flo, 17157 Dinsdag X Februari. Tweede Blad. A°. 1916. Binnenland. Rechtzaken. FEUILLETON. Violette of de Schoonzuster. TREUB3 VAL. Men meldt aan de „N. R. CL": I Het ligt in <te bedoeling, om opperrabbijn Jlodelsheira, die tijdelijk belast is met de waarneming van liet opperrabbinaat over iet synago^alo ressort Drente, defi i'ief a's Ihppc'iTabbrin van Drente te benosmea. In dit torband moet het in het voornemen liggen pon combinatie van de synagogale ressorten Pronte en Friesland te vormen. De audiëntie van den Min'ster van "Wa rs taat zal a.s. Vrijdag niet p'aats hebben. De nieuwbenoemde gouverneur-gene- van Nederlannsch-Indië, mr. graaf Van imburg Stirum, is voornemens morgen des middags met den Holl. Spoortrein van uur 5 min. uit Den Haag te vertrekken ar Rotterdam, om met het stoomschip „In- linde" van den Rotterdamschen Lloyd raar diö scheep te gaan. H. M. de Koningin-Moeder heeft den 'ouwbenoemden gouverneur-generaal en ©vrouw, die ook onlangs bij de Koningin- poader gedineerd hebben, in afscheids- udiëntie ontvangen. De heer F. B. Löhnis, inspecteur van n Landbouw, treedt heden uit 's Rijks t. Wij vernemen, dat mevrouw de wed. r. A. E. H. GoekoopDe Jongh, in piëteit- dle herinnering aan wijlen haar echbge- -t, aan den rector van het Gemeentelijk mrasium in Den Haag. bjj gelegenheid n z$n jubileum, f 1COO heeft geschonken, ot verzoek die in het belang dor school besteden. Ambtenaar H. IJ. S. M. en GesrieenteraadsEid. Vra?.g van den heer Kleerekoper, betref- het weigeren aan een ambtenaar der v IJ. S. M. om een mandaat als Gemeente- "dslid te aanvaarden: De heeren G. v. d. *st, commies der H. IJ. S. M. te Leerdam, "oomd tot lid van den Gemeente- :ad aldaar, heeft van de directie van voor noemde Maatschappij, nog vóór door hem eon boachikking harerzijds" was gevraagd, de jpocfcdealing ontvangen, dat hg het Raads lidmaatschap niet mag aanvaarden. De Raad der gemeente Leerdam vergadert ii den regel ééns per maand, des avonds te 7 "U. De heer Van der Most heeft als commies iecsi te doen de ééne week van 6V2 's mor gens tot 7 uren Ts avonds, de andere week van 11 uren 's morgens tot li uren des Avonds, maar dan met een rustuur van 8 "tob 9. Ook in do zeldzame gevallen, dab dienst tijd en Raadsvergadering te zamen treffen, kan daarin dus door ruiling van dienst ge- takkelijk worden voorzien. 18 de Minister van Waterstaat, in over eenstemming met de toezegging, op 25 Juni 1914 in de Tweede Kamer gedaan, bereid Dni pogingen in het werk te steken, teil einde alsnog te verkregen, dat de heer Van der Most het rarnbt kan vervullen, dat hem floor zijn medeburgers is opgedragen? Antwoord van den heer Lely, Minister Fan Waterstaat: De H. IJ. S. M. heeft sinds jaren aan biomand van het personeel vergunning ver leend om een mandaat als Gemeenteraadslid te aanvaarden, en wel wegens de mogelijk heid van strrjd busschen spoorweg- en ge meentebelangen. Naar aanleiding van de gedane vraag is öe Maatschappij uitgenoodigd nader te over- jWêgen, of, waar liet hier een zaak van al gemeen belang betreft, zij geen maatregelen zou kunnen nemen, „om, zooveel do_ dienst 'dit) toelaat, de uitoefening van het lidmaat schap van een Gemeenteraad door beambten van haar dienst mogelijk te maken. De Maat schappij blijft echter bezwaren maken haar personeel toe te staan, het lidmaatschap van "Gemeenteraden te aanvaarden en uit te oefe nen. Niet alleen voorziet zij, dat, door .dit wel toe te staan, zich tal van moeilijkheden zullen voordoen bij beoordeeling van de vraag, wanneer de dienst de waarneming van dergelijk lidmaatschap wel cn, wan neer niet zal toelaten, waarbij klachten over ongelijke behandeling niet zullen uit blijven; maar nog meer acht zij bedoeld lidmaalschap niet vereenigbaar met eenige betrekking bij de Maa'schappij wegens de verhouding waarin zij tot de gemeentebe sturen staat of kan komen te staan. Naar haai* meening zouden bovendien de eischen van den spoorwegdienst zich verzet- i ten tegen een voorschrift, dat elk lid van het j personeel recht gaf op vrijstelling van dienst j voor het vervullen van lidmaatschap van een j Gemeenteraad. Hetgeen toegestaan mocht worden voor het waarnemen-\mn een derge lijk mandaat* zou volgens de Maatschappij niet geweigerd kunnen worden voor het vervullen van andere openbare functiën, waardoor een omvangrijke last op den spOiOir- wégdienst gelegd zou worden. De mogelijkheid van ingTrjpen door de Regeering- moet getoetst worden aan het in art. 27 der wet van 9 April 1875 („Staats blad" No. 67) omschreven belang, zijnde verzekering van de behoorlijke uitoefening van den spoorwegdienst of het veilig ver keer over de spoorwegen. Daar niet gezegd kan worden, dat rich tig© behartiging van dit belang, het Uoodig kan maken aan spoor wegpersoneel do gelegenheid tot bekleeding van het Raadslidmaa'schap te openen, moet de versischte wettelijke g.pads ag voor 'in grijpen der Regeering geaelit worden te ont breken. Kamerverkiezing Apeldoorn. In de Vrijdagavond gehouden vergade ring dbr plaatselijke Christ. -Hist, kiesver- eeniging „Koningin en Vaderland" te Apeldoorn is, naar „Do Ned."meldt, in do vacature-Van Bylandb met algemeene stemmen tot oandidaat voor de Tweede Kamer gekozen de lieer J. R. Snoeck Hen- kemans te 's-Gra/vcnhage. Men schrijft aan -de „N. R. Ot." Het schijnt, dat de verkiezing voor do Tweede Kamer in h-et dis tri ot Apeldoorn niet zonder, strijd zal afloopen. In Harder wijk en omgeving boerscht voor deee ver kiezing groot© belangstelling. Van vrijzin nige zijde wordt pref. Kc-hnstnim, die des zomers op zijn buiten bij Harderwijk pleegt te wonen, reeds genoemd. Woensdag vergadert de centrale libe rale kiesverëeniging te Apeldoorn. UIT DE STAATSCOURANT. Bij Kon. besluit is mr. A. L. E. ridder de Stuers, buitengewoon gezant en gevol machtigd minister bij de Fransche Repu bliek, b enoemd tot staatsraad in buiten ge wonen dienst; is benoemd tot bewaarder van de hypo theken, het kadaster en de scheepsbewijzen te Alkmaar J. Veenenbos, thans inspecteur der registratie en domeinen aldaar; is met ingang v.an'l Februari 1916 de titel van den inspecteur in algemeenen dienst bij de directie van den Landbouw dr. A. J. Swaving, veranderd in dien van inspecteur van het zuivelwezen; - is met ingang van 16 Februari aan den I kapitein ter ze9 S. "W. No'st Trénité, op zjjn verzoek, eervol ontslag verleend uit zjjn I betrekking van lid van het Hoog Militair j Gerechtshof, onder dankbetuiging, en is be noemd als zoodanig de hoofdofficier van administratie 1ste klasse bij do marine, N. J. J. van Rijn van Alkemade, to 's-Graven- hage. HAAGSCHE RECHTBANK. Een jachtwetovertredingte Noord wijk. J. v. d. M., te