iederlanil en de Oorlog. FARINE LAOÏÊE NESTLË Maandag O JLJeeem t>ei'. 'I weede iSlacl. A°. 1915. FEUILLETON. Violette of de Schoonzuster. Tweede Kamer. Gemengd Nieuws. LEIDSCH De hoofdredacteur van „De Telegraaf" gearresteerd. De hoofdredacteur van het dagblad „De Telegraaf", de heer. J. C. Schroder, is gis termiddag in zijn woning, Weesperzjjde 17, op last der justitie door dojwlitfie gevangen! genomen en naar het Huis van Bewaring overgebracht, waair h§ ingesloten werd1. De gevangenneming geschiedde krachtens beschikking van de rechtbank d.d. 4 De cember, waarbij tegen den heer Schroder rechtsingang werd verleend. De substituut officier ran justitie, mr. L. Th. Jorissen die ook het openbaar ministerie ;wahr- nam bij de onlangs plalats gehad Jiebb'ende behandeling van een straftaak togen den beer Schrüder op grond van art. 100 Wet boek van Strafrecht gelastte op grond dier beschikking de gevangenneming van den hoofdredacteur van „De Telegrp&i" en droeg a3n de inspecteurs van politie K. H. Buekhofl en A. van IJSendijk, beiden Ver bonden aan het hoofdbureau van politie ,op, elk vergezeld van een rechercheur, den heer Schroder te arresteeren. Beide inspecteurs eerden voorzien van een machtiging tot het binnentreden der woning tegen den wil van Sen bewoner. Inspecteur Broskhofi kreeg opdracht zich naar de bureaux van „De Telegraaf' in de Sint Nicolaasstrapt te begeven, terwijl in- roecteur Van IJzendijk naar de woning van oen heer Schroder op de IV eesperzijde moest gann. Aan geen van beide afrossen was de beer Schroder te vinden. Hij was met zijn pchtgenoote de stad ingegaan om ihkcopen te doen voor het Sint Nicolaasfeesf. De beide inspecteurs stelden zioli daarop met de twee rechercheurs bij de woniug van den heer Schroder op, in afwachting van diens lie enst Te on„c Vijl uren kwam hij met zijn echtgencote tehuis1. Toen hij de woning was binnengegaan schelden de politiemannen aan, begaven "zich naar boven en maakten het doei van hun komst bekend. Men kan zich de ontsteltenis der familie Schroder voor stellen, te moer waar de gevangenneming geschiedde op den dag voor een familiefeest nis de Snrt-Nicolaasdag. Mevrouw Schroder en de beide zoons waren zeer ontdaan, doch na de eerste emotie herstelde de heer Schroder zkh en vroeg en verkreeg verlof rich in verbinding te stellen met het bureau van „De Telegraaf' en met zjjn rechtsge leerden raadsman mr. J. Kappeyne van de Coppello, die wel niet anders kon doen dan den raad te geven mede te gaan. Met do politiemannen vertrok daarop de heer Schroder. Daar geen taxi te krijgen was. begaf het gezelschap zich met lijn 10 (raar het LeidSciteplein. Vandaar ging 'men te voet naar het Paleis van Justitie, waar mr. Jorissen n arrestant afwachtte. Daar werd den heer' Schrüder de beschikking lier rechtbank bet-eekend. De gevangenneming geschiedde op grond van art. 86 van het Wetboek van Strafvor dering, waarin bepaald wordt, dat gevan genneming bij het verleenen van jechtsin- g&ng kan worden bovolen indien tegen het misdrijf als maximum een gevangenisstraf van vier jaren of meer is bedreigd (het maximum van art- 100 W. v. Str. is zes jaar). doch alleen op grond hetzij van ge gronde vrees voor vlucht van den verdachte, hetzij van eenige andere gewichtige reden van maatschappelijke veiligheid. (Als zoo danig wordt veelal aangenomen, vrees voor herhaling van misdrijf; dit zal vermoedelijk ook hier