Merianii en de Oorlog.
N°. 17161
Zaterdag 5 Ketoruari.
Eerste Klad. A0. 1910.
Persoverzicht.
FEUILLETON.
Violette of de Schoonzuster.
yt
Leoningof Heffing. Mr. S. van
juten behandelt in zijn „STAA.TKUN-
iGE BRIEVEN" de vraag: Leenijng of
■ffing?
Hij lieoft voor zijn voorkeur leoning
argumenten van rechtsphilosophischen, his-
toriscli-economischen cn practischen aard.
Rechtsphilosophiseh is een reden van
weerzin tegen heffing ineens, ook wanneer
zij, wat den druk betreft, volkomen over de
zelfde klasse van belastingschuldigen in ge
lijke mate verdeeld werd als in den loop der
jaren die der rentebelasting en amortisatie,
dat in het laatste geval de overige klassen
niet principieel vrijgesteld worden. Haar
vertegenwoordigers voelen zich reeds nu
niet meer verantwoordelijk voor do uitga
ven. Hun tegenstanders in den klassenstrijd
betalen ze toch! Aan dit wanbeleid geeft de
heffing ineens nieuw voedsel.
Ik geloof, dat wij dan ook in het wezen
der zaak in het wetsvoorstel van Bos c.s.
een sociaal-democratische gedachten beli
chaamd vinden, van welke de vrijzinnig-de
mocraten heb peetvaderschap aanvaarden,
omdat zij lijden aan do kwaal, die hun voor
malige partijgenoot Treub zoo uitnemend
karakteriseerde als„het beschamende
kwaad der dcmocratiën, wat haar verteert
als een kankor, wat haar doodt, de vrees
niot vooruitstrevend genoeg te schijnen."
Dit verdient juist in onze dagen met na
druk herinnerd te worden, met het oog op
'b voorstel van Grondwetsherziening v. Van
der Linden, waarop ik in deze serie Brie-
von hoop terug te komen, maar dat ik hier
kan karakteriseeren alscapitulatie voor
do sociaal-democraten. Te midden van den
buitenslands woedenden oorlog moet de
binnenlandsche niet vergeten worden, de
klassenstrijd, die wel den ietwat zachteren
naam van strijd draagt, maar evenzeer ge
richt is op overwicht eenerzijds en onder
werping en uitbuiting anderzijds. Naar de
eigen woorden van Troelstra c.s. in de toe
lichting van hun voorstel tot Grondwets
herziening beoogt dit: „de verovering der
politieke macht door de nieuwe kla-sse, dio
der loonarbeiders".
Als economisch gevolg zal .de toekomstige
druk van rente en aflossing op het budget
in elk geval leiden tot zuinigheid.
Uit historisch-economiseh oogpunt ver
dient leening om verschillende redenen
voorkeur boven heffing ineens.
Al vast gaat oen groot, wellicht het groot-
si o deel eener leening aan de vrijwillige
deelnemers, die kasgeld voor belegging be
schikbaar hebben of gelegenheid hebben
andere fondsen voordeelig voor het nieuwe
staatsfonds te verwisselen. Bij vergelijking
tusschen do werking van leening met ge
dwongen deelneming en van heffing van dat
bedrag ineens hebben de belastingschuldigen
bij leening het dubbele voordeel, deze voor
hun aandeel volgens den rentevoet voor den
Staat te kunnen sluiten en later van de
kans op cenversie te kunnen profiteren,
't Zijn slechts enkelen, die hun aandeel in
een heffing gemakkelijk kunnen voldoen
door een chèquc op hun kassier to schrijven.
Dc massa moet er fondsen voor verkoop en
bij slechte markt, en niet weinigon zullen
or geld voor moeten opnemen op onereuze
voorwaarden. Men denke bijv. aan industri-
eelen, die hun geheele vermogen in hun
zaak noodig hebben, en aan beaitters van
land en huizen, waaronder velen, die er
hypotheken op gesloten hebben. Uit hun
inkomsten een in evenredigheid verhoogde
belasting te betalen is hun onvergelijke
lijk gemakkelijker, dan het kapitaalsbedrag
daarvan bijeen te brengen Ook gedwongen
deelneming in een leening is voor hen onein
dig gemakkelijker, daar de Staat in den
schuldbrief hun tegelijk hét middel geeft om
zoo goed als geheel de kasgelden bijeen te
brengen, hetzij door verkoop met eenig disa-
i gio. hetzij door beleening met cenige sup-
plotie van onderpand.
