De Nieuwste Mode ingezonden. Jk Éjjk Mi Prijs 2 Cts. SCZBS2:=3K3S2C ,>öns Belang"# Mjjuheer do Eedacteur 1 Nogmaals vraag ik Uw gastvrijheid voor onderstaande regelen. Hiervoor mijn liar- tel ijken dank. Ik me en," dat U een lans breekt voor die bewoners, bedoeld in het ingezonden stuk van Maandag 28 Febr. waarin ik beweer de, dat die niet in de allereerste plaats in «mmnerking kwamen voor een woniDg van- wego hun huurschuld. zegt o.a., dot niet in de statuten daar omtrent iets verhjcl^ staat maar, mij dunkt, wat. doet dat er toe? Een vereeni- gin-g kan toch m. L beter goedbotalende menschen die voorkeur geven dan dezulken. Ik houd dan ook vol', al stond het in de statuten verm old, clan tobh zou het bestuur zich voor zulke mensdhen beijverd hebben, om hun een liuio te verschaffen, mede om- dat dc Yerecnigdng is opgericht tegen do huiseigenaren, en dat zegt veel. Ik zal dat trachten to bewijzen. Eerst wil ik nog even Uw zinsnede aan halen „Van bevoegde zijde werd ons me degedeeld, dat dobowoners leden zijn dier Vcreeniging, en aan al hun verplich tingen hebben voldaan". Maar zij hebben u zeker wijselijk verzwegen, dat kèt bcv stuur van „Ons Belang" ook aan uitge- acJÜfce nieltrledsn een woning heeft ver strekt en oogluikend toelaat, dat zich in één woning acht menschen nestelen, d. w. z. zea volwassenen, die elk een afzonder lijk huishouden vertegenwoordigen, ook uit do Ocsterstraat afkomstig, waarvan er maar één lid is, met elk een vast weekloon en nog twee kindbren. Dit schrijven de statuten van „Ons Be lang" toch zeker beelemaal niet voor. Men mag db huizen daar geenszins aan derden vexhnren of onderverhuren en heelemaal ïidet aan met-leden. Ook is het aillêsbeLal- vo bevordelijk voor de gezondheid, maar ach, heb bestuur kijkt zoo na-uw niet; de menschen zijn geborgen en wonen goed koop, de huur wordt door clrio gezinnen behaald. Persoonlijk hei» ik ook menschen gespro ken, die ook een huis samen wilden bewo nen van „Ona Belang" maar het werd steeds geweigerd, zeggende:" het staat in het Reglement, dat diit volstrekt niet mag maar waarom mag het dön wel voor dezo bewoners? En dat het bestuur daarvan af weet, daarvan ben ik verzekerd. Nu, geachte Redacteur, zal ik mij over deze zaak niet meer ongerust maken maar het oordeel aan elk weldenkend mensch overlaten. Ik heb door dit schrijven alleen getracht grove onbillijkheden weg to ne men. Nogmaals daaikzeggendo voor de ver leende plaatsruimte, toeken ik mij, Een Opmerkor. Gymnastiek-uitvoering SiOidcrdorp- Zoetcrirocde. Mijnheer de Redacteur G-un mij s. v. p. een plaatsje in Uw veel gelezen blad. Bjj voorbaat mijn dank. In uw "blad van j.l. Zaterdag komt voor, dat bij de gymnastiek-uibvoering twee jon gelieden wegens „het getven van ergornis uit de zaal moesten worden verwijderd." Dit is juist. Bedoelde jongelieden meea ten do zaal uit, omdat de voorzitter van do Yerecniging het wilde. En wel om deze redenToen de eerwaarde voorzitter ziel"» vergat en esenige andere jongelui op zij duwde, brak er een luid hoera! uit. Daar over ontstak de Voorzitter zoo in toorn en toen moesten twee jongelieden het ont gelden Als de Voorzitter oprecht to werk gegaan ware, had hij de halve zaal wel kunnen laten ontruimen. Maar die het meest „ergernis" (als ik dab woord gebrui ken mag) garven, liet hij zetten. Als bij an dere gelegenheden de Voorzatter een wei nig meer zedfbeheetching toont, behoeft niemand bij eventueele uitvoerrogen de zaal meer te verlaten. U, Mijnheer de Redacteur, nogmaals dankend a'oor do plaateiuimte, teeken ik, Uw riboniié X. Sehaalcolleote te doorschoten. Volgens een