3T>o 11 tierclag XO Febi*uarL Tweede X31ad. Aü. «v.. Tweede Kamer. Binnenland. FEUILLETON. Violette of de Schoonzuster. K°. 17Ï65 Zitting van gisteren. MOND- EN KLAUWZEER. De heer SCHEURER meent* dat de Ka mer do atangenomon motie in een daad moet omzetten; anders doet zij tekort aan haar eigen waardigheid. Nader betoogt spr., dat omtrent het afioaaksysteem nog geen ervar ring bestaat. Z. 1. moet de Kamer dit ont werp afstemmen. De hoer VAN FOREEST betoogt, dat van isolatie, ook volgens de landbouworganisa ties, niets te verwachten is. Wil men niet het afmaaksysteem, dan zal men tot door zieken moeten komen. De lieer VAN DOORN meent, dat de be- teekenis van aanneming van het wetsont- werp is, dat de Minister dan volmacht heeft, ondanks de molae-Tewnstra, toch tot afmaken rer te gaan. Doch daaraan doet spr. niet mee. Do ziekte komt, bij welke bestrijding ook, steeds weer voor. Ook het afmaak- systeem is niet afdoende en men moet ook niet overdreven omtrent den ernst der ziekte. Set jaar 1911 uitgezonderd, is de ziekte Inderdaad zoo verschrikkelijk niét. Wat het irgument betreffende de melk voorziening langaat-, vraagt spr. of de Minister dan lean amtoonon, dat er bij het voorkomen van mond- en klauwzeer inderdaad een melknood geweest is. De Minister van Landbouw. Nij verheid en Handel, de heer POSTHU- MA meent, dat er geen reden is voor een onaangenamen iadruk, als gevolg van dit wetsontwerp. De vlugge indiening is alken uit» eerbied voor de Kamer geschied. Zoo dra do niötie was aangenomen, is spr. den trrvl rr.->n/l nn finer Av*rfr&<wnn +nf nihrrtArinff hcedmiddelen zou spr. op het oogenblik niets kunnen doen; hij meende, dat men bestrij ding wilde en daarvoor helpen die proeven met voorbehoedmiddelen niet Men kon de ziekte toch ook niet laten doorgaan, Want de Kamer wilde bestrijding. Verklaarde spr. zich bereid naar een se rum te zoeken, dan zou men hier in ons land een besmettingshaard onderhonden van een ziekte, welke in elk geval zeer besmet tel^ is. Duitachland heeft onderzoek ge daan naar een sernm, maar in elk geval op een eiland, ver af, en to3n Duitschland serum noodig had, kwam het bij ons. Op epr.'s steun kan altijl gerekend wor den, als het betreft internationale bemoeiin gen op dit gebied, ma^r het instituut wil hij hier niet. De Minister vraagt zich af wat de voor stemmers eigenlek wilden. De h^er Teenstra bleef afmaken in bijzondere gevallen geoor loofd en noodzakelijk vinden, terwijl daaren tegen de heer De Wyckerslooth geen cent er vo-or wilde geven. Sgr. heeft zich toen tot de landbouworga nisaties gewend, om te doen uitkomen het geen de- boeren zelf zouden kunnen doen. Het voeartsenifkundig staatstoezicht be schikte over veel te weinig personeel. Zegt de heer Teenstra, dat men toch slechts en kele gevallen nog heeft, dan komt dat door de goede werking van het afmaaksysteem. Voor de isoloering had spr. de hulp der landbouwers noodig; "maar burgers bleken niet voldoende bescidkboar en militairen kon de Minister niet krijgen. Hij miste dus de noodige krachten, om de isolatie toe te pas sen; daarom kwam spr. opnieuw tot de Kamer. De stand van de ziekte is thans zeer rustig en sterk afnemende aan onze gren zen. vooral aan den kant van Reloïë. toonen, dat het hem ernst was. toen hij z&kle, dadelijk naar uitvoering der motie gestreefd te hebben. Spr. wil zich bereid toonen tot overleg. Neemt men het ont werp aan, dan zal spr. zioh