Het voordeel van de kans op conversie
I moet ook niet gering geschat worden. Ik
beleef reeds de derde periode van een ren
testand van ca. 5 Tusschen deze liggen
j twee perioden van een rentestand van
ca. Oj Zulke perioden wisselen blijk
baar even regelmatig af als ebbe en vloed.
Ten slotte is er nog een voordcel van lee
ning boven heffing, hetwelk men als specu
latief moge beschouwen, doch dat inderdaad
op langen, termijn zeer belangrijk kan zijn,
n.l. do kan3 op dalende intrinsioke waardo
van het goud on daardoor verminderden
j druk van geldschulden op langen termijn,
i De groote economische verwarring, die
het gevolg was van de algemeene demono-
tisatio van het zilver, heeft zich door do
bijzonder sterk toegenomen productie van
i goud reeds hersteld, en afgescheiden van
don oorlog begon reeds oen algemeene
prijsboweging in de richting naar verhoo
ging uiting van de daling der intrin
sieke waarde van het goud zichtbaar te
worden.
De goudproductio lijdt nergens onder
den oorlog, zoodat deze beweging voort
gaat. Daarentegen kan de oorlog, zal hij
naar allo waarschijnlijkheid, bij Banken op
gehoopte goudvoorraden in circulatie bren
gen, als hij niet zelfs bij de zwakste oor
logvoerenden tot duurzame invoering van
oninwLsselbaar papieren betaalmiddel en
uitstooting van goud leidt. Door die om
standigheden kan een volk, ten gevolge van
den langen termijn, waarop Staatsschuld
loopt, en bloc een voordeel genieten, dat
voor do individuen, wier geldschulden re
gelmatig op korte termijnen loop en, niet
bereikbaar is.
Ik zou niet weten welk voordeel -yoor
hot publiek ten gunste der heffing van een
groot* aantal millioenen ineens in de an
dore schaal kan liggen. Ik heb er bona fide
naar gezocht, maar niets gevonden.
't Geval ligt niet voor een volk, als voor
een rijk particulier, die van een crediteur
liefst zoo spoedig mogelijk af wil zijn. De
Staat komt toch met zijn belastingbiljet.
Wordt dit hoog, de belastingschuldige be
houdt daarentegen om het te betalen on
verzwakt zijn vermogen, dat door heffing
I ineens op zijn minst met de rente van het
geheven bedrag en in tallooze gevallen veel
belangrijker wordt verminderd.
De Marine-domïnees. In „DE
GEREFORMEERDE KERK" schrijft dr. J.
Schokkink, van Leiden, over de regeling in
zake de vlootpredikanten te Den He'der.
„Wanneer niet voortdurend een der drie
predikant8p!aatsen in Den Helder onvervuld
werd gelaten, on het schijnt, dat men
daarmee zal blijven voortgaan zou er_over
een vermeerdering met twee predikantsplaat
sen op eenmaal vreugde kunnen zqn.
Op zichzelf mag en moet die er wezen
over het feit, dat thans onder de predikanten
in Den Helder een orthodoxe gevonden wordt
Blijkens 4© laatste begrooting is de post,
waaruit de twee nieuwe predikanten in Den
Helder betaald zullen worden, overgebracht
van Marine naar Financiën. Daarmede zajH
die predikantsp'aateen echter geenszins ge-
wone plaatsen geworden, over de vervulling:
waarvan de gemeente bg voorkomende vaca
ture in vrijheid kan beschikken.
