Vrijdag 3 December gemeenteraad van Leiden. Twe&cie Kanier. Binnenland. Gemengd Nieuws. Rechtzaken. H«. 17103 Tweede Blad. A°. 1915. (Vervolg van gisteren.) 4o. Verordening, betreffende het Personeel ver bonden aan het Openbaar Slachthuis. (199 en 215) De heer BOTERMANS motiveert bij art. 8 een amendement om het aanvangssalaris van den tweeden machinist te verhoeden met f100. f600 is te laag en bovendien, h het veFSchü met den eersten machinist te groot. De heer KORFF vraagt of de tweede machinist een werkelijke machinist is, of 6.v. een machinedrijvér. De heer PSRA gelooft ook, dat de tweede machinist te weinig verdient en beveelt het amendement aan. Do heer VAN DER" LIP zegt, dat B. ön W. en de commissie voor het slachthuis 'de' salarissen nog eens hebben nagegaan en ze zijn tot do conclusie gekomen, dat er v ?or verhooging geen aanleiding is. De êtrste machinist is de bedrijfsleider. Hg Sraiagb de verantwoordelijkheid en moet als adviseur optreden. Spr. treedt voor het sa laris van den tweeden machinist in verge lijking met andere plaatsen. Er is geen voldoende motief voor verhooging. De heer BOTERMANS zegt, dat de tweede Aotirast den eersten machinist moet ver hangen. De heer PERA is door de bestrijding Va den heer Van der Lip tot de overtoi ls gekomen, dat verhooging zeer nooclig De tweede machinist werkt geheel zon- eer toezicht; hem wordt dus menigmaal de leiding toevertrouwd. Spr. blijft er bij, dat het salaris te laag is. De heer SIJTSMA is by het maken van het amendement teruggegaan tot 1911. Toen is gezegd, dat eerste en tweede machinist bijna, gelijk stonden. De loons ver houding is toen óok verbeterd en dat willen do voorstellers niet verloren doen gaan. De h«er VAN DER LIP bestrijdt nog maals het voorstel-Botermans c. s. De aard van de betrekking blijkt uit de instructie, welke spr. voorleest. De tweede machinist is hulp-machinisfc. De heer Van der Lip wijst thans op de loonsverschillen tusschen 'gersten en tweeden machinist in andere plaatsen. IX- heer HOOGENBOOM vraagt of de ma chinisten by toerbeurt den dienst in de ma chinekamer doen. In dab geval dan is er geen voldoende motief voor het grooto Verschil. De beer BOTERMANS zegt, dat bij ont stentenis van den eersten machinist, de twee de machinist hem vervangt. De heer VAN DER LIr antwoordt, dat de tweede machinist den eersten machinist wel vervangt. Hot amendement-Botermans wordt aange nomen met 16 tegen 9 stemmen. Bij artikel 4 verdedigt de heer BOTER MANS een amendement om het loon voor stokers en stalknechts te verkoogen met f 0.50 per week en voor andere werklie den met f 1.f 10.50 per week is na aftrek van het pensioen geen loon. De hoer PERA vraagt in welke verhou ding deze loonen tot die in andere be drijven komen voor dezelfde werkzaamheden. De heer VAN DER LIP zegt, dat het hier minima betreft. Do commissie mag toch boven de minima van het voorstel van B. en W. gaan. Hij komt er tegen op, dat er geen verschil wordt gemaakt tusschen stal knechts en stokers. Er komt een wanver houding tot de loonen voor dezelfde func ties bij andere bedrijven. De heer FOKKER vindt, dat 't niet erg is de minima te verhoogen, als er, zooals 'de heer Van der Lip zegt, toch meer wordt gegeven. De raad Iran te kennen geven, dat ze niet minder wenschen dan de in het amendement genoemde minima. De commis sie mag er toch immer3 boven gaan. De VOORZITTER zegt, dat iemand toch bieb verplicht is getrouwd te zyn. Dan zrjn 'de minima toch genoeg. Men kan niet in eens die loonen maar gaan veranderen. Het amendement-Botermans wordt ver worpen met 17 tegen 8 stemmen. De geheele verordening wordt aangeno men. Achtereenvolgens worden aangenomen: -5. Verordening, betreffonde den Werkkring van do Oommissie van Beheer over hot Openbaar Slachthuis. (199 en 215) ■■6. "Verordening, houdende Instructie voor den Directeur van het Openbaar Slachthuis. (199 en 215) 7o. Verordening, houdende Instruotïo