Nederland en de Qoriog.
Zaterdag Maart.
Persoverzicht.
ÜÏT ONS LAND.
iolette of de Schoonzuster.
H«. 1/«85
Het u Ha tel van do in-wcrking-
rediüg van de Invaliditeits-
efc. »,EP£T CENTRUM*' zogi
De Oudordocasrcate ea do Verzekerings-
ett-en worden-dus, wanneer wij den Mi-
Her goed begrijpen, van elkander ge-
eidon, den weg, langs welken oen oplos-
'ng mogelijk lijkt.
(DË TIJD" schrijft van hot a&ngckon-
V(te uitstel van de in-werking-tredin-g van
i avaliaü beatsw et-Ta-1 ma
Hier is (dus) het geval, dat dr. Nolens in
,/VENLOSCHE COURANT", noemde:
Uitkomst is mogelijk. Dc uitkomst is heb
oscaieiden houden van do Verzeikeringswefc-
en de voorgestelde Ouderdomöbedco-
Voel blijft echter nog onopgehelderd en
eb is daarom goed en van veel belang, dat
Rutgers oen stel rake vragen heeft
gediend.
Eon duidelijk antwoord wordt verwacht,
"et de verzekering in de Memorie van Ant-
oorcJ, dat do Begeering ,,bét do overtui-
is gekomen, dat verdere ingrijpende
ijaigingen van de door den heer Talma bot
tand gebrachte verzekeringswetten in de
«■staande omstandigheden achterwege lie
nor en to blijven" is reeds een stap te-
uggezet op den weg, door minister Treub
geslagen. Maar hoe nu verder?
De Regeering gove duidelijk bescheid. Zij
i woor drie jaar laingor do Inva-Mdibedts-
efc verschoven zien, hebben daar recht op.
„DE STANDAARD" driestart:
Toen pas de felle campagne over Ouder-
cmsrente of Verzekering begon, stelden
onmiddellijk vast-, dat da Bcgeormg
kn zoo onmisbaren tijd voor de goede re
eling der Verzekering, conform Takna's
etsonbwerpen, op hoogst onvoorzichtige
ijzo. had laten voorbijgaan, en dat er nu
ar één redmiddel over bleef, hierin be
ta a nde, dat da termijn van de Invalidi-
rtweta met drie jaar werd opgeschoven.
Had men niet dlwaragedreven, dan zx>u de
nvckeringsvrct-Taima in December 1010
anzelE in walking zijn getreden. Doch
dan had men die drie jaar, van 19131910,
j>k moeten gebruiken, om deze geheeile
'erzekoring in te voeren, on naar eisdh van
ede orde gereed te maken.
Uit eahber heeft men o p z e fc-to 1 ij k
juimd, Mon wilde Talma's wet met
rroeron. Liet deihalvo met opzet den
jd van voorberedding ongebruikt voorbij-
aan. En had zoo gemeend, Tailiria's wet
e kunnen ontwrichten, en er zijn edgen
on'cbeedden voor in dc plaats te schuiven.
Nu lvad dat ook gekund, zoo men niet ge
beuzeld had, en zijn tijd niet had ver
raai -
Net het „Jantje zonder zorg" daarente
gen, waarmee men zich thans poogde te
bddeo, kwam men er niet.
Talma had zeer zeker ook schuld, want
ij had kunnen en moeten zorgen, dat zijn
vtten in 1910 er door kwamen, en in 1913
rol ledig waren in- en uitgevoerd.
Doch dat wist men nu eenmaal, en dus
■a. cHat or nog drie jaar aan dieae Wetten
den to bsstoden zijn, em zo te laten wer-
ra' I 1
[Nu men dio drie jaar van 1913—1916 ver-
pcelfl had, moest men óf de vervangende
let er door hebben, óf de uitvoering drie
jar verschuiven.
Tot <üt laatste is men nu wel moeten
vergaan, en in zoover komt onze voorspol-
Pg uit.
Dook hiermee is do zaak niet afgedaan.
Ne>t dit euvel toch is wel do wetgever,
aar zijn niet de invaliden gored.