nogmaals tot den Minister van Oorlog wenden en over iet; zoe ken met de belanghebbenden. Spr. zal dan isoieeren en alleen dan tot afmaken over gaan, waar isolatie onmogelijk is. De VOORZITTER zegt op een verzoek van den heer VAN DOORN, dat hij het ar dl: tl van het wetsontwerp niet gesplitst in stem ming kan brongen. De MINISTER verklaart, dat splitsing n niet noodzakelijk i3. Do heer TEENSTRA voert nogmaals 't woord. De MINISTER meent na zijn duidelijke verklaring, niets meer te zeggen te hebban. Spr. herhaalt zijn berdiv&rkla ing tot nieuw overleg. Kan er geen hulp voor isolatie ver kregen worden, dan zal worden afgemaakt. Over artikelI worden uitgebracht 32 stommen vóór en 32 togen. Morgen oa de pauze zal een nieuwe stemming plaats hebben. Tegen stemden de hoeren Van Vliet, Juten, Rink, Aalberse, Van Doorn. Brurr.-melkamp, Jansen (Maastricht), Lobman, Rutgers, De Monthé Ver Loren, Duyrstee, Bogaanlt, Boissevain, Duymaer van Twist, Scheurer, Ankerman, Van Wijnbergen, Van Veen, Loeff, Van den Berch van H ennt-de Arts, Van Idsfnga, Ruys de Beereibroack, Bi hon van IJsselmonde, Kolkman, Knobel, Van de Velde, Van der Molen, Schimme'pennrock, Beiuner, De Wyckerslooth en de V-orzitter. De vergadering wordt verdaagd tot Don derdagochtend te half twaalf. RECLAMES, h 40 cents per regel. Dr. H. 0. Rutgers, de secretaris van do Ned. Chr. Studenten-Vereenigaig, sprak den wensch uit, dat S. S. R. mocht groeien cu in haar bloed mocht bijdragon tot een krachtige uiting van de Ned. Chr. Studen ten-Vereeniging. In deze vergadering werd door prof. dr. A. Noordtzdj een uiteenzet?- tfcig gegeven van de nieuwe regeling van het reüniïësch&p. De Minister van Financiën, de heer Ant. van Gijn," geeft kennis, dat door hem eiken Vrijdag te haiiewee aan het Depar tement van Finanolön zuilen worden ont vangen diegenen, die hem over zaken, het gezegde departement betreffende, wenschen te spreken. Inschrijving voor die audiëntie kan niet later dan twaalf uren van denzelf- cten dag worden aangenomen. In de vergadering van het hoofdbe stuur van den Vrijzinnig-Democratifechon Bond is besloten, de a,!gemeene vergadering te houden op 20 en 21 Mei a.6. Als plaats I dor vergadering werd Ticl gekozen, met 6 j stemmen, tegen 5 op Deventer. In restaurant Zomerdijk Bussink te Am sterdam waren op den avond van 8 Februari een vijftigtal oud-leden van het Leidsoh j Studentenkorps vereenigd, om onder voor zitterschap van mr. Kappeyne van de Cop- peDe den dies der Leidsche universiteit te I herdenken. I Het zeer geanimeerd diner eindigde met I een reeks toasten, waaronder een schit- terende van het jongst-verkozen lid der j Eerste Kamer, in een stemming, wei^e be- j vrees, hoe innig de banden zijn, die de oud- I le-en van het Leidsch Studentenkorps on derling verbinden. Dit feest- dat het vorige jaar wogens de oorlogsomstandigheden niet gevierd is, VilftPik- nnnienw levenskrachtig te ziin.' er van. Maar voorop stond daarbij, dat spr. aannam, dat de meerderheid der Kamer toch ook bestrijding van het mond- cn klauw zeer wensen te. Gezegd is, dat do Minister zich binnen <3o staketsels der wet moest houden; daarom gaat spr. nu na hetgeen de wet hem zegt. Het groote middel van do w$t is do hulp der militairen voor de isolatie en daarom vroeg do Minister zijn ambtgenoot van Oor log in hoever deze medewerking kon ver- lecnen. Br bleek, dat militaire hulp voor de isoloering niet ten dienste