Pleilerlasid en de Oorlog. Rechtzaken. Mie, soms met spanningen en al zijn uit gerukt. Ook van de visitatie-wal zijn ver scheidene ruiten vernield, te r«üs van de rui ten in den voormuur van de hal er bijna niet een is heel gebleven. Op'het Eland zijn de woningen van de sluiswachters er n: tig getroffen, al. me 'ever ier opstaande gebouwen. Eet gr+ote glas Van de peilschaal heelt het even^ets begevén. Zy, die toevallig ter plaatse dicht er brj waren, hebben behaïve den eaormen lucht druk ook een zackie warmte gevoeld. De onderzeeër zelf is niet beschadigd; ook de menschen, die aan boord waren, hebben geen letsel gekregen. De namen der slachtoffers zijn Korporaal-machia«drijver 2cU kl. J. Ha- vers, gedood. Pijper 2de kl. H. Bonhoffer, niet levens gevaarlijke hoofd- en beenwonden. korporaal-monteur D. P. van Die jen, niet ernstige gezichtewonden. korporaal-machinodrijver 2de kl. F. J. koek, ernstige, doch niet levensgevaarlijke hoofdwonden. korporaal-torpedist J. F. L. Daane, niet ernstige voetwBnd. Machinoclrijver-majoor M. Beets, ernstige, doch niot levensgevaarlijke roetsgewricht- wond. Voor dc Slachtoffers van den Watersnood. Bij de Algemeene Vereenijde Commissie ter Leniging van Rampen door Watersnood in Nederland, was gisteren in totaal ingeko men f 1.613.633.79. Bjj de laatste verant woording was vermeld de tweede storting van het „Leidscli Dagblad", f2000, zoodat thans in totaal door onze administratie is afgedragen f4100. „De Telegraaf" en het Anti-Saiokkelbureau. W# hebben reeds meegedeeld, dat de ge naturaliseerde Engefcchman A. Lang, die volgens den heer Hoklert in geen enkele be dekking stond tot het anti-?mokkclbureau, doch vrijelijk over de gegevens ran "het bu- Teau kon beschikken, daags na dc eerste publicatie van de „Amsterdaiusche Pers" uit Amsterdam is vertrokken. Nader ver neemt het „Hbld." dat hij enkele dagen jaarna met de „Batavier" uit Rotterdam naar Londen vertrokken is. Omtrent den stap, door een hoofdambte naar der invoerrechten geheel op ëjgen ini tiatief by het anti-smokkelbureau gedaan, kan nog worden gemeld, dat de betrokkene is een inspecteur der invoerrechten nit de "provincie, die ter assistentie van den inspec teur te Amsterdam tijdelijk hier is geplaatst m het bijzonder voor het toezicht cjp de smokkelarij. Hem is thans alle samenwerking met het anti-stnokkelbureau verb:den. „De Soldatenkrant.'1 In haar Kameroverzicht zegt de „Haag- sohe Courant": Vaderlijk wordt er voor onze jongens aan Je grenzen gezorgd. Die onaardige heer Eleerekoper wilde hun „De Soldatencou- rant" ontnemen, het frissche, van vernuft en oorspronkelijkheid tintelende org an, dat de soldaatjes zich voor één koperen cent kunnen aanschaffen en waaraan het Rijk 4000 gulden per maand of 48000 gulden per jaar of bijna een halve ton subsidie geeft Doch de meerderheid der Kamer heeft gedacht: „Wat!onaan gemobiii- seerden van die bron van getetelyke lafe nis berooven? Dat nooit!" En met 33 tegen 21 stemmen werd een motie verworpen van den afgevaardigde van Amsterikirr. VIII omi het subsidie aan „De Soldafciaeourant" in te trekken. Met die verwerping blijft het Voortbestaan van het blad verzekerd.. met de aanneming zou er een eind aan ge maakt zijn. „De Soldatencourant" is een mixtunv van wetenschap en kunst, verklaarde minister Bosboom in een speech je, wiarin hij aan neming der motie ootried. Met die omschrij ving is geen woord te veel gtaegd. Als de opperbevelhebber een