De Memorie van Antwoord neemt dien
aangaande allen twijfel weg. Hierin toch le
zen wij, dat bij het verleenen van de gewone
machtiging om een nieuwen predikant de
aan de plaats verbonden inkomsten te mogen
aanbieden, ten behoeve van een predikant
voor een der twee nieuw gevestigde plaatsen
m Den Helder het voorbehoud ral worden
gemaakt, dat een van orthodoxe en een van
moderne richting moet zqn; en voorts zal
„telkens uitdrukkelijk worden bepaald, dat,
na (j© vervulling van de vacature, het trak
tement niet ral worden uitbetaald, voordat
de Minister van het classicaal bestuur een
verklaring ten aanzien van de richting van
den nieuwen leeraar zal hebben ontvangen,
waaruit blijkfc, dat aan de voorwaarde "is vol
daan."
Er is dus geen kwestie van, of niet alleen
bq de eerste beroeping voor de twee nieuwe
predikantsplaatsen, maar ook'bij elke volgen
de in een mogelijke vacature zal aan de
gestelde voorwaarde moeten worden vol
daan."
Dit vindt dr. Schokking een zeer vreem
den toestand.
Het klinkt bijna ongelooflijk in een tijd,
waarin men in een aantal gemeenten nog
worstelt met oude toestanden, die de ger
noemde vrijheid belemmeren, en waarin met
dankbaarheid wordt melding gemaakt, als
een familie, die bij het beroepingswerk rech
ten kan doen gelden, daarvan afstand doet,
dat de Kerk zelve haar vrijheid weer inboet
Men had mogen verwachten, dat in de
volksvertegenwoordiging toch ook nog iets
voor die vrijheid was gevoeld, doch blijkens
do gewisselde stukken is men wel bezorgd
geweest over de vraag, of de Minister over
orthodox en modern zou moeten oordeelen,
ma3r niet over de toch waarlijk niet minder
.belangrijke, of de Kerk op een voornaam
punt in haar recht werd aangetast.
Intusschen, do verantwoordelijkheid b'ijft
in eerste instantie voor de Kerk zelve, die nu
zal uitvoeren, wat de Minister niet heet te
kunnen: de predikanten te schiften in or
thodoxe en moderne.
Doch sedert wanneer hébft een bestuur
het recht tot een dergelijke verklaring?"
Het „WEEKBLAD VAN DE VRIJZINNIG-
HERVORMDEN" is het.met dr. Schokking
eens, dat het een zeer vreemde toestand is.
„Heel zonderling achten ook Wij het, dat
het classicaal bestuur een verklaring 'zal
moeten afleggen omtrent de richting van
een predikant
Moet het hem dan eerst voor zich roepen,
en een onderzoek instellen? En als het hem
niet zuiver-orthodox of zuiver-modern vindt?
Wjj herinneren even, dat het classicaal
bestuur indertijd geweigerd heeft, de beide
predikanteplaatsen te vestigen, en dat dit
toen, nadat hooger beroep was aangeteekend,
is gedaan door het provinciaal kerkbestuur.
De reden van die weigering is, voor zoo
ver wij weten, nooit bekend gemaakt
Zou zjj wellicht gelegen zgn geweest in
verbet tegen de gestelde voorwaarden?
Misschien valt de zaak in de practijk mee.
Ook vergeten wij niet, dat het hier een
b^zonder geval is, omdat het predikanten
betreft, die wel aan de gemeente zijn ver
bonden, maar toch eigenlijk niet zijn vóór de
gemeente, doch uitsluitend voor het marine
personeel.
Bedenkelijk is echter de regeling ook in
ons oog zeker!"
Smokkelarij.
Bij het visiteeren- van een motorboot brj
de Smeermaas (grens Holl.-Belg.) werd door
de Rijks-ambtenaren een partij boter ont
dekt, die zorgvuldig was verborgen onder
een hoop aardappelen en fiesschen. De boter,
Uit het Engolsch van Miss YONGE.
(Nadruk Varboden).
