Nederlenil en de Oorlog. M». 17118 "W o©iTL®clag- 115 December, JKei-sste Blad. A°. 1915, Officieeie Kennisgeving. Persoverzicht. FEUILLETON. Violette of de Schoonzuster. l ss Het morgen verschijnend No. hevat p.a.: ton beeld van ellende onder de Servi- Fche vluchtelingen. De Servische am bulance op haar doorreis te Parijs. Aan Jo Dardanelles Ontscheping van troepen uit een t ransportschip. Lossen van gra naten achter het front in Servië. Ser vische vrouwen met haar kinderen zwer ven hongerig langs de wegen. Voorts': Het Sk-Beruardus-klooster in Zwitserland^ met 5 foto's. Do Burgemeester en Wethouders van Lei den doen te weten, dat door den Raad dier gemeente, in zijn vergadering van den 5den Augustus 1915, is vastgesteld de volgende verordening: VERORDENING, houdende wijziging der verordening, rege lende 'de invordering van de belasting onder den naam van „1 i g g e 1 d" in de gemeente Leiden, Eenig Artikel. Na artikel 3 van bovengenoemde veror dening wordt ingevoegd een nieuw prtikel obis, luidende: „Do Algemeene Havenmeester, de Ad junct-Havenmeester. en de Haven-recher cheure zijn belast met het toezicht op de in de openbare wateren in de gemeente liggende vaartuigen, alsmede met het op sporen van de overtredingen dezer veror dening." Gedaan> te Leiden, Ier openbare raads vergadering van den 5den Augustus 1915. De Burgemeester, N. C. DE GI.JSELAAR. De Secretarie, VAN STRIJEN, Zlnde de heffing van deze belasting goed. gekeurd btj Koninklijk Besluit van den 25sten November 1915, No. 23, waarbij tevens 's aangehaa'd de bavenslaande verordening regelende de invordering dier belasting. En is hiervan afkondiging geschied, vaar het behoort, 'den 15den December 1915. Burgemeester en Wethouders voorn., N. C. DE GI-JSELAAR, Burgemeester. VAN STRI-JEN, Secretaris! Comité-generaal. Het week blad „DE FxAKKEL" schrijft: Wij gelooven niet, dat .wij met de ver- veelvuldiging van het comité-generaal on zer Kamers op den goeden weg zijn. Het is zelfs de vraag of zij, die het meest op vergadering met gesloten deuren aan drongen, omdat zij daarin een middel za gen de Regeering althans tob gedeeltelijke doinobilisatie te ^vingen, of zelfs zij veel reden hebben tot tevredenheid. Immers, ware de zaak in het openbaar behandeld1, ons volk zou althans heooen kunnen na- aan welke motieven hen bewogen zich bij heb voortbestaan van den toestand neer te leggen. Nu moet menigeen den indruk krijgen, dat veel, wat vooraf over de nood- zakelijkheid en de mogelijkheid van ge deeltelijke demobilisatie is geschreven, I. ijkbaav al ta luchthartig op het papier is gezel). Maar ook de natie heeft recht zich te be klagen. Wij hebben het reeds meer gezegd vergaderingen met gesloten deuren werken do neiging van de regeering tot geheimzin nigheid slechts in de hand. Men weet waarlijk in het buitenland ge noeg over onze landsverdediging, over haar toestand bij den aanvang der mobilisatie, en over den grooten voortuitgang sedert dat tijdstip, om den Minister van Oorlog r.ieb de vrijheid te geven ook ons volk daar omtrent iets mede. te deelen. En dat is te meer noodzakelijk, sedert van zooveel zij den geprutteld en gezeurd wordt, zoo dik wijls op enkele zwakke plekken wordt ge wezen, en zooveel ontevredenheid wordt ge suggereerd. Het is ook voor de Regeering een be lang, dab de natie" weet, waarom zij haar óók op het gebied onzer defensie volko men vertrouwen kan schenken. Zij schatte de gevolgen van heb gestook daartegen niet té lioht: wie veel lasten draagt is nu een maal tot morren licht geneigdvooral indien hij tot de Hollandsche natie behoort „DE STANDAARD" acht het een leem te, dat een comité-generaal genomen kon werden zonder dat een finale conclusie ge geven werd en deze conclusie op last van het comité zelf werd' gepubliceerd. Daar om schrijft het blad: Men sluit de deuren, om vrij