voor den Kouruigsveeart-J tevens adjunotrdirectenr van het Openbaar Slaohthuis. (199 en 215) Jo. Verordening, houdende wijziging van de ver ordening van 12 Juli 1906 (Qem. Blad No. 28). regelrnda de invordering van belastingen voor hot gebruik van het Openbaar Slacht hui te Leiden (199 en 216) 9o. Voorstel tot wijzigintr van het Raadsbesluit van 31 October 1912, tot toekenning van een peraoncele toelage aan den Directeur van heb Openbaar Slachthuis, Dr. W. Stuurman. (199) RONDVRAAG. Dé heer VERGOUWEN vraagt of 't niet mogelijk is de werken voor de gemeente door Loidscbo werklieden te doen uitvoeren. Spr. vraagt dit vooral met het oog op steen- bouwwerk, dat men van hier veel in Hil versum laat maken. De VOORZITTER zegt, dat bepalingen ten dezen opzichte zijn gemaakt. Dej heer SIJTSMA maakt een opmerking over de schooluren van de school 2de klasse voor meisjes. Die zjjn veel tot halizes in de Pelikaanstraat. De heer FISCHER zegt, dat na Kerst mis een betere regeling te wachten is. Een paar klassen zullendan nog maar in de Pelikaanstraat blijven. Do raad gaat hierop in geheime zitting ter behandeling van punt lOo. Bezwaarschriften tegen aanslagen in do plaatselijk» directe belasting, dienst 1914 en 1915. (210, 211 en 219) Zitting van gisteren. Staatsbcgrooting 1916. De heer VAN DER VOORT VAN ZIJP bespreekt die houding der antd-rev. tegen over het kabinet en brengb huldle aan de Regeering voor hetgeen zij deed en doet voor do bewaring deT neutraliteit en aan. H. M. de Koningin, Die blijkt met Haar volk mede te loven en groote belangstel ling toont voor leger en vloot. Met voldoe ning gewaagt spr. van de verklaring der Regeering, dat zij gaarne bereid is pogin gen to doen tot hei-stel van den vrede. Al keurt epr.'s partij niet allo maatregelen van den Minister van Landbouw, enz. goed, met verontwaardiging nam spr. kennis van de bejegening van den Minister in het or gaan der S. D. A. P. De hier gehouden re devoeringen kenmerken zaoh door een sobe re gematigdheid. De rechterzijde is niet door de linkerzijde, dien heer Schaper zon dert spr. uit, uitgedaagd. Misschien houdt dit verband meb het feit, dat de oorlog zich nog voortdurend uitbreidt en de druk nog rtoed-3 wordt ondervonden. Misschien ook is men links bevredigd. Spr. ontkent, dot het bestand voor do rechterzijdie zoo voor deel^ zou zijn geweest, ails hier door de hoeren Schaper en Tydocnan is beweerd. Niet aan het belang der partij, doch a^an het belang van het land is gedacht. Het bestand is opgeheven ten bate deT linker zijde. Do hoofdpunten van liet concentra tie-program komen aan de orde. Het zal spr. genoegen doen, indien het onderwijs- vergelijk tot stand komt. Doch de heer Sohaper meene niet, dlat do anti-revoiution- nadren voor artikel 192 alios prijsgeven. Het kabinet he»eft) zich aangediend als oen extra-parlementair kabinet. Daarom heofib de minderheid hot meer vertrouwen geschonken. Daarom betreurt spr., dat do Regeering niet heeft volstaan het schip van Staat tusschen de vele klippon door te sturen, dat zij zich tot taak heeft gesteld het con oen tratie p rogram te verwezenlijken. De Regeering heeft hot boshand verbroken. Een uitnoodnging, om eon groote taak te vervullen, wordt door do anti-revolution- nairen met nuchterheid ontvangen. Deze zullen de Rogoering nu beschouwen als een Irnksohe regeering en haar wetten als zoo danig beoordeelcn. Een lid der soo.