iederlanil en de Oorlog.
FARINE
LAOÏÊE
NESTLË
Maandag O JLJeeem t>ei'.
'I weede iSlacl.
A°. 1915.
FEUILLETON.
Violette of de Schoonzuster.
Tweede Kamer.
Gemengd Nieuws.
LEIDSCH
De hoofdredacteur van
„De Telegraaf" gearresteerd.
De hoofdredacteur van het dagblad „De
Telegraaf", de heer. J. C. Schroder, is gis
termiddag in zijn woning, Weesperzjjde 17,
op last der justitie door dojwlitfie gevangen!
genomen en naar het Huis van Bewaring
overgebracht, waair h§ ingesloten werd1.
De gevangenneming geschiedde krachtens
beschikking van de rechtbank d.d. 4 De
cember, waarbij tegen den heer Schroder
rechtsingang werd verleend. De substituut
officier ran justitie, mr. L. Th. Jorissen
die ook het openbaar ministerie ;wahr-
nam bij de onlangs plalats gehad Jiebb'ende
behandeling van een straftaak togen den
beer Schrüder op grond van art. 100 Wet
boek van Strafrecht gelastte op grond
dier beschikking de gevangenneming van
den hoofdredacteur van „De Telegrp&i" en
droeg a3n de inspecteurs van politie K. H.
Buekhofl en A. van IJSendijk, beiden Ver
bonden aan het hoofdbureau van politie ,op,
elk vergezeld van een rechercheur, den heer
Schroder te arresteeren. Beide inspecteurs
eerden voorzien van een machtiging tot het
binnentreden der woning tegen den wil van
Sen bewoner.
Inspecteur Broskhofi kreeg opdracht zich
naar de bureaux van „De Telegraaf' in de
Sint Nicolaasstrapt te begeven, terwijl in-
roecteur Van IJzendijk naar de woning van
oen heer Schroder op de IV eesperzijde moest
gann. Aan geen van beide afrossen was de
beer Schroder te vinden. Hij was met zijn
pchtgenoote de stad ingegaan om ihkcopen
te doen voor het Sint Nicolaasfeesf.
De beide inspecteurs stelden zioli daarop
met de twee rechercheurs bij de woniug van
den heer Schroder op, in afwachting van
diens lie enst
Te on„c Vijl uren kwam hij met zijn
echtgencote tehuis1. Toen hij de woning was
binnengegaan schelden de politiemannen aan,
begaven "zich naar boven en maakten het
doei van hun komst bekend. Men kan zich
de ontsteltenis der familie Schroder voor
stellen, te moer waar de gevangenneming
geschiedde op den dag voor een familiefeest
nis de Snrt-Nicolaasdag. Mevrouw Schroder
en de beide zoons waren zeer ontdaan,
doch na de eerste emotie herstelde de heer
Schroder zkh en vroeg en verkreeg verlof
rich in verbinding te stellen met het bureau
van „De Telegraaf' en met zjjn rechtsge
leerden raadsman mr. J. Kappeyne van de
Coppello, die wel niet anders kon doen dan
den raad te geven mede te gaan.
Met do politiemannen vertrok daarop de
heer Schroder. Daar geen taxi te krijgen
was. begaf het gezelschap zich met lijn 10
(raar het LeidSciteplein. Vandaar ging 'men
te voet naar het Paleis van Justitie, waar
mr. Jorissen n arrestant afwachtte. Daar
werd den heer' Schrüder de beschikking
lier rechtbank bet-eekend.
De gevangenneming geschiedde op grond
van art. 86 van het Wetboek van Strafvor
dering, waarin bepaald wordt, dat gevan
genneming bij het verleenen van jechtsin-
g&ng kan worden bovolen indien tegen het
misdrijf als maximum een gevangenisstraf
van vier jaren of meer is bedreigd (het
maximum van art- 100 W. v. Str. is zes
jaar). doch alleen op grond hetzij van ge
gronde vrees voor vlucht van den verdachte,
hetzij van eenige andere gewichtige reden
van maatschappelijke veiligheid. (Als zoo
danig wordt veelal aangenomen, vrees voor
herhaling van misdrijf; dit zal vermoedelijk
ook hier wel het geval zijn geweest).
