Oe Europeescfie öoslog. FEUILLETON. Violette of de Schoonzuster. Tegen het smokkelen. Een correspondent van het „Hbld." aan de Oostgrens schrijft: De controle aan de Duitse lie grenssta tions, hoe uiterst streng tot nog toe, is wer- derom verscherpt. Goederen .of bagage, goed gekeurd voor in- of uitvoer, mogen eerst cfon verder vervoerd worden, wanneer er minstens een etmaal na ,,accoord-bevinding7 is verloopen. Dit groote oponthoud legt aan 'het internationaal verkeer groote hinder palen in den weg. Tal van Duitsche han delsreizigers moeten soms eenige dagen in Nederlandsche grensgemeenten wachten op hun bagage, die ze aan het naastbijgelegen Duitsche grensstation moesten achterlaten en die ze aan de zorgen van een collega heb ben toevertrouwd. En de Nederlandsche regeering gaat thaDS hot vrije grensverkeer met lcracht beletten door in de gemeenten Losser en Lonneker prikkeldraad versperringen aan te leggen. De groote verkeerswegen worden door hek werk afgesloten. De voetgangers krjjgen ;een nauwen doorgang, bewaakt door grens wachters en het auto-verkeer over die we gen wordt belemmerd door stootjukken. En dit alles geschiedt ter beperking van den smokkelhandel. De maatregelen der regee- ring blijven dan 'ook niet zonder succes: sinds de Tweötsche grensgemeenten in de laatste dagen „bewerkt' worden door mili taire wielrijders is het smokkelen tot een euDimum gedaald. Een merkwaardig bericht. f De Loudensche correspondent van het j,Hbid." meldt, dat volgens een telegram uit 'Athene aan de „Daily News" de Neder landsche legatie in Griekenland een circu laire zou hebben ontvangen van de regee- riDg te 's-Gravenhage, waarin haar verbo den wordt gesprekken aan te knoopen of te voeren over den vrede met personen, die .tot do centrale mogendheden behooren. Als reden voor dit optreden geeft het blad de ontdekking in Nederland van per sonen, door Duitschland uitgezonden om fcen vereeniging to vormen in neutrale sta ten om voor den vrede te werken, i De Nederlandsche regeering nam een groot aantal pamfletten en documenten in beslag en ontbond de vereeniging. Tot zoover het telegram uit Londen. ,Van deze geheele geschiedenis, die wel hit den duim van een fantastisch aan ge legden correspondent zal zijn gezogen, is hier te lande niets bekend, schrijft het „Hbld." Noch van de ontbonden geheime vredesvereeniging, noch van de in beslag 'genomen pamfletten, noch van de circulaire aan de Nederlandsche legatie. Het bericht schijnt dan ook naar vorm en inhoud al te dwaas! Of is wellicht, in verband met het geschrijf over den Nederlandschen 'gezant te Sofia, aan alle Nederlandsche ver tegenwoordigers in het buitenland gevraagd, voorzichtig te zijn in gesprekken over den "oorlog en den vrede? vraagt het Amster- damsche orgaan. r In zake het optreden va:: het pro vinciaal kerkbestuur van Noord-Holland te gen de predikanten, die het dienstweige ringsmanifest hebben onderteekend, meldt men aan de „N. R. Ct", dat genoemd kerk bestuur in deze geheel uit eigen beweging is te werk gegaan. De zaak is door dr. Kromsigfc ter tafel gebracht. Zijn voorstel vend echter geen meerderheid. Toen heeft do voorzitter, ds. 