Nederland en de Oorlog,
Uit de Omstreken.
Vragen en Antwoorden.
Willem Hofdijk.
Men schrijft uit Alknutóf aan het „Hbld.":
.Voor de leden van het genootschap „So
lus nemo satis sapit", heeft de heer J. A.
.Verkuyl, leeraar in de Ned. taal en letter
kunde aan de Cadettenschool alhier, er
Maandagavond aan herinnerd, dat het de-
zeh zomer een eeuw geleden zal ajn, dat
do dichter der „Kennemer balladen", Wil
lem Hofdijk, het levenslicht aanschouwde.
Op onderhoudende wjjze met verschillende
aanhalingen uit de werken van den dichter,
heeft de lieer Verkuyl zijn gehoor weten te
boeien en de figuur van Hofdijk in de lijst
van zijn tijd doen herleven.
Onder de aanwezige gasten bevond zich
de heer G. Th. M. van den Bosch, lid van
den Aikmaarsehen gemeenteraad, die aan
spr. vroeg hoe hij dacht over een horstbeeld
van Hofdijk in het Kennemerpark nis hulde
aan de nagedachtenis van den dichter, die
te Alkmaar geboren werd, gewerkt en ge
leefd heeft. Waar voor mevrouw Bosboom-
Toussaint een dergelijk beeld is geplaatst
in den Hout, meende spr., dat een hulde pan
Hofdjjk, zeker evengoed op zijn plaats zou
lijn.
De heer Verkuyl wilde Hofdijk niet ge
lijk stellen met mevrouw BosboomTous-
saint maar zeide, als het initiatief voor een
Hofdükhulde genomen zon worden, dat hij
zich zeker daaraan niet zou onttrekken.
Journalistiek.
Tot- hoofdredacteur van het „Amers-
foortsch Dagblad" (vrijzinnig orgaan) is be
noemd de heer F. A. Ebbinge Wnbben, te
's-Gravenhage.
KATWIJK AAN DEN BIJN.
Het waarsphu-Tingstoestel in de
Groot© Steeg heeft sedert eenigeir. tijd een
verandering ondergaan was er in den be
ginne rood glas voor geplaatst, zorxta-t in
Toodo letters het woord „Stop" te voor
schijn trad bij aankomst van een Tram,
thans ia een ruit van gewoon glas aange
bracht, zoodat de boogla.mpjee, die het
„Stop" vormen, thans hun licht over de
straat verspreiden, zoodat deze geheel
verlicht wordt wat nog beter de aandacht
trekt en waardoor dus het gein meer in
het oog valt.
lisse. !?l;S]il!E!
Gemeenteraad.
Voorzitter: de burgemeester. 1 1 i
Afwezig: de heeren Lefeber en Van Zan
ten.
Was ingekomen een request van de Ver-
eeniging van Kijnsteenfabrikanten, houden
de het verzoek om de Bouwverordening de
zer gemeente zoodanig te wijzigen, dat het
gebruik van Brjnsteen wordt toegelaten. Op
advies van den gemeente-opzichter wordt op
dit verzoek afwijzend beschikt.
Voorts een verzoek van de Vereeniging
van Losse werklieden, onderafdeeling van
de afdeeling Lisse van den Ned. R.-K. Volks
bond, om do oprichting van een arbeids
beurs. Eesioten werd adressante te berich
ten, dat men tot het nemen van maatrege
len in deze wil wachten! tot er werkelijk
werkloosheid heerscht.
Van de B.-K. Vereeniging van Bouwvak
arbeiders „St.-Joseph", was een verzoek in
gekomen, om het daarheen te willen leiden,
dat de patroons, die werken uitvoeren voor
de gemeente, aan de volwassen arbeiders
een "minimum-loon moeten uitkeeren van 27
cents per uur.
Besloten werd op het verzoek afwijzend
te beschikken, maar haar te berichten, dat
jnen wel genegen is, bij eventueele aanbe
stedingen een minimum-loonstandaard vast te
Btellen.
