Nederlenil en de Oorlog.
M». 17118
"W o©iTL®clag- 115 December,
JKei-sste Blad. A°. 1915,
Officieeie Kennisgeving.
Persoverzicht.
FEUILLETON.
Violette of de Schoonzuster.
l ss
Het morgen verschijnend No. hevat p.a.:
ton beeld van ellende onder de Servi-
Fche vluchtelingen. De Servische am
bulance op haar doorreis te Parijs. Aan
Jo Dardanelles Ontscheping van troepen
uit een t ransportschip. Lossen van gra
naten achter het front in Servië. Ser
vische vrouwen met haar kinderen zwer
ven hongerig langs de wegen. Voorts':
Het Sk-Beruardus-klooster in Zwitserland^
met 5 foto's.
Do Burgemeester en Wethouders van Lei
den doen te weten, dat door den Raad dier
gemeente, in zijn vergadering van den 5den
Augustus 1915, is vastgesteld de volgende
verordening:
VERORDENING,
houdende wijziging der verordening, rege
lende 'de invordering van de belasting onder
den naam van „1 i g g e 1 d" in de gemeente
Leiden,
Eenig Artikel.
Na artikel 3 van bovengenoemde veror
dening wordt ingevoegd een nieuw prtikel
obis, luidende:
„Do Algemeene Havenmeester, de Ad
junct-Havenmeester. en de Haven-recher
cheure zijn belast met het toezicht op de
in de openbare wateren in de gemeente
liggende vaartuigen, alsmede met het op
sporen van de overtredingen dezer veror
dening."
Gedaan> te Leiden, Ier openbare raads
vergadering van den 5den Augustus 1915.
De Burgemeester,
N. C. DE GI.JSELAAR.
De Secretarie,
VAN STRIJEN,
Zlnde de heffing van deze belasting goed.
gekeurd btj Koninklijk Besluit van den 25sten
November 1915, No. 23, waarbij tevens
's aangehaa'd de bavenslaande verordening
regelende de invordering dier belasting.
En is hiervan afkondiging geschied, vaar
het behoort, 'den 15den December 1915.
Burgemeester en Wethouders voorn.,
N. C. DE GI-JSELAAR,
Burgemeester.
VAN STRI-JEN,
Secretaris!
Comité-generaal. Het week
blad „DE FxAKKEL" schrijft:
Wij gelooven niet, dat .wij met de ver-
veelvuldiging van het comité-generaal on
zer Kamers op den goeden weg zijn.
Het is zelfs de vraag of zij, die het meest
op vergadering met gesloten deuren aan
drongen, omdat zij daarin een middel za
gen de Regeering althans tob gedeeltelijke
doinobilisatie te ^vingen, of zelfs zij veel
reden hebben tot tevredenheid. Immers,
ware de zaak in het openbaar behandeld1,
ons volk zou althans heooen kunnen na-
aan welke motieven hen bewogen zich bij
heb voortbestaan van den toestand neer
te leggen. Nu moet menigeen den indruk
krijgen, dat veel, wat vooraf over de nood-
zakelijkheid en de mogelijkheid van ge
deeltelijke demobilisatie is geschreven,
I. ijkbaav al ta luchthartig op het papier is
gezel).
Maar ook de natie heeft recht zich te be
klagen. Wij hebben het reeds meer gezegd
vergaderingen met gesloten deuren werken
do neiging van de regeering tot geheimzin
nigheid slechts in de hand.
Men weet waarlijk in het buitenland ge
noeg over onze landsverdediging, over haar
toestand bij den aanvang der mobilisatie,
en over den grooten voortuitgang sedert
dat tijdstip, om den Minister van Oorlog
r.ieb de vrijheid te geven ook ons volk daar
omtrent iets mede. te deelen. En dat is te
meer noodzakelijk, sedert van zooveel zij
den geprutteld en gezeurd wordt, zoo dik
wijls op enkele zwakke plekken wordt ge
wezen, en zooveel ontevredenheid wordt ge
suggereerd.
