De oorlog en het Kerstfeest,
N°. 17126
"Wijdag December.
Eerste JBlacl. A0. 1915.
LEIDSCH
ggJBCM
Nog steeds duurt de gToote volkerenwor-
gteling voort on breidt zich het terrein van
verwoesting en vernietiging over Europa uit
£r hebben vredestemmen geklonken, schuch
ter en zwak," maar afgaande op de uitingen
van de toongevende machten bij de centrale©
»?n de geallieerden beiden, zijn wij verder
va a den vrede af dan ooit. Er zal nog
veei meer menschenbloed moeben vloeien,
mc-er bloeiende steden zullen verwoest en
vruchtbare velden vertrapt worden, vóór men
tot bezinning komt en het misdadig ver
nielingswerk neerlegt Een der partijen zal
noodgedrongen moeten bukken, tenzij bei-
irtgeput tot de overtuiging "komen, dat
een voortgaande worsteling geen resultaat
meer zal opleveren. Hoe het ook zij, als
het einde komt, zal Europa zqn uitgewron
gen en uitgemergeld.
Wig, neutralen, ook al leven wij in zekeren
zin op een vulkaan en al kunnen wij na
rekenen, dat de gevolgen van deze wereld
en tastrophe ook ons in de toekomst zwaar
rallen treffen, wij zjjn oog niet zoo door
drongen van de geweldige be teekenis van
óezei strijd, dat wij deze steeds beseffen.
Wij hebben ons wonderwel aangepast aan
den toestand, zooala do geijkte term luidt.
Dank versclüllenden maatregelen van
overbeidswego en van particuliere zijde»
weten wij de nadeeligo gevolgen eenigszins
draaglijk te maken en aan den anderen
kant worden er zoete oorlogswinsten ver
worven, op eerlijke wijze veelal, soms echter
ook langs sluipwegen, en zij, wien de vooi>
(kelen in den schoot vallen, vinden de tijden
nog niet zoo kwaad. Zelfs voor zoover wij
er niet rechtstreeks van profiteered hopen
wij, tereoht of ten onrechte, dat wij op
Indirecte wijze er tooh ook wel eön beetje
ran' zullen krijgen. Als het ergens regent»
koppelt het op een andere plaats toch
immers ook, overlegt men heel lakoniek.
En het menschenmoorden duurt voort,
Ksfcien lange maanden, zonder dat heel de
beschaafde wereld In opstand komt en in
één machtige wilsuiting het: „Tot hiertoe
m niet verder!" uitschreeuwt, over de hoof-
k.r van vorsten en legeraanvoerders heen,
luide en zóó overtuigend, dat de ka-
mnen zwijgen, de zwaarden worden op
gestoken en de vijandelijke legers, die per-
ioonlijk geen vijandschap jegens elkander
:oesteren, zich weder verbroederen.
En toch zijn or oogenblikkon, dat het
feweldig, tevens vreeselijk wereldgebeuren
>L3 te machtig wordt en zelfs de meest
mchtere zielen dezen oorlog voelen als een
ast, die met centenaarszwaarte de menschr
leid drukt, als iets," zelfs voor deze onvol-
ooakte wereld onwaardig.
Zulk een oogenblik is tlians ook weer
ingebroken, nu wij staan aan den voor-
vond van bet Kerstfeest. Wanneer mor
en in den donkeren ochtend de klokken
dien luiden en wjj in onz9 verbeelding de
lijde boodschap der Engelen vernemen en
et „Vrede op aarde, in menschen een wel-
eliagen" hoonen ruischen, zal het ons bj)
nig nadenken over de ontzettende wer-
üijkheid, vreemd te moede worcfen en de
•flijke melodie der Engelen zal ons voor-
omen als 'een satire onvereenigbaar met
5 schitterende krijgsklaroenen en het bul
ken der kanonnen.
Toen na eonige oorlogsmaanden het feest
m het Christuskind naderde, werd het
cm trast tusschen de herinnering daaraan
i de werkelijkheid zóó sterk gevoeld, dat
oen en zeker niet de minsten zuchtten:
ÏVg kunnen het Kerstfeest niet vieren."
