Pleilerlasid en de Oorlog.
Rechtzaken.
Mie, soms met spanningen en al zijn uit
gerukt. Ook van de visitatie-wal zijn ver
scheidene ruiten vernield, te r«üs van de rui
ten in den voormuur van de hal er bijna niet
een is heel gebleven.
Op'het Eland zijn de woningen van de
sluiswachters er n: tig getroffen, al. me 'ever
ier opstaande gebouwen. Eet gr+ote glas Van
de peilschaal heelt het even^ets begevén.
Zy, die toevallig ter plaatse dicht er brj
waren, hebben behaïve den eaormen lucht
druk ook een zackie warmte gevoeld.
De onderzeeër zelf is niet beschadigd;
ook de menschen, die aan boord waren,
hebben geen letsel gekregen.
De namen der slachtoffers zijn
Korporaal-machia«drijver 2cU kl. J. Ha-
vers, gedood.
Pijper 2de kl. H. Bonhoffer, niet levens
gevaarlijke hoofd- en beenwonden.
korporaal-monteur D. P. van Die jen,
niet ernstige gezichtewonden.
korporaal-machinodrijver 2de kl. F. J.
koek, ernstige, doch niet levensgevaarlijke
hoofdwonden.
korporaal-torpedist J. F. L. Daane, niet
ernstige voetwBnd.
Machinoclrijver-majoor M. Beets, ernstige,
doch niot levensgevaarlijke roetsgewricht-
wond.
Voor dc Slachtoffers van den Watersnood.
Bij de Algemeene Vereenijde Commissie
ter Leniging van Rampen door Watersnood
in Nederland, was gisteren in totaal ingeko
men f 1.613.633.79. Bjj de laatste verant
woording was vermeld de tweede storting
van het „Leidscli Dagblad", f2000, zoodat
thans in totaal door onze administratie is
afgedragen f4100.
„De Telegraaf" en
het Anti-Saiokkelbureau.
W# hebben reeds meegedeeld, dat de ge
naturaliseerde Engefcchman A. Lang, die
volgens den heer Hoklert in geen enkele be
dekking stond tot het anti-?mokkclbureau,
doch vrijelijk over de gegevens ran "het bu-
Teau kon beschikken, daags na dc eerste
publicatie van de „Amsterdaiusche Pers"
uit Amsterdam is vertrokken. Nader ver
neemt het „Hbld." dat hij enkele dagen
jaarna met de „Batavier" uit Rotterdam naar
Londen vertrokken is.
Omtrent den stap, door een hoofdambte
naar der invoerrechten geheel op ëjgen ini
tiatief by het anti-smokkelbureau gedaan,
kan nog worden gemeld, dat de betrokkene
is een inspecteur der invoerrechten nit de
"provincie, die ter assistentie van den inspec
teur te Amsterdam tijdelijk hier is geplaatst
m het bijzonder voor het toezicht cjp de
smokkelarij. Hem is thans alle samenwerking
met het anti-stnokkelbureau verb:den.
„De Soldatenkrant.'1
In haar Kameroverzicht zegt de „Haag-
sohe Courant":
Vaderlijk wordt er voor onze jongens aan
Je grenzen gezorgd. Die onaardige heer
Eleerekoper wilde hun „De Soldatencou-
rant" ontnemen, het frissche, van vernuft
en oorspronkelijkheid tintelende org an, dat
de soldaatjes zich voor één koperen cent
kunnen aanschaffen en waaraan het Rijk
4000 gulden per maand of 48000 gulden
per jaar of bijna een halve ton subsidie
geeft Doch de meerderheid der Kamer
heeft gedacht: „Wat!onaan gemobiii-
seerden van die bron van getetelyke lafe
nis berooven? Dat nooit!" En met 33 tegen
21 stemmen werd een motie verworpen van
den afgevaardigde van Amsterikirr. VIII omi
het subsidie aan „De Soldafciaeourant" in
te trekken. Met die verwerping blijft het
Voortbestaan van het blad verzekerd..
met de aanneming zou er een eind aan ge
maakt zijn.
„De Soldatencourant" is een mixtunv van
wetenschap en kunst, verklaarde minister
Bosboom in een speech je, wiarin hij aan
neming der motie ootried. Met die omschrij
ving is geen woord te veel gtaegd. Als de
opperbevelhebber een nieuw» order uit
schrijft, dat je boordje een millimeter lager
nit je kraag moet steken, dan tot dusver,
wordt deze wetenschap den „Soldaten-
couranf'-lezers prompt voor •ogen gehou
den. En ook de kunst wordt in het blad
gevierd en aangebeden, want vele zijn de
gedichtjes in den trant van:
„Met blij jubelend gemoed,
Brepgen wij u onzen groet",
(ode aan den commandant) en:
,,'t Is zoo heerlyk, 'tis zoo fijn
Om gemcb'liseerd te zijn."