Het is ook voor de Regeering een be
lang, dab de natie" weet, waarom zij haar
óók op het gebied onzer defensie volko
men vertrouwen kan schenken. Zij schatte
de gevolgen van heb gestook daartegen niet
té lioht: wie veel lasten draagt is nu een
maal tot morren licht geneigdvooral
indien hij tot de Hollandsche natie behoort
„DE STANDAARD" acht het een leem
te, dat een comité-generaal genomen kon
werden zonder dat een finale conclusie ge
geven werd en deze conclusie op last van
het comité zelf werd' gepubliceerd. Daar
om schrijft het blad:
Men sluit de deuren, om vrij te kunnen
beraadslagen, en ook om bewijzen te kun
nen overleggen, die, voorshands althans,
niet voor publiciteit vatbaar zijn. Maar het
resultaat, do uitkomso van de in 'b geheim
gehouden beraadslagingen, werkt toch op
den feitelijken toestand in. En daarom nu
moest men de kennis van dit resultaat, noch
aan de gis, noch aan schending van het
geheim overlaten, maar zelf een formule pu-
bllceeren.
Men fzi'et -ook nu weer, faofb anders'
loopt.
Yan klaar verraad van het geheim is
vanzelf ook nu geen sprake, en toch ver
telt men nu reeds in alle hoeken en stre
ken, waar het comité-generaal -op neer
kwam.
Gebleken zou namelijk zijn, dat onze toe
stand niet zoö rooskleurig is, als men zich
begon in te beelden, en vrij zeker weet
men dan ook nu reeds, dat er van een
meer algemeene demobilisatie voorshands
niets komen kan.
Van zekere zijde liet men reeds Hoeren,
dat de papieren van den Minister van Oor
log, dio de laatste weken al lager noteer
den, kennelijk weer gerezen zijn.
Doch al zulke uiting van opinie blijfti nu
bij een raden en gissen.
En dit juist kon voorkomen worden, zoo
het comité zelf met hot nemen van een
conclusie geëindigd was, en publicatie van
die oonclusie had gelast.
Tengevolge van het mijnengevaar op
het Friesche wad is de postdienst Hol werd
Ameland op 16 en 17 dezer, wanneer de
overvaart met hot oog op den vloed bij don
ker zou vallen, geheel
De Turfprijzcn.
Door den Minister vau LandbóW. is. tot.
de burgemeesters een circulaire gericht;
waarin hjj o.m. zegt:
In verband met klachten, welke mij be
reikten, nopen? abnormale prijsstijging van
turf, heb ik in den loop der maand Octo
ber j.l. overleg gepleegd met de voornaam
ste verecnigingen van verveners cn enkele
daarbij niet aangesloten groote verveners.
Daar de inventarisatie van de Arbeids
inspectie thans voltooid is cn mij enkele
klachten, over verdere prijsstijging berei
ken, ben ik voornemens over te gaan tot
de vaststelling van maximumprijzen voor
turf, geldende voor het materiaal, dat zich
op dè-veenplaats bevindt. Deze prijzen zul
len gesteld worden op 30 pCi. boven de
ncrmale prijzen.
Ik verwacht van deze vaststelling daling
van de detailprijzen, voor zoover deze thans
overmatig zijn. Mochten echter in eenige
gemeente de turfprijzen abnormaal hoog
blijven, dan ben ik bereid verdere maatre
gelen te nemen.
'De minister verzoekt nu den burgemees
ters opgaaf van de normale detailprijzen.
Den luchtballon, komende uit zee, ïa
in het Goereesche Gat gedaald. De ballon,
even boven water zwevende, is ten. slotte
op Scheelhoek cToor de stoombootloods neer
geschoten en met behulp van de stoomboot
„Sphinx" geborgen.
De arrestatie der gevluchte Duitsche
officieren.
Betreffende de aanhouding der beide Duit
sche officieren, clie uit het interneerings-
kamp te Bergen waren ontvlucht, zijn thans
vele bijzonderheden bekend geworden.