Een Kerkvorst riep het den oorlogvoe-
'nden toe, dat in de Kerstdagen ten minste
J gruwelen van den oorlog niet toelaatbaar
aren en bezwoer hen voor enkele oogen-
ikken althans het moordenaarswerk te sta
pa, mocht het zijn, dat men tot bezinning
ii komen. De zachte vermaning verklonk
het gebulder der kanonnen en werd te
et gedaan door opwindende strjjdorders.
Men veroorloofde elkaar geen dag, zelfs
en uur rust en vocht door, en men vecht
g, twaalf maanden later.
Wij zijn weer een "iaar verder. Het hoofd
r Katholieke Kerk ne9ft nu niet meer den
d zijn bede, om een korte rustpoos te
id en, te herhalen, wetende, dat zjjn stem
enals toen, weder zal zrjn als die eens
penden in do woestijn.
Hebben wij integendeel niet gehoord van
voorbereiding tot een geweldig offen-
f in het Westen, zooals in dezen vreest
n oorlog nog niet is gezien? Een strijd
a „er op of er onder", en wijzen de in
acht toenemende artillerie-beschietingen er
;t op, dat deze allee verwoestende wor-
ing aanstaande is, aanstaande terwijl het
üstfeest nadert?
Zulleif wj), dit overleggende, ons oor niet
ken voor de heerlijke tonen van het
'1 in den Kerstnacht? Zullen wij nu niet
nimmer meer, het Kerstfeest weder vie-
J. omdat de werkelijkheid zóo'n schrille
instelling vormt met de blijde boodschap,
5n;aal ïïoor de Engelen op aarde ge
klit en door den Christus zelf gepre-
rt?
b' ton wij het niet doen. Wij zouden daar-
te gelijk moeten vaarwel zeggen het
•Dof, in ons zelf, in de menschen en
toekomst der menschheid. En als
eloof verdwijnt, dan is de hoop op
betere wereld immers verloren? Hoe
M'n wij weder kunnen werken aan den
't Is naoht aooeven klonken twaalf slagen)
Ze galmden plechtig aan; de Laatste
Werd m' als smartkreet aangedragen,
Wyi in den geest ik me verplaatste.
Ik kwam in Vlaanderenland.
'tDwarrelde kl van vlokken sneeuw;
Ver, in 't verschiet, een gloed van brand.'
'tls stil Kerstnacht geschreeuw
Of krijgsrumoer is gansch verstomd
Eond 't kerkje, dat in hell'gen nacht,
Vergeefs op z'n getrouwen wacht
Zal niemand komen? Zijn zy allen
Dan gevlucht of onder moordend lood gevallen?
Daar tjiept en kraakt 't sneeuwtapijt:
Oud vrouwtje moeizaam voorwaarts schrijdt
Ter kerke; 'tis Kerstnacht; eng'lenkoren
Deden eenmaal 'tiled van „VREDE" hooren,
Van „VREDE OP AARDE"
Oud vrouwtje weent, den blik omhoog geslagen»
Waar vond 'tin den mensohen welbehagen?
De stem van dit, m*n kerkje, werd gedoofd;
Z'n klokken, door de vijanden geroofd;
Ze schieten elders huis en kerk in puin,
Ze zijn geworden tot kuituurbazuin:
't Kanon
Toen was ond mo.edertje in 'tkerkportaal verdwenen;
Daar vindt de.arme vrouw weer rust na al haar weenen,
Straks wordt haar ziel naar 't „Vredeland" gedragen.
'tls nacht; 'tis Kerst; zoo even klonken twaalf slagen.
opbouw van deze ontredderde maatschappij,
indien wij niet voor ons hadden het ideaal,
in de Kerstgedachte ons voor oogen gesteld?
En al lijkt het ons toe, dat w*y in deze
vreeselijke dagen verder clan ooit van dit
ideaal zrjn verwijderd, wij moeten toch vast
houden aan de gedachte, dat het kan en zal
verwezenlijkt worden.-En wij moeten er ons
yan doordringen, dat ook wjjj tot deze ver
wezenlijking kunnen eo zullen medewerken.