Zulk een heiiig mistuur, zulk een wel
dadig zielevoedsel wilde de snoodaard van
Amsterdam' VIII onzen jongens ontrooven!
Hoe gelukkig zuilen zij zich rekenen, dat
het hun vergund blijft, te genieten van een
orgaan, waarin aHes wordt geuit behalve de
ware gemoedstoestand en de ware denkwijze
van de soldaten, waarin elke militate sehrij<-
ven mag, cfie wat zoutelooze lievigheid, wat
opgeschroefde blijmoedigheid en wat roos
kleurige optimisterigheid te schrjjvon heeft
Kamerleden vinden het al zó0 zalig, rede
voeringen en artikelen gedrukt te zien...
hoeveel te meer dan de eenvoudige man van
den troep, als hij zijn gedachten in het
blad uiten kan en zijn min of meer gelukkige
gedichten vindt opgenomen^ alsdns sprak de
heer Nierstrasz en een glimlach krulde de
lippen der luisterende medeleden. Hy zei het
zijn collega's fijntjes!
De voortduring van het subsidie werd met
gloed eu enthusiosme verdedigd door den
peer Drion, die zoo innig bevriend is met
den heer Manassen, den hoofdredacteur der
„Soldatencourant" Dat noemen we vrien
dentrouw! fc
4000 gulden 200,000 X 2 centen. Voor
dat maandelijksch subsidie van 4000 gulden
aan bovengenoemd soepkrantje zou de Re
geering 200,000 liters melk 2 centen goed-
kooper hebben kunnen maken.
DïT ONZE STAD.
STEUNCOMITÉ LEIDEN.
OORLOGSTOESTAND 1914.
Staat van Ontvangsten en Uitgaven van
31 Dec. 1915 tot en met 31 Jan. 1916.
Yoriffe opgaaf. 112335.93'
Sedert ontvangen van 1
Collecte Ihibb. of Cent f 219.77s
id. 213.71"1
id, 203.05
id. 210.10s
113187,58
Bijdrage Kon. Nationaal
Steuncomité 2629.13
Kon. Nat. Steuncomité
(rest. op linurbons) 363.65
Bijdrage Kon. ""ationaal
Steuncomité 5 253 09
116438.45
\VceUbij dragen. s 3
llaandbijdragcn
Pers. ,,Dc Automaat"
id.
Tor. van Gemeente-ambt.
14/0
10.—
2.10
2.10
62.7J
Uitgaven:
lc tot 71e week
71e tot 75e weck
f 110313.49s
2337.00s
116529.80
112650.50
Saldo. f 387^.30
In onze vorige opgaaf stond vermeld
een bijdrage van Gerling Co. 418.54,
hetgeen moest zijn een bijdrage van het
Plaatselijk Comité voor de Verkoop van
Stenmpenningen.
Een Interview van Oud-Minister Steal.
De „Voss. Ztg." bevat het verslag van een
onderhoud, dat de heer Schweninger gehad
j heeft met den gewezen minister van oorlog,
I generaal Staal, lid van de Eerste Kamer.
Op de vraagWat zou Nederland doen,
I wanneer Engeland, als vervolg van zijn ver-
scherpte blokkade, dc Hollandsche havens
j geheel of gedeeltelijk zou afsluiten"? luid-
de het antwoord voorloopig niets.
Generaal Staal vervolgde daarop:
„Mocht Engel nd onze rechten ter zee wer
kelijk op do een of andere wijze met voeten
treden, hetzij door een volledige of gedeel
telijke blokkade van onze havens, hetzij op
andere wijze, da» zouden wij vooreerst niets
daartegen doea."
De generaal meende echter, dat het tot
een verwezenlijking van het Engeleche drei
gement in ge«a enkelen vorm ooit komen
zal. Hij hield hot voor niets dan voor echt-
Engelschen bluf.
„Engeland kaa zonder Nederland niets
doen, en Engeland weet dat. Vergis ik mij
echter, en probeert Engeland werkelijk een
maatregel van dwang, dan moeten wij ons
geweld laten aandoen. Daartegen zou niets
to doen zijn. Wij -zouden ons moeten laten
vernederen, want Eugeland is een groote
mogendheid en wij zijn klein en zwak. Maar
na den vrede zouden wij ons wreken. Dan
zal Engeland ons noodig hebben 1 En dan
zullen wij het niet kennen!"
