Oe Europeescfie öoslog.
FEUILLETON.
Violette of de Schoonzuster.
Tegen het smokkelen.
Een correspondent van het „Hbld." aan
de Oostgrens schrijft:
De controle aan de Duitse lie grenssta
tions, hoe uiterst streng tot nog toe, is wer-
derom verscherpt. Goederen .of bagage, goed
gekeurd voor in- of uitvoer, mogen eerst
cfon verder vervoerd worden, wanneer er
minstens een etmaal na ,,accoord-bevinding7
is verloopen. Dit groote oponthoud legt aan
'het internationaal verkeer groote hinder
palen in den weg. Tal van Duitsche han
delsreizigers moeten soms eenige dagen in
Nederlandsche grensgemeenten wachten op
hun bagage, die ze aan het naastbijgelegen
Duitsche grensstation moesten achterlaten en
die ze aan de zorgen van een collega heb
ben toevertrouwd.
En de Nederlandsche regeering gaat thaDS
hot vrije grensverkeer met lcracht beletten
door in de gemeenten Losser en Lonneker
prikkeldraad versperringen aan te leggen.
De groote verkeerswegen worden door hek
werk afgesloten. De voetgangers krjjgen
;een nauwen doorgang, bewaakt door grens
wachters en het auto-verkeer over die we
gen wordt belemmerd door stootjukken. En
dit alles geschiedt ter beperking van den
smokkelhandel. De maatregelen der regee-
ring blijven dan 'ook niet zonder succes:
sinds de Tweötsche grensgemeenten in de
laatste dagen „bewerkt' worden door mili
taire wielrijders is het smokkelen tot een
euDimum gedaald.
Een merkwaardig bericht.
f De Loudensche correspondent van het
j,Hbid." meldt, dat volgens een telegram uit
'Athene aan de „Daily News" de Neder
landsche legatie in Griekenland een circu
laire zou hebben ontvangen van de regee-
riDg te 's-Gravenhage, waarin haar verbo
den wordt gesprekken aan te knoopen of
te voeren over den vrede met personen, die
.tot do centrale mogendheden behooren.
Als reden voor dit optreden geeft het
blad de ontdekking in Nederland van per
sonen, door Duitschland uitgezonden om
fcen vereeniging to vormen in neutrale sta
ten om voor den vrede te werken,
i De Nederlandsche regeering nam een
groot aantal pamfletten en documenten in
beslag en ontbond de vereeniging.
Tot zoover het telegram uit Londen.
,Van deze geheele geschiedenis, die wel
hit den duim van een fantastisch aan ge
legden correspondent zal zijn gezogen, is
hier te lande niets bekend, schrijft het
„Hbld." Noch van de ontbonden geheime
vredesvereeniging, noch van de in beslag
'genomen pamfletten, noch van de circulaire
aan de Nederlandsche legatie. Het bericht
schijnt dan ook naar vorm en inhoud al
te dwaas! Of is wellicht, in verband
met het geschrijf over den Nederlandschen
'gezant te Sofia, aan alle Nederlandsche ver
tegenwoordigers in het buitenland gevraagd,
voorzichtig te zijn in gesprekken over den
"oorlog en den vrede? vraagt het Amster-
damsche orgaan.
r In zake het optreden va:: het pro
vinciaal kerkbestuur van Noord-Holland te
gen de predikanten, die het dienstweige
ringsmanifest hebben onderteekend, meldt
men aan de „N. R. Ct", dat genoemd kerk
bestuur in deze geheel uit eigen beweging
is te werk gegaan. De zaak is door dr.
Kromsigfc ter tafel gebracht. Zijn voorstel
vend echter geen meerderheid. Toen heeft
do voorzitter, ds. 'Gremer, van Broek in
[Waterland, oen voorstel geformuleerd, dat
met algemeene stemmen is aangenomen en
hierop neerkwam, dat de clajsieale bestu
ren zouden worden aangeschreven om te
'overwegen, of niet de onderteekenaars van
het manifest op grond van art. 11 Alg.
