Merianii en de Oorlog. N°. 17161 Zaterdag 5 Ketoruari. Eerste Klad. A0. 1910. Persoverzicht. FEUILLETON. Violette of de Schoonzuster. yt Leoningof Heffing. Mr. S. van juten behandelt in zijn „STAA.TKUN- iGE BRIEVEN" de vraag: Leenijng of ■ffing? Hij lieoft voor zijn voorkeur leoning argumenten van rechtsphilosophischen, his- toriscli-economischen cn practischen aard. Rechtsphilosophiseh is een reden van weerzin tegen heffing ineens, ook wanneer zij, wat den druk betreft, volkomen over de zelfde klasse van belastingschuldigen in ge lijke mate verdeeld werd als in den loop der jaren die der rentebelasting en amortisatie, dat in het laatste geval de overige klassen niet principieel vrijgesteld worden. Haar vertegenwoordigers voelen zich reeds nu niet meer verantwoordelijk voor do uitga ven. Hun tegenstanders in den klassenstrijd betalen ze toch! Aan dit wanbeleid geeft de heffing ineens nieuw voedsel. Ik geloof, dat wij dan ook in het wezen der zaak in het wetsvoorstel van Bos c.s. een sociaal-democratische gedachten beli chaamd vinden, van welke de vrijzinnig-de mocraten heb peetvaderschap aanvaarden, omdat zij lijden aan do kwaal, die hun voor malige partijgenoot Treub zoo uitnemend karakteriseerde als„het beschamende kwaad der dcmocratiën, wat haar verteert als een kankor, wat haar doodt, de vrees niot vooruitstrevend genoeg te schijnen." Dit verdient juist in onze dagen met na druk herinnerd te worden, met het oog op 'b voorstel van Grondwetsherziening v. Van der Linden, waarop ik in deze serie Brie- von hoop terug te komen, maar dat ik hier kan karakteriseeren alscapitulatie voor do sociaal-democraten. Te midden van den buitenslands woedenden oorlog moet de binnenlandsche niet vergeten worden, de klassenstrijd, die wel den ietwat zachteren naam van strijd draagt, maar evenzeer ge richt is op overwicht eenerzijds en onder werping en uitbuiting anderzijds. Naar de eigen woorden van Troelstra c.s. in de toe lichting van hun voorstel tot Grondwets herziening beoogt dit: „de verovering der politieke macht door de nieuwe kla-sse, dio der loonarbeiders". Als economisch gevolg zal .de toekomstige druk van rente en aflossing op het budget in elk geval leiden tot zuinigheid. Uit historisch-economiseh oogpunt ver dient leening om verschillende redenen voorkeur boven heffing ineens. Al vast gaat oen groot, wellicht het groot- si o deel eener leening aan de vrijwillige deelnemers, die kasgeld voor belegging be schikbaar hebben of gelegenheid hebben andere fondsen voordeelig voor het nieuwe staatsfonds te verwisselen. Bij vergelijking tusschen do werking van leening met ge dwongen deelneming en van heffing van dat bedrag ineens hebben de belastingschuldigen bij leening het dubbele voordeel, deze voor hun aandeel volgens den rentevoet voor den Staat te kunnen sluiten en later van de kans op cenversie te kunnen profiteren, 't Zijn slechts enkelen, die hun aandeel in een heffing gemakkelijk kunnen voldoen door een chèquc op hun kassier to schrijven. Dc massa moet er fondsen voor verkoop en bij slechte markt, en niet weinigon zullen or geld voor moeten opnemen op onereuze voorwaarden. Men denke bijv. aan industri- eelen, die hun geheele vermogen in hun zaak noodig hebben, en aan beaitters van land en huizen, waaronder velen, die er hypotheken op gesloten hebben. Uit hun inkomsten een in evenredigheid verhoogde belasting te betalen is hun onvergelijke