Den generaal werd gevraagd, wat zou ge
beuren, als Engeland het van politiek voor
deel acht, Nederland in den oorlog te be
trokken en zou beproeven met Nederland
te handelen als inet Griekenland.
De heer Staal antwoordde: „-Dat zou ik
eens willen zi»n 1 De Engelschen hebben
reeds eenmaal bij*ons bloedige koppen ge
kregen, toen zij beproefden te landen. Ik
sta er voor in, dat een landing in Nederland
huu nooit zou gelukken. Eigenlijk moest hot
zelfs ondenkbaar zijn, dat de Engelsehen
zelfs in vertwijfeling zulk een poging zou
den wagon. Het zou een ongelooflijke dom
heid wezen. Maar ten slotte is het de vraag,
of deze domheid grooter zou zijn dan die
van Gallipoli. Waar dat mogelijk was, is
alles mogelijk. Nemen wij dus aan, dat En
geland om de een of andefe reden in Ne
derland landen wil. Dat zou in don tegen-
woordigen stand van den oorlog niet de
minste verandering brengen. Niet eens zou
daaruit een automatisch samengaan van No
derland met do centrale mogendheden vol
gen. Nederland zou hoogstwaarschijnlijk
vorklarcn, dat het voornemens is zichzelf te
verdedigen zomder hulp van buiten, en het
zou er zeer beslist voor zorgen, dat geen en
kele Engelsche voet den Nederlandschen
bodem betreedt 1"
„En uw koloaiënï"
„Ik weet, dat veelvuldig wordt aangeno
men, dat de Engelschen dan onze koloniën
zouden inpalmen. Maar ik geloof het niet.
Ik geloof, dat de Vereenigde Staten het niet
zouden toestaan en ik geloof ook, dat voor
Japan moeilijkheden dreigen in China en dat
Japan dit zeer nauwkeurig beseft. Japan zal
zich in geen niouwe oorlogshandeling meer
mengen, al is de gelegenheid nog zoo guns
tig; de Vereenigde Staten zullen echter En
geland toeroepen hands off 1"
Generaal Staal antwoordde voorts nog
op do vraag, waarom dan Nederland toch
de kostbare mobilisatie van zijn geheele le
ger op oorlogssterkte handhaaft, dat Neder
land als neutrale staat iederen schijn van
partijdigheid moet vermijden. „De verde
diging tegen Engeland beperkt zich tot de
verdediging van onze kust. Wij mogen ons
niet doör Engeland laten verwijten, dat wij
de kust in staat van verdediging houden,
maar aan de landsgrens militair ongedekt
staan. Dat zou den schijn van partijdigheid
op rich laden en dat mag niet. Nederland
is werkelijk onzijdig en wil dat onder alle
omstandigheden blijven. Maar zeker niet als
GriekenlandEngeland's optreden in Grie
kenland heeft dit eéne goede gehad, dat het
dien Nederlanders die misschien nog blind
waren, eindelijk cn v<?or goea do oogen ge
opend heeft. Wie vroeger werkelijk aan
Engeland's woorden over bescherming van
de kleine staten geloofd Jieeft, is nu voor
goed van dat geloof genezenNeder-
land's politiek zal gebeurtenissen, als nu in
Griekenland voorvallen, van Noderlaricl we
ten verre te houden. Wij moeten ons mis
schien ter zee laten overweldigen, waarover
wij ons zeer boslist zouden wreken, maar wij
zouden Engelanc. nooit toestaan, in Neder
land to landen.Steeds is het Nederland's
politiek geweestvooral geen overeenkom
sten van militairen aard. Toen ik minister
van oorlog was, is het dikwijls genoeg ge
beurd, dat een Engelsche militaire attaché
mij „particulier" wilde spreken. Dat klinkt
onschuldig genoeg, niet waar Ik heb de
heeren nooit ontvangen."
De generaal gaf nog als zijn meening over
den algemeenen toestand, dat het einde van
den oorlog te verwachten is door een vrede,
afzonderlijk te sluiten, eerst door Italië,
clan door Frankrijk en eindelijk door Rus-
j land, en als de Engelschen dan niot meer
kunnen strijden „tot den laatetén Fransch-
man of Rus" een beslissing, niet in Egypte
maar hoogstwaarschijnlijk aa:i het westelijk
front."