Noorchvijk, had indertijd voor het Leidsck Kantongerecht terecht ge staan wegens een jachto ver treding, het loopen in jagende houding op jverboden grond. Bij vonnis van den Ssten November had de Kantonrechter hem van 't ton laste gelegde vrij gesproken. De Ambt. van hot O.M. was tegen dit vonnis in hooger beroep gekomen cd deze zaak kwam nu gisteren voor de rechtbank. Beklaagde was niet vor schenen. De officier achtte het gewezen vonnis niet juist, vroeg vernietiging en eischte «thans een boete van f 0.50, subs. 1 dag hech tenis. Wederspannigheid te Leiden. Donderdag 7 October surveilleerde do politie-agent A. P. van der Voort-in de Jaa- vossensteeg, toen J. L. het de politie on der den invloed van sterken drank, we der bijzonder lastig maakte. Zoo'.n man te arresteeren is geen pretje, maar plicht ge bood het. L. sputterde echter erg tegen, raasde en tierde en verzette zich. Thans, nu hij zich daarvoor moest verantwoorden bleef hij weg. Nadat de politicagent ge hoord was, oischte het O.M. daarvoor 14 dagen gevangenisstraf. Mishandeling van de politie te Leiden. Dan. K., 25 jaar, en Alb. K., 22 jaar, beiden los werkman te loeiden, stonden na do- pauze voor de Rechtbank, wegens mis handeling van de politie op Zondag 3 Octo ber. Deze mishandeling had plaats gehad in de Kraaierstraat. Tusschen 3 en 4 uren ont moette de politieagent M. Goossen den eer sten beklaagde, die allerlei grimasseif tegen hem maakte. Toen het den agent begon te vervelen en deze bèm wilde arresfceeren, greep K. hem aan, waardoor de agent kwam te vallen en bloedende wonden verkreeg. De agent verloor zijn helm, die hem later tegen het hoofd werd gegooid door, den twee den beklaagde, waardoor de agent nogmaals gewond werd. K. wist eindelijk den agent nog de sabel af te nemen, waarmede deze zich verdedigde. Beklaagden zeiden er niets van te weten. Nadat «een militair was ge hoord, die gezien had, dat de laatste be klaagde inderdaad met den helm hal gewor pen, werd opgeroepen de getuige Lam an, die echter niet was verschenen. Daarom werd de behandeling geschorst en uitge steld tot 14 Februari. Mishandeling en wederspannigheld van de politie te Leiden. G. v. d. H., te Leiden, had moeten ver schijnen inzake mishandeling en wederspan- nigheid liegen de politieagenten Boon ep Van Klaveren. Beklaagde was niet versche nen, doch de verbalisanten deelden mede, dat er op Zondag 10 October oen vloksop- loop op de Langegracht was. Eerstgenoem de verbalisant wiide toen beklaagde arresteo- ren, waarop deze hem aanviel en mishandel de. Van Klaveren kwam zijn collega te hulp en mot "hun beiden gelukte het hun, be klaagde aan te houden, doch dit ging nog niet zoo gemakkelijk. Hij betoonde zich zeer wederspannig. Brj verstek eischte de Ambt. van het O. M. één maand gevangenisstraf. Vernieling van twee glasruiten. Daarvoor verscheen een Leidsch werk man, .,Arie v. d. W., in de bank der be schuldigden. Hij had op 24 October in de Mirakelsteeg, na een woordenwisseling met de vrouw des huizes, twee ruiten mot spon ning en al ingeslagen in de woning van C. v. d. Klis, in de Mirakelsteeg. Vrouw v. d. K., was boven haar theewater geweest en had hem het bloed aan het koken ge maakt, zei beklaagde. Van der KI., xa!s getuige gehoord, ont kende dit. Beklaagde zelf was beschonken. Beklaagde had de schade niet vergoed. Hg was daartoe