te kunnen beraadslagen, en ook om bewijzen te kun nen overleggen, die, voorshands althans, niet voor publiciteit vatbaar zijn. Maar het resultaat, do uitkomso van de in 'b geheim gehouden beraadslagingen, werkt toch op den feitelijken toestand in. En daarom nu moest men de kennis van dit resultaat, noch aan de gis, noch aan schending van het geheim overlaten, maar zelf een formule pu- bllceeren. Men fzi'et -ook nu weer, faofb anders' loopt. Yan klaar verraad van het geheim is vanzelf ook nu geen sprake, en toch ver telt men nu reeds in alle hoeken en stre ken, waar het comité-generaal -op neer kwam. Gebleken zou namelijk zijn, dat onze toe stand niet zoö rooskleurig is, als men zich begon in te beelden, en vrij zeker weet men dan ook nu reeds, dat er van een meer algemeene demobilisatie voorshands niets komen kan. Van zekere zijde liet men reeds Hoeren, dat de papieren van den Minister van Oor log, dio de laatste weken al lager noteer den, kennelijk weer gerezen zijn. Doch al zulke uiting van opinie blijfti nu bij een raden en gissen. En dit juist kon voorkomen worden, zoo het comité zelf met hot nemen van een conclusie geëindigd was, en publicatie van die oonclusie had gelast. Tengevolge van het mijnengevaar op het Friesche wad is de postdienst Hol werd Ameland op 16 en 17 dezer, wanneer de overvaart met hot oog op den vloed bij don ker zou vallen, geheel De Turfprijzcn. Door den Minister vau LandbóW. is. tot. de burgemeesters een circulaire gericht; waarin hjj o.m. zegt: In verband met klachten, welke mij be reikten, nopen? abnormale prijsstijging van turf, heb ik in den loop der maand Octo ber j.l. overleg gepleegd met de voornaam ste verecnigingen van verveners cn enkele daarbij niet aangesloten groote verveners. Daar de inventarisatie van de Arbeids inspectie thans voltooid is cn mij enkele klachten, over verdere prijsstijging berei ken, ben ik voornemens over te gaan tot de vaststelling van maximumprijzen voor turf, geldende voor het materiaal, dat zich op dè-veenplaats bevindt. Deze prijzen zul len gesteld worden op 30 pCi. boven de ncrmale prijzen. Ik verwacht van deze vaststelling daling van de detailprijzen, voor zoover deze thans overmatig zijn. Mochten echter in eenige gemeente de turfprijzen abnormaal hoog blijven, dan ben ik bereid verdere maatre gelen te nemen. 'De minister verzoekt nu den burgemees ters opgaaf van de normale detailprijzen. Den luchtballon, komende uit zee, ïa in het Goereesche Gat gedaald. De ballon, even boven water zwevende, is ten. slotte op Scheelhoek cToor de stoombootloods neer geschoten en met behulp van de stoomboot „Sphinx" geborgen. De arrestatie der gevluchte Duitsche officieren. Betreffende de aanhouding der beide Duit sche officieren, clie uit het interneerings- kamp te Bergen waren ontvlucht, zijn thans vele bijzonderheden bekend geworden. De arrestatie is vooral te danken aam het doorzettingsvermogen van den Amsterdam- echen hoofdinspecteur der recherche Yan Soest. Men had er de lucht van gekregen, dat de officieren hadden vertoefd bij een be woner van de Da Oostakade, te xYmsterdam, den 52-jarigen koopman M. Bühner, wo nende op no. 77 derde verdieping op die kade. In net laatst der vorige we9k waren do officieren overdag met dezen Bühner per huur-auto van Amsterdam naar Rotterdam vertrokken. Op den dag van het vertrek naar Rotter- terdam, 's middags omstreeks drie uur, was do auto reeds voor perceel 77 op de Da Oostakade voorgereden, toen Bühner met de beide officieren van den kant van de De Clercqstraat de kade kwam oploopen. De chauffeur, die de beide officieren met Bühner naar Rotterdam bracht, verklaarde dat de heeren onder elkaar Engelsch ge sproken hadden. En in de portretten, die hem van de beide ontvluchte officieren ge toond werden, kon hij ook niet met^-beslist- heid zijn passagiers va-n