Nederland en de Oorlog, Uit de Omstreken. Vragen en Antwoorden. Willem Hofdijk. Men schrijft uit Alknutóf aan het „Hbld.": .Voor de leden van het genootschap „So lus nemo satis sapit", heeft de heer J. A. .Verkuyl, leeraar in de Ned. taal en letter kunde aan de Cadettenschool alhier, er Maandagavond aan herinnerd, dat het de- zeh zomer een eeuw geleden zal ajn, dat do dichter der „Kennemer balladen", Wil lem Hofdijk, het levenslicht aanschouwde. Op onderhoudende wjjze met verschillende aanhalingen uit de werken van den dichter, heeft de lieer Verkuyl zijn gehoor weten te boeien en de figuur van Hofdijk in de lijst van zijn tijd doen herleven. Onder de aanwezige gasten bevond zich de heer G. Th. M. van den Bosch, lid van den Aikmaarsehen gemeenteraad, die aan spr. vroeg hoe hij dacht over een horstbeeld van Hofdijk in het Kennemerpark nis hulde aan de nagedachtenis van den dichter, die te Alkmaar geboren werd, gewerkt en ge leefd heeft. Waar voor mevrouw Bosboom- Toussaint een dergelijk beeld is geplaatst in den Hout, meende spr., dat een hulde pan Hofdjjk, zeker evengoed op zijn plaats zou lijn. De heer Verkuyl wilde Hofdijk niet ge lijk stellen met mevrouw BosboomTous- saint maar zeide, als het initiatief voor een Hofdükhulde genomen zon worden, dat hij zich zeker daaraan niet zou onttrekken. Journalistiek. Tot- hoofdredacteur van het „Amers- foortsch Dagblad" (vrijzinnig orgaan) is be noemd de heer F. A. Ebbinge Wnbben, te 's-Gravenhage. KATWIJK AAN DEN BIJN. Het waarsphu-Tingstoestel in de Groot© Steeg heeft sedert eenigeir. tijd een verandering ondergaan was er in den be ginne rood glas voor geplaatst, zorxta-t in Toodo letters het woord „Stop" te voor schijn trad bij aankomst van een Tram, thans ia een ruit van gewoon glas aange bracht, zoodat de boogla.mpjee, die het „Stop" vormen, thans hun licht over de straat verspreiden, zoodat deze geheel verlicht wordt wat nog beter de aandacht trekt en waardoor dus het gein meer in het oog valt. lisse. !?l;S]il!E! Gemeenteraad. Voorzitter: de burgemeester. 1 1 i Afwezig: de heeren Lefeber en Van Zan ten. Was ingekomen een request van de Ver- eeniging van Kijnsteenfabrikanten, houden de het verzoek om de Bouwverordening de zer gemeente zoodanig te wijzigen, dat het gebruik van Brjnsteen wordt toegelaten. Op advies van den gemeente-opzichter wordt op dit verzoek afwijzend beschikt. Voorts een verzoek van de Vereeniging van Losse werklieden, onderafdeeling van de afdeeling Lisse van den Ned. R.-K. Volks bond, om do oprichting van een arbeids beurs. Eesioten werd adressante te berich ten, dat men tot het nemen van maatrege len in deze wil wachten! tot er werkelijk werkloosheid heerscht. Van de B.-K. Vereeniging van Bouwvak arbeiders „St.-Joseph", was een verzoek in gekomen, om het daarheen te willen leiden, dat de patroons, die werken uitvoeren voor de gemeente, aan de volwassen arbeiders een "minimum-loon moeten uitkeeren van 27 cents per uur. Besloten werd op het verzoek afwijzend te beschikken, maar haar te berichten, dat jnen wel genegen is, bij eventueele aanbe stedingen een minimum-loonstandaard vast te Btellen. Vpn het Ziekenfonds1 te Lisse was een verzoek ingekomen, "om een zoodanige sub sidie van de gemeente te mogen ontvangen, dat het dit fonds in afzienb3ren tijd moge lijk is, het tekort van f 2151.01'/j, wat reeds jaren bestaat, te kunnen dekken. Doordat de de overgelegde rekening over het dienstjaar 1914 niet duidelijk was, omtrent een bedrag van ruim f 1000, wat belegd was bij de Lissesche Bank, terwijl men spreekt van een tekort van-ruim f2000, werd Cesloteiv óm Het verzoek aan te houden totdat hierom trent een nadere verklaring zai zrpi