N«. 17129
Woensdag £20 December.
Eerste Blad. A0. 1915.
Officieels Kennisgeving.
Persoverzicht.
Tweede Kamer.
FEUILLETON.
Violette of de Schoonzuster.
Earners van Arbeid voor
ie Bouwbedrijven, de Textielnijverheid,
de Yoedings- en Genotmiddelen en de
Winkel- en Grossiersbcdrijven.
Burgemeester en Wethouders van Lei
den
Gezien de wet op de Kamers van Arbeid
on het Koninklijk Besluit van 6 Januari
1898 (Staatsblad no. 20) tot vaststelling
van oen kiesreglement voor die Kamers;
Herinneren de hoofden of bestuurders
van do navolgende bedrijven
A vertegenwoordigd in de Kamer van
Arbeid voor de Bouwbedrijven:
lo. het bewerken van hout, steen
of metalen
het leggen van electrisclic gelei-
r dingen of van gas- of waterlei
dingen
het schilde s-, stoffeerders-, be
hangers-, heiers-, stukadoors-,
mandemakers-, aardwerkers-
en straatmakersbedrijf
het ontwerpen van en het hou
den van toezicht bij het uitvoe
ren van bouwplannen;
2o. de boek-, oourantea-, steen- ©n
plaatdrukkerijen en de letter
gieterij er
de boekbinderijen;
de cartonnage- en de phr>togra-
fie-inrichtingen
B vertegenwoordigd in de Kamer van
Arbeid -voor d Textielnijverheid;
de spinnerijen, weverijen, ververijen,
bleekerijen en drukkerijen van wol,
katoen of linnen
de katoenvleohterijen, de nettenmake-
rijen, de breierijen, de watten-,
kapok-, of veerenbereiderijen, die
zadelmakerijen, de vellenbloote-
rijen, de leerlooierij-en en de zeem-
lederfabrieken
heb vervaardigen van kleederen, noe-
den of schoenen
de wasch- en strijkinrichtingen en de
kleederververijen
Cf vertegenwoordigd in de Kamer van
Arbeid voor de Yoeiling»- en Genot
middelen
lo. de brood-, koek-, esohuit-, sui
ker- en banketbakkerijen;
de cacao- en de ohocolade-, de
meel- en do zuivelfabrieken;
de tabak- en sigarenfabrieken
de bierbrouwerijen, de jenever-
en de likeurstokerijen, bene
vens de mineraalwaterfabrie
ken
de slagerijc
de zeepfabrieken
2o. de fabrieken van verduurzaam
de levensmiddelen
D vertegenwoordigd in de Kamer van
Arbeid voor de Winkel» en Gro9-
aiersbedryvon
de winkel- en de grossiersbedrijven,
voor zoover die niet zijn of zullen
worden vertegenwoordigd in een
andere Kamer van Arbeid, waarvan
het gebied zich over de gemeente
Leiden uitstrekt;
aan hun verplichting om vóór 15 Janu
ari e.k.. een lijst of zoo noodig lijsten op
te maken van do namen en de voornamen
der mannelijke en vrouwelijke personen,
die in hun bedrijf binnen het gobied der
bovengenoemde Kamers van Arbeid, welk
gebied zioh alleen over de gemeente Leiden
uitstrekt, als patroons of in hun dienst
als werklieden werkzalen zijn geweest ge
durende het laatst vorloopen kalenderjaar,
voor zooveel de onder 2o, B, O lo en D
genoemde bedrijven betreft, of gedurende
bet laatste tijdvak van 7 maanden, waarin
gewerkt is in de bedrijven, genoemd onder
A lo en O 2o;
en om dié lijst of lijsten vóo. 15 Januari
e.k. aan hun Ooilege in te zenden.