wel het geval zijn geweest). Nadat de substituut-officier met den heer Schroder had gesproken, werd deze naar het 28) Na dien éénen nacht, dien hij al wakende in droefheid en zelfverwijt had doorgebracht, zag hij er alreeds zoo bleek en akelig uit en klonk zijn stem zoo treurig en dof, dat John er wezenlijk van schrikte-, toen hij hem hoorde antwoorden „Ik heb nog nooit iemand zoo erg ziek ge zien." „Kom even ontbijtengij ziet er zoo af gemat uit." „ik kan niet beneden blijven," zeide hij, ofschoon hij toch ging zitten„als zij wak ker werd en mij miste, zou alle kans op be terschap over zijn. Hindert het u niet, als ik de deur open laat?" „Neen, volstrekt niet. Is zij nu bij kennis?" „Nu is zij eens eon oogonblikje helder en houdt mijn hand vast, en dan weer valt zij ie een sluimering en droomt van die ramp zalige rekeningen zij noemt dc sommen cn doet niots dan tollen en rekenen. Het snijdt taij door de ziel naar haar te luisteren. De doctoren spreken van gevaar voor hersenont steking Ach, wat zal ik beginnenDan weer wo^di, zij als met schrik wakker cn ziet wild °m zich heen, zich verbeeldende, dat ik weg ben." „Maar zij herkent u toch," sprak John, om hem eenigszins te troosten. »J a, niemand dan ik kan iets van haar ge daan krijgen. Slechts naar mijn stem hoort £:J Ik moet weer boven zijn voor zij wak- f or wordt; maar ik smoor van de dorst. Wat 'S dat 't Is niots dan klaar water «Gij hebt zeke? vergeten de 'thee in den vertrek der rijksveld wacht omleid, werd een afschrift gegeven der door de rechtbank ge nomen beschikking. Br werd nog even overwogen, of de be klaagde por celwagen^ dan wel te ,v©et haar het Huis yan Bewaring zou worden overgebracht. „Stop me maar in den wagen!" zei onze chef, „laat me toch in godsnaam .niets be spaard blijven!" Min of meer verlegen met den hun opge legde» onaangenamen plicht, leidden de po litiemannen den heer, Schroder langs de ach terzijde buiten het gebouw en van daar, door het drukste deel der hoofdstad, naar hei Huis van Bewaring aan den Weteringschans. Hem werd de gelegenheid gegeven zich voor eigen rekening van spijk en drank tel voorzien (de aanhouding geschiedde voordat 'de heer Schroder gelegenheid had gehad het middagmaal te gebruiken), terwijl hem! te vens vergunning werd gegeven, na verkre gen toestemming van het college van regen ten over de gevangenissen, uit zijn eigen bibliotheek lectuur (werken van Shaw) te betrekken. In afwachting daarvan kon hij' zich met de bibliotheek van-het Huis van Bewaring vergenoegen. Naar men weet, zjjn bevelen tot gevan genneming voor niet langer dan dertig da gen geldig. Daarna kan de rechtbank, op vordering van den officier van justitie, het bevel voor ton hoogste dertig dagen verlengen. Hetzelf de kan nog "daarna telkens van dertig dagen tot dertig dagen geschieden, indien de recht bank na den laatst verleenden termijn zulks ncodig oordeelt. Rechter-commissaris in deze zaak is m£r. A. J. van Royen. Op het ochtendblad van „De Telegraaf"' van 27 November, waarin het artikel jmeti do geïncrimnieerde znisnede voorkwam, staat als verantwoordelijk adviseur vermeld H. M. C. Holdert, als hoofdredactie J. C. Schroder. Op het ochtendblad van 2 December r het blad waarin het bericht „Het .dozijn is vol!" voorkwam staat voor het .eerst al leen vermeld „Verantwoordelijk voor den inhoud: H. M. C. Holdert." Het is, voor zoover wij weten, voor de eer ste maal, dat