81)
Hij sprak verder geen woord. Theodora
raoost het gevoel, dat zij onrechtvaardig en
onkeusch behandeld was, verkroppen, ter-
wijl Arthur, dio vermoeid was, meer dan ge-
woonlïjk geraakt werd over haar onvrien
delijkheid, on het gemis aan een lief on
vriendelijk gezelschap des te dieper ge
voelde. Toen hij na het ontbijt naar boven
8lng, vond hij Violette zwakker cn zieker
dan hij haar verlaten had, en haar angstig
vragen naar Theodora maakte hem inwen
dig nog meer verstoord op zijn zuster. Hij
wilde er niet van hooren haar woder bij
zijn vrouw te laten, en in de bitterheid van
haar gemoed schreef zij de brieven en deed
haar bost om Johnnie zoet to houdon doch
alles tevergeefs, want hoo zij het ook voor
zich zelve wilde verhelon, het was maar al
o waar, dat hot kind het altijd scheen te
weten, als zij uit haar humeur was, en niet
zoet wilde zijn zoo lang zij in zulk een kwado
luim verkeerde.
leder uur bracht haar nieuwe kwelling
ij was er jaloer3ck op, dat Arthur bij dc
o nopdig was, en jaloersch, dat hij haar
a-leen liet; verstoord van tot nicte nut tc
ZIJu, cn verstoord ovor liet work, dat men
aar opdroeg; zij was overtuigd, dat Ar-
k Ur uck slechts verbeeldde, dat zij in een
wade luim was, en even zoo zekor, dat hij j
Utl~r in een kwade luim gebracht had; I
zij was zelve angstig voor Violette
en vond het onuitstaanbaar, dat hij zich be
zorgd maakte Zij was vooral gebelgd, dat
hij haar scheen te ontwijkenwant na het
eerste gerecht verliet hij de tafel en ging
zonder haar iets te zeggen in Violette's
kamer oen kop thee drinken en daarop be
neden rookon. Ook die zusterlijke liefde,
die altijd haar ideaal was geweest, werd nu
verstooten en verworpen; zij moest ook dio
in haar hart verbergen, meende zijwas 't
wonder, dat de boozo, eigenzinnige geest
weer de overhand kreeg?
Zij wandelde op het stillo paadje van den
square-tuin in den schemeravond heen en
weder, en dacht aan het levenslot, dat haar
wachttein haar ouderlijk huis was zij niet
bemind; zij was to vóél in het gezin, waar
zij gehoopt had liefde en dankbaarheid te
zullen inoogsten, en verworpen door hem,
dien zij van haar kindsheid af had lief ge
had 1
Daar deed zich een lichtpunt op Eeu
blik van aanmoediging, en Lord St.-Ermo
was aan haar voeten, gelukkig genoog,
wanneer zij hem slechts wilde aannomen,
ook al zou zij hom zeggen, dat zij geen
liefde to schenken had. Dan zou zij niet lan
ger veracht en verstooten worden; dan zou
zij in staat zijn Violette te beschermen dan
had zij niemand naar de oogen te zien, maar
zou zelve aangebeden wordenen boven
alleszij zou Percy Fotheringhaci toonen,
dat zij niet om bem treurdoZoo wilde zij
die dwaze tranen, wolko Violette haar hacl
zien storten, tot een leugen maken.
Toen zij het hek opendeed, om den tuin te
vorlaten, reed Lord St.-Ermc, door een
jonge dame vergezeld, voorbij. Zou hij zich
aan haar macht willen onttrekken? Was het
enkel behaagzucht, of was hot om over dio.
mededingster te zegevieren, dat zij hem
met haar vriendelijkston glimlach groette?
Hij hield dadelijk zijn paard in, zag haar
met stralende oogen aan en presenteerde
haar „zijn zuster".
Het was een mooi fijn meLjjo, van zes
tien jaar, dat sprekend op haar broeder
geleek en beschaamd de oogen ncdersloeg,
toen sij groetteTheodora gevoelde, dat
haar blauwe oogen van onder hun neergo-
slagen wimpers op haar gelaat gericht wa
ren, terwijl de 6tem van den broeder trilde
van blijdschap over dien ongewonen blik
van aanmoediging. Hij was verheugd, zeido
hij, zijn zuster oon poosje alleen bij zich te
hobben, daar zij aan hot huis zijner tante
gelogeerd waren, cn hij voegde er ook iets
bij van haar een bezoek to brengen. Zij ant
woordde nogmaals met haar betooverendon
glimlach, en zij reden verder.