Als ten langen leste hoe lang zal het
nog moeten duren? de ^waarden we
der worden opgestoken, aan zaï de aroeid
voor den opbouw van een nieuwe, een betere
maatschappij, met intense kracht, moeten
worden aangevat én daaraan zullen allen,
die van goeden wille modten mede
werken.
Niet, wanneer de machten in ons en bui
ten ons, die dezen wereld-debacle hebben
veroorzaakt, bleven heerschen, zal deze
aarde beter worde©; zij zal dit alleen, als
wij on6 waarachtige volgelingen weten van
Hem, die in den Kerstnacht aan de mensch
heid werd .geschonken.
M öeóben velen in den loop 'der eeuwen
zich naar Hem, Christenen ffenoemdv wat
wy in dezen tgd zien gebeuren, predikt
het met droeve welsprekendheid, aat Zrj
nog niet voldoende in zich hebben opgeno
men zpn geest en zijn hart
Dit en het voorgaande Kerstfeest vooral,
zeggen het ons meer dan vroeger, dat de
wereld daaraan alleen behoefte heeft en
daardoor alleen kan worden verlost.
Gelukkig, wie dat hebben gevoeld. Voor
hen zal ook in dezen Somberen tgd het
Kerstfeest een heerlijk feest zijn en zy kun
nen als weleer in kinderlijke devotie luiste
ren naar het oude: „Vrede op aarde, in
menschen een welbehagen!" én gélooven te,
vens, dat eenmaal de Christusgeest ook den
demon van dezen oorlog zal overwinnen. En
met dat geloof zullen zij zich aangorden, tot
den arbeid, om dit ideaal te verwezenlijken,
zóó te verwezenlijken, dat deze oorlog, de
vreeselgkste van alle oorlogen, die ooit het
mer^schdom teisterden, de laatste zal zijn.
B© Kerstboom.
Kerstfeest is het eerste in den feesbcyclus
der Christenen; maar is er het laatst van
alle feesten in opgenomen, nl. in de vierde
eeuw.
Den 25sten December werd door Julius
Ceeear vastgesteld als datum, waarop het
feest van den kortsten dag, dat is ook de
geboortedag van de onoverwinnelijke zon,
werd gevierd.
Het schijnt, dat, met zoo menig ander,
inzonderheid dit heidensche feest zich niet
gemakkelijk liet uitroeien. Leo de Groote
(bisschop van Rome 440461) klaagt al
thans er over, dat er in zgn tijd „voortdurend
gevonden werden, die den 25slon December
niet zoozeer in eere hielden, omdat Jezus
geboren als wel omdat de zon geboren werd."
De gewone manier werd nu ook hier ge
volgd, de Kerk gaf aan het heidenscho
feest een Christelijke beteekenis. Deze ac
commodatie- of verzoeningslh.oiie werdo.a.
aanbevolen door paus Gregorius I, die in
een brief van 18 Juli 601 aanbeval de
heidensche gebruiken te veranderen in een
of ander Christelijk feest, want „ruwe ge
moederen kan men niet ineens van alles be-
rooven die den hoogs ten sport wil be
reiken, moet stapvoets gaan, .en komt niet
door sprongen in de hoogte."
Tal van gebruiken, op ons Kerstfeest
nog in zwang, wijzen op dat oude heiden,
sche zonnefeest, zooals 'het branden van
het Kerstblok (nodfyr), het bereiden van den
zwijnskop (juiever), het eten van bet Kerst
gebak (offerkoeken) en inzonderheid het ver.
sferen van den Kerstboom.
Ten onrechte heeft men den oorsprong
van den Kerstboom gezocht in het Paradjjs
of op Golgotha. Veeleer hebben wij ook hier
te doen met een overblijfsel van het oude
heidendom, hetwelk zich wist te handhaven
zfl het ook in gekerstonden vorm m
het Christendom. Het woud mét zijn reu
zenstammen boezemde reeds vroeg den
mensch eerbied in, het ruiscben van den
wind door het ritselend geblaarte dwong tot
ontzag, liet geheimzinnig leven, telkens weer
opbloeiend en de dorre twijgen bekleedend
met nieuw groen, liet niet na indruk te ma
ken. De boomvereering is zeer oud!