Voor hen toch komt het hierop neef, dat
onze kranten en ouden weer drie jaar lang
in grootcn getal o wegsterven zo miers iets
van do Verzekering te gesdexen.
Ed ai ïw-lpi men de 70-jarigen dan ten
nieste met. de Ouderdoms-rente, voor al de
overigen baat ddt niet, zelfs niet alle 70-
jarigen krijgen wat ze anders zouden ge
had hebben
Bij lange na niet.
Niouwe Ondernemingen.
In oen artikel in „DE VRIJZINNIG DE
MOCRAAT" over de uitkomsten van de na
vraag, welke het hoofdbestuur van de Maat
schappij van Nijverheid heeft gedaan naar
do vooruitzichten van nieuwe takken van
nijverheid schrijft (dr. D.) B.(os) o.m.
Wordt het niet tijd, dat ons Departement
van Landbouw, Nijverheid en Handel zich
eens aan de toekomst gelegen laat liggen 1
Het ic zeker geen gunstig gevolg der zeer
ver doorgevoerde bemoeiingen van dit De
partement op schier elk gebied van handel
in den tegenwoordigen tijd, dat thans van
zorg voor do economische kracht na den oor
log zoo weinig sprake is.
Op landbouwgebied blijven de beraamdo
zoo boktngrijko maatregelen ten behoeve
v an do uitgifte van grond aan landarbeiders
liggen. Op het gebied dor nijverheid en van
den handel behoort toch oolc veel voorbe
reid te worden, om straks nijverheid cn
handel, ook in de middenkringen, krach
tiger te maken in do buitenlandscho mede
dinging.
Zou hot niet-eens tijd worden bepaalde
vragen aan. een nader onderzoek van een
Staatscommissie te onderwerpen? Daar i<j
het crediot op langen termijn voor de kleine
industriëele ondernemingen, niet in staat
elk op zichzelve obligatieleeningen uit te
schrijven zooals do zeer grootc fabrieken
lcuhnen doen. Da-ar ia de vraag van hot ge
zamenlijk optreden van exporteurs in het
buitenland, do hulp van consulaire verte
genwoordigers of voor gezamenlijko reke
ning uitgezonden handelsagenten. Daar zijn
de maatregelen om do technischo scholen
de voorlichting te doen geven, die bij ver
andering dor levensvoorwaarden van han
del en industrie noodig.is. Daar is wellicht
ook de vraag van Regeeringssteun aan en
kele zeor belangrijke ondernemingen, welke
te groot risico voor particulieren aanbie
den en toch voor verschillende takken van
hijverheid van grootc beteekenis kunnen
worden.
Nader onderzoek is niet overbodig. Men
wane niet, dat men plotseling goudmijnen
gaat ontdekken, maar wellicht kan er ver
standige raad worden gegeven in zake de
economische politiek van de eerste jaren
cn wat ook van belang is or kan licht
worden geworpen op avontuurlijke plannon,
dio ook in dezen tijd wel zullen komen op
dagen, vaak gevolg van oppervlakkige
waarnemingen en overhaaste gevolgtrek
kingen.
Nuchterheid behoort zich te paren aan
doortastendheid. Een duidelijk inzicht in de
verhoudingen zooals dio zijn en na den oor
log waarschijnlijk zullen worden, is echter
bovenal noodig.
FAILLISSEMENTEN,
K. Schoenmakers, koopman dn vleesch-
heuwer, Rotterdam.
C. G. Ruigrok, grcentenhandelaar, .Vlaar-
dingen.
J. M. do Lange, koopman Ia boter, Rot
terdam.
H. Schraven, rijwielhandelaar, Nijmegen.
H. B. Kerame, Utrecht
IJIT ONZE STAD.
LE1DSCDE BLSTUURDttRSBOND.
Opgave van de week van 11—19.Febr. 1916.
Totaai Ledental 1968.