Onder patroons verstaat de wet 3 hoof
den of bestuurders van een bedrijf, waar
in ten minste één persoon boven de twin
tig jaar tegen genot van loon werkzaam
ia, en allen, die op het beheer der hoof
den of bestuurders toezicht houden, be
nevens hen, die door het hoofd of den
bestuurder van een bedrijf in de- regel
belast worden met het ontwerpen van
wetenschappelijke plannen en modellen of
met het doen van wetenschappelijke proe
ven, de procuratiehouders, alsmede de
personen, die bij ontstentenis van het hoofd
of den bestuurder van het bedrijf, dat
hoofd of dien bestuurder vervangen»
Onder werklieden verstaat de wet alle
anderen, die tegen genot van loon In
een bedrijf werkzaam zijn, behalve dege
nen, die geheel of gedeeltelijk gezag over
anderen uitoefenen.
Op die lijsten mogen niet vermeld wor
den zij, die gedurende het laatst verloo-
pen kalenderjaar, waarin In de onder
A 2o, B, O lo on f genoemde bedrijven
is gewerkt of, voor zooveel de onder A lo
en 0 2o vermelde bedrijven betreft, die
gedurende het laatste tijdvak van 7 maan
den, niet binnen het gebied der bovenge
noemde Kamers van Arbeid bij hetzelfde
hoofd of denzelfden bestuurder werkzaam
zijn geweest.
Op die lijsten behoeven niet vermeld te
worden zij, die geen ingezetenen d Rijks,
of geen Nederlanders zijn of die op den
löen Februari e.k. den leeftijd va. 25 jaren
niet zullen hebben bereikt.
Zij die gedurende het Iaatsbverloopen
kalenderjaar, waarin de onder A So, B,
O U en D genoemde bedrijven is gewerkt,
of voor zooveel de onder A lo en O 2o
vermelde bedrijven betreft, gedurende het
laatste tijdvak van 7 maanden, ie' i: het
bedrijf van hetzelfde hoofd of denzelfden
bestuurder zijn werkzaam geweest, en die
aanspraak kunnen maken geplaatst te
worden op een kiezerslijst voor bovenge
noemde Kamers van Arbeid, zijn bevoegd
vóór 15 Januari e.k. aangifte te doen bij
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
De formulieren u zer aangiften, zoo
mede die der lijsten zijn kosteloos voor
belanghebbenden te. Gomeente-Seore'.arle
verkrijgbaar.
Voorts worden de hoofden en bestuur
ders van de hierboven genoemde bedrij
ven er, \oor zooveel noodig, aan herin
nerd, dat het opmaken en inzenden der
lijsten een verplichting is, tegen wier niet-
nakoming straf is bedreigd bij artikel 43
der wet op de Kamers van Arbeid, luiden
de als volgt:
Hij, die wederrechtelijk niet voldoet aan
een hem In een 1 gen krachtens deze wet
uitgovaardigden algcmecncn maatregel van
bestuur opgelegde verplichting, wordt ge
straft met hechtenis van ten hoogste 14 da
gen of geldboete van ten hoogste vijf en
zeventig gulden.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N. O. DE GIJSELAAR,
Burgemeester.
VAN STRIJEN,
Secretaris.
Leiden, 27 December 1916.
W ethoudersp ensioen en -be
zoldiging. Mr. G. A. van Poelje
schrijft in ,DE NjlEUWE AMSTERDAM
MER", naar aanleiding van de Raadsbe
sluiten, krachtens weiao te Amsterdam de
wethouders oen pensioen gekregen hebben
en in De-n Haag hun bezoldiging van f 4000
op f 5000 gebracht is, dat daarin ligt de
erkenning van de waarheid, dat ,,hefc wet
houderschap zijn karakter van eere-ambt
geheel of grootendeels heeft verloren",
terwijl hij er tevens de aankondiging in ziet
van ,,een wellichb nabije toekomst, waar
in do wethouders zullen mogen worden
herkozen, ook buiten cien Raad."