onmachtig, zei hij. Daarom-hielp boete vragen ook niet, meende de officier, die nu een voorwaardelgke gevangenisstraf eischte van drie weken. Diefstal van sterken drank te Leiden. Daarvoor werden behalve bovengenoem de J. L., H. O. en A. S., losse werklieden, eveneens uit Leiden, ter verantwoording geroepen. Zij hadden zich op den ^avond van 27 December bij den caféhouder A. Sin ning meester gemaakt van een pot boeren jongens, oen pot boerenmeisjes en een halve fle-sch advocaat. Zij waren nu weggebleven, maar de café houder deelde omstandig mede hoe de zaak -zich had toegedragen. Het drietal, dat in het café wat was gaan gebruiken, had met het oog op een voorgewende 40-jarige brui loft verschillende bestellingen gedaan. De herbergier, blij met deze bestelling, bracht al de bestelde dranken naar het opgege ven adres, doch informeerde intusschen naar een en rander en vernam toen, dat het adres niet goed en er van een bruiloft geen sprake was. Beklaagden, daarover teleurgesteld, om dat de bruiloftsdrank hun nu ontging, kwa men in het café terug en pakten bij het heengaan de genoèmde dranken mee, zonder dat de eigenaar er iets tegen doen kon. Bij verstek vroeg de officier tegen den eersten beklaagde, die reeds herhaaldelijk is veroordeeld een maand gevangenisstraf en tegen de andere twee zeven dagen. [Uitspraak in al .deze zaken 1 Februari. HOOGE RAAD. Frans Rosier. Behandeld werd een verzoek van Francis- cus Hendricus Rosier, om herziening1 van een arrest van het Gereohtshof te Amster dam van 26 Mei 1903, waarbg hg tot 6 jaar gevangenisstraf is veroordeeld wegens poging tot doodslag en poging tot diefstal. Zes omstandigheden had verzoeker tot on dersteuning van zgn verzoek aangevoerd, verband houdende met beweringen omtrent het bestaan van krankzinnigheid bg hem. Ten aanzien van twee dier omstandigheden requireerde advocaat-generaal mr. Besier tot afwijzing; ten aanzien van de overige om standigheden tot niet-ontvankelijk-verklaring van het verzoek. Uitspraak 28 Februari. De moord to Kamerik. De Hooge Raad cieed uitspraak in de zaak van A. S., molenaarsknecht te Kamerik, door het Hof te Amsterdam, met vernieti ging wegens vormgebrek van een vonnis der rechtbank te Utrecht, veroordeeld tot 12 jaar gevangenisstraf wegens doodslag, op 3 Januari 1915 gepleegd, op Jacob Maje, dOor dezen met een vuurwapen in den rug te schieten, ten gevolge waarvan hij eenige oogenblikkon daarna overleed, terwijl zijn lijk later uit het water werd opgehaald. Het beroep werd verworpen. HOOG MILITAIR GERECHTSHOF. Voor hot Hoog [Militair Gerechtshof wer den de pleidooien gehouden in de zaat te gen A. S., oud 2i jcuvr, geboren te Rotter dam, milicien-soldaat der infanterie, die door d'en krijgsraad te Den Haag w»» ver Uit het Engelsch van Miss YONGE. (Nadruk Verboden). 7) ,,0hoe vreeselijk Was dat voor u om te ooren! Maar dat kan niet waar zijn. Dat ~ijn zeker niets dan praatjes. Arthur zou 't pel bobben opgemerkt, als zij zióh anders "edragen had clan haar gewoonte is." »,l£en aardige gewoonte! En wat meer is, JJane Gardner sprak het geenszins tegen." „Jano Gardner „Ja. Tante wilde mevrouw Finch een be- ~oek brengen, doch vond niemand thuis, j °ch dezen morgen vóór zij vertrok kwam Ja-no. ik heb haar niet ontmoet. Ik was *"öt Polhain uit, maar tante heeft haar over die zaak onderhouden. Zij