De arrestatie is vooral te danken aam het
doorzettingsvermogen van den Amsterdam-
echen hoofdinspecteur der recherche Yan
Soest. Men had er de lucht van gekregen,
dat de officieren hadden vertoefd bij een be
woner van de Da Oostakade, te xYmsterdam,
den 52-jarigen koopman M. Bühner, wo
nende op no. 77 derde verdieping op die
kade. In net laatst der vorige we9k waren
do officieren overdag met dezen Bühner per
huur-auto van Amsterdam naar Rotterdam
vertrokken.
Op den dag van het vertrek naar Rotter-
terdam, 's middags omstreeks drie uur, was
do auto reeds voor perceel 77 op de Da
Oostakade voorgereden, toen Bühner met de
beide officieren van den kant van de De
Clercqstraat de kade kwam oploopen.
De chauffeur, die de beide officieren met
Bühner naar Rotterdam bracht, verklaarde
dat de heeren onder elkaar Engelsch ge
sproken hadden. En in de portretten, die
hem van de beide ontvluchte officieren ge
toond werden, kon hij ook niet met^-beslist-
heid zijn passagiers va-n Vrijdag iterkennen.
Toch besloot hoofdinspecteur Yan Soest
door te zettenhet feit dat een paar vreem
delingen bij ongunstige weersgesteldheid als
die van Vrijdag per auto naar Rotterdam
gingen waarmede een bedrag van zestig
gulden gemoeid wasterwijl ze veel goed-
kooper per trein hadden kunnen gaan, kwam
hem in elk geval verdacht voor.
Zaterdagmiddag trokken een hoofdinspec
teur en een inspecteur der xAmsterdamscho
recherche naar Rotterdam, in gezelschap
van den meergenoemden bewoner der Da
Oostakade. Daar werden de beide ontvluch
te officieren gevonden. Het schijnt, dat onze
recherche juist intijds kwam, want dat reeds
maatregelen waren genomen om in de rich
ting van de Duitsche grens te kunnen gaan.
Bühner is door do politie gehoord als
verdacht van het helpen ontvluchten en het
verbergen der beide officieren.
Ook de Rotterdamsche politie heeft een
werkzaam aandeel in de aanhouding gehad.
Nadat de Amsterdamsche inspecteurs hun
collega's te Rotterdam hadden gewaar
schuwd, werden onder leiding van den Rot-
terdamschen inspecteur Yan Zanten onmid
dellijk de noodige maatregelen genomen. De
beide Duitsckers, de kapitein ter zee W.
Schmidt en de luitenant-vlieger E. Muller
wérdejn aangetroffen in een pension aan de
Spaansche Kade. Ze waren al ter ruste,
toen de politie tegen 12 uur het pension
binnendrong. Volkómen verrast, werden ze
onmiddellijk naar het hoofdbureau van po
litie overgebracht, waar ze verder den nacht
doorbrachten, om Zondagmorgen naar Am
sterdam te worden overgebracht, lleeds
Vrijdagavond waren de heeren in burger-
kleeding natuurlijk te Rotterdam in het
pension aangekomen.
Zondagavond kwamen zij te Bergen per
auto aan. Thans werden zij in de oude offi-
ciorenbarak opgeborgen, waarin tot nog toe
een twaalftal Mecklenburgers ondergebracht
waren, die het kamp nimmer mochten ver
laten, omdat zij nimmer wenschten te tee
kenen niet te zullen vluchten. De vervan
ging van den piepjongen luitenant Schmidt
auf Altenstadt iemand van Duitsche afkomst
met Duitsche sympathieën (hij zat met de
overige Duitsche officieren na de vlucht van
de beide thans gevatten nog tot 's nachts
halfdrie in het kamp te fuiven, wat hem
in verband met de ontvluchting een huis
zoeking bezorgde), als kampcommandant
achten sommigen niet ongcwcnscht.