stond. Spr. leest de briefwisseling; met den Minist r van Oor log voor;^ hij legde er den nadruk op, dat do ziekte in alle provincies zou kunnen voor komen. De Minister van Oorlog antwoordde, dab voor allo deelen van ons land geen toe zegging kon gedaan worden. Er ontstond dus een nieuwe toestand. Spr. had nu nog het Kon. besluit, o.a. bepalend, dat in bijzondere gevallen de afmaking van vee kan worden geboden. De vraag was nu wat vers te an moest worden onder- bijzon dere gevallen; gevallen door het zeldzaam voorkomen, bijzonder of in zichzelf bijzon der. Beide gevallen kunnen voorkomen, maar in elk geval blijft het oordeel sebjcctief. Spr. herinnert hierbij aan 1911, toen men om bepaalde, redenen toch afmaakte; ook was de ziekte toen algemeen. De vraag is nu )f men in 1915 ook te doen had met bij zondere gevallen. In 5S7 gemeenten wns In 1915 mond- en klauwzeer met in totaal 1485 gevallen. In 490 van d:ze gemeenten waren 1, 2 of 3 aan lasting cn, in 16 pCt. meer dan 3. Spr. gelooft, dat hrj hier, het betrof Zuid-Holland en Limburg, inderdaad met bijzondere gevallen te doen had. i Spr. had zijn bwoegdhedd van het Kon. csluit kunnen ui-breiden, maar lij deed dit jpzetttelrjk niet, om de Kamer. De toepassing i van de bevoegdheid was volmaakt juist. i Hoewel deze niet met de wet te maken nebben, wil spr. toch even de genoemde be- i&trgdingsgevallen noemen. Mot de voorbe- Na aanneming der moi>Teenst a stond I de zaak der bestrijding aldus: Militairen j waren niet te krijgen. Over ophouden met I -de bestrijding dachten niet alle voorstem- I mers gelijk. Daarom kwam spr. zoo spoedig I met een ontwerp, dat juist overleg met de Kamer beduidde. Indien de -Kamer het gevraagde geld niet I geeft-, zal spr. een andere wijze van be- strijding pogen toe te passen, doch hg wijst bij voorbaat de verantwoordelijkheid voor de gevallen af. De Kamer wensckt nu, dat spr. het afmaaksysteem tot heel bijzondere getallen zal beperken, wat gelijk zou slaan met opgeven van het systeem. De heer DE SAVORNIN LOHMAN komt er tegen op, dat de Minister zich met alge meen© vragen gewend heeft tot zijn - ambtge noot van Oorlog en tot het Landbouwcomité. De Minister had zich voor elk concreet ge val telkens de noodige medewerking moeten verzekeren. Ook de heer DE WYCKERSLOOTH DE WEERDESTEYN dient van repliek, daar na de heer VAN DE VELDE. De heer TEENSTRA vraagt den Minister of zo trachten wil in de richting van de motie te gaan, zoodat het afmaken langza merhand afneemt, en voorts of de Minister de onderhandelingen met de landbouwver- eenigingen en met de militaire macht voor beider medewerking wil heropenen. Dan kan spr. met het ontwerp meiegaan. Vervolgens repliceert de heer SCHEURER, daarna de heer BOISSEVAIN, die verklaart tegen het ontwerp te zullen sLemmen, waar de Minister niet ingegaan is op spr.'s vraag om de kosten der bestrijding te laten dra gen door de landbouwers. Ook de heer VAN NISPEN TOT SEVE- NAER repliceert, daarna de heer VAN DOORN. Laatstgenoemde vraagt, het arti kel gesplitst in stemming te brengen, op dat men eerst over de bestrijding en 'dan over het bedrag kan stemmen. De M i n is t e r, de heer POSTHUMA, wil 10 Te Amsterdam had de herdenking plaats van bet 6de lustrum der Unie van Gereformeerde Studenten aan upenbare Hoogeschole-n met een vergadering in ,,De Werkende Stand.'" De voorzitter, die heer J. H. Landwehr, opende de vergadering op de gebruikelijke