beriuht in het. „Leiclscb Dag- bla.'cïvan Maandag 1.1., bracht deze de som op van 128.22$. Ja., zóó ver waren -wij Zondag. Maar Woensdag, 1 Maart, werd on3 nog dc welkome gift van 10 ter hand gesteld van. otos Chr. Mil. Tehuis, zoodat het totaalbedrag aangroeide tot 138.22J. Van deze gelegenheid maak ik gebruik om namens onze Vereencging alle vrien delijke gevers eens Teoht hartelijk te be danken allen: de enkele rijken en ge goeden, die gul konden en wilden geven, maar vooral en iedereen za^ de bil lijkheid van dit „vooral" erkennen vooral de zeer veden, die niet gaven van hun groeten overvloed, noch van hun be scheiden teveel, maar veeleer van hun -eventjes-genoeg", ja van hun nooddruft soms. Waarlijk, do weduwe, die door Jezus geprezen werd om het penningske, dat zij met zooveel liefde offerde, hóéft nog na- vol/gers en navolgsters óók in onzen tijd, en óók in Voorschoten (de Rijndijk er in be grepen). Om bankjes van ƒ10 en blinkende rijksdaalders, gul geofferd, hebben wij ge juicht menige gulden was ons een aange name verrassingmaar veie kwartjes, dub beltjes en stuivertje© hebben ons innig ont roerd. En wij danken voor alles. NELLIE. Voorschoten, 1 Maart -191C. Ben zonderling geval# Waarde Heer Hoofdredacteur! Geregeld bestel ik om de 2 h 3 dagen geopende zakenbrieven .^Spoedbestelling" voor België, op hef) postkantoor Breest.aatv en dit zionder éénige aanmerking vanwege de bediendeD. Heden bestelde ik een paar dergelijke brieven op het hulppostkantoor aan de Plan tage, waar ae door den heer hulppost- ontvanger, vermoed ik geweigerd werden onder de volgende bewoordingen: „Geopende brieven voor België, aangetee'- kend, expres of andersinds, gaan niet door. Ik mag ze niet aannemen; alleen briefkafu> ten." „Goed zoo," zei ik, „dan ga ik er even jnee naar het hoofdkantoor!" Verdere uitleg of woordengew'szel achtte ik tegenover zoo'n scherpe informatie over bodig. Tien minuten later werden dezelfde „ge- weigerde" brieven, netjes en zonder de minste aanmerking op de Breestraat aange nomen en doorgezonden, zooals dit trouwens ik h erhaal het sedert maanden gebeurt. Wie houdt men liicr voor den gek? Is het de hulp-postontvanger of zijn be diende^) die zijn publiek met een slecht verholen genoegen om den tuin leidt, of is de man door zijn overheden slecht ingelicht? Bericht voor wien 't aangaat; maar ophel dering verdient dit zonderlinge geval wel. Met alle achting, D. V- V. K. KUNST, LETTEREN, ENZ. Esther do Boer-Van Sfcijlk verlaat d© ,,To^>aeelve^ceIligiIsg,'. Woensdagavond heeft mevrouw Do Boer Van Rijk haar 40-jarig tooneeljubileum ge vierd. Ze wilde dit, op grond van haar con tract, doen met een nieuwe rol en ze is bij die gelegenheid opgetreden in „Mieke", een stuk van ..Jac. van Haven', dat de jubilaresse zelf aanbracht, oen stuk, dat vol gens allo critic! buitengewoon onbenullig was. Op den jubileum-avond was er veel belangstelling, maar helaas niet van Heyermans. Dat heeft pijnlijk gestemd. De namen Esther de BoerVan Rijk en Her man Heyermans behooren bij elkaar. Hun roem hebben ze voor een deel aan elkander te danken. Men denke maar eens aan „Op Hoop van Zegen", „Ghett-o", „Het Zeven de Gebod", „De Meid." En thans komt de mededeoling, dat me vrouw Do BoerVan Rijk haar contract met de N. V. „Tooneelvereeniging" niet zal vernieuwen. In een interview had mevrouw Do Boer al te kennen gegeven, dat ze ni'et langer wilde epecialiseereh in het Heyermans- gcuire. Dit besluit moet ten zeerste worden betrourd. Want wie zal ons nu Kniertje, Engel cn Anncini'e geven, om maar cenigo rollen to noemen. Aan het „Hbld." heeft mevrouw