Generaal Staal schijnt 't te weten. Maar
zou 't niet beter zijn, dat een oud-minister
zijn mond hield? Klampen uit een ministe
rieel© loopbaan is niet de meeste juiste op
vatting van verantwoordelijkheidsgev<Ml.
Over zoo'n gesprek met ee'n militair atta
che wordt licht verkeerd gedacht. En kwa
men er geen andere attaché's? Of ontving
generaal Staal die wel, toen hij nog op het.
Plein resideerde.
Zijn geschiedkundige beschouwingen over
Griekenland willen we hier niet bestrijden.
Dat is niet onze zaak, maar wel willen we
er tegen opkomen, dat een oud-minister
hij is helaas de eerste niet zoo loslippig is.
Voor de geïnterneerde Belgen.
Luitenant-generaal Dossin heeft tot de ge-
interneerde Belgische officieren en solda
ten de hieronder volgende legerorder ge
richt
's-Gravènhage, Febr. 1916.
Aan de
geïnterneerde officieren, onderofficie
ren en soldaten.
Met veel genoegen laat ik u weten, dat
mijnheer de minister van Oorlog mij heeft
gelast, aan u allen, in zijn naam het vol
gende aan te kondigen
De handelwijze van diegenen, welke do
troepen, die na de overgave van Antwer
pen in Nederland kwamen, verdacht hou
den, is onaannemelijk en niemand heeft het
recht het geringste ongunstig oordeel daar
over te uiten.
Behoudens een overtuigend tegenstrijdig
bewijs, neemt de heer minister ook niet aan,
dat Belgische troepen zich hadden laten in
terneeren, indien zij anders hadden kunnen
doen.
Mijnheer de minister acht de uitdrukking
van berispingen daarover, in de tegenwoor
dige omstandigheden, als een lichtzinnige
handeling en een kwade daad.
De generaal-luitenant,
F. DOSSrN.
Hot lijdt geen twijfel of de minister van.
Oorlog heeft deze legerorder uitgevaardigd
op verzoek van minister Yandervelde, din,
bij zijn bezoek aan de internecringskampcn
hier te lande, vanwege de soldaten bittere
klachten had moeten hooren over het on
gunstig oordeel, dat in sommige kringen
over hen wordt uitgesproken.
<■-»
De „Matin" ontving een brief van een
Fransch soldaat, die in het kamp van Olde-
broek zou zijn geïnterneerd, en die er over
klaagt, dat de Fransche geïnterneerden zich
aan anthropometrische opname te onder
werpen hebben, alsof zij de grootste misdadi
gers waren'
Ze worden gefotografeerd, vingerafdruk
ken worden genomen enz.
Bij informatie te bevoegder plaatse bleek
aan de „Tel.", dat van onaangename beje
gening der Fransche soldaten niets bekend
is. Vermoedelijk zal de klager in de „Ma-
tin" eenvoudige maatregelen, die in het be
lang van de bewaking der geïnterneerde
vreemde soldaten worden genomen, eenigs-
zïns overdreven voorstellen en met. het ad
jectief „onduldbaar" zooals hij doet, bestem
pelen wat uit den aard der zaak logisch en
in 't geheel niet ongewoon is.
De burgemeester va<n Domburg heeft
officieel be-riciht ontvangen, d'at de sdheid'e,
ontstaan dear het springen of cïben eprin
ged van mijnen in November 1914, niet zal
worden vergoed. De echode beliep duizen
den guldens.
Bij een der jongste Zeppelinraids op
Engeland is o.a. gedood' de Belgische loodb
V. woonachtig te VlissingenDe overlede
ne laat een groot gezin achter.
Do audibeur-milituAr bij dén krijgsraad
mr. Pal (he "Wcycn-'bege, vorderde
M. A. do G., milicien der artillerie, affcjL,
stig uit Kat w ij k-a a n-Z e e, ter
van 2dó desertie, 2 maanden militaire oc_
vangenk?traf in te gaan 22 Januari.
Ohr. K milicien der artillerie, afkom-
stig uit L e i d e 11, ter zake van 3de deser
tie, 6 maanden mififcaire govamigemdsstraf
KRIJGSRaAD TE 'S-G RA VEN HA G E.
Deze krijgsraad veroordeelde:
J. H. V., milicien deir veld-art.afkom
stig udt L o i d e n tor zake van het zioh be
dienen van eens anders verlofpas, tot 2
weken militaire detentie.
KANTONGERECHT TE LEIDEN.
