Tweed© [Blad. A0. 1916. r. 17158 Woensdag 2 Februari. Persoverzicht. Binnenland. De Portv erhooging. „HET rUISGEZEN", deze ontwerpen verhoo gd besprekend, zegt Qnze eiiKlindruk ia, dat hetgoen wordt yoorgesteld voor particulieren wel te over komen zal zijn. Ernstig©1" is de druk voor zakenmen- gcbc;! en voor dagbladbedrijven. Do laatste zullen èn door de voorgestel- reg( ling ten aanzien van de quitanties door het hooger tarief voor telegram men en telefoongesprekken tamelijk zwaar worden getroffen. De Minister van Waterstaat beroept zich, ter rechtvaardiging van zijn ontwern. mede op do buitengewone omstandigheden maar hij houdt er geen rekening mede, dat die omstandigheden juist voor de dagbladbe drijven rr-eds een zeer aanzienlijke verhoo ging der bedrijfsonkosten meebrengen. En bij den handeldrijven den en nering doenden middenstand in het algemeen al de. uiouwe verzwaring van lasten, bij het geen de beer Treub voor hém neg in petto heeft, geen aangename gewaarwording ver- weVlvf-n Kerkgangers, die niet meezin gen. Daarover klaagt d3. A. J. A. Ver meer in het „NIEUW KERKELTJK- WEEK 13LAD" van 's-Gravcnhage. Wat mij dikwijls ontstemt, is het feit, dat sommige kerkgangers het beneden hun waardigheid schijnen te vinden om mee te angen. Zingen laten zij aan de anderen crer. Is de reden van dit met-mededingen gelegen in 't feit, dat zij, door mee te zin gen, het gehang w&nhopig zouden beder ven, of dat zij do>r heeschheid of door het cdeu 'i ebben var een kerkbr-ek niet in staat «ouden zijn aan de uitnoodiging van den voorganger om „laraen te ringen", te vol doen. dan kan ik bun zwijgen billijken. Maar v'rul en zij /a 'h le oor naam, meenen zij, dat bet gedistingeerd staat om hun mond te hooiden, dan moet ik hun doen op merken, dat zij zich deerlijk vergissen. Er zijn er in de kerk, veel voornamer en def tiger, die dapper instemmen met bet ge zang der gemeente en het is nooit gedis tingeerdom riöh te onttrekken aan iets, waartoe de geheele gemeente wordt uitge- noodigd. Trouwens, hun zwijgen verraadt onbekendheid met de beteekenis van het pmesnsohappeliik gezang. Zooals ieder tan weten, zangen wij in de kerk niet om oen mooie zanguitvoering te geven, al is hot natuurlijk gewenscht, dat het gehang zoo goed mogelijk zij. Maar om ggpmeen- eohappelijk te loyen, te danken, te belij den, te bicBdlen. Ten einde nu dit .erevneen- Bckappelijke" zoo welluidend mogdijk te maken, ringen we. In eomnuige godsdiensti ge samenkomsten wordt gepreveld, in an dere ltidd'e gespreken. Wij, Hervormden, rnngen. En aan dit ringen dient ieder mee to cben, die rich tot de gemeenschappelijke ^odéclienstoefening vrijwiilildg heeft ge schikt Evengoed als hij mede-opstaat, wan neer de gemeente staande bidt of den zegen ontvangt. En evengoed als hij zijn gave voegt bij de gemeen schap pol ijke offers van dankbaarheid. Wie rich zonder geldige re- don aan de vriendelijke uitnoodisdrg, om gemeenschappelijk te zingen, onttrekt, toont en dit is het belachelijke en tege lijk 'bedenkelijke van rijn houding on kunde of gebrdk aan beschaving; dus juist hot tegenovergestelde van wat hij meende te toon en. D c E o d s k w o s t i e. „DE STAND AARD", die de voorkeur blijft geven aan een principieel debat over het vraagstuk *fin den eed, omdat het blad vreest, dat de tijdelijke regeling dio thans wordt voorge meld, in 1919 gemakkelijk in een definitieve wordt omgezet, betoogt, dat zijn standpunt geen zweem