Het gebruik, bestaande in het oprichten
van een versierden Kerstboom, moet dan
ook Zijn oorsprong hebben in den oude©
Boom-cultus.
Een teekening van veertien eeuwen vóór
onze jaartelling, uit het oude Egypte, laat
ons reeds een heiligen boom zien, woon
stede van de godin Noet, die brood en
water uitdeelt
Onder den IJgdrasil of heiligen esch spin
nen, volgens de Noorsche mythologie, de
drie schikgodinnen 's menschen levensdraad.
De Duitache taalgeleerde Kluge (t 1899)
zegt, dat in een, in 1556 in druk versche
nen reisbeschrijving van 'n Ita'iaansch edeL
man Bartoma-n welke beschrijving dag-
teekent nit 1508 melding wofat ge
maakt van een eigenaardig gebruik, aat
de schrijver leerde kennen in de buurt van
Calcutta. In die Indische stad bevond zich
ee© tempel, by welken een vijver was, waar
omheen hoornen geplant waren, die men
jaarlijks omstreeks 25 Dec. zelfs ge vroon
was te illumineeren, een omstandigheid, die
er sommigen toe gebracht heeft in onzen
Kerstboom het overblijfsel te zien yan een
oud-Buddhistisch gebruik, dat dpor de Chris
tenzendelingen uit het Oosten naar het Wes
ten werd overgebracht
De oudste, min of meer uitvoerige be
schrijving van een Kerstboom, versierd met
snuisterij en lekkernij, dagteekend uit 1604
en komt tot ons uit Straatsburg, in den
Elzas, welke landstreek als het vaderland
van onzen Kerstboom mag beschouwd wor
den. Uit een andere slad in die provincie,
Schlettetadt, komen reeds mededeelingen be
treffende "den Kerstboom tot ons, In oir kon
den van de jaren 1521, 1546 en 1555.
Uit Goethe's versregels:
Baume leuchtend, Baume blend end,
Ueberall das güsze sp endend,
In dem Glanze sich bewegen<
Alt' und jnnges Herz erregen*
id
id,
mogen wij opmaken^ dat men den Kerst
boom hing, in plaats mn zette, en wellicht
februikte men voor die zwevende boompjes
e afgesneden kronen van sparren. Von We-
del, de opperhoutvester van Hertog Carl
August van Saksen, noemt het oen „Barba
ra die uitgeroeid moest worden, omdat
do bosschen er door gehavend werden. Op
het einde der achttiende eeuw werden er
in Weimar met Kerstmis een 500-tal van
die boompjes aan de markt gebracht De
Hertog liet zich dan ook door zij© hout
vester bewegen een verbod uit te vaardigen
tegen het hakken der boomen, hoewel aan
dit bevel weinig de hand schijnt gehouden te
zijn.
Voor het eerst in 1737 wordt gewag
gemaakt van verlichting van den Kerstboom,
t w. in de omstreken van Zittau in Sak
sen. Uit Jung Sibling's „Heimweh" kan men
leeren, dat die gewoonte omstreeks 1750
in het Nassausche bes .ond.
En Goethe spreekt in 1675 van een Kerst
boompje, dat hij zag in het huis van Kór-
ner's moeder, Minna Stock, dat met lek
kernij behangen en met lichcjes versierd
was.
Bijzondere aantrekkelijkheid ging na uur-
lijk voor den mensch uit van dien altijd
groenen boom, die, in 't hart van den win
ter, sierlijk pronkt in de kleur der hope,
die denken doet aan de overwinning van
zomer op winter, van licht op duister. Om
het zinnebeeld volkomen te maken, is men
den Kerstboom met lichtjes gaan versieren.
Intusschen ook hier deden bekrompen
heid en vooroordeel zich gelden. Iemana uit
Straatsburg noemt het „goddeloos kinder
spel, een nesterïj, waarmee men den Kerst
tijd doorbrengt, in plaats van Gods woord
te overdenken."