Nadat de substituut-officier met den heer
Schroder had gesproken, werd deze naar het
28)
Na dien éénen nacht, dien hij
al wakende in droefheid en zelfverwijt had
doorgebracht, zag hij er alreeds zoo bleek en
akelig uit en klonk zijn stem zoo treurig
en dof, dat John er wezenlijk van schrikte-,
toen hij hem hoorde antwoorden
„Ik heb nog nooit iemand zoo erg ziek ge
zien."
„Kom even ontbijtengij ziet er zoo af
gemat uit."
„ik kan niet beneden blijven," zeide hij,
ofschoon hij toch ging zitten„als zij wak
ker werd en mij miste, zou alle kans op be
terschap over zijn. Hindert het u niet, als ik
de deur open laat?"
„Neen, volstrekt niet. Is zij nu bij kennis?"
„Nu is zij eens eon oogonblikje helder en
houdt mijn hand vast, en dan weer valt zij
ie een sluimering en droomt van die ramp
zalige rekeningen zij noemt dc sommen cn
doet niots dan tollen en rekenen. Het snijdt
taij door de ziel naar haar te luisteren. De
doctoren spreken van gevaar voor hersenont
steking Ach, wat zal ik beginnenDan weer
wo^di, zij als met schrik wakker cn ziet wild
°m zich heen, zich verbeeldende, dat ik weg
ben."
„Maar zij herkent u toch," sprak John,
om hem eenigszins te troosten.
»J a, niemand dan ik kan iets van haar ge
daan krijgen. Slechts naar mijn stem hoort
£:J Ik moet weer boven zijn voor zij wak-
f or wordt; maar ik smoor van de dorst. Wat
'S dat 't Is niots dan klaar water
«Gij hebt zeke? vergeten de 'thee in den
vertrek der rijksveld wacht omleid, werd een
afschrift gegeven der door de rechtbank ge
nomen beschikking.
Br werd nog even overwogen, of de be
klaagde por celwagen^ dan wel te ,v©et
haar het Huis yan Bewaring zou worden
overgebracht.
„Stop me maar in den wagen!" zei onze
chef, „laat me toch in godsnaam .niets be
spaard blijven!"
Min of meer verlegen met den hun opge
legde» onaangenamen plicht, leidden de po
litiemannen den heer, Schroder langs de ach
terzijde buiten het gebouw en van daar,
door het drukste deel der hoofdstad, naar hei
Huis van Bewaring aan den Weteringschans.
Hem werd de gelegenheid gegeven zich
voor eigen rekening van spijk en drank tel
voorzien (de aanhouding geschiedde voordat
'de heer Schroder gelegenheid had gehad het
middagmaal te gebruiken), terwijl hem! te
vens vergunning werd gegeven, na verkre
gen toestemming van het college van regen
ten over de gevangenissen, uit zijn eigen
bibliotheek lectuur (werken van Shaw) te
betrekken. In afwachting daarvan kon hij'
zich met de bibliotheek van-het Huis van
Bewaring vergenoegen.
Naar men weet, zjjn bevelen tot gevan
genneming voor niet langer dan dertig da
gen geldig.
Daarna kan de rechtbank, op vordering
van den officier van justitie, het bevel voor
ton hoogste dertig dagen verlengen. Hetzelf
de kan nog "daarna telkens van dertig dagen
tot dertig dagen geschieden, indien de recht
bank na den laatst verleenden termijn zulks
ncodig oordeelt.
Rechter-commissaris in deze zaak is m£r.
A. J. van Royen.
Op het ochtendblad van „De Telegraaf"'
van 27 November, waarin het artikel jmeti
do geïncrimnieerde znisnede voorkwam,
staat als verantwoordelijk adviseur vermeld
H. M. C. Holdert, als hoofdredactie J. C.
Schroder.
Op het ochtendblad van 2 December r
het blad waarin het bericht „Het .dozijn is
vol!" voorkwam staat voor het .eerst al
leen vermeld „Verantwoordelijk voor den
inhoud: H. M. C. Holdert."
