De Nieuwste Mode
ingezonden.
Jk
Éjjk
Mi
Prijs 2 Cts.
SCZBS2:=3K3S2C
,>öns Belang"#
Mjjuheer do Eedacteur 1
Nogmaals vraag ik Uw gastvrijheid voor
onderstaande regelen. Hiervoor mijn liar-
tel ijken dank.
Ik me en," dat U een lans breekt voor die
bewoners, bedoeld in het ingezonden stuk
van Maandag 28 Febr. waarin ik beweer
de, dat die niet in de allereerste plaats in
«mmnerking kwamen voor een woniDg van-
wego hun huurschuld.
zegt o.a., dot niet in de statuten daar
omtrent iets verhjcl^ staat maar, mij
dunkt, wat. doet dat er toe? Een vereeni-
gin-g kan toch m. L beter goedbotalende
menschen die voorkeur geven dan dezulken.
Ik houd dan ook vol', al stond het in de
statuten verm old, clan tobh zou het bestuur
zich voor zulke mensdhen beijverd hebben,
om hun een liuio te verschaffen, mede om-
dat dc Yerecnigdng is opgericht tegen
do huiseigenaren, en dat zegt veel.
Ik zal dat trachten to bewijzen.
Eerst wil ik nog even Uw zinsnede aan
halen „Van bevoegde zijde werd ons me
degedeeld, dat dobowoners leden zijn
dier Vcreeniging, en aan al hun verplich
tingen hebben voldaan". Maar zij hebben
u zeker wijselijk verzwegen, dat kèt bcv
stuur van „Ons Belang" ook aan uitge-
acJÜfce nieltrledsn een woning heeft ver
strekt en oogluikend toelaat, dat zich in
één woning acht menschen nestelen, d. w.
z. zea volwassenen, die elk een afzonder
lijk huishouden vertegenwoordigen, ook
uit do Ocsterstraat afkomstig, waarvan er
maar één lid is, met elk een vast weekloon
en nog twee kindbren.
Dit schrijven de statuten van „Ons Be
lang" toch zeker beelemaal niet voor. Men
mag db huizen daar geenszins aan derden
vexhnren of onderverhuren en heelemaal
ïidet aan met-leden. Ook is het aillêsbeLal-
vo bevordelijk voor de gezondheid, maar
ach, heb bestuur kijkt zoo na-uw niet; de
menschen zijn geborgen en wonen goed
koop, de huur wordt door clrio gezinnen
behaald.
Persoonlijk hei» ik ook menschen gespro
ken, die ook een huis samen wilden bewo
nen van „Ona Belang" maar het werd
steeds geweigerd, zeggende:" het staat in
het Reglement, dat diit volstrekt niet mag
maar waarom mag het dön wel voor dezo
bewoners? En dat het bestuur daarvan af
weet, daarvan ben ik verzekerd.
Nu, geachte Redacteur, zal ik mij over
deze zaak niet meer ongerust maken maar
het oordeel aan elk weldenkend mensch
overlaten. Ik heb door dit schrijven alleen
getracht grove onbillijkheden weg to ne
men.
Nogmaals daaikzeggendo voor de ver
leende plaatsruimte, toeken ik mij,
Een Opmerkor.
Gymnastiek-uitvoering SiOidcrdorp-
Zoetcrirocde.
Mijnheer de Redacteur
G-un mij s. v. p. een plaatsje in Uw veel
gelezen blad. Bjj voorbaat mijn dank.
In uw "blad van j.l. Zaterdag komt voor,
dat bij de gymnastiek-uibvoering twee jon
gelieden wegens „het getven van ergornis
uit de zaal moesten worden verwijderd."
