Dg PATH ÉPLATÉN Prijzen srs het bereik van een leden! BERN.van PELT "i Co m Gemengd Nieuws, Ym m WH m - RECLAMES, 4 40. Cents per regel'. 6318 58 i& «en werkelijke openlparihg in zusverheid van klank en daarom van onsehstbare waarde, zingen zonder naaid met Onverslijtbaren Saffier Een weergever- cooals o->derstaand model cSr;^er»dco«-/i naaidma. chine. wordrBy aankoopv stechtj^pteten gratis verstrekt. 30,000 opnamen van de meest beroemde artisten op elk gebied Eén prijs onversch i II ig de Ver maardheid 'van den artist. doorsnede .24 9m 29 9m. 359r ?fln f2P f.ZP Flcfercafi'ogi en pnjsccuranteng.-^fisi/runco Vlarrjngaffi&den Haag-Bo?7cnstek;..r Tbttteii FONOGRAAF PATHÉ CG MENKE> ?l>l'crocreesf r3a< A3 Amsferda New-York was gegaan en daar aan een Amerikaansch blad had gewerkt. Later kwam hij naar Engeland, waar hij aan een Engelseh blad werd verbonden. Hij bezocht België en Duitschland en keerde toen naar Londen terug. Hij had ver keerde inlichtingen gegeven, toen hij om een pas vroeg en daarom had men hem; het verblijf in Londen ontzegd; hij mceht ech ter wel in Engeland blijven. Bij bet kruisverhoor gaf De Beaufort toe, dat hij uit het Nederlandsen^ leger was ge deserteerd; hij verklaarde, dat hij' tot een regiment cavalerie had behoord. In Shes- hire had hij zich uitgegeven voor kapitein in het Belgische leger. Be Aardappelen-uitvoer» De te Utrecht gehouden en druk bezochte jaarlijksche algemeene vergadering van den Nederlandschen Bond van Handelaren in Aardappelen werd gepresideerd door den voorzitter, den heer W. Winkelman, vjjn Amsterdam', die in zijn openingswoord ge waagde van den nog altjjd voortdurenden oorlog, "welke bij al de ellende en moeite; ook den vrijen handel schaadt en bemoei lijkt Op de vorige jaarvergadering had ze ker niemand gedacht, dat we in dit opzicht onder dezelfde omstandigheden wederom zou den jaarvergaderen. Nog duurt de oorlog yoorij en wanneer zal die eindigen? Veel wordt gesproken over oorlogswin sten; doch, wie daarover te benijden is, de iaardappelhandel zeker niet. In de vergadering werd de volgende mo tie voorgesteld, die na re- en dupliek met algemeene stemmen werd aangenomen: „De Ned. Bond van Handelaren in Aard appelen, in jaarvergadering to Utrecht bij een, gelezen hebbende van eventueels plannen, voor den uitvoer van aardappelen^ spreekt den wensch uit: dat in do eerste plaats gezorgd zal wor den voor genoegzame hoeveelheid ten behoe ve van het binnenlandsch verbruik, dat ten tweede die uitvoer zoodanig ge regeld" zal worden, dat de exporteur gevrij waard blijft voor het gedwongen beschik baar stellen van een zeker percentage aan de regeering, opdat toch vooral de binnert- landscbe markten niet ontwricht werden en de eerlijke vrije handel wordt belemmerd, besluit deze motie ter kennis te brengen, van Z.Exe. den minister van Landbouw, Nij verheid en Handel en haar te publiceeren In de pers." Op een mijn geloop en. Met een kort woord hebben we reeds melding gemaakt van de aankomst te Hoek van Holland! "v|an dertien opvarenden van het bij Terschelling op een mijn geloo- pen stoomschip „Vaarli". Omtrent deze ramp bevat do „N. R. Ct." de volgende bijzonderheden Kapitoin L. Kmidsen, een man van 37 jaar, te Brevik in Noorwegen woonachtig, de ©erste-machihisfc N. Thronsen uit Chris- tiania, en de tweede stuurman Mykfestad, uit Haug-esund, zijn verdronken. Dinsdag vertrok het stoomschip „Vaarli" cargadoors de firma Phs. van Ommeren, van* Rotterdam in ballast naar