Het is, voor zoover wij weten, voor de eer
ste maal, dat t© Amsterdam1 een journalist
wegens een politiek misdrijf in preventieve
hechtenis wordt gezet.
„De Telegraaf" ontving reeds Zaterdag
avond en in den loop van Zondag tal van
telefonische en telegrafische, zoowel als mon
delinge sympathie-betuigingen. Daarbij was
er ook een van prof. dr. Hector Treub, die
onder het opschrift; „Wettig, maar dom",
schreef
„De oude waan, dat alle recht in de web
te vinden is, dat recht en wet synoniem zijn,
ligt verbroken". Aldus luidt de aanhef van
een dezer dagen verschenen brochure
„Recht ei* Levensbeschouwing", van prof.
mr. Paul Scholten.
Voor wien nog twijfelen mocht aan de
juistheid dier woorden geeft de arrestatie
van den hoofdredacteur van „De Tel." een
argument om hem te overtuigen.
De heer Schroder is gevangen gezet we
gens een artikel van midden November,
waarin hij, op zijn niet altijd vriendelijke
wijze, de regeering aanviel en haar, als ik
mij goed herinnor, beschuldigde door haar
handelingen de neutraliteit van ons land in
gevaar te brengen. Wat er precies in dat ar
tikel stond, herinner ik mij niet meer, maar
het doet ook niets ter zake.
Op welken grond is de heer Schroder ge
arresteerd? Omdat men vreesde, dat bij,
door vertrek naar het buitenland, zich zou
onttrekken aan een eventueele, maar niet
zekere, straf? Allerminst.
Neen, zijn arrestatie is geschied wegens
„vrees voor herhaling van het misdrijf 1
Dit blijkt, in ons vrije Nederland, wet te
zijn, maar is het ook recht
Voor zoover mijn rechtsgevoel op die
vraag een antwoord te geven vermag, luidt
dat antwoord, zeer beslist, neen.
Maar deze arrestatie is, naar mijn over
tuiging, niet slechts een onrecht, zij is een
domheid.
Herinnert zich, ten eerste, de regeering
dan niet de oude spreekwijzeuno avulso
non deficit alter (Wanneer de een verwij
dert is ontbreekt de ander niet.) Meent zfj
dat, wanneer de hoofdredacteur in het ge
vang zit, de geheele „Telegraaf"-redactie
plotseling, uit puren angst, van houding zal
veranderen? Mocht dit zoo zijn, dan kon de
heer Schroder met het hem van regeerings-
wege gemaakte compliment tevreden zijn.
Do regeering evenwel zou bedrogen uitko
men Er zijn in de St.-Nicolaasstr. nog wel an
deren, die, al is misschien hun pen niet zóó
puntig als die van Schroder, in zijn geest
kunnen en durven schrijven.
Ten tweede,, begrijpt de regeering nie^
dat zij, op deze wijze, den hoofdredacteur
van „De Tel." zeker onaangenaam is, maar
voor het blad zelf een reclame maakt, zooals
die in Nederland, het land van het vrije
woord en de vrijo pers, bij mijn weten, sinds
de drukpersvrijheid bestaat, nog nooit ge
maakt is?
Men heeft beweerd, dat Duitsche officie
ren hun soldaten, die bij het binnentrekken
eener Belgische stad niet mee zongen, toe-
grauwden „sing, Hund". Zijn wij nu reeds
zóó verpruist, dat onze regeering een haar
onwelgevalligen dagbladschrijver, door mid
del van arrestatie, een „schweig, Hund" kan
toeroepen?
Arm Nederland, waar is dan uw vrijheid?
Het bewuste artikel van 27 November
het betreft dus niet het geval, waarvoor de
heer Schroder reeds heeft terecht gestaan
is getiteld „De Pers-Camorilla te Amster
dam" en gericht tegen „De Nieuwe Cou
rant". De uitdrukking, die tot de vervol
ging aanleiding gaf, hebben we reeds ver
meld in het bericht, overgenomen uit de
„Tel.", getiteld „Het dozijn vol".
De heer Söhrödter ontkent evenwel dit
artikel geschreven te hebben en meet ziöh
bovendien beroepen hebben op het rerant-
wo ordelijk-a diriseoiTschjap" ram den hoor H.