wijze en heette prof. dr. H. Visscher, hoog leeraar te Utrecht, -welkom. Nadat de afgevaardigden dier corpora N. D. D. D., F. Q. I. en die van de N. C. G. Y. waren binnengeleid, werden de reünis ten in de vergadering ontvangen mot bet vaandellied. Uit de rede van den Uniepraeses bleek, dat het aantal leden 132 bedraagt, over de aiaeelingen aldus verdeeld: Amsterdam 36, Leiden 18, Utrecht 26, Delft 30, Gronin gen 22. Het afdeelingsleven bloeit, zooals ook bleek uit de verslagen der verschillen de afdeelings ab-nctides. Medegedeeld werd, dat ook dit j'aar een annuorium verschijnen zal. Namens de reünisten antwoorde prof. dr. A Npordtzij, hoogleeraar to Utrecht, in har telijke bewoordingen. Voorts sprak namens het Stud. Corps aan de Vrije Universiteit de heer Dieleman, na mens het Stud. Corps aan de Theol. School t-o Kampen de heer Pe-1 van de vrionuschap der corpora. Ook de oud-studenten van de Leidsche universiteit te Haarlem hebben de herin nering der stichting van de academie her dacht door het houden van een maaltijd in den huize Funckler. Dr. Gar rer, die als president voor dit jaar optrad, hield de feestrede. Tot voor zitter voor het volgende jaar we:d aange wezen de heer J. C. Tadema. Het lid van de Ged. Staten van Zuid- Holland, de heer H. Oh. Vegtol, ïh dezer clagen in Den Haag teruggekeerd. Daar hom nog voor geruimen tijd volstrekte rust is voorgeschreven, zal hij echter vooreerst zijn ambtsbezigheden niet kunnen hervat ten. Jhr. J. Hooft Graafland heeft tegen 1 Mei ontslag gevraagd als directeur der Westlandsohe Hypotheekbank te 's-Gra- venhage. De Eerste Kamer is bijeengeroepen Dinsdag 15 Februari, des avonds te Ealf- negen. Kamerverkiezing Apeldoorn. In do gisteravond gehouden vergadering van de Centrale Anti-Revolutafcmnair© Kies- vcreeniging in het district Apeldoorn werd na langdurige discussio besloten om op grond van het nog geldende art-. 9 van het Electoraal accoord van 1913" voor ditmaal den candidaat der Chr.-Hibtorischen te steu nen, onder nadrukkelijke verklaring, dat men zich voor 1917 algeheel© vrijheid van handelen voorbehield. Door do bij de Centrale Liberale Kies- vereeniging aangesloten vereenigingen ib op de groslijst van candidaten voor de verkie zing van een lid der Tweede Kamer in het district Apoldoorn alleen geplaatst de heer J. Esfeijer, lid van de Provinciale Staten van Gelderland en lid van den Gemeente raad te Apeldoorn. De heer Esmeijer was ook in 1913 candidaat der Vrijzinnigen. Uit het Engelsch van Miss Y0NGE. (Nadruk Varboden). So) „Hjj denkt nog wel meer onrechtvaardig heden," zei Theodora. „Hoor maar: „Na zulk een langdurige afwezigheid ïg het licog tijd voor u, dat gij terugkomt, cu in aanmerking nemende wat er verle den heeft plaats gehad, kunt gij niet ver wonderd zijn, dat ik "geen lust heb u aan iemand, die nog zoo jong i3 en zoo wei nig gezag over u heeft, toe te vertrou wen; ofschoon ik haar geenszins de schuld wil geven van uw zonderling gedrag (Ziet gij wel, Violette, gij moogt hem wel dankbaar zijni) Ik zou u niet hebben toe gestaan, om zoo lang bij haar te vertoe- yen, indien cr geen dringende noodzake- "jklieid toe bestaan had, daar ik u onder rcijn eigen oog wil hebben. (Hij hee$ •laar ook veel mede uitgericht!) Gij zoudt evengoed alleen thuis kunnen zijn .als met fla&r. Violette is, daar twijfel ik niet aan, zeer lief voor u geweest; haar jeugd en einige ondervinding rechtvaardigen haar ff*heel in mijn oog, maar zijn dan ook doende redenen om mij te doen beslui- n om u niet langer bij haar te laten. zullen a.s. Maandag in Londen komen, uau hoop ik u gereed te vinden om -jj ons .."