Vpn het Ziekenfonds1 te Lisse was een
verzoek ingekomen, "om een zoodanige sub
sidie van de gemeente te mogen ontvangen,
dat het dit fonds in afzienb3ren tijd moge
lijk is, het tekort van f 2151.01'/j, wat reeds
jaren bestaat, te kunnen dekken. Doordat de
de overgelegde rekening over het dienstjaar
1914 niet duidelijk was, omtrent een bedrag
van ruim f 1000, wat belegd was bij de
Lissesche Bank, terwijl men spreekt van een
tekort van-ruim f2000, werd Cesloteiv óm
Het verzoek aan te houden totdat hierom
trent een nadere verklaring zai zrpi ge
geven.
Daarna werd op verzoek van de woning-
vere.eniging „Volksbelang" beslolen, om de
straat, loopende vanaf den Heerenweg naar
den Zuidhoek, te noemen Juliana-straat, en de
straat, loQpende vanaf de Nieuwstraat tot
de te verlengen "Wagenstraat, de Wilhel-
minastraat.
Van den gemeente-opzichter was een ver
zoek^ ingekomen, om in zijn vrjjen tijd werk
te mogen verrichten voor particulieren. Op
voorstel van den heer Warmerdam werd be
sloten, om voor buitengewoon door hem1
verrichte diensten, over 1915, een gratifi
catie toe te staan van f100, en hem voorts
de vergunning te verleenen om in zijn vrijen
tijd voor andere gemeenten werk te ver
richten, doch niet voor particulieren.
Daarna werd op voorstel van den heer
PijDacker besloten, om het salaris van den
tijdelijk aangestelden havenmeester, J. R:eu-
tvijk, te verhoogen, met f50 per jaar, in
gaande 1 Januari 1916.
Hierna wordt op verzoek van den heer
Warmerdam nogmaals door den Voorzitter
toegezegd, dat in het vervolg-de titels van
de ingekomen stukken met het praeadvies
van B. en W. op de convocation vermeld
zullen worden.
Hierna komt nogmaals. in stemming het
voorstel om het salaris van den gasdirec-
tenr te verhoogen met f200 per jaar, in
gaande 1 Januari 1916, over welk voorstel
in de vorige vergadering de stemmen staak
ten. De heer Van Parijs zegt, wel voor
een verhooging te 2yn van f 100, maar
niet van f200. Graaf Van Lijnden kan zich
niet vereenigen niet de manier van han
delen, namelijk om hij de sollicitatie het
salaris vast te stellen, en nu, nadat een
functionaris slechts een jaar in dienst is,
dit te verhoogen. Het voorstel wordt daarna
in stemming gebracht en met 6 tegen 2
stemmen en 1 bianco, aangenomen. Tegen
Stemd6n de heeren Van Lijnden en
Van Parijs, en buiten stemming bleef de
heer Tromp.
Daarna werd besloten, en zulks op advies
van den gasdirecteur, tot den inbouw van
een nieuwen 7-retorts-oven fn de Gasfabriek,
benevens nog eenige andere werken, waar
van de totaalkosten werden geraamdop
f3500.
Vervolgens werd besloten om over to
gaan tot het aanschaffen van 110 stuks
apparaten voor het doen vervallen van de
dagvlamir.en van de straatlantaarn, indien
ten minste de gasdirecteur de zekerheid'
kan geven, dat deze apparaten alleszins aan
de gestelde eischen zullen voldoen. Kan
deze zekerheid niet worden gegeven, dan
zullen 15 exemplaren worden aangeschaft
bijwijze van proef. Een en ander werd over
gelaten aan de beslissing van E. en W. De
kosten van aanschaffing bedragen voor 110
stuks f 825, terwijl het stellen daarvan f 175
zal moeten kasten. Door het aanbrengen van
deze apparaten zal een besparing aan on
betaalde dagvlammen worden verkregen van
'f310 per jaar.