nieuw» order uit schrijft, dat je boordje een millimeter lager nit je kraag moet steken, dan tot dusver, wordt deze wetenschap den „Soldaten- couranf'-lezers prompt voor •ogen gehou den. En ook de kunst wordt in het blad gevierd en aangebeden, want vele zijn de gedichtjes in den trant van: „Met blij jubelend gemoed, Brepgen wij u onzen groet", (ode aan den commandant) en: ,,'t Is zoo heerlyk, 'tis zoo fijn Om gemcb'liseerd te zijn." Zulk een heiiig mistuur, zulk een wel dadig zielevoedsel wilde de snoodaard van Amsterdam' VIII onzen jongens ontrooven! Hoe gelukkig zuilen zij zich rekenen, dat het hun vergund blijft, te genieten van een orgaan, waarin aHes wordt geuit behalve de ware gemoedstoestand en de ware denkwijze van de soldaten, waarin elke militate sehrij<- ven mag, cfie wat zoutelooze lievigheid, wat opgeschroefde blijmoedigheid en wat roos kleurige optimisterigheid te schrjjvon heeft Kamerleden vinden het al zó0 zalig, rede voeringen en artikelen gedrukt te zien... hoeveel te meer dan de eenvoudige man van den troep, als hij zijn gedachten in het blad uiten kan en zijn min of meer gelukkige gedichten vindt opgenomen^ alsdns sprak de heer Nierstrasz en een glimlach krulde de lippen der luisterende medeleden. Hy zei het zijn collega's fijntjes! De voortduring van het subsidie werd met gloed eu enthusiosme verdedigd door den peer Drion, die zoo innig bevriend is met den heer Manassen, den hoofdredacteur der „Soldatencourant" Dat noemen we vrien dentrouw! fc 4000 gulden 200,000 X 2 centen. Voor dat maandelijksch subsidie van 4000 gulden aan bovengenoemd soepkrantje zou de Re geering 200,000 liters melk 2 centen goed- kooper hebben kunnen maken. DïT ONZE STAD. STEUNCOMITÉ LEIDEN. OORLOGSTOESTAND 1914. Staat van Ontvangsten en Uitgaven van 31 Dec. 1915 tot en met 31 Jan. 1916. Yoriffe opgaaf. 112335.93' Sedert ontvangen van 1 Collecte Ihibb. of Cent f 219.77s id. 213.71"1 id, 203.05 id. 210.10s 113187,58 Bijdrage Kon. Nationaal Steuncomité 2629.13 Kon. Nat. Steuncomité (rest. op linurbons) 363.65 Bijdrage Kon. ""ationaal Steuncomité 5 253 09 116438.45 \VceUbij dragen. s 3 llaandbijdragcn Pers. ,,Dc Automaat" id. Tor. van Gemeente-ambt. 14/0 10.— 2.10 2.10 62.7J Uitgaven: lc tot 71e week 71e tot 75e weck f 110313.49s 2337.00s 116529.80 112650.50 Saldo. f 387^.30 In onze vorige opgaaf stond vermeld een bijdrage van Gerling Co. 418.54, hetgeen moest zijn een bijdrage van het Plaatselijk Comité voor de Verkoop van Stenmpenningen. Een Interview van Oud-Minister Steal. De „Voss. Ztg." bevat het verslag van een onderhoud, dat de heer Schweninger gehad j heeft met den gewezen minister van oorlog, I generaal Staal, lid van de Eerste Kamer. Op de vraagWat zou Nederland doen, I wanneer Engeland, als vervolg van zijn ver- scherpte blokkade, dc Hollandsche havens j geheel of gedeeltelijk zou afsluiten"? luid- de het antwoord voorloopig niets. Generaal Staal vervolgde daarop: „Mocht Engel nd onze rechten ter zee wer kelijk op do een of andere wijze met voeten treden, hetzij door een volledige of gedeel telijke blokkade van onze havens, hetzij op andere wijze, da» zouden wij vooreerst niets daartegen doea." De generaal meende echter, dat het tot een verwezenlijking van het Engeleche drei gement in ge«a enkelen vorm ooit komen zal. Hij hield hot voor niets dan voor echt- Engelschen bluf. „Engeland kaa zonder Nederland niets doen, en Engeland weet dat. Vergis ik mij echter, en