Die menschen schatten haar naar waarde,
meende zij. Hoe geheel anders was de bo-
handoling, dio zij van haar eigen familie on
dervond Indien zij den graaf niet kon be
minnen, wat nood 1 zij kon best buiten dio
dwaasheid! Terwijl zij, over dat alles pein
zende, haar hoed afzette, bracht Sara haar
de boodschap, dat mevrouw Martindalo
haar wenschte te zien. Een uur te voren
zou dat verzoek haar aangenaam geweest
zijn, doch wat ging haar nu Arthur en zijn
huisgezin aan, hij, die haar van zich afgo-
stooten en genoodzaakt had nieuwo bandon
aan te knoopen
Zij werd met open armen ontvangen.
„Beste Theodora, ik dank u wilt gij hier
blijvon en op mij en de kleino passen, ter
wijl de baker baar avondeten gaat nutti
gen 1"
„Als ik mag."
„Gaarne. Bakor, wees zoo goed het kind
die voor uitvoer bestemd was, is in beslag
genomen en tegen den schipper is proces
verbaal opgemaakt
In hetzelfde dorpje, werd op vermoeden
van fraude door de commiezen een huis
zoeking verricht. Er werd geen contrabande
gevonden, doch wel aanwijzingen, dat er in
dat huis iets was opges'agen geweest Er
werd een oogje in 'fa zeil gehouden en dien
zelfden avond mocht het twee m litairen ge
lukken in de nabijheid der woning 25 kilo
vet te vinden. Het vet werd door hen in de
wacht gedeponeerd.
Door de politie te Heerlen werden een
viertal personen aangehouden, welke ieder
een zak met margarine droegen, blijkbaar"
voor uitvoer bestemd. De margarine, die
een gewicht had van pl.m. 160 K.G., werd
in beslag genomen.
Dc Goudvoorraad
van de Nedcrlaudsche Bank.
Bij het uitbreken van den Europeeschen
oorlog bedroeg de goudvoorraad der Neder
landsen© Banlc f 161,95 millioen. In de
eerste oorlogsmaand vermeerderde hij een
kleinigheid, n.l. tot f 162,20 millioen. Op
10 October 1914 was do goudvoorraad tot
f 155,38 millioen teruggegaan, in verband
met betalingen voor aankoopen van zilver
en van graan voor regeerings. ekening. Sinds
dien is de hoeveelheid geel metaal, trots
verdere zendingen voor heizelfde doel, ge
stadig en in een snel tempo toegenomen.
Het volgende staatje geaffc hiervan een
duidelijk beeld.
millioen.
10
October Ï914
f
175,38
einde Oc'.ober
t
yy
171,14
November
y>
181,18
yy
December
216,64
yy
Januari 1915
yy
238,44
yy
Februari
yy
261,77
289,19
yy
April
fc yy
290,67
Mei -
yy
316,83
Juni
S47.13
yy
Juli
yy
373,45
yy
xAugus'.us
yy
378,43
yy
September
390,38
yy
October
yy
399,82
yy
November
yy
411,49
yy
December
1»
429,IS
yy
Januari 1916
466,83
Zocals hieruit blijkt, ontbroken or nog
slechts een paar tientallen milliornen (een
bedrag, dat spoedig genoeg zal zgn bereikt),
aan een verdrievoudiging van den goudvoor
raad 3inds het uitbreken van den oorlog.
Van de direct opsisc'nbare vorp ichtingen
der Bank (biijetton, assigmties en reke
ning-courant-saldo's) ton brlrago van
f 648,12 millioen, zijn thans 72,04 pCt.
door goud en 2,93 pCt. door goud cn zil
ver gedekt, tegen een verplichte minimum-
d^kking van 40 pCt. in normale tijden en i
van 20 pCt. sinds het uitbreken van den
oorlog. Van het in omloop zijnde bank
papier ad f581,72 millioen bedraagt de
dekking door goud 80,35 pCt en door goud
en zilver te znraen 81,40 pCt, cijfers, die
noóifc te voren ook maar bij benalering zijn
bereikt. In do laatste weak was de toename
ruim 18 millioen.