Uitspraken.
De kantonrechter heeft veroordeeld, wegen*
zonder vergunning vee laten loopen op verbod,.,
grond, J. O., te- Koordwvjk, tot 6 of .5 d.
Wegene loopen op verboden grond, L S in
Noordwijk, tot /3 of 5 d.P. M., te Noordwijker
hout, tot 3 of d--N. D. Az., te Noordwnker
hout, tot f 3 of 2 d.: W v. d. B. Az.. to NW
1 wijkerhout (3-niar.l gepleegd), tot 3-maal (i of
I 3-maal 3 d J. B. zwervende, (2-maal gepleerd)
tot 2-maal f2 of 2-maal 2d.
Wegene loopen op Aorboden grond, gepleccd
I te zamec en in verccniging, A. B., Th. v. T., (y
G.. te Primeoiihage,. on J. y. T„ ieder tot f'2 0f
2 d.; J. K.j te Noordwijkerliout, en L. K., te Lise»
ieder tot f 3 of 3 d.
"Wegens viseclicn met een aalschaar, en een
verboden yischtuig lu de nabijheid van wateren
waarop het Binnen Vlseekerij Reglement van toe.
passing ie, vervoerori, D. Th. D., voor elke over-
treding 2 dagen principale hechtenis.
Wegens als hoofd <]er onderneming welke se.
vaar, schade ef hinder ka* veroorzaken, handelen
in strijd met de ge«teltf« voorwaarden, W. L. J
de N., tot f3 of 2 d.
Wegens burengerucht A. K. tot f 3 of 3d
Wogens straatschenderij A. P. il., to Noord!
wijk, tot ƒ3 of 3 d.
Wegens dronkenschap, C. v. Z tot fi of 3 d
J. A. tot /e.50 of 1 d.; P. F M. rot ƒ2 of 2 d'-'
J. W. tot ƒ1 of 1 d.; L. tot ƒ2 of 2 d.; A. o!
N., te Oegstgéest, tot ƒ1 of 1 d.; v. V„
Lisse, tot /2 of 2 d.; Ch.. d. II., te Sassenheim,
tot 3 of 3 <1.J. 't W., te Noordwijk, tot fi
I of 3 d.; W. v. L., te Noerdwijk a. Zee, tot f 2 ol
2 d.; F. d, J., te Katwijk tot i 2 of 2 d.W v.
P., te Katwijk aan Zee,. 101 3 of 2 d.D. K
zwervende, tot f 1 of 1 d R,, K., zworvuide, tot
3 of 3 d.J. B., zwervende, tot f 2 of 3 d.A( s.
zwervende, tot f 3 of 3 d.; R v E.. zwervend/
i tot ƒ3 of 2 d.A. v. N. en G. K., beidon zwi-r.
veude, ieder tot ƒ2 of 2 d.; S. v. E. lot 2 of 2 ,1.
j Wegens verboden vischtuigen in de nabijheid
van watoren waarop het Binnen-Yissehorij-ltogle-
ment van toepassing is, A'ervoeren, A. B. tot J
of 2 d.Th. v. T. tot ƒ3 of 3 d.
Wegens overtreding der Jachtwet Z. v. D., to
Rijnsburg. tot ƒ2 of 1 maand tuchtschool,
j Wegens zich zonder verg. in het Aeld. buiten
openbare wogen en voetpaden bevinden met klem-
men P. v. d. B. Az, te Noordwijkerliout, tot 3
j of 3 d.
Wogens overtreding der Trekhondcnwet N. r.
d. W, te Noordwijk a. Zee, tot f 2 of 2 d.
Wogens te snel varen G. V, te Ylaarding*n
tot ƒ5 of 3 d.
Wegens rijden met rijAviel zonder, licht, J. C.
C. tot 1 maand voorwaardelijke tuchtschool niet
J een proeftijd van een jaar; J. R, te Zoeterwoude,
1 tot f 2 of 2 d.D. II. te Katwijk aan Zee, tot
teruggave nan zijn ouders.
Wegens rijden met rijwiel zonder bel, P. F. G,
tot teruggave aan zijn «uders.
I Wegens t-c Leiden personcD nasehroeuwen C. S
tot ƒ1 of ld.
Wegens te Leiden met suoemvballen gooien
G. P. en I. W. C.. ieder tot ƒ1 of 1 d.
Wegens te Leiden op den openb. vveg een klomp
werpen J. B tot teruggave aan zijn duders.