probeert Engeland werkelijk een maatregel van dwang, dan moeten wij ons geweld laten aandoen. Daartegen zou niets to doen zijn. Wij -zouden ons moeten laten vernederen, want Eugeland is een groote mogendheid en wij zijn klein en zwak. Maar na den vrede zouden wij ons wreken. Dan zal Engeland ons noodig hebben 1 En dan zullen wij het niet kennen!" Den generaal werd gevraagd, wat zou ge beuren, als Engeland het van politiek voor deel acht, Nederland in den oorlog te be trokken en zou beproeven met Nederland te handelen als inet Griekenland. De heer Staal antwoordde: „-Dat zou ik eens willen zi»n 1 De Engelschen hebben reeds eenmaal bij*ons bloedige koppen ge kregen, toen zij beproefden te landen. Ik sta er voor in, dat een landing in Nederland huu nooit zou gelukken. Eigenlijk moest hot zelfs ondenkbaar zijn, dat de Engelsehen zelfs in vertwijfeling zulk een poging zou den wagon. Het zou een ongelooflijke dom heid wezen. Maar ten slotte is het de vraag, of deze domheid grooter zou zijn dan die van Gallipoli. Waar dat mogelijk was, is alles mogelijk. Nemen wij dus aan, dat En geland om de een of andefe reden in Ne derland landen wil. Dat zou in don tegen- woordigen stand van den oorlog niet de minste verandering brengen. Niet eens zou daaruit een automatisch samengaan van No derland met do centrale mogendheden vol gen. Nederland zou hoogstwaarschijnlijk vorklarcn, dat het voornemens is zichzelf te verdedigen zomder hulp van buiten, en het zou er zeer beslist voor zorgen, dat geen en kele Engelsche voet den Nederlandschen bodem betreedt 1" „En uw koloaiënï" „Ik weet, dat veelvuldig wordt aangeno men, dat de Engelschen dan onze koloniën zouden inpalmen. Maar ik geloof het niet. Ik geloof, dat de Vereenigde Staten het niet zouden toestaan en ik geloof ook, dat voor Japan moeilijkheden dreigen in China en dat Japan dit zeer nauwkeurig beseft. Japan zal zich in geen niouwe oorlogshandeling meer mengen, al is de gelegenheid nog zoo guns tig; de Vereenigde Staten zullen echter En geland toeroepen hands off 1" Generaal Staal antwoordde voorts nog op do vraag, waarom dan Nederland toch de kostbare mobilisatie van zijn geheele le ger op oorlogssterkte handhaaft, dat Neder land als neutrale staat iederen schijn van partijdigheid moet vermijden. „De verde diging tegen Engeland beperkt zich tot de verdediging van onze kust. Wij mogen ons niet doör Engeland laten verwijten, dat wij de kust in staat van verdediging houden, maar aan de landsgrens militair ongedekt staan. Dat zou den schijn van partijdigheid op rich laden en dat mag niet. Nederland is werkelijk onzijdig en wil dat onder alle omstandigheden blijven. Maar zeker niet als GriekenlandEngeland's optreden in Grie kenland heeft dit eéne goede gehad, dat het dien Nederlanders die misschien nog blind waren, eindelijk cn v<?or goea do oogen ge opend heeft. Wie vroeger werkelijk aan Engeland's woorden over bescherming van de kleine staten geloofd Jieeft, is nu voor goed van dat geloof genezenNeder- land's politiek zal gebeurtenissen, als nu in Griekenland voorvallen, van Noderlaricl we ten verre te houden. Wij moeten ons mis schien ter zee laten overweldigen, waarover wij ons zeer boslist zouden wreken, maar wij zouden Engelanc. nooit toestaan, in Neder land to landen.Steeds is het Nederland's politiek geweestvooral geen overeenkom sten van militairen aard. Toen ik minister van oorlog was, is het dikwijls genoeg ge beurd, dat een