t© Amsterdam1 een journalist wegens een politiek misdrijf in preventieve hechtenis wordt gezet. „De Telegraaf" ontving reeds Zaterdag avond en in den loop van Zondag tal van telefonische en telegrafische, zoowel als mon delinge sympathie-betuigingen. Daarbij was er ook een van prof. dr. Hector Treub, die onder het opschrift; „Wettig, maar dom", schreef „De oude waan, dat alle recht in de web te vinden is, dat recht en wet synoniem zijn, ligt verbroken". Aldus luidt de aanhef van een dezer dagen verschenen brochure „Recht ei* Levensbeschouwing", van prof. mr. Paul Scholten. Voor wien nog twijfelen mocht aan de juistheid dier woorden geeft de arrestatie van den hoofdredacteur van „De Tel." een argument om hem te overtuigen. De heer Schroder is gevangen gezet we gens een artikel van midden November, waarin hij, op zijn niet altijd vriendelijke wijze, de regeering aanviel en haar, als ik mij goed herinnor, beschuldigde door haar handelingen de neutraliteit van ons land in gevaar te brengen. Wat er precies in dat ar tikel stond, herinner ik mij niet meer, maar het doet ook niets ter zake. Op welken grond is de heer Schroder ge arresteerd? Omdat men vreesde, dat bij, door vertrek naar het buitenland, zich zou onttrekken aan een eventueele, maar niet zekere, straf? Allerminst. Neen, zijn arrestatie is geschied wegens „vrees voor herhaling van het misdrijf 1 Dit blijkt, in ons vrije Nederland, wet te zijn, maar is het ook recht Voor zoover mijn rechtsgevoel op die vraag een antwoord te geven vermag, luidt dat antwoord, zeer beslist, neen. Maar deze arrestatie is, naar mijn over tuiging, niet slechts een onrecht, zij is een domheid. Herinnert zich, ten eerste, de regeering dan niet de oude spreekwijzeuno avulso non deficit alter (Wanneer de een verwij dert is ontbreekt de ander niet.) Meent zfj dat, wanneer de hoofdredacteur in het ge vang zit, de geheele „Telegraaf"-redactie plotseling, uit puren angst, van houding zal veranderen? Mocht dit zoo zijn, dan kon de heer Schroder met het hem van regeerings- wege gemaakte compliment tevreden zijn. Do regeering evenwel zou bedrogen uitko men Er zijn in de St.-Nicolaasstr. nog wel an deren, die, al is misschien hun pen niet zóó puntig als die van Schroder, in zijn geest kunnen en durven schrijven. Ten tweede,, begrijpt de regeering nie^ dat zij, op deze wijze, den hoofdredacteur van „De Tel." zeker onaangenaam is, maar voor het blad zelf een reclame maakt, zooals die in Nederland, het land van het vrije woord en de vrijo pers, bij mijn weten, sinds de drukpersvrijheid bestaat, nog nooit ge maakt is? Men heeft beweerd, dat Duitsche officie ren hun soldaten, die bij het binnentrekken eener Belgische stad niet mee zongen, toe- grauwden „sing, Hund". Zijn wij nu reeds zóó verpruist, dat onze regeering een haar onwelgevalligen dagbladschrijver, door mid del van arrestatie, een „schweig, Hund" kan toeroepen? Arm Nederland, waar is dan uw vrijheid? Het bewuste artikel van 27 November het betreft dus niet het geval, waarvoor de heer Schroder reeds heeft terecht gestaan is getiteld „De Pers-Camorilla te Amster dam" en gericht tegen „De Nieuwe Cou rant". De uitdrukking, die tot de vervol ging aanleiding gaf, hebben we reeds ver meld in het bericht, overgenomen uit de „Tel.", getiteld „Het dozijn vol". De heer Söhrödter ontkent evenwel dit artikel geschreven te hebben en meet ziöh bovendien beroepen