Wegens te Leiden een rijwiel berijden op do
klinkorbestrating J. G. A. d. K. tot 1 of 1 d.
Wegens te Leidon een voertuig berijden in ver
boden richting J. v, d. B., tot 1 of 1 d.
Wegens te Leiden met een voertuig een Btand-
i plaats innemen op den openb. Aveg J. F. v. tl. I
W.. tot ƒ0,50. of 1 d.
Wegens te Leiden in een café te laat ah
bezoeker aanwezig zijn. gepleegd te zamen en
in vcrcenjging P. L., P. L. d. 1. P, A. v. I, J. K,
1 te Katwijk a. Zee, J. K, P. P, J. S. on D K,
iodor tot 2 of 2 d.
Wegens te Leiden in een c^fé te laat bezoe
kers aanwezig hebben A J. d. W. tot ƒ2 of 2 d,
j en C. A. d. K - tot 2 of 2 d.
Wegens te Leiden ten verkoop A'corhandcn lid-
ben melk. die bij staan ter hoeveelheid vr.n Lite
in een cylindrisób vat vr.n heldor kleurloos glas
en 9 cif. middellijn na uur bezinksel ver
toont, N. M. tot 3 of 2 d.
Wegens te Ijeiden als volle melk afleveren raclk
j wódraan water is toegevoegd en waarvan liet
I gehalte aan vetvrij vasts stof minder don 8 pro-
eent bedraagt, C J. Y, te Yeur, tot 5 of 2 d.
Waar geen woonplaats is vermeld.- gelden do
vonnissen te Lèiden wonenden.
Uitspruiten van het Kantongerecht
te Alphen.
J. v. d. 8, r. z. h; 2 of 1 d K. d. J.. A. Z,
r. z. 1., ƒ1 ©f ld: J. R r. z. 1„ f 3 of ld;
D. B., r. 7.. 1., vrijgesproken; P. v D.. r. z. 1,
ƒ0.50 of 1 w. tuchtschool; G. D r. z. 1.. en 435 SR.
ƒ0.50 of 1 wk. t. en ƒ3 ©f 1 wk. t.A d. L, r
ƒ2 of 1 d.; n. n. 424 s.. R. ƒ1 of 1 d. ;~D B.
427 8. B, ƒ2 of 1 d.: J. v V„ W. K., W. B,
453 S. It., ƒ2 of 1 d J. r.-H, P. v. V., 453 S. R
2-maal (ƒ2 of 1 d.): W. V, wapenwet, aangehou
den; L. v, d. P., hinderwet, aangehouden; Th. K,
arbeidswet., ƒ6 of 2 d.; J. S., arbeidsw., 2 znaal
(ƒ2 of 1 d.); H. R. L. v, T, jachtwet, aangehou
den: O. v. E, dranlcwtt, vrijgesproken, flesc5)
brandewijn torug; J. v S veewet, vrijgesproken
O. v. D., veewet, 3 of 2 d.; G Z., veewet, 3 oJ
1 d.; O. W:, veewet, ƒ2 of 2 d.; O. M.. leerplicht
wet. ƒ1.50 óf 1 d Th. K„ varen z. v, 2 of 1 d
J. R. W. R„ v. z. verg., 0.50 of 1 <LC.
atoomw. overtr. ƒ5 of 2 d W. v d. B„ II. 3f.
i/lem, ƒ3 of 2 d.J. n., P. v il.. idem. 2 of 1 <1
P. J. P.. idem, ƒ3 of 1 d.-. C. v. d. Y., idem. 6
of 2 d.; If. J-, visschcrijwet. 3-maal (ƒ150 of 1 d).
2 h. terugJ. v. R, Mol«rk. besl. vnjgesprobe'i
C. v. S., N IT, pol. v. Rijnz, 1 of 1 d.O. W.
M. v. T. Lz, pol. v. van Tor Aar, resp. ƒ1 of 1 <1.
en 2 of 1 d.; J. d. B., p©l. v. Aarl. aangehouden.
zijn excuses, dat hij zijn vertrek niet had
kunnen uitstellen, ditch brak opeens af, in
verwarring gebracht door het onaangename,
droge kuchje van mevr. Neebit on nog meer,
toen zij Lord Martindale t-en zeer strak
gezicht zag zetten. Zij begon met zenuw
achtige haast uit te loggen, dat zijn afwezig
heid het gevolg van ec-n vroeger ge
maakte afspraak was, en hij na zijn terug
komst met haar naar buiten aouj gaan
want nu was zij toch nog niet sterk genoeg
uitgekomen om te kunnen roLz*o. Van haar
schoonvader kreeg zij een vriendelijk ge
zicht; Lady Mortinctele daarentegen bewees
haar niets dan koude beleefdheid. Men
vroeg haar ten eten, doch dat kwam haar
met gelegen om haar kindertjes; daarop
bood men haar aan, haar met h^t rijtuig
naar huis te laten krengen, en toen zij ook
daarvoor bedankte, bood Lord Martindale
haar zijn geleide aan, terwijl Theodora bij
haar moeder kon blijven.