moet er heel ver standig ©ver gesproken hebben; zij betreur de net wel, dat baar zuster zoo lichtzinnig scheen te zijn, doch stelde mijn tante toch °gal gorustmaar aangaande de an- jv?re> daar kon zij niets van zeggen, dan dat Jjtai'k een groot bewonderaar van van Auss Martindalo was en dat er Woensdag eel was voorgevallen, waaruit iemand, die v aar nl°t kende on wist, dat clit zoo haar ge woonte v/as, had moeten opmaken, dat zij aanmoedigde om haar het hof w maken." *S J.arr*mer> dat Miss Gardner er zich 'l bemoeid heeft," zei Violette. „Wa nneer aar gesproken heb, heb ik altijd, een 1 iieo, neD ik alt dienen -Van me71scbon dan zij ver- „Och, gij hebt immers nooit slechte ge dachten van wie ook?" „Ja zokeY, van Miss Gardnor onder ande- ron. In 't begin hield ik zeer veel van haar maar later, het spijt mij, dat ik het moet zeggen, ben ik gaan denken, dat zij niet op recht is." „Gij hebt geloord haar door de oogen van Theodora te zienEn wat is natuurlijker dan dat movrouw Finch, 'die al wat naar voorzichtigheid en ingetogenheid zweemt veracht en veroordeelt, den raad van haar oudere zuster geheel verwerpt. „Hebt gij Jane Gardner wel eens ont moet?" „Neen, nooitmaar dat doet hier niets ter zake. Ik ga ook niet op haar berichten af, en gij moet niet denken, dat ik ooit van mijn leven jaloersch zou kunnen worden op zulk een schavuit als die Mark. Ik verbeeld mij niet, dat er, eenige vrees beGtaat, dat zij licm zal aannemen, ofschoon, wanneer zij zich zoo iets eenmaal in 'het hóófd gesteld had, niets haar zou togenhouden, al wist zij vooruit, dat zij diep rampzalig zou worden/' „O, daar is geeft vrees voor/' „Dat vertrouw ik ook. Het zou al te ver schrikkelijk zijn! Doch van nu af kan ik slechts de zustor van John in haar zien, mijo voormalige speelmakker, waarop eens al mijn verwachting van een onuitsprekelijk zalige toekomst gevestigd was." Hij kampte met oen hevige ontroering, doch hij over won die en zeide: „Het is nu voorbij! De reden, waarom wij gescheiden zijn, heeft niets gemeens met de Gardners. Zij wilde het niet verdragon, dat ik hgar zeide het geen ik meende, dat mijn plicht was. Het is duidelijk, dat ik mij ten eenenmale vergist j heb met te denkon, dat wij te zamen over- j weg zouden komen. Zelfs al ware er roden geweest om te denkon, dat zij mij genegen heid toedroeg, dan nog was het verkeerd van mij, den strijd met zulk een karakter te wagen. Dat zeide ik haar en toen was onze betrekking geëindigd." „Het is zoor treurig," zei Violette. „Gij vindt toch niet, d.at ik mij iets jegens haar te verwijten heb?" „NeenGij hebt veel van haar verdragen. Gij kondet niet anders handeion maar wat zal hot Arthur en John leed doen-!" „Het is gelukkig, dat ons engagement aan zoo weinigen bekend was. Hot spreekt van zelf, dat ik bij degenen, die er van bewust waren, de schuld van het verbreken dier be trekking op mij zal nemen, en meer behoeft men niet te weten. Wij hebben ons beiden vergist. Men moet het haar niet wijten en eenmaal doch hij kon dit .niet bedaard zeggen „zal zij misschien iemand vinden, die haar oven liefheeft als ik, en die haar al die gebreken zal leerén overwinnen." „Het goede zal oindelijk overwinnen," zei Violette. „Daar ban ik van overtuigd, maar ik vrees, dat zij niet zonder veel beproeving en verdriet zoo ver zal komen. Mocht het slechts