Bij de rondvraag vraagt de heer Pijnacker
hoe het staat met den gewijzigden legger
van wegen en voetpaden. De Voorzitter
zegt, dat deze eerlang in behandeling zal
komen, maar er is nog een kwestie over de
Molenstraat en de heeren Gebr. Moolenaar.
Deze willen de trottoirs niet geheel bestra
ten, waartoe zij echter volgens het des
betreffende contract verplicht zijn. Nadat
bedoeld contract nogmaals is gelezen, wordt
aan B. en'W. opgedragen, deze kwestie te
beëindigen.
De beer Krösschel vraagt beter politie
toezicht in en om het buurtschap „De En
gel." De Voorzitter belooft dit door invoe
ring van contróleboekjes.
De heer Langeveld verzoekt een bepa
ling in de poiitie-verord., waarbij verbo
den zal worden, dat in den z.g. bloe
men t ij d op de Zondagen met bloe
men zal worden g event op Je open
bare 'straat, en vervolgens dat voor het ver-
Koopen van bloemen oJ> andere dagen, een
schriftelijke vergunning zal moeten verkre
gen worden van den Burgemeester, terwijl
dan deze vergunningen alleen zullen worden
verstrekt aan personen boven een zekeren
leeftijd. De Voorzitter zei, dit m overweging
to zuilen nemen.
Hierna wordt de openbare vergadering ge
sloten, en gaat men over tot een zitting
met gesloten deuren, ter behandeling van de
reclames inzake den Hoofdeljjken Omslag, en
eenige dito's inzake de Hondenbelasting.
SCHAAKRUBRIEK van hot SCHAAKGEZELSCHAP
„P. A LE M E D E S",
Opgericht 1846,
Speelavond i lederen Maandag
In de Bovenzaal van Café „Central", Broostraat,
Aanvangt s uren,
KedactieT E, BIICP.ilAS:; en E, J, V. a, OIOGKT,
Ui Probleem No. 94. (K. ERLIN). .j
(S]f Zwart. (6). 'j -j
abcdefgh
.Wit. (9) 1 i
.Wit: K.d 1, D.c7, P.d4, L.ol en g6
p. c 4, d 6, f 2 en g 5.
Zwart: K. e 5, T.a6, P.h2, L.a7, p. e 6
en e7.
Wit speelt en geeft in 2 Zetten mat. 1
Oplossing Probleem No. 92: P. cl, enZ,
Goede oplossingen ontvangen van de hee
ren: C. P. de Blauw, H. J. Bouwman, L. R,
de Hoog, B. S. van Kloeten Sr., W. N„ J.
W. Schiiss, J. C. Sjardjjn, J. E. Stolte, L.
M. Valkenburgb, J. C. de W„ en W. J. Woes-
tonburg, allen te Leiden; H. J. Broekveldt, te
Oegstgeest; A. Baljeu, en G. Vooys Gzn., te
Katwijk a. d. Rijn; J. J. Vooys, te Halfweg;
J. van Os, te Voorschoten, en P. G. v. d.
Tang, te 'Ondewetering.
Oplossingen worden ingewacht tot uiter
lijk Dinsdag 29 Februari a.s. 's namiddags
5 uren, aan het Bureel van dit Blad.
Het Interview met Minister Staal.
Be „Voss. Ztg»" van Dinsdag 15 dezer
schrijft
„In het Ochtendblad van 9 Februari pu
bliceerde do „Yossischo Zeitung" een in
terview van haar correspondent te
Amsterdam met den vroegeren
Nederlandschen minister van oorlog Staal.
Dit gesprek liep in hoofdzaak over de ge
volgen, die de verscherping der blokkades
waarmede Engeland had gedreigd, voor
Nederland zou hebben. Minister Staal stel-
do zich hierbij op het standpunt, dat Ne
derland verplicht is, zijn neutraliteit te
handhaven, wat er ook van Engefscho zijde
mocht worden gedaan. Nederland zou zich
echter, zoo ongeveer liet zich minister
Staal uit, sterk genoeg voelen, om alleen
iedere poging om Nederlanu met geweld
in den oorlog te betrekken, af te weren.