WerUlo ze leden17
Aantal kinderen be
neden d- 16 jaar 30
Loonverlies per week f 236.70
Vergoeding r. Fatroon f
van het Steuncomité
19.05
Uitkooring werkloozerkaa 93.75
112 G
Loonverlies per week
CedoeltefIJk werkloo-
zo loden 05
Aantal minder werk
uren per week 687
Aantal kinderen be-
nodon do 16 jaar 163
Loonverlies por week
Vergoeding d. Patroon f
van het Steunoomité
üitkeering vrorkiooz^nkas 70 91
f 112.30
70.94
f 3303 .91*
Loonverlies per week
Aantal onder de
v/aporvsn 283
Aantal kinderen be
neden do IS jaar 253
Li onverlic3 por week
Vorgoedmg v. d. Patroon f 179.775
van het _ijlc 912.65
Steuncomité 26.40
1118.82*
Loonverlies per week 2270.03
Totaal loonvorlles por
wook, waarbij betrok
ken 365 leden .r
t 2465.35
Dit getal wordt govormd doort
Gehuwden on kostwinners, welke vergoodlng
ontvangen 121
Workzaam bij Goraeonto, Rijk en Spoorweg-
Maasohapplj 24
Ongehuwden, welke geen vergoeding en
geen loon ontvangen 138
Totsul
233
De militaire geaec»knndijje dienst.
Er worden in den laatsten tijd, schrijft
het „Hbld.", niet het minst natuurlek ten
gevolge van de ondervinding door gemobi-
liseerden bij verpleging door den militai
ren geneeskundigen dienst opgedaan, Rrjc-
zonderheden openbaar over de wijzer waarop
dozo dienst werkt. En wat daarbij bekend
wordt is niet ten gunste van dien dierst.
Verouderde toestanden, verouderd mate
rieel, onvoldoende voorbereiding dat is
zoowat het algemeen oordeel. Dat er wel
heft een en ander ontbrak wij wisten het;
wjj wezön er o.a. op bjj het publiceeren
van do oproeping om geld voor een ambu-
lanoetreiu, die, naar onze meening, niet door
particulieren aan het Rijk had moeten wor
den aangeboden.
Het 13 zeker niet te veel geëischt, wan
neer men vraagt, dat de mfiioecen voor
ons gemobiliseerde leger uitgegeven, ook
ten goede komon aan do inrichting van onzen
militairen geneeskundigen dienst. Hoeveel
daaraan ontbreekt, bleek uit do m&dedee-
lingen, die wjj het tvoord is nog altijd aan
het „HWd." daaromtrent onlangs in een
gesprek met een deskundige ontvingen.
De militair-geneeskuniige verzorging en
verpleging, zoo vernamen wij, i3 ten eenen-
male onvoldoende. Er is een krach ig'leider'
noodig, van groot organisatorisch vermogen,
die niet terugdeinst voor de noodzoke.ijke
kosten, waar het geldt maatregelen te ne
men, die den Nederlandse hen soldaat in
oorlogstijd verzekeren van een uitnemende
verpleging en verzorging door bekwame ge-
neesheeren, geschoold persoieel en vervoer
middelen, die aan hooge eisc-hen voldoen'.
Brj onzen zegsman die in het door hem
genoemde desideratum teven3 te kennen
ga f, wat er ontbreektwa3 ernstig de
vraag gerezen, of het niet tijd wordt een
frisschen wind te laten waaien door de bu
reaux van den Militairen Geneeskundigen
Dienst, om er to breken met jarenlange
traditie en sleur.
Ik acht het, zoo vervolgde hij, on
verantwoordelijk, dat de hcoge militaire
autoriteiten geen maatregelen nemen om
een of meer fiinke officieren van gezond
heid, met organiseerend vermogen, in staat
te stellen een studiereis te maken naar de
oorlogvoerende landen, om daar de zoo
hoog noodige ervaring op te doen, die bijna
allen tegenwoordigen titularissen ontbreekt.
Bij manoeuvres zijn immers ook wel atta
chés van buitonlanasche mogendheden aan
wezig.