Dit is juist. Bedoelde jongelieden meea
ten do zaal uit, omdat de voorzitter van
do Yerecniging het wilde. En wel om deze
redenToen de eerwaarde voorzitter ziel"»
vergat en esenige andere jongelui op zij
duwde, brak er een luid hoera! uit. Daar
over ontstak de Voorzitter zoo in toorn en
toen moesten twee jongelieden het ont
gelden Als de Voorzitter oprecht to werk
gegaan ware, had hij de halve zaal wel
kunnen laten ontruimen. Maar die het
meest „ergernis" (als ik dab woord gebrui
ken mag) garven, liet hij zetten. Als bij an
dere gelegenheden de Voorzatter een wei
nig meer zedfbeheetching toont, behoeft
niemand bij eventueele uitvoerrogen de
zaal meer te verlaten.
U, Mijnheer de Redacteur, nogmaals
dankend a'oor do plaateiuimte, teeken ik,
Uw riboniié
X.
Sehaalcolleote te doorschoten.
Volgens een beriuht in het. „Leiclscb Dag-
bla.'cïvan Maandag 1.1., bracht deze de
som op van 128.22$. Ja., zóó ver waren -wij
Zondag. Maar Woensdag, 1 Maart, werd
on3 nog dc welkome gift van 10 ter hand
gesteld van. otos Chr. Mil. Tehuis, zoodat
het totaalbedrag aangroeide tot 138.22J.
Van deze gelegenheid maak ik gebruik
om namens onze Vereencging alle vrien
delijke gevers eens Teoht hartelijk te be
danken allen: de enkele rijken en ge
goeden, die gul konden en wilden geven,
maar vooral en iedereen za^ de bil
lijkheid van dit „vooral" erkennen
vooral de zeer veden, die niet gaven van
hun groeten overvloed, noch van hun be
scheiden teveel, maar veeleer van hun
-eventjes-genoeg", ja van hun nooddruft
soms. Waarlijk, do weduwe, die door Jezus
geprezen werd om het penningske, dat zij
met zooveel liefde offerde, hóéft nog na-
vol/gers en navolgsters óók in onzen tijd, en
óók in Voorschoten (de Rijndijk er in be
grepen). Om bankjes van ƒ10 en blinkende
rijksdaalders, gul geofferd, hebben wij ge
juicht menige gulden was ons een aange
name verrassingmaar veie kwartjes, dub
beltjes en stuivertje© hebben ons innig ont
roerd. En wij danken voor alles.
NELLIE.
Voorschoten, 1 Maart -191C.
Ben zonderling geval#
Waarde Heer Hoofdredacteur!
Geregeld bestel ik om de 2 h 3 dagen
geopende zakenbrieven .^Spoedbestelling"
voor België, op hef) postkantoor Breest.aatv
en dit zionder éénige aanmerking vanwege
de bediendeD.
Heden bestelde ik een paar dergelijke
brieven op het hulppostkantoor aan de Plan
tage, waar ae door den heer hulppost-
ontvanger, vermoed ik geweigerd werden
onder de volgende bewoordingen:
„Geopende brieven voor België, aangetee'-
kend, expres of andersinds, gaan niet door.
Ik mag ze niet aannemen; alleen briefkafu>
ten."
„Goed zoo," zei ik, „dan ga ik er even
jnee naar het hoofdkantoor!"
Verdere uitleg of woordengew'szel achtte
ik tegenover zoo'n scherpe informatie over
bodig.
Tien minuten later werden dezelfde „ge-
weigerde" brieven, netjes en zonder de
minste aanmerking op de Breestraat aange
nomen en doorgezonden, zooals dit trouwens
ik h erhaal het sedert maanden gebeurt.
Wie houdt men liicr voor den gek?
Is het de hulp-postontvanger of zijn be
diende^) die zijn publiek met een slecht
verholen genoegen om den tuin leidt, of is de
man door zijn overheden slecht ingelicht?
Bericht voor wien 't aangaat; maar ophel
dering verdient dit zonderlinge geval wel.
Met alle achting,
D. V- V. K.
KUNST, LETTEREN, ENZ.
Esther do Boer-Van Sfcijlk verlaat d©
,,To^>aeelve^ceIligiIsg,'.