Sunderland. De reis was voorspoedig en het schip liep naar wensch tot Woensdagmorgen omstreeks half wijl, toen men, ter hoogte van Zwarte Bank gekomen, op een mijn liep, dio het voorschip aan bakboordzijde trof. Een geweldigo ontploffing volgde. Voor uit in het volkslogies ontstond brand, door dat de kachel omviel en het vuur zich me dedeelde aan den inhoud van een kan pe troleum, die over den vloer rolde. Zij, dio met den eersten stuurman de wacht aan xlek hadden, wekten degenen, die zich te slapen gelegd hadden en in een ommezien waren allen aan dek, waar men ree-cte bezig was een reddüiigsboot te strijken. Het schip zonk snel. Tien minuten later dook liet voorschip in de golven, eo verhief zich het achterschip boven de zee. Even later verdween het geheel in de golven. Kapitein Knudsen heeft men nog op de brug gezien en ook op het dek, van waar hij do geredde scheepspapieren in do reddings boot wierp. Ook trachtte hij zich langs een touw in deze boot to laten zakken, doch deze was reecis to ver van het schip weggesla gen. Daarom is hij weder aan boord ge klommen en het laatst hoeft men hem op de brug geza'en, toen het schip in cïe diepte verdween. Do eerste machinist Thronsen wilde niet in do boot stappen, voor liij eerst nog eenigo hem toebchoorendo zaken uit zijn hut hacl gehaald. Men heeft hem niet weder gezien. De tweede stuurman Myldestad, dio om v?er uur door den eersten stuurman op do wacht was afgelost, en zich toen naar kooi had begeven, is in zijn slaap met botescbip gezonken. Nadat de dertien overlevenden, allen Skandinaviërs, met uitzondering van do Rotterdammers P. Hoogsteden, een 18-jari!- ga tremmer, en F. Koolwijk, eon 21-jarige %toker, onder bevel van den eersten stuur man in de roeiboot nauden plaats genomen, hoeft men ongeveer drie uur in cüo omgeving van do plaats, waar do „Vaarli" verdween, rondgeroeid en uitgekeken naar de vermis ten, doch van hen Is niets meer gezien. Daarna wercï een zeil geheschen, tot 's nachts een flinke bries opstak en men bet geraden vond, dit te strijken. Eindelijk, nadat men ongeveer 23 uren in de boot had rondgedobberd, zag do uitKij*. het toplicht van een stoomschip, waar men nu op aan hield. Het bleek bet Zweodsche stoomschip „Thor", kapitein Erik Akermark, to zijn, kemende van Kahnar, met bestemming naar Londen. Aan boord van dit stoomschip wer den de schipbreukelingen opgenomen en liefderijk verzorgd. Gekomen voor den Nieuwen Waterweg, heeft do kapiein van de „Thor"' hen over gegeven aan de loodsboot no. 10, commanj daait loodsschipper lsto klasse Muiidijk, dio do mannen naar noek-van-Holland bracht, waar de loodseommissaris do hoor Kruisin- ga hen in ontvangst nam. Allen prijzen zeer do behandeling aan boord van cfe „Thor" em van de loodsboot. Na aankomst te Rotterdam hebben allen zich onder geleide naar het zeemanshuis in do Cal andstraat begeven, waar de schip breukelingen bij aankomsb die tafel reeds gedekt vonden. De men8chen hebben alles verloren. De kleeding, die zij aan hebben, en de scheeps papieren is alles wat van boord is medege nomen. De „Vaarli" is in Ootober l.L aan die firma A. H. Anneron verkocht, groot bruto 1312 ton en' sedert tweemaal herverkockt. Do laatste transactie was, dat de firma Stoesen te Brevik koopster werd voor 623.000 kronen. Een dubbele mondvol. Men schrijft aan „De Tijd/" j In het Duitech Min men veel met één woord zeggen. Ziehier heb nieuwste, tevens het mooiste voorbeeld, dat ik in een Duitseh blad vond: Bij do