lijk gemakkelijker, dan het kapitaalsbedrag daarvan bijeen te brengen Ook gedwongen deelneming in een leening is voor hen onein dig gemakkelijker, daar de Staat in den schuldbrief hun tegelijk hét middel geeft om zoo goed als geheel de kasgelden bijeen te brengen, hetzij door verkoop met eenig disa- i gio. hetzij door beleening met cenige sup- plotie van onderpand. Het voordeel van de kans op conversie I moet ook niet gering geschat worden. Ik beleef reeds de derde periode van een ren testand van ca. 5 Tusschen deze liggen j twee perioden van een rentestand van ca. Oj Zulke perioden wisselen blijk baar even regelmatig af als ebbe en vloed. Ten slotte is er nog een voordcel van lee ning boven heffing, hetwelk men als specu latief moge beschouwen, doch dat inderdaad op langen, termijn zeer belangrijk kan zijn, n.l. do kan3 op dalende intrinsioke waardo van het goud on daardoor verminderden j druk van geldschulden op langen termijn, i De groote economische verwarring, die het gevolg was van de algemeene demono- tisatio van het zilver, heeft zich door do bijzonder sterk toegenomen productie van i goud reeds hersteld, en afgescheiden van don oorlog begon reeds oen algemeene prijsboweging in de richting naar verhoo ging uiting van de daling der intrin sieke waarde van het goud zichtbaar te worden. De goudproductio lijdt nergens onder den oorlog, zoodat deze beweging voort gaat. Daarentegen kan de oorlog, zal hij naar allo waarschijnlijkheid, bij Banken op gehoopte goudvoorraden in circulatie bren gen, als hij niet zelfs bij de zwakste oor logvoerenden tot duurzame invoering van oninwLsselbaar papieren betaalmiddel en uitstooting van goud leidt. Door die om standigheden kan een volk, ten gevolge van den langen termijn, waarop Staatsschuld loopt, en bloc een voordeel genieten, dat voor do individuen, wier geldschulden re gelmatig op korte termijnen loop en, niet bereikbaar is. Ik zou niet weten welk voordeel -yoor hot publiek ten gunste der heffing van een groot* aantal millioenen ineens in de an dore schaal kan liggen. Ik heb er bona fide naar gezocht, maar niets gevonden. 't Geval ligt niet voor een volk, als voor een rijk particulier, die van een crediteur liefst zoo spoedig mogelijk af wil zijn. De Staat komt toch met zijn belastingbiljet. Wordt dit hoog, de belastingschuldige be houdt daarentegen om het te betalen on verzwakt zijn vermogen, dat door heffing I ineens op zijn minst met de rente van het geheven bedrag en in tallooze gevallen veel belangrijker wordt verminderd. De Marine-domïnees. In „DE GEREFORMEERDE KERK" schrijft dr. J. Schokkink, van Leiden, over de regeling in zake de vlootpredikanten te Den He'der. „Wanneer niet voortdurend een der drie predikant8p!aatsen in Den Helder onvervuld werd gelaten, on het schijnt, dat men daarmee zal blijven voortgaan zou er_over een vermeerdering met twee predikantsplaat sen op eenmaal vreugde kunnen zqn. Op zichzelf mag en moet die er wezen over het feit, dat thans onder de predikanten in Den Helder een orthodoxe gevonden wordt Blijkens 4© laatste begrooting is de post, waaruit de twee nieuwe predikanten in Den Helder betaald zullen worden, overgebracht van Marine naar Financiën. Daarmede zajH die predikantsp'aateen echter geenszins ge- wone plaatsen geworden, over de vervulling: waarvan de gemeente bg voorkomende vaca ture in vrijheid kan beschikken. De Memorie van Antwoord neemt dien