Nederland en de Qoriog. Zaterdag Maart. Persoverzicht. ÜÏT ONS LAND. iolette of de Schoonzuster. H«. 1/«85 Het u Ha tel van do in-wcrking- rediüg van de Invaliditeits- efc. »,EP£T CENTRUM*' zogi De Oudordocasrcate ea do Verzekerings- ett-en worden-dus, wanneer wij den Mi- Her goed begrijpen, van elkander ge- eidon, den weg, langs welken oen oplos- 'ng mogelijk lijkt. (DË TIJD" schrijft van hot a&ngckon- V(te uitstel van de in-werking-tredin-g van i avaliaü beatsw et-Ta-1 ma Hier is (dus) het geval, dat dr. Nolens in ,/VENLOSCHE COURANT", noemde: Uitkomst is mogelijk. Dc uitkomst is heb oscaieiden houden van do Verzeikeringswefc- en de voorgestelde Ouderdomöbedco- Voel blijft echter nog onopgehelderd en eb is daarom goed en van veel belang, dat Rutgers oen stel rake vragen heeft gediend. Eon duidelijk antwoord wordt verwacht, "et de verzekering in de Memorie van Ant- oorcJ, dat do Begeering ,,bét do overtui- is gekomen, dat verdere ingrijpende ijaigingen van de door den heer Talma bot tand gebrachte verzekeringswetten in de «■staande omstandigheden achterwege lie nor en to blijven" is reeds een stap te- uggezet op den weg, door minister Treub geslagen. Maar hoe nu verder? De Regeering gove duidelijk bescheid. Zij i woor drie jaar laingor do Inva-Mdibedts- efc verschoven zien, hebben daar recht op. „DE STANDAARD" driestart: Toen pas de felle campagne over Ouder- cmsrente of Verzekering begon, stelden onmiddellijk vast-, dat da Bcgeormg kn zoo onmisbaren tijd voor de goede re eling der Verzekering, conform Takna's etsonbwerpen, op hoogst onvoorzichtige ijzo. had laten voorbijgaan, en dat er nu ar één redmiddel over bleef, hierin be ta a nde, dat da termijn van de Invalidi- rtweta met drie jaar werd opgeschoven. Had men niet dlwaragedreven, dan zx>u de nvckeringsvrct-Taima in December 1010 anzelE in walking zijn getreden. Doch dan had men die drie jaar, van 19131910, j>k moeten gebruiken, om deze geheeile 'erzekoring in te voeren, on naar eisdh van ede orde gereed te maken. Uit eahber heeft men o p z e fc-to 1 ij k juimd, Mon wilde Talma's wet met rroeron. Liet deihalvo met opzet den jd van voorberedding ongebruikt voorbij- aan. En had zoo gemeend, Tailiria's wet e kunnen ontwrichten, en er zijn edgen on'cbeedden voor in dc plaats te schuiven. Nu lvad dat ook gekund, zoo men niet ge beuzeld had, en zijn tijd niet had ver raai - Net het „Jantje zonder zorg" daarente gen, waarmee men zich thans poogde te bddeo, kwam men er niet. Talma had zeer zeker ook schuld, want ij had kunnen en moeten zorgen, dat zijn vtten in 1910 er door kwamen, en in 1913 rol ledig waren in- en uitgevoerd. Doch dat wist men nu eenmaal, en dus ■a. cHat or nog drie jaar aan dieae Wetten den to bsstoden zijn, em zo te laten wer- ra' I 1 [Nu men dio drie jaar van 1913—1916 ver- pcelfl had, moest men óf de vervangende let er door hebben, óf de uitvoering drie jar verschuiven. Tot <üt laatste is men nu wel moeten vergaan, en in zoover komt onze voorspol- Pg uit. Dook hiermee is do zaak niet afgedaan. Ne>t dit euvel toch is wel do wetgever, aar zijn niet de invaliden gored. Voor hen toch komt het hierop neef, dat onze kranten en ouden weer drie jaar lang in grootcn getal o wegsterven zo miers iets van do Verzekering te gesdexen. Ed ai ïw-lpi men de 70-jarigen dan ten nieste met. de Ouderdoms-rente, voor al de overigen baat ddt niet, zelfs niet alle 70- jarigen krijgen wat ze anders zouden ge had hebben Bij lange na niet. Niouwe Ondernemingen. In oen artikel in „DE VRIJZINNIG DE MOCRAAT" over de uitkomsten van de na vraag, welke het hoofdbestuur van de Maat schappij van Nijverheid heeft gedaan naar do vooruitzichten van nieuwe takken van nijverheid schrijft (dr. D.) B.