Woensdagavond heeft mevrouw Do Boer
Van Rijk haar 40-jarig tooneeljubileum ge
vierd. Ze wilde dit, op grond van haar con
tract, doen met een nieuwe rol en ze is bij
die gelegenheid opgetreden in „Mieke",
een stuk van ..Jac. van Haven', dat de
jubilaresse zelf aanbracht, oen stuk, dat vol
gens allo critic! buitengewoon onbenullig
was. Op den jubileum-avond was er
veel belangstelling, maar helaas niet van
Heyermans. Dat heeft pijnlijk gestemd. De
namen Esther de BoerVan Rijk en Her
man Heyermans behooren bij elkaar. Hun
roem hebben ze voor een deel aan elkander
te danken. Men denke maar eens aan „Op
Hoop van Zegen", „Ghett-o", „Het Zeven
de Gebod", „De Meid."
En thans komt de mededeoling, dat me
vrouw Do BoerVan Rijk haar contract
met de N. V. „Tooneelvereeniging" niet
zal vernieuwen.
In een interview had mevrouw Do Boer
al te kennen gegeven, dat ze ni'et langer
wilde epecialiseereh in het Heyermans-
gcuire. Dit besluit moet ten zeerste worden
betrourd. Want wie zal ons nu Kniertje,
Engel cn Anncini'e geven, om maar cenigo
rollen to noemen.
Aan het „Hbld." heeft mevrouw De
Boer meegedeeld, dat do voornaamste ro
den van haar heengaan is, dat zij zoo lang
als do nieuwo combinatie bestaat, geen en-
kelo nieuwo rol van beteekenis heeft kun
nen spelen. Bovendien heeft zij grieven met
betrekking tot do bezetting der rollen in
stukken als „Ghetto" on „Op Hoop van
Zegen." Do meer onmiddellijk© aanleiding
tot haar Insluit is gelegen in de wijze waar
op movrouw Do Boer haar jubileum heeft
moeten vieren. De heer Heijermans had
haar een nieuw etuk beloofd, getiteld: „Tan-
to Eva", dat echter niet gereed kwam. Zij.
wenscht© t-oen geen genoegen to nemen met
een herhaling van „Op Hoop van Zegen".
Dat hot geschil nog mag worden bijge
legd zullen zeer zeker alle bewonderaars
on van mevrouw Do Boer èn van Heyer-
mans hopen,
RECLAME 40 Cts. per Regel.
A LA CQRSEïlÈRE RAMONDT, LEIDEN
Broestraat 34. Tel. Int. 1425.
f SI P C F TT 'n al'e maten en prijzen
UUKïöt EO steeds voorhanden
6670 a 4
Japan begeerig naar Java en Sumatra.
Een juist verschenen artikel van de hand
van Yoesaboero Takekosji, een van de voor
naamste en meest invloedrijke journalisten
in Japan: „De eerste stap.in onze nieuwe
Marine-Politiek", dat door de geheelo Ja-
pansche pers gaat, vat alle zinspelingen cn
argumenten van de laatste jaren te zamen
in een belangrijk résumé, zoo belangrjjk, dat
do inhoud er van waard is, weergegeven te
wordem De heer Takekosji ia behalve jour
nalist ook een staatsman van beteekenis,
die reeds eenige malen zitting in het Par
lement had en in 1898 minister van onder
wijs was. Zjjn boek over „De geschiedenis
cn administratie van Formosa" is een stan
daardwerk geworden; andere werken schreef
hjj over do geschiedenis van Japan, kolo»
nisatie, enz. Hij heeft verscheidene keeren
do wereld rondgereisd en bezocht een paar
jaar geleden ook Nederlandsch-Indië.
•Het artikel luidt:
„Japan moet voortdurend trachten zicli
uit te breiden; in vroegere tijden hebben
de politici er steeds naar gestreefd hun land
actief te doen zijn, maar tegenwoordig vol
gen weinig staatslieden dit voorbeeld. Reeds
is oen lialvé eeuw verloopen, sedert Japan
relatiën met andere landen aanknoopte. Het
land is nu rijk aan middelen, aan groote
mannen; het volk is krachtig en tooh is de
nandacht van onze politici steeds meer ge-v
vestigd op binnenlandsche dan op buiten-
landsche zaken. Ik betuig mijn leedwezen
over de afwezigheid van een bepaalde poli
tiek ton opzichte van de expansie van ons
gebied.