'Gremer, van Broek in [Waterland, oen voorstel geformuleerd, dat met algemeene stemmen is aangenomen en hierop neerkwam, dat de clajsieale bestu ren zouden worden aangeschreven om te 'overwegen, of niet de onderteekenaars van het manifest op grond van art. 11 Alg. Rgl. onder opzicht moesten worden geno men. Voor zoover het blad heeft kunnen nagaan, heeft tot nog toe geen enkel clas sicaal bestuur aan deze opdracht voldaan. De Algemeene Nederlandsche Bond van Handels- en Kantoorbedienden heeft in ieen adres aan den Minister van Oorlog ge protesteerd tegen het besluit, waarbij het aan arbeiders, werkzaam in de metaal-industrie, is verboden het land te verlaten. Hieronder vallen namelijk ook zij, die in genoemde in dustrie administratieven arbeid verrichten. Uit het Engelsch van Miss YONGE. (Nadruk Verboden). 32) „Ik vrees dat hij het hier ook voor een heel onbeschaafd land gehouden, heeft. [Doch wat is dlie Sara voor een menseh Zij heeft al het huiswerk gedaan, en mij dunkt, dat zij haast even dikwijls bij mij .was als do baker." „Bijzonder ds zij wel. Zij heeft voor tien paarden kracht., een gezicht als een doods hoofd, en een stom, die uit een wandelend graf schijnt te komen." „Maar vindt gij haar niet door en door goedhartig! Ik mag er niet aan denken, hoe ik het buiten haar stellen zalAls zij weggaat, zal het mij zijn alsof ik een vrien din verloor." „[Maar waarom zoudt gij haar Laten weg gaan Ik meende, dat zij uw rechterhand was." „Dat is zij ook, maar zij wil niet blijven waar kinderen zijn. Dat heeft zij mij reeds lang te voren gezegd, en zij is alleen zoo lang gebleven, omdat ik bet haar verzocht heb doch zoodra ik hersteld ben; vertrekt rij." „Geef haar liever dubbel loon en houd baar", zei Arthur. „Ik zal alles doen wat in mijn vermogen is, dooh ik vrees, dat het niet baten zal. Ik heb er inderdaad tegen opgezien, om weer op de been te komen, want de ge dachte, Sara te missen, en weer met die keu kenmeid aan heb haspelen te moeten gaa/n. De Duitsche Rijksdag. Gisteren gtaven we onder onze telegram men reeds het begin van de .rede van den Rijkskanselier in den Rijksdag. In zijn ver- derp rede ging Von Bethman nog den strijd in den Balkan na, en hij zeide o.rcu; De open weg naar het Oosten van Europa is een mijlpaal in de geschiedenis van de zen oorlog. Militair is ae directe verbinding met Turkije van onschatbare waarde; econo misch vult de aanvoer uit de Balkan staten! en Turkije onze voorraden op welkome wijze aan. (Zeer juist). Ook voor de toekomst zijn de vooruitzich ten hoopvol. Dank zij de vérziende /staat kunde van koning Ferdinand is een vast© brug tusschen de ondeelbaar verbonden kei zerrijken haar den Balkan en Oost-Europa geslagen. De brug zal, als de vrede gesloten is, niet de stappen der marcheerende bataljons doen weerklinken, doch de cultuur van den vrede dienen. (Levendige toejuichingen). De kanselier besprak daarop de landing der Entente-troepen te Sajoniki, die ze, vol gens hem, geheel eigenmachtig hadden on dernomen. „De Grieksche regeering is ondanks haar. moeilijke positie vastbesloten de neutrali teit ook verder te bewaren (bijval), .die met haar wenschen in overeenstemming is, en die met de waardigheid en onafhankelijk heid van Griekenland, evenaJs mot zijn be langen rekening houdt. (Hoort!) Afgesloten is de kwestie nog niet." Voor de zooveelste maal is de oorzaak van den oorlog weer naar voren gebracht. Nieuwe gezichtspunten zijn er niet gekomen. .Von Bethmann zeide o.m.: „Met geraffineerde middelen heeft Enge land de wereld de voorstelling opgedrongen, dat het in edelmoedige onzelfzuchtigheid ter wille van het met geweld overvallen Bel gië, naar de wapens