Hottentotten, Hot tenteter), zijn veel kaugeroe's, Beutelratte. Die wordn gevangen ge&et in kooien, kotter, en meb een defeeQ, Latten gatter, te gen slecht weer beschermd. Zulke kooien heeten dtis in het. Diritsch Lattengit- torkotter, on de gevangen kangoeroe wordt Lattongitterkott'oTbeutel- rat to genoemd. Op zekeren dag werd een moordenaar, Attentate r, gearresteerd, dio een Hotten scho, H o111 e n t o t e n m u 11 e r, moeder van twee ietwat gebrekkige kinde ren, Stottertrottel had gedood. Het slachtoffer was een Hottentotenstot ter trottelmutter, dus had de da- d'er recht op den titefl Hottentot en- stotter trottelmuttoratten t ter. Welnu, dezo booswicht werd opgeslo- ten in zulk een kangoeroéikooi, in een B e u- telratton latte ngitterwette r- kotter, doch ontsnapte. Doek een atn- dero Hottentot greep hem, en bracht hem zielsblij naar het districtshoofd. „Ik hob de Beutelratte gevangen", zei hij. „Welke?" vroeg de rechter. „De Attent aterlattengitto r- wetter ik otter beutelratte," sta melde de inboorling. „Die zijn er meer dan één", zei do rechter. „Ik bedoel", vervolgde do ongelukkige mot groote moeite, „den Hottentaten- stobtertr'ott'el m ut to rat ten ta ter." „Wat weerga, waarom zegt je dan niet aanstonds, 'dat je de H o11 e ni tiot o n- stottertrottelmutterat t e n t al ter latte ngitterwett er kotter- beutolratte hebt gevangen Toen vluchtte do inlander, ontzet.- Sa nota simplioitas. Een eon- voudfcg boertje, dat nooit zijn gehucht had verlaten, iis sinds d'o mobilisatie in oen groote stad ingekwartierd en moet op een nacht op wacht staan bij de gasfabriek. De vier grootte gashouders zijn vol en reiken tot aan do nok van do ijzeren staketsels. Maar gedurende den nacht zakt door het gasverbruik één van de vier omlaag. Het boertje ontdekt bij hot och tendgloren hefc verdwijnen van den gashou der on bij het aflossen zegt hij stamelend tot den sergeant „Ik, ik weet niet, wie 'm gestolen heeft maar één van die dingen is weg." („Hblcf."). Over Bijen en BUenteelt. Verteld door den Imker A. A. DE CBOOT Oegstgoest., -li. 'Allicht zal hij Sommigen, die niminer over het leven der bijen iets gelezen hadden, er niet veel meer van meenden te wetén, dan dat men maar op moest passen niet te dicht bij ze te komen, deze vraag naar vemen dringen: „Maar hoe weten do jnenschen al die bijzonderheden?'' Wel, sinds de laatste jaren heeft men zoogên. „observatiekasten" gemaakt en daar in een volkje hun intrek doen nemen. De beide wanden van de kast zijn dubbele, een van glas en daarover een gewatteerde hou ten, welke laatste gemakkelijk te verwijde ren is, waardoor dan door de glasruit de ge- heele kolonie in volle aotie kan worden aanschouwd. Do waarnemer kan het groote gekrioel dier duizenden nijveren gadeslaan en bestudeeren. In het vorige 3tuk hebben wij verteld, hoe de bijen werkten, hoe ze heel hun lichaam geven voor hun levenstaak, nu dient nog met enkele woorden melding gemaakt te wor den, waar al dat geboren worden bij duizen den in een groot huis, waar al dat gezwoeg op uitloopt Immers, zoo'n koningin, die nrnr steeds duizenden eitjes legt, welke in enkele dagen tot werkwillige medestrijders groeien, "krijgt een steeds grooter volk in het paleis. Er moet terrein en afzetgebied gevonden worden. En in de bijenwereld is daarvoor ge zorgd, ook daar een orde en een plan en een systeem, die den beschouwer met groota bewondering vervullen. Bij overbevolking gaat de oude koningin met ongeveer 12000 bewoners de woning uit, gaat