aangaande allen twijfel weg. Hierin toch le zen wij, dat bij het verleenen van de gewone machtiging om een nieuwen predikant de aan de plaats verbonden inkomsten te mogen aanbieden, ten behoeve van een predikant voor een der twee nieuw gevestigde plaatsen m Den Helder het voorbehoud ral worden gemaakt, dat een van orthodoxe en een van moderne richting moet zqn; en voorts zal „telkens uitdrukkelijk worden bepaald, dat, na (j© vervulling van de vacature, het trak tement niet ral worden uitbetaald, voordat de Minister van het classicaal bestuur een verklaring ten aanzien van de richting van den nieuwen leeraar zal hebben ontvangen, waaruit blijkfc, dat aan de voorwaarde "is vol daan." Er is dus geen kwestie van, of niet alleen bq de eerste beroeping voor de twee nieuwe predikantsplaatsen, maar ook'bij elke volgen de in een mogelijke vacature zal aan de gestelde voorwaarde moeten worden vol daan." Dit vindt dr. Schokking een zeer vreem den toestand. Het klinkt bijna ongelooflijk in een tijd, waarin men in een aantal gemeenten nog worstelt met oude toestanden, die de ger noemde vrijheid belemmeren, en waarin met dankbaarheid wordt melding gemaakt, als een familie, die bij het beroepingswerk rech ten kan doen gelden, daarvan afstand doet, dat de Kerk zelve haar vrijheid weer inboet Men had mogen verwachten, dat in de volksvertegenwoordiging toch ook nog iets voor die vrijheid was gevoeld, doch blijkens do gewisselde stukken is men wel bezorgd geweest over de vraag, of de Minister over orthodox en modern zou moeten oordeelen, ma3r niet over de toch waarlijk niet minder .belangrijke, of de Kerk op een voornaam punt in haar recht werd aangetast. Intusschen, do verantwoordelijkheid b'ijft in eerste instantie voor de Kerk zelve, die nu zal uitvoeren, wat de Minister niet heet te kunnen: de predikanten te schiften in or thodoxe en moderne. Doch sedert wanneer hébft een bestuur het recht tot een dergelijke verklaring?" Het „WEEKBLAD VAN DE VRIJZINNIG- HERVORMDEN" is het.met dr. Schokking eens, dat het een zeer vreemde toestand is. „Heel zonderling achten ook Wij het, dat het classicaal bestuur een verklaring 'zal moeten afleggen omtrent de richting van een predikant Moet het hem dan eerst voor zich roepen, en een onderzoek instellen? En als het hem niet zuiver-orthodox of zuiver-modern vindt? Wjj herinneren even, dat het classicaal bestuur indertijd geweigerd heeft, de beide predikanteplaatsen te vestigen, en dat dit toen, nadat hooger beroep was aangeteekend, is gedaan door het provinciaal kerkbestuur. De reden van die weigering is, voor zoo ver wij weten, nooit bekend gemaakt Zou zjj wellicht gelegen zgn geweest in verbet tegen de gestelde voorwaarden? Misschien valt de zaak in de practijk mee. Ook vergeten wij niet, dat het hier een b^zonder geval is, omdat het predikanten betreft, die wel aan de gemeente zijn ver bonden, maar toch eigenlijk niet zijn vóór de gemeente, doch uitsluitend voor het marine personeel. Bedenkelijk is echter de regeling ook in ons oog zeker!" Smokkelarij. Bij het visiteeren- van een motorboot brj de Smeermaas (grens Holl.-Belg.) werd door de Rijks-ambtenaren een partij boter ont dekt, die zorgvuldig was verborgen onder een hoop aardappelen en fiesschen. De boter, Uit het Engolsch van Miss YONGE. (Nadruk Varboden). 