ge geven. Daarna werd op verzoek van de woning- vere.eniging „Volksbelang" beslolen, om de straat, loopende vanaf den Heerenweg naar den Zuidhoek, te noemen Juliana-straat, en de straat, loQpende vanaf de Nieuwstraat tot de te verlengen "Wagenstraat, de Wilhel- minastraat. Van den gemeente-opzichter was een ver zoek^ ingekomen, om in zijn vrjjen tijd werk te mogen verrichten voor particulieren. Op voorstel van den heer Warmerdam werd be sloten, om voor buitengewoon door hem1 verrichte diensten, over 1915, een gratifi catie toe te staan van f100, en hem voorts de vergunning te verleenen om in zijn vrijen tijd voor andere gemeenten werk te ver richten, doch niet voor particulieren. Daarna werd op voorstel van den heer PijDacker besloten, om het salaris van den tijdelijk aangestelden havenmeester, J. R:eu- tvijk, te verhoogen, met f50 per jaar, in gaande 1 Januari 1916. Hierna wordt op verzoek van den heer Warmerdam nogmaals door den Voorzitter toegezegd, dat in het vervolg-de titels van de ingekomen stukken met het praeadvies van B. en W. op de convocation vermeld zullen worden. Hierna komt nogmaals. in stemming het voorstel om het salaris van den gasdirec- tenr te verhoogen met f200 per jaar, in gaande 1 Januari 1916, over welk voorstel in de vorige vergadering de stemmen staak ten. De heer Van Parijs zegt, wel voor een verhooging te 2yn van f 100, maar niet van f200. Graaf Van Lijnden kan zich niet vereenigen niet de manier van han delen, namelijk om hij de sollicitatie het salaris vast te stellen, en nu, nadat een functionaris slechts een jaar in dienst is, dit te verhoogen. Het voorstel wordt daarna in stemming gebracht en met 6 tegen 2 stemmen en 1 bianco, aangenomen. Tegen Stemd6n de heeren Van Lijnden en Van Parijs, en buiten stemming bleef de heer Tromp. Daarna werd besloten, en zulks op advies van den gasdirecteur, tot den inbouw van een nieuwen 7-retorts-oven fn de Gasfabriek, benevens nog eenige andere werken, waar van de totaalkosten werden geraamdop f3500. Vervolgens werd besloten om over to gaan tot het aanschaffen van 110 stuks apparaten voor het doen vervallen van de dagvlamir.en van de straatlantaarn, indien ten minste de gasdirecteur de zekerheid' kan geven, dat deze apparaten alleszins aan de gestelde eischen zullen voldoen. Kan deze zekerheid niet worden gegeven, dan zullen 15 exemplaren worden aangeschaft bijwijze van proef. Een en ander werd over gelaten aan de beslissing van E. en W. De kosten van aanschaffing bedragen voor 110 stuks f 825, terwijl het stellen daarvan f 175 zal moeten kasten. Door het aanbrengen van deze apparaten zal een besparing aan on betaalde dagvlammen worden verkregen van 'f310 per jaar. Bij de rondvraag vraagt de heer Pijnacker hoe het staat met den gewijzigden legger van wegen en voetpaden. De Voorzitter zegt, dat deze eerlang in behandeling zal komen, maar er is nog een kwestie over de Molenstraat en de heeren Gebr. Moolenaar. Deze willen de trottoirs niet geheel bestra ten, waartoe zij echter volgens het des betreffende contract verplicht zijn. Nadat bedoeld contract nogmaals is gelezen, wordt aan B. en'W. opgedragen, deze kwestie te beëindigen. De beer Krösschel vraagt beter politie toezicht in en om het buurtschap „De En gel." De Voorzitter belooft dit door invoe ring van contróleboekjes. De heer Langeveld verzoekt een bepa ling in de poiitie-verord., waarbij verbo den zal worden, dat in den z.g. bloe men t ij d op de Zondagen met bloe men zal worden g event op Je open bare 'straat, en vervolgens dat voor het ver- Koopen van bloemen oJ> andere dagen, een schriftelijke vergunning zal moeten verkre gen worden van den Burgemeester, terwijl dan deze