De gemeente zegt hij o.m., uio maakt, dat
de wethouder van <-ie inkomsten uit zijn
ambt behoorlijk kan leven, die hem waar-
horgen geeft, dat, zoo aan zijn loopbaan in
dienst der gemeenscxiap onverwachts een
einde mocht worden gemaakt, hij niet broo
deloos zal staan, die gemeente hóeft het
recht te eischen, dat -e wethouder zich ge
heel en zonder voorbehoud aan zijn ambt
wijdt.
Dat is het einde van het eereambt.
Aan den anderen kant gaab geleidelijk
een vrij groot deel van de bestuurstaak en
da verantwoordelijkheid der vertegenwoor
diging op de ambtenaren over. De «lei
dende ambtenaren der steden zijn langza-
merhand mee bestuurderen geworden en
-van hun ijver, kennis, inzicht en werk
kracht hangt het goeddeels af, of het stads
bestuur voldoet aan hooge eischen, die de
steeds meer verlangende burgerij daaraan
stelt en stellen mag.
Omdat cGt zoo is, en, voor zoover wij zien
kunnen, nog gedurende vele jaren zoo blij
ven moet, daarom is ook, niet slechte voor
de technische, doch evenzeer voor de admi
nistratieve ambtenaren der gemeenten, een
specialo opleiding noodig, die uit den aard
dor zaak, althans ten deele, door de ge
meenten zelf ter han- genomen zal moeten
worden.
Ik denk tha/ns niet in de eerste plaats
aan hen, die in ondergeschikte betrektangen
in dienst der gemeenten komen, met de
verwachting geleidelijk tot hooger rang on
greoter veranbwoordelijkheid te zullen op
klimmen. Eigenbelang zal er de gemeen
ten op den duur wel toe brengen, om, zoo
a's in verschillende Duitsche gemeenten
geschiedt, zich hun verdere vorming aan te
trekken.
Ook zij echter, die na tot ,,het bokleeden
van maatschappelijke opleiumg vereischt
wordt" (Art, 1 Hooger Onderwijswet) met
zorg te zijn geprepareerd, in de gemeente
administratie een werkkring zoeken, be-
hooren de gelegenheid te vinden, om zich
onder deskundige leiding meer opzettelijk
te bekwamen voor de zware taak, die hun
wacht, dan thans mogelijk iB."
Voor een instelling als de ,,Hochschule
für Kommunale und Soria' Verwal t-ung"
to Keulen, de ,,Hochschule für Kommu
nale Verwaltung" te Düsseldorf, is ons land
wellicht te klein. Maar waarom zou men
niet beginnen met te Amsterdam, aan do
universiteit onzer grootste gemeente, een
„lectoraat in de bestuurswetenschappen" te
vestigen 1
Fn waarom zou de Vereeniging van Ne-
derlondsche Gemeenten daar het. initiatief
niet toe nemen"? Het zal haar zeker geen
sohade doetn, als zij ook aan de ideëele be
langen der gemeenten haar aandacht wijdt.
Vergadering van Dinsdag.
Aan de orde is het Hoofdstuk Koloniën
der Staats©egToatdng 1916, met de begroo-
tingen van Suriname en Curasao, nadat
besloten is, indien Woensdagmiddag de
agenda niet is afgedaan ook Woensdagavond
te vergaderen.
De hoer KLEER-EKOPER moet een ern
stig woord van berisping spreken over het
beleid ton aanzien van Suriname. Hij heeft
niets gemerkt van pogingen, om eerste
krachten naar de koloniën te zenden.
Rompslomp en bureaucratie duren voort,
wat te belachelijker is, daar er niet dc min
ste orde bestaat. Terwijl men ambtenaren
heeft bij do vleet, gebeuren de eenvoudig
ste dingen, die gebeuren moeten, niet. Do
verordeningen betreffende do arbeidsver
houdingen worden miet nageleefd en de
Minister heeft in geen enkel opzicht inge
grepen. Van do voorloopigo begrooting dor
Koloniale Staten is alles geschrapt, om
hot plan-Idenburg, waarvan men oen oari-
catuur maakt, te kunnen doordrijven. Af
keuring verdient in dit verband de schrap
ping van het gevraagde bedrag voor bosoh-
oulbuur.