Zijn meening nader toelichtend, deed
onze zegsman uitkomen, dat op één actief
officier van gezondheid er tien reserve-offi
cieren zijn, die niet ééns hun oorlogsbe-
stemming kenden, zoodat zij zich daarvoor
ook niet konden bekwamen. En de actieve
officieren van gezondheid? Hun bezo'diging
is te laag, zoodat zij wel genoodzaakt zijn
er hun eigen praktijk bij waar te nemen.
Zij werken in de militaire hospitalen boven
dien onder den depiimeerenden invloed van
de vele gevallen van simulatie en aggrava
tie. In die hospitalen ontbreekt eea juiste
afscheiding tusschen klinische on pod-kli-
nische patiënten. Er heerscht geen aange
name stemming; de omgeving i3 er weinig
opwekkend. Er is ook nooit eenig contact
tusschen troepenofficier en zieke militairen.
Dan het materieel! In het rijksmagazijn
voor geneesmiddelen en instrumenten had
men in 1913, dus vóór de mobilisatie, de
beschikking over f 100,009, als opbrengst
van keuringen, verricht ten behoeve van
het Indische leger. Er werd toen in over
weging gegeven er aekec-auto's en rijwiel-
brancards voor aan te schaffen. Men is er
niet op ingegaan.- Alen heeft voor dat geld
de tasschen der hospitaalsoldaten verbe
terd.
De tegenwoordige ziekenwagens zijn to
taal onbruikbaar. Er is géén enkele mili
taire hospitaalauto, geen enkele rijwiel-
brancard.
Men wil nu een ambulance-trein aan do
regeering gaan aanbieden. Laat men toch
voor alles ambulance-auto's aanschaffen in
grooteu getale.
Waarom, ik herhaal het^ zendt men geen
officieren van gezondheid uit naar de oor
logvoerende landen, zoo besloot onze zegs
man. Er zijn er, die het zeer gaarne zouden
willen. En ze zijn best door burgerdokters
tevervangen. Maar do hoofdzaak is, naar
mijn overtuiging, dat er een organisator van
den militairen geneeskundigen dienst komt,
een krachtfiguur, een buitenstaander liefst,
die desnoods den heelen boel omvergooit
Dat is do meening in kringen, die het weten
kunnen. Zoo oordeelen menschen, die het
goed meenen met ons leger.
Malaise fa het Blocaendorp.
Zeker wel het moest van allo zal de ge
meente Aalsmeer getroffen zijn door het
invoerverbod van luxe-arlikelen ia Duitseh-
land. Immers, deze plaats drijft bijna uit
sluitend op de bloemetjes, welke ook onder
"de luxe-artikelen zijngerangschikt.
Gelukkig is het seizoen van de bekende
Aalsmeecsche seringen grootendeels voorbij.
Doch hoewel deze bloem de hoofdcultuur
uitmaakt, is ook de rozenkweekerij van zeer
groote beteekenis. En daarvan heeft de oogst
nog maar even een aanvang genomen.
Verzending naar Rus and was den laatsten
tijd volkomen uitgesloten, terwijl ook de
handel op Engeland te veel vertraging on
dervond, om mot goed succes te worden
gedreven. De bloemen exporteurs waren dus
aangewezen op Duitschlaad en Oostenrijk,
waar hun producten tot nu toe buiten ver
wachting gereeden aftrek vonden, zoodat
naar omstandigheden beste prijzen werden
gemaakt.
Het behoeft dus niet gezegd, dat het slui
ten van de Duitsche grens een algemeene
neerslachtigheid in do gemeente heeft ge
bracht. Natuurlijk was op do veilingen do
invloed heden reeds duidelijk merkbaar. Ver
wacht wordt-, dat Oostenrijk wel spoedig
het voorbeeld van Duitschland volgen zal.
Waar moet Aalsmeer dan met ai haar
bloemetjes heen?
Reeds zijn door exporteurs en kweekers
vergaderingen belegd, ora gezamenlijk te
trachten de schade zooveel mogelijk te be
perken en zoo mogelijk weder" geregelden
uitvoer te bewerkstelligen, („Tel.")
Terr®er ran goederen tiaar
Daitschlasd.