van twijfel toelaat. Van ons eerst© optreden af beleden we tonder zvvcom van aarzeling, dat de eed niet door oenvoudige verklaring of belofte kon Vervangen worden, en keurden het daarom a'. dat-er ook van antirevolutionaire zijde herhaaldelijk Staatslieden optraden, die, telfs zonder redelijke weerlegging van ons betoog, kortweg voor het toelaten van ver klaring of belofte het pleit voerden Hierom stelde het ons te meer teleur, dat ook dc Christclijk-Historischen den eed glippen lieten, en dat wel de Roomscli-Ka- i Üiolieken vaster pp hun stuk stonden, maar }n den uitweg van de eedhelpers minder «ed ragen. I Rbitt dri -oo. dan is te voorzien, dat men or niet in alagen zal, hot stelsel van de eed helpers in dc wet te brengen, en dan natuur- bk gaat ten slotte de gelijkstelling van eed ©n verklaring toch door. Dan echtèr kan het nog een zeer ernstig v®rschil opleveren, op wat wijs en in wat vornj deze gelijkstelling in de wet komt. Hierop zou dan onzerzijds invloed zijn uit oefenen. En onder dit gezichtspunt zou ot dan onze roeping kunnen worden, om, J onverzwakte maintineering van ons prin- ipicel verzet, bijv. bij amendement, een °rniindering van het kwaad te beproeven, wat de redactie ■'aangaat. - 't nu ware allerminst inconsequent. r-t komt in alle parlementen en zoo ook hel0113 V°0r' m6n slem weigert aan ba artikel van een wet, en toch, gen verzefc niob, in de verdere bepalin- Valt^an ontwerp redt wat nog te redden de au11' s'aagtnion hierin, eindigt met vóór 113 go wijzigde wet te stemmen. In aansluiting hiervan schrijft het blad nog: Ons blijkt, dat inzake het eedsontwerp door een enkele ons advies in dien zin is opgevat, alsof we op het nu ingediende ontwerp trachten moesten, enkele amende menten t9 ontwerpen, om, gelukte het ons deze in hoofdzaak aangenomen te krijgen, dan bij eindstemming het ontwerp tot wet .te helpen verheffen. Hiervan is geen woord aan. Er is niet door ons aan gedacht. Dit ontwerp is nog veel fataler dan het vorige, en geen anlirevolutionnair in de Tweede of in de Eerste Kamer zou er, zou- der verloochening van eigen beginsel, hoe het ook werd geamendeerd, zijn stem aan kunnen geven. We riepen daarom, en blijven roepen, om een noodwetteke voor nu, en daarna later om een principieel ontwerp, waarover dan een volledige en geheel vrije discussie zou kunnen plaats hebben. Bleek het dan later, bij dit principiecle en geheel vrije debat, dat men zich van Rechts niet veroenigen kon ia een voorstel als dezer zijds aangegeven, dan, zoo verklaarden we, zou het ten slotte er op kunnen neerkomen, dat we door amendeering zochten te win nen wat nog te winnen was, en gelukte dit, ten slotte ons gewonnen gaven. Thans echter, bij dit ontwerp, kan hiervan geen sprake zijn. Nationaal propagandawerk. „ONS LAN EE' (onder redactie van mr. H. van de Rivièro) noomb drie categorieën, die brj ons volk den groei van het nationale besef tegenhouden. Er zijn in d9 eerste plaats de vaste zon daren lo. Zij, die door propaganda voor een der oorlogvoerenden - verdeeldheid iu onze rangen zaaien en ons de oogen doen sluiten voor onze eigen belangen, ons opzettelijk vorhinderpn op hot groote moment een objec tief juiste beslissing to nemen tot heil van ons land. 2o. De vredespropagandis'.en, dis al maar open deuren blijven intrappen en verhinde ren, dat ons volk de zaken ziet, zooals zij werkelijk zijn. 3o. De dichters en de menschen met „mys tieke genietingena la mevrouw