De Boer meegedeeld, dat do voornaamste ro den van haar heengaan is, dat zij zoo lang als do nieuwo combinatie bestaat, geen en- kelo nieuwo rol van beteekenis heeft kun nen spelen. Bovendien heeft zij grieven met betrekking tot do bezetting der rollen in stukken als „Ghetto" on „Op Hoop van Zegen." Do meer onmiddellijk© aanleiding tot haar Insluit is gelegen in de wijze waar op movrouw Do Boer haar jubileum heeft moeten vieren. De heer Heijermans had haar een nieuw etuk beloofd, getiteld: „Tan- to Eva", dat echter niet gereed kwam. Zij. wenscht© t-oen geen genoegen to nemen met een herhaling van „Op Hoop van Zegen". Dat hot geschil nog mag worden bijge legd zullen zeer zeker alle bewonderaars on van mevrouw Do Boer èn van Heyer- mans hopen, RECLAME 40 Cts. per Regel. A LA CQRSEïlÈRE RAMONDT, LEIDEN Broestraat 34. Tel. Int. 1425. f SI P C F TT 'n al'e maten en prijzen UUKïöt EO steeds voorhanden 6670 a 4 Japan begeerig naar Java en Sumatra. Een juist verschenen artikel van de hand van Yoesaboero Takekosji, een van de voor naamste en meest invloedrijke journalisten in Japan: „De eerste stap.in onze nieuwe Marine-Politiek", dat door de geheelo Ja- pansche pers gaat, vat alle zinspelingen cn argumenten van de laatste jaren te zamen in een belangrijk résumé, zoo belangrjjk, dat do inhoud er van waard is, weergegeven te wordem De heer Takekosji ia behalve jour nalist ook een staatsman van beteekenis, die reeds eenige malen zitting in het Par lement had en in 1898 minister van onder wijs was. Zjjn boek over „De geschiedenis cn administratie van Formosa" is een stan daardwerk geworden; andere werken schreef hjj over do geschiedenis van Japan, kolo» nisatie, enz. Hij heeft verscheidene keeren do wereld rondgereisd en bezocht een paar jaar geleden ook Nederlandsch-Indië. •Het artikel luidt: „Japan moet voortdurend trachten zicli uit te breiden; in vroegere tijden hebben de politici er steeds naar gestreefd hun land actief te doen zijn, maar tegenwoordig vol gen weinig staatslieden dit voorbeeld. Reeds is oen lialvé eeuw verloopen, sedert Japan relatiën met andere landen aanknoopte. Het land is nu rijk aan middelen, aan groote mannen; het volk is krachtig en tooh is de nandacht van onze politici steeds meer ge-v vestigd op binnenlandsche dan op buiten- landsche zaken. Ik betuig mijn leedwezen over de afwezigheid van een bepaalde poli tiek ton opzichte van de expansie van ons gebied. „Naar welke richting moet Japan zijn gebied vergrooten? Als allo andere volken naar het Zuiden, niet naar het Noorden. De geschiedenis leert ons, dat volken zich aftijd van het Noorden naar het Zuiden verplaatst hebben, en niet "omgekeerd. Ziet bijvoorbeeld China. De geschiedenis vermeldt voortdurend veroveringen van het Zuiden door het Noorden. Rusland zoekt nu ook vasten voet te krijgen in Turkjje, en Duitsclx- land" tracht Eourgondië te veroveren. Na» tuurlrjk kunnen er uitzonderingen zjjn op dezen algemeenen regel, maar zij komen zolden voor en kunnen de waarheid van wnt ik zooeven gezegd heb, niet verkleinen. „Als nu Japan probeert zjjn gebied te vergrooten in het Noorden door koloniën te stichten in Mongolië en Mandsjoerije, zou ik willen zeggen, dat zulk een politiek strijdt tegen menschelijk instinct en niet kan sla gen, hoe ernstig de pogingen ook zijn. Japan heeft reeds vasten voet in Korea en Mand sjoerije, en het is zijn plicht do bewoners van deze landen te beschermen en hun geluk te bevorderen, onverschillig of deze be» Wonero hierop gesteld zjjn of niet, maar als onze politici ons durven dwingen verder noordelijk door te gaan, dan begaan