Rgl. onder opzicht moesten worden geno
men. Voor zoover het blad heeft kunnen
nagaan, heeft tot nog toe geen enkel clas
sicaal bestuur aan deze opdracht voldaan.
De Algemeene Nederlandsche Bond
van Handels- en Kantoorbedienden heeft in
ieen adres aan den Minister van Oorlog ge
protesteerd tegen het besluit, waarbij het aan
arbeiders, werkzaam in de metaal-industrie,
is verboden het land te verlaten. Hieronder
vallen namelijk ook zij, die in genoemde in
dustrie administratieven arbeid verrichten.
Uit het Engelsch van Miss YONGE.
(Nadruk Verboden).
32)
„Ik vrees dat hij het hier ook voor een
heel onbeschaafd land gehouden, heeft.
[Doch wat is dlie Sara voor een menseh
Zij heeft al het huiswerk gedaan, en mij
dunkt, dat zij haast even dikwijls bij mij
.was als do baker."
„Bijzonder ds zij wel. Zij heeft voor tien
paarden kracht., een gezicht als een doods
hoofd, en een stom, die uit een wandelend
graf schijnt te komen."
„Maar vindt gij haar niet door en door
goedhartig! Ik mag er niet aan denken,
hoe ik het buiten haar stellen zalAls zij
weggaat, zal het mij zijn alsof ik een vrien
din verloor."
„[Maar waarom zoudt gij haar Laten weg
gaan Ik meende, dat zij uw rechterhand
was."
„Dat is zij ook, maar zij wil niet blijven
waar kinderen zijn. Dat heeft zij mij reeds
lang te voren gezegd, en zij is alleen zoo
lang gebleven, omdat ik bet haar verzocht
heb doch zoodra ik hersteld ben; vertrekt
rij."
„Geef haar liever dubbel loon en houd
baar", zei Arthur.
„Ik zal alles doen wat in mijn vermogen
is, dooh ik vrees, dat het niet baten zal.
Ik heb er inderdaad tegen opgezien, om
weer op de been te komen, want de ge
dachte, Sara te missen, en weer met die keu
kenmeid aan heb haspelen te moeten gaa/n.
De Duitsche Rijksdag.
Gisteren gtaven we onder onze telegram
men reeds het begin van de .rede van den
Rijkskanselier in den Rijksdag. In zijn ver-
derp rede ging Von Bethman nog den strijd
in den Balkan na, en hij zeide o.rcu;
De open weg naar het Oosten van Europa
is een mijlpaal in de geschiedenis van de
zen oorlog. Militair is ae directe verbinding
met Turkije van onschatbare waarde; econo
misch vult de aanvoer uit de Balkan staten!
en Turkije onze voorraden op welkome wijze
aan. (Zeer juist).
Ook voor de toekomst zijn de vooruitzich
ten hoopvol. Dank zij de vérziende /staat
kunde van koning Ferdinand is een vast©
brug tusschen de ondeelbaar verbonden kei
zerrijken haar den Balkan en Oost-Europa
geslagen.
De brug zal, als de vrede gesloten is,
niet de stappen der marcheerende bataljons
doen weerklinken, doch de cultuur van den
vrede dienen. (Levendige toejuichingen).
De kanselier besprak daarop de landing
der Entente-troepen te Sajoniki, die ze, vol
gens hem, geheel eigenmachtig hadden on
dernomen.
„De Grieksche regeering is ondanks haar.
moeilijke positie vastbesloten de neutrali
teit ook verder te bewaren (bijval), .die met
haar wenschen in overeenstemming is, en
die met de waardigheid en onafhankelijk
heid van Griekenland, evenaJs mot zijn be
langen rekening houdt. (Hoort!) Afgesloten
is de kwestie nog niet."
Voor de zooveelste maal is de oorzaak
van den oorlog weer naar voren gebracht.
Nieuwe gezichtspunten zijn er niet gekomen.
.Von Bethmann zeide o.m.:
„Met geraffineerde middelen heeft Enge
land de wereld de voorstelling opgedrongen,
dat het in edelmoedige onzelfzuchtigheid ter
wille van het met geweld overvallen Bel
gië, naar de wapens gTeep, eu <iat het ge
roepen is om "Duitschland, wegens die ge-
weldadige overvalling, te bestraffen. Het is
Engeland gelukt daarmede iu de wereld in_
druk te maken. Maar met den tijd moest het
echter België als aanleiding voor den .oor
log opgeven.