(os) o.m. Wordt het niet tijd, dat ons Departement van Landbouw, Nijverheid en Handel zich eens aan de toekomst gelegen laat liggen 1 Het ic zeker geen gunstig gevolg der zeer ver doorgevoerde bemoeiingen van dit De partement op schier elk gebied van handel in den tegenwoordigen tijd, dat thans van zorg voor do economische kracht na den oor log zoo weinig sprake is. Op landbouwgebied blijven de beraamdo zoo boktngrijko maatregelen ten behoeve v an do uitgifte van grond aan landarbeiders liggen. Op het gebied dor nijverheid en van den handel behoort toch oolc veel voorbe reid te worden, om straks nijverheid cn handel, ook in de middenkringen, krach tiger te maken in do buitenlandscho mede dinging. Zou hot niet-eens tijd worden bepaalde vragen aan. een nader onderzoek van een Staatscommissie te onderwerpen? Daar i<j het crediot op langen termijn voor de kleine industriëele ondernemingen, niet in staat elk op zichzelve obligatieleeningen uit te schrijven zooals do zeer grootc fabrieken lcuhnen doen. Da-ar ia de vraag van hot ge zamenlijk optreden van exporteurs in het buitenland, do hulp van consulaire verte genwoordigers of voor gezamenlijko reke ning uitgezonden handelsagenten. Daar zijn de maatregelen om do technischo scholen de voorlichting te doen geven, die bij ver andering dor levensvoorwaarden van han del en industrie noodig.is. Daar is wellicht ook de vraag van Regeeringssteun aan en kele zeor belangrijke ondernemingen, welke te groot risico voor particulieren aanbie den en toch voor verschillende takken van hijverheid van grootc beteekenis kunnen worden. Nader onderzoek is niet overbodig. Men wane niet, dat men plotseling goudmijnen gaat ontdekken, maar wellicht kan er ver standige raad worden gegeven in zake de economische politiek van de eerste jaren cn wat ook van belang is or kan licht worden geworpen op avontuurlijke plannon, dio ook in dezen tijd wel zullen komen op dagen, vaak gevolg van oppervlakkige waarnemingen en overhaaste gevolgtrek kingen. Nuchterheid behoort zich te paren aan doortastendheid. Een duidelijk inzicht in de verhoudingen zooals dio zijn en na den oor log waarschijnlijk zullen worden, is echter bovenal noodig. FAILLISSEMENTEN, K. Schoenmakers, koopman dn vleesch- heuwer, Rotterdam. C. G. Ruigrok, grcentenhandelaar, .Vlaar- dingen. J. M. do Lange, koopman Ia boter, Rot terdam. H. Schraven, rijwielhandelaar, Nijmegen. H. B. Kerame, Utrecht IJIT ONZE STAD. LE1DSCDE BLSTUURDttRSBOND. Opgave van de week van 11—19.Febr. 1916. Totaai Ledental 1968. WerUlo ze leden17 Aantal kinderen be neden d- 16 jaar 30 Loonverlies per week f 236.70 Vergoeding r. Fatroon f van het Steuncomité 19.05 Uitkooring werkloozerkaa 93.75 112 G Loonverlies per week CedoeltefIJk werkloo- zo loden 05 Aantal minder werk uren per week 687 Aantal kinderen be- nodon do 16 jaar 163 Loonverlies por week Vergoeding d. Patroon f van het Steunoomité üitkeering vrorkiooz^nkas 70 91 f 112.30 70.94 f 3303 .91* Loonverlies per week Aantal onder de v/aporvsn 283 Aantal kinderen be neden do IS jaar 253 Li onverlic3 por week Vorgoedmg v. d. Patroon f 179.775 van het _ijlc 912.65 Steuncomité 26.40 1118.82* Loonverlies per week 2270.03 Totaal loonvorlles por wook, waarbij betrok ken 365 leden .r t 2465.35 Dit getal wordt govormd doort Gehuwden on kostwinners, welke vergoodlng ontvangen 121 Workzaam bij Goraeonto, Rijk en Spoorweg- Maasohapplj 24 Ongehuwden, welke geen vergoeding en geen loon ontvangen 138 Totsul 233 De militaire geaec»knndijje dienst. Er worden in den laatsten tijd, schrijft het „Hbld.", niet het minst natuurlek ten gevolge van de ondervinding door gemobi- liseerden bij verpleging door den militai ren geneeskundigen dienst opgedaan, Rrjc- zonderheden openbaar over de wijzer waarop