Roland Holst en dr. Bahler. Ten onrechte houdt men dezo menschen voor' ongevaarlijk* In-, dien zij dingen preekten, die der menigte onwelgevallig waren, zouden zij inderdaad ongevaarlijk zijn. Doch op hun hooge ethi sche en esthetische stelten zyn deze men schen gevaarlijk, omdat zij uit domheid, uib ijdelheid, soms wellicht ook uit gemis van werkelijkheidszin ten slotte aan de ergerlijkste demagogie doen. Een mooi type van deze soort menschen, bij wie wy gaarne alleen aan dichterlijke vlucht, aan gemis van realistische ontwik keling gelooven, is mevrouw Roland Holst. Zij wil even een eind maken aan den oor log. De krach b van het nationalisme is aan deze vrouw, die een ziener heet, onbemerkt voorbijgegaan. Zij wil ook maar vast d.mo- biliseeren en dus alle Belgische en Servi sche ellende over Nederland halen. Heb is toch buitengewoon ergerlyk, dat zooiets onweersproken gezegd km worden. En dab natuurlijk met „daverend app'ans". Een loelijk type van deze soort menschen is dr. Bahler, do man, di9 telkens uit rijn „mystieke genietingen" moot worden gehaald en zooveel mogelijk de Bergrede navolgt hij heeft .dit alles zelf gezegd. Hij heeft nu een supra-nationaal, revolutionair-reli gieus. vleeschloos verbond opgericht, dat den Staat b;strijdt, het socialisme voorstaat, het dogmatische bestrijdt en nog een stuk of tien geweldige gedachten voorstaat of geweldige ondeugden bes .rijdt. „Laat hy op zijn villa blyven," heeft de heor Schaper van dezen man gezegS. Hy heeft het zelf in een interview in de „NIEUWE ROTT. CT." ook gezegd. Hij blijft liefst thuis, mystiek genieten. Maar waarom blijft hij dan niet thuis? En welke redenen heeft hij dan toch, om het toch al slappe, anationale Nederlandsche volk nog slapper en ana.ioraler to maken en zoo den weg meer voor te bereiden voor werkelyk- miiitaristiscke ovcrheersching van het bui tenland, naar bloedbaden en allerlei schrik kelijke ellende, als België en Servië geleden hebban? De man zelf is niet gevaarlijk. Doch dat hij als demagoog optreedt, maakt het noodig hem au sérieux te nemen en te bestryden. En dan de Ford-expedMie en het hoog- 1 eeraren-manifest. Ook hier g Idt het'weer twee manifesta ties, die op zichzelf onschuldig zijn, doch die in dezen tijd veel kwaad kunnen. Op zich zelf heeft de Ford-expeditie niets gedaan dan alle gemeenp'aats n. welke de radicale en minder radicale vredesvrienclen hier ge debiteerd hebben, nog eens met extra-kracht herhalen. In gewonen tyd zou dit geen ander kwaad zyn, dan dat open deuren worden inge trapt. Wy zijn vredelievend, ook omdat wij belang bij den vrede hebben. Men behoeft hier dus geen pacifisme te preeken. Dit preeken in dezen tyd hoeft echter het bezwaar, dat het ons verhindert de wer kelijkheid te zien de noodzakelijkheid om voor onszelf den vrede te böwaren, door met inspanning van alle krachten den -buiten- landschen vijand er uit te houden, den steeds krachtiger wordenden national en geest in de groote landen, de noodzakelijk heid om ook voor de toekomst met reëele naai i factoren, niet met humanistisch toekomst- gedroora, te rekenen. Ten slotte de professoren, die een Euro- peeschon Statenbond willen oprichten. Wat zij willen, is zoker heel aar li g. Maar het is zoover, zoo irreëel, zoo uit Woiken-profes- soron-heim. Laat ons toch zorgen eerst uit de tegenwoordige moeilijkheden te komen, voordat wy aan utopieën gaan doen. Laten wy eerst onzen Staat onzen Staat houden