De invoer vah de na te noemen artikelen
over do grenzen van het Duitsche rijk is
verboden: sierplanten en bloemen, manda
rijnen, rozijnen, ananas, gember, vanille,
kaviaar, kreeften- en krabben, siervedoren,
vogelhuiden en deelen daarvan, likeur,
champagne, suikerwerk, albast en marmer
en daaruit vervaardigde voorwerpen, reuk
en schoonheidsmiddelen, zijden artikelen,
katoenen, tule, kleederen, modewaren, an
dere genaaide voorwerpen geheel of ge
deeltelijk van zijde gemaakt, dergelijke uit
an der o goederen dan zijde gesponnen, wan
neer zij uit kanten of borduursels bestaan,
kunstbloemen en deelen daarvan, schoenen
uit gesponnen goed, geheel of gedeeltelijk
van zijde, monechenhaar en daarvan ver-
vaardige artikelen, waaiers, hoeden, mutsen,
hoeden vormen uit vilt, handschoenen, ge
heel of gede-aitelijk van Jeder, pelterijen,
opgezette dieren en dee'en daarvan, buiten-
landsche post- en weldadigheidszegels, schil
derijen, edelgesteenten, beelden, vervaar
digd uit alle soorten steen, luxe-voorwerpen
van steen, goud- cn zTverwaarden, fijne
ijzerwaren en kunstsmeedwerk, stalen schrijf
pennen, voorwerpen uit onedelo -metalen,
machinerieën, werktuigen on deelen daar
van, woofstoelen, muziekinstrumenten, kin
derspeelgoed.
De douanen zijn bevoegd afwijking vajn heb
gestelde verbod toe te laten ten opzichte
van artikelen, dio tot veredeling, verbetering
of als terugzending zijn to beschouwon.
Als de waarde der in te voeren zending;
50 mark niet to boven gaat, zijn do Haupt-
zollamter resp. do <Ioor deze aan te wijzen
Zollamter, al3 de waarde der sending 500
mark niet te boven gaat, zga d9 Zolldirec-
tionahehörden gemachtigd, ia gevallen,
waarin geen twijfel mogelijk is. uitzonderin
gen op de jnvoerverbodsbspalingen toe te
laten.
Deizo bekendmaking treedt dadelijk in wer
king. De Hauptaollamter zjjn gemachtigd
den invoer van bovenstaande artikelen toe
te stta-n, indien het bewijs geleverd wordt,
dab de goederen, bij het in werking treden
dezer bekendmaking reeds betaald waren.-
tit het Eiigelsch van Miss Y0XGE.
(Nadruk Varboden).
05)
2et messt grieldo liet VioïcUe, dat zij
jeoiiora, die nog pas half hersteld was,
csst verlaten; doch Arthu'- scheen er oen
f-;ere voldoening in to vinden, om de vor-
Mingen zijns vaders, dab hfj toch wat meer
Voor zijn vrouw mocht dragen, te bs-
- '.oorden, door nu haar gezondheid tot
"'■nveiidsel tu nemen om do familie van
*:ir hulp te berooven, on hjj bepauldo, zon-
A eenigen sont to gevoelen, den dag van
P vertrefc.
HOOFDSTEK V.
plukte Arthur ccliter niet, Lndy
'viheth to ontlcopen. Don dag na do be-
J*8 kwam zij movrouw Martiiïdalo oen
i Ach brengen. Zij zag er peinzend uit,
"Oil Lord Martindalo met haar sprak, en
aii® Vi°lo«o o£ zij een toertje mot haar.
pör-rijden,
f-oodra zij in het rijtuig zaten, begon zjj:
,'C° violette, kunt gjj of Arthur mjj
fAVuiehl van dien I.Ir. Gardner geven?''
Üvk'.m persoonlijk slechts weinig,"
- oordde iolotte, want zij was zoozeer
iet v 31' .cc''i<?enoot bevriend, dat zij het
e"m zic!' verkregen kon iets kwaad vam
s j, ^ggen; „maar weet gij zeker, dat
QC?z®Ifden persoon bedoelen?"