Opehfijk werd bekend, dat de „isoleeringS-
politiek" van Engeland, zonder voorkennis
van het parlement, geleid had tot het aan
gaan van verplichtingen tegenover het aan
Rusland gebonden Frankrijk. De Engelsche
regeering had zich zoo de handen gebonden,
dat Sir Edward Grey niet kon besluiten;
voor den oorlog te waarschuwen, en dat
hij, toen de Russische mobilisatie den .oor
log ontketende, tot het deelnemen aan den
oorlog gewillig of weerstrevend, dat wil
ik daarlaten besloot, nog voordat de Bel
gische neutraliteit ter sprake kwam. (Hoort!
Hoort!)" i
De militaire toestand werd niet onbespro
ken gelaten. Daarover was de Rijkskanselier
tevreden. Hij sprak van bereid zijn om ver
der in het oosten door te dringen en van
mislukte doorbraken in het westen, van Jfefi
afslaan der Italiaansche aanvallen door do
Oostenrijkers, wat voor de Italianen militaire
nederlagen bededen.
De kanselier besprak verder den toestand
achter het front. In België is in den land
bouw de toestand vrjjwel normaal. De in
dustrie en handel herleven. In de financiën
is orde gebracht; de posterijen, spoorwe
gen en bet scheepvaartverkeer functlonnee-
ren. De verschaffing van steenkool neemt
sterk toe; ze bedroeg in het laatste kwartaal
ongeveer drie en een half millioen ton-,
De werkeloosheid wordt bestreden.
In Polen, Lithauen en Koerland bevonden
w£, dat de Russen ontzettend veel vernield
hadden; van geregelde toestanden was bijna
geen sprake meer.
De kanselier vervolgde:
In economisch' opzicht hebben wij genoeg
levensmiddelen, wanneer wtj ze naar be
hooren verdoelen (Instemming). Dat is een
vaststaand feit. De vijand betaalt voor de
noodzakelijkste levensmiddelen hoogere prij
zen dan wij. (Instemming).
Onze tegenstanders trekken uit onzen mi
litairen en eeonomischen .toestand de con
clusie, dat wij vlak voor de ineenstorting!
staan; het bedelen om vrede speelt' een groote
rol. Vain deze praatjes is geen woord wpar,
was waarlijk niet uitlokkend."
„Maar waarom gemaft gij de keukenmeid
haar ontslag niet?"
„Ooh, ik wist niet zeker, diat zij oneer
lijk wasdaarbij, uw tante had haar aan
bevolen, en ik was bang, dat gij niet goed
zoudt vinden, dat ook wist dk in den be
ginne niet wat alles moest kosben, noch
hoeveel er gebruikt moest worden, en zoo
doende heb ik sommen gelds verspild, en
toen ik liet een en ander nauwkeurig ver
geleek, bemerkte ik, dat het in de keuken
niet eerlijk toeging, en dat ik zelve te roe
keloos was en alles verkeerd bestuurde."
„En dan ging mijn domme wijfje maar
weer aan het schreden, nietwaar?"
„Dat kon ik niet laten, ofschoon ik ge
voelde, dat het verkeerd wasdat was het
verschrikkelijkste van het geval. O, lieve
Arthur, ik ben zoo innig verheugd, dat gij
nu het ergste weetzeg nu maar, dat gij
mijn fouten vergeten wilt, want het zal
in vervolg wol beter gaan."
„VergetenHet eenige, dat ik niet ver
geten, noch vergeven kan, is, dat gij u
ze-lvc ziek hebt gemaakt om ad die nietig
heid."
„Daarover kan ik geen spijt gevoelen",
zei Violette, door haar tranen heen glim
lachend. „Ge-durende dfie riekte heb ik bij
na niets clan geluk gesmaakt, en ik zal nu
weer moed hebben om eens goed mijn bost
te doen ook heb ik thans meer ondervin
ding, en nu die keukenmeid weg is, zal ik
spoedig hersteld zijn."