hebben op het rerant- wo ordelijk-a diriseoiTschjap" ram den hoor H. M. C. Holdert, die zddh dan ook tegenover de justitie als verant-woordteilijk schrijver van het geïncrimineerde artikel moet opge worpen hebben. De minister van Landbouw, gezien het Kon. besluit van 8 Juli 1915, houdende ver bod van uitvoer van notenboorcen en no- tonbooanenhout, heeft goedgevonden, te be palen, dat ondter notenbooimpjeQ van min der dan 3 meber sbacmikoogte werden ver staan, de planten, waarvan takken en stam te zamen een lengte van 3 meter niet te bo ven gaan. Een uit Duitsche gevangenschap ont vluchte Rus is to Maastricht aangekomen. Hij is overgebracht naar het Russische con sulaat. Voor de strafkamer te Kleef stonde o terecht de koopman Alfred Lodewijk L. uit Rotterdam en de handelaar Gustaaf L. uit Düssokkxrf wegens overtreding van het „Sussstof- en het Zoillgesetz. Beiden hadden voor een Amsterdamsche firma, welke in het groot smokkelt, ails gewone reizigers herhaaldelijk saccharine over de grens gebracht. De Nederlamdscho L. zit reeds sedert Mei in voorarrest en werd tot 6 maanden gevangenisstraf en 1700 Mark vergoeding der wacurd'e van die smokkel waar veroordeeld. Door het voorarrest heeft hij intusschen zijn gevangenisstraf uit geboet. Zijn Duitsche confrater kreeg 75 Mark geldboete. Spoorlijn van Gouda over Waddinx- veen en Soskoop naar Alplien. Een wetsontwerp is ingediend, waarbij wordt voorgesteld van Rijkswege een spoor weg aan te leggen ran Gouda over Wad- dinxveen en Boskoop naar Alphcn. In de Memorie van Toelichting deelt de Regeering mede, dat met do Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen onder handelingen rijn gevoerd, welke er toe geleid hebben, dat deze Maatschappij zich bereid heeft verklaard, om de exploitatie (met le vering van rollend materiaal) van de Jijn, waarvan de aanlegkosten op f2.400.000 zrjn geraamd, in geval van aanleg van Rijkswege op zich te nemen, en onr een huur van f20.000 'sjaars te betalen. B(j de voorgenomen verbinding van Bos koop en Waddinxveen met het riet den- hoofd- spoorwegen, zullen vooral locale belangen op den voorgrond komen. Deze verbinding toch zal in de eerete plaats aan de belang rijke kweekersplaats Boskoop, waar thans reeds uitgestrekte gronden door kweeke rsen zjjn ingenomen, en aan "Waddinxveen, waar meubel- en andere njjverhsid bloeit, ten goede komen. Verder is zjj uit den aard tier zaak van beteekenis voor Gouda en Al phen. Hier is het dus aangewezen, dat de streek in de kosten bijdrage naar bet ge bruikelijk beginsel van gelrikheid in opoffe ring tusschon Rijk en streek. Daarom wordt voorgesteld, dat niet tot den aanleg van den spoorweg zal worden overgegaan, dan nadat belanghebbenden bij dien aanleg zich zullén hebben verbonden een bjjdrage van ten minste fl.OOO.OOO te verleenen. RECLAMES A 40 Ct. pfer regel. Spaarzaam en zuinig In het gebruik (KINDERMEEL) In Iedere. Apotheek of droglstorlj voorhanden het beste Voedingsmiddel Voor Kinderen 3712 18 Een goede vangst. De po litie vaai het bureau aan de Sta-dhouders- kade te Amsterdam, heeft Vrijdag een hij- zonder goede vangst gedaan, waarvan de vóórhistorie een omstandig verhaal vormt. In de Utrechtschestraat staat gedurende enkele weken een winkelhuis leeg, dat aan een magazijn in gouden en zilveren voor werpen grenst. Drie weken geleden kwam 'een knecht van dón makelaar, dié het huis om te verhuren in handen had, met