81) Hij sprak verder geen woord. Theodora raoost het gevoel, dat zij onrechtvaardig en onkeusch behandeld was, verkroppen, ter- wijl Arthur, dio vermoeid was, meer dan ge- woonlïjk geraakt werd over haar onvrien delijkheid, on het gemis aan een lief on vriendelijk gezelschap des te dieper ge voelde. Toen hij na het ontbijt naar boven 8lng, vond hij Violette zwakker cn zieker dan hij haar verlaten had, en haar angstig vragen naar Theodora maakte hem inwen dig nog meer verstoord op zijn zuster. Hij wilde er niet van hooren haar woder bij zijn vrouw te laten, en in de bitterheid van haar gemoed schreef zij de brieven en deed haar bost om Johnnie zoet to houdon doch alles tevergeefs, want hoo zij het ook voor zich zelve wilde verhelon, het was maar al o waar, dat hot kind het altijd scheen te weten, als zij uit haar humeur was, en niet zoet wilde zijn zoo lang zij in zulk een kwado luim verkeerde. leder uur bracht haar nieuwe kwelling ij was er jaloer3ck op, dat Arthur bij dc o nopdig was, en jaloersch, dat hij haar a-leen liet; verstoord van tot nicte nut tc ZIJu, cn verstoord ovor liet work, dat men aar opdroeg; zij was overtuigd, dat Ar- k Ur uck slechts verbeeldde, dat zij in een wade luim was, en even zoo zekor, dat hij j Utl~r in een kwade luim gebracht had; I zij was zelve angstig voor Violette en vond het onuitstaanbaar, dat hij zich be zorgd maakte Zij was vooral gebelgd, dat hij haar scheen te ontwijkenwant na het eerste gerecht verliet hij de tafel en ging zonder haar iets te zeggen in Violette's kamer oen kop thee drinken en daarop be neden rookon. Ook die zusterlijke liefde, die altijd haar ideaal was geweest, werd nu verstooten en verworpen; zij moest ook dio in haar hart verbergen, meende zijwas 't wonder, dat de boozo, eigenzinnige geest weer de overhand kreeg? Zij wandelde op het stillo paadje van den square-tuin in den schemeravond heen en weder, en dacht aan het levenslot, dat haar wachttein haar ouderlijk huis was zij niet bemind; zij was to vóél in het gezin, waar zij gehoopt had liefde en dankbaarheid te zullen inoogsten, en verworpen door hem, dien zij van haar kindsheid af had lief ge had 1 Daar deed zich een lichtpunt op Eeu blik van aanmoediging, en Lord St.-Ermo was aan haar voeten, gelukkig genoog, wanneer zij hem slechts wilde aannomen, ook al zou zij hom zeggen, dat zij geen liefde to schenken had. Dan zou zij niet lan ger veracht en verstooten worden; dan zou zij in staat zijn Violette te beschermen dan had zij niemand naar de oogen te zien, maar zou zelve aangebeden wordenen boven alleszij zou Percy Fotheringhaci toonen, dat zij niet om bem treurdoZoo wilde zij die dwaze tranen, wolko Violette haar hacl zien storten, tot een leugen maken. Toen zij het hek opendeed, om den tuin te vorlaten, reed Lord St.-Ermc, door een jonge dame vergezeld, voorbij. Zou hij zich aan haar macht willen onttrekken? Was het enkel behaagzucht, of was hot om over dio. mededingster te zegevieren, dat zij hem met haar vriendelijkston glimlach groette? Hij hield dadelijk zijn paard in, zag haar met stralende oogen aan en presenteerde haar „zijn zuster". Het was een mooi fijn meLjjo, van zes tien jaar, dat sprekend op haar broeder geleek en beschaamd de oogen ncdersloeg, toen sij groetteTheodora gevoelde, dat haar blauwe oogen van onder hun neergo- slagen wimpers op haar gelaat gericht wa ren, terwijl de 6tem van den broeder trilde van blijdschap over dien ongewonen blik van aanmoediging. Hij was verheugd, zeido hij, zijn zuster oon poosje