gTeep, eu <iat het ge roepen is om "Duitschland, wegens die ge- weldadige overvalling, te bestraffen. Het is Engeland gelukt daarmede iu de wereld in_ druk te maken. Maar met den tijd moest het echter België als aanleiding voor den .oor log opgeven. Opehfijk werd bekend, dat de „isoleeringS- politiek" van Engeland, zonder voorkennis van het parlement, geleid had tot het aan gaan van verplichtingen tegenover het aan Rusland gebonden Frankrijk. De Engelsche regeering had zich zoo de handen gebonden, dat Sir Edward Grey niet kon besluiten; voor den oorlog te waarschuwen, en dat hij, toen de Russische mobilisatie den .oor log ontketende, tot het deelnemen aan den oorlog gewillig of weerstrevend, dat wil ik daarlaten besloot, nog voordat de Bel gische neutraliteit ter sprake kwam. (Hoort! Hoort!)" i De militaire toestand werd niet onbespro ken gelaten. Daarover was de Rijkskanselier tevreden. Hij sprak van bereid zijn om ver der in het oosten door te dringen en van mislukte doorbraken in het westen, van Jfefi afslaan der Italiaansche aanvallen door do Oostenrijkers, wat voor de Italianen militaire nederlagen bededen. De kanselier besprak verder den toestand achter het front. In België is in den land bouw de toestand vrjjwel normaal. De in dustrie en handel herleven. In de financiën is orde gebracht; de posterijen, spoorwe gen en bet scheepvaartverkeer functlonnee- ren. De verschaffing van steenkool neemt sterk toe; ze bedroeg in het laatste kwartaal ongeveer drie en een half millioen ton-, De werkeloosheid wordt bestreden. In Polen, Lithauen en Koerland bevonden w£, dat de Russen ontzettend veel vernield hadden; van geregelde toestanden was bijna geen sprake meer. De kanselier vervolgde: In economisch' opzicht hebben wij genoeg levensmiddelen, wanneer wtj ze naar be hooren verdoelen (Instemming). Dat is een vaststaand feit. De vijand betaalt voor de noodzakelijkste levensmiddelen hoogere prij zen dan wij. (Instemming). Onze tegenstanders trekken uit onzen mi litairen en eeonomischen .toestand de con clusie, dat wij vlak voor de ineenstorting! staan; het bedelen om vrede speelt' een groote rol. Vain deze praatjes is geen woord wpar, was waarlijk niet uitlokkend." „Maar waarom gemaft gij de keukenmeid haar ontslag niet?" „Ooh, ik wist niet zeker, diat zij oneer lijk wasdaarbij, uw tante had haar aan bevolen, en ik was bang, dat gij niet goed zoudt vinden, dat ook wist dk in den be ginne niet wat alles moest kosben, noch hoeveel er gebruikt moest worden, en zoo doende heb ik sommen gelds verspild, en toen ik liet een en ander nauwkeurig ver geleek, bemerkte ik, dat het in de keuken niet eerlijk toeging, en dat ik zelve te roe keloos was en alles verkeerd bestuurde." „En dan ging mijn domme wijfje maar weer aan het schreden, nietwaar?" „Dat kon ik niet laten, ofschoon ik ge voelde, dat het verkeerd wasdat was het verschrikkelijkste van het geval. O, lieve Arthur, ik ben zoo innig verheugd, dat gij nu het ergste weetzeg nu maar, dat gij mijn fouten vergeten wilt, want het zal in vervolg wol beter gaan." „VergetenHet eenige, dat ik niet ver geten, noch vergeven kan, is, dat gij u ze-lvc ziek hebt gemaakt om ad die nietig heid." „Daarover kan ik geen spijt gevoelen", zei Violette, door haar tranen heen glim lachend. „Ge-durende dfie riekte heb ik bij na niets clan geluk gesmaakt, en ik zal nu weer moed hebben om eens goed mijn bost te doen ook heb ik thans