zij' een groote fout in hun koloniale politiek. Wjj moeten onze uitbreiding in het Noor» j den niet verder voortzetten dan de grenzen van Mandsjoerije, en onze aandacht aan het Zuiden geven. Toen Engeland Normandië bezat, moest het een groet leger en een groot- Je vloot hebben, de laatste om zijn eilanden rijk to beschermen, het eerste om zijn kolor nie opi het vaste land te verdedigen. Nu )3 Japan evenals Engeland een eilandenrijk, en het moet niet dezelfde domheden begaan, die Engeland een paar eeuwen geleden be ging. Het moet zijn plichten tegenover Korea en Mandsjoerije vervullen, die het opgelegd werden, toen deze landen aan Japan kwa men; maar het moet niet verder noordwaarts gaan .De positie van een eilandenrijk is altijd zwak. Het. heelt niet de voordeelen van een rrjlc op het vasteland, maar evenals zulk een land moet het toch een groot léger hebben, en tevens, als eilandenrijk, een groote vloot. „Wjj, Japanners, moeten onze nahdabht wijden aan de Zuidzee-Eil.anden. Als een ge volg van onzen oorlog met Duitschland heeft onze vloot eilandengroepen in bezit genomen als de Carolinen en Marshall-Eilanden. Maar dit zijn eigenlijk geen eilanden; het zijn slechts rotsen. Ofschoon ons volk zich ver heugt in het bezit van deze groepen, hebben zij Weinig waarde. Wij kunnen niet trotsch zijn op het bezit van Zuidzee-Eilanden vóór wij Java en Sumatra hebben'. „Dezo liggen tusschen den Indisehen Oceaan en dc Aziatische Zeeën, en nemen een hoogst belangrijke strategische positie in. De Soendastraat tusschen deze beide eilanden ie een natuurlijke jesting. Indien een groote mogendheid daar een vesting zou bouwen en in bet bezit zou zijn van een aantal onderzeeërs, behoorend tot een mach tige vloot, dan zou geen andere vloot ten wereld, hoe sterk ook, daar kunnen dooq- doorkomen. Als Japan dezo twee eilanden in bezit neemt en de Straat met zijn vloot versterkt en beschermt, dan zal geen Euro» peescho vloot in staat ziju zich een weg te banen tot in de Aziatische Zeeën. Voor een vloot, die uit den Indisehen Oceaan naar de Aziatische Zeeën wil gaan, zijn en twee wegen slechts: de een is tusschen! Singapore en Sumatra, de Rndere is door da Soenda-straat. Tegenwoordig, nu een onder zeeër zich tot op een afstand van 5000 mjj» len kan verplaatsen, is het geen moeilijke taak voor de Japansehe vloot elke Europeet- scho vloot daar tegen te houden. Daarom stel ik voor dezo eilanden in bezit to nor men ten eerste van een strategisch stand- piunh „Europeanen zeggen altijd, dat het een last voor zo is om andere rassen te betichah ven. Nu wij reeds in het bezit van westersche beschaving zjjn, is het nu niet onze plicht ook ondeTe rassen te beschaven on daar door do lasten van de Europeanen te ver lichten? Voornamelijk acht ik het onzen plicht, de Maleiseho bevolking te bevrijden uit hun tegenwoordigen toestand, die onder Nederlandseho administratie werkelijk ellen dig is. Over don oorsprong van ons ras zjjn de geleerden het niet eens, maar er bestaat weinig twijfel, of wij hebben Maleisch bloed in onze aderen. Toen ik een paar jaar gele den deze eilanden bezocht, voelde ik mij alsof ik in Kyoesjoo reisde, omdat de hui zen, de kinderon, de heggen rondom de hui zen, en alles in de levenswijze deed denken aan de levenswijze in Japan. Is het dan niet ouzo plicht, om dezo landen van onze voorvaderen te redden uit hun tegenwoordig bestaan onder Nederlandseho administratie? „Iedereen herinnert zich, hoe deze twee eilanden ons ongerust maakten gedurende den oorlog met Rusland. Op deze eilanden hadden de Duitseho oorlogsschepen hnn basis voor werkzaamheden