een drietal personen in den winkel. Het wa ren blijkbaar gegadigden naar heit. winkefl- huis, deden ten minste alsof en namen heel sekuur de winkelruimte in o gen- schouw. Twee van de kijkers gingen daar na, terwijl de derde den makelaarsknecht aan den praat hield, het achterhuis be zien, zoodat de derde met den geëmployeer de van den verhuurder eenige oogenbüik- ken alleen bleef. Hij vroeg den knecht de buitendeur te sluiten, toen dit niet spoe dig lukte, nam hij den sleutel uit de hand. Op hetzelfde moment werd de knecht door de beide mannen in het achterhuis geroe pen, hij begaf zich er heen. Van de weinige oogenbfiikken, waarin de derde, den pseu- dohuurder, alleen in het voorhuis was met den sleutel, maakte hij gebruik om in 'een doosje met stopverf een indruk van den sleutel te maken. De drie mannen verdwenen met den makelaarsgeëmployeerde en zouden wei laten weten wat zij deden. Nummer drie, die den sleutel in de stop verf had afgedrukt, meende, dat niemand dit zag. Dit was zoo, wat den overigen personen in het winkelhuis betreft, doof buiten, in de Utrechtschestraat had een dame het vreemdsoortige gedoe van het heerschap gezien. Toen zij nu, juist om streeks dienzelfden tijd, las van leegge haalde goudsmidswinkels in de iFonta-nus- en Van Swinden-straat, achtte, zij zich ver plicht den goudsmid te waarschuwen, wiens winkel naast het leege winkelhuis 'lag. De goudsmid gaf kennis van de hem ge dane mededeeling aan het bureau Stadhou derskade, waar de inspecteur, de heer P. A. Kater, hem te woord stond. De heer Kater besloot het winkelhuis nacht en dag te doen (bewaken. Met twee rechercheurs daarvoor van het hoofdbureau aan d'e Stad houderskade gedetacheerd, heeft hij gedu rende een drietal weken 's nachts op de loer gestaan. En jawel, een aantal nach ten, telkens omstreeks kwartier over twaal ven, dan is het electrische licht in dë Utrechtschestraat uit posteerden zich twee mannen voor de deur van het winkel huis. Zij dóden alsof zij elkaar vuur ga ven. Doch met den rug naar de deur ge- keerd, werden verschillende sleutels ge probeerd. 'fc Scheen niet te lukken. Herhaaldelijk is hetzelfde tweetal ver schenen zonder in staat te rijn de deur te openen. De heer Kater meende de bewaking tot 15 Dec. a.s. voort te zetten, dan zou een serieuze huurder het winkelhuis betrekken. Inmiddels had de rechercheur Van Dijk uitgevischt, waar de beide snuiters woon den. Toen het bewaken geen resultaat beloof de, bessoot genoemde rechercheur te gaan uitvissehen, wat die kerels op den dag uit voerden. Hij wachtte één van het tweetal, wonende in de Oosterparkstraat, op, zag hem gaan naar de Van-Ostade-straat, waar een bekend opkooper woont, en volgde de ze twee. Zij gingen naar de Kuiperstraat. De opkooper v. d. K., kwam.even daar na alléén dat huis uit en op den Amstel- dijk tikte Van Dijk hem op den schouder met het beSeefd, doch dringend verzoek, mee te gaan naar het politiebureau Stad houderskade. Bij fouilleering op 'h bureau bleek v. d. K. 800 a 900 gouden ringen bij zich te heb ben; de etiketjes zaten er nog aan. Wat later is in de Van-Woustraat de man gearresteerd, die met den sleutel had gewerkt, alsmede het derde lid van dit trio. Daarop gevolgde huiszoekingen, in de Van-Ostade- en Oosterparkstraten leidden tot het resulaat, dat nog heel wat gouden en zilveren sieraden gevonden, benevens een groot aantal inbrekers werktuigen en de