meer ondervin ding, en nu die keukenmeid weg is, zal ik spoedig hersteld zijn." „Beloof mij, dat gij u nooit moor om der gelijke dingen zult kwellen. Neem het niet zoo zwaar op dat is de eenige wog om door de wereld te komen. Maar, hoor eens ik zal u honderd pond 'sjaars meer geven; dan zijt gij uit de verlegenheid1. (Hoort, Hoort)". Deze perscampagne begon, toen de ententepolitiek op den Balkan .dreig de te mislukken en de vijandelijke pogin gen tot doorbraak op het westfront faalden. Als onze vijanden ook Ihaes nog zich voort de feiten niet willen bukken, gullen zjj het later moeten doem Het Duitsche volk, onge schokt in zijn vertrouwen op zijn kracht, is onbuigbaar. Men beieedigt ons, als pien het geloof wil doen ontstaan dat wij, die de eene overwinning op de andere stapelden, die ver in het vjjandeltjk land slaan, zouden achterstaan bij onze vijanden, die nog over de overwinning droomen, in volhardingsver mogen, in arbeidskracht, in innerlijke mo reel© kracht Neen, wij laten ons door woor den niet buigen, zullen vastbesloten den strijd voortzetten, dien onze vijanden ge. wild hebben, om te verkrijgen wat Duitsch'- land'e toekomst van ons eischt! (Stormach tig herhaalde toejuiching, waarin een inter ruptie van Liebknecht verloren gaat). Het Huiö gaat over tot de behandeling van de agenda, waatop de sociaal-democrati sche interpellatie staat: „of de Rijkskanselier bereid is mede te deelen, onder welke voor gaarde hij geneigd is vredesonderhandelin gen aan te knoopen?" Deze interpellatie vormde den hoofdscho tel van de zitting. Scheidemann «lichtte ze toé. Over vrede, zeide hij, moet degene spre ken wiens sterkte hem veroorlooft elke misduiding als LzJou het een teek en van zwakte zijn met rustig krachtbewustzijn op te vatten. Wij keeren ons met beslistheid tegen allen, die uit dezen oorlog een veroverings oorlog willen maken; maar ook wijzen wij alle tegen Duitschland en rijn veiligheid gesmede plannen 'af. (Bijval). Van afschei ding van Elzas-LotlxariDgen wilïen wij natuurijk nietg weten. (Levendige bijval). Scheidemann oordeelde dat de blokkade van Duitschland een mislukking is. En even optimistisch als de regceringsmannen bleek hij in zijn verklaring, dat de vijand geen gronden heeft voor rijn hoop op militair succes. Hij zeide o.m.Het is eenvoudig misdadig, wanneer vijandelijke staatslie den on politici hun volkeren voorgooche len, dat de militaire toestand werkelijk to-t ons nadeel kan gewijzigd worden. Scheidemann verklaarde, dat de Oosten- rijk»clie pocifaail-jdemooraten zich jvereeni- gen met de vredes-ideeën der Duitsche so cialisten. Eén zijn ze ook in de gedachte om voor de veiligheid van hot land te strijden. Onder bijval der sociaal-democraten zeide Scheidemann, dat zij wensohen, dat de eer ste beslissende stap tot beëindiging van den oorlog van. Duitschland zal uitgaan. Na Scheidemann kwam de kanselier aan het woord. Hij zeide, dat de aankondiging van de interpellatie in het vijandelijk buitenland een aanmerk olijk opzien baarde van over wegend blijmoedigen aard. Men wil in de vraag naar de Doiitsche vredesvoorwaarden een teeken zien van verslapping van Duitschland'g kracht of van vermindering der eensgezindheid van het Duitsche volk. Ik hoop en geloof ech ter, dat de zoo even gehoorde motiveering in hoofdzaak de hoopvolle verwachtingen van den vijand teleurstelt. Uit do uitbatingen van Scheidemann sprak bezorgdheid, dat