Men weet dat cle kampcommandant na een
bezoek van den minister ontslagen is. In dit
kamp kwamen nogal wat ontvluchtingen
voor. Nog onlangs zijn twee officieren er
van door gegaan, die Duitschland hebben be
reikt. Er zal nu scherper toezicht worden
gehouden.
In bepaalde gezagskringen in die buurt
is de stemming buitengewoon pro-Duitsch.
De consul-generaal van België te Vlis-
singen heeft krachtens do wet, waarbij de
in den vreemde verblijvende Belgen (gebo
ren tusschon 1 Januari 1890 en 31 Dec.
1698) deel uit moeten maken van de militie-
lichting 1915, de betrokkenen, die in Zee
land wonen, opgeroepen, zich vóór 15 De
cember aan het consulaat-generaal te Vlis-
singen aan te melden, waar hun inlichtin
gen zullen worden verschaft. Zij, die in bo-
verstaancle termen vallen en werkelijk tot
het leger zouden heooen behoord, moeten
zich niet aanmelden. Wel echter de vrijwil
ligers voor den duur van den oorlog, wier
dienstverbintenis sedert het. begin der vij
andelijkheden werd opgezegd.
De vrouw van den -rman A. Z. uit
BudeG, nog pas onlangs gehuwd, die zich
zonder paspoort over de grens waagde werd
door de Duitschers gearresteerd en naar
Maa-seijck gebracht. Twee broeders en de
'vader der vrouw zijn ook gevangen geno
men wegens het over de grens helpen van
mensehen.
Opnieuw is gistermorgen te Alkmaar
een hoeveelheid melk van 220 liter in be
slaggenomen, die verdeeld werd onder de
melkslijters. Tien bussen melk, die per tram
vervoerd werden naar Amsterdam, waren
in plaats van te Alkmaar aan het eerstvol
gend tramstation Stompetoren ter verzen
ding aangeboden. Hier was geen inbeslag
neming mogelijk, zoodat deze hoeveelheid
ongehinderd naar Amsterdam ging. De
melkvoorziening van gemeentewege is zoo
gorogeld, dat de burgerij dagelijks melk
kan bekomen en de melkslijters alleen- des
morgens bij hun klanten rondgaan.
Het Zeeuwsch-Vlaamsche Boekenfonds
heeft door bemiddeling van de Belgische
Vakvereeniging te Ylissingen aan de Belgi
sche soldaten aan het front meer dan 1000
boeken verzonden. De voorzitter van dat.
fonds, mr. P. Dieleman, hoeft verder als
Kerstgeschenk aan de Belgische soldaten
aan het front 10.000 sigaren gezonden.
Door de hoofdbesturen van den No-
derlandscheiT Roem se. Katholieken Me-
taalbewerkersbond en den Christelijke»
Metaalbewerkersbond in Nederland, is ill
verband met de maatregelen, betreffende
het vertrekverbod van Metaalbewerker?
naar het buitenland, aan den Minister vati
Oorlog nogmaals verzocht:
dat in plaats van de verbodsbepaling voor
alle metaalbewerkers de gelegenheid zai
worden opengesteld, zich door aanmelding
tot het vervaardigen van munitie en oorlogs-
materiëel ter beschikking der Regeering te
stellen, en dooi Haar worden, geaccepteerdj
dot aan hen, die aan den oproep der Re
geering gehoor geven, zoolang zij niet
werkzaam zijn aan de bedoelde werkzaam
heden. een wachtgeCd gewaarborgd, wordt,
overeenkomstig de loonderving, die zij lij
den, doordat zij niet naar h't 'buitenland
kunnen vertrekken:
dat aan hen. die zich op bovenbedoelde
wijzo hebben, verbonden, ceil loonsverhoo-
ging van 100 ,p'Cb. op de thans werkelijk
verdiende loonen wordt toegekendzoo
dat zij een billijke vergoeding ontvangen
voor de rmancieele nadeden, die dezo ver
bintenis hun veroorzaakt;
dat- door de Regeering een commissie
worde ingesteld, bestaande uit «vertegen-
woorcligers van de Regeering, industriee-
len en landelijke organisaties van Motaal-
bewerkers, welke 'verschillende regelingen
betreffende clienstveroand en arbeidsvoor
waarden ontwerpt, en aan cle Rege -ring
ter vaststelling voorlegt."