dozo dienst werkt. En wat daarbij bekend wordt is niet ten gunste van dien dierst. Verouderde toestanden, verouderd mate rieel, onvoldoende voorbereiding dat is zoowat het algemeen oordeel. Dat er wel heft een en ander ontbrak wij wisten het; wjj wezön er o.a. op bjj het publiceeren van do oproeping om geld voor een ambu- lanoetreiu, die, naar onze meening, niet door particulieren aan het Rijk had moeten wor den aangeboden. Het 13 zeker niet te veel geëischt, wan neer men vraagt, dat de mfiioecen voor ons gemobiliseerde leger uitgegeven, ook ten goede komon aan do inrichting van onzen militairen geneeskundigen dienst. Hoeveel daaraan ontbreekt, bleek uit do m&dedee- lingen, die wjj het tvoord is nog altijd aan het „HWd." daaromtrent onlangs in een gesprek met een deskundige ontvingen. De militair-geneeskuniige verzorging en verpleging, zoo vernamen wij, i3 ten eenen- male onvoldoende. Er is een krach ig'leider' noodig, van groot organisatorisch vermogen, die niet terugdeinst voor de noodzoke.ijke kosten, waar het geldt maatregelen te ne men, die den Nederlandse hen soldaat in oorlogstijd verzekeren van een uitnemende verpleging en verzorging door bekwame ge- neesheeren, geschoold persoieel en vervoer middelen, die aan hooge eisc-hen voldoen'. Brj onzen zegsman die in het door hem genoemde desideratum teven3 te kennen ga f, wat er ontbreektwa3 ernstig de vraag gerezen, of het niet tijd wordt een frisschen wind te laten waaien door de bu reaux van den Militairen Geneeskundigen Dienst, om er to breken met jarenlange traditie en sleur. Ik acht het, zoo vervolgde hij, on verantwoordelijk, dat de hcoge militaire autoriteiten geen maatregelen nemen om een of meer fiinke officieren van gezond heid, met organiseerend vermogen, in staat te stellen een studiereis te maken naar de oorlogvoerende landen, om daar de zoo hoog noodige ervaring op te doen, die bijna allen tegenwoordigen titularissen ontbreekt. Bij manoeuvres zijn immers ook wel atta chés van buitonlanasche mogendheden aan wezig. Zijn meening nader toelichtend, deed onze zegsman uitkomen, dat op één actief officier van gezondheid er tien reserve-offi cieren zijn, die niet ééns hun oorlogsbe- stemming kenden, zoodat zij zich daarvoor ook niet konden bekwamen. En de actieve officieren van gezondheid? Hun bezo'diging is te laag, zoodat zij wel genoodzaakt zijn er hun eigen praktijk bij waar te nemen. Zij werken in de militaire hospitalen boven dien onder den depiimeerenden invloed van de vele gevallen van simulatie en aggrava tie. In die hospitalen ontbreekt eea juiste afscheiding tusschen klinische on pod-kli- nische patiënten. Er heerscht geen aange name stemming; de omgeving i3 er weinig opwekkend. Er is ook nooit eenig contact tusschen troepenofficier en zieke militairen. Dan het materieel! In het rijksmagazijn voor geneesmiddelen en instrumenten had men in 1913, dus vóór de mobilisatie, de beschikking over f 100,009, als opbrengst van keuringen, verricht ten behoeve van het Indische leger. Er werd toen in over weging gegeven er aekec-auto's en rijwiel- brancards voor aan te schaffen. Men is er niet op ingegaan.- Alen heeft voor dat geld de tasschen der hospitaalsoldaten verbe terd. De tegenwoordige ziekenwagens zijn to taal onbruikbaar. Er is géén enkele mili taire hospitaalauto, geen enkele rijwiel- brancard. Men wil nu een ambulance-trein aan do regeering gaan aanbieden. Laat men toch voor alles ambulance-auto's aanschaffen in grooteu getale. Waarom, ik herhaal het^ zendt men geen officieren van gezondheid uit naar de oor logvoerende landen, zoo besloot onze zegs man. Er zijn er, die het zeer gaarne zouden willen. En ze zijn best door burgerdokters tevervangen. Maar do hoofdzaak is, naar mijn