-dem. parfcij heeft geleerd van de dadon van hot Belgische leger en do actie dor onderzee- booten. Niet echter de heer Schaper, die partij kiert! tegen hoogere oorlogslasten en don an/ti-revo-lutdonnaaron verwijt, dat ze daarvoor steeds to vinden en mititiarris- tiscli zijn. Spr. citeert in verband hiermede uitspraken van buitenlandlsche socialisten in nationalistisehen zin, o.a. Südekom en Kauteky. Den heer Schaper raadt spr. voorzichtigheid aan. Wat is het officieele Christendom, waarvan hij spreekt? Do zon de van het menschelijk hart is de diepste oorzaak van den oorlog. De heer BOS merkt naar aanleiding van de rede van den heer Schaper op, dat oen booordeeling van do oorzaak van den oorlog thans praematuur is te achten. Een discus sie daarover acht hij van weinig nut. Ook hij ziet het bekamg van een. op en-deur-po litiek in voor het behoud van den vrede. Dat do oorlogen van den lateren tijd meert economische oorzaken hebben, erkent spr., doch daarmede is nog ndet gezegd, dat het ka-pitaldsme de oorzaak is. Wordt nu do kans op oorlog verminderd, indien de Staten fabriceerden, do natiën zullen toch op dezelfde wijze markten zoeken en met elkander in strijd komen. Nu zegt de socialist, dat de neutraliteit zal verande ren, dooh in dit opzicht is spr. in het laat ste jaar uiterst sceptisch geworden. De heer Sohaper heeft gewezen op vele sooia- lfcstisabe maatregelen in dezen tijd. De heer Liefrink heeft hem toen geïnterrum peerd op oen wijze, die den nestor eer aan deed. „Het gaat er dan ook naar", riep hij. Om de Regeering te beoordeelen, ont broken nog de sregevens en ook de gege vens ter vergelijking met een bestuur on der dergelijke omstandigheden. Spr. is de Regeering erkentelijk voor hetgeen zij deed in de eerste plaats tot het bewaren der neutraliteit. In het beleid van den Mi nister van Buiten-landsdhe Zaken beeft spr. het. volste vertrouwen gekregen. Den heer Sohaper wijst spr. er voorts op, dat onze buitenlandsche diplomatieke ambtenaren niet in hun plicht zijn te kort geeohoten. Naar sprekers oordeel bad de Regeering minder geheimnannlgbeid kinnen betrachten In bet begin van de crisis moert mon een grooto mate van vrijheid laten aan do Re geering, dooh daarna zijn tal van beschik kingen genomen, waarin bet Parlement niet is gekend, o.a. rteemkolenvoorziening en wolvordering. Bij bet melkdebat zei de Minister van LandbouwIk draag 1/3 van de koeten1. De MIN. VAN LANDBOUWIk stelde voorop, behoudens goedkeuring der beide Kamers van do Staten-Generaai. De beer BOSDan laat ik dit punt vallen. Spr. houdt echter vol, dat de Re geering niet genoeg het parlement heeft erkend als een bron van nationale kracht. Onaangenaam had het spr. getroffen, dat, toen hij in een vertrouwelijk schrijven was uitgenooddgd om in een commissie zitting te nemen, zijn antwoord, dat toch ook als vertrouwelijk had moeten worden be schouwd, door den Minister van Landbouw is gepubliceerd. Onjuist noemt spr. de bewering van den beer Schaper, dat hij zou zijn tegen ingrij pen van overheidswege in het maatschap pelijk leven. Hoewel spr. het op ander gebied met minister Treub oneens is, heeft hij allen, eerbied voor diens doortastend heid, die veel goeds heeft gedaan. Spr. denkt dan aan diens weigering van een moratorium. Men klaagde over de wo- ningkwestóe, doch men ziet eens hoe in Duitschland de bouwnijverheid lijdt onder de daar genomen maatregelen, terwijl hier te lande die nijverheid zich reeds eenigs- zins gaat herstellen. Wat de broodvoor ziening betreft en wat de Minister in zake de molk wil doen heeft spr.'s sympathie, ook al wordt door sommigen van deze be deeling misbruik gemaakt. In verschillen de opzichten is spr. voor duurtetoeelagen en loonsverhoogmgen, meer dan voor een indirecte bedeeling. Spr. hoopt, dat de Regeering in de mi litaire kwestie m het comité-generaal niet een al te groote terughouding zal toonen. Wat de Grondwetsherziening betreft, spr. hoopt, dat zij in deze wetgevende periode moge tot stand komen. Minister Treub brengt spr. huilde voor zijn reusaebtrgen arbeid. Z.i. zal er echter een liquidatie moeten plaats hebben van de crisisuitgaven en d'e andere. Spr. denkt aan den kameel, die met voor uit wil, wanneer niet wat van den last is afgenomen. Daarbij denkt spr. nog al tijd aan de beffing ineens. Ten slotte bespreekt spreker den toe stand van ons land na den oorlog. Die zal niet gunstig zijn. Men zal geen sym pathie voor ons land