Engelsche militaire attaché mij „particulier" wilde spreken. Dat klinkt onschuldig genoeg, niet waar Ik heb de heeren nooit ontvangen." De generaal gaf nog als zijn meening over den algemeenen toestand, dat het einde van den oorlog te verwachten is door een vrede, afzonderlijk te sluiten, eerst door Italië, clan door Frankrijk en eindelijk door Rus- j land, en als de Engelschen dan niot meer kunnen strijden „tot den laatetén Fransch- man of Rus" een beslissing, niet in Egypte maar hoogstwaarschijnlijk aa:i het westelijk front." Generaal Staal schijnt 't te weten. Maar zou 't niet beter zijn, dat een oud-minister zijn mond hield? Klampen uit een ministe rieel© loopbaan is niet de meeste juiste op vatting van verantwoordelijkheidsgev<Ml. Over zoo'n gesprek met ee'n militair atta che wordt licht verkeerd gedacht. En kwa men er geen andere attaché's? Of ontving generaal Staal die wel, toen hij nog op het. Plein resideerde. Zijn geschiedkundige beschouwingen over Griekenland willen we hier niet bestrijden. Dat is niet onze zaak, maar wel willen we er tegen opkomen, dat een oud-minister hij is helaas de eerste niet zoo loslippig is. Voor de geïnterneerde Belgen. Luitenant-generaal Dossin heeft tot de ge- interneerde Belgische officieren en solda ten de hieronder volgende legerorder ge richt 's-Gravènhage, Febr. 1916. Aan de geïnterneerde officieren, onderofficie ren en soldaten. Met veel genoegen laat ik u weten, dat mijnheer de minister van Oorlog mij heeft gelast, aan u allen, in zijn naam het vol gende aan te kondigen De handelwijze van diegenen, welke do troepen, die na de overgave van Antwer pen in Nederland kwamen, verdacht hou den, is onaannemelijk en niemand heeft het recht het geringste ongunstig oordeel daar over te uiten. Behoudens een overtuigend tegenstrijdig bewijs, neemt de heer minister ook niet aan, dat Belgische troepen zich hadden laten in terneeren, indien zij anders hadden kunnen doen. Mijnheer de minister acht de uitdrukking van berispingen daarover, in de tegenwoor dige omstandigheden, als een lichtzinnige handeling en een kwade daad. De generaal-luitenant, F. DOSSrN. Hot lijdt geen twijfel of de minister van. Oorlog heeft deze legerorder uitgevaardigd op verzoek van minister Yandervelde, din, bij zijn bezoek aan de internecringskampcn hier te lande, vanwege de soldaten bittere klachten had moeten hooren over het on gunstig oordeel, dat in sommige kringen over hen wordt uitgesproken. <■-» De „Matin" ontving een brief van een Fransch soldaat, die in het kamp van Olde- broek zou zijn geïnterneerd, en die er over klaagt, dat de Fransche geïnterneerden zich aan anthropometrische opname te onder werpen hebben, alsof zij de grootste misdadi gers waren' Ze worden gefotografeerd, vingerafdruk ken worden genomen enz. Bij informatie te bevoegder plaatse bleek aan de „Tel.", dat van onaangename beje gening der Fransche soldaten niets bekend is. Vermoedelijk zal de klager in de „Ma- tin" eenvoudige maatregelen, die in het be lang van de bewaking der geïnterneerde vreemde soldaten worden genomen, eenigs- zïns overdreven voorstellen en met. het ad jectief „onduldbaar" zooals hij doet, bestem pelen wat uit den aard der zaak logisch en in 't geheel niet ongewoon is. De burgemeester va<n Domburg heeft officieel be-riciht ontvangen, d'at de sdheid'e, ontstaan dear het springen of cïben eprin ged van mijnen in November 1914, niet zal worden vergoed. De echode beliep duizen