M. C. Holdert, die zddh dan ook tegenover
de justitie als verant-woordteilijk schrijver
van het geïncrimineerde artikel moet opge
worpen hebben.
De minister van Landbouw, gezien het
Kon. besluit van 8 Juli 1915, houdende ver
bod van uitvoer van notenboorcen en no-
tonbooanenhout, heeft goedgevonden, te be
palen, dat ondter notenbooimpjeQ van min
der dan 3 meber sbacmikoogte werden ver
staan, de planten, waarvan takken en stam
te zamen een lengte van 3 meter niet te bo
ven gaan.
Een uit Duitsche gevangenschap ont
vluchte Rus is to Maastricht aangekomen.
Hij is overgebracht naar het Russische con
sulaat.
Voor de strafkamer te Kleef stonde o
terecht de koopman Alfred Lodewijk L.
uit Rotterdam en de handelaar Gustaaf
L. uit Düssokkxrf wegens overtreding van
het „Sussstof- en het Zoillgesetz. Beiden
hadden voor een Amsterdamsche firma,
welke in het groot smokkelt, ails gewone
reizigers herhaaldelijk saccharine over de
grens gebracht. De Nederlamdscho L. zit
reeds sedert Mei in voorarrest en werd
tot 6 maanden gevangenisstraf en 1700 Mark
vergoeding der wacurd'e van die smokkel
waar veroordeeld. Door het voorarrest
heeft hij intusschen zijn gevangenisstraf uit
geboet. Zijn Duitsche confrater kreeg 75
Mark geldboete.
Spoorlijn van Gouda over Waddinx-
veen en Soskoop naar Alplien.
Een wetsontwerp is ingediend, waarbij
wordt voorgesteld van Rijkswege een spoor
weg aan te leggen ran Gouda over Wad-
dinxveen en Boskoop naar Alphcn.
In de Memorie van Toelichting deelt de
Regeering mede, dat met do Maatschappij
tot Exploitatie van Staatsspoorwegen onder
handelingen rijn gevoerd, welke er toe geleid
hebben, dat deze Maatschappij zich bereid
heeft verklaard, om de exploitatie (met le
vering van rollend materiaal) van de Jijn,
waarvan de aanlegkosten op f2.400.000 zrjn
geraamd, in geval van aanleg van Rijkswege
op zich te nemen, en onr een huur van
f20.000 'sjaars te betalen.
B(j de voorgenomen verbinding van Bos
koop en Waddinxveen met het riet den- hoofd-
spoorwegen, zullen vooral locale belangen
op den voorgrond komen. Deze verbinding
toch zal in de eerete plaats aan de belang
rijke kweekersplaats Boskoop, waar thans
reeds uitgestrekte gronden door kweeke
rsen zjjn ingenomen, en aan "Waddinxveen,
waar meubel- en andere njjverhsid bloeit,
ten goede komen. Verder is zjj uit den aard
tier zaak van beteekenis voor Gouda en Al
phen. Hier is het dus aangewezen, dat de
streek in de kosten bijdrage naar bet ge
bruikelijk beginsel van gelrikheid in opoffe
ring tusschon Rijk en streek.
Daarom wordt voorgesteld, dat niet tot
den aanleg van den spoorweg zal worden
overgegaan, dan nadat belanghebbenden bij
dien aanleg zich zullén hebben verbonden
een bjjdrage van ten minste fl.OOO.OOO te
verleenen.
RECLAMES A 40 Ct. pfer regel.
Spaarzaam
en zuinig
In het
gebruik
(KINDERMEEL)
In Iedere.
Apotheek of
droglstorlj
voorhanden
het beste
Voedingsmiddel
Voor Kinderen
3712 18
Een goede vangst. De po
litie vaai het bureau aan de Sta-dhouders-
kade te Amsterdam, heeft Vrijdag een hij-
zonder goede vangst gedaan, waarvan de
vóórhistorie een omstandig verhaal vormt.