gericht tegen do koop vaardijschepen in den Indisehen Oceaan. Van deze eilanden voorzien de Duitschers de on tevredenen in Britech-Indië van het noo- dige; om in dat land oproer te stoken ten nadeele van Engeland. Het draadlooze tele- graafsysteem op Borneo wordt in den te genwoordigen oorlog gebruikt ten voordeole van Duitsohland. „Het is niet altijd een reden tot vrees een Bterke mogendheid in de buurt te hebt- ben, maar een klein land, dat niet in staat is zijn onzijdigheid te handhaven, levert ge vaar op voor zijn buren. Voor Japan is het een' gevaar zulke zwak verdedigde landen in zijn buurt te hebben als Java on Sumaj- tra 2Ïjn. „Enkelen zeggen misschieD, dat deze eilan den Hollandsch eigendom zijn en dat Japan ze niet kan nemen. Maar nis de Hollanders de levenswijze ven de inboorlingen niet kun nen verbeteren, en niet in staat zijn vr,. en orde onder hen te handhaven, daa 1-1 Java en Sumatra een bedreiging voor j naburige landen, en wij zijn gerechtvairdiJ ze in bezit te nemen. w „Bovendien heeft Holland deze eiland™ nog niet eens in bezit, maar heeft ze sleek! tot een protectoraat gemaakt door midd,.| van haar overeenkomsten met de inlandse!- hoofden. Sommige stammen vechten nog tej fen Holland. Japan kan daarom met de hoof! en van die opstandige stammen verdrag! sluiten zooals Holland dat deed en 3L landen tot zijn protectoraat m2ken." SCHAAKRUBRIEK van hol SCHAAKGEZELSCHAP „P AL EMED ES.' Oiiforiolit 1846. Speelavond: lederen .'.laandag In de Bovonzaal van Café „Contral", Srcestraat Aanvang: 2 uron. EcdftCtie: L. BIÈBMASU en R. J. y. <L KBOGT Probleem No. 96. Th. G. IIENRIKSEX. Zwart. (6) ;W,:' a <m yÉl I i W-yfö PPP gip! te ?SÉ m .m' m i 'yM&,I a 4 tip' |fe jÉS i W////S 1 abed elgh iWit. (6) I Wit: K. a 7, Dj h 4, P. b 4, L. o.7,| p. a 6 en 2. Zwart: K. o. 5, T, hi 5, P. f 7, p. b 3, b 5 en h 2. ÏWil speelt en geeft in 2 zetten mat Oplossing Probleem No. 94: Kei, enz Goede oplossingen ontvangen van de ke ren: L. R. de Hoog, B. S. van Kloeten Sr., J. W. Schiiss, J. C. Sjardjjn, J. E. Stolte, L. M. Valkenburg en W. J. Woestenburg, allen te Lejden; A. BaJjeu en G. Voote Gzn., te Katwjjk aan den Rijn; K Haasnoot te Katwjjk-aan-Zeo; H. J. Haas, te Utrecht; J. J. Vooys, te Halfweg; J. van Os. li Voorschoten, en P. G. v. d. Tang, te Oude- wetering. Correspondentie: J. C. flo W. b L.: K. d 2, foutief wegens: T a 2"f. W. N. te Ia. en H. J. B. te O.: L tl. L. o 2 en L. h 7 f. w.: T. X d 0. H. J. B. te L-: L. e 3 t w.s T. a If. B. S. v. K. to L.Aangaande Probte No. 93 is L. 4 foutief wegens: p. 15 als eersto zet, en P. tS 3 nis twee.» v\ van zwart. p. f 5 varianten Probleem No. 93 warm: D 8t K d 6 T g 4t. DeSt K f 6 Dg6t- j Tg 7 K f 7 De 51". T g 7 P d 3 D d 6f. Oplossingen worden ingewacht tot niterljji Dinsdag 14 Maart a.s., 'a namiddags 5 uren, aan het Bureeel van dit Blad. BIJBLAD VAN HET LEIDSCH DAGBLAD. GOEDKOOPE KNIPPATRONEN. Verschijnt om de 14 dagen. Eerstvolgend No. Zaterd. 11 IWaart. Die veronderstelling! was maar al te ge grond Menigmaal toch had Mark met een smalen den glimlach to kennea gegeven, dat Arthur zich geheel door zyn vrouw liet beheerschen, en ha/1 hem daardoor nog meer aangezet om haar .te verwaarloozen on zijn verkwistendo levenswijze voort to zetten; en zoo Violette bi) "de nadering van Gardner een huivering door de leden voer, had hij wederkeerig, omdat zj) zgn invloed -tegen- tvorkte en ëen_lastige getuige kon worden, een boosaardigen afkeer tegen haar opge vat. Het was de eeuwigdurende strijd tus schen licht cn duisternis, tusschen schuld en onschuld, die zich hier weder herhaalde. Zij spraken