niet komen door dien man „Neen, neen!" „Nu, vaarwel dan." Zij gaven elkander do hand tot afscheid. „Gij zult al hetgeen er voorgevallen is wel aan Arthur vertellen, nietwaar? on hem hartelijk dank zeggen voor al zijn vriende lijkheid; en gij neem ook gij mijn dank aan voor de groofcq goedheid en het medege voel, dat gij mij bewezen hebt. Indien zij u eer gekend had maar vaarwelSlechts één ding moet ik u nog vragen wilt gij en Arthur mij steeds als uw vriend blijven beschouwen Wilt gij dat Y' „Aah!" riep Viol-ette, eoo goed als haar tranen haar dit toelieten, „geloof mij, dat wij zoo gaarne Hij dfrukto haar dankbaar de hand on verdween, terwijl zij, van aandoening over stelpt, schreiende op een stoel zonk en rich gevoelde alsof rij allen in zekere mate schuldig waren aan het hartzeer, dat Fotheringham was aangedaan. In diien toestand van treurigheid vond Theeodora haar een poos diaaraa nog ritten, terwijl zij zelve met zulk een fiere houding en be daard voorkomen in de kamer trad, dat niemand zou hebben kunnen raden, wie van beidten de hoofdpersoon was bij hetgeen er was voorgevallen. Zonder iets te zeggen behandelde rij Vio- lotfce als bij een gewoon zenuwtoeval en droeg groot© zorg voor haar, tot haar snik ken bedaard was. later op den dag las zij haar wat voor, doch geen van beiden lette op de woorden. Tegen den avond legde zij het boek ter zijde en schreef êen briefje, terwijl Violette riek in sfci'lt© verwonderde, dat 7aj zich zoo weinig scheen te bekomme ren over hetgeen gebeurd was. „Daar, ik zal mijn brief zelf op do post brengen. Gij kunt hem lezen als gij wilt. terwijl ik mijn hoed' opzet." Violette las: „Lieve Mama. Ons engagement is verbroken. Mr. Fothe- ringham wild© zich het recht aanmatigen, over mijn doen en laten te hoersohen, cn daaraan wilde ik mij niet onderwerpen en voornamelijk was hij beleedigd, dat ik met Arth/ur naar Epsom ging, in plaats van thuis te blijven om op een bezoek van Lady Fotheringham te wachten. Wij kregen daarover hooge woorden, bemerkten, dat oordeeld tot drie maanden gevangenisstraf, ingaande 3 November 1915, wegens opzet telijk en wederrechtelijk beschadigen van een geweer, toebehooren.de aan het RijK op 15 October 1915 te Zoeter w oude ge pleegd. Beklaagde,, die gedetineerd was in het huis van bewaring te U' kt, was inmid dels reeds op 13 Januari j.l. door het Hof bij handtasting uit zijn arrest on klagen en naar zijn compagnie teruggezonden. Bij zijn verhoor bekende beklaagde het feit gepleegd te hebben in een dru-uui. De verdedigster, mej. mr. Estelda 0. Si mons, te Utrecht, 'zette in haar pleidooi uit een, dat van opzet h. r geen sprake was en dus vrijspraak zal moeten volgen. Mocht het Hof clez© meening met zijn toegedaan, dan verzocht pleitster beklaagde te veroordee- len tot zoodanig© stro,., dat deze uoor het ondergane voorarrorfc zal zijn uitgeboet. De advoeaat-öskaal achtte den opzet tot beschadiging wel aanwezig en cschte be vestiging van het vonnis. Het Hof zal lat- uitspraak doen. „HET NIEUWS VAN DEN DAG" (lib.) schrijft met betrekking tot minister Treub'e aigemeene financieele politiek: ,,Het is moeilijk t© ontkennen dat er bij zijn financieele plannen onderdeden wa ren, zooals de vóórnamen-belasting, het plan tot belasting van schilderijen en nog zooveel meer, die ergernis wekken moeiten in breeden