„Naar welke richting moet Japan zijn
gebied vergrooten? Als allo andere volken
naar het Zuiden, niet naar het Noorden.
De geschiedenis leert ons, dat volken zich
aftijd van het Noorden naar het Zuiden
verplaatst hebben, en niet "omgekeerd. Ziet
bijvoorbeeld China. De geschiedenis vermeldt
voortdurend veroveringen van het Zuiden
door het Noorden. Rusland zoekt nu ook
vasten voet te krijgen in Turkjje, en Duitsclx-
land" tracht Eourgondië te veroveren. Na»
tuurlrjk kunnen er uitzonderingen zjjn op
dezen algemeenen regel, maar zij komen
zolden voor en kunnen de waarheid van wnt
ik zooeven gezegd heb, niet verkleinen.
„Als nu Japan probeert zjjn gebied te
vergrooten in het Noorden door koloniën
te stichten in Mongolië en Mandsjoerije, zou
ik willen zeggen, dat zulk een politiek strijdt
tegen menschelijk instinct en niet kan sla
gen, hoe ernstig de pogingen ook zijn. Japan
heeft reeds vasten voet in Korea en Mand
sjoerije, en het is zijn plicht do bewoners
van deze landen te beschermen en hun geluk
te bevorderen, onverschillig of deze be»
Wonero hierop gesteld zjjn of niet, maar als
onze politici ons durven dwingen verder
noordelijk door te gaan, dan begaan zij' een
groote fout in hun koloniale politiek.
Wjj moeten onze uitbreiding in het Noor» j
den niet verder voortzetten dan de grenzen
van Mandsjoerije, en onze aandacht aan het
Zuiden geven. Toen Engeland Normandië
bezat, moest het een groet leger en een groot-
Je vloot hebben, de laatste om zijn eilanden
rijk to beschermen, het eerste om zijn kolor
nie opi het vaste land te verdedigen. Nu )3
Japan evenals Engeland een eilandenrijk, en
het moet niet dezelfde domheden begaan,
die Engeland een paar eeuwen geleden be
ging. Het moet zijn plichten tegenover Korea
en Mandsjoerije vervullen, die het opgelegd
werden, toen deze landen aan Japan kwa
men; maar het moet niet verder noordwaarts
gaan .De positie van een eilandenrijk is altijd
zwak. Het. heelt niet de voordeelen van een
rrjlc op het vasteland, maar evenals zulk een
land moet het toch een groot léger hebben,
en tevens, als eilandenrijk, een groote vloot.
„Wjj, Japanners, moeten onze nahdabht
wijden aan de Zuidzee-Eil.anden. Als een ge
volg van onzen oorlog met Duitschland heeft
onze vloot eilandengroepen in bezit genomen
als de Carolinen en Marshall-Eilanden. Maar
dit zijn eigenlijk geen eilanden; het zijn
slechts rotsen. Ofschoon ons volk zich ver
heugt in het bezit van deze groepen, hebben
zij Weinig waarde. Wij kunnen niet trotsch
zijn op het bezit van Zuidzee-Eilanden vóór
wij Java en Sumatra hebben'.
„Dezo liggen tusschen den Indisehen
Oceaan en dc Aziatische Zeeën, en nemen
een hoogst belangrijke strategische positie
in. De Soendastraat tusschen deze beide
eilanden ie een natuurlijke jesting. Indien
een groote mogendheid daar een vesting
zou bouwen en in bet bezit zou zijn van een
aantal onderzeeërs, behoorend tot een mach
tige vloot, dan zou geen andere vloot ten
wereld, hoe sterk ook, daar kunnen dooq-
doorkomen. Als Japan dezo twee eilanden
in bezit neemt en de Straat met zijn vloot
versterkt en beschermt, dan zal geen Euro»
peescho vloot in staat ziju zich een weg
te banen tot in de Aziatische Zeeën. Voor
een vloot, die uit den Indisehen Oceaan
naar de Aziatische Zeeën wil gaan, zijn en
twee wegen slechts: de een is tusschen!