Hij wa«s zeer ontevreden, dat zijn zoon
haar alleen gelaten had.
„Mijn lieve", begon hij het gesprek." ik
zou zoo gaarne eens een oogenklikje met u
praten. Ik wenschte die onaangename his
torie wel eens van u zelve te hooren. Gij
behoeft u niet ongerust te makeiigij hebt
er geen schuld aanhet spijt mij, dat gij er
zoo veel onaangenaamheden om gehad
hebt."
O, neen, Theodora is heel lief voor mij
geweeet."
„Dat doet mij pleiziermaar zeg eens,
schikt het u van avond of morgenochtend
het best?
„liever morgenochtend", antwoordde
Violette.
Theodora kwam veel later dan Violette
verwacht had, zeer opgewonden, thuis. Zij
had er te voren veel gewicht aan gehecht,
om dicci laateten avond met el lean der pra
tende door te brengen, doch thans had zij
ecu zwijgende bui. Zij gaf voor, het boek,
dat zii te zamen begonnen waren, te wil
len uitlozen, en laa dan ook zonder oph ra
den door tot het tijd was om naar bed te
gaan; caarop wenschte zij Violette goedei
nacht, zender verder een woord te zeggen.
Doch Violette was nauwelijks ter ruste,
of Theodora kwam reeds bij haar, en ging
voor haar bed zitten; zij deed niets .dan
haar aanzien, terwijl zij nauwelijks ant
woord gaf op de weinige woorden, welke
Violette waagde to spreken. Niet voordat
do klok twaalf sloeg, rees zij van haar zit
plaats op.
„Komaan, ik moet gaan; maar ik weet
niet hoe ik mij van u af zal scheuren Ik heb
een gevoel akof men mij wegdrijft van de
eenige plek, war ik beter zou kunnen
worden."
„Neen", fluisterde Violette, /overal,
waar onzo plicht ons leidt, kunnen wij aan
onze verbetering arbeiden."
„Ik zou dit kunnen, indien gij steeds bij
mij waart, om mijn gemoed tot rust te bren
gen cn mij dergelijke dingen voor te hou
den.'
„Gij liebt mij daartoe niet noodig; gij
hebt immers uw bijbel?"
„Ik heb nimmer het rechte pad gezien,
dat ik volgen moest, tot nu toe, en nu ik
het even begin t-o bespeuren, word ik weg
gedreven."
„Dezelfde genade, welke u zoo ver op uw
pad geleid hecft% zal-u voorgaan en verder
leiden, als gij maar wilt volgen, noe moei
lijk de weg ook zijn moge."
„Die genade moge met u zijn en da-t is
zij zeker", ^prak Theodora; „maar o,
Violette, denk «ens hoe lang ik versmaad
heb naar die stom te luisteren. -
Violette nam haar hand tussohen de hare
en riep onder tranen uit: „Zoo moet gij niet
sprekenAls gij geen gevoel hadt voor uw
tekortkomingen, zondt gij immers'niet zoo
bedroefd zijn.'*
„Ach, ik weet het niet, maar waarom "moet
ik gedwongen worden om in de woestijn van
mijn eigen hart rond te dolen en aan een
zaamheid en verleiding te worden overge
geven V'
„Zoo gij dan waarlijk op mij uw hoop .stelt,
in plaats van bij den eenigen waren Helper
uw steun te zoeken, is het misschien beter,,
dat gij mij verlaat. Theodora, mag ik u
eew, mijn eigen voorbeeld aanhalen? Toen
ik in het eerst zoo veel moeilijkheden voor
mij zag en niet tot mijn moeder kon gaan,
wae het mij alsof ik van ieder verlaten was,
doch langzamerhand klaarde de lucht voor
mij op.; het was, toen ik had leeren inzien,
hoe ik mijn steun en mijn tropst in den bijbel
kon vinden, on. sedert dien tijd ben ik o zoo
,voel gelukkiger geweest."