dan kunnen wij naderhand pro- beeren al die Staten tot- een bond te maken. Het eerste is zóó moeilijk, wij doen daar voor zoo onvoldoende, het gevaar is zoo dreigend, dat het ons wat vresmd lijkt nu al te gaan praten over wat wy doen zullen als straks de oorlog over is en Nederland nog zaï bestaan. En in elk geval is het zeer ongewenscht, dat mon nog meer de aandacht van ons vólk afleidt van wat nu het eene noodige isVoor onszelf den vrede bewaren, door onszelf zoo sterk mogelijk te maken. De Kamerverkiezing te Apeldoorn is bepaald op 17 Februari; stemming en her stemming op .29 Februari en 7 Maart. Naar „Het Val" verneemt, is den heer Weyerman, tot nog toe chef van exploilalie der Haagsche Trammaatsohappy, den titel van directeur toegekend. Ds. J. van de Pol, eerst predikant brj de Ned.-Herv. Gem., te Benthuizen, daarna by de Geref. Kerk te Nederhorst-den-Berg, vervolgens rustend predikant, wonende te Breda, heeft thans, volgens „De Rott.", na weer tot de Evangeliebediening in de Ned.- Herv. Kerk te zijn toegelaten, een beroep ontvangen als predikant brj de Ned.-Herv. Gera. te Vaals (L.). De gewone audiënties van den Minister van Just'tie en van den Minister van Staat, Minister van Binnenlandsche 2a'en, zullen Zaterdag o.k. niet plaats hebben. De Staatsraad, jhr. mr. Quarles van Ufford, in Den Haag, is vrij ernstig onge steld. Aan den heer F. B. Löhnis, die zijn zijn ambt van inspecteur van den Lan 'bouw heeft nedergelegd, zal 22 dezer in H tel „De Witte Brug in Den Haag», een d.ner worden aangeboden, bij welke gel genheid teven3 de, aanbieding zal plaats h .bben van een hukle- biyk. De redactie van „De Tunbouw", offiic. orgaan van den Ned. Tuinbouwraad, is zeer ingenomen met de benoeming van den heer I. G. J. Kakebeeke als opvolger van den heer Löhnis. Mej. v. d. Grijp, to 's-Gravenhage overleden, heeft, zoo meldt „De Nederl.", aan de diaconie der Ned.-Herv. Gem. te Gouda f4000 vermaakt H. M. de Koningin en H. M. do Ko ningin-Moeder hebben aan de vereeniging „Hulp aan Zuigelingen" in Den Haag gif.en doen tookomen. H. M. de Koningin-Modder heeft f50 ge schonken aan do Haagsche Vereeniging tot verstrekking van melk en eieren, enz. aan zieken. „D© Telegraaf5'. Een drukbezochte openbare vergadering, Zondag te Tilburg gehouden door de mili taire mobi isatieclub aldaar, heeft zoo meldt men ons, eon motie aangenomen, waar in de staf wordt gebroken over het „anti- neutrale bedryf' van de „Tel." en den arbei ders wordt verzocht zich van lezing van dit blad en van den afdruk daarvan, „De Cou rant", te onthouden. Een derde huiszoeking had plaa s te Aer- denhout in de villa „Clematis", bewoond door den heer A. H. Holdert den vader van den heer H. M. C. Holdert Ete justitie bracht eveneens een bezoek aan perceel Lomanstraat 44, waar een der leiders van het anti-smokkelbureau, de Bn- gelschman Lang, woont Do heer Lang bleek evenwel reeds ver trokken te zijn. Zyn woning was nagenoeg geheel ontruimd. Minister Treub en de „Nieuwe Courant". Wjj ontvangen, aldus de „Nieuwe Cou rant", het volgende schrijven: Den Heer hoofdredacteur van De Nieuwe Courant WelEdelGestrenge Heer, l)e- tusschen ons gevoerde, niet voor het publiek b stemde correspondentie heeft my de overtuiging geschonken, dat het meer persoonlijke deel van de beschouwing in uw blad, vóór de vergadering van de Kamer, verleden week gegeven, niet werd ingegeven door wrok. Ik heb niet het minste bezwaar tot het afleggen