Er zijn thans wederom nieuwe en
wel scherpere maatregelen ingevoerd met
de passen voor Duitschland. Behoefden'toll
nog toe een pas slechts ééns geviseerd te,
worden, na wordt verlangd, dat men voor
iedere reis naar Duitschland zjjn pas bij
een Duitschen consul laat afstempelen. Dit
visa wordt dan slechts zoo lang geldig go-
maakt, als men in Duitschland denkt te
blijven, terwijl tevens het doel der reis en
de plaats van bestemming dienen ta wordefi
opgegeven. Naar mij werd verzekerd, moe
ten de militaire verlofgangers, welke bij
hun verwanten in Duitschland gewoonlijk
eenige dagen verlof gaan doorbrengen, tot
dezen maatregel aanleiding gegeven heb
ben, daar de militaire autoriteiten in Duitsch
land het heen- en weerreizen naar hun land
niet anders "clan in noodzakelijke gevallojn
toestaan. Hoe deze strenge maatregel opj
de Hoïla&dsche arbeiders zal toegepast wor
den, is niet begrijpelijk, daar deze menschep
onmogelijk voor iedere reis hooge visarkos-
ten kunnen betalen.
In de gemeento Lonneker werden dezer
dagen eenige bekeuringen ingesteld tegen
personen, die een groot aantal centen bij
zich hadclon om over de grens te brengea.
Aan het verschaffen van centen aan onze
naburen is een niet onbelangrijk voordeel
verbonden; ze geven op 1000 centen 15 mark
winst.
Aan de Rijnkade te Arnhem ligt een
uit Amsterdam afkomstige tjalk, groot 11(
ton, „Truida" genaamd (schipper S. v. d.
Werke), welke een lading kokosvet, lijnolie,
talk, enz. lost, die in een pakhuis aldaar
wordt opgeslagen. De lossing geschiedt oru
der het toeziende oog van eenige rijksamb
tenaren, wier vaartuig naast de „Truida'r
ligtbij het pakhuis staat een marechaus
see als wachtpost. Het schip is niet aange
houden of in beslag genomen; maar naar
men meldt, bestond het vormoeden, dat do
j „Truida" verder dan Arnhem den Rijn op
wilde en heeft het toezicht der rijksambte
naren dit voorkomen, zoodat men nu wel
moest overgaan tot lossing te zirnhem, de
plaats van bestemming volgens de papierea.
Uit het Engelsoh van Miss Y0NGE.
(Nadruk Verboden).
36) -
De zui/vero lucht, een bezige ledigheid,
het dagelijks hernieuwd genot van' het zien
der heerlijke natuur, dc oplettende zorg
van haar vrienclelijkcn schoon b roe der
maar bovenal de toenemende gezondheid
van haar kindje hadden het gewemschfcc ge
volg en toen de zoo vurig verlangde dag
aanbrak, waarop zij Arthur van de ddlli-
gence ging afhalen, was het een trio-mf
voor Jcrhn hem te hooron zeggen, dat liij
op het eerste gezicht niet geweten had welk
een rnooi jong meisje John bij zich had,
daar hij Violette met dien grooten str-oo-
hoed en haar blozend kleurtje niiet hacl
horkend.
Al had John zich minder aangenaam be-
dg gehouden dan werkelijk het geval was
geweest, zou hij zich nog genoegzaam be
loond hebben gerekend voor zijn zorgen
het was hem een streel end genoegen, te
?-cn hoe gelukkig het jonge paar was, hoe
l^'jde rij waren elkander weer te ontmoo-
*c*n, en daarbij to mogen denken, dat hij
voel tot dat veluk had toegebracht.