In de Utrechtschestraat staat gedurende
enkele weken een winkelhuis leeg, dat aan
een magazijn in gouden en zilveren voor
werpen grenst. Drie weken geleden kwam
'een knecht van dón makelaar, dié het huis
om te verhuren in handen had, met een
drietal personen in den winkel. Het wa
ren blijkbaar gegadigden naar heit. winkefl-
huis, deden ten minste alsof en namen
heel sekuur de winkelruimte in o gen-
schouw. Twee van de kijkers gingen daar
na, terwijl de derde den makelaarsknecht
aan den praat hield, het achterhuis be
zien, zoodat de derde met den geëmployeer
de van den verhuurder eenige oogenbüik-
ken alleen bleef. Hij vroeg den knecht de
buitendeur te sluiten, toen dit niet spoe
dig lukte, nam hij den sleutel uit de hand.
Op hetzelfde moment werd de knecht door
de beide mannen in het achterhuis geroe
pen, hij begaf zich er heen. Van de weinige
oogenbfiikken, waarin de derde, den pseu-
dohuurder, alleen in het voorhuis was met
den sleutel, maakte hij gebruik om in 'een
doosje met stopverf een indruk van den
sleutel te maken.
De drie mannen verdwenen met den
makelaarsgeëmployeerde en zouden wei
laten weten wat zij deden.
Nummer drie, die den sleutel in de stop
verf had afgedrukt, meende, dat niemand
dit zag. Dit was zoo, wat den overigen
personen in het winkelhuis betreft, doof
buiten, in de Utrechtschestraat had een
dame het vreemdsoortige gedoe van het
heerschap gezien. Toen zij nu, juist om
streeks dienzelfden tijd, las van leegge
haalde goudsmidswinkels in de iFonta-nus-
en Van Swinden-straat, achtte, zij zich ver
plicht den goudsmid te waarschuwen, wiens
winkel naast het leege winkelhuis 'lag.
De goudsmid gaf kennis van de hem ge
dane mededeeling aan het bureau Stadhou
derskade, waar de inspecteur, de heer P.
A. Kater, hem te woord stond. De heer
Kater besloot het winkelhuis nacht en dag
te doen (bewaken. Met twee rechercheurs
daarvoor van het hoofdbureau aan d'e Stad
houderskade gedetacheerd, heeft hij gedu
rende een drietal weken 's nachts op de
loer gestaan. En jawel, een aantal nach
ten, telkens omstreeks kwartier over twaal
ven, dan is het electrische licht in dë
Utrechtschestraat uit posteerden zich twee
mannen voor de deur van het winkel
huis. Zij dóden alsof zij elkaar vuur ga
ven. Doch met den rug naar de deur ge-
keerd, werden verschillende sleutels ge
probeerd.
'fc Scheen niet te lukken.
Herhaaldelijk is hetzelfde tweetal ver
schenen zonder in staat te rijn de deur te
openen.
De heer Kater meende de bewaking tot
15 Dec. a.s. voort te zetten, dan zou een
serieuze huurder het winkelhuis betrekken.
Inmiddels had de rechercheur Van Dijk
uitgevischt, waar de beide snuiters woon
den.
Toen het bewaken geen resultaat beloof
de, bessoot genoemde rechercheur te gaan
uitvissehen, wat die kerels op den dag uit
voerden. Hij wachtte één van het tweetal,
wonende in de Oosterparkstraat, op, zag
hem gaan naar de Van-Ostade-straat, waar
een bekend opkooper woont, en volgde de
ze twee. Zij gingen naar de Kuiperstraat.
De opkooper v. d. K., kwam.even daar
na alléén dat huis uit en op den Amstel-
dijk tikte Van Dijk hem op den schouder
met het beSeefd, doch dringend verzoek,
mee te gaan naar het politiebureau Stad
houderskade.
Bij fouilleering op 'h bureau bleek v. d.
K. 800 a 900 gouden ringen bij zich te heb
ben; de etiketjes zaten er nog aan.
Wat later is in de Van-Woustraat de
man gearresteerd, die met den sleutel had
gewerkt, alsmede het derde lid van dit
trio.