Hoe enorm dozo goudvoorraad is, moge
blijken uit een vergelijking met de cijfers
der buitsnlandsche circulatiebanken. De
hoeveelheid geel metaaJ brj" de Necleriand-
sche Bank is thans gelijk aan meer dan één
vierde van die der Banque de France, ca.
óén derde van die der Dui sche Rijkstank
cn ongeveer twee derden van die der Bank
of England. In GrootrBritannië zijn nog aan
merkelijke bedragen goud in omloop en in
handen der particuliere banken.
aan Miss Martindalo te gevongij behoeft
u niot te haasten om boven to komen; ik
heb nu een goedo hulp bij mij."
Het zachte, bloeke gezichtje en de matte
oogopslag 'deden als mot een tooverslag allo
onvriendelijke gedachten verdrijven, zoo
lang Theodora het kleine wicht op haar
schoot hield en heb lieve moedertje haar
bij tusschenpoozen naar haar jongen vroeg.
„Dat arme kleine ventje mag niet eens
even bij mij komen; Arthur en de baker hou
den mot hun beiden allen dio ik 't liefst zie,
van mij af."
„Arthur houdt streng over u de wacht."
„Dat 13 zoo, maar is hij geen beste zie-
ken-oppasserIk heb oen beetje mijn hoofd
moeten toonen om u hier te krijgen. Wij
mogen wel heel stil zijn om wetter in zijn
gratie te komen." En daarop vervolde zij
„Gij kunt niet baspijpen welk een versohïl
het voor mij maakt, dat gij nu hier zijfc. Ik
behoef nu althans niet bezorgd te zijn, dat
Arthur het niet goed zal hebben."
Theodora, die zoo oprecht van aard
was, had op dat oogenblik gaarne schuld
beleend en had moeite om zich in te hou
den. Dat eenvoudige gezegdo deed haar
onheuseh gedrag tegenover haar broe
der in het wa.ro licht beschouwen. Zij zuoht-
te diep, doch vreezende Violette wederom
te verontrusten, begon rij opnieuw de aan
valligheid van de kleine op te sommen, die
inderdaad een bijzonder groot oon mooi
bind was en zeer op de Martindales geleek.
Zij zou natuurlijk Helena booten en daar
bij voegde Violette zachtjes den naam van
Theodora.
„Neen, neen, dat zou haar geen geluk
aanbrengen. Dat- is do naam ran tante
Nesbit."
Ik hoor dien naam zoo gaarne.'-
De tweede draad.
De „Midd. Crt." schrijft:
Omtrent den aanleg door de Duitschera
van een tweeden afsluitingsdraad op o.aj<
100 Meter afstand van den thans bestaanden,-
meldt men ons, althans wat Koewacht en!
omstreken betreft, dat alleen voorbereiden
de) werkzaamheden worden uitgevoerd. Hier,
en daar worden schuren en stallen, heggen
en omheiningen afgebroken, greppels, slor.
ten en diepten gevuld. Alle menschen bin-
nen di§ streek wonende, moeten verhuizen;
in de kom van het dorp slechts zq, piel
vlak aan den electrisohen draad wonen. Op,
sommige punten langs de grens wordt de be
staande afsluiting eenvoudig verlegd en zoef
worden boerenerven, volkomen in overeen
stemming met den wil der bewoners, maar
tqgen een tegemoetkoming van zooveel hon
derden marken als met de gegoedheid deil
betreffende bewoners is overeen te brengen,-
uitgeschakeld; 2uike menschen kunnen dan
tenminste blijven waar ze zijn.
Wat er met de nu ledig staande huizen
binnen die strook gebeuren zal? Velen ver
diepen zich ook in gissingen, wat er met
en op die vrijkomende, strook gebeuren zal.