vergunningen alleen zullen worden verstrekt aan personen boven een zekeren leeftijd. De Voorzitter zei, dit m overweging to zuilen nemen. Hierna wordt de openbare vergadering ge sloten, en gaat men over tot een zitting met gesloten deuren, ter behandeling van de reclames inzake den Hoofdeljjken Omslag, en eenige dito's inzake de Hondenbelasting. SCHAAKRUBRIEK van hot SCHAAKGEZELSCHAP „P. A LE M E D E S", Opgericht 1846, Speelavond i lederen Maandag In de Bovenzaal van Café „Central", Broostraat, Aanvangt s uren, KedactieT E, BIICP.ilAS:; en E, J, V. a, OIOGKT, Ui Probleem No. 94. (K. ERLIN). .j (S]f Zwart. (6). 'j -j abcdefgh .Wit. (9) 1 i .Wit: K.d 1, D.c7, P.d4, L.ol en g6 p. c 4, d 6, f 2 en g 5. Zwart: K. e 5, T.a6, P.h2, L.a7, p. e 6 en e7. Wit speelt en geeft in 2 Zetten mat. 1 Oplossing Probleem No. 92: P. cl, enZ, Goede oplossingen ontvangen van de hee ren: C. P. de Blauw, H. J. Bouwman, L. R, de Hoog, B. S. van Kloeten Sr., W. N„ J. W. Schiiss, J. C. Sjardjjn, J. E. Stolte, L. M. Valkenburgb, J. C. de W„ en W. J. Woes- tonburg, allen te Leiden; H. J. Broekveldt, te Oegstgeest; A. Baljeu, en G. Vooys Gzn., te Katwijk a. d. Rijn; J. J. Vooys, te Halfweg; J. van Os, te Voorschoten, en P. G. v. d. Tang, te 'Ondewetering. Oplossingen worden ingewacht tot uiter lijk Dinsdag 29 Februari a.s. 's namiddags 5 uren, aan het Bureel van dit Blad. Het Interview met Minister Staal. Be „Voss. Ztg»" van Dinsdag 15 dezer schrijft „In het Ochtendblad van 9 Februari pu bliceerde do „Yossischo Zeitung" een in terview van haar correspondent te Amsterdam met den vroegeren Nederlandschen minister van oorlog Staal. Dit gesprek liep in hoofdzaak over de ge volgen, die de verscherping der blokkades waarmede Engeland had gedreigd, voor Nederland zou hebben. Minister Staal stel- do zich hierbij op het standpunt, dat Ne derland verplicht is, zijn neutraliteit te handhaven, wat er ook van Engefscho zijde mocht worden gedaan. Nederland zou zich echter, zoo ongeveer liet zich minister Staal uit, sterk genoeg voelen, om alleen iedere poging om Nederlanu met geweld in den oorlog te betrekken, af te weren. Ofschoon de antwoorden van generaal .Staal een lofzang op de neutraliteit gele ken, hebben zij in de Engelsche pers groot misnoegen verwekt. Ook de Nedterlandsche pers was volstrekt niet algemeen ermede ingenomen. Vooral maakten eenige bladen aanmerking op een uiting van den generaal clie in dien zin uitgelegd kan worden, dat de een of andere militaire attaché, toen minister Staal nog de portefeuille van oor log had, getracht zou hebben, invloed te oefenen op de politieke houding van Ne derland. Minister Staal zegt nu in een verklaring in „Het Vaderland", dat de wijze, waarop sommige gedeelten van het interview zijn weergegeven, zijn bedoelingen niet juist weergaven, en dat geen Engelsche militaire attaché zibh ooit met een Verzoek om par ticuliere inlichtingen tot hom heeft gericht. TTij ontkent ook, iete gezegd te hebben, waaruit dit op te maken viel. In het lange gesprek, dat onze medewer ker met den vroegeren Nederlandschen minister heeft gehad, kan wel het eon of andere misverstand zijn voorgekomen. Maar in ieder geval was het voor iedereen, die heb bericht zonder vooringenomenheid heeft gelezen, duidelijk, dat de vermelding van den Engelschen miittairen attaché slechts voorkwam uit he patriottisch gevoel van een goed Nederlander, die de behoefte ge voelde, met nadruk te verzekeren, dat zijn vaderland altijd; een politiek heeft gevolgd, uie het in zijn eigen belang do juiste achtte, en dat het zich door geen andere mogencb -hedu laat voorschrijven, wat het te doen staat.