overtuiging, dat er een organisator van den militairen geneeskundigen dienst komt, een krachtfiguur, een buitenstaander liefst, die desnoods den heelen boel omvergooit Dat is do meening in kringen, die het weten kunnen. Zoo oordeelen menschen, die het goed meenen met ons leger. Malaise fa het Blocaendorp. Zeker wel het moest van allo zal de ge meente Aalsmeer getroffen zijn door het invoerverbod van luxe-arlikelen ia Duitseh- land. Immers, deze plaats drijft bijna uit sluitend op de bloemetjes, welke ook onder "de luxe-artikelen zijngerangschikt. Gelukkig is het seizoen van de bekende Aalsmeecsche seringen grootendeels voorbij. Doch hoewel deze bloem de hoofdcultuur uitmaakt, is ook de rozenkweekerij van zeer groote beteekenis. En daarvan heeft de oogst nog maar even een aanvang genomen. Verzending naar Rus and was den laatsten tijd volkomen uitgesloten, terwijl ook de handel op Engeland te veel vertraging on dervond, om mot goed succes te worden gedreven. De bloemen exporteurs waren dus aangewezen op Duitschlaad en Oostenrijk, waar hun producten tot nu toe buiten ver wachting gereeden aftrek vonden, zoodat naar omstandigheden beste prijzen werden gemaakt. Het behoeft dus niet gezegd, dat het slui ten van de Duitsche grens een algemeene neerslachtigheid in do gemeente heeft ge bracht. Natuurlijk was op do veilingen do invloed heden reeds duidelijk merkbaar. Ver wacht wordt-, dat Oostenrijk wel spoedig het voorbeeld van Duitschland volgen zal. Waar moet Aalsmeer dan met ai haar bloemetjes heen? Reeds zijn door exporteurs en kweekers vergaderingen belegd, ora gezamenlijk te trachten de schade zooveel mogelijk te be perken en zoo mogelijk weder" geregelden uitvoer te bewerkstelligen, („Tel.") Terr®er ran goederen tiaar Daitschlasd. De invoer vah de na te noemen artikelen over do grenzen van het Duitsche rijk is verboden: sierplanten en bloemen, manda rijnen, rozijnen, ananas, gember, vanille, kaviaar, kreeften- en krabben, siervedoren, vogelhuiden en deelen daarvan, likeur, champagne, suikerwerk, albast en marmer en daaruit vervaardigde voorwerpen, reuk en schoonheidsmiddelen, zijden artikelen, katoenen, tule, kleederen, modewaren, an dere genaaide voorwerpen geheel of ge deeltelijk van zijde gemaakt, dergelijke uit an der o goederen dan zijde gesponnen, wan neer zij uit kanten of borduursels bestaan, kunstbloemen en deelen daarvan, schoenen uit gesponnen goed, geheel of gedeeltelijk van zijde, monechenhaar en daarvan ver- vaardige artikelen, waaiers, hoeden, mutsen, hoeden vormen uit vilt, handschoenen, ge heel of gede-aitelijk van Jeder, pelterijen, opgezette dieren en dee'en daarvan, buiten- landsche post- en weldadigheidszegels, schil derijen, edelgesteenten, beelden, vervaar digd uit alle soorten steen, luxe-voorwerpen van steen, goud- cn zTverwaarden, fijne ijzerwaren en kunstsmeedwerk, stalen schrijf pennen, voorwerpen uit onedelo -metalen, machinerieën, werktuigen on deelen daar van, woofstoelen, muziekinstrumenten, kin derspeelgoed. De douanen zijn bevoegd afwijking vajn heb gestelde verbod toe te laten ten opzichte van artikelen, dio tot veredeling, verbetering of als terugzending zijn to beschouwon. Als de waarde der in te voeren zending; 50 mark niet to boven gaat, zijn do Haupt- zollamter resp. do <Ioor deze aan te wijzen Zollamter, al3 de waarde der sending 500 mark niet te boven gaat, zga d9 Zolldirec- tionahehörden gemachtigd, ia gevallen, waarin geen twijfel mogelijk is. uitzonderin gen op de jnvoerverbodsbspalingen toe te laten. Deizo bekendmaking treedt dadelijk in wer king. De Hauptaollamter zjjn gemachtigd den invoer van bovenstaande artikelen toe te stta-n, indien het bewijs geleverd wordt, dab de goederen, bij het in werking treden dezer bekendmaking reeds betaald waren.