Een Jean Paul, Goethe, Matthias Clau
dius e.a. dachten er evenwel anders over.
Sinds het raidden der vorige eeuw heeft
de Kerstboom zich populair weten te ma
ken wie zal zeggen in hoeveel huizen
en kerken in deze dagen zijn licht heer-
lijken glans verspreidt, vreugd en warmte
afstralend!
Voor ons is de Kerstboom symbool van
het nieuwe leven en het nieuwe licht, ge
wekt en ontstoken door den grooten profeet-
Wiens verschijnen-op aarde telken jare alom
met blijdschap wordt herdacht, Jezus, die
genoemd is „het Licht der Wereld."
(„Historie en Legende").
Het „yrede"-feest.
Do wachttijd is voorbij 1
De 25ste December brengt ons de© vrede-
dag.
Edooh, boe geheel andere dan vorige ja
ren I
De wachttijd w-as reeds zoo gedrukt 1
evenals in 1914.
- De vrededag komt weer zonder vrede I
Men had gehoopt, ckufc do engelenzang
van Juda's velden het wapengekletter zou
overstemd hebben. Maar ijdei was het al
dus te hopen.
Men had gehoopt, dat een vredebood-
schap het kanongebulder ton minsto voor
één dag tot zwijgen kon brengendoch ook
die wensch mocht geen vervulling zien.
Men had gehoopt, dat de „Herders der
kudden", hun zoeklichten naar de kribbe
zouden richten, om den gehe-imzinnigen Ko
ning der Joden te gaan begroeten. Maar
neenDaar is geen tijd voor. De pasgebo
ren Yredevorst vindt geen vrede op aarde,
al wordt ook een lied van zoeten vrede
voor Hem uitgezongen.
De „Drie Koningen" zien wel de won
derbare sterre aan den hemel, maar gaan
heden niet op pad, om te zoeken wat zrij
wil aanduiden.
Geofferd wordt er ontzaglijk veeldooh
in plaats van „goud, wierook en mirrhe",
neergelegd aan dé wieg van den Vrede
vorst, stijgt de la-uwe damp van mensohon-
bloed van het slagveld weeklagend ten he
mel.
Do vrededag komt zonder vrede!
T~>ivizend<->n en duizenden, diie anders eer
ruim aandeel hebben genoten van de best*
Kerstmisgaven voor hart on geest in den
gezelligen huiselüken kring; te midden
hunner blijde kinderen, aan de zijde eenei
trou gade, zij sluipien thans rond, aJa
mollen, in de loopgraven der lange, lange
gevechtsliniën, waar broeders tegenover el
kander staan als vijanden op den dag van
vrede
O, ironie der feiten 1
De vrededag brengt weer geen vrede
op aarde.
En tooh, hoe heerlijk zou het geweest
zijn, ala van de breede oorlogsvelden, uit
de borst aller natiën nh eens de triomf
kreet stijgen kon
Vrede op aarde!
Welk een zegelied zou dit ééne woord
ons op de lippen brengenWelk een dank
hymne zou opklimmen naar den Aller
hoogste Helaas het kan niet zijn. Geen
vrede, zelfs niet voor één dag. Het oorlogs
geweld overstemt alles in de weTcld, waar
een Kerstmis gevierd wordt zonder vrede.
De Kerstspelen.
De Kerstspelen waren een bijzonder soort
middeleeuwsche spelen, die zich evenals de
Paaschspelen, maar later dan deze uit do
keikelijko ceredienst ontwikkelden. Zoo werd
bijv. in den Kerstnacht de geboorte van
Christus vertoond, op den Kerstdag zelf de
aanbiddnig der herders, op den dag van
de onschuldige kinderen (2S Dec.) don Beth_
lehemschen kindermoord en op D: i koningen
dag (6 Jan.), de aanbidding der wrjzen. Ook
werden profetenspelen opgevoerd, waarin,
in aansluiting aan een Iithurgisehen tekst,
de profeten voorgesteld werden, die de ge
boorte van Christus hadden aangekondigd.
Later werden deze spelen tot een samen
hangend geheel gemaakt.