Arthur sprak met zeer veel hartelijkheid
°ver. zijn vader het soheen, dat zij veel bij
e'kander waren geweest en dat er een
Jhooto toenadering tusschen hen had
Plaats gevonden. Hij herhaalde een paar
pendel ijke uitdrukkingen, wolko Lord
artindale over Violette gebezigd ha>d, en j
hot bleek dluidelijk, dat zijn vader den weg
tot zijn hart gevonden had door met
zoo veel belangstelling' over Violette
te spreken. Van rijn moeder en zuster
maakte hij bijna geen melding, en John be
greep weldra hoe de zakon stonden uit het
gesprok van Arthur en Violette, die in de
schemering van den zomeravond te zamen
op de sofa zaten. John mengde zich niet in
hun gesprek en zat in zijn armstoel achter
over geleund clieht bij het venster, rijn boek
in de hoogte houdende om nog eenig licht
op to vangen, doeh welke moeit-o hij rich
gaf om te lezen, zijn aandacht werd meer
getrokken door het gesnap en het nieuws
van Arthur, dlan door den inhoud van zijn
boek.
„Gij hebt mij nog niets verteld van
Theodora's voorstelling ten Hove."
„Meent gij, dat. ik daarheen ga, wanneer
ik er buiten karn
„Hoe, hebt gij Lady MartincSale en Theo
dora niet vergezeld? Ik zou haar zoo gaarne
eons in gala hebben gekleed gezien. Vertel
mij eens hoe zij er uitzagen."
„Prachtig, overheerlijk, maar i'k heb het
sleohts van hooren zeggen."
„Hebt gij haar niet eens 21 en gaan? Hoe
jammer! Welk een teleurstelling moet dat
voor Theodora geweest zijn
„Waren er dan geen menschem genoeg
om haar te bewonderen?"
„Alsof haar diat wat baatte, zoo gij er
niet waart."
„Domme meid! Ik ben immers haar echt
genoot nietik wenseh hem, die haar een-
maal tot vrouw krijgs veel golulc."
„Och Arthur, praat toch zoo niet! Ver
rel mij liever eens wat van de soarée van
Lady Alburydaar zijt gij toch ge-
woest
„Ja, mama sleepte er mij heen, en het
was er gloeiend vervelend. Ik wensohte,
dat gij er geweest waart."
„Dankje wed, als het -er zoo vervelend
was."
„Emma Branden en ik waren het eens,
dat er niet één dame was, die men twee
maal zou hebben willen aanzien, als gij er
.geweest waart. Wij hadden u daar gaarne
gehad als een staaltje van hetgeen waard
~is gezien te worden. Verbeeld u, dat er zoo
weinig moede of knappe dames waren, dat
er een groote ophef van die mevrouw Finch
gemaakt werd. Het was genoeg, om iemand
cM te cloen worden. "Ik zeiclie don ook aan
Theodora, die volstrekt mijn gevoelen over
haar wilde weten, dat ik vond, dat die
vrouw niets merkwaar digs had als haar on
beschaamd voorkomen
John zag over zijn boek hoen en bemerk
te, dat- Arthur het als heiligschennis be
schouwde, dab Theodora clie opzichtige
schoonheid stilzwijgend bad durven verge
lijken mot cle reine, zedige en beminne
lijke vrouw, wier vriendelijke lach en ver-
hoogdle blos, ja zelfs de bijzondere zorg,
welko zij ter eere van rijn aankomst aan
haar opschik besteed had, zoo duidelijk de
den zien, dat zij slechts schoon en beval
lig wensohte to zijn om haar echtgenoot te
behagen.
Haar antwoord op rijn laatste gezegde
klonk eenigsrins als een verwijt. „O, foei,
dat zal haar gehinderd hebben, vrees ik.
Zij houdlb zoo veel van mevrouw Finch."