hebben. Voor een gedeelte uit jaloezie. We zullen geheel op onze eigen krachten zijn aangewezen. Ons volk dient goed te zijn uitgerust en zoo weing mogelijk last te hebben van den nasleep van vroegere kwesties. Het Parle ment zal zijn gebaseerd op de breedste basis en bet onderwijsvraagstuk zijn opge lost. Spreker hoopt, dat er bij ons volk de veerkracht zal bestaan om groote za ken aan te vatten en denkt dan aan de drooglegging der Zuiderzee. Op bet ge bied van onze koloniale politiek moeten we de koloniën maken tot één groote vol keren-gemeenschap. Spreker hoopt voorts, dat we het vliegen afvangen uit partij oogpunt zullen nalaten. Gaat het dien weg uit, dan komen we wellicht door de crisis nog sterker te staan. De heer KOOLEN ziet in de politiek van den Minister van Finaeiën een streven om de Kamer tegelijkertijd met voorziening in de noodzakelijke uitgaven te doen aan vaarden zijn stelsel. De Kamer zal echter daarop niet ingaan. Waarom is niet te gemoet gekomen door een herziening van het tarief? De heer KETELAAR, bepleit positiever betering van ambtenaren en werklieden. In de vele adressen ziet spreker volstrekt geen adressomanie. Toen de oorlog uit brak, zal menigeen geredeneerd hebbea: Hoe gelukkig, dat we een vaste positie hebben, waar zoovelen worden ontslagen of minder loon krijgen. Een ieder verwacht te een korten oorlog. Doch thans duurt de toestand al 16 maanden zoo, on a!1 es is duur. Daarom keurt spr. af, dat de Regeering slechts de helft dor verhoogin gen wil toekennen. Voorts bepleit spre ker duurtetooslage® voor de andere amb tenaren en werklieden. De motie Re's- dlmgen kan spreker wel steunen, doch hij zal eerrt bet antwoord dor Regeering af wachten. Het geld moet als voor alle bui tengewone uitgaven wel te vinden zijn. Daarna bepleit spreker positie-verbetering voor de onderwijzers. De heer VAN DEN TEMPEL bespreekt de wettelijke regeling der werkloosheid Eerst sedert, de crisis is deze rcsrelt ig Regeeringszaak. Den Minister va-n Finan ciën brengt spreker namens zeer vele werklieden dank. Hoewel de Minister de ze verzekering een goed hart toedraagt, is spreker geenszins gerurt. Spreker meent, dat het de bedoeling dor Regeering is, de nood regeling nog ge ruimen tijd in stand te houden. Spreker zou de Regee ring willen verzoeken deze noodregeling niet in haar kern aan te tasten zoo lang do crisis nog ernstig wordt gevoeld. De cijfers zijn niet van dien aard om haar op te heffen. Indien gee. definitieve maatre gelen kunnen worden ge-nomen, is do Mi nister dan bereid, maatregelen te nemen, dat de gemeenten haar medewerking ndet zullen onttrekken? Spreker dringt er op aan, de wettelijke regeling der werkloosheid spoedig ter hand te nemen. De heer BICHON VAN IJSSELMONDE bespreekt ten slotte nog de oorspronke lijke kleuren der Nederlandsche vlag. vol gens het werk van De Bosch Kemper oranj e-wit-blauw. Nogmaals betoogt spreker, dat de Re- geerings-oommuniqué's dienden te worden opgenomen in de Staatscourant". Voorts betoogt spreker, dat de over heid als werkgeefster den plicht heeft be hoorlijk te bezoldigen. Op het afschaffen van noodelooze betrekkingen dringt spre ker aan. In het belang van goede politieke zeden keurt spreker af, dat de secretaris-gene raal van Landbouw, mr. Versteeg, com missaris is van tal van maatschappijen. De MINISTER VAN WATERSTAAT, de heer LELYIk ben geheel en al de verantwoordelijke man en ik draag die verantwoording gaarne. De VOORZITTER meent, dat de spre ker hier to ver ging. De VOORZITTER deelt mede, dat bij hem is ingekomen een stuk, waarin een comité-generaal verlangd wordt voor de gedeeltelijke mobilisatie of een verruiming der verloven. Hot stuk is onderteekend door den heer De Meester en 9 andere loden. Indien de vergadering niet thans was geëindigd, zouden de deuren onmiddellijk gesloten moeten worden. Spr. stelt nu voor Vrijdag om elf uren in comité-generaal te vergaderen. Aldus wordt