zwermen, zooals de term.' luidt. Het tjjdstip waarop de oude koningiü het sein tot vertrek geeft, is ongeveer acht dagen vóór de eerste jonge koningin rijp; is en als het weder .gunstig i3- De zwerm heeft zich eerst te goed ge daan aan den voorraad honig, zich volge zogen, zoodat zjj ongeveer 3 dagen buiten kunnen leven, zonder korf of kast, zonder hulp van den imker, die toch aanstonds ingröpt. Zulk een Zwerm die pas de kast verlaten heeft, begint te vliegen, blijft een oogen- blik in de lucht, maar de bjjen worden spoedig moe, omdat zij zoo vol honig ge zogen zijn. Daarom zetten zij zich al spoedig- op een tak of boomstronk neer. hangen aan elkander als een groote klomp en de imker, die natuurlijk in de zwermdagen zjjn volkje in de gaten houdt, komt met een ouderwetsche korf aandragen en schudt de dieren van den boomtak in den korf, oir: ze daarna i n een nieuwe kast te zetten. Voor zulk een klomp bijen behoeft men allerminst vrees te hebben, want bijen, die vol gezogen honig zijn, steken in het geheel niet. In de kast waaruit de oude koningin met haar volgelingen verdwenen is, wordt nu de jonge koningin geboren; zjj bjjt een gaatje in den celwand en roept eens flink: kwaak, kwaak, en luistert daarop, goed of zij niets verdachts boort. Is zij de eerstgeborene dan kan Zij' rustig haar voren komen en wordt door de jrnge bjjen met vreugde begroet. Maar, zooals wij reeds eerder hebben me degedeeld, legt de oude koningin meerdere koninginne-eitjes en zoo kan bet gebeuren, dat nog meerdere koninginnen uit het ei volgroeien en naar buiten roepen. Dan roep't de eerste koningin terug: „tuut, tuut," en geen der later geboren vorstinnen durft zich meer te verroeren. Ook dezo vrouwelijke hoogo personages verdragen elkander niet in een domein. Zjj wachten af, tot de eerstgeboren ko ningin bij goed weer uitvliegt. Dan achten zrj het terrein veilig en komen uit hun ge vangenschap. Wanneer men een kast bijen geheel aan eigen lot eii instinct overliet, zouden zij door het veelvuldig geboren worden van konin ginnen, te veel zwermen en kreeg men te veel kleino volkjes. Daarom grijpt de imker in, en zoodra een volk gezwermd heeft, verwijdert hjj do koniginnecollen op een na, die zich nog in de kast bevinden. De meuschenhand leidt hier een groote njjvere kudde in zijn en hun belang, en ook wanneer de weergesteldheid slecht is en de bjjen geen voldoende voedsel buiten vinden kunnen, voedt de imker de dieren bij, opdat ze niet, wat in de natuurstaat veel zou voor komen, bij gebrek aan voedsel, zouden te. niet gaan. Want de koningin is de moeder van haar volk, zonder haar kan geen volk blijven le ven, verliezen zij den moed daartoe geheel. Zou zij door gebrek aan voedsel omkomen, dan is het volk tot ondergang gedoemd. Er is natuurlijk nog veel over het leven der bijen te vertellen, maar met hetgeen ik u nu heb medegedeeld zoo onze zegsman kunt ge toch een inzicht krijgen in wat de imker eigenlijk voor werkers heeft Velen toch meenden, dat op de hei soir.toige boer tjes wel eens een korf bijen hielden, maar de meeeten is het onbekend, dat met takt en kennis ran 'zaken, ook op de klei, in het duin, ja zelfs in de etad, bijen te houden zjn! Te Botterdam kent onze zegsman zelfs iemand die m;et 40 kasten 1200 pond honig oogstte. Ook de beer De Groot te Oegstgeest, heeft vaak' 50 pond. per kast ingehaald. In de onderafdeeling Leiden en Omstre ken van Bijenhouders, zijn zelfs 60 amateur, imkers en hoewel men in Nederland schier