Ofschoon de antwoorden van generaal
.Staal een lofzang op de neutraliteit gele
ken, hebben zij in de Engelsche pers groot
misnoegen verwekt. Ook de Nedterlandsche
pers was volstrekt niet algemeen ermede
ingenomen. Vooral maakten eenige bladen
aanmerking op een uiting van den generaal
clie in dien zin uitgelegd kan worden, dat
de een of andere militaire attaché, toen
minister Staal nog de portefeuille van oor
log had, getracht zou hebben, invloed te
oefenen op de politieke houding van Ne
derland.
Minister Staal zegt nu in een verklaring
in „Het Vaderland", dat de wijze, waarop
sommige gedeelten van het interview zijn
weergegeven, zijn bedoelingen niet juist
weergaven, en dat geen Engelsche militaire
attaché zibh ooit met een Verzoek om par
ticuliere inlichtingen tot hom heeft gericht.
TTij ontkent ook, iete gezegd te hebben,
waaruit dit op te maken viel.
In het lange gesprek, dat onze medewer
ker met den vroegeren Nederlandschen
minister heeft gehad, kan wel het eon of
andere misverstand zijn voorgekomen. Maar
in ieder geval was het voor iedereen, die
heb bericht zonder vooringenomenheid heeft
gelezen, duidelijk, dat de vermelding van
den Engelschen miittairen attaché slechts
voorkwam uit he patriottisch gevoel van
een goed Nederlander, die de behoefte ge
voelde, met nadruk te verzekeren, dat zijn
vaderland altijd; een politiek heeft gevolgd,
uie het in zijn eigen belang do juiste achtte,
en dat het zich door geen andere mogencb
-hedu laat voorschrijven, wat het te doen
staat.-'
Een Onzijdig Gebied.
Een correspondent aan de Oostgrens
schrijft:
t Is zonder twijfel aan weinigen in den
lande bekend, dat er aan de oostgrens van
Overijsel een „onzijdig gebied" ligt, zonder
opperhooft en zonder bewoners; Heb is een
weg, beginnende ziiidoo^teldjk van Dorp
Denckamp, loopende in zuidelijke richting
op de grens van Overijsel en Hannover.
Deze weg is circa 15 meter breed en een
uur gaans lang. Aan de eene zijdo van
dezen „vrijdijk", zooals hij algemeen door
buren en overburen wordt genoemd, staan
do Nedcrlandsche, aan 'de andere zijde do
Duitsche grenssteenen en op afstanden van
500 meter verheffen zich midden op dien
weg groote steenen, aan den eenen kant
met het opschrift „Nederland'', aan den
anderen kant met den naam „Dèutsqhland".
Deze weg was en is nog steeds een vrij
plaats voor een ieder; geen politie, kom
miezen of gendarmen kunnen daar d'en
smokkelaar of den wilddief bekeuren; ze
staan er machteloos tegenover wie ook.
Sinds de oorlog woedt-, onmoetten d'aar
bijna dagelijks Nederlandkche en Duitsche
grensbewakers elkander en gingen er heel
vriendschappelijk met elkaar om, tot voor
eenige weken daarin plotseling verande
ring kwam; Wat dan was het geval? „Ein
dommer jongen", vertelde ons een bekend
Hannoveraan uit die buurt en hij be
doelde een landweersoldaat, die voor 't
eerst kwam kijken hield op den „vrij
dijk" een „in burger" gekleed heer aan,
omdat hij meende, dat dio heer zich op
Duitsch grondgebied bevond. Spoedig werd
hem coht-er duidelijk gemaakt, dat hij te
doen had met een Nederlandschen grens
wachtcommandant „in politiek". Deze rap
porteerde nu op zijn beurt zijn aanhouding,
door den Duitechen grensbewaker aan do
militaire overheid aan gene zijde der grens
met het gevolg, dat de Duitsche grenswacht
steeds minstens 100 meter van do „neutra
le zönc" moet verwijderd blijven.