Eveneens had. do post voor crediet voor
don kleinen landbouw mogen worden ge
schrapt terwijl liet verkeerd gezien is te
besluiten bot inperking van den cultuur
tuin. De onderneming „Slootwijk", die
een succes had kunnen worden, is oem mis
lukking geworden ten gevolge van ambte
narij. Er 'heerscht in do kolonie protectie
van vriendjes en verwanten, die met aller
lei baantjes worden begiftigd.
Waarom, vraagt sprekeT, heeft Suriname
geen Landbouwcourant?
Terwijl hij eveneens afkeurt de schrap
ping van posten voor rattenvordelgmg, voor
oen pleegzuster, voor wegenverbetering.
Noodig is een eenvoudiger bestuursin
richting en het op do been helpen der be
drijven.
De heer FOCK bepleit, nu de immigratie
van Javaansdhe arbeiders niet is gelukt, de
immigratie van arbeiders uit Briteöh-In-
die. De aanvoer van werkkrachten is voor
den grootten landbouw dringend noodig
en tevens gewensoht, om de vestiging van
kleine landbouwers in de hand te weriscD.
Er moet evenwel worden gezorgd voor be-
v j i-o, p,rK^l dsvoorwaarden.
Van de begroohing heeffc spreker den in
druk gekregen, dab de Minister van Kolo
niën zidh aan de kolonie Suriname niets
laat gelegen liggen en dat het zijn eenige
zorg is het jaarlijksch tekort met 30,000
te verminderen
Van de bacoven cultuur is niet gored wat
er van te redden viel.
Nieuwe pogingen, om een landbouw ore-
da et te vestigen, worden nagelaten Om de
begrooting te verminderen met ƒ66.000, is
er maar op los geschrapt. Dat de tijd van
overleg met d!en gouverneur over die
schrapping zou hebben ontbroken, komt
spreker ongelooflijk voor. Van het plam-
Idenburg ia een oaricatuur gemaakt.
De Commissie van Rapporteurs heeft
om dit alles overwogen of zij de Kamer
niet moest adviseeren om de begroeting to
verwerpen. Zij heeft daarvan afgezien en
besloten tofc de indiening eener motie.
Spreker dient namens de Commissie van
Rapporteurs een motie in, waarin wordt
uitgesproken, dat, daargelaten de bedoe
ling van het plan-Idenburg, en do vraag
of dn dat plan wijziging moet wo-rden ge
bracht, in geen geval lean worden goedge
keurd, dat met de buitengewone omstan
digheden, waaronder ook de kolonie lijdt,
geen rekening wordt gehouden, wordt af
gekeurd, dat om het subsidie van het moe
derland te verminderen met ƒ30,000, vele
'or vcorloopige begrooting worden
verminderd of geschrapt en de Ministe»
wordt uitgenoodigd nader overleg te ple
gen met den gouverneur en te komen met-
de suppletoir© begrooting tot geheel of ge
deeltelijk herstel der geschrapte posten.
Do YUO ZITTER stelt voor deze motie
onmiddellijk te behandelen.
De heer LOKMAN wil eerst de motie ge-
drukt voor zich rien.
De hoor FOCK merkt op, dat de overwe
gingen der motie in het verslag staan.
Dc heer LOHMAN wijst er op, dat de
motie politieke gevolgen kan hebben en
stelt voor de motie eerst te doen drukken.
De heer NOLENS is het met den heer
Lobman eens.
De VOORZITTER stelt nu voor de motie
eerst te doen drukken en inmiddels de bc
grooting van Curacao te behandelen.
Aldus wordt besloten.
Do VOORZITTER 6tel voor Woensdag
hal fel f in de afdeeldngen te onderzoeken
suppletoir© Landbouwbegrootdngen betref
fende meikvoorziening en mond- en klauw
zeer.