.,a> zeker. Heeft Arthur u niet ver
teld, dat hij hem op Gothlands ontmoet
hoeft?"
„Noen, ik heb hier ook weinig gelegen
heid gehad met Arthur te spreken, ou die
brand heeft ons bjjna all03 doon vergoten."
„Dat is natuurlijk. Maar ik zal u zeggen,
Arthur kwam met Mr. Iierries aldaar dinec-
ron, en hy sprak Mr. Gardner als ©en oud
vriend aan; dus moet krj wel dezelfde zijn;
en nu ben ik bijzonder verlaagend iets na
ders van hem te vernemen. Ik zal u zeg
gen waarom. Ik weet, dat gij het niet
vertellen zult, ofschoon het u stellig zoer
verwonderen zal na al .haar betuigingen."
„0, Lady Elizabeth, dat kan immers niet
waar zijn!"
„Ja, mijn kind, :k heb dikwijis gedacht,
dat het zoo gaan zou. Maar wat scheelt
u, mijn lieve?" zeide zij, haar ontsteltenis
opmerkende, waardoor ock haar onrust werd
opgewekt.
„Ach, 'laat dat huwelijk toch niet teel"
was al wat Violette kon uitbrengen.
„Zeg mij dan wat hrj voor een mensch
is. Wat weet gy Aran hem? Ik heb wel
gehoord, dat hij vroeger wat loszinnig was,
maar
Violette haalde diep adem, en poogdo
toen niet bedaardheid te spreken. „Hij io
can gevaarlijk mensch; hij speelt, houdt wed
dingschappen, maakt schulden; hij, is in één
woord iemand, dien Arthur zelfs niet met
mij of do kinderen in aanraking wil brengen.
Hoe durft hij aan Emma denken?"
„Maar hij is dan toch wel dezolfde?"
Sprak Lady Elizabeth zeer verontrust, en
nog hopende, dat het oen misverstand zou
zijn. „Dien ik meen, is do neef van Lady
Fotheringkam."
„Ja, dat is hrj," zeide Violette treurig.
„Zij hebben slechts één neef, die Mark heet
Gij herinnort u misschien nog we!, hoe men
over hem on mevrouw Finch gesproken
heeft?"
Lady Elizabeth gaf "over hei algemeen
zoo weinig acht op de praatjes van don dagf
dat die gsheelo historie haar reeds ontgaan
was, daar zy niet op den naam van Gardner
had gelet. „Arthur zal ons het rechte we!
kunnen vertellen," sprak zij, „maar dat kan
ik u verzekeren, dat iedereen tot den
predikant toe volkomen overtuigd schijnt
to zijn van zijn verbetering. Ik zeg daarom
niet, dat ik or vrede mede kan hebben,
dat Emma verbonden vzX worden met een
man, die zich' niet goed gedragon heeft;
integendeel, hetgeen zij van hem zeide,
maakte mij feeks bezorgd genoeg voor het
arme lieve kind, maar wanneer do predi
kant oi Theresa Marstone over hem spre
ken, is het altijd vol bewondering over zjjn
diep en innig berouw."
„Hoe kan hjj zoo goddeloos zijn!" rïojs
yioletto uit.
„Houdb gü het er dan stellig voer, dat
hij niet oprecht is?"
„Welzeker. Ik zou ongaarne iemand"
liefdeloos willen veroordeeleu, maar het is
al te stuitend hem ran deugd en gods
vrucht te hooren spreken. Indien hjj zich
inderdaad bekeerd had, zou hij inzien, hoe
slecht het van hem is, Emma ten huwelijk
to vragen."
„Hij toont ook groote nederigheid en zegt,
dat niemand meer van zijn onwaardigheid
bewust kan zijn dan hijzelf, maar dat kg
onwillekeurig zijn gevoel verraden heeft
daar do reinheid on hartelijke toewijding
van Emma; zooals Theresa mij schrijft,
de machtigste drijfveren ,tot zijn bekeering
geweest zijn. Indien Emma slechts geen for
tuin bezat; zou men zoo iets beter durven
vertrouwen! Ach, Violette, ik heb nimmer
zoozeer als tegenwoordig het verlies van
haar broeder betreurd."