alleen bij zich te hobben, daar zij aan hot huis zijner tante gelogeerd waren, cn hij voegde er ook iets bij van haar een bezoek to brengen. Zij ant woordde nogmaals met haar betooverendon glimlach, en zij reden verder. Die menschen schatten haar naar waarde, meende zij. Hoe geheel anders was de bo- handoling, dio zij van haar eigen familie on dervond Indien zij den graaf niet kon be minnen, wat nood 1 zij kon best buiten dio dwaasheid! Terwijl zij, over dat alles pein zende, haar hoed afzette, bracht Sara haar de boodschap, dat mevrouw Martindalo haar wenschte te zien. Een uur te voren zou dat verzoek haar aangenaam geweest zijn, doch wat ging haar nu Arthur en zijn huisgezin aan, hij, die haar van zich afgo- stooten en genoodzaakt had nieuwo bandon aan te knoopen Zij werd met open armen ontvangen. „Beste Theodora, ik dank u wilt gij hier blijvon en op mij en de kleino passen, ter wijl de baker baar avondeten gaat nutti gen 1" „Als ik mag." „Gaarne. Bakor, wees zoo goed het kind die voor uitvoer bestemd was, is in beslag genomen en tegen den schipper is proces verbaal opgemaakt In hetzelfde dorpje, werd op vermoeden van fraude door de commiezen een huis zoeking verricht. Er werd geen contrabande gevonden, doch wel aanwijzingen, dat er in dat huis iets was opges'agen geweest Er werd een oogje in 'fa zeil gehouden en dien zelfden avond mocht het twee m litairen ge lukken in de nabijheid der woning 25 kilo vet te vinden. Het vet werd door hen in de wacht gedeponeerd. Door de politie te Heerlen werden een viertal personen aangehouden, welke ieder een zak met margarine droegen, blijkbaar" voor uitvoer bestemd. De margarine, die een gewicht had van pl.m. 160 K.G., werd in beslag genomen. Dc Goudvoorraad van de Nedcrlaudsche Bank. Bij het uitbreken van den Europeeschen oorlog bedroeg de goudvoorraad der Neder landsen© Banlc f 161,95 millioen. In de eerste oorlogsmaand vermeerderde hij een kleinigheid, n.l. tot f 162,20 millioen. Op 10 October 1914 was do goudvoorraad tot f 155,38 millioen teruggegaan, in verband met betalingen voor aankoopen van zilver en van graan voor regeerings. ekening. Sinds dien is de hoeveelheid geel metaal, trots verdere zendingen voor heizelfde doel, ge stadig en in een snel tempo toegenomen. Het volgende staatje geaffc hiervan een duidelijk beeld. millioen. 10 October Ï914 f 175,38 einde Oc'.ober t yy 171,14 November y> 181,18 yy December 216,64 yy Januari 1915 yy 238,44 yy Februari yy 261,77 289,19 yy April fc yy 290,67 Mei - yy 316,83 Juni S47.13 yy Juli yy 373,45 yy xAugus'.us yy 378,43 yy September 390,38 yy October yy 399,82 yy November yy 411,49 yy December 1» 429,IS yy Januari 1916 466,83 Zocals hieruit blijkt, ontbroken or nog slechts een paar tientallen milliornen (een bedrag, dat spoedig genoeg zal zgn bereikt), aan een verdrievoudiging van den goudvoor raad 3inds het uitbreken van den oorlog. Van de direct opsisc'nbare vorp ichtingen der Bank (biijetton, assigmties en reke ning-courant-saldo's) ton brlrago van f 648,12 millioen, zijn thans 72,04 pCt. door goud en 2,93 pCt. door goud cn zil ver gedekt, tegen een verplichte minimum- d^kking van 40 pCt. in normale tijden en i van 20 pCt. sinds het uitbreken van den oorlog. Van het in omloop zijnde bank papier ad f581,72 millioen bedraagt de dekking door goud 80,35 pCt en door goud en zilver te znraen 81,40 pCt, cijfers, die noóifc te voren ook maar bij