„Beloof mij, dat gij u nooit moor om der
gelijke dingen zult kwellen. Neem het niet
zoo zwaar op dat is de eenige wog om door
de wereld te komen. Maar, hoor eens ik
zal u honderd pond 'sjaars meer geven;
dan zijt gij uit de verlegenheid1.
(Hoort, Hoort)". Deze perscampagne begon,
toen de ententepolitiek op den Balkan .dreig
de te mislukken en de vijandelijke pogin
gen tot doorbraak op het westfront faalden.
Als onze vijanden ook Ihaes nog zich voort
de feiten niet willen bukken, gullen zjj het
later moeten doem Het Duitsche volk, onge
schokt in zijn vertrouwen op zijn kracht,
is onbuigbaar. Men beieedigt ons, als pien
het geloof wil doen ontstaan dat wij, die de
eene overwinning op de andere stapelden,
die ver in het vjjandeltjk land slaan, zouden
achterstaan bij onze vijanden, die nog over
de overwinning droomen, in volhardingsver
mogen, in arbeidskracht, in innerlijke mo
reel© kracht Neen, wij laten ons door woor
den niet buigen, zullen vastbesloten den
strijd voortzetten, dien onze vijanden ge.
wild hebben, om te verkrijgen wat Duitsch'-
land'e toekomst van ons eischt! (Stormach
tig herhaalde toejuiching, waarin een inter
ruptie van Liebknecht verloren gaat).
Het Huiö gaat over tot de behandeling
van de agenda, waatop de sociaal-democrati
sche interpellatie staat: „of de Rijkskanselier
bereid is mede te deelen, onder welke voor
gaarde hij geneigd is vredesonderhandelin
gen aan te knoopen?"
Deze interpellatie vormde den hoofdscho
tel van de zitting. Scheidemann «lichtte ze
toé.
Over vrede, zeide hij, moet degene spre
ken wiens sterkte hem veroorlooft elke
misduiding als LzJou het een teek en van
zwakte zijn met rustig krachtbewustzijn op
te vatten.
Wij keeren ons met beslistheid tegen
allen, die uit dezen oorlog een veroverings
oorlog willen maken; maar ook wijzen wij
alle tegen Duitschland en rijn veiligheid
gesmede plannen 'af. (Bijval). Van afschei
ding van Elzas-LotlxariDgen wilïen wij
natuurijk nietg weten. (Levendige bijval).
Scheidemann oordeelde dat de blokkade
van Duitschland een mislukking is. En even
optimistisch als de regceringsmannen bleek
hij in zijn verklaring, dat de vijand geen
gronden heeft voor rijn hoop op militair
succes. Hij zeide o.m.Het is eenvoudig
misdadig, wanneer vijandelijke staatslie
den on politici hun volkeren voorgooche
len, dat de militaire toestand werkelijk to-t
ons nadeel kan gewijzigd worden.
Scheidemann verklaarde, dat de Oosten-
rijk»clie pocifaail-jdemooraten zich jvereeni-
gen met de vredes-ideeën der Duitsche so
cialisten. Eén zijn ze ook in de gedachte om
voor de veiligheid van hot land te strijden.
Onder bijval der sociaal-democraten zeide
Scheidemann, dat zij wensohen, dat de eer
ste beslissende stap tot beëindiging van den
oorlog van. Duitschland zal uitgaan.
Na Scheidemann kwam de kanselier aan
het woord.
Hij zeide, dat de aankondiging van de
interpellatie in het vijandelijk buitenland
een aanmerk olijk opzien baarde van over
wegend blijmoedigen aard.
Men wil in de vraag naar de Doiitsche
vredesvoorwaarden een teeken zien van
verslapping van Duitschland'g kracht of
van vermindering der eensgezindheid van
het Duitsche volk. Ik hoop en geloof ech
ter, dat de zoo even gehoorde motiveering
in hoofdzaak de hoopvolle verwachtingen
van den vijand teleurstelt.