dezer openlijke verklaring. Gy zftt geen Uebermensch, en van u mocht dus piet -worden verwacht dat gy tegen over den heer Treub bijzonder vriendelijk gestemd zoudt zyn. Wrok tegenover den Minister van Financiën heeft echter uw pen niet bestuurd. Indien deze verklaring er boe kan bij dragen het tusschen ons in 1908 gerezen conflict in de archieven Aran uw blad bij te zetten, aal het nijj bjjzonder aangenaam rijn. -■=. Ik maak van deze gelegenheid gebruik u te verzoeken in uw kolommen een enkel woord te mogen zeggen, dat rechtstreeks verband houdt met het Vrijdag j.l. door de Kamer uitgesproken votum. Enkele bladen uw blad behoort daar onder niet hebben ondanks myn ondub belzinnige verklaring, dat ik het onder de gegeven omstandigheden onve an woordelijk zou hebben geacht om persoonlijke redenen een conflict met de Kamer te zoeken en mijn portefeuille weg te werpen, de voor stelling volgehouden, dat ik in deze zelf moord zou hebben gepleegd. De „Nieuwe Rotterdamse he Couranti' is daarmede voor gegaan. Enkele bladen zyn het blad daarin gevolgd. Zelfmoord nu be teekent: het zich met voorbedachten rade berooven van het eigen leven (hier van het eigen ministe- rieele leven). Het spreekt van zelf, dat ik niet treed in een polemiek naar aanleiding van de ver schillende beschouwingen over hegeen Vrij dag in de Kanier voorviel; beschouwingen waarover ik trouwens over het algemeen allerminst reden heb tot beklag. Ik mag echter niet toelaten, dat gepoogd wordt, vlak tegen myn pertinente verzekering in, de verantwoordelijkheid van het my als mi nister den levensdraad afsnijden, tcoh van de Kamer op my af te wentelen. Niet alleen heb ik verklaard mynerzyds geen conflict te zoeken en de groote ver antwoordelijkheid te beseffen, die op my zou hebben gerust, indien ik onder de ge geven omstandigheden lichtvaardig met mijn portefeuille had omgesprongen. Maar ik heb de daad brj het woord gevoegd en het overgroots deel van hetgeen de (linkerzijde" der) Kamer en mij verdeeld hield, terug 'ge nomen. Nu kan men van oordeel verschillen over de vraag of ik niet nog verder had moeten gaan. Ik voor mij was er van over tuigd, dat ik in het belang van 's Rijks financiën niet verder gaan mocht, dan [k ging en dat ik bovendien een verband leg de, dat men.reeds den 23en October in de Memorie van Toelichting bij het ontwerp van wet tot „heffing eener belasting als bijdrage in de kosten van de toekenning van ouderdomsrenten" had kunnen lezen. Ook zy, die mijn', overtuiging in deze niet deelen en die van oordeel blijven, dat het door mij gelegde verband voor de Kamer wél iets nieuws en iets onverwachts was, hebben echter niet het recht te twijfelen aan de oprechtheid mijner verklaring ten aan zien van 'myn bereidwilligheid de verant woordelijkheid van de zorg voor 's Rijks financiën onder de huidige hoogst ernstige omstandigheden ook in de toekomst (je blij ven dragen. Do Kamer had, ook ha die verklaring, het volste recht harerzjjds te kennen te geven, dat zij samenwerking met mij niet langer gewenscht achtte. Nu zij dit zoo ondubbelzinnig deed, blijve de volle ver antwoordelijkheid daarvoor ook voor haar. Ik heb eerlijk gepoogd de dreigende crisis te ontwijken. Zij heeft my, nadat ik tot twee maal toe zoo duidelijk mogelijk liad gezegd, dat de motie van den heer Schaper voor mij do beteekenis had van een motie van afkeuring, te kennen gegeven, dat ik had heen- fc9 gaam Of de Kamer daarmede 'b