Vrijdag iterkennen. Toch besloot hoofdinspecteur Yan Soest door te zettenhet feit dat een paar vreem delingen bij ongunstige weersgesteldheid als die van Vrijdag per auto naar Rotterdam gingen waarmede een bedrag van zestig gulden gemoeid wasterwijl ze veel goed- kooper per trein hadden kunnen gaan, kwam hem in elk geval verdacht voor. Zaterdagmiddag trokken een hoofdinspec teur en een inspecteur der xAmsterdamscho recherche naar Rotterdam, in gezelschap van den meergenoemden bewoner der Da Oostakade. Daar werden de beide ontvluch te officieren gevonden. Het schijnt, dat onze recherche juist intijds kwam, want dat reeds maatregelen waren genomen om in de rich ting van de Duitsche grens te kunnen gaan. Bühner is door do politie gehoord als verdacht van het helpen ontvluchten en het verbergen der beide officieren. Ook de Rotterdamsche politie heeft een werkzaam aandeel in de aanhouding gehad. Nadat de Amsterdamsche inspecteurs hun collega's te Rotterdam hadden gewaar schuwd, werden onder leiding van den Rot- terdamschen inspecteur Yan Zanten onmid dellijk de noodige maatregelen genomen. De beide Duitsckers, de kapitein ter zee W. Schmidt en de luitenant-vlieger E. Muller wérdejn aangetroffen in een pension aan de Spaansche Kade. Ze waren al ter ruste, toen de politie tegen 12 uur het pension binnendrong. Volkómen verrast, werden ze onmiddellijk naar het hoofdbureau van po litie overgebracht, waar ze verder den nacht doorbrachten, om Zondagmorgen naar Am sterdam te worden overgebracht, lleeds Vrijdagavond waren de heeren in burger- kleeding natuurlijk te Rotterdam in het pension aangekomen. Zondagavond kwamen zij te Bergen per auto aan. Thans werden zij in de oude offi- ciorenbarak opgeborgen, waarin tot nog toe een twaalftal Mecklenburgers ondergebracht waren, die het kamp nimmer mochten ver laten, omdat zij nimmer wenschten te tee kenen niet te zullen vluchten. De vervan ging van den piepjongen luitenant Schmidt auf Altenstadt iemand van Duitsche afkomst met Duitsche sympathieën (hij zat met de overige Duitsche officieren na de vlucht van de beide thans gevatten nog tot 's nachts halfdrie in het kamp te fuiven, wat hem in verband met de ontvluchting een huis zoeking bezorgde), als kampcommandant achten sommigen niet ongcwcnscht. Men weet dat cle kampcommandant na een bezoek van den minister ontslagen is. In dit kamp kwamen nogal wat ontvluchtingen voor. Nog onlangs zijn twee officieren er van door gegaan, die Duitschland hebben be reikt. Er zal nu scherper toezicht worden gehouden. In bepaalde gezagskringen in die buurt is de stemming buitengewoon pro-Duitsch. De consul-generaal van België te Vlis- singen heeft krachtens do wet, waarbij de in den vreemde verblijvende Belgen (gebo ren tusschon 1 Januari 1890 en 31 Dec. 1698) deel uit moeten maken van de militie- lichting 1915, de betrokkenen, die in Zee land wonen, opgeroepen, zich vóór 15 De cember aan het consulaat-generaal te Vlis- singen aan te melden, waar hun inlichtin gen zullen worden verschaft. Zij, die in bo- verstaancle termen vallen en werkelijk tot het leger zouden heooen behoord, moeten zich niet aanmelden. Wel echter de vrijwil ligers voor den duur van den oorlog, wier dienstverbintenis sedert het. begin der vij andelijkheden werd opgezegd. De vrouw van den -rman A. Z. uit BudeG, nog pas onlangs gehuwd, die zich zonder paspoort over de grens waagde werd door de Duitschers gearresteerd en naar Maa-seijck gebracht. Twee broeders en de 'vader der vrouw zijn ook gevangen geno men wegens het over de grens helpen van mensehen. Opnieuw is gistermorgen te Alkmaar een hoeveelheid melk van 220 liter in be slaggenomen, die verdeeld werd onder de melkslijters. Tien bussen melk, die per tram vervoerd werden naar Amsterdam, waren in plaats van te Alkmaar aan het eerstvol gend tramstation Stompetoren