benalering zijn bereikt. In do laatste weak was de toename ruim 18 millioen. Hoe enorm dozo goudvoorraad is, moge blijken uit een vergelijking met de cijfers der buitsnlandsche circulatiebanken. De hoeveelheid geel metaaJ brj" de Necleriand- sche Bank is thans gelijk aan meer dan één vierde van die der Banque de France, ca. óén derde van die der Dui sche Rijkstank cn ongeveer twee derden van die der Bank of England. In GrootrBritannië zijn nog aan merkelijke bedragen goud in omloop en in handen der particuliere banken. aan Miss Martindalo te gevongij behoeft u niot te haasten om boven to komen; ik heb nu een goedo hulp bij mij." Het zachte, bloeke gezichtje en de matte oogopslag 'deden als mot een tooverslag allo onvriendelijke gedachten verdrijven, zoo lang Theodora het kleine wicht op haar schoot hield en heb lieve moedertje haar bij tusschenpoozen naar haar jongen vroeg. „Dat arme kleine ventje mag niet eens even bij mij komen; Arthur en de baker hou den mot hun beiden allen dio ik 't liefst zie, van mij af." „Arthur houdt streng over u de wacht." „Dat 13 zoo, maar is hij geen beste zie- ken-oppasserIk heb oen beetje mijn hoofd moeten toonen om u hier te krijgen. Wij mogen wel heel stil zijn om wetter in zijn gratie te komen." En daarop vervolde zij „Gij kunt niet baspijpen welk een versohïl het voor mij maakt, dat gij nu hier zijfc. Ik behoef nu althans niet bezorgd te zijn, dat Arthur het niet goed zal hebben." Theodora, die zoo oprecht van aard was, had op dat oogenblik gaarne schuld beleend en had moeite om zich in te hou den. Dat eenvoudige gezegdo deed haar onheuseh gedrag tegenover haar broe der in het wa.ro licht beschouwen. Zij zuoht- te diep, doch vreezende Violette wederom te verontrusten, begon rij opnieuw de aan valligheid van de kleine op te sommen, die inderdaad een bijzonder groot oon mooi bind was en zeer op de Martindales geleek. Zij zou natuurlijk Helena booten en daar bij voegde Violette zachtjes den naam van Theodora. „Neen, neen, dat zou haar geen geluk aanbrengen. Dat- is do naam ran tante Nesbit." Ik hoor dien naam zoo gaarne.'- De tweede draad. De „Midd. Crt." schrijft: Omtrent den aanleg door de Duitschera van een tweeden afsluitingsdraad op o.aj< 100 Meter afstand van den thans bestaanden,- meldt men ons, althans wat Koewacht en! omstreken betreft, dat alleen voorbereiden de) werkzaamheden worden uitgevoerd. Hier, en daar worden schuren en stallen, heggen en omheiningen afgebroken, greppels, slor. ten en diepten gevuld. Alle menschen bin- nen di§ streek wonende, moeten verhuizen; in de kom van het dorp slechts zq, piel vlak aan den electrisohen draad wonen. Op, sommige punten langs de grens wordt de be staande afsluiting eenvoudig verlegd en zoef worden boerenerven, volkomen in overeen stemming met den wil der bewoners, maar tqgen een tegemoetkoming van zooveel hon derden marken als met de gegoedheid deil betreffende bewoners is overeen te brengen,- uitgeschakeld; 2uike menschen kunnen dan tenminste blijven waar ze zijn. Wat er met de nu ledig staande huizen binnen die strook gebeuren zal? Velen ver diepen zich ook in gissingen, wat er met en op die vrijkomende, strook gebeuren zal. Mon praat van een model grensweg van, om vooral niet te weinig te noemen, 20 M. breedte voor automobielen; weer anderen beweren, dat er ook een Hamlijn zal aange legd worden van Oostende naar Antweyem Maar geen enkel, zelfs geen