De heer LOHMAN heeft daartegen be
zwaar. Het gaat om groote bedragen en de
Kamer is nog niet in staat te beslissen.
De VOORZITTER meTkt op, dat van
openbare behandeling deze week geen spra
ke kan zijn.
Dc heer LOHMAN legt zich daarbij neor.
CURACAO.
De heer KNOBEL merkt op, dat het vier
jaar geleden is, dat het rapport der Wol-
vaaTto-oommissie verscheen, en dat er nog
niets is gedaan. Evenmin trouwens als
voor do communicatie tussohen Curasao
en omliggende eilanden. Hij acht dit on
geoorloofd en ontoelaatbaar.
De heer RLEEREKOPER wijst op de
ontstellende berichten over den nood der
kolonio bij den aanvang van den oorlog,
welke, voorkwamen in de Katholieke pers
en in het verslag van het interview van eer
Amerikaansch journalist met MgT. Vuyl-
eteke, den Apostolischen Vicaris van Cu
rasao, terwijl toch verschillende feiten er
op zouden wijzen, dat het met den nood
niet zoo erg was. Spr. wil daarom een on-
derzoek- naar d'e besteding der gelden,
welko voor de bevolking zijn ingezameld,
daar er twijfel kan ontstaan of er nu geld
is ingezameld voor de noodlijdende bevol
king of voor den bouw van R.-K. kerken.
Do heer DE MEESTER verklaart, dat hij
ten aanzien van de onderwijstoestanden do
resultaten van het opzettelijk deskundig
onderzoek zal afwachten
De heer VAN VUUREN-protesteert te
gen de insinueerende redevoering van den
heer Kleerekoper, die in vragenden vorm
een beschuldiging uitbracht, welke hij had
moeten bewijzen. Spr. verklaart, dat Mgr.
Vu y 1st eke niet naar Amerika is gegaan, om
trelsd in te zamelen voor de noodlijdende
bevolking, doch wel voor den bouw van
R.-K. kerken. Terwijl hij er verder op
wijst, dat de Apostolischen Vicaris zelf
heeft verklaard, dat de Amerikaansche
journalist, die hem interviewde, sterk
overdreven heeft en dat uit verklaringen
in den Kolonialen Raad blijkt, dat de nood
inderdaad hoog was op Curacao.
Ten aanzien van het onderwijs wijst spr
er op, dat het onderwijsverslag ongunstig
oordeelt over de openbare Prins-Hendrik-
school, doch niet ongunstig over het bij
zonder onderwijs.
MINISTER RAMBONNET deelt mede,
dat dr. Den Hout-er naar Curasao zal gaan,
om t-o onderzoeken naar den hygiënisohen
toestand der kolonie.
Op het tot-stand-brengen eener commu-
Uit het Engelsch van Miss Y0NGE.
(Nadruk Verboden),
'47)
,,Pas op", zei Theodora-, achter zijn bree-
den schouder uitkijkende. „Het is mij onder
liet zegel der ebriksto geheimhouding ver
teld zij heeft mij raad ge.waagd, zoodtra
zij hem het jawoord gegeven had."
„Wat I heeft zij hem haar woord gege
ven?" riep Violette. „Is het al zoover?"
„Zeker, cn nu vraagt zij mij onophoude
lijk, of men haar gedrag niet zonderling en
onwelvoeglijk zal vinden. Laat de men-
scSien maar praten! zog ik dan."
„Nu, het is wel een buitenkansjo voor
haar", zed Arthur „Als ik in haar plaats
was, trouwde ik liever mot een kotend ra-
gi©r, dan zulk een leven te ledden als zij
doet."
„Ik ook; en Harrison is oen beschaafd
man. al- is hij wat pedant, en hij waar
deert het, dat zij bot hem afdaalt."
waarom houden zij de zaak gc-
heünT eg Violette.