Vraag: Vaaneer een aandeel 'of obli
gatie verbrandt, heeft dan de rechtmatige
eigenaar recht op een nieuw aandeel of
obligatie?
Antwoord: U leunt dit aan de Maat
schappij vragen en het antwoord zal afhan
gen van hetgeen daarover in de statuten
staat. Is het geoorloofd, dan moet daaraan
een oproep voorafgaan. Iets anders is het,
wanneer het een aandeel op naam béfreft,
dan is het bewijs gemakkelijker te leveren
en afgifte van een nieuw aandeel waar
schijnlijker.
Vraag: a. Vanneer gaat lichting 1907
(militie) vermoedelijk met klein verlof?
b. Kunnen zij, die in het buitenland woon
achtig waren, en na den oproep zich onmid
dellijk naar Holland begaven, terstond bui-
tenlandseh verlof krjjgen? (onbepaald ver
lof).
c. Zou aan diegenen vrij vervoer worden
toegestaan?
Antwoord: a. Vermoedelijk 1 April a.s.
b. Verlof naar het buitenland moet ge
vraagd worden aan den Minister van Oorlog;
als dit dringend noodig is, anders krijgt
men geen verlof.
c. Neen.
Vraag: Kunt u mij ook zeggen of er een
iwoord in de Nederlandsche taal hestaatj
dat op het woordje twaalf rijmt?
Antwoord: Zit n aan een groot ge
dicht? Hoewel we geen cursus in de dicht
kunst kunnen geven, mede om aan het ge
vaar te ontkomen, dat wij niet lastig zullen
worden gevallen met allerlei ballade's
Ode's, zouden wo u toch gaarne «.ai61
helpen, want het moet voor dichters
kwelling zijn, niet op het rijmwoord te 1-
men. Die dubbele aa-zit ons echter leert
in den-weg. Zou u met eenige dichterlh?
vrijheid het niet eens met „half w,»
Of „zalf" kunnen pdbeeren. a,p
'Men liet laatst in een ode op een ta
roemden dansleeraar, zelfs „dame" 7"
„blaam" rijmen; :ons dunkt, dan' J
dit ook wel. b at
Vraag: Twee maanden geleden heb \v
een request bü den Minister van Finance
ingediend. Moet ik, nu cr een nieuwe Mi.
nister is benoemd, wéderom een niem*
request indiene^
An two o rdr* Dat is niet noodig. d0
saken gaan aan bet Ministerie haar ge
wonen gang. 5
Vraag: Ik heb op mijn voorkamer onf.
dekt, dat alle meubelen vol zitten
kleine witte beestjes, het gelijken houtbeesb
jes. Waar kan dat van komén en wat jj
er aan te doen? Ik heb alles al met petro
leum besmeerd en niets heeft het geholpen.
Kan^ het soms door nieuwe stoelen komen'
diei ik sedert Augustus heb?
Antwoord: Vrij zeker. Het is de z.g,
crinluis, die in het vulsel der stoelen zit!
Zij gedijen het best in een vochtige atmos
feer. Petroleum geeft niet In de kamer goed
stoken en als het voorjaarszonnetje komt, de
meubelen eens in de zon zetten. Daar kun
nen de beestjes niet tegen. Kwaad doen ze
trouwens niet
Vraag: Laatst beweerde mij iemand
door do hoofdhuid met electrici-teit te be
handelen, haaruitval te doen ophouden
den haargroei weer geheel normaal te doen
"worden. Daar ik aan haaruitval Igd, maar
<de behandeling ifog al duur is, zou "it
gaarne uw meening hierover vernemen?
Antwoord: We achten ons niet be
voegd, daarover een oordeel uit te spreken.
Wij zouden u raden vooral een dokter, spe
ciaal voor haar- en huidziekten, te raad
plegen.
Vraag: Weet ;ook een middel om
schroefgaten in gebrjtst eikenhout onzicht
baar te maken.
Antwoord: Met stopverf vullen en
daarna bijwerken. Geheel onzichtbaar zal u
ze wel niet krijgen.