wij de mogelijkheid van een eervollen vrede zouden 'laten voor bijgaan en verstandige vrede-saanbiedingen welke ons gedaan konden worden, zouden afwijzen, alleen omdat wij aüe veroverde landen zouden willen behouden, of zeflfs nieuwe erbij zouden willen veroveren. Ik moet toegeven, dat tot zijn opwekking om aan den oorlog een einde te maken en openlijk te zeggen, hoe de Duitsche regee ring zich den vrede denkt, het verloop van den oorlog tot dusverre vanzelf leidt. (Hoort, hoont). Wij hebben geweldige suc cessen bereikt en ontnamen den vijand de eene verwachting na de andere; mét de uiterste hardnekkigheid klemde hij zich na het veifies van de eene, vast aan een an dere verwachting. Moet, na de overeenkomst met Bulgarije de groote successen in Servië, de opening van den weg naar de Turksohe bondgenoo- ten en de daaraan verbonden bedreiging van de hartaders van bet Britsche wereld rijk, bij den vijand niet meer etn meer zich de overtuiging vestigen, dat het spel voor hem verloren is Moet niet bij eenieder onder ons, die ziet, dat de oorlog niet meer to onze koste gaat, de gedachte oprijzen: Waarom nog verdere offers? Waarom biedt do Duitsche regeering geen vrede aan? Inderdaad kwam geen onzer vijanden met opwekking tot vrede sluiten tot ons. Voh Bethmann wees er op, dat in Frank rijk nog steeds een verlangen is tot het her krijgen van El zas-Lotkaringendat Asquith nog pae gezegd heeft, dat het doel is, waar borging van de veiligheid der ldeine platen en vernietiging van het Pruisisch militarisme. In den breede besprak de kanselier dit punt en zeide, dat thans alle hoop op een uitputtings- oorlog is gevestigd. Duitschland is op een langen oorlog voorbereid, verklaarde hij. Niet alleen relatief maar ook absoluut rijn onze verliezen geringer dan die van Frank rijk, zeide de kanselier. Komen onze vjjandon met vre desvoorstellen, welke de waardigheid en veiligheid van Duitschland verzekeren,- dan zijn wij steeds bereid die te bespreken. In het volle bewustzijn van de behaalde en onwrikbaar vaststaande wapeusuccessen, weigeren wij alle verantwoordelijkheid voor de voortzetting van de ellende, welke Euro pa en .de wereld vervult Het mag niet hea. ten, dat wij den oorlog onnoodig rekken omdat wij dit of dat pand nog willën ver overen. In ©en vorige redevoering gaf ik in a1 ge meen© trekken het oorlogsdoel aan; ook heden kan ik niet in bijzonderheden afda len, en u niet zeggen, welke waarborgen de keizerlijke regeering bijv. in de Belgische kwestie wil eischen^ en welke maehtsgrond- sïagen zij voor deze'waarborgen noodig acht Eén ding moeten onze vijanden bedenken: hoe langer en verbitterder zij den oorlog voeren, hoe grooter de noodzakelijke waar borgen worden. (Bijval," applaus). Noch in het oosten, noch in het westen mogen onze vijanden beschikken over invalspoorten, waar door zjjl ons voortaan heftiger dan tot dus verre verontrusten. (Applaus). Tevens moeten wij zorgen ons in econo misch opzicht te kunnen ontwikkelen. Na' het antwoord van den Rijkskanselier legde Spain* (centrum) namens de partijen, behafos de soc.