den guldens. Bij een der jongste Zeppelinraids op Engeland is o.a. gedood' de Belgische loodb V. woonachtig te VlissingenDe overlede ne laat een groot gezin achter. Do audibeur-milituAr bij dén krijgsraad mr. Pal (he "Wcycn-'bege, vorderde M. A. do G., milicien der artillerie, affcjL, stig uit Kat w ij k-a a n-Z e e, ter van 2dó desertie, 2 maanden militaire oc_ vangenk?traf in te gaan 22 Januari. Ohr. K milicien der artillerie, afkom- stig uit L e i d e 11, ter zake van 3de deser tie, 6 maanden mififcaire govamigemdsstraf KRIJGSRaAD TE 'S-G RA VEN HA G E. Deze krijgsraad veroordeelde: J. H. V., milicien deir veld-art.afkom stig udt L o i d e n tor zake van het zioh be dienen van eens anders verlofpas, tot 2 weken militaire detentie. KANTONGERECHT TE LEIDEN. Uitspraken. De kantonrechter heeft veroordeeld, wegen* zonder vergunning vee laten loopen op verbod,., grond, J. O., te- Koordwvjk, tot 6 of .5 d. Wegene loopen op verboden grond, L S in Noordwijk, tot /3 of 5 d.P. M., te Noordwijker hout, tot 3 of d--N. D. Az., te Noordwnker hout, tot f 3 of 2 d.: W v. d. B. Az.. to NW 1 wijkerhout (3-niar.l gepleegd), tot 3-maal (i of I 3-maal 3 d J. B. zwervende, (2-maal gepleerd) tot 2-maal f2 of 2-maal 2d. Wegene loopen op Aorboden grond, gepleccd I te zamec en in verccniging, A. B., Th. v. T., (y G.. te Primeoiihage,. on J. y. T„ ieder tot f'2 0f 2 d.; J. K.j te Noordwijkerliout, en L. K., te Lise» ieder tot f 3 of 3 d. "Wegens viseclicn met een aalschaar, en een verboden yischtuig lu de nabijheid van wateren waarop het Binnen Vlseekerij Reglement van toe. passing ie, vervoerori, D. Th. D., voor elke over- treding 2 dagen principale hechtenis. Wegens als hoofd <]er onderneming welke se. vaar, schade ef hinder ka* veroorzaken, handelen in strijd met de ge«teltf« voorwaarden, W. L. J de N., tot f3 of 2 d. Wegens burengerucht A. K. tot f 3 of 3d Wogens straatschenderij A. P. il., to Noord! wijk, tot ƒ3 of 3 d. Wegens dronkenschap, C. v. Z tot fi of 3 d J. A. tot /e.50 of 1 d.; P. F M. rot ƒ2 of 2 d'-' J. W. tot ƒ1 of 1 d.; L. tot ƒ2 of 2 d.; A. o! N., te Oegstgéest, tot ƒ1 of 1 d.; v. V„ Lisse, tot /2 of 2 d.; Ch.. d. II., te Sassenheim, tot 3 of 3 <1.J. 't W., te Noordwijk, tot fi I of 3 d.; W. v. L., te Noerdwijk a. Zee, tot f 2 ol 2 d.; F. d, J., te Katwijk tot i 2 of 2 d.W v. P., te Katwijk aan Zee,. 101 3 of 2 d.D. K zwervende, tot f 1 of 1 d R,, K., zworvuide, tot 3 of 3 d.J. B., zwervende, tot f 2 of 3 d.A( s. zwervende, tot f 3 of 3 d.; R v E.. zwervend/ i tot ƒ3 of 2 d.A. v. N. en G. K., beidon zwi-r. veude, ieder tot ƒ2 of 2 d.; S. v. E. lot 2 of 2 ,1. j Wegens verboden vischtuigen in de nabijheid van watoren waarop het Binnen-Yissehorij-ltogle- ment van toepassing is, A'ervoeren, A. B. tot J of 2 d.Th. v. T. tot ƒ3 of 3 d. Wegens overtreding der Jachtwet Z. v. D., to Rijnsburg. tot ƒ2 of 1 maand tuchtschool, j Wegens zich zonder verg. in het Aeld. buiten openbare wogen en voetpaden bevinden met klem- men P. v. d. B. Az, te Noordwijkerliout, tot 3 j of 3 d. Wogens overtreding der Trekhondcnwet N. r. d. W, te Noordwijk a. Zee, tot f 2 of 2 d. Wogens te snel varen G. V, te Ylaarding*n tot ƒ5 of 3 d. Wegens rijden met rijAviel zonder, licht, J. C. C. tot 1 maand voorwaardelijke tuchtschool niet J een proeftijd van een jaar; J. R, te Zoeterwoude, 1 tot f 2 of 2 d.D. II. te Katwijk aan Zee, tot teruggave nan zijn ouders. Wegens rijden met rijwiel zonder bel, P. F. G, tot