-' Een Onzijdig Gebied. Een correspondent aan de Oostgrens schrijft: t Is zonder twijfel aan weinigen in den lande bekend, dat er aan de oostgrens van Overijsel een „onzijdig gebied" ligt, zonder opperhooft en zonder bewoners; Heb is een weg, beginnende ziiidoo^teldjk van Dorp Denckamp, loopende in zuidelijke richting op de grens van Overijsel en Hannover. Deze weg is circa 15 meter breed en een uur gaans lang. Aan de eene zijdo van dezen „vrijdijk", zooals hij algemeen door buren en overburen wordt genoemd, staan do Nedcrlandsche, aan 'de andere zijde do Duitsche grenssteenen en op afstanden van 500 meter verheffen zich midden op dien weg groote steenen, aan den eenen kant met het opschrift „Nederland'', aan den anderen kant met den naam „Dèutsqhland". Deze weg was en is nog steeds een vrij plaats voor een ieder; geen politie, kom miezen of gendarmen kunnen daar d'en smokkelaar of den wilddief bekeuren; ze staan er machteloos tegenover wie ook. Sinds de oorlog woedt-, onmoetten d'aar bijna dagelijks Nederlandkche en Duitsche grensbewakers elkander en gingen er heel vriendschappelijk met elkaar om, tot voor eenige weken daarin plotseling verande ring kwam; Wat dan was het geval? „Ein dommer jongen", vertelde ons een bekend Hannoveraan uit die buurt en hij be doelde een landweersoldaat, die voor 't eerst kwam kijken hield op den „vrij dijk" een „in burger" gekleed heer aan, omdat hij meende, dat dio heer zich op Duitsch grondgebied bevond. Spoedig werd hem coht-er duidelijk gemaakt, dat hij te doen had met een Nederlandschen grens wachtcommandant „in politiek". Deze rap porteerde nu op zijn beurt zijn aanhouding, door den Duitechen grensbewaker aan do militaire overheid aan gene zijde der grens met het gevolg, dat de Duitsche grenswacht steeds minstens 100 meter van do „neutra le zönc" moet verwijderd blijven. Vraag: Vaaneer een aandeel 'of obli gatie verbrandt, heeft dan de rechtmatige eigenaar recht op een nieuw aandeel of obligatie? Antwoord: U leunt dit aan de Maat schappij vragen en het antwoord zal afhan gen van hetgeen daarover in de statuten staat. Is het geoorloofd, dan moet daaraan een oproep voorafgaan. Iets anders is het, wanneer het een aandeel op naam béfreft, dan is het bewijs gemakkelijker te leveren en afgifte van een nieuw aandeel waar schijnlijker. Vraag: a. Vanneer gaat lichting 1907 (militie) vermoedelijk met klein verlof? b. Kunnen zij, die in het buitenland woon achtig waren, en na den oproep zich onmid dellijk naar Holland begaven, terstond bui- tenlandseh verlof krjjgen? (onbepaald ver lof). c. Zou aan diegenen vrij vervoer worden toegestaan? Antwoord: a. Vermoedelijk 1 April a.s. b. Verlof naar het buitenland moet ge vraagd worden aan den Minister van Oorlog; als dit dringend noodig is, anders krijgt men geen verlof. c. Neen. Vraag: Kunt u mij ook zeggen of er een iwoord in de Nederlandsche taal hestaatj dat op het woordje twaalf rijmt? Antwoord: Zit n aan een groot ge dicht? Hoewel we geen cursus in de dicht kunst kunnen geven, mede om aan het ge vaar te ontkomen, dat wij niet lastig zullen worden gevallen met allerlei ballade's Ode's, zouden wo u toch gaarne «.ai61 helpen, want het moet voor dichters kwelling zijn, niet op het rijmwoord te 1- men. Die dubbele aa-zit ons echter leert in den-weg. Zou u met eenige dichterlh? vrijheid het niet eens met „half w,» Of „zalf" kunnen pdbeeren. a,p 'Men liet laatst in een ode op een ta roemden dansleeraar, zelfs „dame" 7" „blaam" rijmen; :ons dunkt, dan' J dit ook wel. b at Vraag: Twee maanden geleden heb \v een request bü den Minister van Finance ingediend. Moet ik, nu cr een nieuwe Mi. nister is benoemd, wéderom een niem* request indiene^ An two o rdr* Dat is niet noodig. d0 