kring, ergernis en zelfs spot. Was het nu waarlijk noodrg, deze kfeiney ten deefle gevaarlijke middelen te bezigen, terwijl het voor de hand 'ag, krachtiger en radicaler op te treden in het groote? Ook voor ons is de houding, door minister Treub ton aanzien van de oorlogswinst; aangenomen, volslagen onbegrijpelijk ge bleven. Het best© on billijkste beUsting- object lag daar voor de hand. De oorlogs toestand trof zeer velen zoo gevoelig, dat zij nauwelijks het leven konden houden, dat zij don bestaanden belastingdruk ter nauwernood konden blijven torschen cn toch ouden zij nog harder, veel harder getroffen moeten worden. Daarnaast s'hiep de oorlogstoestand, met zijn zonder1 iage tegenstellingen, oen andere rubriek inge zetenen, die er wèl bij voeren, ja er rijk bij werden. Wat scheen nu billijker, dan de buitengewone lasten var dezen tijd in de eerste plaats te verbalen op de fortuin lijken, aan wie de buitengewone lasten te beurt vielen? Tegen elke heffing in ééns van het vermogen wordt aangevoerd a1 kon de steviger draagkracht der getroffe nen in dat geval niet ontkend worden dat ze onbillijk is, omdat één groep men- scihen den last van allen zou moeten dra gen. Maar hen to treffen die juist wegens den oorlog buitenkansjes behalen, stuit niet op dat moreel e bezwaar en wischt de grove onbillijkheden van het noodlot eenÈgszitts uit; iemand, die een milliocn extra verdient, zou niet beklagenswaardig zijn al moest hij een half millioen ten al-, gemeenen bate afstaan. Denemarken gaf reeds ee j'aar geledon het voorbeeld; verscheidene omringende landen volgden in Ne 'erland echter ligt de oorlogswinstbelasting nog in onderzoek bij een commissie van drie-en-dertig Toch geeft de formule niet de minste moeite „Als oorlogswinst wordt beschouwd elke vermeerdering van inkomen verge leken bij het jaar vóór den oorlog waar van niet aannemelijk kan worden gemaakt, wij gedwaald hadden in de meendng, diat onze karakters overeenstem-dón en beslo ten daarom to scheiden. Ik heb geen reden, om mij over hem te beklagen, ofschoon ik op dit oogenblik zeer verstoord op hem ben, dewijl hij, toen hij met mij afgehan deld had bij cl© arme Violette is gegaan en daar zoo hooft geraasd, dat rij het org op de zenuwen heeft gekregen. Niemand ter wereld zou zich hartelijker en nauw gezetter hebben bunnen gedragen dan rij in die geheel© zaak gedaan heeft. Ik denk hier nog t-e blijven. Londen is groot genoeg voor hem on mijen ik zou haar om niets tor wereld thans willen verlaten. „Uw liefhebbende dochter, THEODORA A. MARTINDALE." Violette gloeide van verontwaardiging, dat rij zóó over Percy sprak. „Zij heeft hem nooit bemind! Het was wél zooals John zeade", dacht rij. Toen Theodora terugkwam, nam zij het briefje op en vouwde hot zonder een woord te spreken in den omslag. „Ik dank u", sprak Violette het is zeer vriendelijk van u om bij mij te willen blij ven. Het zal Arthur veel genoegen doen." „Maar als het u gee-n genoegen doet", hernam Theodora, „als ik u in den weg ben, ga ik hoen." „Och, wat zou ik gander u beginnen Hot ia zoo geheel andere als gij er rijt. Ik kan aan u de zorg voor Arthur en voor Johnnie en voor het. geheele huishouden opdragen. Maar daarom moet gij het. toch. niet doen, als het u zelve niet aange naam is." (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1916 | | pagina 5