Mon praat van een model grensweg van,
om vooral niet te weinig te noemen, 20 M.
breedte voor automobielen; weer anderen
beweren, dat er ook een Hamlijn zal aange
legd worden van Oostende naar Antweyem
Maar geen enkel, zelfs geen Duitsch militair,
die iets definitiefs weet mede te deelem
De minister van- Landbouw heeft be-1
paald, dat met ingang van 4 Februari 1910
weder vergunning zal worden gegeven tot
uitvoer van roode kool onder de bepaling,
dat de exporteurs voor iedere 100 K.GM
waarvoor zij consent aanvragen, 50 K.G.
roode kool van prima kwaliteit beschikbaar
hebben te stellen voor binnenlandsch ver
bruik
van 14 Februari 1910 af wordt aan de
exporteurs vergoed:
a. voor de door hen beschikbaar gestelde
roode kool 5l cents per K.G.
b. voor do door hen beschikbaar gestelde
gele savoyekool 4£ cents per K.G,
De minister van Landbouw heeft be
paald, dat de uitvoer van versch vleescü,
afkomstig van nuchtere stierkalveren, on
verminderd de verplichte keuring, kan ge
schieden op consenten, door de Rijkscom
missie van Toezicht op do Varkensvleeschr
vereeniging opgemaakt.
De minister van Landbouw heeft goed
gevonden
met wijziging zijner beschikking van 27
December 1915, sub 2, te bepalen
met ingang van 4 Februari 1916 hebben de
exporteurs van grové cn fijnere peen voor
I iedere 100 K.G., waarvoor zij consent aan-
1 vragen, 5 K.G. beschikbaar te stellen voor
binnenlandsch verbruik.
Het wetsontwerp lot aanvulling en
verhooging van het hoofdstuk Landbouw
enz. der staatsbegrooting voor 1915, dat be
treft de beschikbaarstelling van melk te
gen verminderde prijzen, is door den mi
nister van Landbouw, Nijverheid en Han
del ingetrokken.
Het vorkeer langs de Belgisch-Ncder-
lanijscbe grensen ia sedert Woensdag door
de Duitsohe grenswacht weer zoo goed ala
geheel stopgezet. De heer Lalour, oen in
dustrieel to Luik, dte zich voor zaken, da
voedingsoommissie betreffende-, in ons land
bevond, en per auto naar België wilde te-
nigkeeren, werd bij de grens door do Duit
sch era aangehouden.
„Dat zult gij niet altijd zoggen."
Violette bemerkte wel, dat er iets ha
perde maar te zwak om er over to don-
kon, sloot zij haar oogen en viel in alaap.
Die paar eenvoudige gezegden hadden
Theodora's hart getroffen cn haar beter
gevoel opgewekt. Zij wenschte nu wel c£en
blik en d'ksn glimlach terug te kunnen roe
pen. Indien er waarde aan gehecht waa,
kon zij niet terugtreden, want zij kon toch
niot- ten derde male do beschuldiging op
zkrh laden van oen minnaar oon don tuin
to hebben geleid, cn zij wilde zoo laag niet
zijn om de coquette te spelen. Maar wat
zou Violette van haar denken?
Violette werd op dit oogenblik met ccn
hevigen schrik wakker zij staarde wild in
hot rond en liep ArthurArthur, o wac-r
ia hij toch?"
„Beneden, lie-fstohij- zal dadelijk ko
men!" riep Theodora, maar tot haar groo-
ton schrik hadden haar woorden geen uit
werking.
„Arthur! Ach, waar i3 hij toch; waarom
is hij weggegaan
Theodora, die door den schrik ha-ar te
genwoordigheid van geest geheel verloor,
gaf nu een hevigen ruk aan de schel eil
vloog, met hot kind in haar armen, zelve
do trappen af; zij riep Arthur, dio in zijn
grooten stoel een dutje zat te doen, half
buiten adem toe, dat Violette heel erg
dat zij aan het ijlen \v.s, cn dat men om
dr. Harding moest ze' m.
Arthur spoedde zich naar zijn vrouw, en
het bleek weldra, dat haar niets scheelde
dan dat zij met schrik ontwaakt vaa, zoo-
als het vorige jaar zoo menigmaal was
gebeurd Zij was nu volkomen bij kennis,
doch zóó ontsteld en verschrikt door het
geweld, dat Theodora gemaakt had, dat