geen imker treK die een geheel bestaan uit het houden van bijen maakt, een bijver dienste is het toch zeker. Do bijenteelt gaat met den Landbouw Zeer goed samen, en het Rijk steunt de vereeni- gingen omdat de bijen zeer nuttig zijn, bo-, vendieu voor bevruchting der bloemen. Ten slottejfpnnen wjj belangstellenden le zers mededeelén, dat onze zegsman, de heer De Groot, gaarne meer inlichting wil geven aan hen, die iets meer willen weten, dan Wij hier ib grove trekken hebben verteld. SCHAAKRUBRIEK van het SCHAAKGEZELSCHAP „P A L E M E D E S Opzerioht 1846, Speelavond! lederen Maandag In de Bovenzaal van Café „Control", Sreestraat, Aanvanpi 3 uren. Bedactic: L. BIEEMASZ en B. J, v. d. KEOQT, Probleem No. 93. M. HAVEL'. i jZwart. (5) 8 f® lgl 7 6 li Ipw 1 5 i 4 :<3v ilÊÉ ^PUf 2# 8 K! "1ü§ fü| 1 li Pill Jt a b c d o f g h m (5) Wit: K. c 2, D. b 8 •T. d 2P. c 4 en L'. h 1. Zwart: K. e 6, P. c 1, p. b 7, cl 6 en f 6. .Wit speelt en geeft in 3 zetten mat'. S.v.p. de variant f 6f 5 aan den sleutel- Zet toevoegen. Volgende week weer, eert 2 zet. Red. Oplossing Probleem No. 91T li 4, enz. 1 Goede oplossingen ontvangën van de bëe'j ren: C. P. de Blauw, II. J. Bouwman, L. R. de Hoog, B. S. van Kloeten, N. Laman, ,W. N„ J. W. Schüss, J. G. S jar dijn, J. E. Stolte, L. M. Valkenburgh, J. G. do W. en' W. J. Woestenburg, allen te I/eiden; H. J. Broekveldt, te Oegstgeest; mej. P. Visser, te Hazerswoude; A. Bal jeu en G. Vooys Gzr., te Katwijk aan den Rijn; K. Haasnoot, tö Katwtjk-aan-Zee; J. J. Vooys, V Halfweg; A'. N. Sytsma, te Alphen aan den Rijn; J. van Os, te Voorschoten; en P. G. v. d. Tang, te Oudewetering. Correspondentie: I. T. te L.: K. g5, fou tief wegens: e6, enz. N. L. to L.: Dit jaar kunnen wij 'geeü meerdere plaateruimte van den uitgever krij gen. L. R. de H. te L.Ne^n. A. N. S. te A.: Koop „Do kleine Schaak- koning", van Den Hertog. Mej. V. te H.: Zeker, ïriajajn dan volgt D. a 8 met mat. We vermelden nog goede oplossingen van Probleem No. 90, van de heeren B. S. van Kloeten Sr. en J. G. de W. te Leiden. Oplossingen worden ingewacht tot uiterlijk Dinsdag 22 Febr. a.s. 's namiddags 5 uren, aan hefc Bureel van dit Blad. SCHRIJVERS van Ingezonden Stukken moeten Naam en Adres aan de Redactie bekend maken. Ongeteekende Stukken worden terzijde gelogd. ligheid (thans nog verhoogd door haar vorkeer in de groote wereld) was Zij toch een zeer mooi, fatsoenlijk meisje, van een beschaafden toon en goede manieren. Daar zij zooveel langer tijd in het ouder lijke huis had doorgebracht, was zij meer in de gelegenheid geweest, om baar talen ten aan te kweeken en kennis op te doen, ofschoon haar goed)© smaak er haar geluk kig vootr bewaard had, om Mathal de na te volgen, "wier meerderheid zij echter vol gaarne erkende. Zij merkte weldra op, dat Violette, hoe jong en eenvoudig deze op sommige punten ook ware, toch meer le venswijsheid bezat en meer een vrouw was dan zij zelveen het was dan ook met een rein en onschuldig gevoel waaraan wij een anderen naam dan. trctsohheid zouden wen- sohen te geven, dat rij zich verheugde in de voortreffelijkheid van die geliefde zus ter. Jaloezie en kleingeestige ijd'elheid wa ren haar onbekendhef was haar of zij een roman las, wanneer Violette haar van de schitterende pracht op Martindale of van de amusementen van Londen vertelde, en haar lachende de bekentenis deed, dat zij wat dikwijls in verlegenheid was geweest, omdat zij niet wist hoe zich te zullen houden, noch waartoe allerlei