Vraag: Ik ben militair; mijn vrouw
krijgt f 1.per dag vergoeding. Hoe hoog
word ik aangeslagen in de personeele be
lasting? Er gaat nog f150 huishuur af.
Ziju rijwielen vrij?
Antwoord: De personeele belasting
houdt geen -rekening met uw inkomen, wel
met de huurwaarde. Als deze f150 is, dan
is uw aanslag van f 1.07niet teveel. Rijwielen
zijn niet vrij.
Vraag: 1. Hoeveel salaris geniet een
vrijwillig sergeant-schrijver? 2. Hoelang
moet hjj sergeant geweest zrjn om te kun
nen huwen?
Antwoord: 1. Aanvangsalarïs f450.
2. Minstens zes 'jaar.
Vraag: Hoeveel menagegeld ontvangt
men, wanneer men van af 29 Jan. 2.
Februari met verlof gaat? Wij. z\jn iogp--
kwartierd geweest met voeding.
Antwoord: Gedurende de vier eersto
verlofdagen 35 Cts. per dag.
Vraag: Is bij het voorstel-Huurman (op
ruiming "beerputten) aan B. en W. of aan
den Raad geen-memorie van toelichting ge
zonden? Veelal worden dergelijke toelich
tingen in uw blad afgedrukt. Kunt u ook
melden, waarom dit in zulk een belangrijke
zaak niet is gebeurd?
Antwoord: Dit is niet geschied. Hef
voorstel is staande do raadsvergadering in
gediend. De voorsteller had vermoedelijk
plan om het mondeling toe te lichten en
heeft als jong lid misschien wel gedacht,
ijat het onmiddellijk in behandeling had kun
nen komen. Er komt nu een praeadvies op
van B. en W. Dat zullen we, als het uitkomi
in hoofdzaak wel in het „Leidsch Dagblad''
opnemen.
Vraag: Ik heb <3rie ^anderen medege
bracht uit mijn eerste huwelijk en eenige
meubelen. Bij mijn tweeden man heb ik
vier kinderen. Hebben die kinderen ook
recht op mijn meubelen van mijn eersten
man
An t w o o r d Het zijn alle 7 uw eigen
kinderen en bij uw overlijden deelen zij
gelijk op.
„Die arme mevrouw NesbitZij moet dan
iwel verouderd zijn!"
„Dat is zij ook, maar het is mij nog niet
'duidelijk of zij wezenlijk ten goede veran
derd is, of dat zij slechts toegeeft, omdat
zij zoo zwak is geworden. Doch wat een
goed te eken is, zij heeft gaarne, dat neef
Hugo voor haar komt lezen, en dat doet hij
thans tweemaal in de week. Wat zal hij een
cchik hebben in uw kindertjes!"
„O, hij is al een goede kennis van hen",
zeide Violette. „Gij weet immers wel, dat
Lij altijd bij oma komt, als hij te Londen is.
Wat moet dat aangenaam voor u wezen,
dat hij to Brogden staat!"
„Ja, ja, het is hier thans heel anders ge-
etcld dan in die dagen, toen de goede Mr.
Wingfield mij kwam vragen hoe hij de ge
meente moest besturen," zeide Theodora
half lachende, half zuchtende. „Wanneer
hebt gij het laatst van John gehoord?"
„Johnnie heeft op zijn verjaardag sen
brief van hem geheid."
„Wel, Johnnie, dat was een eer voor ul
Kunt gij al schrijven, en hebt gij oom geant
woord
„Mama heeft mij een beetje geholpen,"
antwoordde het jongske.
„Wees nu heel stil, Helena," zeide Violet
te, vreezende dat de verrukking van het
kleine meisje op het zien van den pauw, die
op het hoofd van den Sphyms: zich in de zon
zat te koesteren, alle palen zou te buiten
gaan. Johnnie was even verbaasd over de
bloemen in het park, en met do waarschu
wing: „Wel kijken, maar nergens aanra
ken, hoorliet zij dc. twee kinderen toe
om hand aan hand door de met kiezelzand
bestrooide paden te wandelen.