ter verzen ding aangeboden. Hier was geen inbeslag neming mogelijk, zoodat deze hoeveelheid ongehinderd naar Amsterdam ging. De melkvoorziening van gemeentewege is zoo gorogeld, dat de burgerij dagelijks melk kan bekomen en de melkslijters alleen- des morgens bij hun klanten rondgaan. Het Zeeuwsch-Vlaamsche Boekenfonds heeft door bemiddeling van de Belgische Vakvereeniging te Ylissingen aan de Belgi sche soldaten aan het front meer dan 1000 boeken verzonden. De voorzitter van dat. fonds, mr. P. Dieleman, hoeft verder als Kerstgeschenk aan de Belgische soldaten aan het front 10.000 sigaren gezonden. Door de hoofdbesturen van den No- derlandscheiT Roem se. Katholieken Me- taalbewerkersbond en den Christelijke» Metaalbewerkersbond in Nederland, is ill verband met de maatregelen, betreffende het vertrekverbod van Metaalbewerker? naar het buitenland, aan den Minister vati Oorlog nogmaals verzocht: dat in plaats van de verbodsbepaling voor alle metaalbewerkers de gelegenheid zai worden opengesteld, zich door aanmelding tot het vervaardigen van munitie en oorlogs- materiëel ter beschikking der Regeering te stellen, en dooi Haar worden, geaccepteerdj dot aan hen, die aan den oproep der Re geering gehoor geven, zoolang zij niet werkzaam zijn aan de bedoelde werkzaam heden. een wachtgeCd gewaarborgd, wordt, overeenkomstig de loonderving, die zij lij den, doordat zij niet naar h't 'buitenland kunnen vertrekken: dat aan hen. die zich op bovenbedoelde wijzo hebben, verbonden, ceil loonsverhoo- ging van 100 ,p'Cb. op de thans werkelijk verdiende loonen wordt toegekendzoo dat zij een billijke vergoeding ontvangen voor de rmancieele nadeden, die dezo ver bintenis hun veroorzaakt; dat- door de Regeering een commissie worde ingesteld, bestaande uit «vertegen- woorcligers van de Regeering, industriee- len en landelijke organisaties van Motaal- bewerkers, welke 'verschillende regelingen betreffende clienstveroand en arbeidsvoor waarden ontwerpt, en aan cle Rege -ring ter vaststelling voorlegt." Er zijn thans wederom nieuwe en wel scherpere maatregelen ingevoerd met de passen voor Duitschland. Behoefden'toll nog toe een pas slechts ééns geviseerd te, worden, na wordt verlangd, dat men voor iedere reis naar Duitschland zjjn pas bij een Duitschen consul laat afstempelen. Dit visa wordt dan slechts zoo lang geldig go- maakt, als men in Duitschland denkt te blijven, terwijl tevens het doel der reis en de plaats van bestemming dienen ta wordefi opgegeven. Naar mij werd verzekerd, moe ten de militaire verlofgangers, welke bij hun verwanten in Duitschland gewoonlijk eenige dagen verlof gaan doorbrengen, tot dezen maatregel aanleiding gegeven heb ben, daar de militaire autoriteiten in Duitsch land het heen- en weerreizen naar hun land niet anders "clan in noodzakelijke gevallojn toestaan. Hoe deze strenge maatregel opj de Hoïla&dsche arbeiders zal toegepast wor den, is niet begrijpelijk, daar deze menschep onmogelijk voor iedere reis hooge visarkos- ten kunnen betalen. In de gemeento Lonneker werden dezer dagen eenige bekeuringen ingesteld tegen personen, die een groot aantal centen bij zich hadclon om over de grens te brengea. Aan het verschaffen van centen aan onze naburen is een niet onbelangrijk voordeel verbonden; ze geven op 1000 centen 15 mark winst. Aan de Rijnkade te Arnhem ligt een uit Amsterdam afkomstige tjalk, groot 11( ton, „Truida" genaamd (schipper S. v. d. Werke), welke een lading kokosvet, lijnolie, talk, enz. lost, die in een pakhuis aldaar wordt opgeslagen. De lossing geschiedt oru der het toeziende oog van eenige rijksamb tenaren, wier vaartuig naast de „Truida'r ligtbij het pakhuis staat een marechaus see als wachtpost. Het schip is niet aange houden of in beslag genomen; maar naar men meldt, bestond het vormoeden, dat do j „Truida" verder dan Arnhem den Rijn op wilde en heeft het toezicht der rijksambte naren dit voorkomen, zoodat men nu wel moest overgaan tot lossing te zirnhem, de plaats van bestemming volgens de papierea. Uit het Engelsoh van Miss Y0NGE. (Nadruk Verboden). 