teruggave aan zijn «uders. I Wegens t-c Leiden personcD nasehroeuwen C. S tot ƒ1 of ld. Wegens te Leiden met suoemvballen gooien G. P. en I. W. C.. ieder tot ƒ1 of 1 d. Wegens te Leiden op den openb. vveg een klomp werpen J. B tot teruggave aan zijn duders. Wegens te Leiden een rijwiel berijden op do klinkorbestrating J. G. A. d. K. tot 1 of 1 d. Wegens te Leidon een voertuig berijden in ver boden richting J. v, d. B., tot 1 of 1 d. Wegens te Leiden met een voertuig een Btand- i plaats innemen op den openb. Aveg J. F. v. tl. I W.. tot ƒ0,50. of 1 d. Wegens te Leiden in een café te laat ah bezoeker aanwezig zijn. gepleegd te zamen en in vcrcenjging P. L., P. L. d. 1. P, A. v. I, J. K, 1 te Katwijk a. Zee, J. K, P. P, J. S. on D K, iodor tot 2 of 2 d. Wegens te Leiden in een c^fé te laat bezoe kers aanwezig hebben A J. d. W. tot ƒ2 of 2 d, j en C. A. d. K - tot 2 of 2 d. Wegens te Leiden ten verkoop A'corhandcn lid- ben melk. die bij staan ter hoeveelheid vr.n Lite in een cylindrisób vat vr.n heldor kleurloos glas en 9 cif. middellijn na uur bezinksel ver toont, N. M. tot 3 of 2 d. Wegens te Ijeiden als volle melk afleveren raclk j wódraan water is toegevoegd en waarvan liet I gehalte aan vetvrij vasts stof minder don 8 pro- eent bedraagt, C J. Y, te Yeur, tot 5 of 2 d. Waar geen woonplaats is vermeld.- gelden do vonnissen te Lèiden wonenden. Uitspruiten van het Kantongerecht te Alphen. J. v. d. 8, r. z. h; 2 of 1 d K. d. J.. A. Z, r. z. 1., ƒ1 ©f ld: J. R r. z. 1„ f 3 of ld; D. B., r. 7.. 1., vrijgesproken; P. v D.. r. z. 1, ƒ0.50 of 1 w. tuchtschool; G. D r. z. 1.. en 435 SR. ƒ0.50 of 1 wk. t. en ƒ3 ©f 1 wk. t.A d. L, r ƒ2 of 1 d.; n. n. 424 s.. R. ƒ1 of 1 d. ;~D B. 427 8. B, ƒ2 of 1 d.: J. v V„ W. K., W. B, 453 S. It., ƒ2 of 1 d J. r.-H, P. v. V., 453 S. R 2-maal (ƒ2 of 1 d.): W. V, wapenwet, aangehou den; L. v, d. P., hinderwet, aangehouden; Th. K, arbeidswet., ƒ6 of 2 d.; J. S., arbeidsw., 2 znaal (ƒ2 of 1 d.); H. R. L. v, T, jachtwet, aangehou den: O. v. E, dranlcwtt, vrijgesproken, flesc5) brandewijn torug; J. v S veewet, vrijgesproken O. v. D., veewet, 3 of 2 d.; G Z., veewet, 3 oJ 1 d.; O. W:, veewet, ƒ2 of 2 d.; O. M.. leerplicht wet. ƒ1.50 óf 1 d Th. K„ varen z. v, 2 of 1 d J. R. W. R„ v. z. verg., 0.50 of 1 <LC. atoomw. overtr. ƒ5 of 2 d W. v d. B„ II. 3f. i/lem, ƒ3 of 2 d.J. n., P. v il.. idem. 2 of 1 <1 P. J. P.. idem, ƒ3 of 1 d.-. C. v. d. Y., idem. 6 of 2 d.; If. J-, visschcrijwet. 3-maal (ƒ150 of 1 d). 2 h. terugJ. v. R, Mol«rk. besl. vnjgesprobe'i C. v. S., N IT, pol. v. Rijnz, 1 of 1 d.O. W. M. v. T. Lz, pol. v. van Tor Aar, resp. ƒ1 of 1 <1. en 2 of 1 d.; J. d. B., p©l. v. Aarl. aangehouden. zijn excuses, dat hij zijn vertrek niet had kunnen uitstellen, ditch brak opeens af, in verwarring gebracht door het onaangename, droge kuchje van mevr. Neebit on nog meer, toen zij Lord Martindale t-en zeer strak gezicht zag zetten. Zij begon met zenuw achtige haast uit te loggen, dat zijn afwezig heid het gevolg van ec-n vroeger ge maakte afspraak was, en hij na zijn terug komst met haar naar buiten aouj gaan want nu was zij toch nog niet sterk genoeg uitgekomen om te kunnen roLz*o. Van haar schoonvader kreeg zij een vriendelijk ge zicht; Lady Mortinctele daarentegen bewees haar niets dan koude beleefdheid. Men vroeg haar ten eten, doch dat kwam haar met gelegen om haar kindertjes; daarop bood men haar aan, haar met h^t rijtuig naar huis te laten krengen, en