„Zij kan het niet laten te springen, dat
vroolijke ding!" zeide Theodora, Helena
naziende, „Welk een aardig paar
„Arme HelenaIk zal den heelen tijd,
dien wij hier doorbrengen, steeds in angst
zijn, dat zij de een of andere .reden tot mis
noegen zal. geven," zeide Violette, „al heeft
zij ook nog zulk een goed vqornemen om heel
zoetje zijnmaar ieder kind kan ook niet
wezen zooals Johnnie."
„O, van Johnnie spreekt iedereen met een
soort van eerbied."
„Ik weet waarlijk niet wat ik beginnen
zou, als ik hem niet had," zeide Violette
met een treurig lachje„hij houdt mij al
tijd gezelschap; en ik denk dat hij zoo bijzon
der in verstand zijn leeftijd vooruit schijnt
to wezen, omd?:t hij altijd onder menschen
in."
„Hij komt ook nu al op een leeftijd, dat
zijn vader zich met hem bezig kan houden."
„O, ja, Arthur bemoeit zich ook veel
meer met hem dan met de anderen," gaf
Violette ten antwoord; „maar ongelukkig is
hij een beetje vreesachtig van aard, en bang,
als zijn papa met hem speelt. Wij willen wel
ons best doen, maar wat zal ik u zeggen Ik
geloof inderdaad, dat het aan zijn zenuwge
stel te wijten is, en dat hij het eigenlijk niet
helpen kan."
„Och komEn Arthur is wat ruw en houdt
van plagen."
„Hij begrijpt dat soort verlegenheid niet;
hij is maar bang, dat Johnnie geen ferme
jongen zal wordenmaar ik geloof, dat dit
wol komen zou, indien zijn gezondheid
slechts wat sterker was. Het is heel jam
mer," vervolgde zij, „want het hindert zijn
papa, en die angst doet het kind ook geen
goed, zoodat ik mijzelve altijd geweld moet
aandoen, om op hem te knorren, dat hij zoo
laf is. Eén troost i3 er echter bij, dat zijn
vrees niet den geringsten invloed heeft op
zijn liefde voor zijn vader hij bewondert
hem nog evenzoo, als toen hij een heel klein
kind was."
Zoo pratende waren zij tot aan het bordes
genaderd, waar de doofstomme Charles Lay-
ton, nu een vlugge page, bezig was het rij
tuig te helpen ontpakken, terwijl hij daar
bij met meer beleid te werk ging, dan me
nige knaap, die het gebruik van al zijn zin
tuigen heeft.
Lord Martindale verwelkomde hen met
statige vriendelijkheid en boezemde Helena
zooveel ontzag in, dat-zij zich zeer stil en fat
soenlijk gedroeg, ofschoon ze terzelfder tijd
met een half oog de kolommen van het voor
portaal bekeek, en dacht, dat het wel aardig
zou zijn om daarachter verstoppertje tempe
len. Zij opende echter beide oogen zoo wijd
zij maar kon, toen haar grootmama de trap
afkwam, en zij trachtte zich achter Johnnie,
die de hand zijner tante stijf vasthield, te
verschuilen, om den stijven ku9 te ontgaan.
Het kind wist niet, dat Lady Martindale
even bevreesd was voor de kinderen, als zij
voor haar.
Zoo begon dit bezoek zoo geheel ver
schillend van alle bezoeken, welke Violette
op Martindale had afgelegd. In Theodora's
kamer bracht zij thans het grootste gedeelte
van den morgen door, en daar-leerde John
nie, met bijna te veel lust en ijver voor zijn
jaren, zijn lessen, en werd Helena dagelijks
ten minste eenige oógenblikken door middel
van mevrouw Barbauls versjes in toom ge
houden. Daar waren zij altijd welkom, en zij
kwamen zelden beneden in het salon. John
nie kwam een oogenblik voor het diner be
neden, en gedroeg zich zeer stil en ordente
lijk en weldra scheen er een zekere sympa
thie te ontstaan tueschen hem en zijn groot
vader, want wanneer Lord Martindale hem
in den tuin tegenkwam, nam deze hem bij
do hand on liet hem alles zien, wat tfij meen
de, dat voor zijn vatbaarheid geschikt was,
cn maakte zich zoo bezorgd over do groote
ontwikkeling zijner geestvermogens bij zijn
zwak gestel, dat Violette ternauwernood
met hom durfde praten, uit vrees, een ver
maning te krijgen, dat zij het lrind niet zoo
veel moest laten leeren.