-«de to gaan, daar wrj voor- j ?®8 zijn den volgenden dag naar Osten- p-rvJ?3 vcrtre.kken. Doe mijn hartelijke e aan Violette, en zeg haar, dat het mij zeer verheugt, dat zij zoo welvarend is en dat ik zeer ben ingenomen met den naam van mijn kleindochter." „Daar, Violette, wat zegt gij nu van dien brief?" „Ooh, breng hem toch aan het verstand, datArthur wel eenige afleiding noodig had, en dat hij niet lang zal uitblijven." „Arthur! Gij denkt aan niemand anders dan aan hem." „Ik bedoelde het zoo zelfzuchtig niet," zei Violette* wie het innig speet, dat zij van gebrek aan sympathie beschuldigd werd. „Och kom! Gij denkt nooit wat er van u worden moet, wanneer gij alleen moet blij ven met twee kleine kinderen, die nog niet eens loopon kunnen." „Over m(j behoeft gij geen zorg te heb ben; het eenige, waar ik bang voor ben, is, dat er onaangenaamheden zouden ko men om mijnentwil. Ik kan mfjj niet begrij pen hoe gij nog kunt aarzolen na het ont vangen van zulk een brief." „Dat is het juist, wat mij hindert. Papa zou mij deze dingen nooit in het gezicht hebben durven zegden. Luister nu eens naar mij. Ik weet, dat ik zeer verkeerd gedaan heb; gij hebt het mjj doen gevoelen. Gij hebt mij getemd, en als mijn vader mij thans onder uw leiding laat, zal hj mij misschien ten goede veranderd vinden, wanneer hij terugkomt; maar zoo hij zijn nieuw begrip van autoriteit te ver drijft en gij mij ook van u stoot, zal men mij tot iets drijvem idat u Zeker bedroeven en teleurstellen zal." „Maar dat ia toch weP zeker," zei Vio lette, „dat, aio gij don weg van plicht wilt Volgen, het geen goed begin is, om u tegen het eerst, dat men van u vergif te ver zetten." keel en beschermen l ïegen Besmetting. C219 „Gij wilt dan ook, dat ik heenga, om getergd en geplaagd te worden? Zonder eenige bezigheid om mij afleiding van mijn pijnlijke gedachten te geven, en meer en meer verbitterd te worden door hun pogin gen om mjjn gangen na te gaan? Gij wilt heb dan ook, dat mijn gemoed weder ver giftigd wordt door mijn tante, en dab mijn hart door den ijskouden omgang, met mijn moeder verstijven zal, dat ik weder ge heel aan mijn booze natuur wordt overge- laton, terwijl ik misschien niet eens naar de kerk zal kunnen gaan om mij afleiding te geven." „Het is zeer hard," gaf zij ten antwoord, „maar men kan niet toegeven en tevens zijn eigen wil volgen. Zou het niet beter voor u zijn, te beginnen met iets, dat u moeite kost?" „En moet ik dan uw zachte leiding mis sen, waarvan ik zoo veel goeds hoopte?" „Ik geloof," hernam Violette, „als gij geduldig heengaat, omdat het uw plicht is, dat gij u zelve dau onder de beste lei ding gesteld hebt; maar de vergunning omi bij rruj te blijven tegen den zin van uw vader van hem af te dwingen, zou niet an ders zijn dan uw eigen hoofd te volgen; daar zou ik maar bang voor zijn. Ik kan heb ook niet op mij nemen, want het zou niet goed zijn en zeker verkeerd uitkomen." „Gjj geeft mij dan ook op?" ,.U opgeven! Lieve, dierbare zuster!" En Violette stond op en steeg haar armen om den hals van Theodora. „Neen, waarlijk niet! En dat thans, nu ik zoo gelukkig ben u te mogen liefhebben zooals ik zoo vurig ver langde! Ik zal aan u denken en aan u schrij ven en