Singapore en Sumatra, de Rndere is door da
Soenda-straat. Tegenwoordig, nu een onder
zeeër zich tot op een afstand van 5000 mjj»
len kan verplaatsen, is het geen moeilijke
taak voor de Japansehe vloot elke Europeet-
scho vloot daar tegen te houden. Daarom
stel ik voor dezo eilanden in bezit to nor
men ten eerste van een strategisch stand-
piunh
„Europeanen zeggen altijd, dat het een
last voor zo is om andere rassen te betichah
ven. Nu wij reeds in het bezit van westersche
beschaving zjjn, is het nu niet onze plicht
ook ondeTe rassen te beschaven on daar
door do lasten van de Europeanen te ver
lichten? Voornamelijk acht ik het onzen
plicht, de Maleiseho bevolking te bevrijden
uit hun tegenwoordigen toestand, die onder
Nederlandseho administratie werkelijk ellen
dig is. Over don oorsprong van ons ras zjjn
de geleerden het niet eens, maar er bestaat
weinig twijfel, of wij hebben Maleisch bloed
in onze aderen. Toen ik een paar jaar gele
den deze eilanden bezocht, voelde ik mij
alsof ik in Kyoesjoo reisde, omdat de hui
zen, de kinderon, de heggen rondom de hui
zen, en alles in de levenswijze deed denken
aan de levenswijze in Japan. Is het dan
niet ouzo plicht, om dezo landen van onze
voorvaderen te redden uit hun tegenwoordig
bestaan onder Nederlandseho administratie?
„Iedereen herinnert zich, hoe deze twee
eilanden ons ongerust maakten gedurende
den oorlog met Rusland. Op deze eilanden
hadden de Duitseho oorlogsschepen hnn basis
voor werkzaamheden gericht tegen do koop
vaardijschepen in den Indisehen Oceaan. Van
deze eilanden voorzien de Duitschers de on
tevredenen in Britech-Indië van het noo-
dige; om in dat land oproer te stoken ten
nadeele van Engeland. Het draadlooze tele-
graafsysteem op Borneo wordt in den te
genwoordigen oorlog gebruikt ten voordeole
van Duitsohland.
„Het is niet altijd een reden tot vrees
een Bterke mogendheid in de buurt te hebt-
ben, maar een klein land, dat niet in staat
is zijn onzijdigheid te handhaven, levert ge
vaar op voor zijn buren. Voor Japan is het
een' gevaar zulke zwak verdedigde landen
in zijn buurt te hebben als Java on Sumaj-
tra 2Ïjn.
„Enkelen zeggen misschieD, dat deze eilan
den Hollandsch eigendom zijn en dat Japan
ze niet kan nemen. Maar nis de Hollanders
de levenswijze ven de inboorlingen niet kun
nen verbeteren, en niet in staat zijn vr,.
en orde onder hen te handhaven, daa 1-1
Java en Sumatra een bedreiging voor j
naburige landen, en wij zijn gerechtvairdiJ
ze in bezit te nemen. w
„Bovendien heeft Holland deze eiland™
nog niet eens in bezit, maar heeft ze sleek!
tot een protectoraat gemaakt door midd,.|
van haar overeenkomsten met de inlandse!-
hoofden. Sommige stammen vechten nog tej
fen Holland. Japan kan daarom met de hoof!
en van die opstandige stammen verdrag!
sluiten zooals Holland dat deed en 3L
landen tot zijn protectoraat m2ken."
SCHAAKRUBRIEK van hol SCHAAKGEZELSCHAP
„P AL EMED ES.'
Oiiforiolit 1846.
Speelavond: lederen .'.laandag
In de Bovonzaal van Café „Contral", Srcestraat
Aanvang: 2 uron.
EcdftCtie: L. BIÈBMASU en R. J. y. <L KBOGT
Probleem No. 96. Th. G. IIENRIKSEX.