Lands belang al dan niet heeft gediend, beoordeel ik hier niet Ik wil aannemen, dat de Kamer den toestand en hetgeen thans door het lands belang geëischt wordt, juist heeft ingezien, hoewel myni meening een andere is. Maar joist of niet juist de verantwoordelykheid van de Kamer wil ik niet op mijn schouders afgewenteld zien. Zelfmoord heb ik niet willen plegen en zelfmoord heb ik niet gepleegd. U dankende voor de mij verleende plaats ruimte, heb ik de eer te zyn, Hoogachtend, Uw dw. TREUB. Den Haag, 31 Januari 1916. Naar aanleiding van dit schryven van mr. Treub, zegt de redactie het volgende: „Aan het hoofd van dit blad vindt men een brief van mr. Treub. Aan de toazending van dat schryven is voorafge-, aan een korte b.iefwisse'ing, door den minister begonnen en gedeeltelijk be trekking hebbende op den aanval, door hem als Kamerlid in 1908 tegen ons blad in de Kamer gedaan, ter zake van het toen tus schen onze onderneming en de Vereeniging van Nederlandsche Werkgevers bestaande verband. Het geschil werd in het openbaar be ëindigd door ©en uitspraak van een eere- raad (bestaande uit prof. Van der Vlugt, dr. Byvanck en wijlen dr. Vermeulen), waar in de journalistieke onafhankelijkheid van onze hoofdredactie boven eiken twijfel werd gesteld. Mr. Treub heeft thans het woord ge sproken, dat aan zijn aanval van destijds het zoo pynlyke persoonlyke karakter ont neemt en geeft openlyk den wenscli te ken nen het bijna acht jaar oude geschil te beschouwen als tot een afgesloten verleden te be hoor en. Wy deelen dien wensch thans ten volle en erkentelyk voor de toegestoken hand, aan vaarden wy haar gaarne." De redactie van de „N. R. Ct" ric-ht zich, aangaande den aanval op haar gedaan, tot mr. Treub met eenige vragen, om hem; gelegenheid te geven, zich ten aanzien van oifc blad nader te verklaren. JEJet blad schryfb: „Nu stellen wy mr. Treub deze vraag: waar in ons blad is geschreven, dat gij om persoonlyke redenen een conflict met ds Kamer gezocht hebt? Waar/ zelfs, vondt gij in ons blad op persoonlyke redenen eer toespeling gemaakt? Waar is in ons blad de voorstelling, dat persoonlijke redenen u geleid hebben, ondanks uw\ ondubbelzinnige verklaringen volgehouden?" DE WATERSNOOD IN NEDERLAND. De laatste berichten luiden, dat het wa ter begint te zakken en de menschen gerus ter worden. De firma Blankenvoort, die de dijkbreuken herstellen moet, heeft van he\ kalm© weer der laatste dagen goed geprofi teerd en heeft zelfs hoop Waterland in April droog te zullen hebben. Alle werken mee en Prov. Staten van Noord-Holland hebben gisteren nog bewe zen den ernst van den toestand in te zien door een half millioen gulden voor het her stel der waterkeeringen toe te staan. De gezamenlijke burgemeesters der ge meenten benoorden het LJ, welke door den watersnood zijn geteisterd, hebben thans be paald, dat de doorlatingsbewijzen, die sindr eemgen tijd verplicht waren gesteld, kun nen worden ingetrokken. Hiermede komen alle verkeersbelomme- ringen van Amsterdam uit te vervallen. De wenschelijkheid blijft echter bestaan, teneinde de herstellingswerken en andere voorzieningen aan waterkeeringen zoo min mogelijk te belemmeren, dat de toeloop var» nieuwsgierigen in het overstroomd gebied zoo beperkt mogelijk blijft. Aan den civiel-ingenieur Paul te Den Haag is opgedragen de bestaande pomp- machines van Waterland zoo in orde te ma ken, dat, zoodra er met het leegmalen van de overstroomde gebieden