Daarop gevolgde huiszoekingen, in de
Van-Ostade- en Oosterparkstraten leidden
tot het resulaat, dat nog heel wat gouden
en zilveren sieraden gevonden, benevens
een groot aantal inbrekers werktuigen en
de vrouwen van twee van het drietal, ook
voofCoopig werden opgeborgen. Thans zit
ten dus de drie mannen en de twee vrou
wen aan het uurëau Stadhouderskade. De
winkeliers uit Pontanus- en Van Swinden
straten, enkele weken geleden op geheim
zinnige wijze van hun voorraad ontdaan,
trekpot te doen. Is dat het theekistje?"
Arthur liet mistroostig het hoofd in de
hand vallen en zuchtte zwaardat kleine
voorval deed hem zoo levendig gevoelen, dat
hij zijn vrouw miste, on herinnerde hem aan
af do oplettendheden, die Violette hem be
wees. John poogde het theekistje open te
maken, doch het gesloten vindende, schonk
bij hem een kop koffie in, dien Arthur werk
tuiglijk uitdronkhij schoof daarop zijn kop
je bij, als om er nog oen te vragen, streek
zijn haren uit de oogen en scheen een weinig
verkwikt. Zijn broeder bediende hem met do
grootste hartelijkheid en dwong liem eenig
voedsel te gebruiken, en toen hij het lijd
zaam had toegelaten, dat John zijn bord
vulde, bemerkte hij eerst aan zijn eetlust,
dat hij sedert vier en twintig uren niets ge
nuttigd had en dat het hem goed deed. Hij
vatte weer eenigen moed, en de toon zijnor
stem was minder treurig, toen hij verhaalde
dat zij tegen den morgen een weinig gerus
ter geslapen had.
„Het kind maakte haar door zijn go-
schreeuw wakker, en wij meenden, dat nu
alles verloren was doch integendeel. Dc k*n
u zeggen dat niets haar zooveel goed gedaan
heeft als dat geluid. Wij moesten haar het
kind brengen. Zij scheen zoo gelukkig het te
zien, cn daarop viel zij weer in slaap."
„Het is een zegen, dat het kind leeft,"
sprak John; „daar ik u zoo neerslachtig zag,
durfde ik bijna niet naar het kind vragen
ik hoop, dat het er goed mede moge gaan."
„Dat hoop ik ook, dat verzeker ik u als
dat het geval niet was, zou het spoedig met
haar gedaan zijn. Maar ik geloof, dat bei-
dor levon slechts aan een zijden draad hangt.
Gij hadt haar van morgen eens met het kind
moeten zien. Ik heb nooit kunnen den
ken, dat het hart eener vrouw zooveel tee-
derheid kon bevattennooit van mijn le
ven heb ik zoo iets gezien; maar wat is zij
zwakHot kind is zoo klein, zoo klein, als er
immer een geboren is, zegt de baker; mij
dunkt, het lijkt veol op een jonge muis."
John moest tegen wil en dank lachen.
„Dan ziet het beter uit zijn oogen dan. gis
teren toen dacht ik waarlijk niet, dat het
nog leefde."
„Wat! hebt gij het gezien?"
„Ja, toen het gedoopt werd."
„Is het gedoopt? Wolken naam hebt gij
opgegeven
„Gij hebt laten zeggen, dat het John
moest heeten."
„Ik? Ik herinner er mij niets van; ik had
geheel vergeten, dat het kind bestond, tot
dat het zich dezen morgen liet hooren, en
Violette vroeg of het een zoon of een doch
ter was."
„Een zoon en erfgenaam," sprak John,
verheugd, dat do jonge vader iets meer op
gebeurd scheen.
„Nu, het is een beste naamik hoop,
dat zij dien ook goed zal vinden. Maar,
propos, John, waar komt gij zoo ineens van
daan?" Het kwam hem nu eerst in de ge
dachten, om zich daarover to verwonderen.
„Ik kwam naar huis voor een zaak van
Fotheringham. Gistermorgen landde ik en
begaf mij van Southampton hierheen."
„Nu gij hebt. de zaken hier in een fraaien
toestand aangetroffen," zeide Axthur diep
zuchtende. „Maar gij gaat immers niet
heen
„Neen zeker niet, voordat zu wat betey
is."