Uit do uitbatingen van Scheidemann
sprak bezorgdheid, dat wij de mogelijkheid
van een eervollen vrede zouden 'laten voor
bijgaan en verstandige vrede-saanbiedingen
welke ons gedaan konden worden, zouden
afwijzen, alleen omdat wij aüe veroverde
landen zouden willen behouden, of zeflfs
nieuwe erbij zouden willen veroveren. Ik
moet toegeven, dat tot zijn opwekking om
aan den oorlog een einde te maken en
openlijk te zeggen, hoe de Duitsche regee
ring zich den vrede denkt, het verloop van
den oorlog tot dusverre vanzelf leidt.
(Hoort, hoont). Wij hebben geweldige suc
cessen bereikt en ontnamen den vijand de
eene verwachting na de andere; mét de
uiterste hardnekkigheid klemde hij zich na
het veifies van de eene, vast aan een an
dere verwachting.
Moet, na de overeenkomst met Bulgarije
de groote successen in Servië, de opening
van den weg naar de Turksohe bondgenoo-
ten en de daaraan verbonden bedreiging
van de hartaders van bet Britsche wereld
rijk, bij den vijand niet meer etn meer zich
de overtuiging vestigen, dat het spel voor
hem verloren is Moet niet bij eenieder
onder ons, die ziet, dat de oorlog niet meer
to onze koste gaat, de gedachte oprijzen:
Waarom nog verdere offers? Waarom
biedt do Duitsche regeering geen vrede
aan? Inderdaad kwam geen onzer vijanden
met opwekking tot vrede sluiten tot ons.
Voh Bethmann wees er op, dat in Frank
rijk nog steeds een verlangen is tot het her
krijgen van El zas-Lotkaringendat Asquith
nog pae gezegd heeft, dat het doel is, waar
borging van de veiligheid der ldeine platen en
vernietiging van het Pruisisch militarisme. In
den breede besprak de kanselier dit punt en
zeide, dat thans alle hoop op een uitputtings-
oorlog is gevestigd. Duitschland is op een
langen oorlog voorbereid, verklaarde hij.
Niet alleen relatief maar ook absoluut rijn
onze verliezen geringer dan die van Frank
rijk, zeide de kanselier.
Komen onze vjjandon met vre
desvoorstellen, welke de waardigheid
en veiligheid van Duitschland verzekeren,-
dan zijn wij steeds bereid die te bespreken.
In het volle bewustzijn van de behaalde
en onwrikbaar vaststaande wapeusuccessen,
weigeren wij alle verantwoordelijkheid voor
de voortzetting van de ellende, welke Euro
pa en .de wereld vervult Het mag niet hea.
ten, dat wij den oorlog onnoodig rekken
omdat wij dit of dat pand nog willën ver
overen.
In ©en vorige redevoering gaf ik in a1 ge
meen© trekken het oorlogsdoel aan; ook
heden kan ik niet in bijzonderheden afda
len, en u niet zeggen, welke waarborgen
de keizerlijke regeering bijv. in de Belgische
kwestie wil eischen^ en welke maehtsgrond-
sïagen zij voor deze'waarborgen noodig acht
Eén ding moeten onze vijanden bedenken:
hoe langer en verbitterder zij den oorlog
voeren, hoe grooter de noodzakelijke waar
borgen worden. (Bijval," applaus). Noch in
het oosten, noch in het westen mogen onze
vijanden beschikken over invalspoorten, waar
door zjjl ons voortaan heftiger dan tot dus
verre verontrusten. (Applaus).
Tevens moeten wij zorgen ons in econo
misch opzicht te kunnen ontwikkelen.
Na' het antwoord van den Rijkskanselier
legde Spain* (centrum) namens de partijen,
behafos de soc.-democTatische, de volgende
verklaring af:
„Ook wij wenschen beëindiging van den
ons opgedrongen porlog; wij zien vol bewon
dering en dankbaarheid naar de onafgebro
ken reeks overwinningen van onze troepen,
die schouder aan schouder met de dappere
Oostenrijksch-Hongaarsche, Bulgaarsche en
Turksche bohdgenooten van succes tot suc
ces strijden, hun roemrijke vaandels ver
in 's vijands land dragon en zoo juist het
Servische leger, vernietigd hebben."