kan worden be gonnen, cèeze de grootste capaciteit zullen kunnen ontwikkelen. Waarschijnlijk zuller daarnaast andere machines in het werk wor den gesteld-. Zooals vanzelf spreekt, schrijft ons een on zer Amsterdamsche berichtgevers, zal de doorbraak wel ©enigen invloed op 't klimaa hebben, speciaal op dafc van Amsterdam, nu die stad feitelijk weer in de onmiddellijke nabijheid van de open zee ligt. Om te begin nen zal de- nieuwe binnenzee het vochtig1- heidsgehalte van de lucht in Noord-Hollauó nog wat hooger maken dan het reeds was op heb groote schiereiland. Wel.icht zuller we in de eerste maanden wat meer mist of nevel waarnemen, maar van veel betee kenis zaJ dit niet zijn. Belangrijker wordt echter de invloed var de nieuwe binnenzee in Mei en Juni a.s., wanneer de ondiepe poel, die de b'nnenzee dan geworden zal zijn, zeer hard verhit wordt en met groute snelheid verd mpk Het zou ons niets verwonderen, wcimeir veel vuldige onweersvorming hiervan het gevolg zal zijn, en wanneer 1916 in Amsterdam zeer onweerrijk zal wezen, behoeven wij de oorzaak niet ver te zoeken. Do minister van Landbouw, gelet op zijn beschikking van 20 Jan. 1916, heeft goedge vonden te bepalendat van 1 tot 7 Febr. 1916 door de rijkscommissie van toezicht op do Eiervereeniging consenten kunnen wor den verstrekt voor den uitvoer van pluim vee, zoowel levend als geslacht, mits ter be oordeeling van de rijkscommissie van toe zicht op de Eiervereeniging afdoende kan worden aangetoond, dat de dieren afkom stig zijn uit de door overstrooming geteis terde streken. Nadat Maandag in veïband met de weke- lijksche veemarkt aan het abattoir te Am* sterdam de aanvoer van koeien uit het over stroomde gebied stopgezet was zijn de boe ren hedenochtend opnieuw met hun beesten komen opdagen. Een duizendtal werden in den loop van den dag aangevoerd. Gister avond gingen zij op transport naar Duitsch- land. Heden werd ongeveer hetzelfde aan tal beesten verwacht. Naar van bevoegde zijde werd medege deeld is het te voorzien dat in de eerstvol gende dagen nog zeer belangrijke hoeveel heden vee naar Duitschland gezonden zul len worden. Hoewel aangaande de prijzen niets definitiefs kon worden medegedeeld, werd uit goede bron verzekerd, dat de boe ren met de ontvangsten méér dan tevreden kunnen zijn. in den Zaandamschen gemeenteraad is ter sprake gebracht het optreden van het raadslid Brinkman, dio als taxateur van 't vee optrad. Hij betaalde de boeren het be drag uit, waarop hij getaxeerd had en be hield, wat er in het buitenland meer onfcs vaDgen werd. voor zichzelf Een der raads leden hield een interpellatie over de hard nekkige geruchten, die hieromtrent gingen. De voorzitter zegde deze zaak liever nog even te laten wachten, daar ook hij er reeds veel van heeft gehoord, doch met het uit spreken van een oordeel gaarne wacht *oc de heer Brinkman zich omtrent deze zaak heeft kunnen verdedigen. De schoolopzieners in Nederland hebben het personeel van alle lagere scholen op gewekt om bij de schoolkinderen een col lecte te houden ten bate van de Algemeene Watersnood-Commissie. Alle bijdragen zul len worden bijeen gevoegd als één gave van het Nederlandsche schoolkind. Pestgevallc op Java, By het Departement van Koloniën is teil vervolge op het bericht, opgenomen ia de „Staatscourant" van 20 Januari 1916, het volgende telegram van den .Gouverneur-Gen©-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1916 | | pagina 5