodorai op en top!" riép hteor var- der junltl. Het was een groote schrede tot zijn ver genoegen, nu hij ontdekt had, d)a,t rijn kin deren hem afleiding kooiden geven, voorna melijk nu hij zich met niets mocht bezig houden, om dien vervelend langen tijd door te brengen. Hij kon niet verdragen, <&c iemand hem iets voorlas, uitgezonderd Johnnie, wden hij het nimmer weigerde; naar hem luisterde hij en scheen troteci te wezen op zijn verstand, dat hij riph in derdaad! als verbazend voorstelde, teiW de oenvoudligc zeden/lessen, in die kinder boekjes vervat, zonder rijn aandacht to ver moeien, echter rijn geest herig hielden en mcnigmalen zelfs in zijn Irarfc doordron gen. Als1 hij hijgende en doodmoede van be nauwdheid daar nederlag, trokken dc be-1 wegingen van het kleine kind soms rijn ong of wekte het gesnap zijner kleine meisjc3 aan den schoot harer moeder een zekere nieuwsgierigheid in hem op, die hem be lette te veel oVer zichzelf te denken. Som tijds gaf dat kinderlijk gepraat hem s*0* tot nadenken, zooals op zekeren dag, t©€n de kinderen in de naaste kamer gezonden waren, om er ëén schaaltje met vruchten, die zij hun gegeven had, te verdeelen, elJ men Helena hoorde zeggen„Ik wou, papa altijd ziek bleef." „Helena, Helena, hoe kunt gij dat gen?" riep haar broertje verontwaardig uit. „Wel, omdat hjj zoo ^Oed op ons is, hjj ziele is," voerde Helena! tot haar ve - dediging aan. „Ik vind hem nu heel IF ën ik hond niets van hem, als h\j Jyy.' wand dan is hij altijd zoo boos. Vma-j dat ook niet. Tolmme?" (Wordt vervolgd)'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1916 | | pagina 10