vrouwen van twee van het drietal, ook voofCoopig werden opgeborgen. Thans zit ten dus de drie mannen en de twee vrou wen aan het uurëau Stadhouderskade. De winkeliers uit Pontanus- en Van Swinden straten, enkele weken geleden op geheim zinnige wijze van hun voorraad ontdaan, trekpot te doen. Is dat het theekistje?" Arthur liet mistroostig het hoofd in de hand vallen en zuchtte zwaardat kleine voorval deed hem zoo levendig gevoelen, dat hij zijn vrouw miste, on herinnerde hem aan af do oplettendheden, die Violette hem be wees. John poogde het theekistje open te maken, doch het gesloten vindende, schonk bij hem een kop koffie in, dien Arthur werk tuiglijk uitdronkhij schoof daarop zijn kop je bij, als om er nog oen te vragen, streek zijn haren uit de oogen en scheen een weinig verkwikt. Zijn broeder bediende hem met do grootste hartelijkheid en dwong liem eenig voedsel te gebruiken, en toen hij het lijd zaam had toegelaten, dat John zijn bord vulde, bemerkte hij eerst aan zijn eetlust, dat hij sedert vier en twintig uren niets ge nuttigd had en dat het hem goed deed. Hij vatte weer eenigen moed, en de toon zijnor stem was minder treurig, toen hij verhaalde dat zij tegen den morgen een weinig gerus ter geslapen had. „Het kind maakte haar door zijn go- schreeuw wakker, en wij meenden, dat nu alles verloren was doch integendeel. Dc k*n u zeggen dat niets haar zooveel goed gedaan heeft als dat geluid. Wij moesten haar het kind brengen. Zij scheen zoo gelukkig het te zien, cn daarop viel zij weer in slaap." „Het is een zegen, dat het kind leeft," sprak John; „daar ik u zoo neerslachtig zag, durfde ik bijna niet naar het kind vragen ik hoop, dat het er goed mede moge gaan." „Dat hoop ik ook, dat verzeker ik u als dat het geval niet was, zou het spoedig met haar gedaan zijn. Maar ik geloof, dat bei- dor levon slechts aan een zijden draad hangt. Gij hadt haar van morgen eens met het kind moeten zien. Ik heb nooit kunnen den ken, dat het hart eener vrouw zooveel tee- derheid kon bevattennooit van mijn le ven heb ik zoo iets gezien; maar wat is zij zwakHot kind is zoo klein, zoo klein, als er immer een geboren is, zegt de baker; mij dunkt, het lijkt veol op een jonge muis." John moest tegen wil en dank lachen. „Dan ziet het beter uit zijn oogen dan. gis teren toen dacht ik waarlijk niet, dat het nog leefde." „Wat! hebt gij het gezien?" „Ja, toen het gedoopt werd." „Is het gedoopt? Wolken naam hebt gij opgegeven „Gij hebt laten zeggen, dat het John moest heeten." „Ik? Ik herinner er mij niets van; ik had geheel vergeten, dat het kind bestond, tot dat het zich dezen morgen liet hooren, en Violette vroeg of het een zoon of een doch ter was." „Een zoon en erfgenaam," sprak John, verheugd, dat do jonge vader iets meer op gebeurd scheen. „Nu, het is een beste naamik hoop, dat zij dien ook goed zal vinden. Maar, propos, John, waar komt gij zoo ineens van daan?" Het kwam hem nu eerst in de ge dachten, om zich daarover to verwonderen. „Ik kwam naar huis voor een zaak van Fotheringham. Gistermorgen landde ik en begaf mij van Southampton hierheen." „Nu gij hebt. de zaken hier in een fraaien toestand aangetroffen," zeide Axthur diep zuchtende. „Maar gij gaat immers niet heen „Neen zeker niet, voordat zu wat betey is." „Ach gij bebt altijd veol van haar gehou den gij hebt haar van het eerste oogenblik af gewaardeerd. Er is niemand, dien ik zoo gaarne hier