Zwart. (6)
;W,:'
a <m
yÉl
I i
W-yfö
PPP gip!
te
?SÉ
m .m' m i
'yM&,I
a 4
tip' |fe jÉS
i W////S 1
abed elgh
iWit. (6) I
Wit: K. a 7, Dj h 4, P. b 4, L. o.7,|
p. a 6 en 2.
Zwart: K. o. 5, T, hi 5, P. f 7, p. b 3,
b 5 en h 2.
ÏWil speelt en geeft in 2 zetten mat
Oplossing Probleem No. 94: Kei, enz
Goede oplossingen ontvangen van de ke
ren: L. R. de Hoog, B. S. van Kloeten Sr.,
J. W. Schiiss, J. C. Sjardjjn, J. E. Stolte,
L. M. Valkenburg en W. J. Woestenburg,
allen te Lejden; A. BaJjeu en G. Voote
Gzn., te Katwjjk aan den Rijn; K Haasnoot
te Katwjjk-aan-Zeo; H. J. Haas, te Utrecht;
J. J. Vooys, te Halfweg; J. van Os. li
Voorschoten, en P. G. v. d. Tang, te Oude-
wetering.
Correspondentie: J. C. flo W. b
L.: K. d 2, foutief wegens: T a 2"f.
W. N. te Ia. en H. J. B. te O.: L tl.
L. o 2 en L. h 7 f. w.: T. X d 0.
H. J. B. te L-: L. e 3 t w.s T. a If.
B. S. v. K. to L.Aangaande Probte
No. 93 is L. 4 foutief wegens: p. 15
als eersto zet, en P. tS 3 nis twee.» v\
van zwart.
p. f 5 varianten Probleem No. 93 warm:
D 8t K d 6 T g 4t.
DeSt K f 6 Dg6t-
j Tg 7 K f 7 De 51".
T g 7 P d 3 D d 6f.
Oplossingen worden ingewacht tot niterljji
Dinsdag 14 Maart a.s., 'a namiddags 5 uren,
aan het Bureeel van dit Blad.
BIJBLAD VAN HET
LEIDSCH DAGBLAD.
GOEDKOOPE KNIPPATRONEN.
Verschijnt om de 14 dagen.
Eerstvolgend No. Zaterd. 11 IWaart.
Die veronderstelling! was maar al te ge
grond Menigmaal toch had Mark met een
smalen den glimlach to kennea gegeven, dat
Arthur zich geheel door zyn vrouw liet
beheerschen, en ha/1 hem daardoor nog meer
aangezet om haar .te verwaarloozen on zijn
verkwistendo levenswijze voort to zetten; en
zoo Violette bi) "de nadering van Gardner
een huivering door de leden voer, had hij
wederkeerig, omdat zj) zgn invloed -tegen-
tvorkte en ëen_lastige getuige kon worden,
een boosaardigen afkeer tegen haar opge
vat. Het was de eeuwigdurende strijd tus
schen licht cn duisternis, tusschen schuld en
onschuld, die zich hier weder herhaalde.
Zij spraken gedurende den geheelen rit
slechts over dit voor beiden zoo belangrijk
onderwerp. Lady Elizabeth beklaagde zich
zeer, dat haar dochter zulk een boezem
vriendin als Sara Theresa gevonden ha<L
Zij toch had Emma's van nature zoo ge
voelig en v&rtrouwpnd hart geheel inge
nomen en haar een afgodische liefde voor
haar persoon weten in t9 boezemen; door al
wat da verbeeldingskracht liarer vriendin
kon opwekken to voeden, was deze er on
gemerkt too gekomen om zich zulk een ver
heven ideaal to vormen, dat zij iedereen, die
er niet aan beantwoordde, minachtte, ea
alles, wat eenvoudig tot het gebied van het
gezond verstand behoorde, verwierp. Zij had
do beschroomdheid van Emma a!s het waro
gevleid en er don fraaien naam van hemels
gezindheid aan gegeven, totdat dit gebrek,
evenals de gaten in deir mantel van den
wijsgeer, haar eer een oorzaak tot zelf
verheffing dan een reden tot nederigheid
geworden was. Daardoor, vreesde haar moe
der, zou zij deo te eer in den strik vallen,
en zij twijfelde er zeer aan, of zij wel van
haar besluit zou zijn af te brengen, ofschoon
Violette haar verzekerde, dat het slecht ge
drag van Mr. Gardner wel met zoovole be-
wtjzon kon gestaafd worden, dat geen vrouw,
die haar gezond versland had, hem tot echt
genoot zou begeeren.