36) - De zui/vero lucht, een bezige ledigheid, het dagelijks hernieuwd genot van' het zien der heerlijke natuur, dc oplettende zorg van haar vrienclelijkcn schoon b roe der maar bovenal de toenemende gezondheid van haar kindje hadden het gewemschfcc ge volg en toen de zoo vurig verlangde dag aanbrak, waarop zij Arthur van de ddlli- gence ging afhalen, was het een trio-mf voor Jcrhn hem te hooron zeggen, dat liij op het eerste gezicht niet geweten had welk een rnooi jong meisje John bij zich had, daar hij Violette met dien grooten str-oo- hoed en haar blozend kleurtje niiet hacl horkend. Al had John zich minder aangenaam be- dg gehouden dan werkelijk het geval was geweest, zou hij zich nog genoegzaam be loond hebben gerekend voor zijn zorgen het was hem een streel end genoegen, te ?-cn hoe gelukkig het jonge paar was, hoe l^'jde rij waren elkander weer te ontmoo- *c*n, en daarbij to mogen denken, dat hij voel tot dat veluk had toegebracht. Arthur sprak met zeer veel hartelijkheid °ver. zijn vader het soheen, dat zij veel bij e'kander waren geweest en dat er een Jhooto toenadering tusschen hen had Plaats gevonden. Hij herhaalde een paar pendel ijke uitdrukkingen, wolko Lord artindale over Violette gebezigd ha>d, en j hot bleek dluidelijk, dat zijn vader den weg tot zijn hart gevonden had door met zoo veel belangstelling' over Violette te spreken. Van rijn moeder en zuster maakte hij bijna geen melding, en John be greep weldra hoe de zakon stonden uit het gesprok van Arthur en Violette, die in de schemering van den zomeravond te zamen op de sofa zaten. John mengde zich niet in hun gesprek en zat in zijn armstoel achter over geleund clieht bij het venster, rijn boek in de hoogte houdende om nog eenig licht op to vangen, doeh welke moeit-o hij rich gaf om te lezen, zijn aandacht werd meer getrokken door het gesnap en het nieuws van Arthur, dlan door den inhoud van zijn boek. „Gij hebt mij nog niets verteld van Theodora's voorstelling ten Hove." „Meent gij, dat. ik daarheen ga, wanneer ik er buiten karn „Hoe, hebt gij Lady MartincSale en Theo dora niet vergezeld? Ik zou haar zoo gaarne eons in gala hebben gekleed gezien. Vertel mij eens hoe zij er uitzagen." „Prachtig, overheerlijk, maar i'k heb het sleohts van hooren zeggen." „Hebt gij haar niet eens 21 en gaan? Hoe jammer! Welk een teleurstelling moet dat voor Theodora geweest zijn „Waren er dan geen menschem genoeg om haar te bewonderen?" „Alsof haar diat wat baatte, zoo gij er niet waart." „Domme meid! Ik ben immers haar echt genoot nietik wenseh hem, die haar een- maal tot vrouw krijgs veel golulc." „Och Arthur, praat toch zoo niet! Ver rel mij liever eens wat van de soarée van Lady Alburydaar zijt gij toch ge- woest „Ja, mama sleepte er mij heen, en het was er gloeiend vervelend. Ik wensohte, dat gij er geweest waart." „Dankje wed, als het -er zoo vervelend was." „Emma Branden en ik waren het eens, dat er niet één dame was, die men twee maal zou hebben willen aanzien, als gij er .geweest waart. Wij hadden u daar gaarne gehad als een staaltje van hetgeen waard ~is gezien te worden. Verbeeld u, dat er zoo weinig moede of knappe dames waren, dat er een groote ophef van die mevrouw Finch gemaakt werd. Het was genoeg, om iemand cM te cloen worden. "Ik zeiclie don ook aan Theodora, die volstrekt mijn gevoelen over haar wilde weten, dat ik vond, dat die vrouw niets merkwaar digs had als haar on beschaamd voorkomen John zag over zijn boek hoen en bemerk te, dat- Arthur het als heiligschennis be schouwde, dab Theodora clie opzichtige schoonheid stilzwijgend bad durven verge lijken mot