gedurende den geheelen rit slechts over dit voor beiden zoo belangrijk onderwerp. Lady Elizabeth beklaagde zich zeer, dat haar dochter zulk een boezem vriendin als Sara Theresa gevonden ha<L Zij toch had Emma's van nature zoo ge voelig en v&rtrouwpnd hart geheel inge nomen en haar een afgodische liefde voor haar persoon weten in t9 boezemen; door al wat da verbeeldingskracht liarer vriendin kon opwekken to voeden, was deze er on gemerkt too gekomen om zich zulk een ver heven ideaal to vormen, dat zij iedereen, die er niet aan beantwoordde, minachtte, ea alles, wat eenvoudig tot het gebied van het gezond verstand behoorde, verwierp. Zij had do beschroomdheid van Emma a!s het waro gevleid en er don fraaien naam van hemels gezindheid aan gegeven, totdat dit gebrek, evenals de gaten in deir mantel van den wijsgeer, haar eer een oorzaak tot zelf verheffing dan een reden tot nederigheid geworden was. Daardoor, vreesde haar moe der, zou zij deo te eer in den strik vallen, en zij twijfelde er zeer aan, of zij wel van haar besluit zou zijn af te brengen, ofschoon Violette haar verzekerde, dat het slecht ge drag van Mr. Gardner wel met zoovole be- wtjzon kon gestaafd worden, dat geen vrouw, die haar gezond versland had, hem tot echt genoot zou begeeren. „Dat weet ik nog niet", roerkte do goe de Lady Elizabeth aam. „Zij zullea Dog gen, do/b hij alles door zijn befceerdng heeft uitgewischt. Atih, mijn lieve," vervolgde zij, in. antwoord op den verwonderden blik, waarmede Violette haar aanzag, „gij hebt mijn arm© dochter in den laototem tijd niet geziengij weet niet hoo eigenzin nig zij thans is, of liever, hoe doordrij vend zij onder don invloed van Theresa geworden is. Achhad zij toch maar meer met u willen omgaan 1" „He heb mij nimmer met haar gelijk lnra- nen stellen", hernam Violette. „In mijn besten tijd zelfs kon ik mij niet tot haar hoogte verheffen, etn wat zou het dan tlians zijh, nu ik, tusschen de zorg voor mijm kin deren en- het huishouden verdeeld, dage lijks meer prozaïsch wordt." „Uw besten tijd, mijn kindl Wel, hoo oud zijt gij dam „Twee eD twintig jaar", gal rij ten ant woord, „maar ik ben al reeds zes jaar ge trouwd, en dan weet men al vam do las ten en bezwaren des .levemo mede to pra ten; niet, dat ik Toden van klagen heb", vervolgde zij op een opgeruimden toon. „Ik wilde maar zeggen, dat de huiselijke zorgen, ddo een getrouwde vrouw eomo hebben kam, haar geen aangenaam gezel schap maken voor jonge meisje©, die na tuurlijk al den tijd hebben rich met wande len en met lectuur herig te houden en haar tijd kunnen verdeelen zooalo haar be haagt." - „Ik wenschte, dat Emma belang had loe ren ©tellen in eeh eenvoudig, practisck le ven." „En ik wenschte, dat rij Theodora tot haar vriendin verkoos." „Ja, dat zou heerlijk rijn, maar daar io niet aan te denkende oude vrees, die zij als kind voor lia.ar koesterde, is nog niet geweken, en daar komt bij, dat Emma rich verbeeldt, dat rij al to lévendig en te behaagziek is, en om de waarheid te zeg gen, dat vond ik vroeger ookmaar wat is rij ten g5edo veranderd! Zij is mij in den laatst an tijd uitmuntend bevallen. Houdt gij het er ooik niet voor, dat zij die ver andering ton goede' aan Mr. Hugo Martin- dal o te danken heeft?" „Ten minst© grootendeels. Welk een zegen is het voor de geheel o familie, dat hij hier is willen komen." „Ach, dat is ook een der redenen, waar om ik Theresa niet lijden mag, dat rij vol- ©brekt niet vam dien waarddgon mam houdt," „Wat kan rij tegen hem hebben V} „Dat begrijp ik niet." Thans waren zij bij do pastorie eal Lady Elizabeth zette Violette daar