„Dat weet ik nog niet", roerkte do goe
de Lady Elizabeth aam. „Zij zullea Dog
gen, do/b hij alles door zijn befceerdng heeft
uitgewischt. Atih, mijn lieve," vervolgde
zij, in. antwoord op den verwonderden
blik, waarmede Violette haar aanzag, „gij
hebt mijn arm© dochter in den laototem
tijd niet geziengij weet niet hoo eigenzin
nig zij thans is, of liever, hoe doordrij
vend zij onder don invloed van Theresa
geworden is. Achhad zij toch maar meer
met u willen omgaan 1"
„He heb mij nimmer met haar gelijk lnra-
nen stellen", hernam Violette. „In mijn
besten tijd zelfs kon ik mij niet tot haar
hoogte verheffen, etn wat zou het dan tlians
zijh, nu ik, tusschen de zorg voor mijm kin
deren en- het huishouden verdeeld, dage
lijks meer prozaïsch wordt."
„Uw besten tijd, mijn kindl Wel, hoo
oud zijt gij dam
„Twee eD twintig jaar", gal rij ten ant
woord, „maar ik ben al reeds zes jaar ge
trouwd, en dan weet men al vam do las
ten en bezwaren des .levemo mede to pra
ten; niet, dat ik Toden van klagen heb",
vervolgde zij op een opgeruimden toon.
„Ik wilde maar zeggen, dat de huiselijke
zorgen, ddo een getrouwde vrouw eomo
hebben kam, haar geen aangenaam gezel
schap maken voor jonge meisje©, die na
tuurlijk al den tijd hebben rich met wande
len en met lectuur herig te houden en haar
tijd kunnen verdeelen zooalo haar be
haagt." -
„Ik wenschte, dat Emma belang had loe
ren ©tellen in eeh eenvoudig, practisck le
ven."
„En ik wenschte, dat rij Theodora tot
haar vriendin verkoos."
„Ja, dat zou heerlijk rijn, maar daar io
niet aan te denkende oude vrees, die zij
als kind voor lia.ar koesterde, is nog niet
geweken, en daar komt bij, dat Emma
rich verbeeldt, dat rij al to lévendig en te
behaagziek is, en om de waarheid te zeg
gen, dat vond ik vroeger ookmaar wat is
rij ten g5edo veranderd! Zij is mij in den
laatst an tijd uitmuntend bevallen. Houdt
gij het er ooik niet voor, dat zij die ver
andering ton goede' aan Mr. Hugo Martin-
dal o te danken heeft?"
„Ten minst© grootendeels. Welk een
zegen is het voor de geheel o familie, dat
hij hier is willen komen."
„Ach, dat is ook een der redenen, waar
om ik Theresa niet lijden mag, dat rij vol-
©brekt niet vam dien waarddgon mam
houdt,"
„Wat kan rij tegen hem hebben V}
„Dat begrijp ik niet."
Thans waren zij bij do pastorie eal
Lady Elizabeth zette Violette daar af, ter
wijl rij haar nog beloofde haar to zullen
6ohrijvon, zoodra rij op Gothlands zou zijn
aangekomen. Arthur liep in den tuin
rond, en kwam, zoodra het rijtuig buiten
het gezicht was, haar te gemoet.
„O Arthur, Lady Elizabeth had u zoo
gaarne eens willon spreken. Kunt gij haar
nog niet inhalen?"
„Ik? Welmeon. Denkt gij, dat ik mal
ben?"
„Zij wilde u iet© aangaande Mr. Gardner
vragen. Ie het waar, dat gij hem op Goth
lands ontmoet hebt?"