- tit het Eiigelsch van Miss Y0XGE. (Nadruk Varboden). 05) 2et messt grieldo liet VioïcUe, dat zij jeoiiora, die nog pas half hersteld was, csst verlaten; doch Arthu'- scheen er oen f-;ere voldoening in to vinden, om de vor- Mingen zijns vaders, dab hfj toch wat meer Voor zijn vrouw mocht dragen, te bs- - '.oorden, door nu haar gezondheid tot "'■nveiidsel tu nemen om do familie van *:ir hulp te berooven, on hjj bepauldo, zon- A eenigen sont to gevoelen, den dag van P vertrefc. HOOFDSTEK V. plukte Arthur ccliter niet, Lndy 'viheth to ontlcopen. Don dag na do be- J*8 kwam zij movrouw Martiiïdalo oen i Ach brengen. Zij zag er peinzend uit, "Oil Lord Martindalo met haar sprak, en aii® Vi°lo«o o£ zij een toertje mot haar. pör-rijden, f-oodra zij in het rijtuig zaten, begon zjj: ,'C° violette, kunt gjj of Arthur mjj fAVuiehl van dien I.Ir. Gardner geven?'' Üvk'.m persoonlijk slechts weinig," - oordde iolotte, want zij was zoozeer iet v 31' .cc''i<?enoot bevriend, dat zij het e"m zic!' verkregen kon iets kwaad vam s j, ^ggen; „maar weet gij zeker, dat QC?z®Ifden persoon bedoelen?" .,a> zeker. Heeft Arthur u niet ver teld, dat hij hem op Gothlands ontmoet hoeft?" „Noen, ik heb hier ook weinig gelegen heid gehad met Arthur te spreken, ou die brand heeft ons bjjna all03 doon vergoten." „Dat is natuurlijk. Maar ik zal u zeggen, Arthur kwam met Mr. Iierries aldaar dinec- ron, en hy sprak Mr. Gardner als ©en oud vriend aan; dus moet krj wel dezelfde zijn; en nu ben ik bijzonder verlaagend iets na ders van hem te vernemen. Ik zal u zeg gen waarom. Ik weet, dat gij het niet vertellen zult, ofschoon het u stellig zoer verwonderen zal na al .haar betuigingen." „0, Lady Elizabeth, dat kan immers niet waar zijn!" „Ja, mijn kind, :k heb dikwijis gedacht, dat het zoo gaan zou. Maar wat scheelt u, mijn lieve?" zeide zij, haar ontsteltenis opmerkende, waardoor ock haar onrust werd opgewekt. „Ach, 'laat dat huwelijk toch niet teel" was al wat Violette kon uitbrengen. „Zeg mij dan wat hrj voor een mensch is. Wat weet gy Aran hem? Ik heb wel gehoord, dat hij vroeger wat loszinnig was, maar Violette haalde diep adem, en poogdo toen niet bedaardheid te spreken. „Hij io can gevaarlijk mensch; hij speelt, houdt wed dingschappen, maakt schulden; hij, is in één woord iemand, dien Arthur zelfs niet met mij of do kinderen in aanraking wil brengen. Hoe durft hij aan Emma denken?" „Maar hij is dan toch wel dezolfde?" Sprak Lady Elizabeth zeer verontrust, en nog hopende, dat het oen misverstand zou zijn. „Dien ik meen, is do neef van Lady Fotheringkam." „Ja, dat is hrj," zeide Violette treurig. „Zij hebben slechts één neef, die Mark heet Gij herinnort u misschien nog we!, hoe men over hem on mevrouw Finch gesproken heeft?" Lady Elizabeth gaf "over hei algemeen zoo weinig acht op de praatjes van don dagf dat die gsheelo historie haar reeds ontgaan was, daar zy niet op den naam van Gardner had gelet. „Arthur zal ons het rechte we! kunnen vertellen," sprak zij, „maar dat kan ik u verzekeren, dat iedereen tot den predikant toe volkomen overtuigd schijnt to zijn van zijn verbetering. Ik zeg daarom niet, dat ik or vrede mede kan hebben, dat Emma verbonden vzX worden met een man, die zich' niet goed gedragon heeft; integendeel, hetgeen zij van hem zeide, maakte mij feeks bezorgd genoeg voor het arme lieve kind, maar wanneer do predi kant oi Theresa Marstone over hem spre ken, is het altijd vol bewondering over zjjn diep en innig berouw." „Hoe kan hjj zoo goddeloos zijn!" rïojs yioletto uit. „Houdb gü het er dan stellig voer, dat hij niet oprecht is?" „Welzeker. Ik zou ongaarne iemand" liefdeloos willen veroordeeleu, maar het is al te stuitend hem ran deugd en gods