zaken dien den, en dat zij in het begin a-lles verkeerd had gedaan en maar steeds in verwonde ring was geweest, ofschoon zij vertrouwde, dat zij dit niet te veel had laten blijken. Dock ond-anks diat alles gevoelde Violette, dat zij niet dn staat was de vertrouwelijke med-edeelingen harer zuster ten volle te beantwoorden. Annette tooh vertelde haar alles, wat zij van het ouderlijke huis wi-l- de weten, doch Violette liacï geen recht otm over dio ondbrwerpen, welke in den Jaatsten tijd baar geest zoozeer bezig had den gehouden, te spreken, en bij iedere wending van het gesprek gevoelde zij, dat er een scheiding tussehen haar bestond, omdat zij iets voor haar te verbergen had. Het zien der tentoonstelling had tot aller genoegen onder het geleide van Mr. Fotheringham plaats. Annette had, dank zij Lord St.-Ernie's galerij, veel emaak voor schilderijenzij teekende goed en had meer begrip dan haar zuster, die er vermaak in schepto om dat talent aan den dag te bren- -gen, en haar met Percy te hooren redenee- ren. Er waren geen andere menschen in (Je zaal, en Annette wilde die gelegenheid waarnemen, om n vluchtige schets naar 'n paar beroemde schildetrijen te ma-Ken. Ter wijl zij daarmede bezig was, liep Percy naar oen ander gedeelte der zaal, waar hij onbe weeglijk voor een groote schilderij bleef staan, zoodat Violette een-s kwa-m zien wat hij zoo aandachtig beschouwde. Het was een fraai stuk van Landseer, voorstell'enue een tijger, die mot katachtige vriendelijkheid op bevel van zijn oppasser gaat liggen, terwijl zijn vurig oog en het kronkelen van zijn staart doen zien, dat die zaohzinnigheid niet lang zal duren. „Dat is aardig om te zien bij een dier", prevelde hij binnensmonds; „maar liot zou minder voldoen bij huiselijk gebruik." „Wat zegt gij?" vroeg Violette, meenen- de dat hij iets tot haar zeide. „Dat ia een overmoedig man", zeido hij, op den tijgertemmer wijzende. „Wanneer hij op de gehechtheid van dat dier ver trouwt, zal hij te eeniger tiju. ondervinden, dat hij zich misrekend heeft." Toe«n hij dit zeide, wendde hij zich eens klaps om, alsof het onderwerp hem tegen stond; zijn toon deed Violette schrikken, daar zi^ er uit opmaakte, wat hij eigenlijk bedoelde. Zoo gaarne had zij hem gezegd, dat een mensoh zich toch eer zou kunnen beheerschen dan een dier, doch zij durfclö niet en hij wendde zich weder tob Annette en beloofde haar, dat hij haar den volgen den dag zou komen halen om de galorïj van Ellesmore to gaan zien. „Dat is de ware soort van vrouwen", zoo begon hij zijn alleenspraak, toen hij de koets had zien wegrijden. „Zachtheid en toegevendheid, met een greintje gezond ver stand, dat is het recept voor een degelijke vtouw als zij zoo niet is, is zij een onding in do natuur. Zij is van den stempel als haar zuster, zie ik; er ontoreekt niets aan, of schoon zij niet die houding en schoonheid bezit, die, gelukkig voor Arthur, hem tot lokaas hebben gestrekt.'3 Toen hij, volgens afspraak, de dames kwam balen, bevond Annette, die er maar niet van kon scheiden om aan haar kopij van het portret van Johnnie to werken, zioh nog in het salon, ofschoon Violette haar reeds lang te voren gewaarschuwd had, haar werk weg te leggen en met haar naar boven te gaan om zioh te Meedein. Hij hield het portret bij het licht. Miss 'Piper'^, las hij. „Dat kleine wijfje? Dat is beter geteekend dan andere portretten, waaraan zij zich schuldig maakt." „O ja 1 Maar Lord St.