-democTatische, de volgende verklaring af: „Ook wij wenschen beëindiging van den ons opgedrongen porlog; wij zien vol bewon dering en dankbaarheid naar de onafgebro ken reeks overwinningen van onze troepen, die schouder aan schouder met de dappere Oostenrijksch-Hongaarsche, Bulgaarsche en Turksche bohdgenooten van succes tot suc ces strijden, hun roemrijke vaandels ver in 's vijands land dragon en zoo juist het Servische leger, vernietigd hebben." Namens de sociaal-democraten er was eerst eonig tumult geweest, vóór een spre ker van dlie rijde het woord kon krijgen uitte Lancbberg de tevredenheid der frac tie over het antwoord. Liebknecht, in do uniform van landstormen, interrumpeerde herhaaldelijk. Hij moest daarvoor nog ha telijkheden van rijn partijgenoot slakken. Landsberg hield! 'een zeer vaderlandslie vend betoog. Wij willen de vernietiging van ons land beletten, zeide hij, maar wij willen ook geen ander land vernietigen. De rijkskanselier bad in rijn rede reeds doen blijken alleen het eerste deel dezer stelling te aanvaarden. Ondanks het protest van Liebkneoht, die voorstel, Vrijdag ritting te houden tot bespreking van rijn korte vragen, besluit het Huis, d© regeling van de e. v. ritting aam den president over te laten. eu bovendien eenige passende geriefelijk heden. Een artikel, dat in Manchester in ruime mate verkocht Is, zijn naaimachines. Een bekende winkel heeft er in het eerste kwartaal van dit jaar meer tegen gereed geld verkocht dan in heel 1914; en in 1915 zullen het er meer zijn dan in de vjjf vorige jaren. De vele spoor wegwerk ers, die in het on derzochte deel var Manchester wonen, heb ben niet veel te verkwisten. Getrouw7 e man nen hebben een toeslag van drie gulden, die nauwelijks opwegen tegen de vcr'noogdo prijzen van do levensbehoeften. Arbeiders, die gewoon waren 12 gulden te verdienen en die nu Yan 18 tot 30 gulden in de week maken, kunnen nu voor heb eerst zich en hun gezin ten volle voeden en behoor lijk kleeden. Een Deensch boek in Duitscbtand verboden., He' Deensche dagblad „KjoKnhavn" deelt mede, daü het boek over België van den Dcen- schen auteur Johannes Jörgensen in Duitschland verboden ts. Dit boek heet „Klokke Roeiand", naar de klok in den teren van Gent. Jörgensen zegt o.a.: „De steden van Vlaanderen liggen in ascli en de klokken zijn ineengestort. Alleen de Klokke Roeland luidt wraak over het ver trapte recht. Weet gij wel, huichelaars en leugenaars, dat Gods stem klinkt in dat gelui?" Sprekende over Leuven, zegfc Jörgensen: „De Duitschers beweren, dat de „rasend© Éinwohnerschaft" van Leuven op bun sol daten geschoten heeft. Ik heb het voor recht gehad in Leuven te wonen, en ik moet zeggon, dat ik een vreedzamere bevol king nooit bij elkaar heb gezien. Wie woon den er in Leuven? Ambtenaren, renteniers, priesters, nonnen en vreedzame winkeliers. Nooit heeft de geschiedenis bloediger ironie gekend dan vervab ligt in de aanduiding van deze Leuvensche burgerij als een „rasende Éinwohnerschaft". Wie de Leuve naars kent, kan s'iechts minachtend de schouders ophalen over een dergelijke be schuldiging". Het boek van Jörgensen heeft zeer veel succes in Denemarken: het is al negen keer herdrukt. Een actie tegen vernagelde beelden* Er is in Duitschland een vcrnagelingswoe- de ontstaan. Overal worden houten beeldc-n opgericht, die dan met spijkers wordeü be slagen; voor tedere spijker wordt een zeker bedrag geofferd voor weldadige doeleinden. In Berlijn wordt Von Hindenburg, in Wil- helmshaveai Tirpitz vol spijkers geslagen. De Koninklijk© Academie van Kursien te Betlgn komt daartegen op. Zij schrijft: „Iets artistiek totaal onmogelijks is dit vernagelen van standbeelden. Het voorbeeld van den Hindenburg-c-olossus te Berlijn moest alle andere