vrucht te hooren spreken. Indien hjj zich inderdaad bekeerd had, zou hij inzien, hoe slecht het van hem is, Emma ten huwelijk to vragen." „Hij toont ook groote nederigheid en zegt, dat niemand meer van zijn onwaardigheid bewust kan zijn dan hijzelf, maar dat kg onwillekeurig zijn gevoel verraden heeft daar do reinheid on hartelijke toewijding van Emma; zooals Theresa mij schrijft, de machtigste drijfveren ,tot zijn bekeering geweest zijn. Indien Emma slechts geen for tuin bezat; zou men zoo iets beter durven vertrouwen! Ach, Violette, ik heb nimmer zoozeer als tegenwoordig het verlies van haar broeder betreurd." „Maar Emma zal hom toch zeker niet be minnen?" „Het spijt mij, Jat Ik hei zeggen moei, maar zij en haar vriendin zijn thans wede; in een dier overdreven buien van geestver voering, dat zij dwepen met iemand, die aan hun ideaal van een boeteling beant woordt, oen zondaar in eigen oogen, die het slechts betreurt, dat ons kerkgenootschap tot die boetedoeningen geen gelegenheid aanbiedt." „En opent die plotselinge Verandering haar oogen niet?" „Och neen. Mijn goede Emma aarzelt nog slechte om hem het jawoord te geven, wjü zjj hst denkbeeld niet verdragon kan ran onstandvastig te zijn, en k ?t werk, waaraan zij haar leven gewjjd had, op te geven.; maar zij zegt tevens, dat zjj beschaamd is, omdat die opoffering haar zooveel kost, cn voegt er by, dat, wat ook haar besluit niogo zjjn, hij haar zijn medewerking beloofd heeft tot de herstelling der Abdij." „Dio arme Emma! Hij heeft zooveel schuld, dat hj) zekerlijk wel twee derden van het geld, daarvoor bestemd, noodig zal hebben om ze af to lossen. Eu wat zegt Miss Marstone van do zaak?" „Dat hij zoo plotseling van een boete ling in een minnaar veranderd is, schijnt haar eerst zeer verwonderd ea teleurgesteld te hebben; maar als z^j zich verbeoldt, dat hjj haar leiding volgt of hoop geeft om haar in plaats van de arme Emma de abdij, te laten besturen, zal zjj, we! zjjn voorspraak zjjn. Neen, op het gezond verstand van The resa Marston o durf ik bet alleen niet laten aankomen." „En wat zegt de overige familie?" „Theress waant zich te zeer boveu hen verheven dan dat zij zich aan hun oordeel bokraunen zou. Mr. Kandall schijnt geducht met de zaak verlegen, en heeft mij ver zocht over te komen; ik zou dau ook van morgen reeds gegaan zjjn, doch ik wilde eerst aan Arthur on u vragen wat gijlieden van Mr. Gardner week" „Och, dat is genoeg bekend. Hjj: is van da academie weggejaagd en heeft zich sedert dien tjjd zeer slecht gedragen en zijn moe der het grootste verdriet aangedaan! Die anno Emma! Moet zij zulk een man krjjgeiv 'zjj, die voor allo heeren zoo bang was!" „Ik vrees, dat zjj zeer met zichzelve te kampen heeft gehad. Hij heeft een aange naam voorkomen, nietwaar?' i „O ja." „Maar weet gij niets van zjjn later g> drag, hetwelk zou kunnen strekken om Emma te overtuigen, dat zijn berouw slechts ge veinsd is? Want gij begrijpt, dat zij zondes bewijzen, dit niet gelooven zal." Violette kreeg een hoogroodo kleur. „Arthur zou dat wel kunnen," zeide zjj met Oer. gesmoords stem; en daar Lady Elizabeth: op haar verder antwoord scheen te wach ten, was zjj verplicht er hij te voogan: „Hij speelao bij de laatste wedrennen nog de zelfde rol als vroeger, en "ik weet, dat hij zich nog dagelijks met zaken bszig houdt; over welke iemand, die inderdaad van j>lan was zich te verbeteren, zich zou schamen. Arthur zou er u de bewijzen van kunnen geven." Zij kon het niet van zich verkrjjgen om duidelijker te spreken. Ben innerlijke- stem zei haar, dat Mr. Gardner de kwade geest van haar echtgenoot was, dat hjj, hem ver leidde en haar van zjjn liefde beroofd®.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1916 | | pagina 5