Namens de sociaal-democraten er was
eerst eonig tumult geweest, vóór een spre
ker van dlie rijde het woord kon krijgen
uitte Lancbberg de tevredenheid der frac
tie over het antwoord. Liebknecht, in do
uniform van landstormen, interrumpeerde
herhaaldelijk. Hij moest daarvoor nog ha
telijkheden van rijn partijgenoot slakken.
Landsberg hield! 'een zeer vaderlandslie
vend betoog. Wij willen de vernietiging
van ons land beletten, zeide hij, maar wij
willen ook geen ander land vernietigen.
De rijkskanselier bad in rijn rede reeds
doen blijken alleen het eerste deel dezer
stelling te aanvaarden.
Ondanks het protest van Liebkneoht,
die voorstel, Vrijdag ritting te houden tot
bespreking van rijn korte vragen, besluit
het Huis, d© regeling van de e. v. ritting
aam den president over te laten.
eu bovendien eenige passende geriefelijk
heden. Een artikel, dat in Manchester in
ruime mate verkocht Is, zijn naaimachines.
Een bekende winkel heeft er in het eerste
kwartaal van dit jaar meer tegen gereed
geld verkocht dan in heel 1914; en in 1915
zullen het er meer zijn dan in de vjjf vorige
jaren.
De vele spoor wegwerk ers, die in het on
derzochte deel var Manchester wonen, heb
ben niet veel te verkwisten. Getrouw7 e man
nen hebben een toeslag van drie gulden,
die nauwelijks opwegen tegen de vcr'noogdo
prijzen van do levensbehoeften. Arbeiders,
die gewoon waren 12 gulden te verdienen
en die nu Yan 18 tot 30 gulden in de
week maken, kunnen nu voor heb eerst zich
en hun gezin ten volle voeden en behoor
lijk kleeden.
Een Deensch boek in Duitscbtand
verboden.,
He' Deensche dagblad „KjoKnhavn" deelt
mede, daü het boek over België van den Dcen-
schen auteur Johannes Jörgensen in
Duitschland verboden ts. Dit boek heet
„Klokke Roeiand", naar de klok in den
teren van Gent. Jörgensen zegt o.a.: „De
steden van Vlaanderen liggen in ascli en
de klokken zijn ineengestort. Alleen de
Klokke Roeland luidt wraak over het ver
trapte recht. Weet gij wel, huichelaars en
leugenaars, dat Gods stem klinkt in dat
gelui?"
Sprekende over Leuven, zegfc Jörgensen:
„De Duitschers beweren, dat de „rasend©
Éinwohnerschaft" van Leuven op bun sol
daten geschoten heeft. Ik heb het voor
recht gehad in Leuven te wonen, en ik
moet zeggon, dat ik een vreedzamere bevol
king nooit bij elkaar heb gezien. Wie woon
den er in Leuven? Ambtenaren, renteniers,
priesters, nonnen en vreedzame winkeliers.
Nooit heeft de geschiedenis bloediger ironie
gekend dan vervab ligt in de aanduiding
van deze Leuvensche burgerij als een
„rasende Éinwohnerschaft". Wie de Leuve
naars kent, kan s'iechts minachtend de
schouders ophalen over een dergelijke be
schuldiging".
Het boek van Jörgensen heeft zeer veel
succes in Denemarken: het is al negen keer
herdrukt.
Een actie tegen vernagelde beelden*
Er is in Duitschland een vcrnagelingswoe-
de ontstaan. Overal worden houten beeldc-n
opgericht, die dan met spijkers wordeü be
slagen; voor tedere spijker wordt een zeker
bedrag geofferd voor weldadige doeleinden.
In Berlijn wordt Von Hindenburg, in Wil-
helmshaveai Tirpitz vol spijkers geslagen.