„Oii ij het niet- aan tante durft zeg
gen zij neemt het zich telkens bevende
voor, cn wanneer zij achter het rolstoeltje
van tante in den tuin gaat-, wisselt zij over
het hoofd van haar mevrouw heen allerlei
toekens met Harrison, die eerbiedig schijnt
te luiste.ren naar do geleerde uitlegging van
dio halsbrekende nomen, waarop do oude
dame hem vergast. Die onrust en geheim-
snnigiheid schijnt wel een bron van zaligheid
voor dto bedde luitjes; nu, dat ia hun
zaak.
„Nu begrijp ik, waarom Miss Piper mij
zeido, dat Miss Martdndol© zoo vererbaai dig
was", zei Violette.
De verwijdering tussohen broeder en
zuster was p.u geheel geweken. Arthur had
dae reeds vergeten, Violette was er slechts
ten halve bewust van geweest, dat zij hun
verzoening bewerkt had, terwijl Theodora
meende, dat Arthurs tegenwoordigheid op
Martindalo daartoe voldoende was geweest,
en weinig vermoedde aan wie zij die toena
dering te danken had.
Met dat al werd liaar jaloezie gedurig
weer opgewekt, daar Arthur, verrukt na-
zulk een lange afwezigheid weder het bij
zijn zijner vrouw te genieten, zioh geheel
aan haar wijdde, en hetgeen Theodora be
grijpen noch dulden kon, zeer bezorgd
scheen voor haar zwoikko gezondheid.
Theodora toch hiield alle ongesteldhe
den, aan welke men geen bepaalden naam
wist te geven, voor dwaze inbeeldingen, aan
voorname dames eigenzij was verstoord,
d'at Violette geen onderricht kon geven
op school, zij vond het allerbe laoholijlst
dat Arthyr bet. opmerkte, als zij bleek zag,
en maakte zich ernstig boos, wanneer hij
haar verzocht wat op de sofa te gaan
rusten.
John's gedrag vermeerderde nog diien na
ijver. Hoe weinig Theodora zioh ook om
liem bekommerd had, kon zij het toch niet
verdragen op zijde geschoven te worden,
terwijl Violette de plaats van rijn meest
begunstigde zuster bekleedde, en nog min
der kon zij hot velen, dat haar vader rond
uit zeidte, dat hot bijzijn van dat jeugdige,
zachte cn beminnelijke vrouwtje zijn oud
sten zoon onbegrijpelijk veel goed had ge
daan.
De verandering, welke er met John had
plaats gehad, overtrof dan ook verre ieders
verwachting. De ©erate maal, dot zijn
paard met dat der anderen werd voorge
bracht, meende de familie, dat het bij ver
gissing geschiedde, tot rij hem met de kar
wats in de hand beneden zagen komen, en
niet voordat men het hek uifc was, kon
Theodora gelooven, dat hij waarlijk van
d© partij zou rijn.
Lord Martindalo was zeer verheugd, dat
John weer belang begon te stellen in za
ken, welke hij te voren nauwelijks rijn aan
dacht had waardig gekenrd, en zijn aanbod,
om rich naar Barbados te begeven, was
zijn vader zoo aangenaam, dat heb op me
nigerlei wijze besproken werd
John liield Violette gaarne op de hoogte
van al die plannen en terwijl zij. in het
salon zat on de bedde broeders haar over
al hun zaken raadpleegden, zat Theodora
nu eens treurig en dan weder zich verbij
tende van ergernis alleen in haar onge-
naakbaren citadel, en daoht er niet eens
aan, dnt rij met onverdiende zachtmoedig
heid en vorschooning behandeld werd door
haar, aan wie zij het vorige jaar had laten
gevoelen, hoe grievend het voor ons ge
voel is dat anderen beter dan wijzelven
met onze dierbaarste belangen bekend ge
maakt worden.
Violette vermeed zorgvuldig iedere toe
speling op dto plannen van John, daar zij
het. bijna te erg vond, dat hij haar meer in
zijn vertrouwen liet deelen dan rijn eigen
zuster. Evenzoo paste zij wel op, om het
genoegen, hetwelk Theodora in haar ge
heime bezoeken aan Johnnie scheen te sma
ken, te verstoren door te laten blijken, dat
zij er kennis van droeg. Heb kind werd nim
mer in het bijzijn der familie vertoond en
zelden werd er melding van gemaakt.