af, ter wijl rij haar nog beloofde haar to zullen 6ohrijvon, zoodra rij op Gothlands zou zijn aangekomen. Arthur liep in den tuin rond, en kwam, zoodra het rijtuig buiten het gezicht was, haar te gemoet. „O Arthur, Lady Elizabeth had u zoo gaarne eens willon spreken. Kunt gij haar nog niet inhalen?" „Ik? Welmeon. Denkt gij, dat ik mal ben?" „Zij wilde u iet© aangaande Mr. Gardner vragen. Ie het waar, dat gij hem op Goth lands ontmoet hebt?" „Nu, en wat zou dat?" „I'k heb zulk een medelijden met die goede Lady ElisabethVindt gij heft niet verschrikkelijk, dat hij Emma ten huwelijk gevraagd heefb?" Heeft hij dat? Och kom, en wat cal Lady Elizabeth antwoorden?" „Daar is, duukt mij, slecht© óé.n ant woord mogelijk," zei Violette; „Lady Eli sabeth kwam bij ons naar hem vernemen." „Een heerlijke gelegenheid om kwaad te opreken." „Ik was al genoodzaakt haar do waar heid te zeggen," hernam rij, terwijl rij groote moeite deed om den pijnlijken imdkuik, welken rijn minachtende toon op haar maakte, te verbergen. „Dat kan ik wel nagaan," sprak hij. „Nu, hij heeft wel gelijk, dat men een vrouw nooit behoeft aan te sporen om van do vrienden van haar echtgenoot kwaad te opreken." „Maar, Arthur, wat hadt gij dan willen hebben, dab ik deed Denk eens aan die arme Emma „Emma as een zottin." „Wees toch niet boos op mij; ik zou buiten noodzakelijkheid geen woord gezegd hebben, maar als het' toch zóó ver gaat en denk eens aan, bij geeft voor, dat hij bekeerd ia." „Welnu, dat zou wol kunnen gebeuren, als gij hem maar niet tegenwerktet." „Arthur," riep rij verrukt uit, .„meent gij het waarlijk, dat hij zich verbeterd heeft? Heefb hij rich aan do wedrennen onttrokken, en rijt gij nu geheel van hem af?" Hij keerde zich mot ongeduld van haar, zeggende„Hoo kan hij dat? Gij hebt hem alle kans daartoe benomen. Gij hebt hem Ongelukkig gemaakt-, cn cr is nu niets meer aan be doen." Dii zeggende, verwijderde Lij tóch, en |gii>£ nari zijn hamer, terwijl zij oen oogenbte onder do veranda moest gaan zitten^ oi zich eenigszins to herstellen voordat aij Theo dora onder de ©ogen dnrfdo komon. Theodora bemerkte wel, dat or iete baps- ie, doch daar zij genoodzaakt wns haai kamor te houden, en dus haar broeder kon gadeslaan, werd zjj voor veel angsï be- waard. Het landhuisje was thans geheel ge meubileerd met de meubelen, dio men uit dca brand gered had; doch de familie kon het nog niot betrekken, daar haar heratelhj1? zoo langzaam vorderde, dat men haar niet durfde overbrengen. Ofschoon zjj niet ert otig ziek was, had zij toch langer het bw moeten houden don men van zulk een gezond cn sh?rk gestel verwacht had; de brand; wonden wilden niet goed gezaim, cn 51 bloof steeds zwak en sukkelend. Het scheen wel alsof de onophoudelijke vermaeienisson» haar buitensporig verre wandelingen, haar laat opbljjven cn al to vroeg opstaan, haar zoodanig hadden aangotast, dat zij do gev0*' gen barer ziekte niet spoedig kon te bow-* komen. Violette verbeeldde zich intussen' wel cono, dat do tjjding van het huweH» van Percy do geheime oorsaaJt van ban kwijning wao, ofschoon Theodora er hof' over sprak, en niet alleen even geduldig bleef als in het begin harer ziekte, nj13?. ook zooveel geestkracht en opgeruimdW toonde, als haar toestand maar eenJ8??x. toeliet. Zij volgde tevens al de voorschruK van den dokter zoo stipt en onvoorwaardeuj op-, dat Violette er zich ton hoogste °Vit verwonderde, voordat zij inzag, dat ook een deel was van do taak van zelfbenen aching, dio Theodora zich had opgelegd. (Wordt vervolgd)-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1916 | | pagina 6