„Ach gij bebt altijd veol van haar gehou
den gij hebt haar van het eerste oogenblik
af gewaardeerd. Er is niemand, dien ik zoo
gaarne hier heb als u." Na een poosje ge
zwegen to hebben, voegde hij er met diep ge
voel bij„Gij hadt wel gelijk, John, dat gij
mij op het hart drukte haar gelukkig te ma
ken maar waarlijk, ik meende, dat ik het
deed," en zijn oogen vulden zich met tranen.
„Aan uw liefde hoeft het haar zekerlijk
niet ontbroken", zeide John, „anders zoudt gij
haar nu niet in het leven hebben kunnen
terugroepen."
„Ach, dat is nog zoo zeker niet", zei Ar
thur op 'droevigen toon. „De Hemel is mjjn
getuige, dat ik haar liefhad; maar jk wist
niet wat- zp leed. Sara. heeft mjj nu gezegd,
dat zij' uren achtereen in tranen doorbracht,
doch zjj verbood haar altijd er over
te spreken."
„Arme Violette!"
„Ik dacht er nooit over, dat zij zich die
huiselijke zaken zoo aantrok, dat ik haar
zoovele uren alleen liet; haar lief gelaat
en vriendelijke oogen verweten mij nooit
mijn verzuim, en zij klaagde nimmer. Br is
vast nooit zulk een vrouw geweest; zij' was
to goed voor mij', te goed yoor deze we
reld, dat is de waarheid; em nu moet ik!
haar verliezen!"
„Zeg dat niet, Arthur; komaan, houd moed!
Dat zij sedert gisteren een weinig beter is,
is reeds moer dan wg durfden hopen. Bod
schap is dikwijls het beste geneesmiddel,
en het is reeds een goed teeken, dat zij zoo
verheugd is, wanneer zij u of het kind ziet."
„Dat zeggen de doctoren ook; maar ver
laat mij toch niet, John," zeide hij, gevoe
lende, dat hij steun noodig had.
„Neen, wees maar gerust! Ik zou zelf
niet heen willen gaan; maar als g^j mfijln.
kamer voor haar moeder noodig mocht heb
ben, kan ik best in ons huis te Belgrave
Square gaan slapen."
„Wft zullen het no^ eens aanzien tot post
ed. Vannacht wilde ik het haar voorzichtig
Zeggen, dat ik aan mevrouw. Moss zou schrij
ven^ in de hoop, dat haar dit wat zou opbeu
ren; doch zij begreep het niet, en de oude
baker zag mg aan als wilde z'j mjj verslin
den."
Hier werd hun gesprek gestoord; Violette
was met een vreeselijken schrik wakker ge
worden; zij' smeekte iedereen om haar te zeg
gen, waarom Arthur boos op haar was,
en vroeg of hjj nooit terug zou komen.
"Den geheel en dag door scheen het flauwe
vonkje leven nu eens een weinig op te flik
keren, en dan woer geheel uitgedoofd,
en toen de posttijd daar was, scheen haar
einde zóó nabij, dat men er van afzag om'
mevrouw Moss te verzoeken over je komen,
daar Arthur huiverde op het denkbeeld haar
te ontmoeten ails het te laat zou zgn.
Hgi was zoo zielsbedroefd, dat, gedurende
de weinige ©ogenblikken, die hjj buiten de
ziekenkamer doorbracht, John niets anders
te cioen had dan hem moed in te spreken en
cp to beuren, opdat hij in staat mocht blijven
om Violette al die zorgen te bewijzen, die
zijl van niemand dan hem aannam.
Het was geen wonder, dat hij1 zoo troos
teloos -was, want het was een (droevig schouw,
Spel. die schoone, jonge moeder, zelve nog
niet veel meer dan een kind, daar zoo uitge
put van krachten en gedurig buiten be-
wnstzqn, op het ziekbed uitgestrekt te zicn.
terwji'l niets dan haar teedere gehechtheid
aan hem, .wien zjj' liefhad, haar nog in leven
hield; slechts de stem van. haar echtgenoot
en het flauwe gekreun van den kleinen, tee-
ren zuigeling, .wiens loven bijna even zwak
en broos scheen als het hare, waren in staat
haar voor een oogenblik tot bewustzijn te
brengen, en nu en dan haar levensgeesten!
op te .wekken.
-1 (Wordt vervolgd)*