toen zij ook daarvoor bedankte, bood Lord Martindale haar zijn geleide aan, terwijl Theodora bij haar moeder kon blijven. Hij wa«s zeer ontevreden, dat zijn zoon haar alleen gelaten had. „Mijn lieve", begon hij het gesprek." ik zou zoo gaarne eens een oogenklikje met u praten. Ik wenschte die onaangename his torie wel eens van u zelve te hooren. Gij behoeft u niet ongerust te makeiigij hebt er geen schuld aanhet spijt mij, dat gij er zoo veel onaangenaamheden om gehad hebt." O, neen, Theodora is heel lief voor mij geweeet." „Dat doet mij pleiziermaar zeg eens, schikt het u van avond of morgenochtend het best? „liever morgenochtend", antwoordde Violette. Theodora kwam veel later dan Violette verwacht had, zeer opgewonden, thuis. Zij had er te voren veel gewicht aan gehecht, om dicci laateten avond met el lean der pra tende door te brengen, doch thans had zij ecu zwijgende bui. Zij gaf voor, het boek, dat zii te zamen begonnen waren, te wil len uitlozen, en laa dan ook zonder oph ra den door tot het tijd was om naar bed te gaan; caarop wenschte zij Violette goedei nacht, zender verder een woord te zeggen. Doch Violette was nauwelijks ter ruste, of Theodora kwam reeds bij haar, en ging voor haar bed zitten; zij deed niets .dan haar aanzien, terwijl zij nauwelijks ant woord gaf op de weinige woorden, welke Violette waagde to spreken. Niet voordat do klok twaalf sloeg, rees zij van haar zit plaats op. „Komaan, ik moet gaan; maar ik weet niet hoe ik mij van u af zal scheuren Ik heb een gevoel akof men mij wegdrijft van de eenige plek, war ik beter zou kunnen worden." „Neen", fluisterde Violette, /overal, waar onzo plicht ons leidt, kunnen wij aan onze verbetering arbeiden." „Ik zou dit kunnen, indien gij steeds bij mij waart, om mijn gemoed tot rust te bren gen cn mij dergelijke dingen voor te hou den.' „Gij liebt mij daartoe niet noodig; gij hebt immers uw bijbel?" „Ik heb nimmer het rechte pad gezien, dat ik volgen moest, tot nu toe, en nu ik het even begin t-o bespeuren, word ik weg gedreven." „Dezelfde genade, welke u zoo ver op uw pad geleid hecft% zal-u voorgaan en verder leiden, als gij maar wilt volgen, noe moei lijk de weg ook zijn moge." „Die genade moge met u zijn en da-t is zij zeker", ^prak Theodora; „maar o, Violette, denk «ens hoe lang ik versmaad heb naar die stom te luisteren. - Violette nam haar hand tussohen de hare en riep onder tranen uit: „Zoo moet gij niet sprekenAls gij geen gevoel hadt voor uw tekortkomingen, zondt gij immers'niet zoo bedroefd zijn.'* „Ach, ik weet het niet, maar waarom "moet ik gedwongen worden om in de woestijn van mijn eigen hart rond te dolen en aan een zaamheid en verleiding te worden overge geven V' „Zoo gij dan waarlijk op mij uw hoop .stelt, in plaats van bij den eenigen waren Helper uw steun te zoeken, is het misschien beter,, dat gij mij verlaat. Theodora, mag ik u eew, mijn eigen voorbeeld aanhalen? Toen ik in het eerst zoo veel moeilijkheden voor mij zag en niet tot mijn moeder kon gaan, wae het mij alsof ik van ieder verlaten was, doch langzamerhand klaarde de lucht voor mij op.; het was, toen ik had leeren inzien, hoe ik mijn steun en mijn tropst in den bijbel kon vinden, on. sedert dien tijd ben ik o zoo ,voel gelukkiger geweest." „Hoe leerdet gij dat inzien „John hielp mij op den goeden weg; maar mij dunkt, dat men (Sen weg ook wel zon der menschelijko hulp vinden kan, en daar op vertrouw ik voor u, Theodora." „Goeden nacht, zuster. 