plaatsen waarschuwend voor oogen staan. Het is dubbel treurig, dat de gebeurtenissen van dezen grooten tijd een uiting gevonden hebben in zoo min derwaardige voortbrengselen van onderge schikte krachten, en het zou diep betreu renswaardig -rijn, als de smaak van het pu bliek voor zulke afdwalingen nog m- er ver ward en vervormd zou worden." Daarom verzoekt het bestuur der Konink lijke Academie het vernagelen van "den hou ten Tirpitz te Wilhelmshaven achterwege to laten. „Ne-en, dank u, doe dat nieh; maar wat rijt gij tooh gocdl Ek wil het liever eerst beproeven met hetgeen ik nu heb. Ik ge loof wel, dat het genoeg is, als ik het slechts goed aanleg oan toe te komen, en ik zou gaarne de voddoening smaken, die moeilijkheid overwonnen te hebben; als het mij niet gelukt, zal ik u om een toelage vragen." „Zooals gij wilt; mdssohieai is het ook be ter. Ik zou ook eleoht honderd pcwid kunnen missen, of ik moest een der paarden af schaffen, en ik verlang er reeds naar, u weder te paard te zien." „En wat zal mijn ziekte u verschrikkelijk voel gekost hebben! Ik moet toch eens na zien;" en rij begotn te tellen; doch Arthur nam haar alle papderen en rekeningen af, verfrommelde die in rijn hand en zei „Hoor eens, als gij dien nonsens niet kunt laten, gooi ik dën heelen boel op het vuur." „Och, doe dat niet!" riep zij, „dan ben ik geruineerd." „Goed dan," en opstaande en met zijn lan ger. arm naar boven reikende, legde hij bet geheele pak boven op een hooge linnenkast. „Zoo doet men nu met stijfhoofdige vrouwou; nu moogt gij het er afkrijgen, als gij ©r bij kunt. Ik doe het niet." „Odaar wordt do kleine wakker I" „Dan maak ik, dat ik weg kom," sprak hij „vaarwel, tot straks. Violette nam haar kindje in haar armen. „Had ik ooit kunnen denken, dat hij nog vriendelijker en teederder voor mij wezen zou, nadat hij wist. hoe dwaas en verkwistend ik geweest ben. O, mijn kleine engel, als ik van jou 'n fiksc-hen jongen kon maken zo-u or op de wereld geen gelukkiger vtouw zijn da« uw moeder." Een belangwekkend onderzoek. Dè ervaring, die de „Manchester Guar dian7 in Manchester heeft opgelaan, bij een onderzoek naar de verkwisting onder den werkenden stand, is anders dan die vaEi de „Daily News" in [Birmingham. Er wordt met den munitieaanmaak inderdaad veel ver diend; enkele bekwame en handige bankwer kers brengen het tot zestig gulden in de week, maar verre de meesten blijven daar aanmerkelijk onder. Verkwist wordt er ze ker, maar bet jneerendeel treft dat verwijt niet. Er worden nuttige dingen gekocht en ook wordt er gespaard. Het is opmerkelijk, zegt het blad, dat de grootste van allo oor logen en wat het magerste van alle jaren had behooren te rijn, noodig bleken om do arbeiders zooveel verdienste te brengen, dat rij zich al het noodige kunnen aanschaffen Die gedachte rees wollicht nog sterker bij haar op, toen zij eenige uren later uit een gerusten slaap ontwaakte, on Arthur ver diept zag in de lectuur van „Emilia YVynd- ham", volkomen bereid om zijn verzekering staande te houden, dat de heldin van het verhaal den lessenaar met haar hoofd had opengestooten. HOOFDSTUK IH. Gedurende dien winter had Theodora het op allerlei wijzen beproefd om cle gedachte aan haar broeder te verzetten. Zij las veel, nam scheikundige proeven, gaf onderwijs in de school. Zij onderwees deu doofstommen knaap, had het druk met den predikant, en nam deel in alle landelijke vermaken, in