„Enkel uit zucht tot tegenspraak.", zei
Arthur ,,Het gaat waarlijk: to ver, het is
op mijn woord waar! Die Georgina was
als meisje niet. onaardig; rij'was zeer gees
tig, evenals Theodora, ofschoon deze altijd
meer gezond vorstand heeft gehad. Zij was
een prettige, vroolijke meid; maar er is
niets zoo hatelijk als een vrouw, clie 11a
haar huwelijk nog even wild en onbezon
nen blijft als te voren."
„Een man nog erger", merkte John bij
wijze van alleenspraak op.
„En wat riet rij er slecht uitzij is zoo
mager als een hout!" vervolgde xArthur.
„Zij placht er waarlijk niet kwaad uit te
riem met haar frisscbe kleur e-n poezelige
armendoch nu riet men niets dan haar
roode, uitstekendo wangbeenderen en ma-
geren hals. Men moet wel mal zijn om
haar voor een schoonheid te houden."
„Och kom! Maar uw zuster dan?" vroeg
Violette. „Zeg mij toch eens of het uitgaan
haar genoegen doet, want zij beschouwde
het vroeger als een straf."
„Al wat i'k er van weet is, dat zij thuis
bromt als een ijsbeer, en op partijen zich
door iedereen het hof laaf. maken."
„Arthur! hoe kunt gij toch zoo spreken!"
zei zij weder op zacht berispenden toon.
„Meent gij het, clat zij thuis zoo stil is? Zou
zij zich ongelukkig gevoelen? Weet gij er
geen reden voor?"
„Welneen, hoo zou ik dat weten?"
„Heeft zij niet.naar ons kind gevraagd?"
„Dat kunfc gij nagaan! Niemand heeft
naar hem gevraagd als papa!"
„Ik zou gedacht hebben, dat rij in den
kleine belang had gesteld", zei Violette,
blijkbaar teleurgesteld „maar rij heeft ze
ker iets, dat haar kwelt en haa.r gedach
ten' 7.00 bezig houdt dat zij niet aan hera
denken kan. Ik zou wel eens willen weten
wat! Er kan immers geen geen
„Geen liefde bij in het spel zijn? Neou,
neen, Miss Martin dale houdt or veel van
om harten to veroverendoch zij zal wel
op hef hare passen, als zij er ten minst#
een heeft."
„Maakt rij zooveel opgang?"
„O zeker, en clat verwondert mij ook niet.
Men ziet zelden meisjes zooals zij. en wan
neer rij in haar humeur is, is rij zoo leven
dig en geestig, dat. niemand haar daarin
overtreffen kan."
„Ik herinner mij nog, hoe opgewekt rij
was te Whitford,ofschoon zij eerst geen zin
hacl er heen te gaan."
„Is het meer algemeene bewondering,
die men voor haar gevoelt?" vroeg John,
„of hebt gij ook van een ernstiger gevoel
hooren spreken?"
„Op mijn woord, ik weet hef. niet. Va.11
haar kamt is het ten minste niet ernstig
gemeend.
Zij kan een geheelen avond met een harer
aanbidders praten alsof zij geen oogen dan
voor hem heeft, en clen volgenden avond den
armen jongen laten zitten, alsof zij heoi
nooit gezien had. Zij bekommert zich om
niemand hunner; zij wil slechts, dat men
haar het hof make. Wat haar aanbidders
aangaat, eenige zijn wezenlijk op haar ver
liefd, bijvoorbeeld Fitzhugh, doch die is bij-
de-hand genoeg en zal haar wel met gelij
ke munt betalen dan hebt gij dien jongco
stillen Mervyn die is er loelïjk aan toe,
geloof ik enfin, iederen avond heeft zij
een andor doch weet gij wie naar mijn ge
dachten het meest op haar verliefd is'? Lord
St.-Erme."
„Lord St.-Ermo riepen John en Yioletto
gelijktijdig uit.
„Jawel, zij ontmoette hom op ons dejeu
ner, en wandelde den geheelen morgen met
hem in den tuin mama schreef, geloof ik,
reeds aan tante, dat zij al verloofd waren.
Maar don volgenden avond op do soirée bij