-Erme heeft het ook geretoucheerd", sprak do niets kwaads ver- mo'ed'ende Annette. „Hij ontmoette Miss Martindale in den winkel van den lijsten maker, on hij heeft er veel aan verbeterd. Hij zag zeker veel in dat kleino gezichtje, want hij heeft er zelfs een vers op gemaakt.^ Op dat oogenblik kwam Violette binnen, terwijl Annette do trap opvloog om haar hoed te gaan opzettenf Peroy stond nog mot cto teekening in de uand., „Welzoo heeft Johnnie een nieuwen aan bidder?' sprak hij. Het speet Violette, dat hij er van gehoord had; zij gaf geen antwoord, en poogde met een glimlachje er zioh af te maken. „Ik hoor, dat hij in Duitschland is." „Ja, met zijn zuster en hun tante." „Hot zij zoo", sprak Percy, „dat zal wel goed gaantussehen hen zal er geen bc/tsing komon; als er een is, dio altoos toegeeft, kan er wel vrede bestaan. Een leeuwin kan wel edelmoedig zijn tegenover een schoothondje.' „Maar, inderdaad, ik geloof niet, dat er iets van aan is." „Als zij hem op do pijnbank houdt, is het nog erger." Violette zag hem met een smeekenden blik aan en zeide op zachten en treurigen toon: „ik hoor u niet gaarne zoo bitter spreken." „Neen' hernam hij, „het is geen verbit tering; die is voorbij. Ik ben dankbaar, dat ik mijn kluisters verbroken heb en dat ik zoo kalm op het verledene kan terugzien, nu de begoocheling voorbij is. Een grootsch ka rakter, dat naar het kwade neigt, is een gevaarlijk clingy en hoewel ik nog geloof, d'at haar godsdienstig gevoel, wanneer het eenmaal door beproevingen gelouterd "is, over haar gebreken zal zegevieren, zie ik tevens in, dat ik mij schromelijk vergist heb met te denken, dat zij voor leiding vatbaar was." Hij sprak zeer oedaard, en toch maakte het op Violette den indruk^ alsof zijn hart pijnlijker was aangedaan dan hij zichzelven wilde bekennen. In de galerij van Ellesme- re bracht hij haar voor die kleine -schilderij var. Paulus Potter, waarop een paar knot wilgen rich scherp-" tegen d© lucht af teeke nen de ondergaande zon verlieht nun stam men en het gras, tn werpt een gouden straal op de ruggen der koeien, die gemolken wor den, terwijl een deftig oud paar naar het melken staat te Mjken; de dame, die een kap op heeft, beseftut met haar waaier haar gelaat-. „Dat is mijn ideaal van gel uk zei hij. „Een wat to Holla-ndsch ideaal' gaf Vio lette ten antwooru. „O, veracht do Hollanders maar niet", fspra-k hij. „Gij kunt er op aan, dat ^-e ach tenswaardige Durgemeoster een retraite en zijn vrouw nog .nimmer woorden met elkan der hebben gehad, zooals wij te Brogdou noemen.'' „Ik denk tooh, dat gij dit veel te eentonig zoudt vinden." „Volstrekt niet'-', zeide Percy. „Als ik het- noodig heb om twist te zoeken, itan elft wel buitenshuis vinden." „Als gij het noodig hebt?" vroeg' Annette latehend; „gebeurt dat dan wel eens?" „Jawel, want ik moet borgen, dat mijp tanden en klauwen scherp blijven," gaf hjj ten antwoord; „maar in mijn huis moet w rust hebben. De burgemeester is mftn mo del." jv Hij ging voort met beide Zusters overal te brengen, waar iets te zien was, en hij hoj Violette meer leeuwen kijken dan rij °oiv gedacht had, dat er tö Londen waren. 0R zekeren dag, toen een onweer hun belette naar den zoölogischen tuin te» gaan, bleef DJ den geheelen middag bij haa-r en las haar, iets voor. In het midden van die lectuur dacht Violette, eensklaps aan dien storm van den laatsten .September; zij za# °P een nieuw denkbeeld vloog haat door ne hoofd. ,v 1 (WoriH Vei:vol

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1916 | | pagina 6