cle reine, zedige en beminne lijke vrouw, wier vriendelijke lach en ver- hoogdle blos, ja zelfs de bijzondere zorg, welko zij ter eere van rijn aankomst aan haar opschik besteed had, zoo duidelijk de den zien, dat zij slechts schoon en beval lig wensohte to zijn om haar echtgenoot te behagen. Haar antwoord op rijn laatste gezegde klonk eenigsrins als een verwijt. „O, foei, dat zal haar gehinderd hebben, vrees ik. Zij houdlb zoo veel van mevrouw Finch." „Enkel uit zucht tot tegenspraak.", zei Arthur ,,Het gaat waarlijk: to ver, het is op mijn woord waar! Die Georgina was als meisje niet. onaardig; rij'was zeer gees tig, evenals Theodora, ofschoon deze altijd meer gezond vorstand heeft gehad. Zij was een prettige, vroolijke meid; maar er is niets zoo hatelijk als een vrouw, clie 11a haar huwelijk nog even wild en onbezon nen blijft als te voren." „Een man nog erger", merkte John bij wijze van alleenspraak op. „En wat riet rij er slecht uitzij is zoo mager als een hout!" vervolgde xArthur. „Zij placht er waarlijk niet kwaad uit te riem met haar frisscbe kleur e-n poezelige armendoch nu riet men niets dan haar roode, uitstekendo wangbeenderen en ma- geren hals. Men moet wel mal zijn om haar voor een schoonheid te houden." „Och kom! Maar uw zuster dan?" vroeg Violette. „Zeg mij toch eens of het uitgaan haar genoegen doet, want zij beschouwde het vroeger als een straf." „Al wat i'k er van weet is, dat zij thuis bromt als een ijsbeer, en op partijen zich door iedereen het hof laaf. maken." „Arthur! hoe kunt gij toch zoo spreken!" zei zij weder op zacht berispenden toon. „Meent gij het, clat zij thuis zoo stil is? Zou zij zich ongelukkig gevoelen? Weet gij er geen reden voor?" „Welneen, hoo zou ik dat weten?" „Heeft zij niet.naar ons kind gevraagd?" „Dat kunfc gij nagaan! Niemand heeft naar hem gevraagd als papa!" „Ik zou gedacht hebben, dat rij in den kleine belang had gesteld", zei Violette, blijkbaar teleurgesteld „maar rij heeft ze ker iets, dat haar kwelt en haa.r gedach ten' 7.00 bezig houdt dat zij niet aan hera denken kan. Ik zou wel eens willen weten wat! Er kan immers geen geen „Geen liefde bij in het spel zijn? Neou, neen, Miss Martin dale houdt or veel van om harten to veroverendoch zij zal wel op hef hare passen, als zij er ten minst# een heeft." „Maakt rij zooveel opgang?" „O zeker, en clat verwondert mij ook niet. Men ziet zelden meisjes zooals zij. en wan neer rij in haar humeur is, is rij zoo leven dig en geestig, dat. niemand haar daarin overtreffen kan." „Ik herinner mij nog, hoe opgewekt rij was te Whitford,ofschoon zij eerst geen zin hacl er heen te gaan." „Is het meer algemeene bewondering, die men voor haar gevoelt?" vroeg John, „of hebt gij ook van een ernstiger gevoel hooren spreken?" „Op mijn woord, ik weet hef. niet. Va.11 haar kamt is het ten minste niet ernstig gemeend. Zij kan een geheelen avond met een harer aanbidders praten alsof zij geen oogen dan voor hem heeft, en clen volgenden avond den armen jongen laten zitten, alsof zij heoi nooit gezien had. Zij bekommert zich om niemand hunner; zij wil slechts, dat men haar het hof make. Wat haar aanbidders aangaat, eenige zijn wezenlijk op haar ver liefd, bijvoorbeeld Fitzhugh, doch die is bij- de-hand genoeg en zal haar wel met gelij ke munt betalen dan hebt gij dien jongco stillen Mervyn die is er loelïjk aan toe, geloof ik enfin, iederen avond heeft zij een andor doch weet gij wie naar mijn ge dachten het meest op haar verliefd is'? Lord St.-Erme." „Lord St.-Ermo riepen John en Yioletto gelijktijdig uit. „Jawel, zij ontmoette hom op ons dejeu ner, en wandelde den geheelen morgen met hem in den tuin mama schreef, geloof ik, reeds aan tante, dat zij al verloofd waren. Maar don volgenden avond op do soirée bij

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1915 | | pagina 5