voor "u bidden!" fluisterde zij. „Al wat in mijn vermogen is, wil ik voor u doen; maar gij moet er, niet op aandringen pm bij mij te blijven. Ik kan u beter helpen, als ik op mijn rechte plaats blijf, ma neer ik die verlaat" Theodora beantwoordde haar liofkoózing en verliet de kamer, terwijl Violette zich aan haar droevige en beangstigende go- dachten overgaf. Heb was ebn groote opoffering voor haar zelve, en, wat nog erger was, ook haar bleeke, kleine, jongen zou er onder lijden, on zjj vreesde, dat de weldadige invloed, dien men tob haar verbazing aan haar toe kende, nu wel geheel verloren zou gaan. Heb had haar aan het hart gegaan. Theo dora's vriendelijken aandrang te weigeren; al wab zjj thans doen kon, was haar onrus tige en hevige aandoonrngen eenigszins te stillen, door in zichzelve te zeggen, dat zij naar haar vermogen haar plicht gedaan had, en God te bidden, dat zijn wijsheid alles ton goede mocht, leiden. En inderdaad, het was merkwaardig om to zien, hoe in dat moeilijke oogenblik van Theodora's leven, toen haar berouw en goede voornemens zoo hevig in strijd waren met haar zoo lang gevoelde trotschheii en drift, zij bij al de stormen, die haar gemoed be roerden, als het ware een veilige haven zocht bij haar stille schoonzuster, die zjj als de verpersoonlijking van haar beter ge voel beschouwde. Met- hartstochtelijk? gene genheid had zij zich Thans aan "haar en haar kinderen geheoht; en het karakter, dat tot vermetele weerspannigheil oversloeg bij den minsten dwang van ouderlijk gezag, legde zich uit eigen beweging aan de voeten van een, wier macht in zwakheid bestond. Het was de leeuw, die idoor de maagd overwonnen werd; maar die onderwerping was slechts een luim; het was nog geen zegepraal over haar wil. Ongeluk met een Torpedo. Omtrent het gisteren door ons reeds ip 't kort vermelde ongeluk te Vlissingen kan nog het volgende worden medegedeeld: Het ongeluk geböurde met een terp. do- van de Nederlandsche onderzeeboot. No. 5 en de torpedo ontplofte tegen de ponton van do Maatschappij „Zeeland." De correspondent te Vlissingen van „De Tel." vertelt: Zoo juist hebben wij nog eens een kijkje genomen in de omgeving der buitenhaven, waar het ongeluk met de torpedo plaats had. De strenge afzetting van eenige uren ge leden was opgeheven en konden wq de havenkade bereiken, waarvan af men de ^ge troffen ponton -kan zien liggen. De punt, waar de torpedo binnendrong, is een groot eind verzakt Een brandspuit is op de hel lende ponton geplaatst en door pompen houdt men deze drijvende. Ook de gemeentelijk* stoombrandspuit hielp bij het pimpen. Het ijzerwerk, dat de ponton van den wal af houdt, is afgebroken. Van iemand, die op het oogenblik van lie* ongeluk ter plaatse aanwezig was, vernemen wij, dat men eerst dacht aan het werpen van een bom uit een vliegtuig of luchtschip. De slag was bijzonder hevig. Do onderzeeër lag met den kop naar de getroffen ponton, waarop zich op het oogenblik, dat de tor pedo afging, juist een landingsdivisie van een der oorlogsschepen bevond, in afwachting van het embarkeeren. Een groot wonder mag het heeten, dat niet meer slachtoffers te betreuren ziin. Het lrjk van den gedooden korporaal-sto ker was ontzettend verminkt Het hoofd wa3 bijna geheel van den romp gescheiden. Het lijk is naar het lijkennuis op de alge- meene begraafplaa'.s overgebracht. Aan een der booten van den provincialen stoombootdienst op de Westerschelde