besloten. W cerbaarheidsloten. Hot bestuur van de „Vereenigingj van Houders van Weerbaarheidslo-ten" brengt ter kennis van Lotenhouders, dat de ko ninklijke bewilliging op de statuten dezer vereeniging is verteend, zoodat de werk zaamheden der vereeniging thans een aan vang kunnen nemen. Sedert do bekende gebeurtenissen, wel ke aanleiding gaven tot de oprichting dezer vereoniging, plaats vonden, is aan het be stuur meer dan ooit de noodzakelijkheid gebleken, voor de belangen der lotenhou ders te blijven opkomen en bet door een krachtige en vruchtdragende actie daar heen te leiden, dat er zekerheid worde gegeven voor een goed beheer en regel matige nakoming van de verplichtingen, welke ten opzichte cler lotenhouders be staan. Het bestuur doet thans een beroep op de medewerking van allen bij den Geld- en Fondsenhandel in Nederland betrokken firma's en personen, om de houders der by hen in administratie zijnde loten ,,'s Bands Weerbaarheid" op te ekken tot spoedige inlevering der loten bij den secretaris der bovengenoemde V ereeniging. Voor elk ingeleverd lot wordt een door twee bestuursleden geteekend certificaat afgegeven, dat de serie en het nummer van het ingeleverde origineels lot vermeld. De kosten van mlevering bedragen 20 cents por lot, inclusief zegel. De ingeleverde loten zullen worden gede poneerd in een safe van de Bank van Huy- decoper Van Dieien te Utrecht, welke safe is voorzien van drie verschillend wer kende sloten, waarvan de sleutels berusten bij den voorzitter en bij voorkeur bij twee te Utrecht wonende leden van het bestuur der vereeniging. Blijkens de voorwaarden van inlevering is d'e Vereeniging bevoegd over de bij haar ingeleverde loten te beschikken op zooda nige wijze, als haar wonschelijk zal voor komen. Zoolang de Vereeeniging het noodzakelijk acht, de loten te behouden tot handhaving of bescherming der daaraan verbonden rech ten, kan do afgifte daavan of van hetgeen in de plaats daarvoor mocht zijn ontvan gen, niet van de Vereeniging geeischt wor den, dan door de gezamenlijke houders van minstens drievierden van alle uitgegeven certificaten. Naar de „Nieuwe Gron. Ot." ver noemt, wordt het tweede studiejaar van den oursu8 tot opleiding van actief officier met' ingang van 6 December overgeplaatst vau Kampen naar Groningen. Te Wol tevreden is op 40-jarigon leef tijd overleden de arte W. A. Borger, onder directeur van het instituut-Pasteur. Dr. EngeLborts, te Amsterdam, ver zoekt ons me»de te doelen, dat hij bezwaar moet maken tegen de bewering der anti- rev. „Rotterdammer", als zou hij voorne mens zijn, te Groningen een rechtzinnige predikatie te houden. „Hij ontzegt iedereen het recht reeds van te voren te zeggen, hoe een predikatie, die nog uitgesproken moet worden, betiteld moet worden. Maar ook in 't algemeen wensohte hij de wijze, waar op hij zijn ambt vervult, niet met een van de aangenomen benamingen gequalificeerd te zien. Hij tracht niet anders dlan een goed evangeliedienaar te zijn." („N. v. d D."). ACADEMIENIEUWS. Groningen. Bevorderd zijn tot arts de hoeren J. W. Napjus en L. P. Rietema, beiden geboren to Stedum. Te Bergen-op-Zoom is de oud-, schipper P. W., die, niettegenstaande zrjn ruim tachtig jarigen leeftijd, nog dienst deed als opzichter by een sluisje, waardoor water, uit de Schelde geleid werd naar de suiker fabriek der firma Wïttouck op de Haven, Donderdagnacht door onbekende oorzaak in dat aanvoerkanaal verdronken. Te Tilburg is in de fabriek den firma Aaien, de 14-jarige draadmaker Japs-, gen met het hoofd tusschen de spinmachine, geraakt. De dood trad onmiddellijk in. De vroeger beschreven Blaa- derens drijvende scheepsbrandkasü zal opj de booten van de stoomvaartmaatschappy „Nederland" geplaatst worden ten dienste van de Nederlandsche posteryen. Te Winkel (N.