„Maar Emma zal hom toch zeker niet be
minnen?"
„Het spijt mij, Jat Ik hei zeggen moei,
maar zij en haar vriendin zijn thans wede;
in een dier overdreven buien van geestver
voering, dat zij dwepen met iemand, die
aan hun ideaal van een boeteling beant
woordt, oen zondaar in eigen oogen, die het
slechts betreurt, dat ons kerkgenootschap
tot die boetedoeningen geen gelegenheid
aanbiedt."
„En opent die plotselinge Verandering
haar oogen niet?"
„Och neen. Mijn goede Emma aarzelt nog
slechte om hem het jawoord te geven, wjü
zjj hst denkbeeld niet verdragon kan ran
onstandvastig te zijn, en k ?t werk, waaraan
zij haar leven gewjjd had, op te geven.;
maar zij zegt tevens, dat zjj beschaamd is,
omdat die opoffering haar zooveel kost, cn
voegt er by, dat, wat ook haar besluit niogo
zjjn, hij haar zijn medewerking beloofd heeft
tot de herstelling der Abdij."
„Dio arme Emma! Hij heeft zooveel
schuld, dat hj) zekerlijk wel twee derden
van het geld, daarvoor bestemd, noodig zal
hebben om ze af to lossen. Eu wat zegt
Miss Marstone van do zaak?"
„Dat hij zoo plotseling van een boete
ling in een minnaar veranderd is, schijnt
haar eerst zeer verwonderd ea teleurgesteld
te hebben; maar als z^j zich verbeoldt, dat
hjj haar leiding volgt of hoop geeft om
haar in plaats van de arme Emma de abdij,
te laten besturen, zal zjj, we! zjjn voorspraak
zjjn. Neen, op het gezond verstand van The
resa Marston o durf ik bet alleen niet laten
aankomen."
„En wat zegt de overige familie?"
„Theress waant zich te zeer boveu hen
verheven dan dat zij zich aan hun oordeel
bokraunen zou. Mr. Kandall schijnt geducht
met de zaak verlegen, en heeft mij ver
zocht over te komen; ik zou dau ook van
morgen reeds gegaan zjjn, doch ik wilde
eerst aan Arthur on u vragen wat gijlieden
van Mr. Gardner week"
„Och, dat is genoeg bekend. Hjj: is van
da academie weggejaagd en heeft zich sedert
dien tjjd zeer slecht gedragen en zijn moe
der het grootste verdriet aangedaan! Die
anno Emma! Moet zij zulk een man krjjgeiv
'zjj, die voor allo heeren zoo bang was!"
„Ik vrees, dat zjj zeer met zichzelve te
kampen heeft gehad. Hij heeft een aange
naam voorkomen, nietwaar?' i
„O ja."
„Maar weet gij niets van zjjn later g>
drag, hetwelk zou kunnen strekken om Emma
te overtuigen, dat zijn berouw slechts ge
veinsd is? Want gij begrijpt, dat zij zondes
bewijzen, dit niet gelooven zal."
Violette kreeg een hoogroodo kleur.
„Arthur zou dat wel kunnen," zeide zjj met
Oer. gesmoords stem; en daar Lady Elizabeth:
op haar verder antwoord scheen te wach
ten, was zjj verplicht er hij te voogan: „Hij
speelao bij de laatste wedrennen nog de
zelfde rol als vroeger, en "ik weet, dat
hij zich nog dagelijks met zaken bszig houdt;
over welke iemand, die inderdaad van j>lan
was zich te verbeteren, zich zou schamen.
Arthur zou er u de bewijzen van kunnen
geven."
Zij kon het niet van zich verkrjjgen om
duidelijker te spreken. Ben innerlijke- stem
zei haar, dat Mr. Gardner de kwade geest
van haar echtgenoot was, dat hjj, hem ver
leidde en haar van zjjn liefde beroofd®.