Op zekeren dag vroeg mevrouw Nesbit
eensklaps aan Theodora:" „Arthur's vrouw
en kinderen logeeren hier, nietwaar
„Ja, tante, Violette wilde u een visïto
brengen, doch wij hebben het haar afgera
den, uit vrees, dat het u te veel vermoeien
zou."
„Ik heb ook niets met de dochter van don
heor Moss te makenmaar breng den oud
sten jongen eens hier; dien wil ik wel eci'3
zien."
Theodora ging even op de galerij, waar
Johnnie dikwijls te vinden was bij het emd-
vonstcr in een hoekje zittende, terwijl hij
half lezende, half zingende, in „De witte
hinde van Rylstone", dat hij onder do boe
ken van zijn oom gevonden had, zat te turen.
Terwijl zij hêm binnenleidde, vermaande
zij hem, om nu niet zoo schuw te zijn_en tante
Nesbit hardop te antwoordenmaar dat
maakte hem misschien nog meer bevreesd;
ten minste hij drong zich zooveel mogelijk bij
zijn tante, en stond onbeweeglijk stil, met
neergeslagen oogen, cn gaf bevende ant
woord op de vragen, die mevrouw Nesbio op
haar gewone scherpe, uitvorschende manier
tot hem richtte.
„Precies zijn moederwas haar aanmer
king, toen zij hem wenkte, dat hij Heen kon
gaan, doch den volgenden dag liet zij hem
weder bij zich komen. Dc arnie Johnnie was
geenszins op die eer gesteld; hij huiverde
als zij hem aanraakte, en des avonds smeekte
hij zijn mama, dat zij hem. niet meer naai'
tante zou sturen, want dat hij er zonder haar
niet weer heen durfde gaan. Zij poogde hem
lo beduiden, dat tante Nesbit oud en ziek
was, en dat het dus niet lief zou zijn, nieU
bij haar te willen komen, maar nu opperde
hij de lastige vraag„Waarom gaat u clan
niet, mama?" Doch toen eenmaal zijn gevoel
van medelijden was opgewekt, schikte hij er
zich toch in. Ofschoon hij nooit verder kwam
clan doodstil naast haar stoel te staan, slechts
antwoord gaf als zij hem toesprak, een paar
keeren een spreuk voor haar las, of een vers
je opzeide, hetgéen Theodora meende, dat
haar pleizier zou doen, was het toch duide
lijk zichtbaar, dat de visite van het kind de
voornaamste gebeurtenis van den dag voor
haar uitmaakte. Eens gaf zij hem een guinjo
en vroeg wat hij met dat geld doen zou. fbj
bloosde on stamelde, en zij fluisterde hem in:
„Hem bewaren, hè? Dat i3 ook het vertafl-
digste."
„Neen," bracht hij inet groote moeite uit,
terwijl hij een smeekenden blilc op tante The
odora sloeg.
„Welnu, wat clan, wat Spreek toch hard
op als een man," Eindelijk kwam er meu
groote moeite uit ^Neef Hugo heeft or*
verteld van do arme, zieke kindertjes m
Ierland,' die geen aardappelen hebben. HaU
ik het aan hen zenden?"
„Loop heen met uw Ierscho kindertjes
Dat geld is voor u zeiven."
„Voor mij zeide hij, alsof hem dat 6e"e^
in verwarring bracht, doch eensklaps schee
hij 'een goeden inve.1 te krijgen.
(Wordt yervolgó)-