is ook vrij groote schade aangericht E:n stuk van het projectiel ging dwars door de boot heen. Alom was men thans bezig do gesprongen ramen dicht te timmeren. Ook werden Mer en daar kozijnen beschadigd. Zoolang het licht wa3, trokken v-.Te nieuws gierigen naar de buitenhaven, maar'zij wer* den op grooten afstand gehouden. Van andere zijde meMt men nog, dat de korporaal-machinedrijver J. Havers, uit Den "Helder, door een stuk van de torpedo in den hals werd getroffen en onmiddellijk dood was, terwijl den sergt.-majoor machinedrij ver Beets, uit Vlissingen, een gedeelte van een been werd afgeslagen. De pijper van het detachement schepelingen kreeg ook' een kwetsuur aan het hoofd, terwijl verschillende personen onder den hals en op andere plaat sen in de omgeving getroffen en bloedend verwond werden door glasscherven van de honderden ruiten, die door den luchtdruk spiongen. De getroffen ponton verkeerde direct in zinkenden toestand, nam de ponten van de provinciale boot gedeeltelijk mee onderwatei en, ontwrichtte de verbradingsbrug met den vasten wal. Aan de kleine ponton lag de Zeeuwsch- Vlaanderen van den Prov. Stoombootdienst. Dit schip werd op drie plaatsen zoo erg getroffen door wegvliegende stukken staa£ dat de reis, die omstreeks 4 uren gemaakt moest worden, kwam.' te vervallen. Verder, vlogen stukken jjzer tot over de buitenha ven, zonder echter iemand te treffen. De gewonden werden ter plaatse zoo goed mogelijk verbonden; ook in het kantoor van de Maatschappij „Zeeland" werd een drie tal personen met hoofd- en beenwonden hulp verleend. De stoffelijke schade is zeer groot. In het kantoor van de maatschappij „Zee land" zijn 90 ruiten vernield, terwijl van het station en het kantoor van den Prov. Stoom bootdienst de ruiten aan de zuidzijde bijna HOOFDSTUK XX. Arthur verliet Londen den dig nadat htf zrjn dochter had laten doopen; volgens zijn zeggen was hü voornemen, slechts veertien dagen uit te blijven, omdat hij zrjn vrouw naar Windsor zou brengen, terwijl hij be loofde dadelijk terug te komen, als zij zich in het minste onwel of treurig gestemd ge voelde.* Zij was recht tevreden, dat zij zich wèl genoeg bevond, pm hem die uiüspannmg niet te beierven, en Theodora, die verlan gend was hem uit de nabijheid van Mark Gardner te hebben, durfde het niet wagen hem aan te raden thuis 'te blijven. 'Het was juist de dag, waarop de familie in Londen zou komen, en hij droeg daarom don dames op, om „al wat behoorlijk vm-s"' van hora te zeggen, daar de 12de Augu^i** juist een onwederstaanbaro reden was oogenblikkelijk te vertrekken. Theodora en Violette begaven zich raar heb huis in Belgrave-Squaro, Om 'de familie af te wachten. Mevrouw Nesbit kwam, dx>r Lord en Lady Martindale ondersteund, in de kamer; en terwijl Theodora zich haastte om den groo ten armstoel aan te schuiven, en de kussens voor haar op te schulden, dwaalde de scherpe, uitvorschende blik van do oude dame van haar eeno nicht op de andere, en het was haar duidelijk aan te zi?n, dat zij tn om leerde, omdat haar voorspelling ver vuld was. Lord Martindale omhelsd0 zijn dochter m.t stijve waardigheid, terwijl hij- Violette harte lijk groette en haar hand een geruime poos vasthield, met belangstelling vragende oil zij geheel hersteld waa en hoe haar kin dertjes het maakten. Zij bracht Arthurs groeten over en maakte

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1916 | | pagina 5