Duitsch militair, die iets definitiefs weet mede te deelem De minister van- Landbouw heeft be-1 paald, dat met ingang van 4 Februari 1910 weder vergunning zal worden gegeven tot uitvoer van roode kool onder de bepaling, dat de exporteurs voor iedere 100 K.GM waarvoor zij consent aanvragen, 50 K.G. roode kool van prima kwaliteit beschikbaar hebben te stellen voor binnenlandsch ver bruik van 14 Februari 1910 af wordt aan de exporteurs vergoed: a. voor de door hen beschikbaar gestelde roode kool 5l cents per K.G. b. voor do door hen beschikbaar gestelde gele savoyekool 4£ cents per K.G, De minister van Landbouw heeft be paald, dat de uitvoer van versch vleescü, afkomstig van nuchtere stierkalveren, on verminderd de verplichte keuring, kan ge schieden op consenten, door de Rijkscom missie van Toezicht op do Varkensvleeschr vereeniging opgemaakt. De minister van Landbouw heeft goed gevonden met wijziging zijner beschikking van 27 December 1915, sub 2, te bepalen met ingang van 4 Februari 1916 hebben de exporteurs van grové cn fijnere peen voor I iedere 100 K.G., waarvoor zij consent aan- 1 vragen, 5 K.G. beschikbaar te stellen voor binnenlandsch verbruik. Het wetsontwerp lot aanvulling en verhooging van het hoofdstuk Landbouw enz. der staatsbegrooting voor 1915, dat be treft de beschikbaarstelling van melk te gen verminderde prijzen, is door den mi nister van Landbouw, Nijverheid en Han del ingetrokken. Het vorkeer langs de Belgisch-Ncder- lanijscbe grensen ia sedert Woensdag door de Duitsohe grenswacht weer zoo goed ala geheel stopgezet. De heer Lalour, oen in dustrieel to Luik, dte zich voor zaken, da voedingsoommissie betreffende-, in ons land bevond, en per auto naar België wilde te- nigkeeren, werd bij de grens door do Duit sch era aangehouden. „Dat zult gij niet altijd zoggen." Violette bemerkte wel, dat er iets ha perde maar te zwak om er over to don- kon, sloot zij haar oogen en viel in alaap. Die paar eenvoudige gezegden hadden Theodora's hart getroffen cn haar beter gevoel opgewekt. Zij wenschte nu wel c£en blik en d'ksn glimlach terug te kunnen roe pen. Indien er waarde aan gehecht waa, kon zij niet terugtreden, want zij kon toch niot- ten derde male do beschuldiging op zkrh laden van oen minnaar oon don tuin to hebben geleid, cn zij wilde zoo laag niet zijn om de coquette te spelen. Maar wat zou Violette van haar denken? Violette werd op dit oogenblik met ccn hevigen schrik wakker zij staarde wild in hot rond en liep ArthurArthur, o wac-r ia hij toch?" „Beneden, lie-fstohij- zal dadelijk ko men!" riep Theodora, maar tot haar groo- ton schrik hadden haar woorden geen uit werking. „Arthur! Ach, waar i3 hij toch; waarom is hij weggegaan Theodora, die door den schrik ha-ar te genwoordigheid van geest geheel verloor, gaf nu een hevigen ruk aan de schel eil vloog, met hot kind in haar armen, zelve do trappen af; zij riep Arthur, dio in zijn grooten stoel een dutje zat te doen, half buiten adem toe, dat Violette heel erg dat zij aan het ijlen \v.s, cn dat men om dr. Harding moest ze' m. Arthur spoedde zich naar zijn vrouw, en het bleek weldra, dat haar niets scheelde dan dat zij met schrik ontwaakt vaa, zoo- als het vorige jaar zoo menigmaal was gebeurd Zij was nu volkomen bij kennis, doch zóó ontsteld en verschrikt door het geweld, dat Theodora gemaakt had, dat

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1916 | | pagina 1