zoo verre die niet beneden de waardigheid van de familie Martindale wa ren doch in ieder stil oogenblikjc kwam de gedachte bij haar op) „Wat zoudon Arthur en zijn vrouw nu wel doen?" Het gerucht, dat Violette om haar schoon heid en lieftalligheid algemeen bewonderd werd, drong ook tot Martindale door, en Theodora leidde er uit af, dat haar schoon zuster zeer ijdel en uithuizig was geworden; doch zij vernam verder niots van hon, dan toen Jane Gardner een correspondente, die steeds volhield met schrijven, hoo kort en zeldzaam de brievon ook waren, welke zij ten antwoord ontving haar meldde, dat zij clic goede mevrouw Martindale een be zoek had gebracht, doch dat zij er geweldig vervallen uitzag, en ongesteld en droefgees tig scheen. Georgina had al liet mogelijke gedaan om haar te bewegen, eens een toer tje te rijden, doch tevergeefs; het arme vrouwtje moest eigenlijk iemand tot gezel schap hebben, want zij scheen bijna altijd Op het kerkhof te Brugge. Aan een corresponaentie in do „N. Ct." ia het volgende ontleend: Op het kerkhof te Brugge, waar zoovele Duitschogevallenen begraven liggen, werd dezer dagen, door de zorgen van de mili taire overheid, een ge>d©nksteei) geplaatst, die verleden wc él: onthuld en aan de bur gerlijke overheid overgedragen werd. Een groot corps Duitsch e officieren, onder wie admiraal, de commandant van het geheele marinekorpg dat de zeekust be- 7.et houdt, was tegenwoordig. Voorts was aanwezig de vertegenwoordiging van het Brugsche gemeentebestuur met burge meester De Visart, stokouden grijsaard van diep in de tachtig, aan het hoofd. Bij de aanvaarding hield de burgemees ter de toespraak. To midden van het oor logsgebeuren, noemde hij wat hier geschied- alleen te zijnen dat was natuurlijk niet aangenaam; maar liet sprak vanzelf, dat zij weldra haar moeder bij zich zou hebben. „Hij laat liaar alleen hij verveelt zich in zijn huisArme ArthurIk heb het ge wonnen," dacht zij, doch op dat oogenblik van triumf volgde weldra een gevoel van berouwhet was toch geen pop, die hij ver waarloosde, maar een levend wezen, hetwelk smart kon voelen. Doch het vooruitzicht mevrouw Moss te ontmoeten, ondanks haar stellig voornemen niet met die menschel, in aanraking te willen komen, en het denkbeeld Arthurs huis ge opend te zien voor zijn gemeene aangetrouw de familie, vorhnrdden Theodora tegen de jonge vrouw, dio aldus haar zin had weten door te drijven. Zulke gedachten hielden haar eenige da gen bezig, totdat op een zekeren morgen haar vader bij het openen der brieven een uitroep van schrik cn ontsteltenis deed, en daarop den brief van John mededeelde, dte van Violette's ziekte Bericht gaf. „O, was ik nu maar vrat vriendelijker voor haar geweest!'' Deze getfachte trof het hart van Theod'ira als een dolksteek, en het be richt van Arthurs droefheid overweldigde haar geheel. „Ik sal met u gaan papa pij gaat immers dadc'ijk naar hen toe?" „Die arire jonge vrouw zeide Lord Mar tindale, „rij wa- zoo'n bekoorlijk schepseltje en ik geloof, ds/ zij even goed als schoon was. Arme Arthur Het is nog gelukkig, dat John bij hem is." Lady Xj-rtindale gaf haar verwondering te R- ren, dat John zich"Baar bevond en daDfv; '-c'gde een aanmerking over zijn on- vooreci Urheid om in het voorjaar naar En geland terug te keerenTheodora kon bot nauwelijks dulden, dat men die enkele woor-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1915 | | pagina 6