-H.) is afgebrand de woning van P. Heideveld. Alles was ver zekerd. Te Heeze is het hotel van Karei Petera gedeeltelijk afgebrand. Van een dorpsveldwachter. De politiek brengt soms in de kleinste ne- goryen een jammerlijke verdeeldheid. De par tijen staan vaak vijandig tegenover elkaar, en soms wordt het offensief op dusdanige wyze beoefend, dat bebloede koppen, blauwe oogen en bloedneuzen het resultaat zijn van al die droevige dorpspolitiek. Nog erger wor<Jt het, indien de politiek geleid en ge voerd wordt door de machten van het dorp. In een dorpje by Valkenburg, het heer lijke stadje in Zuid-Limburg, botert het niet té best tusschen den veldwachter en enkele Raadsleden. Op een goeden dag kreeg de Hermandad, dierakkerbouw verrichtte in zijn vrijen tijd, twist met een bnurman, die even eens Iandbouw-werkzaamheden verrichtte. Van woorden kwam het tot daden en de veldwachter bewerkte den landman met een stok op het hoofd. Deze diende een klacht in bij de Justitie, en de veldwachter hoorde voor de Maastrichtsche rechtbank f 50 boete tegen zich eïschen wegens mishandeling van het Raadslid. De veldwachter ontkende de mishandeling, hem ten laste gelegd; hij had maar wat geschermd met den stok, om het Raadslid van zich af te houden. De verdediger was zoo vriendelijk een en ander te vertellen over de politiek van het dorp. De veldwachter en de burgemeester hadden beiden salarisverhooging gevraagd* Doch het mishandelde Raadslid was er in den Raad vierkant tegen. Vandaar een soort van rancune! En volgens dienzelfdesi advo caat zorgt de burgervader er voor, dat de actie des veldwachters voortdurend wordt aangemoedigd. Och, burgemeesters, zelfs die van plattelandsgemeenten, zjjn ook menschen Het Raadslid moest ook nog terechtstaan wegens mishandeling van den veldwachter. Doel zynedelachtbare ging blykbaar geheel vry uit, althans de> substituut-officier van Jus titie kon geen aanleiding vinden om tegen het Gemeenteraadslid een straf te eischen. Zijn requisitoir luidde vrijspraak, bij welken eisch de verdediger zich natuurlijk aansloot. In bewust dorpje zullen nn wel de aan- deelen van den veldwachter gaan dalen! G,W Gisteravond waren in de Ko ningstraat, bij de Hoefkade, in Den Haag eenige opgeschoten jongens aan het stoeien met meisjes. Uit het stoeien ontstond twist, waarbij een 18-jarige knaap een 14-jarig meisje met een mes een steek in het dijbeen toebracht. Do verwonding, die niet van zeer ernstigen aard bleek, werd verbonden door een geneesheer van den Eerste-Hulpdienst. De jongen werd door de politie aangehou den. Door den commandant van 't regiment grenadiers is aan de Nationale Ver eeniging tot Steun van Miliciens het belang rijke bedrag van f 2500 toegezonden, zijnde de opbrengst der toegangsgelden tot de loop graven, door de pioniers van de afdeellng van het 1ste bataljon grenadiers in het Park Zorgvliet in Den Haag aangelegd. HAAGSCHE RECHTBANK. Heling. Voor deze rechtbank is voortgezet de ter nadere instructie verwezen zask tegen H. J. F. de B., 34 jaar, koopman in Dén Haag, be schuldigd van heling in verschillende oief- stallon mot braak, daar en elders gepleegd* Zooals beeknd is, kwamen de twee hoofd daders van deze misdrijven, G. A. B. IJ. en J van D., in bovengenoemde zitting up hun vroeger, bij de politie en voor den rcch- ter-commissaris, afgelegde bekentenis terug, als zoü bekl. De B. de man zijn, bij wien. ze een groot deel, zoo niet al het gostolen zilver, brachten. Onder cede verklaarden beiden, dat dit niet de waarheid was en De B. niets van de zaak wist. Thans kwamen beiden op hun verklarin gen terug en zeiden, dat De B. de opkooper was, bij wien ze alles brachten. De officier van justitie wees er in zijn requisitoir op, dat bekl. De B. zeer zwaar zal moeten worden gestraft. Deze bekl. ^a niet alleen opkooper, hij is organisator van diefstallen, kassier van do dieven, hij hield een bemiddelingsbureau voor dieven, hij rustte hen uit. Hij behoort tot de bijzonder gevaarlijks

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1915 | | pagina 5