De Koninklijk© Academie van Kursien te
Betlgn komt daartegen op. Zij schrijft:
„Iets artistiek totaal onmogelijks is dit
vernagelen van standbeelden. Het voorbeeld
van den Hindenburg-c-olossus te Berlijn
moest alle andere plaatsen waarschuwend
voor oogen staan. Het is dubbel treurig,
dat de gebeurtenissen van dezen grooten
tijd een uiting gevonden hebben in zoo min
derwaardige voortbrengselen van onderge
schikte krachten, en het zou diep betreu
renswaardig -rijn, als de smaak van het pu
bliek voor zulke afdwalingen nog m- er ver
ward en vervormd zou worden."
Daarom verzoekt het bestuur der Konink
lijke Academie het vernagelen van "den hou
ten Tirpitz te Wilhelmshaven achterwege
to laten.
„Ne-en, dank u, doe dat nieh; maar wat
rijt gij tooh gocdl Ek wil het liever eerst
beproeven met hetgeen ik nu heb. Ik ge
loof wel, dat het genoeg is, als ik het
slechts goed aanleg oan toe te komen, en
ik zou gaarne de voddoening smaken, die
moeilijkheid overwonnen te hebben; als het
mij niet gelukt, zal ik u om een toelage
vragen."
„Zooals gij wilt; mdssohieai is het ook be
ter. Ik zou ook eleoht honderd pcwid kunnen
missen, of ik moest een der paarden af
schaffen, en ik verlang er reeds naar, u
weder te paard te zien."
„En wat zal mijn ziekte u verschrikkelijk
voel gekost hebben! Ik moet toch eens na
zien;" en rij begotn te tellen; doch Arthur
nam haar alle papderen en rekeningen af,
verfrommelde die in rijn hand en zei
„Hoor eens, als gij dien nonsens niet kunt
laten, gooi ik dën heelen boel op het
vuur."
„Och, doe dat niet!" riep zij, „dan ben ik
geruineerd."
„Goed dan," en opstaande en met zijn lan
ger. arm naar boven reikende, legde hij bet
geheele pak boven op een hooge linnenkast.
„Zoo doet men nu met stijfhoofdige vrouwou;
nu moogt gij het er afkrijgen, als gij ©r bij
kunt. Ik doe het niet."
„Odaar wordt do kleine wakker I"
„Dan maak ik, dat ik weg kom," sprak hij
„vaarwel, tot straks.
Violette nam haar kindje in haar armen.
„Had ik ooit kunnen denken, dat hij nog
vriendelijker en teederder voor mij wezen
zou, nadat hij wist. hoe dwaas en verkwistend
ik geweest ben. O, mijn kleine engel, als ik
van jou 'n fiksc-hen jongen kon maken zo-u or
op de wereld geen gelukkiger vtouw zijn da«
uw moeder."
Een belangwekkend onderzoek.
Dè ervaring, die de „Manchester Guar
dian7 in Manchester heeft opgelaan, bij een
onderzoek naar de verkwisting onder den
werkenden stand, is anders dan die vaEi de
„Daily News" in [Birmingham. Er wordt met
den munitieaanmaak inderdaad veel ver
diend; enkele bekwame en handige bankwer
kers brengen het tot zestig gulden in de
week, maar verre de meesten blijven daar
aanmerkelijk onder. Verkwist wordt er ze
ker, maar bet jneerendeel treft dat verwijt
niet. Er worden nuttige dingen gekocht en
ook wordt er gespaard. Het is opmerkelijk,
zegt het blad, dat de grootste van allo oor
logen en wat het magerste van alle jaren
had behooren te rijn, noodig bleken om do
arbeiders zooveel verdienste te brengen, dat
rij zich al het noodige kunnen aanschaffen
Die gedachte rees wollicht nog sterker bij
haar op, toen zij eenige uren later uit een
gerusten slaap ontwaakte, on Arthur ver
diept zag in de lectuur van „Emilia YVynd-
ham", volkomen bereid om zijn verzekering
staande te houden, dat de heldin van het
verhaal den lessenaar met haar hoofd had
opengestooten.
HOOFDSTUK IH.
Gedurende dien winter had Theodora het
op allerlei wijzen beproefd om cle gedachte
aan haar broeder te verzetten.