0! wat zal ik dóen, wanneer ik u niet meer heb, om mij te troos ten en te bemoedigen!" Een nacht van onrustigen slaap was een slechte voorbereiding voor het onderhoud, dat Violette wachtte. Lord Martindale kwam ontbijten. Theodora verdween zoodra de kleintjes uit de kamer waren, en hij bc- gbn het gesprek, met Violette te vragen of zij hem de toedracht der zaak wilde vertellen. Zij weidde eerst uit over de vriendschap, die Theodora haar betoond had, en daarop voldeed zrj aan zjjn verlangen, zich alle moeite gevende om haar gedrag te^ vergoe lijken, zonder Percy te veroordcelen; ja, het scheen zelfs alsof het haar een ver lichting gaf, dat zij zichzelve mocht b> schuldigen zich niet genoeg tegen dien on- gelukkigen tocht naar Èpsom verzet te hebben. „Neen, gij behoeft noch aan u, noch aan iemand anders te wijten, wat alleen de schuld is van haar ongelukkig en eigenzinnig ka rakter." En toen liet hij er dodelijk op volgen „Zoudt gij denken, dat zij eenige genegenheid voor den armen Fotherïdgham bezat?" „Voel meer dan zij zelve weet," zei Violette. „Zoo, dan gelooft gij niet, dat zij eenige aanmoediging heeft gegeven aan dien man, die er zoo bespottelijk uitziet, ik m;en Lord St.-Enne?" „Lord Sk-Erme! ric-p yiolttoo vsrspji, i\t „Ja, toen. ik gisterenyan u afgjng, ^wan delde hij met mij terug, en zoo voortgaande, deed hij mij de bekentenis, dat hjj mijn dochter reeds sedert lang beminde, en vroeg mij vergunning om ons naar Duilschland to volgen, ten einde in de gelegenheid te zrjn, aanzoek bij haar te doen." „Hij heeft zich immers nog niet aan haar verklaard?" „Neen, hij zeide, dat hij die stoutmoedig heid niet had durven nemen, en sprak ook van gestoord te zjjn geworden. Ik kon hem niet anders zeggen dan dat het van haar afhing. Er is niets togen dien jongen m:.n, voor zoover ik weet, behalve dat hij iemand is, die niets degeljjks uitvoert, een soort doeniet/'van wien ik. niet kan denken, dat hij in haar smaak zai vallen." „Ik geloof ook niet, d t zij hem binunt,"' sprak Violette. „Niet? Nu, dan begrijp ik er niets van. Ik heb haar vrijheid gelaten, om te do:n wat zij wilde; maar waarschuwde ha r slechts om hem niet voor den gek te houden, door een verloving aan te gaan zonder er rijpelijk over nagedacht te hebben, maar ik kon geen woord uit haar krijgen; zij was weder in een van haar kwade buien, zoodat ik niet heb kunnen uitvinden of zij hem dicht aan te nemen of niet." „Ik denk van neen." „Ik weet het niet. Niemand kanzeggcpi wat de aanbioding van den titel van grari' op een meisje vermag. Niettegenstaande a haar pre ten slee za! zij misschien dee te gc" makkelijker voor die verl iling bezwijken. Ik heb er haar tante ge. n woord van gp* zegd, opdat zij des te vrijer zou wezen ia haar keus. Niets, dat ik iets tegen een ver bintenis niet Lord St/Srme heb; integenteo, zijn familfebetrel:kinge*i laten cicts to wen- schen over en hij. komt mij vóór een slag van mensch te zijn. Zijt gy goed nr't hem bekend?" Violette verhaalde nu hoe v.-r haar te kendheid met hem zich uitstrekte. „Ik weet waarlijk niet hoe ik liand-kn moet," zei Lord Martindale. „Ik wenschte slechts, dat ik verzekerd kon zijn, dat h t niet weder alles coquetterie van haar ij; Was John maar hier om mij raad te geveP", „Geloof niet," merkte Violette aan, gij half weet hoeveel moeite zij zich gee om het go!de na te jagen." (Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1916 | | pagina 6