„Nu, en wat zou dat?"
„I'k heb zulk een medelijden met die
goede Lady ElisabethVindt gij heft niet
verschrikkelijk, dat hij Emma ten huwelijk
gevraagd heefb?"
Heeft hij dat? Och kom, en wat cal
Lady Elizabeth antwoorden?"
„Daar is, duukt mij, slecht© óé.n ant
woord mogelijk," zei Violette; „Lady Eli
sabeth kwam bij ons naar hem vernemen."
„Een heerlijke gelegenheid om kwaad te
opreken."
„Ik was al genoodzaakt haar do waar
heid te zeggen," hernam rij, terwijl rij
groote moeite deed om den pijnlijken
imdkuik, welken rijn minachtende toon op
haar maakte, te verbergen.
„Dat kan ik wel nagaan," sprak hij.
„Nu, hij heeft wel gelijk, dat men een
vrouw nooit behoeft aan te sporen om van
do vrienden van haar echtgenoot kwaad te
opreken."
„Maar, Arthur, wat hadt gij dan willen
hebben, dab ik deed Denk eens aan die
arme Emma
„Emma as een zottin."
„Wees toch niet boos op mij; ik zou
buiten noodzakelijkheid geen woord gezegd
hebben, maar als het' toch zóó ver gaat
en denk eens aan, bij geeft voor, dat hij
bekeerd ia."
„Welnu, dat zou wol kunnen gebeuren,
als gij hem maar niet tegenwerktet."
„Arthur," riep rij verrukt uit, .„meent
gij het waarlijk, dat hij zich verbeterd
heeft? Heefb hij rich aan do wedrennen
onttrokken, en rijt gij nu geheel van
hem af?"
Hij keerde zich mot ongeduld van haar,
zeggende„Hoo kan hij dat? Gij hebt
hem alle kans daartoe benomen. Gij hebt
hem Ongelukkig gemaakt-, cn cr is nu niets
meer aan be doen."
Dii zeggende, verwijderde Lij tóch, en |gii>£
nari zijn hamer, terwijl zij oen oogenbte
onder do veranda moest gaan zitten^ oi
zich eenigszins to herstellen voordat aij Theo
dora onder de ©ogen dnrfdo komon.
Theodora bemerkte wel, dat or iete baps-
ie, doch daar zij genoodzaakt wns haai
kamor te houden, en dus haar broeder
kon gadeslaan, werd zjj voor veel angsï be-
waard. Het landhuisje was thans geheel ge
meubileerd met de meubelen, dio men uit dca
brand gered had; doch de familie kon het
nog niot betrekken, daar haar heratelhj1?
zoo langzaam vorderde, dat men haar niet
durfde overbrengen. Ofschoon zjj niet ert
otig ziek was, had zij toch langer het bw
moeten houden don men van zulk een gezond
cn sh?rk gestel verwacht had; de brand;
wonden wilden niet goed gezaim, cn 51
bloof steeds zwak en sukkelend. Het scheen
wel alsof de onophoudelijke vermaeienisson»
haar buitensporig verre wandelingen, haar
laat opbljjven cn al to vroeg opstaan, haar
zoodanig hadden aangotast, dat zij do gev0*'
gen barer ziekte niet spoedig kon te bow-*
komen. Violette verbeeldde zich intussen'
wel cono, dat do tjjding van het huweH»
van Percy do geheime oorsaaJt van ban
kwijning wao, ofschoon Theodora er hof'
over sprak, en niet alleen even geduldig
bleef als in het begin harer ziekte, nj13?.
ook zooveel geestkracht en opgeruimdW
toonde, als haar toestand maar eenJ8??x.
toeliet. Zij volgde tevens al de voorschruK
van den dokter zoo stipt en onvoorwaardeuj
op-, dat Violette er zich ton hoogste °Vit
verwonderde, voordat zij inzag, dat ook
een deel was van do taak van zelfbenen
aching, dio Theodora zich had opgelegd.
(Wordt vervolgd)-