Theodora scheen in die algemeen© onver
schilligheid te doelen, doch zoodra rij
slechts zeker was niet overvallen te zullen
worden, overlaadde rij hem met de teeder-
ste ldefkoozingon en verheugde zioh in de
gedachte, dat hij haar zóó good kende en
zóó gaarne bij haar was, dat zijn moeder
er vast jaloersoh op zou rijn, wanneer rij
er kennis van droeg. Weinig vermoedde
zij, dat' Violette menigmaal haar bezoeken
op de kinderkamer uitstelde, om haar spe
len met het kind niet te hinderen.
Violette had de dames Brandon, die
©enigen tijd uit logeeren waren geweest,
niet wedergezien, vóórdat zij naar huis kwa
men dooh rij had verscheidene zeer op
gewonden brieven van Emma gehad, waar
in deze uitweidde over haar nadere, ken
nismaking met Miss Marston©, de dame,
die in de kerk zoozeer haar verbeelding
getroffen had en aan wie rij zioh bij een
feest voor de kinderen der armenschool bad
laten voorstellen. Het scheen, dat die
dame al do verwachting, welke Emma
van haar koesterde, verwezenlijkt ha.d, en
zij vergezelde haar thans om een poosje op
Riickworth te komen doorbrengen. Violette
was verrukb van blijdsdiap, dat Lady Mar
tindalo haar vriendinnen zoo kort na haar
thuiskomst op een diner verzocht, hetwelk
plaats zou hebben op den zelfden dag, waar
op men Mr. Fotheringhajn verwachtte.
Des namiddags deden zij een toer te paard.
Violette was zóó vermoeid door het warme
Augustusweder, dat zij bijna niet verder
kon, en tofc haar schrik door Theodora
boorde voorstellen, nog een ednd verder te
rijden en dan in galop over de duinen naar
huis te koeren. Gelukkig bevrijdde Johü
haar van dien tocht, door liaar te verzoe
ken met hem terug te willen keeie-n. Zij
reden nu langzaam terug, en omstreeks een
uur daarna boven komende, zag John tot
rijn verwondering Violette, reecis geheel
voor het chner gekleed, op de bovengang
heen en weder wandelen, terwijl haar ge
laat- zoo veel onrust toekende, dat hij haar
schielijk toeriep ,,Er is immers niets voor
gevallen met den kleinen jongen?"
„O, neen, niets, hij is heel wel", doch
men kon hooren, dat zij moeite had haar
tranen te bedwingen „Is Mr. Fotheringhom
gekomen?"
„Neen, ik reken nu ook niet meer op
hem voor den bataten trein; maar het is
nog niet zoo heel laatArthur en Theodo
ra kunnen niet voor zevenen thuis zijn, wan
neer zij langs Whifcford rijden", gaf hij ten
antwoord, daar hij meende, dat zij onge»
rust- over hem was.
„Dat weel ik wel."
„Ik vrees, dat wij u te ver hebben laten
rijden. Waarom rust gij niet wat uit?"
„Omdat het bier koeler is", zei Violette.
„Maar het zou mij niet hinderen, als het
niet. was om één ding."
Zij clurfdc niet voortgaan, en sprak nau
welijks hoorbaar: „Gij weet wel, dat ik
selerfc mijn ziekte telkens, als ik vermoeid
ben, zulk een gloeiend-roode kleur krijgv
nietwaar? Arthur vindt zulk een vlam-
mend-rood gelaat zoo le el ijk. Nu weet gij
dc reden. Ik weet wel, dat liet een dwaze
en bespottelijke ijdeMveid is om zich dat
zoo aan te trekken, dab heb ik mijzeive al
wel vijftigmaal voorgehouden maar ik heb