saken gaan aan bet Ministerie haar ge wonen gang. 5 Vraag: Ik heb op mijn voorkamer onf. dekt, dat alle meubelen vol zitten kleine witte beestjes, het gelijken houtbeesb jes. Waar kan dat van komén en wat jj er aan te doen? Ik heb alles al met petro leum besmeerd en niets heeft het geholpen. Kan^ het soms door nieuwe stoelen komen' diei ik sedert Augustus heb? Antwoord: Vrij zeker. Het is de z.g, crinluis, die in het vulsel der stoelen zit! Zij gedijen het best in een vochtige atmos feer. Petroleum geeft niet In de kamer goed stoken en als het voorjaarszonnetje komt, de meubelen eens in de zon zetten. Daar kun nen de beestjes niet tegen. Kwaad doen ze trouwens niet Vraag: Laatst beweerde mij iemand door do hoofdhuid met electrici-teit te be handelen, haaruitval te doen ophouden den haargroei weer geheel normaal te doen "worden. Daar ik aan haaruitval Igd, maar <de behandeling ifog al duur is, zou "it gaarne uw meening hierover vernemen? Antwoord: We achten ons niet be voegd, daarover een oordeel uit te spreken. Wij zouden u raden vooral een dokter, spe ciaal voor haar- en huidziekten, te raad plegen. Vraag: Weet ;ook een middel om schroefgaten in gebrjtst eikenhout onzicht baar te maken. Antwoord: Met stopverf vullen en daarna bijwerken. Geheel onzichtbaar zal u ze wel niet krijgen. Vraag: Ik ben militair; mijn vrouw krijgt f 1.per dag vergoeding. Hoe hoog word ik aangeslagen in de personeele be lasting? Er gaat nog f150 huishuur af. Ziju rijwielen vrij? Antwoord: De personeele belasting houdt geen -rekening met uw inkomen, wel met de huurwaarde. Als deze f150 is, dan is uw aanslag van f 1.07niet teveel. Rijwielen zijn niet vrij. Vraag: 1. Hoeveel salaris geniet een vrijwillig sergeant-schrijver? 2. Hoelang moet hjj sergeant geweest zrjn om te kun nen huwen? Antwoord: 1. Aanvangsalarïs f450. 2. Minstens zes 'jaar. Vraag: Hoeveel menagegeld ontvangt men, wanneer men van af 29 Jan. 2. Februari met verlof gaat? Wij. z\jn iogp-- kwartierd geweest met voeding. Antwoord: Gedurende de vier eersto verlofdagen 35 Cts. per dag. Vraag: Is bij het voorstel-Huurman (op ruiming "beerputten) aan B. en W. of aan den Raad geen-memorie van toelichting ge zonden? Veelal worden dergelijke toelich tingen in uw blad afgedrukt. Kunt u ook melden, waarom dit in zulk een belangrijke zaak niet is gebeurd? Antwoord: Dit is niet geschied. Hef voorstel is staande do raadsvergadering in gediend. De voorsteller had vermoedelijk plan om het mondeling toe te lichten en heeft als jong lid misschien wel gedacht, ijat het onmiddellijk in behandeling had kun nen komen. Er komt nu een praeadvies op van B. en W. Dat zullen we, als het uitkomi in hoofdzaak wel in het „Leidsch Dagblad'' opnemen. Vraag: Ik heb <3rie ^anderen medege bracht uit mijn eerste huwelijk en eenige meubelen. Bij mijn tweeden man heb ik vier kinderen. Hebben die kinderen ook recht op mijn meubelen van mijn eersten man An t w o o r d Het zijn alle 7 uw eigen kinderen en bij uw overlijden deelen zij gelijk op. „Die arme mevrouw NesbitZij moet dan iwel verouderd zijn!" „Dat is zij ook, maar het is mij nog niet 'duidelijk of zij wezenlijk ten goede veran derd is, of dat zij slechts toegeeft, omdat zij zoo zwak is geworden. Doch wat een goed te eken is, zij heeft gaarne, dat neef Hugo voor haar komt lezen, en dat doet hij thans tweemaal in de week. Wat zal hij een cchik hebben in uw kindertjes!" „O, hij is al een goede kennis van hen", zeide Violette. „Gij weet immers wel, dat Lij altijd bij oma komt, als hij te Londen is. Wat moet dat aangenaam voor u wezen, dat hij to Brogden staat!" „Ja, ja, het is hier thans heel anders ge- etcld dan in die dagen, toen de goede