Zij las veel, nam scheikundige proeven,
gaf onderwijs in de school. Zij onderwees deu
doofstommen knaap, had het druk met den
predikant, en nam deel in alle landelijke
vermaken, in zoo verre die niet beneden de
waardigheid van de familie Martindale wa
ren doch in ieder stil oogenblikjc kwam de
gedachte bij haar op)
„Wat zoudon Arthur en zijn vrouw nu wel
doen?"
Het gerucht, dat Violette om haar schoon
heid en lieftalligheid algemeen bewonderd
werd, drong ook tot Martindale door, en
Theodora leidde er uit af, dat haar schoon
zuster zeer ijdel en uithuizig was geworden;
doch zij vernam verder niots van hon, dan
toen Jane Gardner een correspondente,
die steeds volhield met schrijven, hoo kort
en zeldzaam de brievon ook waren, welke
zij ten antwoord ontving haar meldde,
dat zij clic goede mevrouw Martindale een be
zoek had gebracht, doch dat zij er geweldig
vervallen uitzag, en ongesteld en droefgees
tig scheen. Georgina had al liet mogelijke
gedaan om haar te bewegen, eens een toer
tje te rijden, doch tevergeefs; het arme
vrouwtje moest eigenlijk iemand tot gezel
schap hebben, want zij scheen bijna altijd
Op het kerkhof te Brugge.
Aan een corresponaentie in do „N. Ct."
ia het volgende ontleend:
Op het kerkhof te Brugge, waar zoovele
Duitschogevallenen begraven liggen, werd
dezer dagen, door de zorgen van de mili
taire overheid, een ge>d©nksteei) geplaatst,
die verleden wc él: onthuld en aan de bur
gerlijke overheid overgedragen werd.
Een groot corps Duitsch e officieren,
onder wie admiraal, de commandant van
het geheele marinekorpg dat de zeekust be-
7.et houdt, was tegenwoordig. Voorts was
aanwezig de vertegenwoordiging van het
Brugsche gemeentebestuur met burge
meester De Visart, stokouden grijsaard van
diep in de tachtig, aan het hoofd.
Bij de aanvaarding hield de burgemees
ter de toespraak. To midden van het oor
logsgebeuren, noemde hij wat hier geschied-
alleen te zijnen dat was natuurlijk niet
aangenaam; maar liet sprak vanzelf, dat zij
weldra haar moeder bij zich zou hebben.
„Hij laat liaar alleen hij verveelt zich
in zijn huisArme ArthurIk heb het ge
wonnen," dacht zij, doch op dat oogenblik
van triumf volgde weldra een gevoel van
berouwhet was toch geen pop, die hij ver
waarloosde, maar een levend wezen, hetwelk
smart kon voelen.
Doch het vooruitzicht mevrouw Moss te
ontmoeten, ondanks haar stellig voornemen
niet met die menschel, in aanraking te willen
komen, en het denkbeeld Arthurs huis ge
opend te zien voor zijn gemeene aangetrouw
de familie, vorhnrdden Theodora tegen de
jonge vrouw, dio aldus haar zin had weten
door te drijven.
Zulke gedachten hielden haar eenige da
gen bezig, totdat op een zekeren morgen
haar vader bij het openen der brieven een
uitroep van schrik cn ontsteltenis deed, en
daarop den brief van John mededeelde, dte
van Violette's ziekte Bericht gaf.
„O, was ik nu maar vrat vriendelijker voor
haar geweest!'' Deze getfachte trof het hart
van Theod'ira als een dolksteek, en het be
richt van Arthurs droefheid overweldigde
haar geheel. „Ik sal met u gaan papa pij
gaat immers dadc'ijk naar hen toe?"
„Die arire jonge vrouw zeide Lord Mar
tindale, „rij wa- zoo'n bekoorlijk schepseltje
en ik geloof, ds/ zij even goed als schoon was.
Arme Arthur Het is nog gelukkig, dat John
bij hem is."
Lady Xj-rtindale gaf haar verwondering
te R- ren, dat John zich"Baar bevond en
daDfv; '-c'gde een aanmerking over zijn on-
vooreci Urheid om in het voorjaar naar En
geland terug te keerenTheodora kon bot
nauwelijks dulden, dat men die enkele woor-