„Hoe leerdet gij dat inzien
„John hielp mij op den goeden weg; maar
mij dunkt, dat men (Sen weg ook wel zon
der menschelijko hulp vinden kan, en daar
op vertrouw ik voor u, Theodora."
„Goeden nacht, zuster. 0! wat zal ik dóen,
wanneer ik u niet meer heb, om mij te troos
ten en te bemoedigen!"
Een nacht van onrustigen slaap was een
slechte voorbereiding voor het onderhoud,
dat Violette wachtte. Lord Martindale kwam
ontbijten. Theodora verdween zoodra de
kleintjes uit de kamer waren, en hij bc-
gbn het gesprek, met Violette te vragen
of zij hem de toedracht der zaak wilde
vertellen.
Zij weidde eerst uit over de vriendschap,
die Theodora haar betoond had, en daarop
voldeed zrj aan zjjn verlangen, zich alle
moeite gevende om haar gedrag te^ vergoe
lijken, zonder Percy te veroordcelen; ja,
het scheen zelfs alsof het haar een ver
lichting gaf, dat zij zichzelve mocht b>
schuldigen zich niet genoeg tegen dien on-
gelukkigen tocht naar Èpsom verzet te
hebben.
„Neen, gij behoeft noch aan u, noch aan
iemand anders te wijten, wat alleen de schuld
is van haar ongelukkig en eigenzinnig ka
rakter." En toen liet hij er dodelijk op
volgen „Zoudt gij denken, dat zij eenige
genegenheid voor den armen Fotherïdgham
bezat?"
„Voel meer dan zij zelve weet," zei
Violette.
„Zoo, dan gelooft gij niet, dat zij eenige
aanmoediging heeft gegeven aan dien man,
die er zoo bespottelijk uitziet, ik m;en Lord
St.-Enne?"
„Lord Sk-Erme! ric-p yiolttoo vsrspji, i\t
„Ja, toen. ik gisterenyan u afgjng, ^wan
delde hij met mij terug, en zoo voortgaande,
deed hij mij de bekentenis, dat hjj mijn
dochter reeds sedert lang beminde, en vroeg
mij vergunning om ons naar Duilschland
to volgen, ten einde in de gelegenheid te
zrjn, aanzoek bij haar te doen."
„Hij heeft zich immers nog niet aan haar
verklaard?"
„Neen, hij zeide, dat hij die stoutmoedig
heid niet had durven nemen, en sprak ook
van gestoord te zjjn geworden. Ik kon hem
niet anders zeggen dan dat het van haar
afhing. Er is niets togen dien jongen m:.n,
voor zoover ik weet, behalve dat hij iemand
is, die niets degeljjks uitvoert, een soort
doeniet/'van wien ik. niet kan denken, dat
hij in haar smaak zai vallen."
„Ik geloof ook niet, d t zij hem binunt,"'
sprak Violette.
„Niet? Nu, dan begrijp ik er niets van.
Ik heb haar vrijheid gelaten, om te do:n
wat zij wilde; maar waarschuwde ha r slechts
om hem niet voor den gek te houden, door
een verloving aan te gaan zonder er rijpelijk
over nagedacht te hebben, maar ik kon
geen woord uit haar krijgen; zij was weder
in een van haar kwade buien, zoodat ik niet
heb kunnen uitvinden of zij hem dicht aan
te nemen of niet."
„Ik denk van neen."
„Ik weet het niet. Niemand kanzeggcpi
wat de aanbioding van den titel van grari'
op een meisje vermag. Niettegenstaande a
haar pre ten slee za! zij misschien dee te gc"
makkelijker voor die verl iling bezwijken.
Ik heb er haar tante ge. n woord van gp*
zegd, opdat zij des te vrijer zou wezen ia
haar keus. Niets, dat ik iets tegen een ver
bintenis niet Lord St/Srme heb; integenteo,
zijn familfebetrel:kinge*i laten cicts to wen-
schen over en hij. komt mij vóór een
slag van mensch te zijn. Zijt gy goed nr't
hem bekend?"
Violette verhaalde nu hoe v.-r haar te
kendheid met hem zich uitstrekte.
„Ik weet waarlijk niet hoe ik liand-kn
moet," zei Lord Martindale. „Ik wenschte
slechts, dat ik verzekerd kon zijn, dat h t
niet weder alles coquetterie van haar ij;
Was John maar hier om mij raad te geveP",
„Geloof niet," merkte Violette aan,
gij half weet hoeveel moeite zij zich gee
om het go!de na te jagen."
(Wordt vervolgd