Mr. Wingfield mij kwam vragen hoe hij de ge meente moest besturen," zeide Theodora half lachende, half zuchtende. „Wanneer hebt gij het laatst van John gehoord?" „Johnnie heeft op zijn verjaardag sen brief van hem geheid." „Wel, Johnnie, dat was een eer voor ul Kunt gij al schrijven, en hebt gij oom geant woord „Mama heeft mij een beetje geholpen," antwoordde het jongske. „Wees nu heel stil, Helena," zeide Violet te, vreezende dat de verrukking van het kleine meisje op het zien van den pauw, die op het hoofd van den Sphyms: zich in de zon zat te koesteren, alle palen zou te buiten gaan. Johnnie was even verbaasd over de bloemen in het park, en met do waarschu wing: „Wel kijken, maar nergens aanra ken, hoorliet zij dc. twee kinderen toe om hand aan hand door de met kiezelzand bestrooide paden te wandelen. „Zij kan het niet laten te springen, dat vroolijke ding!" zeide Theodora, Helena naziende, „Welk een aardig paar „Arme HelenaIk zal den heelen tijd, dien wij hier doorbrengen, steeds in angst zijn, dat zij de een of andere .reden tot mis noegen zal. geven," zeide Violette, „al heeft zij ook nog zulk een goed vqornemen om heel zoetje zijnmaar ieder kind kan ook niet wezen zooals Johnnie." „O, van Johnnie spreekt iedereen met een soort van eerbied." „Ik weet waarlijk niet wat ik beginnen zou, als ik hem niet had," zeide Violette met een treurig lachje„hij houdt mij al tijd gezelschap; en ik denk dat hij zoo bijzon der in verstand zijn leeftijd vooruit schijnt to wezen, omd?:t hij altijd onder menschen in." „Hij komt ook nu al op een leeftijd, dat zijn vader zich met hem bezig kan houden." „O, ja, Arthur bemoeit zich ook veel meer met hem dan met de anderen," gaf Violette ten antwoord; „maar ongelukkig is hij een beetje vreesachtig van aard, en bang, als zijn papa met hem speelt. Wij willen wel ons best doen, maar wat zal ik u zeggen Ik geloof inderdaad, dat het aan zijn zenuwge stel te wijten is, en dat hij het eigenlijk niet helpen kan." „Och komEn Arthur is wat ruw en houdt van plagen." „Hij begrijpt dat soort verlegenheid niet; hij is maar bang, dat Johnnie geen ferme jongen zal wordenmaar ik geloof, dat dit wol komen zou, indien zijn gezondheid slechts wat sterker was. Het is heel jam mer," vervolgde zij, „want het hindert zijn papa, en die angst doet het kind ook geen goed, zoodat ik mijzelve altijd geweld moet aandoen, om op hem te knorren, dat hij zoo laf is. Eén troost i3 er echter bij, dat zijn vrees niet den geringsten invloed heeft op zijn liefde voor zijn vader hij bewondert hem nog evenzoo, als toen hij een heel klein kind was." Zoo pratende waren zij tot aan het bordes genaderd, waar de doofstomme Charles Lay- ton, nu een vlugge page, bezig was het rij tuig te helpen ontpakken, terwijl hij daar bij met meer beleid te werk ging, dan me nige knaap, die het gebruik van al zijn zin tuigen heeft. Lord Martindale verwelkomde hen met statige vriendelijkheid en boezemde Helena zooveel ontzag in, dat-zij zich zeer stil en fat soenlijk gedroeg, ofschoon ze terzelfder tijd met een half oog de kolommen van het voor portaal bekeek, en dacht, dat het wel aardig zou zijn om daarachter verstoppertje tempe len. Zij opende echter beide oogen zoo wijd zij maar kon, toen haar grootmama de trap afkwam, en zij trachtte zich achter Johnnie, die de hand zijner tante stijf vasthield, te verschuilen, om den stijven ku9 te ontgaan. Het kind wist niet, dat Lady Martindale even bevreesd was voor de kinderen, als zij voor haar. Zoo begon dit bezoek zoo geheel ver schillend van alle bezoeken, welke Violette op Martindale had afgelegd. In Theodora's kamer bracht zij thans het grootste gedeelte van den morgen door, en