heb als u." Na een poosje ge zwegen to hebben, voegde hij er met diep ge voel bij„Gij hadt wel gelijk, John, dat gij mij op het hart drukte haar gelukkig te ma ken maar waarlijk, ik meende, dat ik het deed," en zijn oogen vulden zich met tranen. „Aan uw liefde hoeft het haar zekerlijk niet ontbroken", zeide John, „anders zoudt gij haar nu niet in het leven hebben kunnen terugroepen." „Ach, dat is nog zoo zeker niet", zei Ar thur op 'droevigen toon. „De Hemel is mjjn getuige, dat ik haar liefhad; maar jk wist niet wat- zp leed. Sara. heeft mjj nu gezegd, dat zij' uren achtereen in tranen doorbracht, doch zjj verbood haar altijd er over te spreken." „Arme Violette!" „Ik dacht er nooit over, dat zij zich die huiselijke zaken zoo aantrok, dat ik haar zoovele uren alleen liet; haar lief gelaat en vriendelijke oogen verweten mij nooit mijn verzuim, en zij klaagde nimmer. Br is vast nooit zulk een vrouw geweest; zij' was to goed voor mij', te goed yoor deze we reld, dat is de waarheid; em nu moet ik! haar verliezen!" „Zeg dat niet, Arthur; komaan, houd moed! Dat zij sedert gisteren een weinig beter is, is reeds moer dan wg durfden hopen. Bod schap is dikwijls het beste geneesmiddel, en het is reeds een goed teeken, dat zij zoo verheugd is, wanneer zij u of het kind ziet." „Dat zeggen de doctoren ook; maar ver laat mij toch niet, John," zeide hij, gevoe lende, dat hij steun noodig had. „Neen, wees maar gerust! Ik zou zelf niet heen willen gaan; maar als g^j mfijln. kamer voor haar moeder noodig mocht heb ben, kan ik best in ons huis te Belgrave Square gaan slapen." „Wft zullen het no^ eens aanzien tot post ed. Vannacht wilde ik het haar voorzichtig Zeggen, dat ik aan mevrouw. Moss zou schrij ven^ in de hoop, dat haar dit wat zou opbeu ren; doch zij begreep het niet, en de oude baker zag mg aan als wilde z'j mjj verslin den." Hier werd hun gesprek gestoord; Violette was met een vreeselijken schrik wakker ge worden; zij' smeekte iedereen om haar te zeg gen, waarom Arthur boos op haar was, en vroeg of hjj nooit terug zou komen. "Den geheel en dag door scheen het flauwe vonkje leven nu eens een weinig op te flik keren, en dan woer geheel uitgedoofd, en toen de posttijd daar was, scheen haar einde zóó nabij, dat men er van afzag om' mevrouw Moss te verzoeken over je komen, daar Arthur huiverde op het denkbeeld haar te ontmoeten ails het te laat zou zgn. Hgi was zoo zielsbedroefd, dat, gedurende de weinige ©ogenblikken, die hjj buiten de ziekenkamer doorbracht, John niets anders te cioen had dan hem moed in te spreken en cp to beuren, opdat hij in staat mocht blijven om Violette al die zorgen te bewijzen, die zijl van niemand dan hem aannam. Het was geen wonder, dat hij1 zoo troos teloos -was, want het was een (droevig schouw, Spel. die schoone, jonge moeder, zelve nog niet veel meer dan een kind, daar zoo uitge put van krachten en gedurig buiten be- wnstzqn, op het ziekbed uitgestrekt te zicn. terwji'l niets dan haar teedere gehechtheid aan hem, .wien zjj' liefhad, haar nog in leven hield; slechts de stem van. haar echtgenoot en het flauwe gekreun van den kleinen, tee- ren zuigeling, .wiens loven bijna even zwak en broos scheen als het hare, waren in staat haar voor een oogenblik tot bewustzijn te brengen, en nu en dan haar levensgeesten! op te .wekken. -1 (Wordt vervolgd)*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1915 | | pagina 5