daar-leerde John nie, met bijna te veel lust en ijver voor zijn jaren, zijn lessen, en werd Helena dagelijks ten minste eenige oógenblikken door middel van mevrouw Barbauls versjes in toom ge houden. Daar waren zij altijd welkom, en zij kwamen zelden beneden in het salon. John nie kwam een oogenblik voor het diner be neden, en gedroeg zich zeer stil en ordente lijk en weldra scheen er een zekere sympa thie te ontstaan tueschen hem en zijn groot vader, want wanneer Lord Martindale hem in den tuin tegenkwam, nam deze hem bij do hand on liet hem alles zien, wat tfij meen de, dat voor zijn vatbaarheid geschikt was, cn maakte zich zoo bezorgd over do groote ontwikkeling zijner geestvermogens bij zijn zwak gestel, dat Violette ternauwernood met hom durfde praten, uit vrees, een ver maning te krijgen, dat zij het lrind niet zoo veel moest laten leeren. Op zekeren dag vroeg mevrouw Nesbit eensklaps aan Theodora:" „Arthur's vrouw en kinderen logeeren hier, nietwaar „Ja, tante, Violette wilde u een visïto brengen, doch wij hebben het haar afgera den, uit vrees, dat het u te veel vermoeien zou." „Ik heb ook niets met de dochter van don heor Moss te makenmaar breng den oud sten jongen eens hier; dien wil ik wel eci'3 zien." Theodora ging even op de galerij, waar Johnnie dikwijls te vinden was bij het emd- vonstcr in een hoekje zittende, terwijl hij half lezende, half zingende, in „De witte hinde van Rylstone", dat hij onder do boe ken van zijn oom gevonden had, zat te turen. Terwijl zij hêm binnenleidde, vermaande zij hem, om nu niet zoo schuw te zijn_en tante Nesbit hardop te antwoordenmaar dat maakte hem misschien nog meer bevreesd; ten minste hij drong zich zooveel mogelijk bij zijn tante, en stond onbeweeglijk stil, met neergeslagen oogen, cn gaf bevende ant woord op de vragen, die mevrouw Nesbio op haar gewone scherpe, uitvorschende manier tot hem richtte. „Precies zijn moederwas haar aanmer king, toen zij hem wenkte, dat hij Heen kon gaan, doch den volgenden dag liet zij hem weder bij zich komen. Dc arnie Johnnie was geenszins op die eer gesteld; hij huiverde als zij hem aanraakte, en des avonds smeekte hij zijn mama, dat zij hem. niet meer naai' tante zou sturen, want dat hij er zonder haar niet weer heen durfde gaan. Zij poogde hem lo beduiden, dat tante Nesbit oud en ziek was, en dat het dus niet lief zou zijn, nieU bij haar te willen komen, maar nu opperde hij de lastige vraag„Waarom gaat u clan niet, mama?" Doch toen eenmaal zijn gevoel van medelijden was opgewekt, schikte hij er zich toch in. Ofschoon hij nooit verder kwam clan doodstil naast haar stoel te staan, slechts antwoord gaf als zij hem toesprak, een paar keeren een spreuk voor haar las, of een vers je opzeide, hetgéen Theodora meende, dat haar pleizier zou doen, was het toch duide lijk zichtbaar, dat de visite van het kind de voornaamste gebeurtenis van den dag voor haar uitmaakte. Eens gaf zij hem een guinjo en vroeg wat hij met dat geld doen zou. fbj bloosde on stamelde, en zij fluisterde hem in: „Hem bewaren, hè? Dat i3 ook het vertafl- digste." „Neen," bracht hij inet groote moeite uit, terwijl hij een smeekenden blilc op tante The odora sloeg. „Welnu, wat clan, wat Spreek toch hard op als een man," Eindelijk kwam er meu groote moeite uit ^Neef Hugo heeft or* verteld van do arme, zieke kindertjes m Ierland,' die geen aardappelen hebben. HaU ik het aan hen zenden?" „Loop heen met uw Ierscho kindertjes Dat geld is voor u zeiven." „Voor mij zeide hij, alsof hem dat 6e"e^ in verwarring bracht, doch eensklaps schee hij 'een goeden inve.1 te krijgen. (Wordt yervolgó)-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1916 | | pagina 6